Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

maandag 24 maart 2008

Profielwerkstuk Muziek Protestliederen

Inleiding

Protesten: je hebt ze in alle soorten en maten. Je kunt met spandoeken bij een regering gebouw gaan staan. Je kunt ook de snelwegen versperren door met een groep mensen met hun auto’s op de weg gaan staan. Je kunt ook met een stel aanhangers door de straten van je stad gaan lopen totdat je er bij neervalt. Maar wat je ook kan doen is een lied erover schrijven. Een protestsong. Het kan over alle onderwerpen gaan.

Onze hoofdvraag is: Wat zijn de beweegredenen van mensen om protestliederen te schrijven?

Met de volgende deelvragen:

• Wanneer zijn protestliederen ontstaan?
• Welke Landen hebben met welke problemen te maken?
• Hoe hebben mensen dat in de muziek onder woorden gebracht?
• Waarom en hoe schrijft Bob Dylan protestliederen?
• Waarom en hoe schrijft Sting protestliederen?
• Waarom en hoe schrijft Boudewijn de Groot protestliederen?
• Welke artiesten maken nog meer protestliederen, en waarom/hoe?

1. Wanneer zijn protestliederen ontstaan?

Bij protestliederen denkt men vaak aan de protestzangers van de jaren zestig. Maar protestliederen zijn al eeuwenoud. Protestliederen, ook wel maatschappij kritische muziek genoemd, werden al gebruikt in de 17e eeuw. Zwarte slaven zongen toen in religieuze liederen over hun verloren vrijheid. Deze liederen hadden vaak een dubbele betekenis. De blanken vonden de liederen maar onzin, totdat ze de dubbele betekenissen ontdekten. Een voorbeeld van een dergelijk lied met een dubbele betekenis is: ‘Wade in the water’. In dit lied worden slaven er aan herinnerd dat als ze willen ontsnappen, ze door beken en rivieren moeten vluchten, zodat honden hen niet kunnen opsporen. Het lied ‘Joshua fit the battle of Jerico’ roept zelfs op tot een opstand van de slaven.

Ook nu nog gebruiken zwarte artiesten muziek om zich te verzetten tegen voornamelijk discriminatie. Dit kun je terugzien in genres als rap, hiphop en reggae.

Andere vorm van protestliederen zijn de vakbondsliederen. Toen het in het begin van de 20e eeuw slecht ging met de Amerikaanse economie werd de ‘Industrial Workers of The World’ opgericht. Dit was een vakbond voor arbeiders die bij stakingen allerlei zangers protestliederen lieten zingen. Al die protestliederen zijn verzameld in ‘The Little Red Songbook’. In de jaren dertig sloten professionele protestzangers, zoals Woody Guthrie, zich aan bij de vakbond. Deze professionals maakten bij het maken van protestsongs gebruik van bekende melodieën. Dit kwam de verspreiding van de protestliederen ten goede.

In de jaren zestig werden er vooral protestliederen gemaakt over foute dingen in de samenleving. Zoals de ongelijkheid tussen blanken en zwarten, en de Vietnamoorlog. De jeugd kwam hiertegen in verzet. Peter Seeger en Bob Dylan maakten in die tijd folk-rock/folk-pop muziek. Dit waren liedjes met populaire melodieën en kritische teksten. Het lied ‘Blowin’ in the wind’ van Bob Dylan is hier een goed voorbeeld van.

Tegen het einde van de jaren zeventig ontstond er punkmuziek. Deze protestmuziek vertegenwoordigde de teleurgestelde arbeidersgeneratie die na de economische crisis van de jaren zeventig weinig terug zag van de beloofde welvaart uit de jaren zestig. De punkmuziek was heel anders dan de andere protestliederen. De muziek was hard, scherp, en bevatte veel kreten en geschreeuw. De liedjes uitten ook meer frustraties en gevoelens dan een mening over een specifiek onderwerp. Een voorbeeld van deze politieke punkrock is ‘I fought the law’ van de Dead Kennedy’s.

2. Welke Landen hebben met welke problemen te maken?

2.1. Hongersnood
Vooral in Afrika, Ethiopië en Eritrea, en Kenia komt hongersnood voor. In Afrika zijn veel burgeroorlogen. Er wonen nog steeds verschillende volken met elkaar in één land. Ze zijn het niet met elkaar eens en dan komt er een burgeroorlog. Er wordt heel veel gevochten, en er gaan ook heel veel mensen dood. Een gevolg van deze oorlogen is dat er hongersnood ontstaat. Alles wordt kapot gemaakt door de mensen. Maar ook groeit de Afrikaanse bevolking heel erg snel en er is niet genoeg eten voor iedereen. Als de oogst dan ook nog eens een keer mislukt, is er nog minder voedsel. Het gevolg hiervan is dat er in één maand vaak duizenden mensen doodgaan van de honger. In Soedan is er op dit moment ook hongersnood. Er heerst daar een burgeroorlog. Tijdens deze burgeroorlog heeft de regering woongebieden gebombardeerd, gevolg daarvan is dat de vruchtbare grond die er was zo verbrandde dat er nog maar weinig op verbouwd kan worden. Je raadt natuurlijk al dat er nu dus niet genoeg voedsel is voor de hele bevolking.
De rebellen vechten nog steeds en houden voedseltransporten tegen. Voor hulpverleners is het te gevaarlijk om daar naar toe te gaan. Er word geschat dat er 300.000 mensen zullen sterven aan ondervoeding en ziektes als gevolg van deze oorlog. De rebellen laten de vrouwen omkomen van de honger. Ze ontvoeren kinderen en maken kindsoldaten van ze. Deze kinderen, vaak nog erg jong, worden gedwongen mee te doen in de oorlog. Zij krijgen wapens en moeten vaak gevangenen bewaken. Als een gevangene probeert te ontsnappen moeten ze schieten. Als ze dat niet doen worden ze zelf vermoord. Als deze kinderen het overleven zijn zij getraumatiseerd voor het leven.

Begin april van dit jaar zijn er opnieuw beelden uit Afrika. Beelden van stervende kinderen, de eerste slachtoffers van een nieuwe hongersnood in Ethiopië en Eritrea. Een hongersnood waarvan meer dan 8 miljoen mensen het slachtoffer dreigen te worden. Met mogelijk nog ergere gevolgen dan de hongerramp van 1993. Hulp zal niet lukken want dat komt door het ontbreken van geschikte vervoersinfrastructuur zeer moeilijk zal worden en dat de kans bestaat dat het aangevoerde voedsel, zoals dit gebeurde bij de vorige hongersnood, in de havens zal wegrotten. Na tien maanden wapenstilstand, barst de oorlog tussen beide landen opnieuw los. Op dit moment is het de grootste oorlog ter wereld. Aan weerszijden worden tussen de 500.000 en een miljoen soldaten onder de wapens geroepen. De eerste paar dagen telt men al meer dan 10.000 doden. Zoals bij ons in de Eerste Wereldoorlog vallen de Ethiopische soldaten massaal aan. Ze komen in golven aangelopen, worden weggemaaid en opnieuw aangevuld. Zoiets is te doen als je met 50 miljoen Ethiopiër tegenover 3.5 miljoen mensen uit Eritrea staat en een bevolkingsaangroei hebt van 3% (2.500.000 mensen) per jaar. Je moet niet op een mannetje zien. Ook aan wapens ontbreekt het niet, zelfs niet aan zware artillerie, waarmee elk dorp, elk stadje dat men verovert met de grond wordt gelijkgemaakt. De soldaten vechten krijgshaftig en de bevolking reageert enthousiast. Maar er ontstaat wel een hongersnood.

Ruim 3 miljoen mensen in Kenia hebben niet genoeg te eten, dit komt omdat de oogst door de aanhoudende droogte uiterst triest is. Als de regen in oktober en november uitblijft, dreigt een ernstige hongersnood. President Kibaki heeft de noodtoestand al afgekondigd en de internationale gemeenschap opgeroepen om voedselhulp te verstrekken. Zijn regering gaat niet vrijuit. Een groot schandaal over de voedselreserves komt aan het licht. Tweederde van de voedselreserves werd illegaal verkocht.

2.2. Kinderarbeid
Over de hele wereld verspreid zijn er maar liefst 250 miljoen kinderen onder de 14 jaar die gedwongen worden om te werken. Die niet naar school gaan maar die iedere dag weer vaak zwaar, smerig en gevaarlijk werk moeten doen. Per dag komen er ongeveer 80.000 werkende kinderen bij.
Kinderarbeid komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Want behalve dat meisjes vaak worden gedwongen te werken in de huishouding en in de prostitutie moeten ze thuis ook nog allerlei klussen doen.

In Azië, in het bijzonder in India komt kinderarbeid het meest voor. Maar ook in Afrika en Zuid-Amerika is sprake van veel kinderarbeid. Maar het is niet alleen een verschijnsel in de Derde Wereld. Ook in Europa en de Verenigde Staten bestaat het.

Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Vooral in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar. En dat terwijl de minimumleeftijd voor werken in de mijnbouw 18 jaar is.

Ook een vorm van kinderarbeid is het leger. Tijdens de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig dwong Iran kinderen om door mijnenvelden te lopen. Zo konden de mijnen worden opgespoord. Dat hierbij duizenden kinderen werden verminkt of gedood was voor de machthebbers in Iran niet belangrijk.

In Nederland is kinderarbeid officieel verboden. Wel zijn er enkele uitzonderingen. In 1874 nam de Tweede Kamer de eerste wet op het gebied van kinderarbeid aan.

2.3. Vrouwenemancipatie
Er zijn twee termen die erg op elkaar lijken, maar toch niet helemaal hetzelfde zijn, namelijk; vrouwenemancipatie en feminisme.
Emancipatie betekent dat groepen mensen dezelfde rechten krijgen als andere groepen mensen. Zo zijn er verschillende emancipatiebewegingen geweest: van slaven, van zwarte mensen, van arbeiders en van vrouwen. Emancipatie van vrouwen betekent dat de vrouwen dezelfde rechten als mannen krijgen. Bijvoorbeeld dat de vrouwen ook stemrecht hebben net als de mannen en gelijke beloning voor gelijk werk.

Aletta Jacobs een van de belangrijkste feministen die veel voor vrouwen heeft gedaan. Aletta Jacobs werd op 9 februari 1854 in Sappermeer geboren. Ze groeide op in een liberaaljoods gezin. Ze wist al heel vroeg wat ze later wilde worden: arts, net als haar vader. Maar vrouwen konden in die tijd nog niet aan de universiteit studeren. Ze liet het er niet bij zitten en schreef een brief aan Thorbecke, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Thorbecke schreef vanaf zijn sterfbed een beschikking en Aletta kon in Groningen gaan studeren. Ze was daarmee de eerste vrouw in Nederland die aan de universiteit studeerde.
Door alle bestaande vooroordelen was het studeren voor haar niet eenvoudig. In 1879 studeerde ze af en een jaar later promoveerde ze. Na haar studie startte ze een praktijk in Amsterdam.
Vrouwen namen volgens Aletta Jacobs een achtergestelde plaats in de maatschappij in. Een van de oorzaken hiervan lag volgens haar in het huwelijk. Ze heeft zich sterk afgezet tegen de burgerlijke opvattingen over het huwelijk, de arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen, en het moederschap als enige bestemming voor de vrouw.
De maatschappelijke achterstelling van vrouwen zou volgens Aletta Jacobs pas verdwijnen als vrouwen de kans kregen om economisch onafhankelijk te zijn. Maar dat was voor vrouwen in de 19e eeuw vrijwel onbereikbaar. Het vrouwenkiesrecht zou hier volgens Aletta Jacobs verandering in moeten brengen. Aletta Jacobs is dan ook bekend geworden als een van de belangrijkste voorvechters van het vrouwenkiesrecht.
Ze hield lezingen, schreef artikelen en organiseerde demonstraties.
Het kiesrecht voor vrouwen kwam er uiteindelijk in Nederland in 1919.
Maar ook als arts heeft ze veel gedaan om een einde te maken aan de maatschappelijke achterstelling van vrouwen. Zo weerlegde Aletta Jacobs in ‘De vrouw, haar bouw en haar inwendige organen’ de argumenten die de medische wetenschap aandroeg om te bewijzen dat vrouwen niet buitenshuis konden werken. Ook zorgde ze er door middel van voorlichting en hulp op het gebied van geboorteregeling voor dat vrouwen tijd vrij kregen om buitenshuis te werken. De prostitutie bestreed ze om te voorkomen dat vrouwen die geen werk konden vinden daarin terecht zouden komen. Ten slotte zette ze zich in om de arbeidsomstandigheden voor vrouwen, die het wel was gelukt aan het werk te komen, te verbeteren. Aletta Jacobs was dus niet alleen Nederlands eerste vrouwelijke arts, ze was ook Nederlands eerste feministische arts.
Naast haar activiteiten in Nederland zetten ze zich ook ergens anders in de wereld in voor vrouwenkiesrecht en de emancipatie van de vrouw. Aletta Jacobs overleed in 1929.
Ook een bekende feministische actiegroep was de Dolle Mina’s. De Dolle Mina’s wilden een eind maken aan de achterstellingen de onderdrukking van vrouwen. De vrouw moest niet langer de gehoorzame huisvrouw zijn, maar opkomen voor haar eigen rechten. Ze moest gelijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.’ Ze streefden dus naar gelijkheid en verandering van de verhoudingen tussen man en vrouw. Dit lieten ze merken door pamfletten uit te delen aan bruiden met teksten als:
- Wie wast de luiers
- Wie stofzuigt
- Wie maakt de bedden op
- Wie lapt de ramen
- Wie maakt de wc schoon
- Wie strijkt
- Wie doet de boodschappen
- Wie haalt het haardotje uit de gootsteen?

De Dolle Mina wilde afschaffing van de vrouwenslavernij. Ze verbrandde een korset, wat symbool stond voor de onderdrukking en de gehoorzaamheid van de vrouw.
De Dolle Mina’s realiseerde zich dat ze als feministische actiegroep snel gezien zouden worden als lesbiennes of manwijven dus besloten zij dit vooroordeel te weerleggen door zich juist erg sexy te kleden.

2.4. Milieuproblemen
Er zijn verschillende soorten milieuproblemen. Sommigen tasten de ozonlaag aan. Dus milieuproblemen zijn problemen die de hele wereld aan gaat.

- Luchtvervuiling: uitstoot van giftige stoffen door industrie, verwarming, uitlaatgassen in het verkeer.

- Watervervuiling: lozen van afvalwater, dumpen van giftig afval in zee, lekgeslagen olietanken, zure regen

- Bodemvervuiling: afvalstortplaatsen, mestoverschotten, pesticiden, zure regen

- Afvalberg: grote afvalproductie, onvoldoende receycling

- Erosie: verstoring van natuurlijke plantengroei, kappen van bossen, te grote begrazing

- Geluidshinder: toenemend verkeer zowel op het land als in de lucht

- Broeikaseffect: door te grote CO2 uitstoot

2.5. Discriminatie
Discriminatie is het maken van onderscheid op onterechte gronden, met als gevolg dat een groep mensen daar last van heeft. Discriminatie betekent mensen verschillend waarderen en behandelen op basis van kenmerken die helemaal niet belangrijk zijn, zoals ras, huidskleur, geloof. Maar wat maakt het nou uit dat mensen zwart zijn, een bril dragen of een geloof hebben? Discrimineren bestaat uit vooroordelen. Er zitten veel Marokkanen in de gevangenis dus dan zal die ene Marokkaan ook wel slecht zijn. Elk land heeft wel met discriminatie te maken. Nederland omdat het een multiculturele samenleving is, maar in Amerika omdat daar veel negers wonen.

2.6. Armoede
In veel landen is er veel armoede. Onder andere in: Afrika (Kongo), Iran, Irak enz. Hoe dat komt is heel duidelijk. Ze hebben geen belastingdienst en sociale fondsen zoals wij dat in Nederland kennen. Als je ziek bent in die landen krijg je gewoon geld. Als je te oud bent om te werken krijg je geen AOW (Algemene Ouderdom Wet). Geen uitkeren en teruggaven van de belasting. Als je arm bent, ben je vaak machteloos
Tegenwoordig worden de oorzaken van armoede steeds vaker gezocht in de economische, sociale, politieke en psychologische omstandigheden van een land en de mensen die er leven. Dit is een bredere benadering die meer aansluit bij wat armoede in de praktijk betekent voor iemand.

3. Hoe hebben mensen deze problemen in de muziek onder woorden gebracht?

In dit hoofdstuk behandelen we dezelfde problemen als in hoofdstuk 2.

3.1. Hongersnood
Michael Jackson heeft in 1985 een single opgenomen met andere artiesten: ‘We are the World’. Dit deed hij voor de hongersnood in Afrika om zo geld op te halen. Hieronder is de tekst afgebeeld.

There comes a time, when we need a certain call
when the World must come together as one
There are people dying
and it's time to lend a hand to life
the greatest gift of al
We cant go on pretending day by day
that someone, somewhere will soon make a change
we are all a part of God's great big family
and the truth, you know love is al we need
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me
Send them your heart,
so they know that someone cares
and their lives will be stronger and free
As god has shown us by turning stone to bread
so we all must lend a helping hand
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me
When you’re down and out, there seems no hope at all
but if you believe, there’s no way we can fall
well let us realise, that a change can only come
when we stand together as one
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me

3.2. Kinderarbeid
Bij een protestlied wordt bijna altijd gereageerd op een politieke gebeurtenis, politieke beslissing of op de regering in het algemeen. Het lied is gericht aan het volk en bestuurders, iedereen dus. In dit geval aan de bestuurders van een land die kinderarbeid goed achten. Met liederen over kinderarbeid willen de artiesten indruk maken op de bestuurders van het land. En mensen aan het nadenken zetten dat ze zich voor die kinderen in willen zetten.

3.3. Vrouwenemancipatie
Khaled schreef het lied Aïsha. Het gaat over de vrouwenrechten, en in dit geval over die van Aisha. De tekst en de vertaling ervan zijn hieronder afgedrukt.

Comme si je n'existais pas
Elle est passée à côté de moi
Sans un regard, reine de Saba
J'ai dit : Aïsha, prends, tout est pour toi
Voici les perles, les bijoux
Aussi l'or autour de ton cou
Les fruits bien mûrs au goût de miel
Ma vie, Aïsha, si tu m'aimes
J'irai où ton souffle nous mène
Dans les pays d'ivoire et d'ébène
J'effacerai tes larmes, tes peines
Rien n'est trop beau pour une si belle
Aïsha, Aïsha, écoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Aïsha, Aïsha, regarde-moi
Aïsha, Aïsha, réponds-moi
Je dirai les mots, les poèmes
Je jouerai les musiques du ciel
Je prendrai les rayons du soleil
Pour éclairer tes yeux de reine
Aïsha, Aïsha, écoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Elle a dit : Garde tous tes trésors
Moi, je vaux mieux que tout ça
Des barreaux sont des barreaux, même en or
Je veux les même droits que toi
Du respect pour chaque jour
Moi, je ne veux que de l'amour
Comme si je n'existais pas
Elle est passée à côté de moi
Sans un regard, reine de Saba
J'ai dit : Aïsha, prends, tout est pour toi
Aïsha, Aïsha, ecoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Aïsha, Aïsha, regarde-moi
Aïsha, Aïsha, réponds-moi

3.4. Milieuproblemen
In deze paragraaf zal het gaan over de natuurramp in Azië. Artiesten voor Azië hebben een lied geschreven dat ons oproept om geld te geven. De artiesten vinden dat we dat te weinig doen. Het is een vorm van protest. Ze protesteren tegen ons dat we te weinig doen aan de milieuproblemen van een ander land. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Ik wil niet zeggen dat ik alle goede doelen steun
En ook niet dat ik alle arme mensen ondersteun
Ik wil niet beweren dat ikzelf nou zo heilig ben.
Ik kan niet zeggen dat ik alle vrezen van het leven vrees
‘k Zal niet beweren dat ik op elke barricade sta
Maar dat betekent niet
Dat ik mijn ogen sluit voor onrecht en verdriet
Dat de wereld het maar uitzoekt zonder mij
Dat ik niet opensta. Ik draag graag mijn steentje bij
Maar dat betekent niet
Dat ik niet door heb wat je voor ellende ziet
Ik weet ook ik kan soms iets
En als je dat kan doen
Waarom zou je dat dan niet
Voor een ander doen?
(rap)
De tsunami, de haven vol verbevingen, zwaar bedolven, gehavend of gewonden
Doden door nabestaanden gevonden, of niet eens het is onbegonnen
Alles loopt in het honderdduizend gesnoerde monden, ten onder door het gedonder
Het is zonde
Je doet niets tegen het geweld
Maar ieder mensenleven telt
Dus wordt een held en stort wat geld
Op giro vijf vijf vijf
Ook al is het maar een beetje.
We doen het voor de mensheid en dat weet je.
Het gaat om grote bakken geld die nodig zijn
Maar als je maar een beetje geeft dan is dat ook okay
Het gaat om besef
Besef van waarde van elk leven.
Daar help je de medemensen mee.
Maar dat betekent niet
Dat ik mijn ogen sluit voor onrecht en verdriet
Dat de wereld het maar uitzoekt zonder mij
Dat ik niet opensta. Ik draag graag mijn steentje bij
Maar dat betekent niet
Dat ik niet door heb wat je voor ellende ziet
Ik weet ook ik kan soms iets
En als je dat kan doen
Waarom zou je dat dan niet
Voor een ander doen?

3.5. Discriminatie
Raymzter is zelf half Nederlands, half Marokkaans. Hij is het zat dat de Nederlandse samenleving zo negatief over Marokkanen denken. Daarom heeft hij het lied ‘k*t-marokkanen’ geschreven om mensen op andere gedachten te brengen. Hieronder is de tekst afgebeeld.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Dit is het enige wat ik heb, stop mijn hart er in.
Dus ik meen het als ik rap en dat is dat ding.
Waardoor ik win als Abdel Krim in 1921, overgave is voor de zwakkeling.
Ook al is het jaren geleden de geschiedenis herhaalt zich is al een paar keer gebleken.
Veel van jullie gasten hier zo waren tevreden totdat je de Raymzter zag feesten met Marokkanen in Ede.
Maar je was weer te voorbarig geweest, we vierden feest omdat ik toen net was jarig geweest.
Het is nu tijd om wat aandacht te besteden aan actuele problemen mathematisch beschreven.
Over wat er onder Marokkanen hier leeft.
Onterecht worden we gehaat en gevreesd.
De krant speelt er op in en met name tv maar dat jij er aan mee deed verbaast me nog steeds.
Ik ben aardig op dreef en als ik eenmaal begin ouwe moet niemand me stoppen want ik kan me niet meer inhouden.
Wat ik zeg klinkt misschien eenvoudig maar ze kijken me aan alsof ik vloog in de Twin Towers.
We kwamen hier als gastarbeiders.
On the downlow wat goede hasjverspreiders.
Ik weet nog hoe ze me noemden vroeger, ik was wat kleiner; kut-marokkaan, dat is wat ze zeiden.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Lijkt erop dat we weer verder kunnen, dj Mass laat de track verder drummen.
Grondleggers van de wis- en sterrenkunde, wie zegt dat Marokkanen niet werken kunnen.
Vooroordelen ik hoor ze velen. Ik wil er wat van zeggen door wat met woorden te spelen.
Raymzter is een poëet die behoorlijk kan spreken.
Net als Mohammed de profeet, dit behoor je te weten.
Je hoorde me zeker, Ik ben door aan breken.
Niet dat ik verwacht dat je weet wie ik ben.
Shit ik ben een mens! .
God weet wie ik ben.
En ik ben net zo Marokkaans als dat ik Nederlands ben.
Ook al eet je bloemkool je weet we doen zo. Sellen je wat hash maar het is eigenlijk schoenzool.
Doe die dingen totdat ik wat poen zie.
Woorden vallen zwaarder dan die van El Moumni.
Maar jullie halen alleen de negatieve zinnen eruit bang als je een keer op wat diepere dingen stuit.
Want dan blijkt het beeld van de stereotype niet juist en zie je het liefst dat ik verhuis.
En dat is tragisch ook al spreek ik geen Arabisch, het ritme doet het werk voor me shit is magisch.
En je hoort het werkt goed schijn als de ster die je bent op dit culturele erfgoed.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Shit als dit kan mijn dag bederven als ik langs een vrouw loop en ik zie haar d\'r tas verbergen.
Maar mijn vader had het vast nog erger, hij was een Berber; een gast uit de bergen.
Maar ik ben hier geboren dat kan je vast aan me horen.
Je kijkt me vies aan van achter en eerlijk van voren.
Mijn eerlijke woorden doen zeer aan je oren.
Met zo'n mentaliteit gaat de wereld verloren.
Dus zal ik doorgaan of zal ik kappen ermee.
Ik bedoel met elke boot komen er wel een paar ratten mee.
Wil je wat kennis neem dat dan maar mee.
Best wel dapper van Ray want ik zag echt geen een persoon proberen Marokkanen wat beter te profileren.
Liever zie je ze ons arresteren.
Dus ik kwam om jullie dames en heren te leren niet iedereen over één kam te scheren.

3.6. Armoede
Frank Boeijen schreef het lied de woede van Armoede. Het gaat er over wat je allemaal hoort en ziet in armoede. De tekst is eigenlijk vanzelfsprekend. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Je zag het in de ogen
In de blik van de bedelaars
In de zweren van de kreupelen
De woede van de armoede
In de schreeuw van de moeder
In de schaamte van de vader
In het verzet van de zoon
De woede van de armoede
In het gejank van de honden
In de modder van de straten
Op de vuilnisbelt
Aan de rand van de stad
De woede van de armoede
In het rottende vlees in de zon
In de ogen van de bange ratten
In de onvruchtbaarheid an het land
De woede van de armoede
De woede van de armoede
Doe je ogen dicht
De woede van de armoede
is geen gezicht
De woede van de armoede
Wat kun je doen
De woede van de armoede
In de uitputting van de grijsaards
In de uitbuiting van de arbeiders
In de luiheid van de rijken
De woede van de armoede
In het onrecht van de derde wereld
In de angst van de toerist
In het schuldgevoel van de getuige
De woede van de armoede
In de machteloosheid van de helpende hand
In de uitzichtloosheid van de toekomst
In de last van het verleden
De woede van de armoede
In het verzet van de vrijheidstrijder
In de wreedheid van de dictator
In naam van god
De woede van de armoede

4. Waarom schrijft Bob Dylan protestliederen?

Dylan wordt geboren als Robert Allen Zimmerman in Duluth, Minnesota. Het gezin vestigde zich in Duluth. Zijn moeder kwam uit een vooraanstaande joodse familie uit Hibbing. Haar grootouders waren Litouwse joden, die in 1902 emigreerden.
Het gezin Zimmerman verhuisde toen Robert vijf jaar oud was naar Hibbing, een mijnstadje, honderd kilometer ten noordwesten van Duluth en 160 kilometer van de Canadese grens gelegen. Hier heeft hij zijn jeugd doorgebracht. Hij luisterde vaak op de radio naar blues en country muziek.
Bob stelde zijn eerste bandje samen op de middelbare school, The Golden Chords. Toen koos Bob Dylan voor de artiesten naam Elston Gunn, en onder deze naam speelde hij enkele concerten mee als pianist van Bobby Vee. De school vond hij vervelend en soms deprimerend.
In september 1959 ging hij een universitaire studie in Minneapolis doen. Hij koos literatuur uit, met muziek als hoofdvak.
Hier introduceerde hij zich als Bob Dylan. Veel mensen zeggen dat deze naam een eerbetoon was aan de Welshmen Dylan Thomas. Dylan heeft dit ontkend en zei dat hij zich vernoemd had naar een oom die Dillion heette (die heeft echter nooit bestaan!). Hij vertelde: ‘Ik heb het een en ander van Thomas gelezen, maar dat is toch weer anders dan wat ik doe.’
Begin 1961 gaf hij zijn studie op en vertrok naar New York om zijn aan het ziekbed gekluisterde idool, Woody Guthrie te bezoeken en voor hem te spelen. Hij trad voor weinig geld op in kleine gelegenheden, altijd met gitaar en een mondharmonica die als een kleerhanger om zijn nek hing. Al snel kende hij er muzikanten en andere artiesten. Hij trok van het ene naar het andere logeeradres en hij luisterde er naar hem onbekende muziekplaten. Op vrijdag 29 september 1961 verscheen er in de New York Times een lovende kritiek van criticus Robert Shelton, mét een foto van Dylan, een knipsel dat hij dol van trots aan iedereen liet zien. Dit artikel leidde er ook toe dat hij een contract bij Columbia Records kon tekenen. Hier kwam Dylan terecht onder de hoede van John Hammond, een zeer bekende jager van muziektalent.
In die periode waren zijn stem, zijn beheersing van muziek en het schrijven van liedjes nogal ruw ontwikkelt. Zijn energieke, eigenzinnige optreden, zoals zijn eerste Columbia-album, Bob Dylan (1962), bestond uit traditionele folk, blues en gospel, die hij met een paar eigen composities afwisselde. In dat jaar nam hij voor Broadside – een folkmuziek-magazine dat zo nu en dan ook platen uitbracht – enkele liedjes op onder het pseudoniem Blind Boy Grunt.
Tegen de tijd van zijn tweede LP, The Freewheeling' Bob Dylan (1963) begon hij als zanger en liedjeschrijver naam te maken. De nadruk kwam te liggen op protestsongs, aanvankelijk in de stijl van Guthrie, maar na verloop van tijd begon hij zijn eigen stijl te ontwikkelen.. Een kenmerkend liedje uit die tijd is ‘Blowin' in the Wind’, waarvan de melodie deels is overgenomen van het bestaande slavenlied ‘No More Auction Block’, met een tekst die vraagtekens zet achter de sociale en politieke status quo.
Achteraf gezien klinken sommige van zijn teksten nogal onbeholpen (How many times must the cannonballs fly before they are forever banned — Hoe vaak nog moeten de kanonskogels door het luchtruim vliegen voordat ze voor altijd zijn uitgebannen), maar vergeleken met de populaire muziek van de jaren vijftig zijn ze een ware verademing.
‘Blowin' in the Wind’, werd overigens door vele anderen opgenomen en voor Peter, Paul en Mary was het een internationale hit. Dat zorgde voor een trend: vele andere artiesten namen voortaan liedjes van Dylan op in hun repertoire.
Ondanks zijn succes was de stem van Dylan lang niet voor iedereen aantrekkelijk. Veel van zijn materiaal bereikte het publiek dan ook door de vertolking van anderen. Joan Baez, een vriendin en bij tijd en wijle minnares, nam met liefde veel van zijn materiaal op, evenals The Byrds, Sonny en Cher, The Hollies, Manfred Mann en Herman's Hermits. Er verschenen zoveel covers midden jaren zestig, dat CBS hem begon te promoten met de slagzin: "Niemand zingt Dylan als Dylan". Wie ook maar iets van hem zong, het werd onmiddellijk herkend als van hem afkomstig. Dylan was beroemd vanwege zijn literaire en melodieuze liedjes. Maar ook omdat hij wist wat cool en was, en wat niet.
Tegen 1963 was Dylan een prominente vertegenwoordiger van de burgerrechtenbeweging. Hij zong op bijeenkomsten zoals de Mars op Washington waar Martin Luther King Jr zijn historische toespraak 'I have a dream' hield. In het volgende album The Times They Are A-Changin' komt een cynische Dylan aan het woord. De sober klinkende plaat, verteld onder andere over de moord op Medgar Evers, een voorvechter van de burgerrechtenbeweging. Ook vertelt de palat over de crisis van de mijnwerkers (‘Ballad of Hollis Brown’, ‘North Country Blues’). Maar ook staat er een liefdesliedje op: ‘Boots of Spanish Leather’. ‘The Lonesome Death of Hattie Caroll’, een hoogtepunt van het album, beschrijft weer de moord op een dienstmeisje door een jonge aristocraat. De ballade laat er geen twijfel over bestaan dat de moordenaar blank is en het slachtoffer zwart.
Op het einde van dat jaar voelde Dylan zich gemanipuleerd en in zijn vrijheid beperkt door de folk/protestbeweging. Tijdens de uitreiking van de Tom Paine Award die hem – vlak na de moord op John F. Kennedy – door de Emergency Civil Liberties Committee werd toegekend, verscheen een dronken Dylan. In een onsamenhangend dankwoord vroeg hij zich af wat nu eigenlijk de rol was van het comité. Daarna maakte hij wat grappen kalende mensen, waar de toeschouwers nog om konden lachen. Het lachen stopte echter snel toen Bob Dylan zei dat hij zichzelf wel een beetje herkende in Lee Harvey Oswald, de vermoedelijke moordenaar van John F. Kennedy.
De boodschap was niettemin duidelijk, zowel van de kant van Dylan als van degene die hem uitjouwden: Dylan en de burgerrechtenbeweging was bezig uit elkaar te gaan.
Het volgende album van Bob Dylan is Another Side Of Bob Dylan (1964). ‘Spanish Harlem Incident’ en ‘To Ramona’ zijn aandoenlijke liefdesliedjes. Maar ‘Ballad in Plain D’ en ‘I Don't Believe You’ zijn rouwzangen om kapotgelopen liefdes; waarschijnlijk sloegen deze liedjes op de lange vriendschap met Suze Rotolo. Muzikaal was Dylan zeker veranderd. Another Side is het eerste album waarop Dylan piano speelt (hoewel slechts op een nummer, ‘Black Crow Blues’). De maatvoering en de bas door zijn linkerhand kondigt al de terugkeer aan naar de rockmuziek het jaar daarop.
Misschien van meer belang voor de latere ontwikkeling waren twee andere nummers. ‘Chimes Of Freedom’ was de eerste van een nieuw soort Dylan-song. Hij vertelt nog steeds of misstanden in de samenleving, maar meer op een metaforische manier.
‘My Back Pages’, in dezelfde stijl maar persoonlijker, bevat een vernietigende aanval op het zwart-wit denken, de eenvoud en de bloedige ernst van zijn eigen eerdere werk. Bij wijze van excuus, of zelfs verdediging, zingt Dylan: "I was so much older then/I'm younger than that now". Toen was ik zoveel ouder, nu ben ik toch veel jonger. Maar weinigen hebben de overgang in zijn werk van 1963 tot 1965 beter verbeeld.
Dylans artistieke ontwikkeling verliep in deze periode zo heftig, dat critici en fans steeds een paar passen achterliepen. Bringing It All Back Home, dat in maart 1965 verscheen, is een volgende stilistische hink-stapsprong. De eerste kant van de elpee lijkt zeker onder invloed door de artistieke strapatsen van The Beatles tot stand te zijn gekomen. The Beatles waren artistiek beïnvloed waren door Dylans muziek en teksten (Lennon verklaarde dit later ook in interviews) en verder de rock en roll uit Dylans eigen jeugd. De LP bevat Dylans eerste originele up-tempo rock songs.
De muziek is nu volop elektrisch en voor het eerst met sessie-muzikanten. Bob Dylan wilde dit al langer, maar kon dit niet betalen. Het rap-achtige nummer Subterranean Homesick Blues is te horen in het begin van de documentaire Don't Look Back. Deze documentaire omvat een verslag van Dylans tournee door Europa in 1965. De film werd in de jaren zestig elk jaar opnieuw vertoond in bepaalde Nederlandse bioscopen (van Dylan werd in die jaren nooit iets op de tv vertoond). Enkele verzen zitten in het geheugen van een hele generatie:
Johnny's in the basement/ Mixin'up the medicine/ I'm on the pavement/ Thinkin' 'bout the government/
net zo goed als:
Ah get born, keep warm/ Short pants, romance, learn dance/ Get dressed, get blessed/ Try to be a success/ Please her, please him, buy gifts/ Don't steal, don't lift/ Twenty years of schoolin'/ And they put you on the day shift
In de zomer van dat jaar stookt Dylan het vuur rond zijn muzikale ontwikkeling hoog op, door tijdens het Newport Folk Festival op te treden met een band. Deze bestaat hoofdzakelijk uit leden van de Paul Butterfield Blues Band (Dylan trad al eerder twee keer op in Newport, in 1963 en 1964). Er bestaan twee uiteenlopende verslagen van de reactie van het publiek op dat pophistorische vermaarde optreden van Dylan in 1965. Een feit is dat Dylan een heksenketel van toejuichingen én gescheld over zich heen krijgt toen hij het podium al na drie liedjes verliet. Het ene verhaal wil dat de scheldpartijen afkomstig waren van buiten zinnen geraakte folk-fans; die voelde zich volkomen vervreemd van een Bob Dylan met een elektrische gitaar! Het andere verhaal luidt dat de fans gewoon genoeg hadden van de slechte geluidskwaliteit, en het korte optreden niet konden waarderen. Wat het ongenoegen van het publiek ook veroorzaakte, Dylan keerde spoedig terug naar het podium en zong twee veel beter ontvangen akoestische nummers.
Maar het belang van deze gebeurtenis in Newport vestigde zich in het bewustzijn van de nieuwe rusteloze generatie. Bedachtzame akoestische muziek leek niet langer te bevredigen, zelfs niet traditiebewuste zangers als Dylan. De tijden waren veranderd, en in deze ongecontroleerde toestand leek slechts met elektrische power de juiste expressieve snaar geraakt te worden.


5. Waarom en hoe schrijft Sting protestliederen?

5.1. Biografie van Sting
Gordon Matthew Sumner, beter bekend onder zijn artiestennaam Sting, geboren op 2 oktober 1951, in Newcastle, is een Britse musicus. De bijnaam Sting kreeg hij in het begin van zijn carrière, toen hij bassist was bij een jazzbandje. In die tijd droeg hij vaak een zwart met geel gestreepte trui, die zijn medemuzikanten deed denken aan een bij. Sindsdien gebruikt hij zijn werkelijke naam alleen nog bij officiële gelegenheden. Hij werd voor het eerst wereldwijd bekend als de voormalige bassist en zanger van The Police. Nog voordat The Police in 1984 officieel uit elkaar gaat, op hun hoogtepunt, begint Sting met het werken aan zijn eerste soloalbum. Hierbij neemt hij jazz muzikanten aan als begeleidingsband, onder andere: Branford Marsalis, Kenny Kirkland en Omar Hakim. Sting verwisselt zijn basgitaar voor een gitaar. De overstap naar meer jazz georiënteerde muziek is niet helemaal verrassend, aangezien Sting in zijn jongere jaren met jazz en progressieve rockbands heeft gespeeld. Het resultaat is meer volwassen en afwisselend dan zijn opnames met The Police. In 1986 komt The Police nog eenmaal bij elkaar voor een reünie, waaruit een nieuw opgenomen versie van ‘Don't stand so close to me’ ontstaat. Hierna brengt Sting het ambitieuze album Nothing like the Sun uit in 1987, wederom met hulp van Branford Marsalis. Het album wordt goed ontvangen en kort na het verschijnen ervan gaat Sting zich inzetten voor Amnesty International. Ook zet hij zich in voor natuurbehoud en sticht hiervoor de Rainforest Foundation om aandacht te vragen voor het Braziliaanse regenwoud. De albums die volgen zijn ook succesvol, maar niet zo succesvol als zijn eerste twee soloalbums. Als soloartiest is het Sting gelukt om de grenzen van de popmuziek op te zoeken. Hij versmolt invloeden van jazz, klassieke muziek en wereldmuziek in zijn eigen nummers. Zijn teksten zijn literair en bevatten betekenisvolle boodschappen. Dit benadrukt hij zelf ook regelmatig in de pers. Zijn muziek wordt door velen gezien als literaire, intelligente rock. Zijn critici vinden zijn werk vaak pretentieus. Sting is nog steeds actief als artiest en heeft een trouwe schare volgelingen.

5.2. Protestliederen van Sting
De Britse zanger Sting schreef het nummer ‘They Dance Alone’ over het zwijgzame protest van moeders in Chili wier kinderen tijdens Pinochets regime 'verdwenen'. Sting zingt een lied over de slechte situatie in Chili. In de clip zie je twee vrouwen dansen met een doek. Zij dansen de Cueca, een nationale dans in Chili. Normaal gesproken wordt deze dans in paren gedanst (man/vrouw), maar hier dansen twee vrouwen zonder mannen. Zij dansen met een doek. Sting zingt dat hij zich afvraagt waarom deze vrouwen alleen dansen en waarom ze zo droevig kijken. Waarom die soldaten daar zijn met hun gezichten als steen. Ze dansen alleen omdat ze geen zonen, vaders en mannen meer hebben omdat die vermist of gedood zijn. Daarna komen er foto’s van slachtoffers. Sting zingt dan over dat de vrouwen niet mochten protesteren tegen de dictatuur van Pinochet. Dat deze dans de enige vorm van protest was die toegestaan was. Anders zouden ze binnenkort ook vermist worden. Dan begint Sting te zingen dat het op een dag beter zal worden, dat ze dan vrij zullen zijn. Hij richt zich tot Pinochet: Je hebt een bittere oogst gezaaid. Het is alleen het geld dat je ondersteund, maar op een dag zal dat op zijn. Dan is er geen geld meer voor de marteldood en voor de kanonnen. Dan kan je denken aan je eigen moeder die danst met haar onzichtbare zoon.
Dan komen de mannen weer bij de vrouwen en er komt meer kleur in de clip en de muziek wordt vrolijker. Sting heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het wereldwijd onder de aandacht brengen van de situatie in het land in voorgaande decennia.

Ook schreef Sting liederen over oorlog. Een daarvan is ‘The War’. Hieronder is de tekst ervan afgebeeld.

You've got the mouth of a she wolf
Inside the mask of an innocent lamb
You say your heart is all compassion
But there's just a flat line on your cardiogram

Yet you always made a profit baby
If it was a famine or a feast

Yes, I'm the soul of indiscretion,
I was cursed with x-ray vision,
I could see right through all the lies you told,
When you smiled for the television

And you can see the coming battle
And you pray the drums will never cease
And you may win this war that's coming
But would you tolerate the peace?

Investing in munitions
And those little cotton flags
Invest in wooden caskets
In guns and body bags, guns and body bags

Your daddy was a businessman
It always made good sense
You know the war can make you rich my friend
In dollars, pounds and cents

In the temple that was Mammon's
You were ordained the parish priest
Yes you may win this coming battle
But could you tolerate the peace?

Invest in deadly weapons
And those little cotton flags
Invest in wooden caskets
In guns and body bags
You're investing in oppression
Investing in corruption
Invest in every tyranny
And the whole world's destruction

I imagine there's a future
When all the earthly wars are over
You may find yourself just standing there
On the white cliffs of Dover

You may ask, what does it profit a man
To gain the whole world and suffer the loss of his soul?
Is that your body you see on the rocks below
As the tide begins to roll?

And you invested in this prison
From which you never got released
And you may have won this war we're fighting
But would you tolerate the peace?

There's a war on our democracy
A war on our dissent
There's a war inside religion
And what Jesus might have meant

There's a war on Mother Nature
There's a war upon the seas
There's a war upon the forests
On the birds and the bees

There's a war on education
There's a war on information
There's a war between the sexes
And every nation

There's a war on our compassion
There's a war on understanding
There's a war on love and life itself
And it's war that they're demanding

Make it easy on yourself
And don't do nothing
Hij spreekt hier de aanvoerders van de oorlog aan. De tekst is vanzelfsprekend. Sting zegt hier van alles om mensen van de oorlog een soort schuldgevoel aan te praten. Het maakt zeker indruk op de mensen en het zet mensen aan het denken.

Sting zet zich voor veel dingen in. Ook voor Amnesty international. Vereniging voor mensenrechten. Ook heeft Sting vele politiek protest gedaan.

6. Waarom schrijft Boudewijn de Groot protestliederen?

Boudewijn de Groot werd op 20 mei 1944 geboren in een Japans interneringskamp te Batavia, op Java in Nederlands-Indië. Zijn moeder overleed daar in juni 1945 en een jaar later vertrok de rest van het gezin naar Nederland. In Haarlem kwam Boudewijn te wonen bij zijn tante. Zijn broer en zus werden ergens anders ondergebracht, omdat zijn vader naar Indië terug moest om zijn pensioen vol te maken. In 1951 werd het gezin weer herenigd en verhuisde in '52 naar Heemstede, nadat zijn vader hertrouwde.
In dezelfde straat als waar zij zich vestigden, woonde ook een jongetje met de naam Lennaert Nijgh, een vriendje van het stiefbroertje van Boudewijn. Lennaert en Boudewijn zagen elkaar in die jaren dus wel regelmatig, maar trokken niet met elkaar op. Dat gebeurde pas veel later, in het najaar van 1961. Boudewijn speelde al gitaar en begeleidde zichzelf bij het zingen van liedjes van Jaap Fischer en Jacques Brel. Op het Haarlemse Coornhert Lyceum was zijn succes daarmee verzekerd en via een groepje jongens en meisjes kwam hij weer in contact met Lennaert, die weliswaar op een andere school zat, maar optrok met de Coornhertse vriendenkring.
Na zijn eindexamen in 1962 schreef Boudewijn zich in voor de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam. Ook Lennaert toonde interesse voor de cinema en samen besloten ze een 8-mm-filmpje te maken met de al genoemde vriendenkring. In dit filmpje zingt Boudewijn twee zelfgeschreven liedjes, 'Pubertair' (later 'De kater' genoemd) en 'Bij het raam', dat die titel kreeg omdat het onder een raam werd gezongen en Boudewijn de tekst titelloos had geschreven. Het 'kunstwerk' werd in het voorjaar en de zomer van 1962 opgenomen en achteraf van dialogen, geluidseffecten en muziek voorzien, wat voor een 8-mm-filmpje bijzonder genoemd mag worden. De officiële première vond plaats op 29 dec. 1962. Tijdens een latere vertoning in huiselijke kring, begin '64, was de eveneens aanwezige toenmalige nieuwslezer Ed Lautenslager meer onder de indruk van het muzikale en schrijverstalent van het duo dan van het filmpje. Hij raadde hen aan wat liedjes te schrijven, die hij dan via een relatie bij de platenmaatschappij Phonogram zou aanbieden. Enkele maanden later, op 14 mei 1964, nam Boudewijn de nummers 'Élégie prenatale', 'Strand', 'Sexuele voorlichting' en 'Referein voor...' op, zichzelf begeleidend op de Spaanse gitaar. De plaatjes verkochten slecht, maar maakten wel iets los. Tijdens Boudewijns eerste tv-optreden, in het talentenjachtprogramma "Nieuwe oogst", maakte vooral de publieksjury zich behoorlijk druk over de schandalige tekst van 'Élégie prenatale'. De vakjury herkende het talent van het duo wel en beloonde Boudewijn met de eerste plaats. Het tv-optreden zorgde wel voor Boudewijns eerste uitnodiging voor een zaaloptreden: in een kerk (De Kolenkit) voor een hervormde jeugdbeweging in Amsterdam-West tegen een honorarium van ƒ 25,00 incl. reiskosten. Het was een regenachtige avond, maar ontegenzeglijk het begin van een stralende carrière. Wim Ibo vroeg hem voor zijn "Cabaretkroniek", wat aangeeft dat Boudewijn aanvankelijk werd gezien als cabaretier, en Cobi Schreijers 'Waagtaveerne' in Haarlem werd zo'n beetje de muzikale thuishaven van Boudewijn en Lennaert. De laatste zou hier zijn eeuwig onbereikbare liefde ontmoeten voor wie hij kort daarna de LP “Voor de overlevenden" schreef. Gebrek aan hits, hoofd van een gezin, afgewezen als cameraman bij de televisie, buitengewoon dienstplichtig op grond van het feit dat hij enig kostwinner was: redenen genoeg om te zorgen dat er zo snel mogelijk brood op de plank kwam. Dat brood ging Boudewijn verdienen als magazijnbediende bij de Amsterdamse ‘Bijenkorf’, tussen oktober '64 en de zomer van '66.
Als 'tussendoortje' was hij nog een jaar lang te horen als discjockey bij de piratenzender Veronica, waar hij onder de naam Marcel Oversteege o.a. een jazzprogramma presenteerde. De eerste drie financiële mislukkingen brachten de platenmaatschappij ertoe Boudewijn en Lennaert min of meer te dwingen op de commerciële tour te gaan. Producer Tony Vos, die onvoorwaardelijk geloofde in het talent van de twee artiesten, stelde voor een vertaling te maken van een Engelse versie van het Aznavour-nummer 'Un enfant de seize ans', door Noel Harrison tot Engelse hit gemaakt onder de titel 'A young girl of sixteen'. Het arrangement van zijn uitvoering werd noot voor noot overgenomen voor 'Een meisje van zestien'. En met succes, zij het wat Boudewijn betrof niet van harte. Hij en Lennaert waren nog te zeer bezig met chansons, folk en 'artistiek zijn'. Electrische gitaren, basgitaar en drums waren voor de beatmuziek en dat was heel wat anders. Maar het meisje nestelde zich vanaf oktober '65 voor 13 weken in de hitparade, het grote publiek ontdekte Boudewijn de Groot en daarmee tevens Lennaert Nijgh en met hen werd de scheidslijn tussen 'cultureel verantwoorde muziek' en 'muziek voor het grote publiek' opgeheven.
De volgende hit was: 'Welterusten, meneer de president' en toen brak het moment aan waarop Boudewijn zich fulltime kon wijden aan muziek schrijven, platen maken en optreden. De eerste LP, waarop beide nummers te vinden zijn, verkocht boven verwachting. Op de plaat staan enkele vertalingen van songs van Donovan en Bob Dylan; Lennaert voegde hier nog een paar andere protestliedjes aan toe en het zou gedurende een aantal jaren de nodige moeite kosten eer Boudewijn het door hem zo verfoeide etiket van 'protestzanger' kwijt was. Daar stond tegenover dat hij in diezelfde periode wist uit te groeien tot meest populaire zanger van Nederland dat resulteerde in een eerste plaats op de hitparade in het voorjaar van 1967 met het carnavaleske 'Het Land van Maas en Waal'. De op het werk van Jeroen Bosch geïnspireerde tekst van Lennaert werd door Boudewijn van muziek voorzien met de aanvankelijke bedoeling het lied de sfeer mee te geven van Bob Dylans 'Rainy day women #12 & 35'. Arrangeur Bert Paige zocht het iets meer in de Europese traditie en maakte er een carnavalshit van. De LP "Voor de overlevenden" (1966; gouden en platina plaat, Edison) werd algemeen gezien als Boudewijns eerste echt volwassen product. Een album vol klassiekers met thema's als verloren en onbereikbare liefdes, voorbijgaande vriendschappen en voorbije jeugd.
Vooral de onbereikbaarheid van die ene grote liefde, het verdriet en onbegrip daarover en tevens het besef dat zoiets bij alle grote kunstenaars tot meesterwerken heeft geleid, maakten de teksten van Nijgh op deze plaat tot literaire juweeltjes die door niemand in de Nederlandstalige popmuziek zijn geëvenaard. De LP was ook de eerste met uitsluitend arrangementen van Bert Paige, die zich op de volgende plaat zou manifesteren als de allerbeste en meest veelzijdige in zijn vak.
Onder invloed van het opkomende hippiedom en min of meer 'uitgedaagd' door het verschijnen van de revolutionaire LP "Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band" besloten De Groot en Nijgh vol overgave in te springen op het verschijnsel psychedelische popmuziek. De LP "Picknick" (1967; gouden en platina plaat, Edison) was het resultaat. Hetzelfde team van de twee eerste albums, producer Tony Vos, arrangeur Bert Paige en technicus Albert Kos stond het tweetal terzijde, het budget was ruim genoeg en er heerste een sfeer van 'alles kan'. Dat bleek vooral uit de arrangementen van Paige, die alle remmen losgooide en de teksten vol kleurige kristallen, bonte bloemen, jassen met bellen, opnieuw Jeroen Bosch, zon, honing, zang en dans voorzag van duizelingwekkende arrangementen. Het duet met Elly Nieman, 'Meester Prikkebeen', leverde Boudewijn een nieuwe toptien-notering op en het undergroundblad "Hitweek" riep de LP uit tot eerste echte Nederpopalbum. Met Lennaert ging Boudewijn nu ook nummers voor anderen schrijven, onder meer voor Liesbeth List. Het jaar daarop werd de samenwerking tussen Nijgh en De Groot verbroken vanwege een project dat Boudewijn opzette met zijn studiegenoot van de filmacademie Lucien Duzee. Samen schreven ze de tekst van een soort luisterspel getiteld 'Heksensabbath'. Het epos vormde het grootste deel van het album "Nacht en ontij", waarop verder nog het lied 'Babylon' staat, evenals een kort muzikaal intermezzo. 'Babylon' werd door Lennaert als liedtekst aangeleverd, maar Boudewijn veranderde er zoveel aan dat hij op het label als tekstdichter vermeld staat. Het muzikale intermezzo ontstond spontaan in de studio, waar op dat moment een nieuw fenomeen stond te pronken: de mellotron, een klavierinstrument dat bestond uit een groot aantal korte audiotapes die door middel van een pianoklavier geactiveerd konden worden en aldus de toon van een muziekinstrument lieten horen, bijv. Strijkers, blaasinstrumenten, gitaar, bas, etc. Op die manier kon je dus een melodie en ook de begeleiding spelen. Een voorloper van de sampler als het ware.
Als gimmick werd bij het album een gratis singletje gevoegd met daarop 'Aeneas nu' en 'Wie kan me nog vertellen', beide met tekst van Boudewijn, hoewel voor het eerste nummer hetzelfde geldt als voor 'Babylon': Lennaert schreef de oorspronkelijke tekst, maar Boudewijns veranderingen waren zo rigoureus, dat hij als tekstdichter vermeld staat. 'Heksensabbath' staat bol van de symboliek, occulte scènes, heksen, duivels, magiërs, kobolden (door Boudewijn op de plaat hardnekkig en abusievelijk kobolten genoemd) en satanaanbidders. Er werd flink met mythische en mystieke namen gegooid en Nederland liep er dan ook niet warm voor. De verkoop stak schril af bij die van de vorige platen, hoewel er tot op de dag van vandaag een zeer trouwe groep fans is die de plaat koestert. De plaat sloeg niet aan, de samenwerking met Lennaert lag stil, de optredens in het land zorgden vaak voor enorme frustraties omdat het publiek dacht de plaatuitvoeringen van Boudewijns repertoire te horen te krijgen, maar moest het doen met een simpele gitaarbegeleiding. Dat viel tussen het beatgeweld van die tijd meestal niet in goede aarde en zorgde voor ontevreden reacties. Een en ander was er de oorzaak van dat Boudewijn besloot het Nederlandstalige repertoire te laten voor wat het was en zich te richten op Engelstalige beatmuziek. Een korte afscheidstournee met als begeleidingsgroep de band Names and Faces voerde hem in 1969 door Nederland en Vlaanderen. In de studio werd gewerkt aan een Engelstalige single, 'In your life', met een studioband die de naam The Tower kreeg. Hierin speelde o.a. mee Eelco Gelling, in die tijd gitarist bij Cuby and the Blizzards. Dezelfde groep had hem ook al begeleid op 'Heksensabbath'. Het singeltje had zowaar enig succes, haalde voor korte tijd de hitparade, maar mondde niet uit in een succesvolle Engelstalige carrière. Een tweede single met The Tower flopte, evenals twee pogingen met een andere studiogroep (Session), waarin Ekseptiontoetsenist Rick van der Linden te horen is. Niettemin besloot Boudewijn met een aantal muzikanten naar Dwingeloo te verhuizen met als doel een band op te richten en Engelstalig repertoire te schrijven. Het liep op niets uit en na een barre winter op het Drentse platteland keerde De Groot in 1970 terug naar de Randstad. Het geld was op, maar platenmaatschappij Phonogram wilde hem graag hebben als producer, waarschijnlijk met in het achterhoofd dat nieuw Nederlandstalig repertoire niet lang op zich zou laten wachten. De Groot vestigde zich in Amsterdam, belde zijn oude makker Lennaert en stelde voor de draad op te pakken. Nijgh stemde in en in 1973 verscheen de LP "Hoe sterk is de eenzame fietser". Deze keer werden er ook teksten geleverd door Ruud Engelander. Van zijn hand verscheen o.a. het nummer 'Jimmy', genoemd naar Boudewijns jongste zoon, die in '72 werd geboren. Het nummer haalde glansrijk de hitparade, de LP was al even succesvol, kreeg een Edison en werd beloond met goud en platina. Als producer was De Groot verantwoordelijk voor de comeback van Rob de Nijs, voor wie hij samen met Lennaert hits schreef als 'Jan Klaassen de trompetter' en 'Zuster Ursula'. Het nummer 'Malle Babbe', dat groot werd gemaakt door Rob, werd door Nijgh en De Groot geschreven voor Adèle Bloemendaal.
De Groot produceerde ook platen met The Blue Diamonds, Frank Kraayeveld van The Bintangs, Oscar Benton, Willeke Alberti en Henny Vrienten, die zich op dat moment als artiest nog achtereenvolgens Ruby Carmichael en Paul Santos noemde en in het Engels zong. In 1975 volgde een ontmoeting met een andere medeleerling van de filmacademie, Renee Daalder, en ook deze keer was het resultaat een LP: "Waar ik woon en wie ik ben". De teksten werden voor een groot deel geschreven in een appartement in het hartje van Parijs; de nummers werden uiteindelijk opgenomen in de splinternieuwe studio van Ely van Tijn in Duivendrecht, met muzikanten als Ernst Jansz, Willem Ennes en Hans Hollestelle. De plaat werd ingezongen en gemixt in The Village Recorder in Los Angeles, waarmee een jongensdroom werkelijkheid werd: Boudewijn woonde een maand in Hollywood.

Samen met het latere album "Maalstroom" is "Waar ik woon en wie ik ben" de meest persoonlijke lp uit het oeuvre van Boudewijn. Op deze plaat rekent de zanger keihard af met zijn verleden en geeft een openhartige kijk op het wie, wat en waar van 'een succesvolle zanger in Nederland'. In een interview stelde hij dat Lennaert (en geen enkele andere tekstdichter, wat dat betreft) niet de juiste man was om dit soort persoonlijke teksten te schrijven. Dat kan alleen degene over wie het gaat, Boudewijn zelf.
In 1976, na een tweede kort verblijf in Amerika, maakte Boudewijn de Groot een tournee door Nederland en Vlaanderen samen met de voor die gelegenheid geformeerde Jeroen-Boschband, waarin opnieuw de namen opdoken van Ernst Jansz en Henny Vrienten. Het publiek vulde de zalen tot de laatste stoel. In 1977 vertrok De Groot opnieuw naar Hollywood, nu voor langere tijd, waar hij in de loop van zijn verblijf aan een workshop arrangeren begon bij Dick Grove's School of Music. Na een jaar keerde hij terug naar Nederland. In 1979 volgde een tour door Nederland en Vlaanderen met een band die voornamelijk uit Belgische muzikanten bestond. Alleen Henny Vrienten was overgebleven van de vorige begeleidingsgroep. Het jaar daarop dook het gezelschap de studio in voor het opnemen van de LP "Van een afstand". Op deze plaat vinden we ook het nummer 'Een tip van de sluier', de titelsong van een film van Frans Bromet, met wie Boudewijn op de filmacademie in dezelfde klas had gezeten. In de zomer van datzelfde jaar, 1980, besloot Boudewijn voor de derde keer naar Hollywood te gaan, deze keer om zijn arrangeercursus af te ronden en aan te vullen met een workshop filmmuziek. Tussendoor vloog hij nog eenmaal over voor een tour met muzikanten die hem al jaren in de studio hadden begeleid. Van de tour werd een LP gemaakt die onder de titel "Concert" in 1982 werd uitgebracht. In 1983 kwam De Groot voorgoed terug naar Nederland. In een poging zijn marktgebied uit te breiden besloot hij een Duitstalige LP ("Bo", 1983) uit te brengen met overigens opmerkelijk goede vertalingen van bekende en minder bekende stukken uit zijn repertoire. Het project stierf, mede door erbarmelijke promotie, een stille dood. Het jaar daarop bracht Boudewijn alle ellende van een verbroken relatie, financiële problemen en artistieke verwarring samen in een repertoire van negen zeer somber klinkende nummers. Een verzameling liedjes waarvoor hij zelf ook de teksten schreef. Aangevuld met het melancholische 'Vlucht in de werkelijkheid', de enige tekst van Lennaert in dit kleine oeuvre, vormde een en ander het repertoire voor de LP "Maalstroom". Te veel alles zelf willen doen was er de oorzaak van dat de plaat niet uit de verf kwam, hoewel het basismateriaal op zijn minst boeiend is. 'De liedjes vind ik nog altijd prachtig en ze verdienden dan ook een waardiger behandeling,' volgens Boudewijn zelf. Uiteraard waren de verkopen navenant. Het publiek kon niet door de somberheid heen luisteren, waarbij kwam dat de arrangementen op zijn zachtst gezegd niet boeiend genoeg waren. Wellicht was het mislukken van "Maalstroom" er mede de oorzaak van dat De Groot in 1984 besloot het tijdelijk voor gezien te houden. De volgende periode van muzikale stilte vulde hij met het vertalen van thrillers en detectives voor uitgeverij Luitingh, ondermeer een aantal boeken van Stephen King. Daarnaast stelde hij voor de IKON een tv-serie samen over subculturen in de Nederlandse popmuziek, en produceerde hij de muziek voor een aantal films van Pim de la Parra, alweer een medeleerling van de filmacademie ("How to survive a broken heart" met muziek van zoon Marcel, "De nacht van de wilde ezels" en "Lost in Amsterdam"). Daarnaast schreef hij de muziek voor twee films van de cineast Paul Ruven. Incidenteel hield hij zich ook nog bezig met het produceren van platen van Bram Vermeulen, Rowwen Hèze en The Shooting Party. Zijn samenwerking met Pim de la Parra zorgde ervoor dat hij in 1990 de hoofdrol kreeg in diens minimal movie "Let the music dance".De muzikale stilte werd pas echt verbroken door de musical "Tsjechov", waarin hij de titelrol speelde. De première vond plaats in 1991 in de Amsterdamse Stadsschouwburg en de musical werd zeer enthousiast ontvangen. De naam Boudewijn de Groot was voor het grote publiek weer verbonden met het theater. Het acteren in "Tsjechov" beviel hem en de producenten zo goed, dat hij in 1995 werd gevraagd de rol van Otto Frank te spelen in "Het dagboek van Anne Frank" van Mies Bouhuys.

Hierna bleek de tijd rijp voor het oppikken van de muzikale draad. Van 1996 tot 1998 tourde hij met een groep van zeven uitgelezen muzikanten, onder wie zijn ouwe maatje Ernst Jansz, door Nederland en Vlaanderen met het programma "Een nieuwe herfst". De titel was die van de cd die in het voorjaar van dat jaar uitkwam, een plaat met arrangementen van en geproduceerd door Jakob Klaasse. Klank en kleur van de cd deden denken aan de jaren van Bert Paige en het publiek liet zich dan ook niet onbetuigd en sloot Boudewijn opnieuw uitbundig in zijn armen. Het werd de zoveelste gouden plaat voor de artiest. Maar het allerbelangrijkste was wel de bijdrage van Lennaert, die na zoveel jaar van stilte opeens met een aantal wondermooie teksten kwam. Het duo was het nog niet verleerd, al kwamen de teksten wat trager en moeizamer tot stand dan ooit het geval was geweest. De tour liep ruim twee seizoenen voor uitverkochte zalen en een uitbundig publiek, dat ook nu weer alle generaties omvat.
Na een aantal 'normale' Edisons kreeg Boudewijn in 1998 het beeldje uitgereikt voor zijn totale oeuvre. Het jaar daarop volgde een al even belangrijke onderscheiding: ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, welke benoeming hij mocht delen met Lennaert. Op 19 februari 2000 vond de première plaats van de tweede serie voorstellingen van "Tsjechov", met een nieuwe cast maar met Boudewijn opnieuw in de titelrol.

Twee jaar later volgde wederom een tour, getiteld "Andere tijden", met grotendeels dezelfde band als bij de tour van '96. Opnieuw uitverkochte zalen en een laaiend enthousiast publiek.
Dezelfde taferelen speelden zich af in het jubileumjaar van Boudewijn de Groot, 2004, het jaar waarin hij twee feiten te vieren had: 40 jaar muziek maken (14 mei) en zijn 60e verjaardag (20 mei). De korte tour "Eeuwige jeugd" van begin maart tot en met 14 mei van dat jaar, is in 2005 in reprise gegaan (eind februari tot eind juni).
In oktober 2003 startten de opnamen voor een nieuwe serie van de populaire Belgische politieserie "Flikken", die tot oktober 2004 zouden duren. Boudewijn speelt hierin de rol van profiler. De uitzendingen beginnen op de Vlaamse televisie in september 2004 en beslaan 13 weken. Op 28 november 2002 overleed Lennaert Nijgh na een kort ziekbed, weliswaar plotseling, maar voor Boudewijn en Lennaerts naaste omgeving niet geheel onverwacht. Lennaert was al een aantal jaren zwak, had in '98 met dezelfde problemen in het ziekenhuis gelegen en ging de maanden voor zijn overlijden zienderogen achteruit. Een onvervangbaar verlies, waar alleen maar tegenover staat dat Lennaert een kostbare schat aan ongeëvenaarde teksten heeft nagelaten, die in lyriek, zeggingskracht en vernieuwende waarde niet snel overtroffen zullen worden. Ze zijn van doorslaggevend belang geweest voor de volwassenwording van de Nederlandstalige teksten in de popmuziek.
Hoewel Boudewijn veertig jaar lang een duo heeft gevormd met Lennaert en diens teksten al die jaren is blijven zingen en daarmee gedurende zijn hele carrière een hommage aan Lennaert heeft gegeven, is hij van plan eind 2005 die hommage te comprimeren en gestalte te geven in een Lennaert Nijgh-marathon. Het is de bedoeling alle nummers die hij en zijn vriend hebben geschreven en die Boudewijn zelf door de jaren heen heeft gezongen op één avond in een totaalprogramma dat enige uren zal duren ten gehore te brengen. Het zal een eerbetoon worden ter nagedachtenis van degene die voor een groot deel verantwoordelijk is geweest voor de ongelooflijk succesvolle carrière van Boudewijn de Groot. Dat laatste blijkt eens temeer uit het feit dat de Groot al een aantal jaren de hoogst en meest genoteerde Nederlandstalige artiest is in de 'Radio 2 Top 2000'.

7. Welke artiesten maken nog meer protestliederen?

7.1. Lange Frans en Baas B.
Lange Frans en Baas B. hebben twee protestliederen gezongen. Waarvan een Zinloos is. Het gaat over de criminaliteit die er in Nederland gebeurd. De vraag in hun song is: Hoeveel slachtoffers moeten er nog vallen voordat er eindelijk wat aan gedaan word. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Daniel van Cotthem bracht z'n chick naar het station
en hoe de fuck kon hij nou weten dat zijn einde daar begon.
Hij kreeg een klap voor zijn kop,
maar keek niet om hield zijn mond,
tot die de volgende ochtend,
met hersenletsel opstond .
Zijn pa vond dat het tijd werd voor het ziekenhuis,
ik freakte als een gek toen ik het zag op de buis.
Die ene klap dat was de fatale,
hij zou het einde van de dag niet meer halen.
Joes Kloppenburg hij ging uit in onze hoofdstad,
Amsterdam vrijdagavond dat belooft wat.
Is wat hij dacht maar die nacht bracht wat anders mee,
zag een gevecht aan het einde van een lange steeg,
was niet het type dat zweeg,
waardoor hij zo veranderde in het type dat de klappen kreeg.
Kwam in het nauw en werd getrapt en zegt ie wat ie wou,
het allerlaatste wat ie schreeuwde dat was kappen nou.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,
Meindert Tjoelkert probeert een fiets van de gracht te redden,
om maar eens ff iets te zegge,
en of het nodig was de daders vonden van wel,
ze pakte daarna nog een biertje en zijn grafsteen spel
omdat ik de moed had der wat van te zegge,
waar zijn we veilig,
kan iemand mij dit uitleggen.
En waarom zien we al die woede,
ik kwam alleen maar op voor het goede.
Rene Steegmans deed zijn dagelijkse boodschappen,
hij kon niet weten dat ze hem zoude doodtrappen.
die twee drollen op een brommer tot de orde,
waardoor hij zelf nu het slachtoffer zou worde.
Vroeg om respect, ging gestrekt en werd afgebekt
en met een helm werd er vet op hem ingemept.
Dat is niet correct is wat men zegt
en dat is zeker waar,
waar zijn die mensen,
van men stond erbij en keek ernaar.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,
We doen het hier in jullie naam, jullie naam.
De lijst is lang godallemachtig,
met erwin duinmeijer sinds augustus '83.
En de trend van het moment is nog killer en kouder,
en de angst en de haat zijn vertrouwder.
Ligt het aan onszelf,
ligt het aan het lot.
Kijken we naar boven,
richten we tot god.
Weer een stille tocht,
weer iemand kapot,
en schieten op de deur van de disco is geen sport.
Nou ik heb meer gemeen met de slachtoffers dan de daders,
dus deze is voor hun moeders en vaders,
hun broeders en zusters die niet meer kunnen rusten,
en hopelijk maken we iemand bewuster.
Verkeerde tijd en een verkeerde plek
is dat de juiste situatie voor de juiste gek.
Nou check jezelf en verdedig je grenzen,
want aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,

Ook hebben Lange Frans en Baas B. ‘het land van…’ geschreven. Het gaat in dit lied over Nederland. Dat Nederland een multiculturele samenleving is. En alle problemen van Nederland word beschreven. De tekst is vanzelfsprekend.

Kom uit het land van Pim Fortuin en Volkert van de G.
Het land van Theo van Gogh en Mohammed B.
Kom uit het land van kroketten, frikadellen
Die je tot aan de Spaanse kust kan bestellen
Kom uit het land waar Air Max. Nooit uit de mode raken.
Waar ze je kraken op het moment dat je het groot gaat maken
Kom uit het land van rood-wit-blauw en de gouden leeuw
Plunderen de wereld noemen ze de gouden eeuw
Kom uit het land van wietplantages en fietsvierdaagse
Het land waar je een junkie om een fiets kan vragen
Het land dat kampioen werd in ‘ 88
Het land van haring happen, dijken en grachten
Kom uit het land van, het land van Lange Fransie
Dit is het land waar ik thuis kom na vakantie
Kom uit het land waar ik 1982 geboren ben
Waar ik me guldens aan de euro verloren ben
Het land dat meedoet aan de oorlog in Irak
Want ome Bush heeft Balkenende in zijn zak
Het land van gierig zijn
Een rondje geven is te duur
De vette hap van de Febo trek je uit de muur
Het land van rellen tussen Ajax en Feyenoord
Maar wanneer Oranje speelt iedereen erbij hoort.
Het land van Johan Cruijf en Abe Lenstra
Het legioen laat de leeuw niet in zijn hemd staan
Het land waar we elke dag hopen op wat beter weer
Die Piet Paulusma vertrouw ik voor geen meter meer
Het land dat vrij is sinds ‘45
Het land waar ik blijf, vind het er heerlijk
Eerlijk

Ik kom uit het land waar je doorheen rijd in 3 uurtjes
Met een ander dialect elke 10 minuutjes
Kom uit het land waar op papier plek voor iedereen is
En XTC export nummer 1 is
Kom uit het land waar Andre Hazes
Over 100 jaar in elk café nog steeds de baas is
Kom uit het land waar Peter, Gert-Jan, Raymond en Jutten
Frans, Bart en Ali de game runnen
Kom uit het land waar hiphop een kind van 30 is
En je mag zelf weer gaan vullen hoe vet dat is
Het land waar als je rijk wordt je zoveel inlevert
Dat je bij jezelf denkt hoeveel zin heeft het?
Het land waar prostitutie en blowen mag
Het land van sinterklaas en koninginnedag
Dit is het land waar ik verloren heb, bedrogen ben
Kom uit het land waar ik geboren en getogen ben
Kom uit het land met de meeste culturen per vierkante meter
Waar men bang is om bij de buren te gaan eten
En integratie is een schitterend woord
Maar shit is f*cking bitter wanneer niemand het hoort
Ik deel mijn land met Turken en Marokkanen,
Antilianen, Molukkers en Surinamers
Het land waar we samen veels te veel opkroppen
En wereldwijd gerepresent zijn door Harry Potter
Het land waar apartheid, internationaal
Het meest bekende woord uit de Nederlandse taal
Kom uit het land wat tikt als een tijdbom
Het land dat eet om zes uur en ook nog eens op tijd komt
Dit is het land waar ik zal overwinnen aan het einde
Totdat je deze meezingt aan de Arena lijnen
En tot die tijd zal ik schijnen ik heb mijn hart verpand
Dit is voor Nederland, Baas B, Lange Frans

7.2. Marco Borsato en Ali b
Marco en Ali B hebben ‘wat zou je doen’ geschreven. Het gaat over wat je zult doen als de oorlog uitbreekt. En wat wij als Nederland kunnen doen voor de mensen die in een ander land in oorlog leven. Ze roepen mensen op om wat te doen en ze laten zien dat ze er niet mee eens zijn wat er nu tegen oorlogen gebeurt. Het is geschreven voor de stichting War Child.

Als er nooit meer een morgen zou zijn
En de zon viel in slaap met de maan
Heb je enig idee wat het met je zou doen
Als je nog maar een dag zou bestaan
Voor sommige kinderen zal er nooit meer een morgen zijn
Hoe zou je het vinden als je dagen vol zorgen zijn
Je bent zo jong en klein, het doet enorm pijn
Het hartje van een kind is zo breekbaar als porselein
Dus neem nou de tijd om dit even te horen
Want als wij niks doen dan is hun leven verloren
Iedereen heeft recht op een eerlijk leven
En ze kunnen nog zoveel op deze wereld beleven
Kom we geven ze een kans en bieden ze hulp
Hou je koppie omhoog en kruip niet in je schulp
Steek de handen in elkaar, want dan staan we sterk
Nee, we kijken niet, we gaan aan het werk
Wat zou je doen 4x
Wat zou ik doen als ik woonde in Bagdad?
Zou ik smeken bij degene die de macht had?
Eh yo hoe erg zou het zijn op de Balkan?
De meeste mensen die snappen er geen bal van
Kongo, Kosovo en Pakistan
Siërra Leone, Soedan en Afghanistan
Eritrea en natuurlijk Georgië
Het is oorlog van hier tot aan Bosnië
Zou je hart zich weer vullen met vuur.
Van de eeuwige schaamte die vrijt.
Kijk je niet meer benauwd naar de klok op de muur.
Kom je los uit de greep van de tijd.
We verbannen de dromen naar morgen en laatst
Maar doet het je stiekem geen pijn.
Tot je dan pas gaat doen wat je altijd al wou.
Als er nooit, meer een morgen zou zijn.
Je schrikt jezelf rot als je ziet wat gebeurt
Een klein kind van 8 jaar loopt rond met een mitrailleur
Dit is niet correct het hoort te spelen met speelgoed
Of voetballen misschien zijn ze wel heel goed
Hoeveel moet zon kind nog lijden
Iedereen wil toch wel zon kind bevrijden
Ze zijn heel druk mensen horen niet te stressen
De Meisjes doen hun best en worden leraressen rappers of zangeressen
Ik hoop dat het lukt dan geef ik 2 vingers hou ze hoog in de lucht
Van links naar rechts hou ze hoog in de lucht
Want een glimlach van een kind is toch een gros van geluk
Wat zou je doen. Als er nooit meer een morgen zou zijn 4x
Wat zou je doen dan?
2 vingers in de lucht kom op, kom op.
Wat zou je doen.
War Child!

7.3. Michael Jackson
Michael Jackson heeft ‘Earth song’ geschreven. Het gaat over alles wat er op de wereld speelt. Oorlog, dieren en kinderen. Hij stelt ons de vraag wat hebben wij met de wereld gedaan? Hoe kunnen wij zoveel schade aan richten aan de wereld? Hieronder is de tekst afgebeeld.

What about sunrise, what about rain
What about all the things, that you said we were to gain...
What about killing fields, is there a time

What about all the things, that you said was yours and mine...
Did you ever stop to notice, all the blood we've shed before
Did you ever stop to notice, the crying Earth the weeping shores?

Aaaaaaaah, aaaaaaaah

What have we done to the World, look what we've done
What about all the peace, that youpledge your only son...
What about flowering fields, is there a time
What about all the dreams, that you said was yours and mine...
Did you ever stop to notice, all the children dead from war
Did you ever stop to notice, the crying Earth the weeping shores?

Aaaaaaaah, aaaaaaaah

I used to dream, I used to glance beyond the stars
Now I don't know where we are, although I know we've drifted far

Aaaaaaaah, aaaaaaaah, aaaaaaaah, aaaaaaaah

Hey, what about yesterday (what about us)
What about the seas (what about us)
The heavens are falling down (what about us)
I can't even breathe (what about us)
What about the bleeding Earth (what about us)
Can't we feel its wounds (what about us)

What about nature's worth (ooo, ooo)
It's our planer's womb (what about us)
What about animals (what about it)
We've turned kindoms to dust (what about us)
What about elephants (what about us)
Have we lost their trust (what about us)

What about crying whales (what about us)
We're ravaging the seas (what about us)
What about forest trails (ooo, ooo)
Burnt despite our pleas (what about us)

What about the holy land (what about it)
Torn apart by creed (what about us)

What about the common man (what about us)
Can't we set him free (what about us)
What about children dying (what about us)
Can't you hear them cry (what about us)

Where did we go wrong (ooo, ooo)
Someone tell me why (what about us)
What about the babies (what about it)
What about the days (what about us)
What about all their joy (what about us)
What about the man (what about us)
What about the crying man (what about us)
What about Abraham (what about us)
What about death again (ooo. ooo)


Conclusie

Wat zijn de beweegredenen van mensen om protestliederen te gaan schrijven?

De voornaamste beweegredenen zijn dat de artiesten niet met sommige dingen eens zijn. Dingen die in de wereld gebeuren. Dat kunnen verschillende onderwerpen zijn die we hebben behandeld. Het zijn voornamelijk onderwerpen die een probleem of een bedreiging voor het land vormen. Soms de bedreiging tot dood. Denk aan hongersnood of armoede. Denk aan de milieuproblemen en de uitlaatgassen van het milieu waar mensen ziek van worden en vervolgens overlijden. Artiesten vinden dat erg of ze hebben het in hun naaste omgeving meegemaakt. Artiesten zoeken dan een uitlaatklep en die vinden ze in de muziek. Ze verwerken hun emotie erin. Ze protesteren tegen de ziekte. Ze zijn boos dat het juist die mensen moeten overkomen.
Maar de mensen (artiesten) kunnen ook een oproep doen aan de mensen om wat te gaan doen. Bijvoorbeeld geld geven als er een ramp is gebeurt. Dat zijn dus ook vormen van protesten.

Bronnenlijst

Plas Jan van de, Nederpop met hart en ziel, 2003, Hilversum
Sting, Broken Music a memoir, 2004, Simon & Schuster Uk

www.boudewijndegroot.nl
www.lyrics.nl
www.songteksten.net
www.pienternet.be/archief/nieuwsbrief/december2003.html
www.wikipedia.nl

Geen opmerkingen: