Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

zaterdag 8 maart 2008

Scriptie Geschiedenis Martin Luther King

1 Inleiding

Martin Luther King (15 januari 1929 - 4 april 1968)

“ I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed. We hold these truths to be self evident that all men are created equal…”

Bijna iedereen heeft wel eens van Martin Luther King Jr. gehoord. En veel mensen weten ook dat hij heeft gestreden tegen het racisme. Maar wat veel mensen niet precies weten is hoe hij hiertoe is gekomen, en nog belangrijker wat hij er allemaal mee bereikt heeft. Zo zal dan ook de hoofdvraag van mijn scriptie luiden: wat heeft Martin Luther King bereikt met zijn strijd tegen het rassenonderscheid? Ook zal ik de volgende vragen in deze scriptie uitwerken:
Hoe is het rassenonderscheid in Amerika ontstaan?
Wie was Martin Luther King?
Hoe kwam hij in opstand?
Waardoor werd Martin beïnvloedt bij zijn geweldloos verzet?
Hoe stond Martin tegenover gewelddadig verzet?
Hoe ontwikkelde Martin Luther King zich tijdens en na zijn studie?
Waardoor waren zijn opstanden zo succesvol in de eerste jaren van het verzet?
Waardoor eindigt het verzet zo wanhopig in de laatste jaren?
Door wie werd hij geïnspireerd?
Wat was de oorzaak van zijn dood?

2 De aanleiding tot verzet

Rond 1800 werden door de blanken veel negers uit Afrika naar Amerika gebracht. Dit deed men, omdat er een te kort was aan slaven in Amerika en omdat er veel geld mee kon worden verdiend. In grote schepen werden zo’n 10 miljoen slaven vervoerd. Van deze 10 miljoen is overleed 40 % door de slechte omstandigheden. Als de slaven dan in Amerika aankwamen werden ze als dieren op een markt verkocht.
Destijds bestond er een groep in Engeland, die zich inzette voor de rechten van de slaven. Deze groep werd opgericht in 1787. Ook de predikantsvrouw Harriet Beecher-Stowe liet zien, dat ze het niet eens was met de rechten van de slaven en schreef het wereldberoemde boek “De negerhut van oom Tom”. Abraham Lincoln president van de Verenigde Staten in 1860, was net als Martin Luther King Baptist. Dit is een stroming van de Christelijke kerk die tegen slavernij en rassenonderscheid is. Onder andere door deze tegenstanders is rond 1890 in veel landen de slavernij afgeschaft. Helaas had dit niet tot gevolg dat negers helemaal vrij waren. Ze bleven namelijk afhankelijk van hun vroegere meesters. Ook van gelijke rechten was nog geen sprake. Door dat de negers geen opleiding hadden gehad, werd het moeilijk voor ze om werk te vinden. Hierdoor trokken ze met grote groepen naar de steden. Maar omdat er daar ook alleen maar werk was voor opgeleide mensen, hadden ze geen andere keus dan in krotten te gaan wonen, de zogenaamde getto’s. Hierdoor werd het verschil tussen de blanken en de negers nog veel groter. Het probleem was dus, dat de negers nu wel vrij waren maar niet in de maatschappij werden aanvaard.
Er ontstond een grote ongelijkheid tussen blank en zwart. Er was zelfs een extreemrechtse groepering, genaamd de Ku Klux Clan, zij hebben veel zwarte mensen op gruwelijke wijze vermoord. Deze mannen waren vaak in witte pakken gekleed en hadden voor 1960 behoorlijk wat leden. Na deze tijd ging deze groep echter achteruit qua leden. Inmiddels hadden de negers goed begrepen dat ze moesten vechten voor hun rechten en vrijheid. Hierdoor waren de negers extra gemotiveerd om de moed niet te verliezen.

3 Biografie van Martin Luther King

De Amerikaanse dominee en activist Martin Luther King Jr. (1929-1968) heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in de strijd voor gelijkberechtiging van de zwarten in de Verenigde Staten van Amerika. Vanaf het midden van de jaren ’50 tot zijn dood in 1968, heeft hij actief deel uitgemaakt van de Burgerrechten beweging.
Martin Luther King werd geboren op 15 januari 1929 in Atlanta. Hij werd genoemd naar zijn vader Martin Luther King Sr. Op vijftienjarige leeftijd kon hij dankzij een beurs gaan studeren. Tijdens zijn studie raakte hij bekend met de ideeën van Mohandas Karamchand Ghandi en hij bestudeerde de relatie tussen de mens en god.
In 1953 trouwde King met Coretta Scott. Het stel kreeg vier kinderen. Martin Luther King werd aangesteld als dominee bij de kerk van de Baptisten in Montgomery. In december 1955 weigerde een zwarte vrouw haar zitplaats in een bus beschikbaar te stellen aan een blanke passagier. Deze vrouw, Rosa Parks, werd gearresteerd omdat ze de segregatiewet had overtreden. De zwarte politieke groeperingen riepen de burgers op om het openbaar vervoer uit protest te boycotten. Martin Luther King was de belangrijkste leider van deze protestacties. Hij groeide uit tot een nationaal bekende figuur.
In februari 1959 ontmoette hij Nehru, de minister-president van India. Het resultaat hiervan was dat Martin Luther King meer dan voorheen doordrongen was van de noodzaak van een geweldloze aanpak in zijn strijd tegen het rassenonderscheid.
In 1960 verhuisde King naar Atlanta waar hij samen met zijn vader voorganger werd in de "Ebenezer" baptistische kerk, maar hij besteedde meer tijd aan zijn werk voor de burgerrechtenbeweging. In oktober 1960 werd hij in een broodjeszaak gearresteerd maar niet vervolgd. In plaats daarvan werd hij opgesloten vanwege een onbeduidende verkeersovertreding. Deze zaak kreeg nationale aandacht en presidentskandidaat John F. Kennedy slaagde er uiteindelijk in om King vrij te krijgen.

In 1963 behoorde Martin Luther King tot de organisatoren van de grote mars naar Washington. Op 28 augustus 1963 waren meer dan 200.000 mensen bijeen om te protesteren tegen het grote onrecht van de rechtsongelijkheid. Zijn wereldberoemde speech "I have a dream …" maakte hem tot een internationale held. In 1964 werd de Nobelprijs voor vrede aan hem toegekend.
Op 4 april 1968 maakte een schutter een einde aan het leven van Martin Luther King.
King stierf op de balustrade van een motel in Memphis. De moordaanslag schokte de wereld. Martin Luther King werd slechts 39 jaar.
In 1986 werd de derde maandag in januari, dit is de dag waarop Martin Luther King geboren werd, door het Amerikaanse congres als nationale feestdag ter herinnering aan deze grote man ingesteld. Ondanks enkele zware tegenslagen, zoals een bomaanslag, bedreigingen en aanvallen op zijn huis gaf hij de strijd niet op. Ook werd hij in 1958 door een vrouw, Izold Ware Curry, gestoken met een briefopener. Met veel geluk heeft hij dit overleefd.

4 Waarom ging Martin zich verzetten tegen het racisme?

Zijn eerste aanraking met het racisme vond plaats toen hij enkele jaren oud was: zijn beste vriendje was blank en op een gegeven moment verbood de moeder van het blanke jongetje hem om nog met de kleine Martin om te gaan. Al snel kwam hij in aanraking met andere aspecten van het racisme: openbare parken waren verboden voor zwarten, hij mocht niet naar het theater en naar de bioscoop. In de bus hadden zwarten aparte zitplaatsen ook zij moesten opstaan voor blanken als er te weinig plek was. Het kon echter ook anders. In de zomer voordat hij ging studeren heeft hij gewerkt op een tabaksplantage in Connecticut, om wat geld bij te verdienen. Hier in het noorden kon hij overal eten, mocht hij overal gaan en staan en kon hij zelfs naar kerken waar alleen blanken kwamen. In 1944, op zijn vijftiende, ging Martin Luther King naar het Morehouse College, hier heerste veel vrijheid voor de leerlingen en de leraren spoorden hun pupillen aan om oplossingen te zoeken voor raciale problemen. Hoewel hij 2 klassen had overgeslagen kon hij goed meekomen met de rest en hij kreeg hier de gelegenheid om iets te bedenken om het zwarte volk te helpen. Op 14 september 1948 ging Martin naar het Theologisch Crozerseminarie in Pennsylvania. Hier voelde hij zich geroepen om wat tegen de onderdrukking van de zwarten te doen en hij las boeken van verschillende filosofen, onder andere van Mahatma Gandhi. Ook bedacht hij toespraken en voerde hij openhartige gesprekken met andere leerlingen over de raciale problemen en hij was er zeker van dat hij in de toekomst er iets tegen zou gaan doen. In 1951 ging hij naar de Boston University of Theology, om af te studeren en om daarna dominee te worden. Op die manier zou hij de mensen tot geweldloos verzet kunnen aansporen, zoals hij zelf zei.

5 Waardoor werd Martin beïnvloedt?

Zijn vader was een prominent baptist predikant, dominee en zakenman. Ook zijn opa was dominee. Zijn moeder, Alberta was lerares. Ook had hij een oudere zus, Christine en een jongere broer, Alfred Daniel. Martin Luther King Jr. is vernoemd naar zijn vader Martin Luther King Sr. die vernoemd was naar Maarten Luther een belangrijk persoon in de kerk in Duitsland in de 15de,16de eeuw.
Martin Luther King Sr. had veel geld verdiend en hij had een goede positie in de samenleving. Het gezin King leeft daarom ook erg beschermt, en heeft hierdoor weinig last van de slechte omstandigheden rondom de apartheid.
De kinderen worden opgevoed met de zwarte spiritualiteit van de Ebenezer Baptist Atlanta. Drie elementen uit deze zwarte spiritualiteit zijn:
- Een houding van protest.
- Sociale gerechtigheid.
- Christelijke gehoorzaamheid.
Deze drie elementen houden in dat je je moet verzetten tegen de huidige maatschappij, maar dit verzet moet wel geweldloos zijn. King is dus opgevoed met het idee van het geweldloze verzet en dit komt voort uit de zwarte spiritualiteit. Op 15-jarige leeftijd kreeg King twijfels over de religie. Hij vraagt zich af of het geloof in God intellectueel nog aanvaardbaar is in een tijd van wetenschap en techniek. Maar onder invloed van twee docenten, Ds. Benjamin Mays en Dr. George Kelsey, van het Morehouse College in Atlanta dat King bezocht, komt King tot de overtuiging dat een predikant zowel sociaal belangrijk als in intellectueel opzicht stimulerend kan zijn. In de zomer van 1948, 19 jaar oud, krijgt King zijn roeping tot predikant. Deze roeping heeft zoals hij later vertelt, niets bovennatuurlijks. “Zij is een innerlijke drang die mij roept om de mensheid te dienen”. Een jaar later wordt hij tot predikant bevestigd.
Nadat hij evangelieprediker geworden was, ging hij door met studeren voor het doctoraat en doctorstitel. In 1948 gaat King studeren aan het Crozer Seminary in Chester (Pennsylvania). Hij heeft op dat moment de behoefte om zich te bewijzen. Hij wil laten zien dat een zwarte in niets onderdoet voor zijn blanke medestudenten. Hij verwerpt in deze periode van zijn leven de geweldloosheid, toch krijgt hij interesse in het leven van Mahatma Ghandi.
Ondanks alles ziet hij het geweldloze verzet nog steeds als enige mogelijkheid voor de zwarte bevolking, maar hij wil er op dit punt van zijn leven nog niet te veel aan denken. Vooral Reinhold Niebuhr’s boek opent de ogen van King, hij ziet in dat het Christelijke zondebegrip niet alleen betrekking heeft op de individuele mens, maar ook op de economische en politieke structuren. King bestudeert de theorie van de Sociale Gospelbeweging van Amerika, deze theorie komt mede tot uiting in het boek “Christianity and the social crisis” (1907) van Walter Rauschenbusch.
Rauschenbusch is de inspirator van de Social Gospelbeweging. Hij legt de nadruk op de sociale bewogenheid van Jezus en de Hebreeuwse profeten. Ook pleit hij voor een actieve, profetische inzet van de kerk voor sociale veranderingen in een onrechtvaardige kapitalistische maatschappij. King’s bestudering van het werk van Rauschenbusch heeft veel bijgedragen aan zijn visie op de rol van de kerk in de samenleving. Na Chester heeft Martin Luther King ook in Boston en Philadelphia gestudeerd.

6 Martin Luther King na zijn studie

Als onderwerp voor zijn proefschrift kiest King “Een vergelijking van het Godsbegrip in het denken van Paul Tillich en van Henry Nelson Wieman”. Uit het onderwerp dat hij gekozen had, kun je afleiden dat King intensief bezig was met het plaatsen van God en het Godsbegrip in zijn leven. Door de ervaringen van deze Paul Tillich en Henry Nelson te bestuderen, kreeg hij meer informatie over hoe anderen mensen denken over God en het Godsbegrip.
Hij onderzoekt de ideeën van deze twee mannen aandachtig, maar voordat hij zijn proefschrift kan afronden en kan promoveren vinden er drie belangrijke en ingrijpende gebeurtenissen plaats in zijn leven. Namelijk:
1. Op 18 juni 1953 trouwt King met Coretta Scott
2. En ondanks aanlokkelijke aanbiedingen voor een academische loopbaan aanvaardt King in 1954 een beroep als predikant van de Dexter Avenue Baptist Church in Montgomery (Alabama), een zwarte middenklasse gemeente. In de lente van 1955 nam King de leiding over van de belangrijkste Baptistengemeenschap in Montgomery. Hierdoor kreeg hij meer (nationale en internationale) bekendheid.
3. Coretta King en Martin Luther King krijgen vier kinderen: Yolanda Denise (1955), Martin Luther King III (1957), Dexter (1961) en Bernice Albertine(1963).

7 De kracht van geweldloos verzet

Jarenlang is de zwarte bevolking van de Verenigde Staten geschoffeerd en als minder beschouwd. De zwarten hadden geen rechten en moesten altijd onderdoen voor de blanke bevolking. Zoals al eerder verteld is, is dit alles begonnen met de slavernij.

Maar toen deze slavernij werd afgeschaft, werd de situatie niet veel beter voor de zwarte bevolking. Op 1 december komt een neger in opstand tegen de segregatiewet, een wet die onder andere in Montgomery gold. Een vermoeide naaister, Rosa Parks, weigert na een dag lang en hard werken op te staan in de bus voor iemand anders. Haar arrestatie hiervoor is de druppel die de emmer doet overlopen. Jarenlang vernederd door buschauffeurs beginnen zwarte inwoners van Montgomery bussen te boycotten. Liever lopen zij iedere dag of rijden met elkaar mee dan zich nog langer te laten vernederen. De zwarte gemeenschap van Montgomery zinde al langer op plannen om iets tegen de segregatie van het openbaar vervoer te ondernemen. Onder de leiders van de zwarte gemeenschap bevonden zich veel geestelijken. Op een bijeenkomst in een kerk in Montgomery besloten zij om geen gebruik meer te maken van het openbaar vervoer zolang zwarten in de bus achtergesteld werden. De bussen bleven hierdoor grotendeels leeg.
King wordt gevraagd de leiding van de boycot op zich te nemen, en hij groeide uit tot een nationaal bekende figuur. Zijn winst met betrekking tot meer rechten voor de zwarten komt voort uit de wijze waarop hij het thema van gerechtigheid weet te verbinden met dat van de liefde, die tot uitdrukking komt in het geweldloos verzet. Tijdens de boycot groeit geweldloosheid bij King uit tot een levenshouding, waaraan hij zijn leven lang onwrikbaar zal vasthouden.
Op 5 december 1955 werd Martin gekozen als hoofd van een nieuwe protestgroep: de MIA (Montgomery Improvement Association).Samen met een vriend van hem, E.D. Nixon die voorzitter van de NAACP (National Association for the Advancement of Colored People) afdeling van Alabama was geweest, een plan om bussen te boycotten. Er werd een comité samengesteld waar Martin ook in zat, om de tekst voor de protestactie samen te stellen en deze boodschap luidde als volgt:
Ga niet met de bus naar het werk, naar de stad, naar school of ergens anders heen op maandag 5 december. Er is weer een zwarte vrouw gearresteerd en gevangengenomen omdat zij weigerde haar plaats in de bus af te staan. Ga maandag niet met de bus, naar de stad, naar school of ergens anders heen. Als u naar uw werk moet, neem dan een taxi, rijd met iemand mee of ga lopen. Kom maandag om 19.00 uur naar een massabijeenkomst in de Holt Street Baptist Church voor meer informatie.
De actie was voor de busmaatschappijen een grote strop. Maar de grote angst van de blanken was, dat negers in grote groepen gevaarlijk konden worden. De blanken konden niks tegen de actie doen, omdat het niet bij de wet verboden was. Maar zij namen een actie die wel tegen de wet inging, ze hadden door wie de leider van de actie was. Martin Luther King werd gearresteerd en op 30 januari 1956 werd er een bomaanslag gepleegd op zijn huis. Om zijn volk moed in te spreken, hield hij een toespraak waar 4000 mensen naartoe kwamen:
Als wij verkeerd zijn dan is het Hoge gerechtshof verkeerd
Als wij verkeerd zijn dan is de grondwet van de VS verkeerd
Als wij verkeerd zijn dan is de almachtige god verkeerd
Als wij verkeerd zijn dan is Jezus van Nazareth verkeerd
Als wij verkeerd zijn dan is Jezus een dromer die nooit op de aarde is neergekomen
Als wij verkeerd zijn dan is gerechtigheid een leugen
Het huis van de zwarte dominee werd na de aanslag streng bewaakt. Vrijwilligers stonden dag en nacht op de uitkijk. Op het dak kwamen grote lampen. Het nieuws over de bomaanslag stond in alle kranten. Twee dagen later kwam de stad Montgomery opnieuw in de krant. De zwarte dominee Fred Gray stapte naar de rechter, hij wilde dat de rechter de gescheiden
plaatsen van blanken en zwarten op de bus onwettig verklaart.
Ondertussen kwam het stadsbestuur bijeen. De busactie duurde nu al veel te lang, de eigenaars van de bussen verdienden niets meer. Ze wilden de actievoerders daarom voor de rechter brengen. De volgende dag stormde Nixon het bureau van Martin Luther King binnen. "Martin, heb je het gehoord? Er komt een groot proces. Morgen willen ze ons allemaal oppakken!" King had het nieuws al gehoord. Iedereen praatte erover, hij wist wat het betekende, ze zaten achter hem aan."Martin", zei Nixon, "maak je maar geen zorgen. Morgen zal je eens wat zien." De volgende dag wachtte Nixon niet tot ze hem kwamen halen, hij stapte zelf naar de politie. "Zoekt u mij? Nou, hier ben ik", zei hij. Het verhaal over Nixon deed al gauw de ronde in Montgomery. Voor de rechtbank komen honderden zwarten samen. Eén voor één gaven ze zich zelf aan. Wie weer buiten kwam, kreeg applaus. Het ging er vrolijk aan toe. Zelfs enkele blanke agenten hadden er pret in. Dominee King kwam aan bij de rechtbank, de mensen juichten. King vond het niet erg meer om aangehouden te worden. Zijn vrouw Coretta kust hem als hij weer buiten komt.
"King is koning!" King zei het volgende: "Ze kunnen ons opsluiten. Ze kunnen ons veroordelen. Maar dat deert ons niet. Wij gaan door tot de overwinning!" De overwinning komt een jaar na het begin van de busactie, een blanke rechter wil de busactie stopzetten. “Gescheiden plaatsen voor blanken en zwarten zijn tegen de grondwet.” Op 20 december 1956 beslist het Hoge Gerechtshof, dat segregatie in het openbaar vervoer ongrondwettig wordt geacht. Hier hebben ze lang voor moeten strijden, maar de strijd was niet vergeefs.
Deze overwinning is een enorme stimulans voor de burgerrechtenstrijd van de zwarte bevolking en ook voor King. Omdat men nu zo optimistisch is, wordt de SCLC (Southern Christian Leadership Conference) opgericht, met Martin Luther King als voorzitter. King organiseert nu vele demonstraties, sommigen daarvan werden gewelddadig neergeslagen door de plaatselijke politietroepen. Daarom zorgt King ervoor dat de acties zo geregeld worden dat er ook pers bij is. Hierdoor komt in het nieuws dat de vreedzaam demonstrerende zwarten met geweld werden weggestuurd. Doordat het hele land geschokt is door de beelden die te zien waren in de media, behaalt King zo nog grotere overwinningen. In de eerste jaren van zijn verzet was King dus vooral optimistisch en hij zag de toekomst rooskleurig in.
De actie die volgde op de busboycot was de Mars van Birmingham, Alabama. De zwarten betoogden er voor gelijke rechten. King wist dat hij opgepakt zou
worden, maar hij ging toch. Zo belandde hij in de gevangenis.
Buiten zijn advocaat mocht King niemand zien. Zijn advocaat smokkelde
een krant binnen. Er stond een foto in van King tijdens de betoging, maar er stond ook iets anders in. "Blanke dominees vragen zwarten op te houden met betogen". King kon zijn ogen niet geloven. "De betogingen komen op een slecht moment," las King verder, "Ze brengen haat en geweld. Ze lossen niets op." Dit kon King niet zomaar voorbij laten gaan. In de rand van de krant begon hij te schrijven.
"De blanke dominees vergissen zich.” Wij zwarten kunnen niet langer wachten. En weet u waarom? Omdat we al 300 jaar op rechtvaardigheid wachten. Omdat agenten onze zwarte broeders trappen en slaan.
Omdat blanke schurken onze moeders en vaders verdrinken. Omdat 20 miljoen zwarten armoe lijden. Omdat mijn dochtertje van 6 huilt, want ze mag niet naar het nieuwe pretpark gaan..."
Zijn advocaat tikte de brief uit en de brief verschijnt in kranten en tijdschriften. De “brief uit de gevangenis” zal King later beroemd maken (zie bijlage voor complete versie). Na 9 dagen kwam King weer vrij. Meteen riep hij de leiders van de beweging bijeen.
"In de gevangenis heb ik lang nagedacht. We moeten verder gaan in Birmingham. De kinderen moeten mee betogen."
King wist dat het hard was, want ze zouden allemaal in de gevangenis belanden. Maar alleen op deze manier zouden de ogen van de Amerikanen opengaan. Op 2 mei 1963 was het zover. Een grote groep zwarten verzamelde zich voor de Baptistenkerk in Montgomery. De eerste groep van 50 tieners stapten twee aan twee naar buiten. Maar agenten hielden deze rij natuurlijk meteen tegen. Ze zeiden hen dat de mars verboden was en de kinderen werden vervolgens opgepakt. De volgende rij zingende tieners stapten naar buiten en hierna volgde er nog een en nog een en nog een… De agenten werden verrast door deze actie en vroegen om versterking. Zo werden er die dag 600 tieners opgepakt omdat ze zingend de kerk uit kwamen. Op 3 mei 1963 ging de strijd verder, maar dit keer met nog meer tieners. Er kon echter niemand meer opgepakt worden, want de gevangenissen zaten gewoonweg vol. Daarom werden er andere (harde) maatregelen genomen. De kinderen werden gewaarschuwd, maar liepen gewoon zingend door en gaven niet op. Vervolgens werd er op de groep gespoten met een waterkanon, want ook de brandweer was ingeschakeld. Maar de kinderen bleven stug volhouden, kinderen rolden over de grond en vlogen door de lucht. Ook werden er politiehonden op de kinderen losgelaten. Zo werden 959 kinderen slachtoffer van deze actie. Wederom was ook bij deze actie de pers betrokken. Foto’s en beelden van waterkanonnen die op kinderen gericht zijn en honden die deze kinderen aanvallen, kwamen in alle kranten en nieuwsuitzendingen. De beelden en foto’s schokten iedereen. En het wonder gebeurt, het wonder der kinderen. Amerika wordt wakker.
King haalde zijn inspiratie voor het geweldloze verzet vooral uit zijn opvoeding, hij is opgevoed met de zwarte spiritualiteit zoals in hoofdstuk 5 staat beschreven. Deze wordt gevoed door de verhalen uit het Oude Testament over Gods gerechtigheid. Maar het protest blijft realistisch en voorzichtig. Zijn grootste inspiratiebron was eigenlijk Ghandi. Hij was onder de indruk van deze man omdat hij met geweldloosheid onafhankelijkheid heeft bereikt.

De actie die volgde was de Mars naar Washington, waar het volgende hoofdstuk over zal gaan. Deze protestmars naar Washington werd georganiseerd op 28 augustus 1963. Het hoogtepunt van deze mars was de wereldberoemde toespraak “I have a dream…” van Martin Luther King. Zijn 4 dromen:
1. Op een dag zullen alle mensen begrijpen dat alle mensen gelijk zijn.
2. Dat zwart en blank vreedzaam met elkaar omgaan
3. Dat zelfs de mensen uit de staat Mississippi kunnen leven in vrijheid en gerechtigheid
4. Dat men niet wordt beoordeeld op huidskleur maar op karakter.
Ik heb hier een apart hoofdstuk aan gewijd omdat King met zijn toespraak heel wat teweeg heeft gebracht.
Na de Mars van Washington werd er ook nog een mars van Montgomery georganiseerd, omdat er een bom in de Baptistenkerk werd geplaatst door blanken. In de toespraak die Martin Luther King toen gaf zei hij: “Ik beloof niet dat u niet geslagen zult worden. Ik beloof niet dat u geen letsel op zult lopen. Maar wij moeten ons inzetten voor wat recht is.” Hij had gelijk, want er werd wederom succes geboekt. De wet op onderwijs integratie werd namelijk aangenomen. Buiten Amerika was er veel begrip voor Martin Luther King en in 1964 kreeg hij de Nobelprijs voor Vrede.

8 I have a dream…

Five score years ago, a great American, in whose symbolic shadow we stand signed the Emancipation Proclamation. This momentous decree came as a great beacon light of hope to millions of Negro slaves who had been seared in the flames of withering injustice. It came as a joyous daybreak to end the long night of captivity. But one hundred years later, we must face the tragic fact that the Negro is still not free. One hundred years later, the life of the Negro is still sadly crippled by the manacles of segregation and the chains of discrimination. One hundred years later, the Negro lives on a lonely island of poverty in the midst of a vast ocean of material prosperity. One hundred years later, the Negro is still languishing in the corners of American society and finds himself an exile in his own land. So we have come here today to dramatize an appalling condition. In a sense we have come to our nation's capital to cash a check. When the architects of our republic wrote the magnificent words of the Constitution and the declaration of Independence, they were signing a promissory note to which every American was to fall heir. This note was a promise that all men would be guaranteed the inalienable rights of life, liberty, and the pursuit of happiness.
It is obvious today that America has defaulted on this promissory note insofar as her citizens of colour are concerned. Instead of honouring this sacred obligation, America has given the Negro people a bad check which has come back marked "insufficient funds." But we refuse to believe that the bank of justice is bankrupt. We refuse to believe that there are insufficient funds in the great vaults of opportunity of this nation. So we have come to cash this check -- a check that will give us upon demand the riches of freedom and the security of justice. We have also come to this hallowed spot to remind America of the fierce urgency of now. This is no time to engage in the luxury of cooling off or to take the tranquillising drug of gradualism. Now is the time to rise from the dark and desolate valley of segregation to the sunlit path of racial justice. Now is the time to open the doors of opportunity to all of God's children. Now is the time to lift our nation from the quicksand’s of racial injustice to the solid rock of brotherhood.
It would be fatal for the nation to overlook the urgency of the moment and to underestimate the determination of the Negro. This sweltering summer of the Negro's legitimate discontent will not pass until there is an invigorating autumn of freedom and equality. Nineteen sixty-three is not an end, but a beginning. Those who hope that the Negro needed to blow off steam and will now be content will have a rude awakening if the nation returns to business as usual. There will be neither rest nor tranquillity in America until the Negro is granted his citizenship rights. The whirlwinds of revolt will continue to shake the foundations of our nation until the bright day of justice emerges.
But there is something that I must say to my people who stand on the warm threshold, which leads into the palace of justice. In the process of gaining our rightful place we must not be guilty of wrongful deeds. Let us not seek to satisfy our thirst for freedom by drinking from the cup of bitterness and hatred.
We must forever conduct our struggle on the high plane of dignity and discipline. We must not allow our creative protest to degenerate into physical violence. Again and again we must rise to the majestic heights of meeting physical force with soul force. The marvellous new militancy which has engulfed the Negro community must not lead us to distrust of all white people, for many of our white brothers, as evidenced by their presence here today, have come to realize that their destiny is tied up with our destiny and their freedom is inextricably bound to our freedom. We cannot walk alone.
And as we walk, we must make the pledge that we shall march ahead. We cannot turn back. There are those who are asking the devotees of civil rights, "When will you be satisfied?" We can never be satisfied as long as our bodies, heavy with the fatigue of travel, cannot gain lodging in the motels of the highways and the hotels of the cities. We cannot be satisfied as long as the Negro's basic mobility is from a smaller ghetto to a larger one. We can never be satisfied as long as a Negro in Mississippi cannot vote and a Negro in New York believes he has nothing for which to vote. No, no, we are not satisfied, and we will not be satisfied until justice rolls down like waters and righteousness like a mighty stream.
I am not unmindful that some of you have come here out of great trials and tribulations. Some of you have come fresh from narrow cells. Some of you have come from areas where your quest for freedom left you battered by the storms of persecution and staggered by the winds of police brutality. You have been the veterans of creative suffering. Continue to work with the faith that unearned suffering is redemptive.
Go back to Mississippi, go back to Alabama, go back to Georgia, go back to Louisiana, go back to the slums and ghettos of our northern cities, knowing that somehow this situation can and will be changed. Let us not wallow in the valley of despair.
I say to you today, my friends, that in spite of the difficulties and frustrations of the moment, I still have a dream. It is a dream deeply rooted in the American dream.
I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal."
I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood.
I have a dream that one day even the state of Mississippi, a desert state, sweltering with the heat of injustice and oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice.
I have a dream that my four children will one day live in a nation where they will not be judged by the colour of their skin but by the content of their character.
I have a dream today.
I have a dream that one day the state of Alabama, whose governor's lips are presently dripping with the words of interposition and nullification, will be transformed into a situation where little black boys and black girls will be able to join hands with little white boys and white girls and walk together as sisters and brothers.
I have a dream today.
I have a dream that one day every valley shall be exalted, every hill and mountain shall be made low, the rough places will be made plain, and the crooked places will be made straight, and the glory of the Lord shall be revealed, and all flesh shall see it together.
This is our hope. This is the faith with which I return to the South. With this faith we will be able to hew out of the mountain of despair a stone of hope. With this faith we will be able to transform the jangling discords of our nation into a beautiful symphony of brotherhood. With this faith we will be able to work together, to pray together, to struggle together, to go to jail together, to stand up for freedom together, knowing that we will be free one day.
This will be the day when all of God's children will be able to sing with a new meaning, "My country, 'tis of thee, sweet land of liberty, of thee I sing. Land where my fathers died, land of the pilgrim's pride, from every mountainside, let freedom ring."
And if America is to be a great nation this must become true. So let freedom ring from the prodigious hilltops of New Hampshire. Let freedom ring from the mighty mountains of New York. Let freedom ring from the heightening Alleghenies of Pennsylvania!
Let freedom ring from the snow-capped Rockies of Colorado!
Let freedom ring from the curvaceous peaks of California!
But not only that; let freedom ring from Stone Mountain of Georgia!
Let freedom ring from Lookout Mountain of Tennessee!
Let freedom ring from every hill and every molehill of Mississippi. From every mountainside, let freedom ring.
When we let freedom ring, when we let it ring from every village and every hamlet, from every state and every city, we will be able to speed up that day when all of God's children, black men and white men, Jews and Gentiles, Protestants and Catholics, will be able to join hands and sing in the words of the old Negro spiritual, "Free at last! Free at last! Thank God Almighty, we are free at last
Twee van de zwarte leiders, A. Philip Randolph en Bayard Rustin, kwamen op het idee om een mars naar Washington te houden. Op 28 augustus 1963 werd de grote protestmars naar Washington georganiseerd. Ook Martin Luther King houdt als laatste van de 250.000 deelnemers een toespraak met op de achtergrond het standbeeld van Abraham Lincoln. In deze toespraak vertelde hij het voorgaande.
Het stukje over zijn droom vertaalt in het Nederlands:
Ik heb een droom dat op een dag deze natie zal opstaan en de ware betekenis van haar geloofsbelijdenis zal vervullen: voor ons is het vanzelfsprekend dat alle mensen als gelijken zijn geschapen.
Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders tezamen zullen aanzitten aan de tafel der broederschap.
Ik heb een droom dat zelfs de staat Mississipi, een staat die wordt verstikt door onrecht en onderdrukking, zal veranderen in een oase van vrijheid en gerechtigheid
Ik heb een droom dat op een dag mijn vier jonge kinderen zullen leven in een natie waar zij niet worden beoordeeld op de kleur van hun huid, maar naar de inhoud van hun karakter
Ik heb vandaag een droom!
Eindelijk vrij, eindelijk vrij. Goddank, we zijn eindelijk vrij.
Het was duidelijk dat deze actie en vooral de toespraak van Martin Luther King insloeg bij het blanke Amerikaanse publiek. Maar niet alleen bij het Amerikaanse publiek, ook internationaal stonden kranten er vol van.

9 Hoe stond Martin Luther King tegenover gewelddadig verzet?

Martin Luther King was altijd voor geweldloos verzet. Hij vond dat hiermee het meest bereikt werd. Een persoon die heel anders dacht dan hij was Malcolm X. Hij leerde de zwarte bevolking om de blanken te haten en om gewelddadige acties te ondernemen. Hoewel King wel respect voor hem had was hij het totaal niet met Malcolm’s standpunten eens. Martin zei ooit: “Hij is erg uitgesproken, maar ik ben het volstrekt oneens met veel van zijn politieke en filosofische standpunten.”
De maat was in 1965 weer vol bij de zwarte bevolking, zo bleek in het getto Watts in Los Angeles van 11-15 augustus: grote rellen veroorzaakte 30 doden en een zeer grote schade. Op 17 augustus kwam King in Watts aan. Hij was geschokt, maar hij kon de actie van deze mensen wel begrijpen. Want Watts had nu een hoger werkloosheidspercentage dan in de jaren 20 en het was de dichtstbevolkte wijk van het hele land geworden. Wederom riep Martin Luther King de mensen op om kalm te blijven, en bleef zich vasthouden aan zijn geweldloze filosofie. Altijd wanneer zwarte leiders met gewelddadige ideeën kwamen, probeerde Martin deze af te wenden. Zo ook met de leus Black Power, waarbij alle demonstranten een vuist maakten en dit riepen. Deze leus was bedacht door James Meredith. King trok deze leus in twijfel, omdat het volgens hem geweld opriep.

10 De filosofie van Mahatma Gandhi, Martin’s inspiratiebron.

Mohandas Karamchand Gandhi (ook bekend als Mahatma Gandhi) leefde van 2 oktober 1869 tot 30 januari 1948. Hij is geboren in de Indiase havenstad Porbandar. Hij werd “Maharma” genoemd dat grote ziel betekent, ook noemde men hem “Bapu” dat de vader betekent. Zijn vader heette Karamchand en zijn moeder heette Putlibai, hij was hun jongste kind. Zijn vader was destijds minister-president van enkele kleine staten op het schiereiland Kathiawar van de deelstaat Gujarat (het toenmalige Brits-Indië). Al op zijn dertiende werd Mahatma uitgehuwelijkt aan een meisje. Hij heeft hier veel moeilijkheden mee gehad en was daarom ook tegen uithuwelijking. Gandhi heeft rechten gestudeerd in Londen. In 1893 werd hij jurist in Zuid-Afrika. Blanke Zuid-Afrikanen confronteerde hem op harde wijze met het daar wijd verbreide racisme. Hij werd bijvoorbeeld, ondanks dat hij een eerste klas treinkaartje had, door een politieagent uit de eerste klas coupe gehaald. Hij begon te begrijpen dat westerse manieren en westerse kleding hem niet zouden beschermen tegen discriminatie op grond van uiterlijk en huidskleur. Hij richtte een burgerrechtenbeweging op in Zuid-Afrika. En in 1915 keerde hij terug naar India, waar hij verwelkomd werd als een held. Dit was omdat hij in 1906 een geweldloze strijdmethode ontwikkelde, Satyagraha, dat “waarheidskracht” betekent. Hij wist een aantal wetten in Zuid-Afrika te veranderen met behulp van deze strijdmethode. Teruggekomen in India werd hij de belangrijkste leider tegen de Britse overheersing. Zijn uitgangspunten waren:
1. Uiting van geweldloosheid
2. Respect voor de tegenstander
3. Voortdurend zoeken naar waarheid en integriteit
4. Verdraagzaamheid van godsdienst.
Deze punten komen ook terug in de levensbeschouwing van Martin Luther King.

Hij streed door middel van:
· afzien van rijkdom
· ongehoorzaamheid aan onredelijke wetten
· hongerstakingen
· stichten van scholen en werkgemeenschappen
Deze strijdmethoden waren gebaseerd op zijn uitgangspunten. In tegenstelling tot andere leiders van het verzet, hield hij zich niet bezig met openlijke beschuldigingen aan de Engelse regering. Mahatma Gandhi stelde hervormingen voor op vele terreinen van het maatschappelijk leven. Om de economische onafhankelijkheid te vergroten spon hij zijn eigen kleren, per dag spon hij zo’n 183 meter. In 1930 organiseerde hij “de zoutmars” als protest tegen de hoge belasting op de verkoop van zout. De mars duurde 24 dagen en tijdens de mars produceerde men zelf zout dat uit de zee afkomstig was. Zijn mars werd gesteund door honderdduizenden mensen.
Wat ook heel opmerkelijk was aan Mahatma, is dat hij overal op blote voeten liep. Ook was hij een spiritueel persoon.
Er kwam steeds meer internationale belangstelling voor satyagraha. Zo bezocht een delegatie van zwarte leiders hem in 1935. Ook Gandhi gaf ondanks grote tegenslagen de zware strijd niet op. Pas met de komst van de Labourregering na het einde van de tweede wereldoorlog werd Brits-Indië opgedeeld in twee onafhankelijke staten: India en Pakistan. Hierna ontstonden grote conflicten tussen Hindoes (India) en Moslims (Pakistan). Hierbij vielen veel dodelijke slachtoffers en Mahatma Gandhi wilde hier een eind aan maken. Hij zette zich in voor de verzoening tussen Hindoes en Mohammedanen. Ooit heeft hij gezegd dat hij wel 125 jaar oud wilde worde. Maar op 30 januari 1948 werden in Delhi vier kogels op hem afgevuurd door een extremistische hindoe. Dit was omdat Gandhi, die eigenlijk een hindoe was, een tussenpersoon probeerde te zijn tussen Hindoes en Moslims, veel Hindoes voelden zich verraden.

11 Het wanhopige einde van Martin’s verzet

Op 6 augustus 1965 tekent president Johnson de wet op het kiesrecht voor zwarten. Maar het succes van deze overwinning duurt niet lang. Want nog geen week later vindt er in Watts, een zwarte woonwijk in Los Angeles, een explosie van geweld plaats. Veel mensen worden verwond, vermoord of gearresteerd.
Jarenlange opgekropte frustraties leiden tot plundering en geweldpleging op grote schaal. Het wordt steeds meer duidelijk dat de politieke successen die bereikt zijn in het zuiden niets veranderen aan de slechte situatie in de steden in het noorden van de VS. Door deze gebeurtenissen in Watts gaat Martin anders denken over het verzet. Hij begint langzaam in te zien dat formele gelijkheid niets verandert aan de materiële omstandigheden.
In juni 1966 ontstaat er onenigheid binnen de burgerrechtenbeweging. De aanleiding is het neerschieten van James Meredith (black power), tijdens de mars van Memphis naar Jackson. Andere zwarte leiders zetten de tocht voort maar onderweg komen spanningen tot uitbarsting. Studentenleiders kozen voor een gewelddadige aanpak, en heffen hun vuisten voor de leus van James Meredith “Black power”. Martin probeert hen op andere gedachten te brengen maar tevergeefs… In hun ogen is niet Martin Luther King het grote voorbeeld maar Malcolm X. De “droom” van Martin Luther King verandert in een “nachtmerrie”. Oorzaken:
· geweld in de noordelijke steden
· opkomst “Black power”
· escalatie van de oorlog in Vietnam
Hierdoor verandert zijn manier van denken in radeloosheid.
In de lente van 1968 ging King naar Memphis, Tennessee. Hier hadden zwarte vuilnismannen en straatwerkers het werk neergelegd en King wilde hen steunen. In maart 1968 leidde hij 6000 betogers door het centrum van Memphis. Maar er braken rellen uit, en ook werd er een jongen van 16 jaar gedood als gevolg van het geweld. Vijftig andere mensen raakten gewond. Martin snapte het niet, hij heeft voor zijn toespraken waarin hij pleitte voor geweldloos verzet de Nobelprijs gekregen. En hij begreep niet wat er nu mis was gegaan. Op 3 april keert hij terug naar Memphis want King wil een nieuwe mars leiden, maar dit keer zonder geweld. Zoals altijd nam hij een kamer in het hotel “Lorraine”. En hij krijgt hier een andere kamer dan gewoonlijk, namelijk een met een groot raam. Martin twijfelt of dat dit wel veilig is. Diezelfde dag houdt Martin een toespraak:
“ Ik zou graag lang leven, maar daar ben ik niet ongerust over. Ik wil graag doen wat god wil dat ik doe. Hij staat toe dat ik de top ga bekijken en ik heb over de top gekeken en daar zag ik het beloofde land. Ik mag daar niet met jullie naartoe, maar ik wil dat jullie vanavond weten dat we samen, als een volk, naar het beloofde land gaan. Ik ben om niets bezorgd en voor niemand bang. Mijn ogen hebben de hemelse glorie van God gezien.” Deze toespraak wordt King’s laatste. Op 4 april 1968 wordt King doodgeschoten op het balkon van zijn flat en hij sterft enkele uren na het schot aan zijn verwondingen. Martin Luther King werd 39 jaar.

Overal ter wereld zijn mensen geschokt, de man die altijd geweldloos vocht tegen het rassenonderscheid was een gestorven aan een gewelddadige dood. Door zijn dood ontstond er een golf van rellen, dat hij juist had willen voorkomen. Hij werd begraven bij de Baptist Church in Atlanta waar hij zijn eerste preek gaf. Zijn begrafenis werd door 130 miljoen mensen op TV gevolgd en er liepen 100 000 mensen achter zijn kist. Op zijn graf stond: “Free at last! Free at last! Thank god almighty, we’re free at last!”

Later dat jaar pakt de politie een zekere James Earl Ray op. In 1969 wordt Ray veroordeeld tot 99 jaar gevangenis. Hij geeft de moord op Martin Luther King toe,
maar er wordt geen verder onderzoek gedaan. Later zegt Ray dat hij onschuldig is en er komt een nieuw proces 32 jaar na de moord op King. Loyd Jowers en een hele reeks onbekenden blijken ook schuldig te zijn aan de moord op Martin Luther King. Dat zegt een rechter op 8 december 1999. Jowers had een restaurant achter het hotel Lorraine en hij kreeg geld om mee te helpen. In zijn restaurant werden plannen gemaakt voor de moord, en waarschijnlijk waren daar ook agenten van de overheid bij. Zo kon de dader ontkomen met hulp van de politie en de moord werd verborgen. James Earl Ray kreeg de schuld, maar wie gaf opdracht voor de moord? En wie was de echte schutter? Dat zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen.

12 Samenvatting

Na de afschaffing van de slavernij kregen negers hun vrijheid terug. Maar omdat ze laag opgeleid waren, trokken ze met grote groepen naar de steden in de hoop hier werk te vinden. Er vond gettovorming plaats en negers werden niet als gelijken behandeld door de blanke bevolking. Zo ontstond het rassenonderscheid. De zwarten kwamen in opstand voor hun rechten en vrijheid. Martin Luther King speelde een zeer belangrijke rol in de strijd voor de gelijkberechtiging van zwarten.
Martin kwam al vroeg in aanraking met het racisme maar merkte dat het ook anders kon. Tijdens zijn studie deed hij vooral onderzoek naar oplossingen voor raciale problemen en hij las veel boeken van filosofen, zo ook van zijn inspirator Gandhi. Hij kwam tot de conclusie dat hij dominee wilde worden om zo mensen tot geweldloos verzet aan te kunnen sporen.
Zijn geweldloos verzet kwam voort uit zijn opvoeding. Hij was namelijk opgevoed met de zwarte spiritualiteit van de Baptisten. Dit hield in dat je je moest verzetten tegen de huidige maatschappij maar dit verzet moest wel geweldloos zijn. Onder invloed van onder andere zijn docenten werd hij op 19- jarige leeftijd dominee. Ook droeg het werk van Rauschenbusch veel bij aan zijn visie op de rol van de kerk in de samenleving.
Martin nam de leiding van de busboycot op zich en geweldloosheid groeit uit tot zijn levenshouding. Het succes van de busboycot zorgde voor optimisme onder de zwarten en meer acties volgden. Keer op keer zorgde Martin ervoor dat er pers bij deze acties aanwezig was en hierdoor behaalde hij nog grotere overwinningen.
Na 1965 gaat het steeds slechter met het verzet en Martin wordt steeds wanhopiger. Oorzaken hiervoor waren: geweld in de noordelijke steden, opkomst van de “Black Power” en escalatie van de Vietnam oorlog. Op 4 april 1968 werd Martin doodgeschoten, overal ter wereld zijn mensen geschokt. De man die altijd geweldloos vocht tegen het rassenonderscheid stierf een gewelddadige dood. En nog steeds is het niet zeker wie de echte dader was van de moord.

13 Conclusie

Hoofdvraag:
Wat heeft Martin Luther King bereikt met zijn strijd tegen het rassenonderscheid?
Het is duidelijk dat Martin Luther King zich heeft ingezet voor de zwarte bevolking van de Verenigde Staten en hiermee heeft hij dan ook veel bereikt. Hij heeft de wereld laten zien dat de zwarte bevolking nog steeds gediscrimineerd werd, en heeft er voor gezorgd dat dit minder werd en dat discriminerende regels bij de wet werden afgeschaft.
Als dominee heeft hij een grote invloed gehad op de kerkgangers. Hij kon ze overhalen om actie te ondernemen en de mensen aansporen om dit zonder geweld te doen.
Doordat hij het hele land doorreisde heeft hij aan veel mensen zijn ideeën bekend kunnen maken en zo heeft hij veel demonstraties op poten kunnen zetten. Door onder andere de successen van de busboycot heeft de zwarte bevolking meer vertrouwen gekregen in zichzelf.
Met zijn toespraak die hij hield tijdens de Mars naar Washington heeft hij ook internationale bekendheid gekregen. Hij wist met zijn woorden “I have a dream” iedereen diep in het hart te treffen.
Door zijn pleiten voor vreedzaam verzet hadden de demonstraties en opstanden veel succes. Volgens hem haalden gewelddadige acties niets uit en daar had hij gelijk in. Hier heeft hij bijvoorbeeld het volgende mee bereikt:
- de wet op het kiesrecht voor zwarten (1965) werd doorgevoerd
- hij krijgt de Nobelprijs voor Vrede (1964)
- de wet op onderwijs integratie werd aangenomen
- segregatie in het openbaar vervoer werd ongrondwettig verklaard
- met zijn indrukwekkende toespraken kreeg hij nationale bekendheid en daarna internationale bekendheid
- hij heeft veel mensen aangespoord tot geweldloos verzet
Hieruit kan ik concluderen dat Martin Luther King als een ware held beschouwd kan worden.

14 Bronvermelding

Internet:
Http://www.absofacts.com/geschiedenis/datakingmartinlutherjr.shtml
Http://www.scoutingmlk.nl/mlkjr.htm
Http://www.burgerschool.be/n/llweb/5ejaar9899/5ifa/1936/MLKing.htm
http://www.stanford.edu/group/King/
http://www.stanford.edu/group/King/publications/speechesFrame.htm
http://www.stanford.edu/group/King/about_king/
http://seattletimes.nwsource.com/mlk/
http://seattletimes.nwsource.com/mlk/king/photogallery.html
http://seattletimes.nwsource.com/mlk/king/biography.html
http://seattletimes.nwsource.com/mlk/perspectives/holiday/
http://seattletimes.nwsource.com/mlk/king/words/birmingham
http://www.politiek-digitaal.nl/webpresentatie/helden/gandhi.shtml
http://www.politiek-digitaal.nl/webpresentatie/helden/king.shtml
http://www.kunstbus.nl/index.html?http://www.kunstbus.nl/verklaringen/martin+luther-king.html
http://www.digischool.nl/kleioscoop/caleidoscoop/jaren%2060/king/king43%20begrafenis_martin_l.htm
http://www.digischool.nl/kleioscoop/caleidoscoop/jaren%2060/king/king%20titel%20martin_luther_king.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Martin_Luther_King
http://nl.wikipedia.org/wiki/Mahatma_Gandhi
http://scholieren.samenvattingen.nl/search/open/7418685/
http://members.aol.com/klove01/jailltr.htm
http://huiswerk.scholieren.com/werkstukken/verslag.php?verslagid=10975
http://huiswerk.scholieren.com/werkstukken/verslag.php?verslagid=5723
http://huiswerk.scholieren.com/werkstukken/verslag.php?verslagid=4100
http://thekingcenter.com/mlk/bio.html
http://www/bop.vgc.be/tijdschriften/wablieft/wab417/Wa17verh.txt
http://www.planet.nl/planet/show/id=67777/contentid=396706/sc=80f365
www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php?verslag_id=12892&site=
http://home.planet.nl~caboo/mlking.htm

15 Bijlage

Letter From a Birmingham Jail (Brief van Martin Luther King uit de gevangenis)
April 16, 1963
My dear fellow clergymen: While confined here in the Birmingham City Jail, I came across your recent statement calling our present activities "unwise and untimely." Seldom, if ever, do I pause to answer criticism of my work and ideas. If I sought to answer all the criticisms that cross my desk, my secretaries would be engaged in little else in the course of the day, and I would have no time for constructive work. But since I feel that you are men of genuine goodwill and your criticisms are sincerely set forth, I would like to answer your statement in what I hope will be patient and reasonable terms. I think I should give the reason for my being in Birmingham, since you have been influenced by the argument of "outsiders coming in." I have the honour of serving as president of the Southern Christian Leadership Conference, an organization operating in every Southern state, with headquarters in Atlanta, Georgia. We have some eighty-five-affiliate organizations all across the South--one being the Alabama Christian Movement for Human Rights. Whenever necessary and possible we share staff, educational and financial resources with our affiliates. Several months ago our local affiliate here in Birmingham invited us to be on call to engage in a non-violent direct action program if such were deemed necessary. We readily consented and when the hour came we lived up to our promises. So I am here, along with several members of my staff, because I have basic organizational ties here. Beyond this, I am in Birmingham because injustice is here. Just as the eighth century prophets left their little villages and carried their "thus saith the Lord" far beyond the boundaries of their home towns; and just as the Apostle Paul left his little village of Tarsus and carried the gospel of Jesus Christ to practically every hamlet and city of the Graeco-Roman world, I too am compelled to carry the gospel of freedom beyond my particular home town. Like Paul, I must constantly respond to the Macedonian call for aid. Moreover, I am cognizant of the interrelatedness of all communities and states. I cannot sit idly by in Atlanta and not be concerned about what happens in Birmingham. Injustice anywhere is a threat to justice everywhere. We are caught in an inescapable network of mutuality, tied in a single garment of destiny. Whatever affects one directly affects all indirectly. Never again can we afford to live with the narrow, provincial "outside agitator" idea. Anyone who lives inside the United States can never be considered an outsider anywhere in this country. You deplore the demonstrations that are presently taking place in Birmingham. But I am sorry that your statement did not express a similar concern for the conditions that brought the demonstrations into being. I am sure that each of you would want to go beyond the superficial social analyst who looks merely at effects, and does not grapple with underlying causes. I would not hesitate to say that it is unfortunate that so-called demonstrations are taking place in Birmingham at this time, but I would say in more emphatic terms that it is even more unfortunate that the white power structure of this city left the Negro community with no other alternative. In any non-violent campaign there are four basic steps: 1) Collection of the facts to determine whether injustices are alive. 2) Negotiation. 3) Self-purification and 4) Direct action. We have gone through all of these steps in Birmingham. There can be no gainsaying of the fact that racial injustice engulfs this community. Birmingham is probably the most thoroughly segregated city in the United States. Its ugly record of police brutality is known in every section of this country. Its unjust treatment of Negroes in the courts is a notorious reality. There have been more unsolved bombings of Negro homes and churches in Birmingham than any city in this nation. These are the hard, brutal and unbelievable facts. On the basis of these conditions, Negro leaders sought to negotiate with the city fathers. But the political leaders consistently refused to engage in good faith negotiation. Then came the opportunity last September to talk with some of the leaders of the economic community. In these negotiating sessions certain promises were made by the merchants--such as the promise to remove the humiliating racial signs from the stores. On the basis of these promises Rev. Shuttles worth and the leaders of the Alabama Christian Movement for Human Rights agreed to call a moratorium on any type of demonstrations. As the weeks and months unfolded we realized that we were the victims of a broken promise. The signs remained. Like so many experiences of the past we were confronted with blasted hopes, and the dark shadow of a deep disappointment settled upon us. So we had no alternative except that of preparing for direct action, whereby we would present our very bodies as a means of laying our case before the conscience of the local and national community. We were not unmindful of the difficulties involved. So we decided to go through a process of self-purification. We started having workshops on non-violence and repeatedly asked ourselves the questions: "Are you able to accept blows without retaliating?" "Are you able to endure the ordeals of jail?" We decided to set our direct-action program around the Easter season, realizing that with the exception of Christmas, this was the largest shopping period of the year. Knowing that a strong economic withdrawal program would be the by-product of direct action, we felt that this was the best time to bring pressure on the merchants for the needed changes. Then it occurred to us that the March election was ahead and so we speedily decided to postpone action until after Election Day. When we discovered that Mr. Connor was in the run-off, we decided again to postpone action so that the demonstrations could not be used to cloud the issues. At this time we agreed to begin our non-violent witness the day after the run-off. This reveals that we did not move irresponsibly into direct action. We too wanted to see Mr. Connor defeated; so we went through postponement after postponement to aid in this community need. After this we felt that direct action could be delayed no longer. You may well ask: "Why direct action? Why sit-ins, marches, etc.? Isn't negotiation a better path?" You are exactly right in your call for negotiation. Indeed, this is the purpose of direct action. Non-violent direct action seeks to create such a crisis and establish such creative tension that a community that has constantly refused to negotiate is forced to confront the issue. It seeks so to dramatize the issue that it can no longer be ignored. I just referred to the creation of tension as a part of the work of the non-violent resister. This may sound rather shocking. But I must confess that I am not afraid of the word tension. I have earnestly worked and preached against violent tension, but there is a type of constructive non-violent tension that is necessary for growth. Just as Socrates felt that it was necessary to create a tension in the mind so that individuals could rise from the bondage of myths and half-truths to the unfettered realm of creative analysis and objective appraisal, we must see the need of having non-violent gadflies to create the kind of tension in society that will help men to rise from the dark depths of prejudice and racism to the majestic heights of understanding and brotherhood. So the purpose of the direct action is to create a situation so crisis-packed that it will inevitably open the door to negotiation. We, therefore, concur with you in your call for negotiation. Too long has our beloved Southland been bogged down in the tragic attempt to live in monologue rather than dialogue. One of the basic points in your statement is that our acts are untimely. Some have asked, "Why didn't you give the new administration time to act?" The only answer that I can give to this inquiry is that the new Birmingham administration must be prodded about as much as the outgoing one before it acts. We will be sadly mistaken if we feel that the election of Mr. Bout well will bring the millennium to Birmingham. While Mr. Boutwell is much more articulated and gentle than Mr. Connor, they are both segregationists, dedicated to the task of maintaining the status quo. The hope I see in Mr. Boutwell is that he will be reasonable enough to see the futility of massive resistance to desegregation. But he will not see this without pressure from the devotees of civil rights. My friends, I must say to you that we have not made a single gain in civil rights without determined legal and non-violent pressure. History is the long and tragic story of the fact that privileged groups seldom give up their privileges voluntarily. Individuals may see the moral light and voluntarily give up their unjust posture; but as Reinhold Niebuhr has reminded us, groups are more immoral than individuals. We know through painful experience that freedom is never voluntarily given by the oppressor; it must be demanded by the oppressed. Frankly, I have never yet engaged in a direct action movement that was "well timed," according to the timetable of those who have not suffered unduly from the disease of segregation. For years now I have heard the words [sic]"Wait!" It rings in the ear of every Negro with a piercing familiarity. This "Wait" has almost always meant "Never." We must come to see with the distinguished jurist of yesterday that "justice too long delayed is justice denied." We have waited for more than three hundred and forty years for our constitutional and God-given rights. The nations of Asia and Africa are moving with jet-like speed toward the goal of political independence, and we still creep at horse and buggy pace toward the gaining of a cup of coffee at a lunch counter. I guess it is easy for those who have never felt the stinging darts of segregation to say, "Wait." But when you have seen vicious mobs lynch your mothers and fathers at will and drown your sisters and brothers at whim; when you have seen hate filled policemen curse, kick, brutalize and even kill your black brothers and sisters with impunity; when you see the vast majority of your twenty million Negro brothers smothering in an airtight cage of poverty in the midst of an affluent society; when you suddenly find your tongue twisted and your speech stammering as you seek to explain to your six-year-old daughter why she can't go to the public amusement park that has just been advertised on television, and see tears welling up in her eyes when she is told that Fun town is closed to colored children, and see the depressing clouds of inferiority begin to form in her little mental sky, and see her begin to distort her little personality by unconsciously developing a bitterness toward white people; when you have to concoct an answer for a five-year-old son asking in agonizing pathos: "Daddy, why do white people treat colored people so mean?"; when you take a cross-country drive and find it necessary to sleep night after night in the uncomfortable corners of your automobile because no motel will accept you; when you are humiliated day in and day out by nagging signs reading "white" and "colored"; when your first name becomes "nigger," your middle name becomes "boy" (however old you are) and your last name becomes "John," and your wife and mother and never given the respected title "Mrs."; when you are harried by day and haunted by night by the fact that you are a Negro, living constantly at tip-toe stance never quite knowing what to expect next, and plagued with inner fears and outer resentments; when you are forever fighting a degenerating sense of "nobodiness"; then you will understand why we find it difficult to wait. There comes a time when the cup of endurance runs over, and men are no longer willing to be plunged into an abyss of despair. I hope, sirs, you can understand our legitimate and unavoidable impatience. You express a great deal of anxiety over our willingness to break laws. This is certainly a legitimate concern. Since we so diligently urge people to obey the Supreme Court's decision of 1954 outlawing segregation in the public schools, it is rather strange and paradoxical to find us consciously breaking laws. One may well ask: "How can you advocate breaking some laws and obeying others?" The answer is found in the fact that there are two types of laws: There are just and there are unjust laws. I would agree with Saint Augustine that "An unjust law is no law at all." Now, what is the difference between the two? How does one determine when a law is just or unjust? A just law is a man-made code that squares with the moral law or the law of God. An unjust law is a code that is out of harmony with the moral law. To put it in the terms of Saint Thomas Aquinas, an unjust law is a human law that is not rooted in eternal and natural law. Any law that uplifts human personality is just. Any law that degrades human personality is unjust. All segregation statutes are unjust because segregation distorts the soul and damages the personality. It gives the segregator a false sense of superiority, and the segregated a false sense of inferiority. To use the words of Martin Buber, the Jewish philosopher, segregation substitutes and "I-it" relationship for an "I-thou" relationship, and ends up relegating persons to the status of things. So segregation is not only politically, economically and sociologically unsound, but it is morally wrong and sinful. Paul Tillich has said that sin is separation. Isn't segregation an existential expression of man's tragic separation, an expression of his awful estrangement, his terrible sinfulness? So I can urge men to disobey segregation ordinances because they are morally wrong. Let us turn to a more concrete example of just and unjust laws. An unjust law is a code that a majority inflicts on a minority that is not binding on itself. This is difference made legal. On the other hand a just law is a code that a majority compels a minority to follow that it is willing to follow itself. This is sameness made legal. Let me give another explanation. An unjust law is a code inflicted upon a minority, which that minority had no part in enacting or creating because they did not have the unhampered right to vote. Who can say that the legislature of Alabama, which set up the segregation laws, was democratically elected? Throughout the state of Alabama all types of conniving methods are used to prevent Negroes from becoming registered voters and there are some counties without a single Negro registered to vote despite the fact that the Negro constitutes a majority of the population. Can any law set up in such a state be considered democratically structured? These are just a few examples of unjust and just laws. There are some instances when a law is just on its face and unjust in its application. For instance, I was arrested Friday on a charge of parading without a permit. Now there is nothing wrong with an ordinance, which requires a permit for a parade, but when the ordinance is used to preserve segregation and to deny citizens the First-Amendment privilege of peaceful assembly and peaceful protest, then it becomes unjust. I hope you can see the distinction I am trying to point out. In no sense do I advocate evading or defying the law, as the rabid segregationist would do. This would lead to anarchy. One who breaks an unjust law must do it openly, lovingly, (not hatefully as the white mothers did in New Orleans when they were seen on television screaming "nigger, nigger, nigger") and with a willingness to accept the penalty. I submit that an individual who breaks a law that conscience tells him is unjust, and willingly accepts the penalty by staying in jail to arouse the conscience of the community over its injustice, is in reality expressing the very highest respect for law. Of course, there is nothing new about this kind of civil disobedience. It was seen sublimely in the refusal of Shadrach, Meshach and Abednego to obey the laws of Nebuchadnezzar because a higher moral law was involved. It was practiced superbly by the early Christians who were willing to face hungry lions and the excruciating pain of chopping blocks, before submitting to certain unjust laws of the Roman Empire. To a degree academic freedom is a reality today because Socrates practiced civil disobedience. We can never forget that everything Hitler did in Germany was "legal" and everything the Hungarian freedom fighters did in Hungary was "illegal." It was "illegal" to aid and comfort a Jew in Hitler's Germany. But I am sure that if I had lived in Germany during that time I would have aided and comforted my Jewish brothers even though it was illegal. If I lived in a Communist country today where certain principles dear to the Christian faith are suppressed, I believe I would openly advocate disobeying these anti-religious laws. I must make two honest confessions to you, my Christian and Jewish brothers. First, I must confess that over the last few years I have been gravely disappointed with the white moderate. I have almost reached the regrettable conclusion that the Negro's great stumbling block in the stride toward freedom is not the White Citizen's Councillor or the Ku Klux Klanner, but the white moderate who is more devoted to "order" than to justice; who prefers a negative peace which is the absence of tension to a positive peace which is the presence of justice; who constantly says "I agree with you in the goal you seek, but I can't agree with your methods of direct action;" who paternalistically feels he can set the timetable for another man's freedom; who lives by the myth of time and who constantly advises the Negro to wait until a "more convenient season." Shallow understanding from people of goodwill is more frustrating than absolute misunderstanding from people of ill will. Lukewarm acceptance is much more bewildering than outright rejection. I had hoped that the white moderate would understand that law and order exist for the purpose of establishing justice, and that when they fail to do this they become dangerously structured dams that block the flow of social progress. I had hoped that the white moderate would understand that the present tension in the South is merely a necessary phase of the transition from an obnoxious negative peace, where the Negro passively accepted his unjust plight, to a substance-filled positive peace, where all men will respect the dignity and worth of human personality. Actually, we who engage in non-violent direct action are not the creators of tension. We merely bring to the surface the hidden tension that is already alive. We bring it out in the open where it can be seen and dealt with. Like a boil that can never be cured as long as it is covered up but must be opened with all its pus-flowing ugliness to the natural medicines of air and light, injustice must likewise be exposed, with all of the tension its exposing creates, to the light of human conscience and the air of national opinion before it can be cured. In your statement you asserted that our actions, even though peaceful, must be condemned because they precipitate violence. But can this assertion be logically made? Isn't this like condemning the robbed man because his possession of money precipitated the evil act of robbery? Isn't this like condemning Socrates because his unswerving commitment to truth and his philosophical delvings precipitated the misguided popular mind to make him drink the hemlock? Isn't this like condemning Jesus because His unique God-Consciousness and never-ceasing devotion to His will precipitated the evil act of crucifixion? We must come to see, as the federal courts have consistently affirmed, that it is immoral to urge an individual to withdraw his efforts to gain his basic constitutional rights because the quest precipitates violence. Society must protect the robbed and punish the robber. I had also hoped that the white moderate would reject the myth of time. I received a letter this morning from a white brother in Texas which said: "All Christians know that the colored people will receive equal rights eventually, but it is possible that you are in too great of a religious hurry. It has taken Christianity almost 2000 years to accomplish what it has. The teachings of Christ take time to come to earth." All that is said here grows out of a tragic misconception of time. It is the strangely irrational notion that there is something in the very flow of time that will inevitably cure all ills. Actually time is neutral. It can be used either destructively or constructively. I am coming to feel that the people of ill will have used time much more effectively than the people of good will. We will have to repent in this generation not merely for the vitriolic words and actions of the bad people, but for the appalling silence of the good people. We must come to see that human progress never rolls in on wheels of inevitability. It comes through the tireless efforts and persistent work of men willing to be co-workers with God, and without this hard work time itself becomes an ally of the forces of social stagnation. We must use time creatively, and forever realize that the time is always ripe to do right. Now is the time to make real the promise of democracy, and transform our pending national elegy into a creative psalm of brotherhood. Now is the time to lift our national policy from the quicksand of racial injustice to the solid rock of human dignity. You spoke of our activity in Birmingham as extreme. At first I was rather disappointed that fellow clergymen would see my nonviolent efforts as those of the extremist. I started thinking about the fact that I stand in the middle of two opposing forces in the Negro community. One is a force of complacency made up of Negroes who, as a result of long years of oppression, have been so completely drained of self-respect and a sense of "somebodiness" that they have adjusted to segregation, and, of a few Negroes in the middle class who, because of a degree of academic and economic security, and because at points they profit by segregation, have unconsciously become insensitive to the problems of the masses. The other force is one of bitterness, and hatred comes perilously close to advocating violence. It is expressed in the various Black Nationalist groups that are springing up over the nation, the largest and best known being Elijah Muhammad's Muslim movement. This movement is nourished by the contemporary frustration over the continued existence of racial discrimination. It is made up of people who have lost faith in America, who have absolutely repudiated Christianity, and who have concluded that the white man is an incurable "devil." I have tried to stand between these two forces saying that we need not follow the "do-nothingism" of the complacent or the hatred and despair of the Black Nationalist. There is the more excellent way of love and nonviolent protest. I'm grateful to God that, through the Negro church, the dimension of non-violence entered our struggle. If this philosophy had not emerged, I am convinced that by now many streets of the South would be flowing with floods of blood. And I am further convinced that if our white brothers dismiss as "rabble rousers" and "outside agitators" those of us who are working through the channels of nonviolent direct action and refuse to support our nonviolent efforts, millions of Negroes, out of frustration and despair, will seek solace and security in black-nationalist ideologies, a development that will lead inevitably to a frightening racial nightmare. Oppressed people cannot remain oppressed forever. The urge for freedom will eventually come. This is what happened to the American Negro. Something within has reminded him of his birthright of freedom; something without has reminded him that he can gain it. Consciously and unconsciously, he has been swept in by what the Germans call the Zeitgeist, and with his black brothers of Africa, and his brown and yellow brothers of Asia, South America and the Caribbean, he is moving with a sense of cosmic urgency toward the promised land of racial justice. Recognizing this vital urge that has engulfed the Negro community, one should readily understand public demonstrations. The Negro has many pent up resentments and latent frustrations. He has to get them out. So let him march sometime; let him have his prayer pilgrimages to the city hall; understand why he must have sit-ins and freedom rides. If his repressed emotions do not come out in these nonviolent ways, they will come out in ominous expressions of violence. This is not a threat; it is a fact of history. So I have not said to my people "get rid of your discontent." But I have tried to say that this normal and healthy discontent can be channelized through the creative outlet of nonviolent direct action. Now this approach is being dismissed as extremist. I must admit that I was initially disappointed in being so categorized. But as I continued to think about the matter I gradually gained a bit of satisfaction from being considered an extremist. Was not Jesus an extremist for love -- "Love your enemies, bless them that curse you, pray for them that despitefully use you." Was not Amos an extremist for justice -- "Let justice roll down like waters and righteousness like a mighty stream." Was not Paul an extremist for the gospel of Jesus Christ -- "I bear in my body the marks of the Lord Jesus." Was not Martin Luther an extremist -- "Here I stand; I can do none other so help me God." Was not John Bunyan an extremist -- "I will stay in jail to the end of my days before I make a butchery of my conscience." Was not Abraham Lincoln an extremist -- "This nation cannot survive half slave and half free." Was not Thomas Jefferson an extremist -- "We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal." So the question is not whether we will be extremist but what kind of extremist will we be. Will we be extremists for hate or will we be extremists for love? Will we be extremists for the preservation of injustice--or will we be extremists for the cause of justice? In that dramatic scene on Calvary's hill, three men were crucified. We must not forget that all three were crucified for the same crime--the crime of extremism. Two were extremists for immorality, and thusly fell below their environment. The other, Jesus Christ, was an extremist for love, truth and goodness, and thereby rose above his environment. So, after all, maybe the South, the nation and the world are in dire need of creative extremists. I had hoped that the white moderate would see this. Maybe I was too optimistic. Maybe I expected too much. I guess I should have realized that few members of a race that has oppressed another race can understand or appreciate the deep groans and passionate yearnings of those that have been oppressed and still fewer have the vision to see that injustice must be rooted out by strong, persistent and determined action. I am thankful, however, that some of our white brothers have grasped the meaning of this social revolution and committed themselves to it. They are still all too small in quantity, but they are big in quality. Some like Ralph McGill, Lillian Smith, Harry Golden and James Dabbs have written about our struggle in eloquent, prophetic and understanding terms. Others have marched with us down nameless streets of the South. They have languished in filthy roach-infested jails, suffering the abuse and brutality of angry policemen who see them as "dirty nigger lovers." They, unlike so many of their moderate brothers and sisters, have recognized the urgency of the moment and sensed the need for powerful "action" antidotes to combat the disease of segregation. Let me rush on to mention my other disappointment. I have been so greatly disappointed with the white church and its leadership. Of course, there are some notable exceptions. I am not unmindful of the fact that each of you has taken some significant stands on this issue. I commend you, Rev. Stallings, for your Christian stand on this past Sunday, in welcoming Negroes to your worship service on a non-segregated basis. I commend the Catholic leaders of this state for integrating Spring Hill College several years ago. But despite these notable exceptions I must honestly reiterate that I have been disappointed with the church. I do not say that as one of those negative critics who can always find something wrong with the church. I say it as a minister of the gospel, who loves the church; who was nurtured in its bosom; who has been sustained by its spiritual blessings and who will remain true to it as long as the cord of life shall lengthen. I had the strange feeling when I was suddenly catapulted into the leadership of the bus protest in Montgomery several years ago, that we would have the support of the white church. I felt that the white ministers, priests and rabbis of the South would be some of our strongest allies. Instead, some have been outright opponents, refusing to understand the freedom movement and misrepresenting its leaders; all too many others have been more cautious than courageous and have remained silent behind the anaesthetizing security of the stained-glass windows. In spite of my shattered dreams of the past, I came to Birmingham with the hope that the white religious leadership of this community would see the justice of our cause, and with deep moral concern, serve as the channel through which our just grievances would get to the power structure. I had hoped that each of you would understand. But again I have been disappointed. I have heard numerous religious leaders of the South call upon their worshippers to comply with a desegregation decision because it is the law, but I have longed to hear white ministers say, "follow this decree because integration is morally right and the Negro is your brother." In the midst of blatant injustices inflicted upon the Negro, I have watched white churches stand on the sideline and merely mouth pious irrelevancies and sanctimonious trivialities. In the midst of a mighty struggle to rid our nation of racial and economic injustice, I have heard so many ministers say, "Those are social issues with which the gospel has no real concern." And I have watched so many churches commit themselves to a completely otherworldly religion, which made a strange distinction between body and soul, the sacred and the secular. So here we are moving toward the exit of the twentieth century with a religious community largely adjusted to the status quo, standing as a tail-light behind other community agencies rather than a headlight leading men to higher levels of justice. I have travelled the length and breadth of Alabama, Mississippi and all the other southern states. On sweltering summer days and crisp autumn mornings I have looked at her beautiful churches with their lofty spires pointing heavenward. I have beheld the impressive outlay of her massive religious education buildings. Over and over again I have found myself asking: "What kind of people worship here? Who is their God? Where were their voices when the lips of Governor Barnett dripped with words of interposition and nullification? Where were they when Governor Wallace gave the clarion call for defiance and hatred? Where were their voices of support when tired, bruised and weary Negro men and women decided to rise from the dark dungeons of complacency to the bright hills of creative protest?" Yes, these questions are still in my mind. In deep disappointment, I have wept over the laxity of the church. But be assured that my tears have been tears of love. There can be no deep disappointment where there is not deep love. Yes, I love the church; I love her sacred walls. How could I do otherwise? I am in the rather unique position of being the son, the grandson and the great-grandson of preachers. Yes, I see the church as the body of Christ. But, oh! How we have blemished and scarred that body through social neglect and fear of being nonconformists. There was a time when the church was very powerful. It was during that period when the early Christians rejoiced when they were deemed worthy to suffer for what they believed. In those days the church was not merely a thermometer that recorded the ideas and principles of popular opinion; it was a thermostat that transformed the mores of society. Whenever the early Christians entered a town the power structure got disturbed and immediately sought to convict them for being "disturbers of the peace" and "outside agitators." But they went on with the conviction that they were "a colony of heaven," and had to obey God rather than man. They were small in number but big in commitment. They were too God-intoxicated to be "astronomically intimidated." They brought an end to such ancient evils as infanticide and gladiatorial contest. Things are different now. The contemporary church is often a weak, ineffectual voice with an uncertain sound. It is so often the arch supporter of the status quo. Far from being disturbed by the presence of the church, the power structure of the average community is consoled by the church's silent and often vocal sanction of things as they are. But the judgement of God is upon the church as never before. If the church of today does not recapture the sacrificial spirit of the early church, it will lose its authentic ring, forfeit the loyalty of millions, and be dismissed as an irrelevant social club with no meaning for the twentieth century. I am meeting young people every day whose disappointment with the church has risen to outright disgust. Maybe again, I have been too optimistic. Is organized religion too inextricably bound to status quo to save our nation and the world? Maybe I must turn my faith to the inner spiritual church, the church within the church, as the true ecclesia and the hope of the world. But again I am thankful to God that some noble souls from the ranks of organized religion have broken loose from the paralysing chains of conformity and joined us as active partners in the struggle for freedom. They have left their secure congregations and walked the streets of Albany, Georgia, with us. They have gone through the highways of the South on tortuous rides for freedom. Yes, they have gone to jail with us. Some have been kicked out of their churches, and lost support of their bishops and fellow ministers. But they have gone with the faith that right defeated is stronger than evil triumphant. These men have been the leaven in the lump of the race. Their witness has been the spiritual salt that has preserved the true meaning of the Gospel in these troubled times. They have carved a tunnel of hope though the dark mountain of disappointment. I hope the church as a whole will meet the challenge of this decisive hour. But even if the church does not come to the aid of justice, I have no despair about the future. I have no fear about the outcome of our struggle in Birmingham, even if our motives are presently misunderstood. We will reach the goal of freedom in Birmingham and all over the nation, because the goal of America is freedom. Abused and scorned though we may be, our destiny is tied up with the destiny of America. Before the pilgrims landed at Plymouth we were here. Before the pen of Jefferson etched across the pages of history the majestic words of the Declaration of Independence, we were here. For more than two centuries our fore-parents laboured in this country without wages; they made cotton king; and they built the homes of their masters in the midst of brutal injustice and shameful humiliation--and yet out of a bottomless vitality they continued to thrive and develop. If the inexpressible cruelties of slavery could not stop us, the opposition we now face will surely fail. We will win our freedom because the sacred heritage of our nation and the eternal will of God are embodied in our echoing demands. I must close now. But before closing I am impelled to mention one other point in your statement that troubled me profoundly. You warmly commended the Birmingham police force for keeping "order" and "preventing violence." I don't believe you would have so warmly commended the police force if you had seen its angry violent dogs literally biting six unarmed, nonviolent Negroes. I don't believe you would so quickly commend the policemen if you would observe their ugly and inhuman treatment of Negroes here in the city jail; if you would watch them push and curse old Negro women and young Negro girls; if you would see them slap and kick old Negro men and young boys; if you will observe them, as they did on two occasions, refuse to give us food because we wanted to sing our grace together. I'm sorry that I can't join you in your praise for the police department. It is true that they have been rather disciplined in their public handling of the demonstrators. In this sense they have been rather publicly "nonviolent". But for what purpose? To preserve the evil system of segregation. Over the last few years I have consistently preached that non-violence demands that the means we use must be as pure as the ends we seek. So I have tried to make it clear that it is wrong to use immoral means to attain moral ends. But now I must affirm that it is just as wrong, or even more so, to use moral means to preserve immoral ends. Maybe Mr. Connor and his policemen have been rather publicly nonviolent, as Chief Pritchett was in Albany, Georgia, but they have used the moral means of non-violence to maintain the immoral end of flagrant racial injustice. T. S. Eliot has said that there is no greater treason than to do the right deed for the wrong reason. I wish you had commended the Negro sit-inners and demonstrators of Birmingham for their sublime courage, their willingness to suffer and their amazing discipline in the midst of the most inhuman provocation. One day the South will recognize its real heroes. They will be the James Meredith’s, courageously and with a majestic sense of purpose, facing jeering and hostile mobs and with the agonizing loneliness that characterizes the life of the pioneer. They will be old oppressed, battered Negro women, symbolized in a seventy-two year old woman of Montgomery, Alabama, who rose up with a sense of dignity and with her people decided not to ride the segregated buses, and responded to one who inquired about her tiredness with ungrammatical profundity; "my feet is tired, but my soul is rested." They will be the young high school and college students, young ministers of the gospel and a host of their elders courageously and non-violently sitting-in at lunch counters and willingly going to jail for conscience's sake. One day the South will know that when these disinherited children of God sat down at lunch counters they were in reality standing up for the best in the American dream and the most sacred values in our Judaeo-Christian heritage, and thusly, carrying our whole nation back to those great wells of democracy which were dug deep by the founding fathers in the formulation of the Constitution and the Declaration of Independence. Never before have I written a letter this long, (or should I say a book?). I'm afraid it is much too long to take your precious time. I can assure you that it would have been much shorter if I had been writing from a comfortable desk, but what else is there to do when you are alone for days in the dull monotony of a narrow jail cell other than write long letters, think strange thoughts, and pray long prayers? If I have said anything in this letter that is an overstatement of the truth and is indicative of an unreasonable impatience, I beg you to forgive me. If I have said anything in this letter that is an understatement of the truth and is indicative of my having a patience that makes me patient with anything less than brotherhood, I beg God to forgive me. I hope this letter finds you strong in the faith. I also hope that circumstances will soon make it possible for me to meet each of you, not as an integrationist or a civil rights leader, but as a fellow clergyman and a Christian brother. Let us all hope that the dark clouds of racial prejudice will soon pass away and the deep fog of misunderstanding will be lifted from our fear-drenched communities and in some not too distant tomorrow the radiant stars of love and brotherhood will shine over our great nation with all their scintillating beauty.
Yours for the cause of Peace and Brotherhood,
Martin Luther King, Jr.

Geen opmerkingen: