De mens door de tijd heen.
Van oersoep tot techno
Inleiding
Het boeide ons wel hoe de mens is ontwikkeld. Als je bedenkt dat we elke minuut weer andere dingen uitvinden en we al miljoenen uitvindingen hebben gedaan is dat toch heel wat. Oftewel de mens blijft zich ontwikkelen. Maar hoe is het begonnen? En hoe ging het vervolgens verder? Wij behandelen de mens door de tijd heen. Wat hij heeft uitgevonden, hoe hij is ontwikkeld en ga zo maar door.
Bij elke periode hebben we verschillende deelvragen gemaakt om zo in de conclusie de hoofdvraag te beantwoorden namelijk:
Hoe heeft de mens zich in de loop der eeuwen ontwikkeld?
Bij elke periode hebben we geprobeerd om dezelfde deelvragen te kunnen gebruiken zodat we deze uiteindelijk konden vergelijken, dit is grotendeels wel gelukt maar niet altijd. De tijden zijn:
Vanaf het begin v.d. aarde - -500 v.Chr.
- 500 - 1000 n.Chr
1000 n.Chr - 2000 n.Chr
2000 n.Chr - toekomst
De deelvragen zijn:
1. wat voor ontwikkelingen waren er?
2. wat was de levensverwachting?
3. wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in de periode?
4. wat waren de levensbehoefte?
5. hoe zagen mensen in het begin van de periode eruit? (kleding, gebruiken, uiterlijk)
6. wat aten de mensen/ waar leefde ze van?
Wij kunnen moeilijk echte voorspellingen doen, of hier hypothesen neerzetten. Je leest er wel wat in het kopje de toekomst.
Inhoudsopgave:
Inleiding
En dan bij alle 4 de tijden namelijk:
De romeinen (B.c)
De romeinen (a.c)
Jaar 1000 tot 2000
De toekomst
Deelvraag 1. wat voor ontwikkelingen waren er?
Deelvraag 2. wat was de levensverwachting?
Deelvraag 3. wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in de periode?
Deelvraag 4. wat waren de levensbehoefte?
Deelvraag 5. hoe zagen mensen in het begin van de periode eruit? (kleding, gebruiken, uiterlijk)
Deelvraag 6. wat aten de mensen/ waar leefde ze van?
Bronnen:
Bronverslag
Bronnen deelvraag 1
Bronnen deelvraag 2
Bronnen deelvraag 3
Bronnen deelvraag 4
Bronnen deelvraag 5
Bronnen deelvraag 6
logboek
De tijd van de Romeinen (B.C.)
In deze paragraaf behandelen we het leven van de mensen die voor Christus leefden. Aangezien er van de eerste mens weinig te vinden is heb ik gekozen om het leven in de tijd van de Romeinen te gaan behandelen.
Deelvraag 1: Wat voor ontwikkelingen waren er?
In de tijd van de Romeinen gebeurde het vaak dat landen en gebieden werden veroverd die nog niet bij het Romeinse rijk hoorde.
Een ander veel grotere ontwikkeling in die tijd is de uitvinding van het toilet; kleine kamertjes werden op een spoelend riool aangesloten. Al waren deze nog niet voor iedereen beschikbaar, de arme mensen moesten hun behoeften gewoon op een emmertje doen.
Hier ligt van oorsprong ook ons aller bekende spreekwoord ‘’Geld stinkt niet’’;
Omdat keizer Vespasianus hoorde dat er in de toiletten urine werd opgevangen en later werd verkocht als middel voor de productie van wol en leer besloot hij belasting te heffen op deze toiletten.
Toen zijn eigen zoon daar iets over zei liet de keizer zijn zoon aan een munt ruiken en de zoon gaf toe dat hij niets rook: Geld stinkt niet.
Een andere ontwikkeling in deze periode van de Romeinse cijfers, deze zijn nu nog steeds op gebouwen terug te vinden en worden ook nog regelmatig gebruikt.
Verderop in dit hoofdstuk meer over het ontstaan het gebruik van Romeinse cijfers.
Deelvraag 2: Wat was de levensverwachting?
De levensverwachting van de Romeinen was niet zo bijster hoog. De levensverwachting van de Romeinen was gemiddeld 28 jaar. Later werd dit al hoger; Middeleeuwers werden gemiddeld 33 jaar. Dit komt voornamelijk omdat het voedsel nog niet zo’n kwalitatief hoog niveau had en de gezondheidszorg nog heel erg slecht was.
Hier een voorbeeld van een Romeinse menukaart:
Voorafjes:
· Kwal met eieren
· Varkensuiers gevuld met zee-egels
· Schoteltje van in melk en eieren gekookte hersens
· Met melk vetgemeste slakken, gefrituurd en met een wijnsausje.
Hoofdgerechten:
· Gekookte struisvogel met zoete saus
· Gebraden papegaai
· Relmuizen, vetgemest en gevuld met varkensworst en op smaak gemaakt met peper en noten
· Flamingo, bereid met dadels
Nagerechten:
· Dadels zonder pit, gevuld met noten en pijnboompitten, gebakken in honing
· Warm, zoet Afrikaans wijngebak met honing
Een van de geneeswijze in de tijd van de Romeinen was Reiki.
Reiki is een van de oudste geneeswijzen en wordt nog steeds toegepast.
Het is een natuurgerichte geneeswijze en maakt veel gebruik van de paranormale krachten
Een ander voorbeeld waardoor de levensverwachting zo laag lag was het feit dat de meeste arme Romeinen eigendom waren van rijkere Romeinen. Die ze als ze niet goed doorwerkten of als hij ze niet meer nodig had de arme slaven kon verkopen vaak werden ze dan als gladiator gebruikt waarna de meeste stierven
De gladiatoren gevechten waren voornamelijk voor het vermaak van het arme volk.
Deelvraag 3: Wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in die periode?
Het ontstaan van het Romeinse rijk:
Het Romeinse rijk is in de oudheid het gebied dat onder leiding van de stand Rome stond.
Het begin van de Romeinse geschiedenis ligt in de vereniging van Palatinus en de Quirinalis, de oudst bewoonde heuvels. De stad die hieruit ontstond kwam snel onder Etrurische macht. Nadat de koning Tarquinius was verslagen in 469 voor Christus Sloten de Romeinen en de Bewoners van het Etrurische Rijk een verbond. Na de verovering van Veji in het jaar 396 voor Christus breide het Romeinse rijk zich razendsnel uit over de omliggende gebieden.
Toen de uitbreiding van het Romeinse rijk staakte in 387 voor Christus zagen velen vijanden waaronder de Galliërs de kans om Rome te bezetten en de Romeinen te dwingen om een verbond te sluiten. Hierna kwamen vele buurvolken in opstand en de opstand werd uiteindelijk bedwongen in de samnitische Oorlogen:
· 326-304 voor Christus
· 298-290 voor Christus
Ondanks de verwachte nederlaag wisten de Romeinen hun rijk alsnog uit te breiden. Door middel van een systeem van Wegen en Kolonieen wisten de Romeinen op deze manier hun macht te handhaven
Een andere belangrijke nu nog terug te vinden gebeurtenissen in de tijd van de Romeinen is het ontwikkelen van de Romeinse cijfers.
Romeinse cijfers zijn letters met een getal waarde, deze zijn in gebruik sinds het antieke Rome (dit is nog uit de tijd voor Christus)
De waarde van de verschillende letters is: I=1, V=5, X=10, L=50, C=100, D=500, M=1000.
Deze symbolen hebben continu dezelfde waarde, een getal vorm je door ze bij elkaar op te tellen tenzij een symbool zich links van een symbool met een grotere waarde bevindt, in dat geval moet worden afgetrokken Voorbeelden
II= 2 MDXLIX= 1549
XII=10+1+1= 12 MCMLXXVII= 1977
IX=10-1 = 9
Deelvraag 4: Wat waren de levensbehoeften?
In deze paragraaf bekijken we hoe het leven van een Romein eruitzag.
We beginnen met het bekijken van de manier van leven.
Wat waren de verschillen tussen arm en rijk, waren er ook nog andere verschillen behalve arm en rijk? Dit zijn enkele dingen die behandeld worden.
Romeinen waren heel erg bedreven mensen, ze stonden wereldwijd bekend om hun organisatie vermogen en zelfs de eerste rechtsstaat was in het Romeinse rijk al terug te vinden. Doordat de legioenen zo goed en degelijk georganiseerd waren is het hun lang gelukt om de vrede te bewaren in al de veroverde gebieden. Nou dacht iedereen dat slaven als voetveeg van de rijken gebruik werden maar zelfs de arme slaven werden beschermd door wetten!
De bouwlust en het organisatorisch vermogen van de Romeinen is vooral terug te vinden in de kolossale gebouwen en bijzondere Tempels en Amfitheaters, maar ook triomfbogen en Aquaducten werden uit de grond gestampt.
Net als nu hadden ook de Romeinen behoefte aan geloof en een god waar ze zich mee verbonden konden voelen. Maar ook al waren alle mensen zo goed beschermd door middel van wetten over godsdienst bestond geen twijfel, je moest in de Romeinse goden geloven een godsdienst als het Christendom was uit den boze.
Ondanks het verbod op deze godsdienst werd het toch steeds populairder.
Maar omdat niemand te vertrouwen was en dus zo naar de keizer kon stappen als hij zag dat je christen was tekende de christen als hij een ander tegenkwam een visje op de grond het wereldberoemde Ichtus teken, was de ander ook christen dan deed hij dit ook. Aangezien alleen christenen dit teken kende konden ze zo makkelijk en veilig met elkaar in contact komen.
De rijke Romein leefde in grote villa’s vaak hadden ze 2 huizen, 1 huis in de stad en nog een huis op het platteland.
Bij het huis op het platteland hoorde vaak nog een plantage waar veel arme en slaven werkten.
Een rijke had vaak een grote eetkamer en lag tijdens het eten.
De arme daarentegen woonde in hoge opgestapelde huizen die dicht op elkaar stonden waardoor ziektes en epidemieën onvermijdelijk waren.
De hygiëne was slecht en comfort was ook ver te zoeken.
Als ze zich wilden wassen moesten ze naar openbare badhuizen toe, deze waren niet gratis en voor niet schoon. Grote fonteinen in het centrum van de stad waren wel gratis en ook veel schoner het kwam er dus op neer dat bijna alle arme hier terecht kwamen.
Deelvraag 5: Hoe zagen de mensen in het begin van deze periode eruit?
In deze paragraaf wordt het uiterlijk en voornamelijk de kleding van een Romein behandeld omdat het uiterlijk niet zo heel erg veel is veranderd er wordt bekeken:
· Wat is een toga?
· Wat is een tunica?
· Waarom hadden rijke burgers vaak een purperen (paarse) streep op hun toga?
· Uit hoeveel vierkante meter stof bestond een toga eigenlijk wel?
De Romeinen droegen bijna allemaal een toga maar zo makkelijk kleding kiezen zoals het nu gaat ging het vroeger allemaal niet.
De Toga werd bijna alleen maar gebruikt voor belangrijke gebeurtenissen dit omdat het gevaarte nog al vaak afgleed. In het huis droegen ze vaak een tunica dit kleding stuk was een stuk makkelijker te dragen en in te stappen. Een tunica is een extra groot hemd dat bij elkaar gehouden werd door een riem die om de taille heen ging.
De vrouwen droegen in plaats van een toga een stola een soort wollen gewaad maar het bijzondere aan de kleding van de Romeinen zijn toch wel de toga’s van de mannen
‘’de gewone man’’ droeg een normale wit/beige toga een jongen tot de leeftijd van 16 daarentegen droeg een toga met een purper versiering er op een zo geheten toga praetexta. Naast jongens droegen ook senatoren, leden van de senaat, de regering van het Romeinse rijk deze toga praetexta.
Als een jongen dan 16 werd ruilde hij zijn versierde toga in voor een toga virilis, een kale onversierde toga dit stond symbool voor het feit dat de jongen volwassen is geworden. Als een Romein zich kandidaat stelde voor verkiezingen kreeg hij een toga candida een extra witte toga.
De enige man die een geheel versierde toga een toga picta mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk.
Natuurlijk waren er ook hier uitzondering de persoon die zich purper kon veroorloven had dit vaak ook op zijn toga zitten.
Een toga ziet er vaak zo slobberig uit omdat deze maarliefst uit 20 vierkante meter stof bestond. Dit is bijna net zo groot als een gemiddelde slaapkamer tegenwoordig, je begrijpt al een heel gedoe en vooral een heel gesjouw om daar de hele dag mee te lopen.
Deelvraag 6: Wat aten de mensen waar/leefde ze van?
De mensen die hun vrijheid betalen konden kochten hun ingrediënten voor de eerder genoemde gerechten (Paragraaf 2) op het forum. Het forum is te verglijken met wat wij nu als markt hebben een grote plek waar allerlei dingen verhandeld werden. Het was er vaak druk want iedereen moest er wel wat van hebben. Op het forum werden er naast het drijven van handel ook nog andere activiteiten ontplooit; zoals het bespreken van belangrijke dingen en het halen van water voor in de huizen (dit kon omdat het water in de fonteinen vaak erg school was). Rondom het forum stonden vaak nog veel belangrijke gebouwen zoals tempels en theaters.
Voor een uitgebreid overzicht van enkele gerechten van de Romeinen zie paragraaf 2
De tijd van de romeinen (A.C)
1. wat voor ontwikkelingen waren er?
In deze periode waren er veel ontwikkelingen dat kwam doordat de Romeinen erg beschaaft waren voor die tijd. Zij verbreidde hun rijk zodanig dat het almaar groter en groter werd en dat de technologie van de Romeinen zich over een groot deel van de wereld uitbreidde.
Vooral in rome zelf waren de ontwikkelingen ver gevorderd. Het was echt de wereldstad van die tijd. Ze hadden technologieën die heel bijzonder waren.
Ze legden overal wegen aan die de soldaten snel over de wegen konden zodat ze hun land veel beter konden bewaken. Ze waren zo van punt A naar punt B in hun rijk. Veel sneller dan hun vijanden. Maar niet alleen soldaten maakten gebruik van de makkelijke wegen. Ook handelaren hadden er een groot voordeel bij. Zij konden snel van stad naar stad reizen om hun producten aan te bieden. Ook gewone reizigers konden zich snel verplaatsen. Het nadeel was alleen dat er overal op de weg wel struikrovers waren zodat het gevaarlijk was om in je eentje rond te reizen.
Verder hadden de Romeinen een groot leger met goede wapens. In plaats van hun buren rondom hen waren zij goed gepantserd en hadden zei goed geordende legers die allemaal hun eigen taak hadden.
Verder had ook elke Romeinse burger een stemrecht. Je kon stemmen op de senaat, die het land dus vertegenwoordigde. De senaat bestond uit driehonderd man met aan het hoofd twee consuls.
Het waren allemaal rijken mensen die in de senaat zaten, zij konden het zich veroorloven om niet te werken.
De Romeinen hadden in Rome zelf ook veel gebouwen van steen, één van de meest beroemde was het colloseum die in het centrum van Rome stond. In het colloseum konden heel veel mensen die dan allemaal tegen elkaar streden terwijl honderden mensen toekeken. Ook werden er daar wagenrennen gehouden en andere evenementen.
Ook het badhuis was een nieuw iets. Mensen konden naar een gebouw waar een sauna was en zwembaden enzovoorts. Ook was er rioleringssysteem. Via een aquaduct werd er water vanuit de bergen naar de stad gevoerd waar dit dan gebruikt kon worden.
Zo had iedereen schoner water.
Al deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat Rome een welvarende stad werd die met behulp van hun technologie grote delen van de wereld heeft kunnen veroveren. Uiteindelijk zijn ze echter door de grootheid van hun eigen rijk ten onder gegaan.
2. wat was de levensverwachting?
De levensverwachting was dus duidelijk erg laag, wij vinden het jong als er nu iemand op zijn vijftigste overlijd maar in die tijd was je dan al erg bejaard. Veel kinderen stierven één op de drie kinderen haalde de twee jaar niet eens.
Omdat de hygiëne zo slecht was bij de geboortes gingen ook veel moeders dood en stierven de kinderen vaak een paar dagen later. Ook hadden deze mensen haast tot geen voorzieningen. Dit was soms gewoon verschrikkelijk dan gingen er duizenden mensen dood van de honger al werkten ze nog zo hard. Dit was namelijk de derde oorzaak. Veel mensen verdienen hun geld met hun handen, door harde lange dagen te maken kwamen ze aan hun geld.
De dokters waren erg slecht, ze hadden weinig verstand van de geneeskunst en deden meestal maar wat, niet altijd het goede maar ze hadden dan wel een prijzige rekening klaarliggen.
Zo gaven ze hun klanten vaak toverdrankjes en nog meer van dat soort spul.
Veel mensen overleden al op vijfentwintig tot dertigjarige leeftijd. Dan begint het werken in onze tijd meestal pas net. Begraven was in deze tijd nog niet gebruikelijk. Dit is meer voor geloven van na de dood zoals de Islam of het Christendom.
Vaak werden deze mensen verbrand. De as werd verzameld en in een urn gestopt, deze werden dan een stuk buiten het dorp of stadje gevonden.
Verder leefde veel mensen van de wijn, aangezien water er vaak niet al te schoon was. De kinderen in die tijd dronken geen wijn maar andere dranken. Slaven dronken ook wijn maar geen lekkere witte wijn maar bittere wijn.
Graan.
Graan was nummer één voedsel alle mensen aten dit omdat je het goed kunt verteren en er veel calorieën in zitten. Oftewel bijna alle mensen aten graan. Behalve de allerarmste deze konden geen graan betalen en aten gerst. Ook alle dieren aten gerst.
Veel van het eten wat ze aten was bedorven, vooral in de winter als hun weerstand al slechter was. Dan aten ze slechter eten. Dubbel slecht dus.
3. wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in de periode?
Pompei
De tweena bekendste stad in onze tijd is pompei de stad die geheel is vergaan onder het vuur van de vulkaan Vesuvius.
Wat er precies is gebeurt.
Volgens ooggetuige is het zo gegaan. Om één uur s’middags kwam er een grote grijze wolk boven de vulkaan die als een grote boom leek. Het was een wolk waar allemaal takken uitkwamen. Veel mensen hadden het op tijd door en vluchtte weg, de andere kant van de vulkaan op. Maar door de giftige gassen die vrij kwamen werden toch veel mensen vergiftigd. Andere kwamen onder de vele ingestorte huizen te liggen of verbrandde door het lava.
Er leefde zo’n 20.000 mensen in die stad en daarvan hebben 2000 mensen het niet overleefd.
Het heeft drie dagen geduurd voordat de rook was opgetrokken en ze goed konden zien wat voor drama zich had voltrokken.
De Romeinen waren in deze periode aan de macht in een groot deel van de wereld. Ze hadden een deel van de Afrikaanse kust onder hun bewind en ook nog een groot stuk van Turkije, Europa hadden ze bijna geheel in hun macht. Dit hadden ze natuurlijk niet altijd gehad, door veel oorlogen, veldslagen en onderhandelingen hadden ze stukje bij beetje het land bij elkaar gescharreld, Ze hebben veel belangrijke oorlogen gevoerd hier een paar op een rijtje.
The punic wars
Battle of the Frigidus
Veientine Wars
Belangrijke gebeurtenissen in die tijd waren natuurlijk ook dat er een heel rechtsbeleid kwam, aan het hoofd van heel het Romeinse rijk stond een keizer ook wel Ceasar genoemd, de senaat stonden ook hooggeplaatst, zij waren door het volk gekozen om voor hen te regeren, zij hadden echter maar weinig macht want als de Ceasar iets wilde gebeurde dit ook. Verder had elk land weer een eigen leider (tribuun genoemd) en vele ondergeschikte. Het land werd op deze manier goed geregeerd.
In 476 werden de Romeinen hard aangevallen door de Germanen waarna de Romeinen dit gevecht verloren en werden verslagen, heel het westen van het Romeinse rijk werd in de pan gehakt en de keizer van dat moment, Romulus Augustulus, werd onthoofd. De Germaanse leider riep zich hierna zelf tot koning uit.
Het Oost-Romeinse rijk bleef nog een lange tijd overleven en is pas in de 16de eeuw ten onder gegaan.
4. wat waren de levensbehoefte?
De levensbehoefte deel ik op in een paar stukjes als eerste:
De huizen.
De stenen huizen van Rome waren alom bekent. Voornamelijk van witte stenen waren ze in elkaar gezet. Over het algemeen hadden alleen rijke mensen van die stenen huizen aangezien armere mensen dit niet konden betalen. Die hadden een groter huis met meerdere mensen soms wel met meer dan drie verdiepingen.
De eerste drie verdiepingen werden altijd van steen gemaakt maar wilden ze daarna nog een verdieping erop bouwen dat ging dat moeilijker want dan was er vrij veel kans dat het gebouw zou instorten dus dan maakten ze de hogere etages van hout, toch gebeurde het nog erg vaak dat er van die insaleus (dat zijn dus van die hoge huizen) instortten.
Er was daarom ook een maximum hoogte voor.
Zoals je ziet zitten er geen echte ramen in de huizen. Meestal waren het gewoon gaten die je ‘s avonds met een houten plank kon stutten.
Bijna iedereen leefde op het platteland in die tijd. Wel bijna 90% oftewel van de tien mensen die je zou selecteren zouden er negen op tien mensen op het platteland wonen.
De meeste mensen daarvan woonden weer in houten hutjes met rieten daken. Er waren echter ook rijkere boeren die een villa hadden laten bouwen op het platte land, de villa’s waren in die tijd bungalows maar één verdieping hoog. Ook waren er rijke mensen uit de stad die op het platteland een tweede of zelfs derde huis hadden.
Eten
Veel Romeinen leden honger in de tijd. Veel mensen overleefde de winter niet. Aangezien ze nog niet heel veel manieren hadden om eten te bewaren behalve inzouten. Meer hierover vind je in andere deelvragen.
Drinken.
Het water was in die tijd slecht, veel mensen dronken andere dingen, wat wel opvalt is dat kinderen geen wijn dronken. Volwassen deden dit over het algemeen wel veel.
5. hoe zagen mensen in het begin van de periode eruit? (kleding, gebruiken, uiterlijk)
Mensen waren in die tijd sneller volwassen dan nu, al op hun viertiende gingen meisjes het huis uit om te trouwen. Ze mochten niet zelf kiezen met wie ze trouwden maar hun vader had dat al voor hun besloten. Het meisje ging al vanaf de eerste dag dat ze daar woonde bij der man wonen. Jongens waren later volwassen, tussen de zestien en achttien werden zij volwassen. Ze kregen dan een nieuwe toga en werden officieel tot volwassen uitgeroepen.
De kleding
Eigenlijk liep iedereen overdag in een tunica dit was een doek die tot de knie reikte, ook had het mouwloze armen wat natuurlijk kan in zo’n warm land als Italië.
In het midden hadden ze een riem die het wat strakker om hun lichaam bond.
De vrouwen hadden ook een tunica aan maar die werd vaker een stola genoemd aangezien hij er iets anders uitzag. Hij was vanonder iets langer en hij had een borstlap.
Als je een purperen strook om je middel had betekende dit dat je een rijkere romein was.
Bij speciale gelegenheden hadden mannen alleen geen tunica aan, zij droegen dan een toga. Dit was een heel ander soort kledingstuk. Het was een grote doek die helemaal om je heen werd gelegd. Het was zo’n groot gedoe om deze goed om je heen te krijgen dat de meeste rijke Romeinen er een aparte slaaf voor hadden.
Er waren verschillende toga’s voor de aparte standen. Zo was het makkelijk te zien of je volwassen was en tot welke stand je hoorde. De keizer had als enige een paarse toga.
Deze had hij aan als er in de arena een gladiatoren gevecht gevoerd werd
Gebruiken
Wij hebben nog altijd een aantal Romeinse gebruiken aan de tijd van de Romeinen overgehouden. Bijvoorbeeld om elkaar met kerst cadeautjes te geven. Daar zijn de Romeinen namelijk mee begonnen.
6. wat aten de mensen/waar leefden ze van?
In de tijd van de Romeinen begonnen ze meer en meer te handelen. Dit kwam omdat de Romeinen overal grote wegen aanlegden die snel waren voor de legers maar ook voor de handelaren. Zij reisden via deze verharde wegen van hot naar her om hun spulletjes te verkopen.
De meeste Germaanse stammen bleven van hun eigen arbeid leven, dus het werken op de kleine akkergronden en het vangen van wild. Dit ruilden ze dan vaak tegen de handelaren voor bijzondere dingen. Ook betaalde de Romeinen met sestertiën.
De Romeinen aten zoals eerder ook vermeld graan, ook aten veel Romeinen fruit. Druiven waren het symbool van de vruchtbaarheid en werden het aller meest gegeten. Meestal alleen door de rijkere mensen en niet door de armere die van gerst leefden.
De rijkste mensen werkten eigenlijk nooit zelf, kinderen hoefden ook niet te werken maar leerden. Meisjes leerden hoe ze een huishouden moest runnen en mannen leerden allerlei dingen als Grieks en Latijn, meestal hadden zij een Griekse slaaf als leraar.
De rijke mannen hadden vaak hoge rangen in het leger of waren stadhouder of diplomaat. Driehonderd van de allerrijkste vormden de senaat. Waaraan het hoofd twee consuls stonden die door de mensen waren gekozen.
Van het jaar 1000 tot 2000 na Christus
Mijn stuk van het onderzoek over de veranderingen tussen het jaar 1000 na Christus en het jaar 2000 na Christus.
Dit is een onderzoek naar de veranderingen van de 2de deel van de middeleeuwen, want daar begin ik in die jaren precies mee.
In de 11de eeuw kwamen de kruistochten tot stand.
Het doel van deze kruistochten waren stukken landen of steden bevrijden van allerlei andere Ridders en landen die het land hadden verovert.
Deze Kruistochten gingen vele malen verder, het had alleen maar dode of gewonden mensen tot gevolg dus het schoot niets op.
De eerste 2 kruistochten gingen voornamelijk over het bevrijden van de stad Jeruzalem. Ongeveer 80.000 mensen liepen erin mee, omdat het ten eerste als je meeliep al je schulden werden kwijtgescholden en ten tweede het was een eer om de stad van Jezus te bevrijden.
Daarna nog veel meer dingen en veel meer ontwikkelingen in die tijd maar daar kom je in de loop van dit werkstuk achter.
Nu ga ik bezig met de deelvragen die we hebben gemaakt met het groepje en beantwoord ze dan ook daarmee.
1. wat voor ontwikkelingen waren er?
2. wat was de levensverwachting?
3. wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in de periode in Nederland op het gebied van oorlog?
4. wat waren de levensbehoefte?
5. hoe zagen mensen in het begin van de periode eruit? (kleding, gebruiken, uiterlijk)
6. wat aten de mensen/waar leefden ze van?
1.
De levensverwachting van die mensen in de tijd.
Er zijn ongelofelijk veel ontwikkelingen tot stand gekomen.
De meeste zijn pas later gekomen in de 20ste eeuw zoals de Auto, de Trein en de televisie, maar we laten we bij de wat noodzakelijkere dingen beginnen.
De boekdrukkunst:
Ik zal even uitleggen waarom ik dit een belangrijke ontwikkeling is.
Ten eerste, omdat het de mensen de mogelijkheid gaf om te leren lezen, er is nu een minder percentage analfabeten dan in die tijd en dat kwam, omdat ze in die tijd helemaal geen boeken hadden om uit te lezen of om uit te leren.
Ten tweede, omdat er hele belangrijke dingen zijn ontstaan uit de boekdruk zoals een onafhankelijkheidsverklaring in Amerika
De boekdrukkunst is rond 1455 uitgevonden door Gutenberg te Mainz.
Er zijn meerdere ontwikkelingen geweest maar ik pak het iets minder breed aan zodat dit nog leuk is om te lezen.
In Nederland werd de boekdrukkunst pas bekend in 1477.
De gloeilamp:
Hierbij zal ik dan ook maar uitleg geven waarom ik dit ook een van de belangrijkste ontwikkelingen vind.
Zonder deze gloeilamp zouden wij nu niet eens een gewone lamp hebben die hier bij ons in huis hangt hebben.
Simpel dingetje, zo'n gloeilamp: bolletje glas (1), draadje, metalen fitting en branden maar! Maar zo eenvoudig is dat niet. De gloeidraad is gemaakt van het harde metaal wolfraam. De gloeidraad (3) is één meter lang en dunner dan een mensenhaar. Door zijn lengte is de draad in een spiraal gewikkeld. Het licht ontstaat als de gloeidraad onder stroom wordt gezet. De stroom verhit de gloeidraad tot ongeveer 3000 oC. Vanwege de hitte gaat de gloeidraad gloeien. De lamp (ballon) is gevuld met het gas argon (2). Dit voorkomt koolvorming op de gloeidraad. Het glas van de gloeilamp is een halve millimeter dik. De schroefdraad, die in de fitting (4) gedraaid moet worden, doet dienst als stroomgeleider.
Dit is gekopieerd van de site http://users.skynet.be/zoekheteensop/gloeilamp.htm want ik zou het zelf niet eens weten hoe zo’n ding in elkaar zit.
De meeste mensen zeggen dat de uitvinder is “mr. Edison” maar dat klopt niet.
Edison bracht het als eerste op de markt en heeft er misschien voor gezorgd dat de gloeilamp een langere levensduur heeft maar hij heeft de gloeilamp niet uitgevonden.
Er waren al soortgelijke producten op de loop die ook licht konden geven.
In de middeleeuwen werd er al gebruik gemaakt van Olielampjes waarmee je rond kon lopen.
Dit is ook een uitvinding die later ook wordt ontwikkeld naar verdere uitvindingen zoals de gewone lamp.
Het geweer:
Het is niet een van de betere uitvindingen die er is geweest, maar hij hoort er wel bij want de manier op oorlogsvoeren is een heel stuk verandert en heeft heeel veeel mensen het leven gekost.
Ik ga hier niet veel over zeggen, maar het is wel een uitvinding waar we even bij stil moeten staan want het toch invloed gehad op de samenleving.
De uitvinding is volgens mij net na de middeleeuwen tot stand gekomen.
Het waren eerst een soort hele langen stokken met een loop erop waarin heel veel buskruit zat en als je het lontje wat eruit stak aanstak kwam er een soort explosie in de loop die het stukje ijzer afschoot.
Later kwamen er betere versies van en anno 2006 zijn er zelfs pistolen en geweren die zelfs 100 kogels per minuut af kunnen schieten.
Mij interesseert het vroegere vechten van man tegen man met paard en zwaard het meest.
Er zijn nog vele andere ontdekkingen gedaan en ook nog vele andere uitvindingen die nog gaan komen.
De belangrijkste uitvindingen zijn nog altijd de lamp en het stroom.
Zeer zeker zijn ook de volgende uitvindingen erg van belang:
De TV:
De geschiedenis van de Nederlandse televisie is nauw verbonden met die van Philips en met Erik de Vries. De eerste Nederlandse experimenten met televisie dateren van de jaren dertig van de 20e eeuw. Televisiepionier De Vries, werkzaam bij het Natuurkundig Laboratorium van Philips, bouwde de eerste zenders, en deed de eerste proeven. De eerste uitzending vond plaats in 1930 vanaf het torentje van het Amsterdamse Carltonhotel. De allereerste persoon die in Nederland op televisie verscheen was een dochter van Koos Speenhoff. Zij werkte bij Philips op de administratie en mocht optreden als presentatrice tijdens een experimentele uitzending in 1935.
Philips verzorgde tussen 1948 en 1951 264 experimentele televisie-uitzendingen, die werden geleid door Erik de Vries. Ze werden ontvangen door enkele honderden toestellen die in Eindhoven stonden opgesteld, voornamelijk bij Philipsmedewerkers.
De Computer:
In 1981 bracht IBM zijn Personal Computer (PC) op de markt gebouwd. De PC had een Intel 8088 processor (4,77 Mhz). Als besturingssysteem kon PC-Dos worden gedraaid, een besturingssysteem wat in opdracht van IBM door het bedrijfje Microsoft was ontwikkeld. Het blijkt echter dat Microsoft dit programma, waar zij rijk en bekend op zijn geworden, nooit zelf ontwikkeld. De IBM PC zou de standaard worden voor vrijwel alle andere computermerken. Deze imiteerde de IBM dusdanig dat alle hard- en software volledig uitwisselbaar was met de IBM PC en andere daarop gebaseerde computers. IBM was hiermee de grondlegger van de generatie PC's die we nu nog steeds gebruiken. Er was echter wel een grote tweestrijd tussen IBM en Apple. Apple kwam namelijk ongeveer tegelijker- tijd met een vergelijkbare computer. Sindsdien zijn IBM en Apple (samen met later Microsoft) de leidende grootheden op het gebied van computers geworden.
Radio:
Wat zouden we nou moeten zonder de Radio, zelfs toen we bezet waren door de Duitsers in de tweede wereld oorlog hebben de onderduikers en vele andere Nederlanders er veel aan gehad met de illegale communicatie met onze bevrijders de Engelsen. In 1831 heeft de Amerikaan Michael faraday de electro magnetische inductie ontdekt en zo begon de radio.
En zo gaat het verder met het uitbreiden met de kennis van de radio.
In 1917 kunnen ze zelfs communiceren met India via de Radio.
Dit waren een paar ontdekkingen van een heleboel uitvindingen en ontdekkingen.
2.
Met de 2de deelvraag gaan we in op de levensduur van de mensen die tussen het jaar 1000 en het jaar 2000 leefde!
Er is een tijd geweest waar de gemiddelde leeftijd van een mens maar op 20 jaar en een heel enkeling haalde de leeftijd van 65 jaar, maar dat is opgelopen in de laatste paar jaar en in de 20ste eeuw is het opgelopen naar de levensverwachting van rond de 80 jaar.
Een beter leeftijd is gekomen, omdat de mensen zich meer gingen vestigen en niet alleen maar rondtrokken als jager of verzamelaar.
In de 17de eeuw was in de westerse wereld toch heel normaal om een leeftijd tussen de 30 jaar en de 35 jaar te hebben.
De mensen leerde ook al snel dat er in 3 factoren waren om beter te leven.
Dat waren:
· Warm
· Koud
· Vochtigheid
De mensen vonden het net een soort olie lampje, na een tijdje raakt de olie en wordt vlammetje in de lamp kleiner en op ten duur stopte het vlammetje met branden.
De vitalisten vonden het meer zoiets als levenskracht verliezen. Pas later kwamen ze er achter dat het met stofwisselingen te maken had.
Rond 1900 kwam daar pas verbetering in. Dat kwam met name door een sterke daling van de zuigelingensterfte.
De meeste mensen die vroeger ouder werden dan het gemiddelde leeftijd in die tijd werden met respectvolle wijze behandeld. Ze werden beschouwd als wijze mensen, ook zagen ze die mensen als drager van de collectieve herinnering van de tradities en regels.
Hoe kwam het dat in de latere jaren de levensverwachting veel hoger werd?
De mensen die vroeger leefde, leefde voornamelijk veel smeriger dan in de latere eeuwen.
Straten waren veel dichter op elkaar gebouwd dan nu en ook lieten de mensen in de tijd van de middeleeuwen hun rommel en afval overal slingeren, daarin zijn we ook verandert in de loop van de eeuwen heen. We hebben nu een goede riolering en we dumpen onze vuilnis op speciale plekken.
In de middeleeuwen dachten ze ook dat de ouderen elixers zouden drinken van stervende gladiatoren.
Bij latere theorieën bleek dat het verouderen van het lichaam toch kwam doordat het versleet en dat de lichaam zich in de loop van de tijd heeft ontwikkeld tot een sterkere lichaam die langer mee kan met het levensduur.
Daar heeft misschien ook het spreekwoord: ‘je bent zo oud als je je voelt’ vandaan.
De conclusie hierover is simpel:
Het lichaam heeft zich in de loop van de jaren heen krachtig ontwikkeld en we zijn gewoon hygiënischer gaan leven.
3.
In deze deelvraag worden de belangrijkste gebeurtenissen behandeld die zijn gebeurd vanaf het jaar 1000 tot het jaar 2000 in “de Nederlande” op het gebied van Oorlog:
· Het 2de deel van de middeleeuwen.
· De renaissance
· De gouden eeuw
· Napoleon
· 80 jarige oorlog
· 1ste wereld oorlog
· 2de wereldoorlog
Nederland was in de middeleeuwen heel anders ingedeeld, De nederlande had toen nog een stuk België en Luxemburg erbij.
Het tweede deel van de middeleeuwen:
Het was de betere deel van de middeleeuwen, de steden groeide weer na een tijd van de donkere middeleeuwen die voor het jaar 1000 afspeelde.
De steden groeide en de populatie in de stede nam ook weer toe en de handel tussen steden en streken ging ook steeds beter lopen.
De Honderdjarige oorlog had ook iets met de Nederlanden te maken.
De engelse en Fransen hadden ruzie over strategische huwelijken en De Nederlanden (in die tijd het Bourgondische rijk genoemd) ging er met de bruid vandoor.
Daar komt ook de uitdrukking “2 honden vechten om een been en de 3rde gaat ermee heen” vandaan.
Toen jeanne d’arc de Engelse Ridderschappen had weggevaagd van de kaart was het Bourgondische rijk aan de beurt.
Daarna in het jaar 1568 Begon de 80 jarige oorlog.
De 80-jarige oorlog:
De 80-jarige oorlog begon in 1568 en eindige in 1648 met het vredesverdrag van Münster.
Dat is wat we allemaal weten, maar hoe is het in die jaren nog meer gegaan dat ga ik nu bespreken:
Zoals ik al had vermeld begon de oorlog in 1568 en het begon goed met de slag op den Briel die herovert werd door Willem van Oranje.
Er zijn verschillende opstanden geweest in de Nederlanden dus daarom is een bijnaam van de 80-jarige oorlog ‘ De opstand van de Nederlande’ ik hou het kort over de 80-jarige oorlog.
Nederland was eerst van de Spaanse hamburgsrijk maar doordat Nederland in opstand kwam ontstond er een oorlog die 80 jaar lang duurde.
Zo komt men ook wel op de 80-jarige oorlog.
Belangrijke personen in die tijd waren:
· Willem van oranje
· Keizer Karel V
· En nog vele andere bekende die mee gevochten hebben of mee hebben gedaan in de tweestrijd tussen Nederland en Spanje!
De 2de wereldoorlog:
Daarom wilde ik graag deze tijdperk omdat ik ook dit onderwerp kon nemen:
De tweede wereldoorlog
Ik vind dit een heel boeiend onderwerp om zelf over te praten want ik weet er best veel van, ik ga er niet veel over zeggen, maar het is duidelijk dat dit nog een verse herinnering is van een oorlogsmoment in Nederland.
De tweede Wereld oorlog brak uit in 1939 toen Hitler al een paar jaar aan de macht was.
Sommige Nederlanders denken dat de tweede wereldoorlog van 1940 tot en met 1945 was maar dat is niet zo.
De tweede Wereld Oorlog begon in 1939 toen Duitsland Denemarken binnenviel.
Nederland was niet, zoals in de eerste wereldoorlog Neutraal.
Nederland is binnen 4 dagen veroverd door de overmacht van Duitsland.
Nederland is op 1945 weer bevrijd door Amerikaanse en Engelse soldaten.
Veel Joden zijn omgekomen in Nederland, een goed voorbeeld hiervan is Anne Frank die haar eigen dagboek heeft geschreven toen ze verborgen zat voor de Duitsers in Amsterdam.
De joden werden naar Concentratiekampen gestuurd om daar te werken, of om vergast te worden.
Dat gebeurde met heel veel joden, zigeuners, mensen die onderduikers hadden of met homo’s en mongooltjes.
Ik ben zelf in zo’n kamp geweest genaamd: Het kamp Westenborck en ik zal herinneringstekens laten zien:
Conclusie:
Oorlogen zijn nooit leuk om erop terug te kijken, maar ze zijn zeker informatief om er van te leren.
De meeste medicijnen en medische ingrepen zijn tot stand gekomen tijdens oorlogen, dus het is zeker goed om erover te leren.
4.
Wat waren de levensbehoefte van de mens in die tijd?
De levens behoefte in de loop van de jaren is enorm verandert we zullen bij het begin beginnen.
In het begin bestonden de levensbehoeftes meestal bij het voedsel (dus eten+drinken).
Mensen hielden genoegen met een slecht gerioleerde buurt en slecht geïsoleerde huizen, Tv’s en radio’s hadden ze in die tijd niet en al helemaal geen uitgebreide netwerk door hun huis van een aantal computers .
Later ontstond er door ontwikkelingen (zie. Deelvraag 1) veel meer want later wilde de meeste steeds meer.
De meeste mensen hebben tegenwoordig minimaal een tv en als ze het ruimer hebben met hun inkomen dan hebben ze het meestal toch wel ruim 3 TV’s in hun huis staan.
Maar hoe komt het nou dat mensen nu meer hebben dan vroeger?
Ten eerste: Er zijn vele ontwikkelingen gedaan door vele mensen, zodat we mooie en technische apparaten kunnen maken.
Ten tweede: De economie is in zoverre gestegen dat het ook mogelijk is om al die technische dingen te maken. Vroeger was 10 Gulden een redelijk groot vermogen maar nu als je 10 Euro in je hand heb, kan je al veel minder er voor kopen ook al is het dezelfde prijs.
Conclusie:
Heel simpel we kunnen nu ons meer veroorloven met meerdere technische apparatuur.
Vroeger woonde de mensheid in vuile oude huizen en poepte ze op straat en nu is het zo dat je uitwerpselen naar een andere plek worden gezogen. Vroeger moesten we ons vermaken met spelletjes en nu kunnen we ons zo vermaken met de nieuwste computerspel die op de markt is gekomen.
5.
hoe zagen mensen in het begin van de periode eruit? (kleding, gebruiken, uiterlijk)?
Kleding:
In de loop van de tijd is ook de kledij verandert.
In de middeleeuwen hadden de mensen meer een soort jurk aan dat droeg makkelijk.
Later in de middeleeuwen kwam daar er een soort broek naar voren die zich ging vervormen naar hoe een broek nu is.
Ze hadden vroeger niet echte merken maar dat ontwikkelde zich ook in jeans en in de cars broeken.
De shirt waren al veel ouder, ze werden steeds korter en werden tot slot T-shirts wat wij nu kennen.
Gebruiken:
We hebben in de loop van de jaren betere gebruiken gekregen zoals: eten met mes en vork en wassen ons ook netjes.
Er waren vroeger meer analfabeten dan we nu hebben dat kwam omdat er nu veel meer scholen zijn en vroeger werd de zoon meestal de opvolger van zijn vader, zo gingen de zonen niet naar school maar leerde ze het beroep van hun vader.
Vrouwen hadden toen nog geen rechten en konden het beste thuis achter de was zitten.
Dat kwam pas in de 20ste eeuw dat vrouwen ook een beetje inspraak hadden.
Uiterlijk:
Daar is niet zoveel aan verandert, alleen een beetje dat we nu schoner zijn geworden.
Conclusie:
Ik wist niet zoveel te vertellen over deze deelvraag maar in de loop der jaren is de smaak toch verandert van de kledij die de mens draagt. De gebruiken zijn ook erg verandert en het uiterlijk is niet erg verander, daarentegen is wel de hygiëne van de mensheid een stuk vooruit gegaan we wassen ons nu.
6.
wat aten de mensen/waar leefden ze van?
De mensen leven nu van heel veel lekkere dingen en veel snoep maar dat hadden ze vroeger niet.
Vroeger moesten ze het doen met brood en de dingen die ze op het land verbouwde.
Van fruit was er alleen appels en bananen kende ze nog helemaal niet in die tijd.
Later kwamen ze er wel achter wat ze nog meer konden gaan verbouwen. Later kwam er snoep voor de rijkere mensen en hedendaags eet iedereen snoep.
Mensen leefde vroeger meer van de landbouw want daar konden ze meer uithalen zoals groentes en vlees.
Conclusie:
De eetgewoontes zijn ook verandert en we zijn meer gevarieerder gaan eten.
Toekomst tot 2000
Inleiding:
Ik heb van toekomst tot 2000, maar sommige vragen zijn niet te maken over toekomst en ander moeilijk over 2000 omdat weinig is. Daarom heb ik het in soort mix gedaan. Ik heb de eerste deelvraag welke ontwikkelingen waren er wat natuurlijk word welke ontwikkelingen zullen er zijn heb ik van toekomst gedaan. De tweede deelvraag Wat is levensverwachting heb voor alle twee gedaan. Wat de belangrijkste gebeurtenissen zij heeft van 2000 tot 2005 gemaakt. De levens behoefde en waar aten ze van die heb ik ook geschrapt omdat niet kan beantwoorden of zo oninteressant. En uiterlijk heb van deze tijd met allemaal plaatjes gedaan
2. Levensverwachting?
Wat zal de levensverwachting in de toekomst. Iedereen is er wel over uit dat deze sterk gat toenemen. Door nieuwe medische ontwikkelingen kunnen mensen langer in leven gehouden worden. In bijvoorbeeld 1900 lag in Engeland voor mannen en vrouwen de levensverwachting op 48 nu ligt deze tussen de 75 en 80. Wat zal dit dan zijn in bijvoorbeeld 2070 er zijn wetenschappers die zeggen 101 maar officiële cijfer zijn tot nu toe 84. Dit zou natuurlijk veel problemen geven denk aan wat nu al problemen hebben met oudere die geen goede verzorging hebben genoeg tehuizen en alle pensioenen zullen betaald moeten worden.
3. Wat waren de belangrijkste gebeurtenissen in de periode?
In deze tijd gebeurde volgende als eerste de ramp bij Enschede. Waar een vuurwerkfabriek ontplofte. Het verwoeste 400 huizen. Er komen in totaal 21 mensen om het leven. Een ander gebeurtenis is de neerstorting van de concorde een nieuw vliegtuig waar van ze dachten dat het heel goed werkte. Maar deze storten al vrij direct neer en daarbij kwamen 102 mensen om het leven. En nog geen maand later zink er ook nog een Russische onderzeeër. Wat weer aan 118 mensen het leven kosten. En 2001 word niet beter al in januari gebeurd een verschrikkelijke ramp in volleydam. Waar in café brand ontstaat en door slechte nooduitgangen etc. komen 14 mensen om het leven en veel met ernstige brandwonden. En zelfde maand komen 800 mensen in Mexico om bij aardbeving. Een maand later word er in Engeland mkz wat aan vele dieren het leven kost. Nog geen maand later is dit ook in Nederland. En kost ook hier veel dieren het leven. Daaraan is het paar maanden rustig. Na maanden rust voortrekt er zich een groot drama. Zo groot dat mensen er nu nog over praten de aanslag op het world trade centre. Ook word er een vliegtuig om het pethagone neergestort. En een vliegtuig was nog ergens ander heen aan gaan maar storten vroegtijdig neer. De aanslag kosten 2800 plus 189 plus 44 doden. En de dader is de organisatie van Bin Laden. Door deze gebeurtenis staat de heel luchtvaart maatschappij op zijn kop. Bij birtische airways verdwijnen al 7000 banen. Niet lang na deze gebeurtenis volgend er een volgende ramp een ontploffing van een fabriek in Frankrijk in Toulose. Een kunstmest fabriek. 30 mensen en raken 2200 mensen gewond. Ongeveer een jaar later vergeld Amerika de aanslag op wtc. Samen met Engeland bombarderen zij Afghanistan. Na bommerdementen van de VS en Engeland komt er een drama in een tunnel in Zwitserland in de Gotthard tunnel. Door twee vrachtwagens die botsen, ontstaat vuurzee waarbij 11 mensen om het leven komen. Nog geen drie maanden naar aanslag op wtc verongelukt er een vliegtuig in drukke winkelstraat. 260 mensen komen om het leven.
Na een paar maanden rust komt er in april 2002 weer een drama 18 jongere gedood door schietpartij op een Duitse school. En niet zo lang erna komt nieuw dram. Er word ene politici in Nederland gedood om zijn mening dit is sinds de dood van Willem van oranje niet meer gebeurd. Pim fortuin wordt vermoord. Nederland is in schok. Een aardbeving in Iran een maand later kost 500 doden vele gewonde en daklozen. Een maand later komen veel toeristen om in Bali maar liefste 200 door een bomaanslag.
De eerste maand van 2003 gebeurd niet vele maar tweede maand stort er een ruimteschip neer genaamd Colombia de zeven bemanning leden komen allemaal om het leven. Een maand later breekt in Nederland de vogelpest uit. Dezelfde maand valt de VS samen met Engeland Irak aan. Geen maand later is Irak veroverd. En zijn de mensen vrij van Saddam Hussein. Allen is hij spoorloos verdwenen. Maar oorlog is niet gewonnen er volgen vele aanslagen zolas in August op het VN hoofdkwartier in Bagdad. Er vallen zeker 20 doden. Weer in november op Italiaans leger kamp buiten Bagdad. En pas in december word Sadam Hussein in Irak gepakt. Het jaar 2004 begint ook niet al te goed want in begin van januari vindt er een vliegtuig ongeluk plaats bij Egypte met veel toeristen aan boord. 148 mensen komen om leven. Een maand later word er een aanslag gepleegd in Russische metro hierbij komen 39 mensen om leven de aanslag is gepleegd door de Tsjetsjeense rebellen. En Moskou krijg in zelfde maand nog eens te voorduren met een zwembad dak dat instort en aan 21 mensen het leven kost. En dan op 16 maart word weer een aanslag gepleegd door al-quaeda in Spanje. In spits uur gaan bij bepaalde metro’s een bom af hierbij komen 191 mensen om het leven. Een maand later vind ramp met een trein plaats in Noord-Korea waarbij 154 doden vallen. Na maand rust komen in juli in België 18 mensen om het leven door gas ontploffing. Weer in Rusland vindt in augustusweer een ongeluk plaats met twee vliegtuigen die 89 doden eist. En Rusland is nog niet af van drama want in september word een school gegijzeld deze zorgt voor vele doden en gewonde. EN in zelfde maand komen nog eens 1000 mensen om het leven bij een orkaan in Haïtie. Een tijd later na de moord op Pim fortuin wordt weer iemand vermoord om zijn mening Theo van Gogh. En als dan bijna 2004 voorbij lijkt te zien volgend er een super grote ramp een enorme vloedgolf wat vele leven kost in India Indonesië en vele andere landen in totaal gaan ruim 20000 mensen dood door de zee en vele dakloos. In 2005 gebeurd eerst niks maar dan op 7 juli is er aanslag op metro in Engeland dit kost 50 doden en paar maanden later worden vele dakloos en raken gewon of vinden dood door orkaan in New Orleans.
6. Wat voor ontwikkelingen zullen komen?
Als eerst komt waarschijnlijk zal klonen zich steeds meer gaan uitbreiden. Ten eerste komt betekent het woord klonen in Grieks sterk. Dat zegt al wat is. Het is het sterke verbeterende of zelf vermedegvuldigen van organisme organen gewassen etc. .Tot nu toe wordt klonen alen nog gebruikt voor translatie en onderzoeken. Nu mogen klonen maximaal 14 dagen buiten de draagmoeder in leven worden gehouden. Dit natuurlijk niet bij mensen. Maar wat zeggen voorstanders over en wat tegen standers:
Tegenstanders:
We kunnen ook gewassen kweken maar er zijn wel veel nadelen en theorie over. Ten eerste weten we niet wat voor effect dit op ons lichaam heeft. Heeft dit invloed op langer termijn op ons lichaam gaan organen veraderen of anders werken. En heeft dit geen invloed op ons ecosysteem. En ten tweede is dit wel gezond voor ons blijven hier egt langer van leven brengt niet meer schade toe dan dat het zin heeft. En worden nu ook planten soorten zoals sla met betere eigenschappen toegepast zo doen ze rate levern in voor extra vitamine c en word beetje gif van schorpioen bij het klonen erbij gedaan wardoor voor mensen niet schadelijk is mar voor insecten wel. Maar ten derde zou dit betekenen dat vegetarische steeds minder dingen kan eten. Kortom we weten nog niet goed op langer termijn van gewassen klonen en de bijwerkingen.
Klonen van mensen zijn ook veel tegen argumenten te bedenken: Ten eerste zullen klonen nooit echt ouders hebben. Ze zullen hooguit hun draagmoeder of een tweeling broer of zus vinden mar zullen nooit biologische ouders hebben. Ten tweede waarschuwen veel mensen voor splitsing in het ras zo kan er of zuiver en kloon mensen komen maar kan ook een splitsing komen doordat bij klonen een iemand met laag IQ doet zodat hij arbeid kan doen en niet te veel nadenkt over dingen waardor niet te vele eisen stel en gewon werkt doet en slimme mensen die als wetenschappers werken. Waardoor je weer nee splitsing krijgt in et menselijk ras. Ten derde zijn er nog veel kansen op ziektes en op mislukkelingen zodat een kloon bijvoorbeeld gehandicapt ernstig zeik is of het uiterlijk is heel erg mislukt. Maar dit klonen, kan je niet terug draaien dus hebben ze waarschijnlijk ongeluk kloon en ouders zijn niet blij mee kortom te veel risico. Ten vierde net als bij planten weten niet wat voor effect heeft op langere termijn. Blijft kloon wel leven en komen geen bijwerkingen. Nog een nadeel is dat waarschijnlijk snel een grote overbevolking gaat komen aan mensen doordat allemaal mensen gekloond worden. En dat ziektes snel verspreiden als allemaal identiek zijn gaat snel van een naar ander omdat
Voordelen van klonen:
Ze kunnen door klonen heel veel zo kan je van iemands verbranden huid weer huid terug laten komen. Je kunt groei van kankercel stoppen. En door het genetische manipuleren van dieren kunnen weer nieuwe stoffen gewonen worden. Of verbeterde stoffen. Ook komt er een te kort aan organen. Want dan kunnen gewoon organen gekloonde worden. Nog een voordeel is dat organen van ander vaak worden afgestoten maar als er een orgaan word gekloond van jou en in je lichaam gezet word nooit afgestoten omdat je eigen eigenschappen heeft. Ook kunnen zo ouders die geen kinderen kunnen krijgen toch kinderen krijgen die dan ook nog altwee hun eigenschappen hebben. En zo kunnen ook homoseksuele kinderen krijgen met ook altwee de eigenschappen van de twee ouders. Waardoor hun eigen kind wordt.
Een ander theorie is de theorie van cyborgs:
Cyborgs dit klink allemaal of uit fictie fiction film komt maar deze theorie is niet zo ver weg. Het is gewoon een mens met computer mixen. Eigenschappen van computer in mens zetten of andersom. Deze theorie gaat al best ver. Bijvoorbeeld: nog niet zo lang gelden konden een paar vaste klanten in een club in Rotterdam een chip ingespoten krijgen zodat gelijk kon gezien worden wie het was en zo ook konden betalen. Ook zijn technieken zo ver dat kunstarm aangezet kan worden die kan bewegen. Of dat als je met hand beweegt je de computer opdrachten kan geven zonder aan te raken. Maar wat zegen hier de voor standers en tegen standers over:
Tegen standers:
Als je zo chip laat inbrengen heb je altijd risico dat ander mensen het kunnen lezen dat het in verkeerde handen valt dat er mee gerotzooid worden. En je laat allemaal sporen achter en deze kunne ook gelezen worden en dit is tegen de privé wet. En als je chip niet meer wil moet je eerst heelmaal mee naar ziekenhuis kan niet zomaar af doen. En moet ook nog gezocht worden nar chip wat ook net altijd even makkelijk is.
Voorstanders:
Je kunt er ontzettend veel mee zo kan een arts direct gegevens van patiënt krijgen zodat altijd goede medische toepast en precies weet wat voor patiënt het is. Ook kan je er mee zien of hersenen goed werken en hart en zelf op afstand zodat een hartaanval opmerkt zonder dat je patent ziet. Ook is het makkelijk niet allemaal pasje voor allemaal dingen je kunt niks vergeten of kwijt raken zit allemaal in arm. Ook kan zo computer veel meer dan de mens of dingen beter. Ook kunne functie door bijvoorbeeld verlamming overgenomen worden door computer waardoor wel weer werkt. Kortom het is heel groot wat mee kan.
Bronverslag
1.
De rijke mensen leefden in de Romeinse tijd in mooie villa's. De meesten hadden er een op het platteland en een in de stad. Een Romeinse villa had meestal een mooie grote hal zonder dak. Daar stond dan een fontein of er was een zwembad. Ze hadden vaak slaven in dienst.
De arme mensen in het Romeinse rijk leefden meestal in hoge gebouwen, die dicht op elkaar gepropt waren. Ze kenden weinig comfort. Er waren geen fatsoenlijke huizen, er waren wel openbare badhuizen, maar die waren niet gratis. Het water uit de openbare fonteinen was wel gratis en schoon. Ze verlichtten hun huizen met aarden olielampen, waarin ze olijfolie verbrandden.
In de Romeinse steden was het altijd druk. Ze waren helemaal volgebouwd met huizen, werkplaatsen en woonblokken. Iedereen kon water krijgen uit de fonteinen. Onder het wegdek lagen de rioleringsbuizen. In een Romeinse stad was het belangrijkste deel het forum. Dat was een groot plein waar gehandeld werd en waar bijeenkomsten werden gehouden. Rond het forum stonden tempels en andere belangrijke gebouwen. Rijke steden hadden een stadsmuur. Een belangrijk gebouw in de stad was het badhuis. Het badhuis was meer dan een plek waar je kon baden. Je kon er met een aantal vrienden de middag door brengen. In een badhuis was een koud bad, een lauwwarm bad, een warm bad en een zwembad. Er was ook een renbaan en een bibliotheek. Om het badhuis lagen winkels en kantoren. In de stad werd veel aan handel gedaan. Er leefden ook mensen uit andere culturen, vooral Grieken en Joden. De meeste leraren waren Grieks.
Bijna al het eten voor de mensen in de stad kwam van het platteland. Op het platteland waren kleine boerderijen maar ook grote landgoederen. Die zijn meestal eigendom van een rijke Romein, die in de stad woont. Ze laten dan ook een landhuis bij de boerderij bouwen. Hij stelt dan ook iemand aan die op het huis en de landgoederen moet letten. Bij zo'n boerderij werkten meestal slaven of arme mensen. Sommige boerderijen verbouwden maar een gewas, maar meestal werden er meerderen verbouwd. Olijven werden er het meest verbouwd. Ze werden geplukt en daarna op een stenen blok leeg geperst. De olie werd dan in een kruik opgevangen. Akkers werden bewerkt met een ploeg, die door twee ossen getrokken werd.
Slaven waren meestal mensen die in veroverde steden gevangen genomen werden. Ze waren eigendom van een rijke Romein. Een kind van een slaaf werd vanzelf eigendom van de meester. Slaven moesten het hardste werk doen. Als ze dat niet deden kregen ze zweepslagen. Ze hadden ook geen rechten. Een rijke Romein liet alles door zijn slaven doen. Als een slaaf een misdaad pleegde, kreeg hij ook een zwaardere straf dan een Romein, die dezelfde misdaad pleegde.
De Romeinen hadden veel verschillende gerechten waarvan je misschien nog nooit gehoord hebt.
2.
Een Romeinse menukaart:
Voorafjes:
kwal met eieren
varkensuiers gevuld met zee-egels
schoteltje van in melk en eieren gekookte hersens
met melk vetgemeste slakken, gefrituurd en met een wijnsausje.
Hoofdgerechten:
gekookte struisvogel met zoete saus
gebraden papegaai
relmuizen, vetgemest en gevuld met varkensworst en op smaak gemaakt met peper en noten
flamingo, bereid met dadels
Nagerechten:
dadels zonder pit, gevuld met noten en pijnboompitten, gebakken in honing
warm, zoet Afrikaans wijngebak met honing
Rijke Romeinen hielden wel eens grote feesten voor een paar vrienden. Daar werd zoveel gegeten dat de gasten er misselijk van werden. Er was een speciaal hokje, het vomitorium, waar de gasten konden overgeven. Daarna aten ze gewoon weer verder.
Het kledingstuk wat door zowel mannen als vrouwen werd gedragen was de tunica. Het was eigenlijk een soort zak met drie gaten voor de armen en het hoofd. De mannen die droegen een tunica die tot de knieën kwam en de vrouwen een die tot de grond kwam. Mannen droegen over de tunica nog een toga. Een toga is een lap stof van ongeveer 20 m2. Het was erg ingewikkeld om te dragen. Je moest niet te wild bewegen met een toga om, anders gleed hij van je schouder. Een toga werd vaak gekleurd, omdat dat er leuk uitzag. De kostbaarste kleurstof was purper. Die was afkomstig van de purperslakken. Er waren ongeveer 10.000 slakken nodig om een mantel purper te verven, dus alleen de keizer kon zich dat veroorloven. Sommige rijke Romeinen hadden een streep purper op hun mantel. Aan hun voeten droegen ze meestal sandalen.
Bron: http://proto.thinkquest.nl/~jrc094/
3.
Romeinen
In de tijd van de Romeinen werden er al 'kleinste kamertjes' op een continu spoelend rioolsysteem aangesloten. Deze kan men de eerste toiletten noemen. De gewone mensen moesten hun behoefte kwijt in een emmer. In deze tijd ontstonden de eerste openbare toiletten. Hier ligt de oorsprong van een spreekwoord dat wij nu nog steeds kennen. Toen keizer Vespasianus hoorde dat de in de latrine opgevangen urine werd verkocht om te gebruiken bij de productie van leer en wol, besloot hij belasting te heffen op het gebruik van de latrines. Toen zijn zoon Titus bezwaar maakte tegen deze belasting, liet hij hem ruiken aan een munt. Titus moest toegeven dat hij niets rook. Hierop antwoordde Vespasianus: Pecunia non olet (geld stinkt niet).
http://nl.wikipedia.org/wiki/Toilet
4.
De levensverwachting van de Romeinen was gemiddeld 28 jaar. Middeleeuwers werden gemiddeld 33 jaar.
http://www.marketingpulse.nl/50plus-future/archives/2006/01/het_senioren_me.html
5.
Geschiedenis en context van Reiki
De oprichter van de Reikimethode is de Japanner Mikao Usui. Op 15 Augustus 1865 is Mikao Usui in het dorp Taniai-mura in Japan geboren. Deze eerzame man overleed in 1925. Als kind is hij naar een kloosterschool van de boeddhistische Tendaï-sekte gestuurd. Hij bleef vele jaren in het klooster en studeerde hard. Hier werd waarschijnlijk de basis van zijn levenslange interesse voor healing gelegd. Mikao Usui heeft het systeem van Reiki doorggegeven aan zijn studenten.
In 1937 is Reiki door Hawayo Takata (zie foto rechtsonder) in Hawaï (VS) geïntroduceerd. Vanuit de Verenigde Staten heeft Reiki eind jaren ‘70 ook haar weg naar Nederland gevonden. Steeds meer mensen wereldwijd ontdekken de prachtige en eenvoudige Reikimethode. Op het moment zijn er in Nederland meer dan duizend (amateur of part-time) Reikileraren en overige amateur Reikibeoefenaars. Sinds een paar jaar is er weer direct contact tussen het Westen en de Reikibehandelaars in Japan.
Reiki is een paranormale geneeswijzen
Reiki wordt gerekend tot de paranormale geneeswijzen. Ander termen voor paranormaal therapeuten zijn handoplegger, magnetiseur, strijker of healer. Het wetenschappelijke Therapeutic Touch (TT) is ook verwant. De paranormale geneeskunde is eeuwenoud, waarschijnlijk is het één van de oudste therapieën die de mensheid kent, en is altijd erg populair geweest. In vrijwel alle culturen treft men de archetypische figuur van de genezer aan. China, India, Mesopotamië, Egypte en Israël kenden scholen op dit gebied. Ook in Europa kenden de Kelten, de Germanen en later de Grieken en de Romeinen mensen die hun paranormale krachten aanwendden ter genezing van anderen. De afgelopen decennia is er een grote belangstelling ontstaan voor Reiki, healing en andere intuïtieve benaderingen.
http://www.atlasreiki.nl/watisreiki/waarvandaan.html
6.
de beschaving
[[]] aqudaduct
De betrekkelijke rust en veiligheid maakten het mogelijk dat de Romeinse beschaving overal doordrong. Door hun veroveringen in het Oosten kwamen de Romeinen in aanraking met het Hellenisme. Griekse wetenschap en wijsbegeerte gingen samen met het praktisch en technisch vernuft van de Romeinen. Hun organisatievermogen, discipline, rechtsgevoel en verdraagzaamheid stelden de Romeinen in staat zoveel volken en stammen over zo'n lange periode te overheersen.
Niet alleen in Rome zelf maar ook in de provincies was het bestuur voortreffelijk georganiseerd. De goed getrainde en gedisciplineerde legioenen garandeerden, na hun enorme veroveringen, lange tijd vrede en veiligheid. De voor alle Romeinse burgers geldende wetten vergrootten de rechtszekerheid. Ook de niet-Romeinen en zelfs de slaven werden door wetten beschermd tegen te grote willekeur. Hierdoor ontwikkelde zich het Romeinse recht zodanig dat men het tot ver in de Middeleeuwen bleef toepassen.
De praktische instelling van de Romeinen blijkt vooral uit hun architectuur, weg- en waterbouw. De rondboog maakte tot dan onmogelijke constructies mogelijk. Zo verrezen overal in het rijk viaducten,aquaducten, amfitheaters, triomfbogen en tempels. Een uitstekend wegennet verbond de hoofdstad met de verste uithoeken van het rijk.
<<<
[[]] amfitheater
In de samenleving was de familieband van groot belang. Het hoofd van de familie oefende tot zijn dood zeggenschap uit over al zijn kinderen. De voorouderverering had een belangrijke plaats in de godsdienst, die verder veel goden kende en veel waarde hechtte aan natuurverschijnselen en diergedrag. In de keizertijd kreeg de keizer goddelijke eer. Hierdoor kwamen de christenen in conflict met de staat. Zij mochten immers geen afgoden dienen. Soms werden de zij dan ook heftig vervolgd totdat hun godsdienst in het begin van de vierde eeuw officieel werd erkend. In 380 werd het Christendom zelfs staatsgodsdienst.
Zoals overal in de Oudheid vormde de slavernij een wezenlijk onderdeel van de maatschappij. Het lot van de huisslaaf was aanzienlijk beter dan dat van de slaaf op de velden en in de mijnen. De grote slavenopstanden zeggen niet alleen iets over de hoeveelheid slaven maar ook over hun behandeling.
Voor een beschaafde Romein was het Grieks onmisbaar. Zijn eigen taal , het Latijn, werd buiten Italië door de machtigen en aanzienlijken gesproken. . Livius, Tacitus, Virgilius, Seneca en vele anderen brachten de letterkunde op een hoog peil. Beeldhouwers en schilders (fresco's) vereeuwigden de roem en grootheid van hun opdrachtgevers.
http://www.digischool.nl/kleioscoop/tekst/oudheid_rom.htm
Liggend eten
In de Romeinse tijd waren de verschillen tussen rijk en arm erg groot. Dit is terug te vinden in het eten en drinken dat de Romeinen tot zich namen, maar ook op andere vlakken is het verschil duidelijk. Romeinen uit de rijke bovenlaag woonden niet in een insula, maar in een villa. Deze huizen hadden meestal een aantal kamers die gelegen waren rondom een atrium, een open binnenplaats. In de tweede eeuw v.Chr. werd het atrium meestal gebruikt als eetruimte, later at men in de mooiste kamer van de villa die aan één kant aan het atrium grensde en aan de andere kant aan de tuin. Deze kamers waren vaak prachtig gedecoreerd met muurschilderingen en kleurige mozaïeken op de vloer. Meestal stonden in de eetkamer drie aanligbedden in een U-vorm opgesteld. Deze opstelling werd triclinium genoemd, evenals de eetkamer zelf. Een aanligbed is een breed bed waar drie of vier mensen naast elkaar op konden liggen. De gasten lagen op hun linkerzij en ondersteunden hun hoofd met hun linkerarm. De rechterarm was vrij voor het pakken van eten en drinken. Naast de bedden werden kleine tafeltjes neergezet waarop het eten door slaven in hapklare brokken opgediend werd.
De Romeinen kenden eigenlijk maar twee echte kledingstukken: de toga en de tunica. De toga werd gedragen bij officiële gebeurtenissen, zoals de salutatio, en de tunica bij het werken in huis. Vrouwen droegen in plaats van een toga een soort wit wollen gewaad, stola genaamd. De toga
De toga werd, zoals net al vermeld, alleen bij officiële gelegenheden gedragen. Salutatio, toespraken, plechtigheden, grote feesten en bezoek van deftige gasten waren redenen om zo'n ongemakkelijke toga te dragen. In het dagelijkse leven was dit kledingsstuk niet zo van belang, omdat je je er niet gemakkelijk in kon bewegen, want dan vielen de plooien verkeerd.
De toga bestond uit een grote witte wollen doek, in trapeziumvorm. Deze doek werd op een ingewikkelde manier om het lichaam gedrapeerd. Voor dit karwei hadden veel patroni (mv. van patronus) zelfs een aparte slaaf!
Jongens tot en met 16 jaar droegen een toga met een purperen rand. Dat heette een toga praetexta. Ook senatoren, leden van de senaat, de regering van het Romeinse rijk, droegen de toga praetexta. Op hun 16e verjaardag leverden de jongens hem in voor een toga virilis, een onversierde, kale toga. Deze plechtigheid betekende dat de jongen nu volwassen was. Als een Romein zich kandidaat stelde in de verkiezingen voor een van de vele politieke functies, mocht hij een toga candida, een extra witte toga, dragen. Als hij meedeed aan de verkiezingen werd hij een candidatus. Dat woord komt van candidus, wat blinkend wit betekend.
De enige die een geheel purperen toga, een toga picta, mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk.
De tunica
De tunica werd door de proletariërs, winkeliers, bouwvakkers enz. de hele dag gedragen, omdat je je in dit kledingstuk goed kunt bewegen, je hoeft niet op de plooien te letten en het is een stuk luchtiger. De tunica werd ook wel onder de toga gedragen.
De tunica was een simpel lang hemd met primitieve mouwen. Het hemd werd met een riem een beetje opgebonden.
Schoeisel
Aan hun voeten droegen de Romeinen leren sandalen, overal en altijd. Verder kenden ze eigenlijk geen schoenen of iets dergelijks.
Bronnen
http://library.thinkquest.org/22866/Dutch/Romdag/Kleding.html
http://www.schooltv.nl/vroegerenzo/pagina.jsp?nr=vz_werkstuk&wsnr=130967
http://users.pandora.be/vbz/overzicht.htm
http://www.webquests.nl/matrix/wq002/04bron.htm
http://ancienthistory.about.com/od/punicwars/
http://www.scholieren.com/werkstukken/8102
http://nl.wikipedia.org/wiki/Romeins_legionair
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tunica_(Rome)
http://www.ethesis.net/romeinse_arts/romeinse_arts_besluit.htm
http://satura-lanx.telenet.be/Vita%20Romana/02_Vita%20Romana_dagelijks%20leven/20_3J.htm
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tunica_%28Rome%29
http://library.thinkquest.org/22866/Dutch/Romdag/Kleding.html
Deelvraag 1
Bron 1
Toen de Romeinen kwamen veranderde er veel in Nederland. Eén van de eerste veranderingen waren de heerwegen. Heer betekent leger. Vanuit Rome hebben de Romeinen wegen aangelegd. Die liepen naar alle landen van het Romeinse Rijk. Over deze wegen konden Romeinse soldaten snel overal komen met hun wagens. Ook gewone reizigers en handelaren maakten gebruik van deze wegen. Gewone reizigers moesten onderweg wel oppassen voor struikrovers. Daarom reisden ze het liefst in kleine groepen of met een groep soldaten. De heerwegen waren heel breed en belegd met platte stenen of met grind. Langs de wegen stonden mijlpalen. Daarop kon je zien hoe ver het nog was naar de volgende stad.
Bron 2
De Romeinen hadden een groot leger. Het leger was opgebouwd uit groepen. De grootste groep was een legioen van 6000 soldaten. De Romeinen hadden ook een leger van hulptroepen. Dat bestond uit soldaten die niet Romeins waren. Een soldaat die in dienst ging van de hulptroepen, moest 25 jaar dienen. Daarna kreeg hij dezelfde rechten als een Romein. Vijandelijke stammen probeerden regelmatig het Romeinse Rijk aan te vallen. Daarom bouwden de Romeinen langs de grenzen legerkampen. Zo'n kamp noemen we een castellum. Hier woonden de soldaten. Zij hielden daar de grens goed in de gaten.
Bron 3
Aan de Romeinen danken we een aantal uitvindingen, bijvoorbeeld de waterleiding. Water van heldere beekjes in de bergen of heuvels werd naar de huizen in de steden geleid. Dit kon met behulp van aquaducten. In een soort goot boven op het aquaduct stroomde het water van de bergen naar de stad. Een andere uitvinding van de Romeinen was de centrale vloerverwarming. Het vuur verwarmde de lucht onder de vloer en de lucht die door holle stenen van de muren stroomde.
Bron 4
De Republiek werd bestuurd door de Senaat. De senaat telde in het begin 300 mannen. Het waren allemaal rijke mannen, die we Patriciërs noemen. De senaat werd geleid door 2 mannen, de consuls. Die 2 mannen waren in oorlogstijd de baas van het leger, minister van justitie en minister - president. De 2 consuls werden ieder jaar gekozen door de mannelijke burgers in Rome.
Deelvraag 2
Bron 1.
Graan
Graan bestaat in vele vormen. Tarwe was bij de Romeinen veruit het populairst omdat het goed smaakt en uitstekend verteerbaar is. Gerst was nummer twee. Gerst was voor de dieren en de allerarmsten een alternatief, maar de graanuitdelingen voor de Romeinse burgers bestonden uit tarwe. Er bestaan verschillende tarwefamilies, maar hun onderscheidt ligt meer in smaak en verwerkbaarheid dan in kilocalorische waarde. Moderne tarwe kende zijn voorloper in triticum vulgare waarvan de rijkste Romeinen siligo lieten malen; de bloem waarvan witbrood kon worden gemaakt. De gewone Romein liet zijn graan vermalen tot gewoon meel. Onze moderne tarwe is een directe afstammeling van de triticum vulgare. Voor dit onderzoek stel ik deze aan elkaar gelijk . De kilocalorische waarde van modern tarwemeel is 306 kcal per 100 gram.
Bron 2.
Bij de maaltijd lagen de Romeinen op hun zij op aanligbedden. Bij het eten gebruikten ze wijn. Meestal deden ze water in de wijn. Het eten werd opgediend in eetkommetjes en schalen. Vorken gebruikten ze niet. Ze aten met hun vingers. Die veegden ze later af aan het tafellaken of aan het haar van de slaven.
In de Romeinse tijd kon je maar beter niet ziek worden. Er waren niet veel medicijnen. Meestal gebruikte men kruiden. Er waren wel artsen. Zij leerden het vak in het leger. Ze waren heel knap in het behandelen van vleeswonden en botbreuken. Verder deden de mensen hun best om te voorkomen dat ze ziek werden. Dus gezond eten, je goed wassen en een amulet dragen om het kwaad af te weren.
Bron 3.
Vooral in de winter was het moeilijk om verse groente en vers fruit te eten, want het was er gewoon niet. Je kon het voedsel niet lang bewaren. er waren natuurlijk geen vriezers of koelkasten ! Er waren wel manieren om het voedsel wat langer te kunnen bewaren, zoals drogen, roken, inzouten of inmaken. Toch aten veel Romeinen vaak bijna bedorven voedsel. Vandaar dat de Romeinen van sausjes hielden. Deze sausjes zorgden nog voor een aangename smaak. De Romeinen kenden geen aardappelen, sinaasappels, tomaten, citroenen, thee of koffie. In de morgen aten de Romeinen water en brood. Het middageten bestond uit vlees, vis, fruit en wijn. De Rijke Romein ging al om 2 of 3 uur 's middags naar huis. Dan begon het diner, de hoofdmaaltijd. Het diner duurde vaak meerdere uren. Soms waren er vrienden uitgenodigd die mee aten. Men kleedde zich om voor het diner en men at liggend op een bank. De Romeinen gebruikten geen vorken, dus moesten de handen regelmatig gewassen worden.
Bron 4.
Aangezien in de graven steeds slechts enkele medische instrumenten worden aangetroffen, lijkt een georganiseerde gezondheidszorg niet bestaan te hebben en zou het model van de pater familias als geneesheer wel plausibel kunnen zijn.
Bron 5
Statistisch gezien kunnen we over de levensverwachting in het Romeinse rijk het volgende zeggen:
* tussen 20 % en 50 % van de kinderen overleden vóór ze een jaar oud waren;
* van de overlevende kinderen bereikten velen nooit hun zevende verjaardag;
* bij de geboorte had een kind een levensverwachting die varieerde tussen 20 en 35 jaar;
* als een kind vijf jaar kon worden, was de kans dat het ouder werd dan 50 nog steeds erg klein...
Deelvraag 3
Bron 1
Einde van het West-Romeinse Deel
Tegen de tijd van Romulus Augustulus was van het westelijk deel van het keizerrijk alleen nog Italië over, en een klein stukje van Gallië. Hij heeft ook niet langer dan ongeveer tien maanden over dit rijk geregeerd; waarschijnlijk tot 4 september 476. Op die datum, of mogelijk kort daarna, werd hij onttroond door Odoaker, leider van de opstandige Germaanse troepen, die zichzelf daarna uitriep tot Koning der Germanen in Italië, onder het (theoretische) keizerschap van het Oosten. Vandaar dat, ook al is er één bron die Romulus Augustulus een regering van 10 jaar toebedeelt, 476 over het algemeen beschouwd wordt als het einde van het West-Romeinse keizerschap. Dit theoretische ongedeelde keizerschap van de oost-Romeinse keizers over het gehele Romeinse Rijk bleef geldig totdat Karel de Grote door Constantinopel, overigens met tegenzin, werd erkend als nieuwe 'Keizer van het Westen'. Dit 'hernieuwde West-Romeinse Rijk' ging verder de geschiedenis in als het 'Heilige Roomse Rijk'.
Bron 2
THE SECOND PUNIC WAR.-FROM CANNAE TO THE BATTLE OF ZAMA (216-202).
ROME was appalled; but though defeated, she was not subdued. All the Latin allies were summoned for aid in the common peril. Boys and old men alike took up arms even the slaves were promised freedom if they would join the ranks.
Deelvraag 4
Bron 1
De Romeinen werden rond 280 v. Chr. met dit probleem geconfronteerd bij de aankoop van wapens in Griekse steden. De Grieken accepteerden alleen voor hen gangbaar muntgeld. De munten werden gegoten (brons) of geslagen (zilver), de Grieken werden betaald en het systeem werd een blijvertje. En zo wandelde het muntstelsel meer dan twee eeuwen later met de Romeinse soldaten ons land binnen.
Een aantal woorden uit het Latijn herinnert aan de periode voor het muntgeld. Zo komt ons woord salaris van het Latijnse sal (zout), dat ooit als salaris werd gegeven. Pecunia betekent geld, en het komt van pecus (vee of kudde). Ons woord munt komt overigens van moneta (geld), en is ook terug te vinden in het Engelse money.
Enne... succesvol?
Rond de legerkampen werd het geld gemakkelijk geaccepteerd. Dat hoefde niet vanwege de erin gestempelde geldwaarde (nominale waarde) te zijn. De hoeveelheid edelmetaal (intrinsieke waarde) was waarschijnlijk belangrijker. Munten bleven op die manier ruilmateriaal. De 'gewone' ruilhandel met sieraden, mantelspelden, gewichten, en baren metaal ging ook gewoon door.
Met het vertrek van de Romeinen, rond 400 n. Chr., verdween ook het muntgeld weer uit onze gebieden. Administratief werd geld nog als waardeaanduiding gebruikt, bijvoorbeeld in is handig, want zo helpt een munt een grondlaag of de restanten van een bouwwerk te dateren Middeleeuwse kloosters, maar betaald werd er nog lang in natura. Pas in de 14de eeuw maakt de munteconomie een geslaagde comeback.
Dol op munten
In opgravingen worden munten gevonden. Uit opschriften en afbeeldingen op munten is een jaartal af te leiden. Dat. Grondlagen en vondsten boven de munt zijn jonger dan de munt, dat wat er onder gevonden wordt is ouder.
Metaaldetectoren zijn op archeologisch terrein daarom alleen toegestaan in handen van archeologen. Ze kunnen immers ook munten traceren. Maar wie een munt zomaar uit de grond haalt, berooft de bodem van een kostbare dateringsmogelijkheid.
Bron 2
De armere Romeinen woonden in flats. Deze werden "insulae" (letterlijk: eilanden) genoemd. Deze hadden vaak 3 of meer verdiepingen. Ze bestonden uit kleine kamertjes. Een zo'n kamer was dan een woning. De kamers kregen licht door open vensters. Er zat dus geen glas of zo voor. Op de begane grond waren er vaak kleine winkeltjes.
De onderste 3 verdiepingen waren van baksteen gemaakt, alles wat daarboven kwam werd van hout gemaakt. Augustus gaf als maximum-hoogte voor de "insulae" 20 meter. Trajanus bracht dat later terug tot 17 meter. Toch bleven de gevaren van de insulae groot. Instortingen en branden waren aan de orde van de dag.
Deelvraag 5
Bron 1
Meisjes van 14 jaar waren volwassen. Bij jongens gebeurde dat als ze ongeveer 16 of 18 jaar waren. Meisjes werden in die tijd uitgehuwelijkt. De vader koos een man voor hen. Als ze dan trouwden ging het meisje bij de familie en in het huis van haar man wonen. Zij kreeg ook de naam van haar man. Na het feest werd zij door de bruidegom over de drempel gedragen, want als ze zelf zou struikelen dan zou dat ongeluk brengen.
Bron 2
De toga
De toga werd, zoals net al vermeld, alleen bij officiële gelegeheden gedragen. Salutatio, toespraken, plechtigheden, grote feesten en bezoek van deftige gasten waren redenen om zo'n ongemakkelijke toga te dragen. In het dagelijkse leven was dit kledingsstuk niet zo van belang, omdat je je er niet gemakkelijk in kon bewegen, want dan vielen de plooien verkeerd.
De toga bestond uit een grote witte wollen doek, in trapeziumvorm. Deze doek werd op een ingewikkelde manier om het lichaam gedrapeerd. Voor dit karwei hadden veel patroni (mv. van patronus) zelfs een aparte slaaf!
Jongens tot en met 16 jaar droegen een toga met een purperen rand. Dat heette een toga praetexta. Ook senatoren, leden van de senaat, de regering van het Romeinse rijk, droegen de toga praetexta. Op hun 16e verjaardag leverden de jongens hem in voor een toga virilis, een onversierde, kale toga. Deze plechtigheid betekende dat de jongen nu volwassen was. Als een Romein zich kandidaat stelde in de verkiezingen voor een van de vele politieke functies, mocht hij een toga candida, een extra witte toga, dragen. Als hij meedeed aan de verkiezingen werd hij een candidatus. Dat woord komt van candidus, wat blinkend wit betekend.
De enige die een geheel purperen toga, een toga picta, mocht dragen was de keizer van het Romeinse rijk.
De tunica
De tunica werd door de proletariërs, winkeliers, bouwvakkers enz. de hele dag gedragen, omdat je je in dit kledingstuk goed kunt bewegen, je hoeft niet op de plooien te letten en het is een stuk luchtiger. De tunica werd ook wel onder de toga gedragen.
De tunica was een simpel lang hemd met primitieve mouwen. Het hemd werd met een riem een beetje opgebonden.
Schoeisel
Aan hun voeten droegen de Romeinen leren sandalen, overal en altijd. Verder kenden ze eigenlijk geen schoenen of iets dergelijks.
Bron 3
Mannen en vrouwen in het Romeinse rijk droegen een tunica. De tunica was een lang en mouwloos kledingstuk van linnen of katoen dat rond het middel met een gordel was vastgesnoerd. Bij de mannen hing de tunica op de knie, maar voor de vrouwen was deze langer. Onder de tunica werd door de mannen een lendendoek of een ander soort broek gedragen. Vrouwen droegen ook nog een borstlap, vastgemaakt met een mantelspeld of fibula. De tunica die de vrouwen droegen werd soms ook wel stola genoemd. Het eenvoudige volk dat alleen een tunica droeg, werd Tunicati genoemd.
Tot welke rang de mensen behoorden, was gemakkelijk te zien aan hun kleding. De verschillende Romeinse kledingstukken waren heel eenvoudig: de tunica reikte tot aan de knieën of kuiten en was bij de hogere standen versierd met een purperen strook, clavus genoemd. Deze was breed voor de senatoren en smaller voor de equites.
Deelvraag 6
Bron 1
De proletariërs aten van wat de man die dag bij elkaar gesprokkeld had. Dat kon veel zijn, maar ook niks. Dan zat er niks anders op dan honger lijden. Na het eten gingen de meeste proletariërs naar bed, want de volgende dag moesten ze weer vroeg op, om zich naar de salutatio te haasten.
Bron 2
Een diner bestond meestal uit een hors d'oeuvre en 3 gangen.
· Hors d'oeuvre: over het algemeen met eieren, vijgen en olijven.
· Voorgerecht: sla, groenten, champignons.
· Hoofdgerecht: vlees of vis (meestal zeebarbeel of tarbot, daar waren de Romeinen dol op), met veel saus.
· Nagerecht: kaas, fruit of gebak.
De Romeinen aten met hun vingers. Dat kon omdat de slaven al het vlees en de vis in hapklare brokken sneden, voordat het op tafel kwam. Als hun vingers vies waren doopten de Romeinen ze in kommetjes met water. Soms gebruikten de Romeinen een lepel, maar messen kwamen niet op tafel. Die werden alleen in de keuken gebruikt. Vorken gebruikten de Romeinen al helemaal niet.
Bij een diner lagen de mannen op aanligbedden, en de vrouwen zaten er op stoelen bij. De kinderen zochten hun plaatsje op de rand van een aanligbed of op de grond. Na het echte eten gingen de kinderen naar bed, terwijl de volwassenen door bleven praten en wijn en andere drankjes dronken. Zoiets noemt men een bachanaal. Het was dus meestal erg gezellig bij een diner.
Nog iets merkwaardigs: De (rijke) Romeinen lieten hun tafel in de keuken dekken, waarna de slaven de tafel met al het eten erop naar het triclinium brachten
De bronnen:
De bronnen die ik voor heel mijn stuk heb gebruikt waren:
De inleiding over de kruistochten:
http://mediatheek.thinkquest.nl/~kla027/
het stuk over de boekdrukkunst:
http://www.literatuurgeschiedenis.nl/literatuurgeschiedenis.asp?ID=17
Het stuk over de Gloeilamp:
http://users.skynet.be/zoekheteensop/gloeilamp.htm
Het stuk over de TV:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_televisie
het stuk over de Computer:
http://proto.thinkquest.nl/~llb306/geschiedenis.html
Het stuk over de Radio:
http://home.luna.nl/~arjan-muil/radio/corver.html
Het stuk over het verouderen van de Mens door de jaren heen:
http://www.gewina.nl/dutch/anwfiles/deknecht_gifslang.htm
Het stuk over de middeleeuwen:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Nederland#Late_Middeleeuwen
Dit is geen bron maar gewoon een verwijzing:
Het is een goed stuk om het te gebruiken bij het verslag:
http://dutchrevolt.leidenuniv.nl/Nederlands/default.htm
stuk van de 80-jarige oorlog:
http://home.tiscali.nl/adsl269389/Severijnen/S712.htm en http://nl.wikipedia.org/wiki/Tachtigjarige_Oorlog
Stuk over Tweede wereldoorlog:
http://www.wo2.nl/
Stuk over kledij van de middeleeuwen (let er wel op het is in het Engels!!):
http://www.personal.utulsa.edu/~marc-carlson/cloth/bockhome.html
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten