Hfdst 1: Het leven en werk van Livius
1.Livius’ leven
Livius werd waarschijnlijk geboren in 64 (of 59) voor Christus, in Patavium. In 17 (of 12) na Christus is hij in Padua gestorven.
Hij kwam uit een rijke familie, want zijn ouders konden de opleiding bekostigen in de Grieks-Latijnse literatuur à de retorica (welsprekendheid) en de filosofie. Zijn liefde ging uit naar geschiedschrijving
Bugeroorlogen à Caesar/ Pompeius (49-48) & Marcus Antonius & Octavianus
De beschrijving van de hele geschiedenis van Rome vanaf de stichting van de stad in 753 voor Chr. tot aan zijn eigen tijd. à Ab urbe condita Libri : 142 boeken (60/70 pag) 1e 5 boeken
Voorkeur voor oude Romeinse normen en waarden. Augustus slaagde er in zijn macht te consolideren en trof maatregelen om de ouderwetse moraal weer in ere te herstellen
2.Livius’ geschiedwerk
Recitationes à openbare bijeenkomsten waar schrijvers en dichters uit eigen werk voordroegen.
Decaden à is het in ingedeeld; onderdelen van 10 boeken.
Pontifex maximus (opperpriester) en Annales maximi (jaarboeken). Was gebaseerd op de jaarlijkse verslagen.
Periochae à inhoudsoverzichten die in de 4e eeuw na chr. zijn samengesteld. Daardoor kennen we de inhoud van de verdwenen boeken.
3.De geschiedenis als leerzame les
Doel van livius: prestaties van het ‘belangrijkste volk’ ter wereld vereeuwigen.
Morele bedoeling: goede, inspirerende, maar ook waarschuwende voorbeelden uit de geschiedenis geven, zodat zijn lezers het deugdzame gedrag en de moraal van de voorouders tot hun voorbeeld nemen, zowel op individueel als op nationaal niveau.
Idealisatie van Rome: ‘geen staat was ooit groter of rechtvaardiger of rijker aan goede voorbeelden’. Hij vindt echter dat dit verloren ging door de grote welvaart à het was dus hard nodig om achteruit te kijken en kennis te nemen van het grootse verleden van Rome en hieruit je lessen te trekken.
Hfdst 2 De Grieken: de geschiedenis tot aan Philippus 5
1.Romeinen en Grieken; de eerste contacten
De Griekse kolonies in Zuid-Italie
214 v Chr. à Romeinen voor het eerst in Griekenland.
8e eeuw v Chr à Grieken overbevolking; kolonies overzee stichten (zuid-Italie, Sicilie) à Etrusken. ß sterk beinvloed Griekse kunst.
-Rome stond onder leiding van Etruskische koningen.
-Na 509 v Chr à Republiek à opmars naar Italie. Amicitia-verdragen
De Griekse koning Pyrrhus steekt over naar Italie
Heropening aanval
De eerste Punische Oorlog
Carthagers vonden de aanwezigheid van Carthagers op Sicilie bedreigend à 1e P.O.
Sicilie werd, met al haar Griekse steden, de 1e Romeinse provincie. Romeinen werden zich bewust van hun machtspositie à richten zich op het oosten à Hellenisme
2.De erfenis van Alexander de Grote
Het rijk van Alexander de Grote
2e P.O. à (221-201 v Chr) à Philippus 5, koning van Macedonie.
Had griekenland en wilde de aartsvijand verslaan; het Perzische koninkrijk. 336àvermoord. Alexander rukte in 334 op naar Perzie, versloeg Darius en ging daarna verder naar het oosten
Het Hellinisme
Wegvallen van grenzen à culturen beginnen elkaar te beïnvloeden. De cultuur die in die smeltkroes ontstaat = Hellenisme. Grieks was de dominante cultuur à koine= gemeenschappelijk(e taal).
Uiteenvallen van Alexanders rijk
323à alexander dood. 3 grote machtsblokken: (pergamum)
1. Macedonie
2. het Seleucidenrijk
3. Egypte
Macedonie en Griekenland na Alexanders dood
Macedonie verloor greep op Grieken:
1. Achaeische Bond
2. Aetolische Bond (&Athene sloten zich niet bij confederatie aan)
224à Grieks-Macedonische confederatie
Hfdst 3: Het verdrag tussen Philippus en Hannibal
1.Philippus van Macedonie
Het begin van de 2e P.O. (218-201 v Chr)
De Carthaagse generaal Hannibal leidde zijn troepen over de Alpen en viel de Romeinen op hun eigen grondgebied aan. Philippus wilde zijn grondgebied uitbreiden en ondernam pogingen om Illyrie te annexeren (een protectoraat van Rome). Al lukte het niet, toch was de toon gezet voor de relatie met Rome.
De eerste Macedonische Oorlog (214-205 v Chr)
slag bij Cannaià Romeinen leden nederlagen tegen Hannibal. à Philippus meende dat een bondgenootschap met Hannibal voordelig uit zou pakken voor de Macedoniers.. Hij stuurde gezanten naar Hannibal, maar de Romeinen wisten ervan en konden tegenmaatregelen nemenà ze pakten Philippus op zijn eigen grondgebied aan (214 naar Illyrie). Ze hadden de steun van de Aetolische bond en Pergamum. Philippus leek te winnenà vrede met Aetolische bond + Romeinen.
bedienden apart waren genomen en door ~
ment( en) waren banggemaakt, is ook d~~~ri~~
gevonden van Hannibal aan Philippus en 2.0 de overeenkomsten tussen de koning der Mace- doniërs en de Carthaagse aanvoerder.
Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, schecn het het beste om de gevangcncn en hun bedien- den naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengcn. Hier- voor werden vijf zeer snelle schcpen uitgekozen
en Lucius Valeriw 2.5 Antias werd gezonden om .
de leiding te hebben en aan hem werd opge- dragcn om de gezanten over alle schepen te vcr- delen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling gecn enkel ge- sprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
bedienden apart waren genomen en door ~
ment( en) waren banggemaakt, is ook d~~~ri~~
gevonden van Hannibal aan Philippus en 2.0 de overeenkomsten tussen de koning der Mace- doniërs en de Carthaagse aanvoerder.
Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, schecn het het beste om de gevangcncn en hun bedien- den naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengcn. Hier- voor werden vijf zeer snelle schcpen uitgekozen
en Lucius Valeriw 2.5 Antias werd gezonden om .
de leiding te hebben en aan hem werd opge- dragcn om de gezanten over alle schepen te vcr- delen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling gecn enkel ge- sprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
bedienden apart waren genomen en door ~
ment( en) waren banggemaakt, is ook d~~~ri~~
gevonden van Hannibal aan Philippus en 2.0 de overeenkomsten tussen de koning der Mace- doniërs en de Carthaagse aanvoerder.
Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, schecn het het beste om de gevangcncn en hun bedien- den naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengcn. Hier- voor werden vijf zeer snelle schcpen uitgekozen
en Lucius Valeriw 2.5 Antias werd gezonden om .
de leiding te hebben en aan hem werd opge- dragcn om de gezanten over alle schepen te vcr- delen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling gecn enkel ge- sprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
Philippus zendt gezanten naar Hannibal
bedienden apart waren genomen en door ~
ment( en) waren banggemaakt, is ook d~~~ri~~
gevonden van Hannibal aan Philippus en 2.0 de overeenkomsten tussen de koning der Mace- doniërs en de Carthaagse aanvoerder.
Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, schecn het het beste om de gevangcncn en hun bedien- den naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengcn. Hier- voor werden vijf zeer snelle schcpen uitgekozen
en Lucius Valeriw 2.5 Antias werd gezonden om .
de leiding te hebben en aan hem werd opge- dragcn om de gezanten over alle schepen te vcr- delen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling gecn enkel ge- sprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
1 Op deze strijd van / tussen de twee machtigste volkeren ter wereld hadden alle koningen en volkeren hun aandacht gericht, onder wie Philippus, koning van Macedonië, des te meer omdat hij zich dichter / vrij dicht bij Italië bevond en slechts door de Ionische Zee ervan 5 gescheiden was.
Zodra hij bij gerucht had vernomen dat Hannibal de Alpen was overgestoken, had hij zich welis- waar verheugd over de oorlog die tussen de Romeinen en Carthagers was uitgebroken, maar, omdat de krachtsverhouding nog onzeker was, had hij getwijfeld van welk van beide volketen hij de overwinning liever wilde. Nadat al het derde gevecht, de derde overwinning met / in handen van de Carthagers was, 10 voegde hij zich naar het lot, en stuurde gezanten naar Hannibal; dezen, de havens van Brindisi en Tarente vermijdend omdat die door bewaking van Romeinse schepen bezet werden gehouden, gingen bij de tempel van Iuno Lacinia aan land. Daarvandaan door Apulië op weg naar Capua, zijn ze midden in Romeinse bezettingstroepen 15 terechtgekomen, en naar pretor Valerius Laevinus gebracht, die in de buurt van Luceria zijn legerkamp had. Daar zei Xenophanes, de leider van het gezantschap, onverschrokken dat hij door koning Philippus was gestuurd om vriendschap en een bondgenootschap te sluiten met het Romeinse volk; dat hij boodschappen had voor de consuls en de senaat en 20 het Romeinse volk. De pretor, (die) temidden van de opstanden / het afvallig worden van de oude bondgenoten heel blij (was) met het nieuwe bondgenootschap met een zo beroemde koning, ontving de vijanden vriendelijk als gasten Hij gaf mensen om hen te begeleiden; hij toonde (ze) met zorg de wegen en welke plaatsen en welke passen de Romeinen of de vijanden bezet hielden.
bedienden apart waren genomen en door ~
ment( en) waren banggemaakt, is ook d~~~ri~~
gevonden van Hannibal aan Philippus en 2.0 de overeenkomsten tussen de koning der Mace- doniërs en de Carthaagse aanvoerder.
Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, schecn het het beste om de gevangcncn en hun bedien- den naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengcn. Hier- voor werden vijf zeer snelle schcpen uitgekozen
en Lucius Valeriw 2.5 Antias werd gezonden om .
de leiding te hebben en aan hem werd opge- dragcn om de gezanten over alle schepen te vcr- delen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling gecn enkel ge- sprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
Het verdrag
1 Xenophanes kwam door de Romeinse garnizoenen heen in Campanië (en) vervolgens langs de kortste weg in het legerkamp van Hannibal en sloot met hem een vriendschapsverdrag op deze/ de volgende voorwaarden: dat koning Philippus met een zo groot mogelijke vloot -hij scheen echter 200 5 schepen bijeen te zullen brengen -naar Italië zou oversteken en de kust zou verwoesten, (en) voor zover het op hem aankwam, oorlog zou voeren te land en ter zee; (dat) zodra de oorlog beëindigd was, geheel Italië met de stad Rome zelf in het bezit van de Carthagers en Hannibal zou zijn, en de gehele buit aan Hannibal zou toevallen; (dat) wanneer Italië geheel was onderworpen 10 Zij (nl. de Carthagers) naar Griekenland zouden varen en oorlog zouden voeren met degenen die de koning wenste; (dat) die steden van Griekenland en die eilanden die in de buurt liggen van Macedonië zouden toebehoren aan Philippus en zijn rijk.
Het gezantschap wordt door de Romeinen onderschept
1 Op ongeveer deze voorwaarden is een verdrag gesloten tussen de Carthaagse aanvoerder en de gezanten van de Macedoniërs; en de gezanten Gisgo, Bostar en Mago, die met hen mee waren gestuurd om de trouw van de koning zelf te bevestigen, kwamen op dezelfde plaats bij de tempel van Juno Lacinia aan, waar hun schip op een verborgen ankerplaats 5 lag.
Vandaar vertrokken (ze en) toen ze zich op volle zee bevonden, werden ze gezien door de Romeinse vloot die de kusten van Calabrië beschermde; en toen Valerius Flaccus kotters had gestuurd om het schip in te halen en terug te brengen, probeerden de afgezanten van de koning eerst te vluchten, daarna, toen ze merkten dat ze in snel- heid werden overtroffen / werden ingehaald, 10 gaven ze zich over aan de Romeinen en zijn ze naar de bevelhebber van de vloot gebracht, (en) toen hij vroeg wie ze waren en waarvan zij waren / kwamen en waarheen ze op weg waren, spelde Xenophanes (hun) eerste leugen op de mouw die al eenmaal voldoende succesvol was (geweest), (namelijk) dat hij, door Philippus naar Rome gestuurd, bij Marcus Valerius, de enige naar wie een veilige weg was, 15 was aangekomen (en) Campanië niet had kunnen doortrekken, omdat het omgeven was door garnizoenen van de vijand. Daarna, zodra de Carthaagse kleding en (het Carthaagse) uiterlijk de gezanten van Hannibal verdacht maakten, en hun manier van spreken hen, bij ondervraging, verraadde, toen, nadat hun bedienden apart waren genomen en door dreigement(en) waren banggemaakt, is ook de brief gevonden van Hannibal aan Philippus en 20 de overeenkomsten tussen de koning der Macedoniers en de Carthaagse aanvoerder. Toen deze zaak voldoende was uitgezocht, scheen het beste om de gevangenen en hun bedienden naar Rome naar de senaat of naar de consuls, waar die ook maar waren, weg te brengen. Hiervoor werden vijf zeer snelle schepen uitgekozen en Lucius Valerius 25 Antias werd gezonden om de leiding te hebben en aan hem werd opgedragen om de gezanten over alle schepen te verdelen om ze apart te bewaken, en om ervoor te zorgen dat er voor hen onderling geen enkel gesprek noch enig overleg over de tactiek (mogelijk) was.
3.Tekst ter vergelijking;het vrienschapsbedrag tussen Macedonie en Carthago (Polybius, Historiae)
‘Op deze voorwaarde’(5): vergelijk de hier door Polybius genoemde voorwaarden met de voorwaarden die Livius noemt in tekst b. 3 verschillen:
· bij Polybius is geen sprake van de vloot waarmee Philippus aan de oorlog zal deelnemen (er wordt alleen gesproken over ‘te hulp komen’)
· Bij Polybius zullen de Carthagers vijanden zijn van degenen die tegen Philippus oorlog voeren (dus geen hulp in geval van agressie van de kant van Philippus)
· bij Polybius wederzijdse hulp, indien Romeinen oorlog beginnen. Livius beschrijft Philippus als agressor.
Hfdst 4: Rome versus Macedonie
1.Aanloop tot de 2e Macedonische oorlog
Philippus is actief in de Aegeische Zee
Philippus liet zijn oog vallen op het Oosten à bondgenootschap met Antiochus 3 vh Seleucidenrijk à samen aanval op Ptolemaeus 5 van Egypte. Zeehandel werd daardoor verstoord à Rhodus en Attalus (Pergamum) vielen Philippus aan. Attalus à hulp van oude bondgenootschap Rome.
Debat in de senaat: interventie of niet?
Romeinen hadden Hannibal eindelijk verslagen. Pergamum en Rhodus verzochten om steun in de strijd tegen Philippus. Romeinen twijfelden:
· Philippus had zich aan vredesverdrag van 205 gehouden
· met Pergamum en Rhodus nog geen wettig bondgenootschap
· Verbond tussen Philippus en Antiochus zou nadelig kunnen worden
· in de 2e P.O koos Philippus Hannibal
Eerst was de volksvergadering tegen, maar na een donderspeech van Galba, stemden ze in.
2.Livius aan het woord
Het verslag van de Punische oorlogen is afgerond
het doet hem goed dat het einde van de Punische oorlog is gekomen, het duurde 63 jaar en heeft evenveel boeken in beslag genomen als de 487 jaar vanaf de stichting van de stad. Hij komt met iedere stap in een grotere diepte.
De Romeinen ergeren zich aan koning Philippus
Macedonische/ Punische Oorlog verschillen:
· gevaar
· bekwaamheid van de veldheer
· kracht van de soldaten
meer aanzien door:
· roem van hun oude koningen
· oude faam van dat volk
· omvang van de macht waarmee ze eens grote stukken van Eur/Azie pakten
Ze waren Philippus slechtgezind, omdat:
· hij zich tegenover de Aetoliers en andere bondgenoten niet aan de vrede had gehouden
· hij Hannibal en de Puniers had geholpen
Attalus en Rhodus berichten dat er onrust was in Klein-Azie. Naar Ptolemaeus werden 3 afgevaardigden gestuurd, ze moesten meedelen dat:
· Hannibal en de Puniers overwonnen waren
· koning dank brengen
· koning verzoeken oude gezindheid jegens de Romeinen te houden, als ze ooit een oorlog zouden beginnen tegen Philippus
De Senaat wil oorlog tegen Macedonie, het volk is tegen
2 dingen wakkerden de lust tot oorlog aan:
· ze hadden hun handen vrij voor een nieuwe oorlog
· bericht vd Atheners dat Philippus hun land naderde en dat ze hulp nodig hadden
Het offer was gunstig geweest en men besloot de oorlog aan Macedonie te verklaren. Publius Sulpicius kreeg Macedonie als ambtsgebied en hij legde het volk de vraag voor of ze wel of geen oorlog wilden. Bijna iedereen was ertegen, vermoeid door de lange zware 2e P.O. Quintus Baebius begon de senatoren ervan te beschuldigen dat ze het volk geen vrede gunden.
Redevoering van de consul tot de volksvergadering
het volk leek niet te beseffen dat hen niet werd gevraagd OF ze oorlog wilden, maar of ze legioenen in Macedonie wilden of in Italie zelf. Geeft een voorbeeld; de vloot die achter Hannibals gezanten aan was gestuurd. ‘ Wilt u Philippus niet gelijkstellen aan Hannibal en de Macedoniers niet aan de Carthagers?’
· welvaart nu minder in Italie (Na de P.O., dus zelfs DAT kon hen niet redden)
· nu geen behouden bevelhebbers
· nu alles verzwakt
· geen behouden legers
Dichtbijgelegen volken zullen nooit nalaten af te vallen als ze over kunnen lopen. Onze wapens maken in het buitenland gelukkiger en zijn daar machtiger dan thuis. En de goden hebben uitsluitend vreugde en voorspoed voorspeldà VOOR DE OORLOG
Vergadering van de Aetolische Bond
naar een jaarlijkse bondsvergadering stuurden zowel de Romeinen, de Macedoniers, als de Atheners gezanten om de Aetolische Bond op hun hand te krijgen.
De rede van de Macedoniers
argument om aan hun kant te blijven: De geschiedenis leert dat de Romeinen, als ze te hulp worden geroepen, uiteindelijk de macht grijpen i.p.v de volkeren te bevrijden. Overheersing door mede-Grieken is beter dan door vreemdelingen, van nature vijanden
Redevoering van de Atheners
beschuldiging t.o.v Philippus: De Macedoniers hebben Atheens gebied geplunderd en zich schandelijk gedragen door graven en tempels plat te branden. Dankzij de Romeinen zijn de belangrijkste tempels gered.
Redevoering van de Romeinen
· uit het verhaal van de Atheners blijkt de wreedheid van Philippus
· Wij hebben inwoners van Regium schadeloos gesteld, Syracuse van tirannen bevrijd, inwoners van Capua terecht gestraft, maar hun stad laten bestaan, het overwonnen Carthago de vrijheid teruggegeven.
· De Aetoliers hebben nu de kans weer een verbond met ons te sluiten nu de Punische Oorlog is afgerond.
Hfdst 5: Vrijheid voor de Grieken
1.De 2e Macedonische Oorlog (200-196 v Chr)
De Romeinen stuurden een bescheiden troepenmacht naar Macedonie, om het eigen volk niet te zwaar te belasten. Ze zochten naar Griekse bondgenoten, maar deze waren niet erg onder de indruk van de Romeinen tijdens de 1e M.O. Ze kregen Athene en Aetolische bond mee. Maar deze steun was te verwaarlozen. Nieuwe consul; Titus Quinctius Flamininusà Grieken werd vrijheid belooft na verovering van Philippus à Achaeische Bond sloot zich ook aan. à Romeinen wonnen.
Philippus wordt beknot in zijn macht, maar mag aanblijven als koning
Philippus bleef aan als koning van Macedonie, maar moest vloot inleveren en andere Griekse steden loslaten (+ kleine vergoeding). Hij werd gebruikt als buffer tegen Antiochus 3 en de Grieken. was bang voor machtsvacuum, hoefde nu geen troepen achter te laten. à divide et impera
2.Livius aan het woord
Overleg na de overwinning van de Romeinen
Er was een wapenstilstand van 15 dagen aan de vijand verleend en er werd overlegd welke vredesvoorwaarden er naar hun mening gesteld moesten worden.
Amynander à Griekenland moest ook bij afwezigheid vd Romeinen sterk genoeg zijn
Aetoliers à Philippus moest gedood worden, anders zou hij weldra de oorlog feller hervatten.
Quinctius àze waren niet consequent à geen vernietigingsoorlog, hij hoefde geen afstand te doen van koninkrijk.
3.Vrijheid voor de Grieken
De uitvoering van de plannen werd overgelaten aan Flaminus; hij riep de vrijheid van de Grieken uit bij de Isthmische Spelen (196) en verliet Griekse bodem (194).
De Vrijheidsverklaring tijdens de Isthmische Spelen
1 De vastgestelde (dagen voor de) Isthmische Spelen waren er, altijd (wel) ook bij andere
gelegenheden drukbezocht, niet alleen vanwege het de mensen aangeboren enthousiasme
voor schouwspel(en), waardoor allerlei soort wedstrijden van vaardigheden, kracht en
snelheid worden bezocht, maar ook omdat wegens de gunstige ligging 5 van de plaats, die
via twee tegenover elkaar liggende zeeën alle mogelijke goederen aan het menselijk geslacht levert, deze markt her trefpunt van Klein-Azië en Griekenland was.
Toen echter waren ze nier alleen van alle kanten bijeengekomen voor de gewone bezigheden, maar ook omdat ze in gespannen verwachting waren, wat hierna de status van Griekenland zou zijn, wat hun eigen 10 lot zou zijn; sommigen meenden niet alleen zwijgend, maar verkondigden het ook in gesprekken dat de Romeinen dit zouden doen, anderen dat ze dat zouden doen: nauwelijks iemand was ervan overtuigd dat de Romeinen uit geheel Griekenland zouden vertrekken.
Ze waren gaan zitten voor het schouwspel en de heraut ging samen met de trompetspeler, zoals de gewoonte is, (naar voren) naar het midden van het stadion, waar(vandaan) met een plechtige formule 15 de Spelen plegen te worden geopend en nadat met de trompet voor stilte was gezorgd / het stil was gemaakt, maakte hij als volgt bekend: 'De Romeinse senaat en opperbevelhebber Titus Quinctius bevelen, nu koning Philippus en de Macedoniërs geheel zijn overwonnen, dar vrij (en) zonder belasting (en) met hun eigen wetten zijn: de inwoners van Corinthe, Phocis, Locris en het eiland Euboea en de inwoners van Magnesia, 20Thessalië, Perrhaebia en Achaea Phthioris.'
Hij had alle volkeren opgesomd die onder de zeggenschap van koning Philippus waren ge- weest.
De reacties van het publiek
1 Toen de mededeling van de heraut was gehoord, was de vreugde te groot, dan de mensen volledig konden bevatten. leder geloofde nauwelijks voldoende dat hij (het) had gehoord, en men keek elkaar verwonderd aan als bij een (bedrieglijk) droombeeld. (Over dat) wat ieder (afzonderlijk) betrof; 5 vroegen ze aan degenen die naast hen zaten, hun eigen oren het minst gelovend / omdat....geloofden.
De heraut, teruggeroepen omdat ieder niet alleen de berichtgever van zijn vrijheid wilde horen, maar ook zien, maakte opnieuw hetzelfde bekend. Toen is er op grond van een eindelijk zekere vreugde zo groot applaus met geschreeuw opgeklonken en zo vaak 10 herhaald, dat het makkelijk duidelijk was dat niets van alle goederen voor de mensen aangenamer is dan vrijheid. Daarna zijn de Spelen zo snel afgewerkt, dat van niemand noch / of de aandacht noch / of de ogen gericht waren op het schouwspel; zozeer had één vreugde het gevoel van alle andere genoegens verdrongen.
Grote dankbaarheid jegens de Romeinen
1 Toen de Spelen echter waren beëindigd, snelden bijna allen haastig naar de Romeinse opperbevelhebber, zodat hij ernstig gevaar liep, omdat een menigte zich (op één punt) stortte, (van hen) die naar hem wilde(n) gaan, (en) zijn rechterhand wilde( n) aanraken / pakken (en) kransen en linten gooide(n). Maar hij was 5 ongeveer drieëndertig jaar oud en niet alleen de kracht van zijn jeugd, maar ook de vreugde over zo opvallende beloning, namelijk roem, verschafte (hem) rijkelijk kracht(en).
En niet slechts voor het moment is vreugde losgebarsten, maar gedurende vele dagen is deze zowel in dankbare gedachten als gesprekken vernieuwd /opnieuw gevoeld: 'dat er op aarde een (of ander) volk was, dat op eigen 10 kosten, door eigen inspanning en gevaar, oorlogen voerde voor de vrijheid van anderen, en dit niet verrichtte voor buren of voor mensen (van) dicht in de buurt of voor mensen die verbonden zijn door aan (hen) grenzende landen, maar de zeeën overstak, om te voorkomen dat er op de gehele aarde enig onrechtvaardig gezag was maar (ervoor zorgde dat) overal het recht, het goddelijk gebod, (en) de wet het machtigst was; dat met één 15 mededeling van een heraut alle steden van Griekenland en Klein-Azië waren bevrijd; dit te hopen was de eigenschap van / getuigde van een dappere geest, (maar) dit tot realisatie te brengen / te realiseren van geweldige moed en geweldig geluk.
Livius beschrijft de triomftocht van Flaminus in Rome
Flaminus bleef nog 2 jaar in Griekenland om toe te zien op de uitvoering van de genomen besluiten. In 194 keert hij met zijn leger terug naar Rome en wordt als triomfator ingehaald.
Bij hun aankomst in Rome werd voor Quinctius buiten de stad een senaatszitting gehouden, waar hij verslag kon doen van zijn verrichtingen, en daar werd van harte besloten tot een welverdiende triomftocht. Deze duurde 3 dagen:
1. alle soorten wapens en bronzen en marmeren beelden
2. goud en zilver (bewerkt, onbewerkt en gemunt)
3. 114 gouden kransen, offerdieren en aanzienlijke gevangenen en gijzelaars
De triomftocht was bezienswaardig door het gevolg met kaalgeschoren hoofden; de mannen die uit de slavernij waren bevrijd.
4.Tekst ter vergelijking
Vrijheid voor de Grieken (Plutarchus 50-120 na Chr)
Schreef in het Grieks biografieën van bekende Griekse en Romeinse staatslieden à de Parallelle levens. Hij presenteert steeds 2 levens (Grieks en Romeins) en vergelijkt deze met elkaar.
· Andere reactie op toestormende menigte:
Bij Livius geniet Flaminius van zijn roem, bij P vlucht hij in zijn tent.
· Manier waarop de Grieken hun vrijheid hebben verkregen, verschilt:
Bij P wordt over ‘bepaalde mannen’ gesproken, bij L wordt de lof gezongen over ‘aliquam gentem’, waarmee de Romeinen bedoeld worden.
· Welk element heeft livius WEL genoemd waarmee de Grieken bevrijd zijn?
Geld (sua impensa, r 10)
· Wat wil Flaminius met de brief aan de bevolking van Chyretiae bereiken?
Hij wil de goede wil van de Romeinen benadrukken en zo sympathie voor hen verkrijgen bij de bevolking
· In welk opzicht komt het ‘geschenk’ van Nero, overeen met dat van Flaminius?
Vrijheid van belasting en autonomie (vrijheid van wetten)
Hfdst 6: Het einde van Philopoemen
1.Oorlog met koning Antiochus 3; Romeinen in Klein-Azie
Koning Antiochus 3 van het Seleudidenrijk als ‘bevrijder’ van Griekenland
Veel Grieken waren er niet blij mee dat Philippus er zo makkelijk vanaf was gekomen na de 2e M.O. Het bondgenootschap tussen Rome en de Aetoliers bekoelde, en ze richten zich naar het Oostenà vroegen Antiochus 3 om hen te komen bevrijden.
Antiochus trekt Griekenland binnen; oorlog met de Romeinen
Antiochus hoopte op de steun van de Grieken en Philippus, maar die bleef uit. Hij leed een fiasco, de Aetoliers boden nog enige tijd weerstand, maar gaven zich toen over à Aetolische bond werd als politieke macht uitgeschakeld.
Romeinse legers voor het eerst in Klein-Azie
Antiochus concentreerde zich op zijn vloot, maar verloor weer. Romeinse legers staken over naar Klein-Azie. Vernederende Romeinse vredesvoorwaardenà oorlogsvergoeding + Klein-Azie. Steden werden aan Rhodus en Pergamum toegewezen en Romeinen vertrokken.
2.Het einde van Philopoemen
Inleiding
Philopoemenà ‘de laatste der Grieken’, leider van Achaeische Bond. Hij streefde naar de vereniging van de Peloponnesus in de Achaeische Bond en voor onafhankelijkheid tegen de overheersing door Macedonië en Rome. Dinocrates had Messene overgehaald Corone in te nemenà Philopoemen kwam te hulp.
Philopoemen wordt gevangengenomen door Messeners
1 De afloop is vermeldenswaard, omdat, hoewel de Achaeërs de overhand in de oorlog hadden, hun aanvoerder Philopoemen werd gevangen genomen, omdat hij, na met enkele ruiters een gevaarlijke vallei te zijn binnengegaan om Corone, dat de vijanden aanvielen, van tevoren te bezetten, werd overvallen.
5 Men zegt dat hij zelf had kunnen ontsnappen met de hulp van de Thraciërs en Kretenzers: maar schaamte om zijn ruiters in de steek te laten, de edelsten van zijn volk, door hemzelf onlangs geselecteerd, hield hem tegen.
Terwijl hij hun de gelegenheid bood om uit de engte te ontsnappen door zelf de achterhoede te vormen, terwijl hij weerstand bood tegen de aanvallen van de vijand, scheelde het, doordat zijn paard voorover was gevallen en door zijn eigen 10 val en de last van het paard dat bovenop hem viel, niet veel of hij stierf; al zeventig jaar oud en omdat zijn krachten zeer waren verzwakt door een langdurige ziekte waarvan hij toen voor het eerst herstelde / aan het herstellen was. Terwijl hij (daar) lag hebben de vijanden hem, zich op hem stortend, overvallen; en herkend / toen ze hem herkend hadden, hielpen ze hem overeind door / uit eerbied 15en herinnering aan zijn verdiensten niet anders dan hun eigen aanvoerder en ze brachten hem bij zijn positieven en droegen hem uit de afgelegen vallei naar de weg, terwijl ze zelf nauwelijks op hun eigen ogen vertrouwden vanwege de onverwachte vreugde; een deel stuurde bodes vooruit naar Messene dat de oorlog beëindigd was (en) dat Philopoemen als gevangene (naar hen) toe werd gebracht.
De reacties in Messene
1 Eerst scheen de zaak / gebeurtenis zo ongeloofwaardig dat de bode niet alleen als ongeloof- waardig maar als nauwelijks bij zijn verstand werd aangehoord. Daarna, toen de een na de ander kwam allen hetzelfde bevestigend, is eindelijk geloof(eraan) gemaakt / gehecht; en voordat ze voldoende wisten dat hij de stad naderde, 5 stroomden allen naar buiten naar het schouwspel /om het te zien, tegelijk vrijen en slaven, ook kinderen met (de) vrouwen.
Dus had de menigte de poort geblokkeerd, terwijl ieder voor zich een zo grote gebeurtenis nauwelijks als waar scheen te zullen beschouwen, als hij niet / tenzij hij zelf op zijn eigen ogen had vertrouwd.
Terwijl ze met moeite de tegemoetkomende mensen terugdrongen, 10 konden zij die Philo- poemen meebrachten, de poort binnengaan. Een even dichte menigte had de overige weg / de rest van de weg versperd; en omdat het grootste deel buitengesloten was van het schouwspel. vulden ze plotseling het theater dat dichtbij de weg was / lag en allen eisten met één stem / eenstemmig dat hij daarheen in de aanblik van het volk werd gebracht. 15 De magistraten en leiders, vrezend / uit vrees dat het medelijden met de zo grote man nu hij aanwezig was enige onrust zou teweegbrengen, omdat eerbied voor de vroegere grootheid vergeleken met zijn aanwezige / huidige lot op sommigen indruk zou maken, (en) herinnering aan zijn geweldige verdiensten op anderen, plaatsen hem op een afstand in hun aanblik, daarna voerden ze hem ijlings weg 20 uit de ogen van de mensen, terwijl hun leider Dinocrates zei dat er zaken waren die de magistraten hem met betrekking tot het totaal/de hoofdzaak / beslissing van de oorlog wilden vragen. Na hem vandaar te hebben weggevoerd naar het raadhuis en na de raad geroepen te hebben, is men begonnen te overleggen.
3.Tekst ter vergelijking
De houding van Philopoimen en Aristainos tegenover de Romeinen (Polybius)
Verschil in mentaliteit tussen Philopoimen en Aristainog tov verovering vd Romeinen:
· Aristainos is een enthousiast uitvoerder van de Romeinse bevelen, Philopoemen doet alleen het noodzakelijke. ‘politiek van het fraaie en het nuttige’.
Realistische visie van Philipoemen:
· Hij ziet in dat de Romeinen uiteindelijk de baas in Griekenland zullen zijn, maar hij wil deze situatie niet helpen bespoedigen
Hfdst 7: de wandaden van koning Philippus
1.de wandaden van koning Philippus
Deportatie van de kustbevolking
1 Ten aanzien van Philippus had Marcius hun zorg (nl van de senaat) vergroot: want hij gaf toe dat hij (Philippus) de dingen die de senaat had besloten, zo had uitgevoerd dat het gemakkelijk duidelijk was dat hij ze niet langer dan noodzakelijk was, zou doen, ook was het duidelijk dat hij in opstand zou komen en dat alles wat hij toen deed 5 en zei, daarop gericht was. In de eerste plaats al bracht hij bijna de gehele menigte / bevolking (van) burgers uit de kuststeden met hun huishoudingen naar Emathia, zoals het nu heet (eens werd het Paeonia genoemd), over, en gaf de steden aan de Thraciërs en andere niet-Grieken over om te bewonen, in de mening / omdat hij meende dat dit soort 10 mensen (hem) meer trouw zou zijn in een Romeinse oorlog.
Deze zaak / daad veroorzaakte een geweldig geklaag in geheel Macedonië; en terwijl ze samen met vrouwen en kinderen huis en haard verlieten, hielden weinigen hun verdriet stil in de rijen vertrekkende mensen werden vervloekingen jegens de koning gehoord, terwijl/omdat haat de overhand kreeg over vrees.
15 Zijn geest, hierdoor / hierover verbitterd, beschouwde alle mensen, alle plaatsen en tijden als verdacht. Tenslotte begon hij openlijk te zeggen dat niets voldoende veilig voor hem was, als hij niet de kinderen van hen die hij had gedood na gevangen genomen te hebben, gevangen hield en op verschillende momenten uit de weg ruimde.
De weduwen Theoxena en Archo
1 Deze wreedheid, afschuwelijk op zich, maakte de ondergang van één familie (nog) afschuwelijker. Philippus had Herodicus, een vooraanstaand man onder de Thessaliërs, veel jaar geleden gedood; ook zijn schoonzoons doodde hij later.
Zijn dochters werden als weduwen achtergelaten, ieder hebbend / met een klein zoontje. 5 Theoxena en Archo waren de namen voor / van deze vrouwen. Theoxena wees het huwelijk af: hoewel velen naar haar hand dongen: Archo trouwde met een zekere Poris, verreweg de belangrijkste man van het volk der Aenianen en na bij / voor hem meerdere kinderen ter wereld te hebben gebracht, stierf zij, nadat / waarbij ze allen zeer klein waren achtergelaten / achtergebleven. Theoxena 10 trouwde met Poris, opdat in / met haar handen de kinderen van haar zuster werden opgevoed, en alsof ze hen allen zelf ter wereld had gebracht verzorgde ze haar eigen zoon en de zoons van haar zuster even goed.
Nadat ze het edict van de koning over het gevangennemen van de kinderen van hen die gedood waren had vernomen, omdat ze meende / in de mening dat haar zoons niet alleen het mikpunt van spot zouden zijn van de koning, maar 15 ook (tot) lustobject van de bewakers, maakte ze een plan voor een gruwelijke zaak en zij durfde te zeggen dat ze liever eigenhandig allen zou doden, dan dat zij in de macht van Philippus kwamen.
Omdat Poris het noemen van zo'n afschuwelijke misdaad verafschuwde, zei hij dat hij ze naar Athene zou overbrengen naar betrouwbare gastvrienden, zo en dat hij zelf metgezel in de ballingschap zou zijn.
De noodlottige vlucht van Poris en Theoxena
1 Ze vertrokken uit Thessalonica naar Aenea voor een gebruikelijk offer, dat zij jaarlijks aan de stichter Aeneas doen / brengen met een grote ceremonie. Na daar de dag doorgebracht te hebben met een feestelijke maaltijd, gingen ze aan boord van een door Poris van tevoren gereedgemaakt schip, 5 toen allen sliepen omstreeks de derde nachtwake, alsof ze van plan waren / zouden terugkeren naar Thessalonica; maar het plan was over te steken naar Euboea.
Maar toen zij zich vergeefs inspanden tegen tegenwind, overviel hen het daglicht dichtbij de
kust; en de soldaten van de koning die de leiding hadden over de bewaking van de haven zonden een gewapende boot 10 om dat schip terug te halen, met een ernstig / hard bevel om nier zonder dar schip terug te keren.
Toen ze al naderden, was Poris vol aandacht voor het aansporen van de roeiers en matrozen; af en toe, zijn handen ten hemel heffend, smeekte hij de goden om hulp te brengen. Ondertussen bereidde de eigenzinnige vrouw terugvallend op haar ver tevoren 15 overdachte misdaad, een gifdrank en haalde de zwaarden te voorschijn; en na de beker in de aanblik te hebben gezet en de zwaarden te hebben getrokken, zei ze: 'De dood is de enige redding. Dit zijn de wegen naar de dood; langs de weg waarlangs / op de manier waarnaar de voorkeur van ieder uitgaat, moeten jullie aan de hoogmoed van de koning ontsnappen. Komt, jongens van mij, eerst moeten jullie die 20 de oudste zijn, het zwaard pakken of de beker leegdrinken, als een langzamer dood jullie behaagt.' Én de vijanden waren aanwezig én de initiatiefneemster van de dood drong aan. De een door deze, de ander door die dood aangetast, stortten ze zich halfdood voorover van het schip; zelf daarna haar man als metgezel van de dood omhelzend, gooide ze zich in zee. De soldaten van de koning hebben zich van het schip, zonder meesters / eigenaren, 25 meester gemaakt.
2.Tekst ter vergelijking
Philippos; van goed bestuurder tot wreed tiran (Polybius)
Er was een duidelijke verandering merkbaar in het gedrag van Philippus. Dit zou te wijten geweest zijn aan zijn adviseurs:
· Demetrios en Aratos
Ze hebben beiden een enorm andere instelling en telkens als Philippus naar Demetrios luistert, loopt het slecht af en bij de ander goed.
· Demetiosà tiranniek, veroveringsgezind; hij adviseert Ithome in te nemen en het wijgeschenk van de Aetoliers te vernietigen
· Aratosà hij adviseert zich aan gemaakte afspraken te houden; Ithome niet innemen en correct gedrag jegens Kreta.
Hfdst 8: Livius als schrijver en verteller
1.Het taalgebruik en de stijl van Livius
Correct latijn
Geschiedschrijving werd bij de Romeinen meer gezien als een kunst dan als een wetenschap. Livius schrijft net als Cicero een in grammaticaal en idiomatisch opzicht correct latijn. à werd beschuldigt van patavinitas: Paduaans provincialisme.
Cicero over geschiedschrijving
Hij vindt dat de geschiedschrijving niet alleen de feiten moet vertellen, maar ook fraai moet zijn. Aanvankelijk geen verfijning op het gebied van taal en stijl, reden (volgens Antonius)à degenen die deden aan welsprekendheid, probeerden vooral goed over te komen in processen en debatten en legden zich niet op het schrijven.
1. de moed hebben geen onwaarheid te spreken
2. de waarheid niet verzwijgen
Ook chronologie, topografie en het karakter van beschreven personen is belangrijk.
De perioden
Zijn zinsbouw wordt gekenmerkt door soepelheid en kalmte. Perioden= volzinnen die hij gebruikt wanneer hij een nieuw onderdeel van het verhaal begintà
-handelende persoon, plaats en omstandigheid worden vermeldt.
Motieven vermeldt in ‘ratus’
‘lactea ubertas’à romige overvloedigheid
Dramatisering
Livius dramatiseerd door uitvoerig aandacht te besteden aan de gevoelens, de motieven en de reacties van de deelnemers. Dit doet hij zowel in de indirecte (gedachten) als directe (gesproken) rede.à daarmee karakteriseert hij de mensen.
Enargeia
Hiermee probeert Livius wat er is gebeurd levendig te vertellen als of de lezer er zelf bij is en het ziet gebeuren. Hij vertelt niet allen WAT er is gedaan, maar ook HOE, hij werkt naar een climax toe.
Een voorbeeld van dramatisering
De levensloop van Philippus
1. oorzaken van de tragische ondergang van Philippusà theoxena’s moord.
2. uitwerkingen van verwensingenà geweld tegen eigen zoon. Philippus vijand van rome en vader met familieproblemen
3. Philippus geveld door ouderdom en verdriet om het verlies van zijn zoon, sterft bijna.
Tijdens zijn inspanningen om Antiogonus te steunen sterft hij en zijn poging om zijn fouten, zeker die jegens zijn zoon Demetrius enigszins te herstellen, mislukt.
Stijlmiddelen
· Alliteratieà als woorden bij elkaar staan die met dezelfde medeklinker beginnen
· Antitheseà wanneer 2 tegengestelde gedachten of begrippen worden samengevoegd
· Asyndetonà wanneer woorden(groepen) of zinnen zonder voegwoord achter elkaar
geplaatst zijn
· Chiasme (kruisstelling)à wanneer 2 zinnen(sdelen) de overeenkomstige elementen
In tegengestelde volgorde zijn geplaatst A-B : B-A (d-g :g-d)
· Sententiaà kernachtige uitspraak (niets dierbaars, niets heiligs bestaat er)
· Trikolonà opsomming van 3 tekstelementen in 1 zinsdeel of zin
2.Livius als verteller
Een verhaal houdt 2 dingen in:
1. er is een verteller die de afspiegeling in de tekst is van de historische persoon en auteur Livius.
2. adressaatà iemand aan wie het verhaal wordt verteld, een hoorder.
De functie van de redevoering
Deze redes maken de lezer bekend met de omstandigheden die hij voor ogen moet houden, of geven hem inzicht in het oorzakelijk verband tussen verschillende gebeurtenissen. Het karakteriseert historische personages en hij kan daarmee zijn eigen interpretatie geven. Zijn redevoeringen volgen een traditionele indeling:
· exordium (inleiding)
· narratio (vertelling of uiteenzetting van situatie)
· probatio (bewijsvoering)
· conclusio (conclusie of besluit)
Dramatische ironie
De woorden van een personage hebben een andere lading voor de lezer dan voor de toegesprokene omdat de lezer meer weet.
Verteltechnische middelen
Er kan gebruikt gemaakt worden van prospectie en retrospectie. De verhouding tussen de vertelde tijd en de verteltijd is op 3 manieren mogelijk;
1. scenische presentatieà tijden lopen samen. (speeches)
2. vertragingà verteltijd langer dan vertelde tijd. (benadrukken)
3. versnellingà verteltijd is korter
Hfdst 9; De rivaliteit tussen Perseus en Demetrius
Inleiding
In de jaren die volgden op de Romeinse terugtrekking uit Griekenland, bedolede de relatie met Philippus weer. Er was onenigheid ontstaan over de heerschappij over enkele steden in Thessalie, er dreigde weer oorlog. à Demetrius was naar Rome gestuurd als teken van goede wil à raakte bevriend met vooraanstaande families. Perseus voelde zich hierdoor bedreigdà minder kans op de troonà perseus maakte zijn broer verdacht bij zijn vader.
De rituele reiniging van het leger
1 Toevallig is de tijd gekomen om het leger te reinigen, waarvan het ritueel zodanig / ongeveer als volgt is: het hoofd en het voorste gedeelte van een doormidden gehakte hond wordt aan de rechterkant van de weg gelegd, het achterste gedeelte met de ingewanden wordt aan de linkerkant van de weg gelegd: tussen dit doormidden gesneden offerdier door marcheren de gewapende troepen. 5 Voorop v66r het begin van de stoet worden de beroemde wapens gedragen van alle koningen van Macedonië vanaf het eerste begin, daarna volgt de koning zelf met zijn kinderen; (en) direct daarachter is het koninklijke cohort en zijn lijfwacht; (en) de overige menigte (van) Macedoniërs sluit het achterste gedeelte van de stoet af: De twee jeugdige zoons flankeerden de koning, 10 Perseus al 19 jaar oud, Demetrius vijf jaar jonger; de eerste middenin de kracht van zijn jeugd, de laatste in de bloei (van zijn jeugd), de volwassen zonen van een gezegende vader, als hun geest / mentaliteit gezond zou zijn.
Het schijngevecht
1 Het was de gewoonte dat het leger, nadat het reinigingsritueel was voltooid, manoeuvres uitvoert, en dat twee in tweeën verdeelde slaglinies een schijngevecht aangaan. De koningszonen werden als leiders voor dit schijngevecht gegeven. Maar het was geen schijngevecht, maar alsof er werd gestreden om de heerschappij. 5 zo raakten ze slaags en er werden veel wonden gemaakt / toegebracht met de houten (oefen)zwaarden, en behalve echte zwaarden ontbrak niets om het op een echte oorlog te laten lijken. Het gedeelte dat onder leiding van Demetrius was / stond, was veruit de meerdere / verreweg de beste. Hoewel Perseus dit met moeite kon verkroppen. waren zijn verstandige vrienden blij. en zeiden dat juist deze zaak een reden zou geven 10 om de jongeman te beschuldigen.
Verdachtmakingen van Perseus jegens Demetrius
1 Op die dag hielden beiden een feestmaal van / voor de vrienden die tegelijkertijd de manoeuvres hadden uitgevoerd, omdat Perseus, voor het diner uitgenodigd door Demetrius, had geweigerd / afgezegd. Op de feestdag bracht de hartelijke uitnodiging en de jeugdige vrolijkheid beide (partijen) ertoe (veel) wijn te drinken. Daar werden herinneringen 5 aan het schijngevecht en grappen over de tegenstanders geuit zó, dat men zelfs de aanvoerders niet spaarde. Toen een verspieder die uit het gezelschap van Perseus was gestuurd om deze gesprekken op te vangen nogal onvoorzichtig rondliep, werd hij, ontdekt door jongelui die toevallig de eetzaal verlieten, danig afgeranseld. Van deze zaak / dit incident onwetend, 10 zei Demetrius: 'Waarom gaan we niet naar mijn broer om feest te vieren en brengen we zijn woede, als er nog enige vanuit het gevecht over is, tot bedaren door onze oprechtheid en vrolijkheid?' Allen schreeuwden luid dat ze (mee) gingen, behalve zij die de onmiddellijke wraak vreesden van de verspieder die door hen was afgetuigd. Toen Demetrius hen ook 15 meetrok, verborgen ze een zwaard onder hun kleding om zich daarmee, als er enig geweld gebruikt zou worden, te kunnen verdedigen.
Niets verborgens kan er zijn / Niets kan verborgen blijven in een familieconflict. Beide huizen waren vol spionnen en verraders. Een verrader snelde vooruit naar Perseus, berichtend / met het bericht dat vier jongelui van een wapen voorzien met Demetrius (mee)kwamen. 20 Hoewel de reden duidelijk was (want hij had gehoord dat zijn gast / een gast van hem door hen was afgetuigd) beval hij, om de zaak verdacht te maken, de deur te vergrendelen; en vanaf een hoger deel van zijn huis en de ramen aan de straatkant hield hij de feestvierders af van de toegang tot zijn deur, alsof ze kwamen voor zijn moord / om hem te vermoorden. Nadat Demetrius onder invloed van de wijn 25 een tijdje had geschreeuwd omdat hij werd buitengesloten, keerde hij terug naar zijn feestmaal, onwetend van de hele gebeurtenis.
Perseus klaagt Demetrius aan wegens een moordaanslag op hem
1 De volgende dag, zodra er de gelegenheid was om zijn vader te bezoeken, bleef Perseus, na het paleis binnengegaan te zijn, met bedrukt gelaat, zwijgend op een afstand in de aanblik van zijn vader staan. Toen zijn vader (tot) hem zei: 'Is alles goed met jou?' en hem vroeg wat die droefheid te betekenen had, 5 zei hij: 'Weet dat u boft dat ik (nog) leef. Wij worden niet meer met een heimelijke aanslag door mijn broer aangevallen; hij komt 's nachts met gewapende (mannen) naar mijn huis om me te doden, en na mijn deur gesloten te hebben heb ik mij door de bescherming van de muren tegen zijn waanzin beschermd.
Toen hij bij zijn vader ontzetting (gemengd) met verbazing had opgewekt, zei hij: 'Maar toch, als u 10 kunt luisteren, zal ik ervoor zorgen dat u de zaak duidelijk begrijpt.' Philippus zei dat hij zeker zou luisteren en beval dat Demetrius onmiddellijk werd geroepen; ook twee oudere vrienden, zonder aandeel in de jeugdige ruzies russen de broers, (die) nog zelden aanwezig (waren) in het paleis, Lysimachus en Onomastus, 15 ontbood hij om hen te betrekken in het overleg. Terwijl de vrienden (eraan) kwamen,liep hij alleen, terwijl zijn zoon op een afstand stond, op en neer, veel bij zichzelf overleggend. Nadat bericht was dat zij gekomen waren, trok hij zich terug in het binnenste gedeelte met zijn twee vrienden en evenveel lijfwachten; zijn zoons stond hij toe om ieder drie ongewapende mannen 20 mee naar binnen te nemen.
De tirade van Philippus tegen zijn zoons
1 Toen hij daar was gaan zitten, zei hij: 'ik zit, een zeer ongelukkige vader, als rechter tussen twee zoons, een aanklager van broedermoord en een aangeklaagde, op het punt een schandvlek in mijn gezin te vinden van ofwel een verzonnen misdaad ofwel een begane misdaad. Al lang (trouwens) was ik bang voor deze storm, 5 die ons boven het hoofd hing / bedreigde, toen ik de zeer weinig / allerminst broederlijke blikken tussen jullie zag, toen ik bepaalde opmerkingen hoorde. Maar soms kwam de hoop in mijn geest / bij me op dat jullie woedes konden verdwijnen, dat jullie verdenkingen teniet konden worden gedaan; (ik dacht eraan) dat ook vijanden, na de wapens te hebben neergelegd, een verdrag hebben gesloten, en dat de privé-ruzies van velen zijn beëindigd / bijgelegd: 10 dat bij jullie eens de herinnering aan jullie verwantschap zou opkomen, aan de eens kinderlijke onbevangenheid en vertrouwelijkheid tussen jullie, aan tenslotte mijn lessen, die ik vrees vergeefs voor dovemansoren te hebben gegeven. Hoe vaak heb ik, terwijl jullie luisterden, vervloekend de voorbeelden van broedertwisten, 15 de verschrikkelijke lotgevallen daarvan uiteengezet, waarmee ze (de broers) zichzelf; hun familie, huizen, (en) koninkrijken volledig hadden te gronde gericht!
Ik gaf jullie voorbeelden van broederliefde
5 Aan de andere kant heb ik ook betere voorbeelden gegeven: de nauwe verbondenheid tussen / van de twee koningen der Spartanen, gedurende vele eeuwen heilzaam voor henzelf en hun vaderland: dat dezelfde stad / staat vernietigd is, toen de gewoonte voor ieder was opgekomen om voor zichzelf de alleenheerschappij te grijpen. 5 Verder dat deze broers Eumenes en Attalus, vanaf een zo geringe macht dat ze zich bijna schaamden voor de naam 'koning', hun rijk door niets meer dan door broederlijke eensgezindheid even groot hebben gemaakt als dat van mij, (van) Antiochus en (van) wie van de koningen ook maar / (van) welke koning ook maar van deze tijd. Zelfs niet liet ik Romeinse voorbeelden onvermeld, die 10 ik of gezien of gehoord had, van Titus en Lucius Quinctius, die oorlog met mij hebben gevoerd, van Publius en Lucius Scipio, die Antiochus totaal hebben verslagen, van hun vader en oom, wier voortdurende vriendschap van / in hun leven ook hun dood heeft bekrachtigd / door hun dood is bekrachtigd.
Noch kon van eerstgenoemden de misdaad en afloop gelijk aan / passend bij misdaad jullie 15 afschrikken van waanzinnige ruzie, noch kon van laatstgenoemden de goede mentaliteit (en) goede fortuin / geluk (jullie) buigen / brengen naar bezonnenheid.
‘Niets dierbaars, niets heiligs bestaat er voor jullie
1Terwijl ik nog leef en ademhaal hebben jullie beiden mijn erfenis én met verdorven\ hoop én
met verdorven begeerte aanvaard. Jullie willen dat ik zolang leef, totdat ik, een van jullie overlevend, met mijn dood de ander tot onbetwiste koning maak. Jullie kunnen noch een broer noch een vader 5verdragen. Niets dierbaars, niets heiligs bestaat er. In de plaats van (dat) alles is de onverzadigbare liefde voor alleen het koningschap opgekomen. Komt, bezoedel{ t) jullie vaders oren met misdaad, beslis(t) met beschuldigingen. jullie die spoedig met het zwaard zullen beslissen. Zeg(t) openlijk wat jullie of als waar kunnen zeggen of wat jullie wilt verzinnen; mijn oren staan open, die hierna 10 voor de geheime beschuldigingen van de een tegen de ander gesloten zullen worden.'
Toen hij dit razend van woede had gezegd. welden de tranen bij allen op en heerste er lange tijd een droeve stilte.
Hfdst 10: De aanklacht van Perseus
Exordium; mijn status als zoon is inferieur
Perseus suggereert dat Demetrius eigenlijk maar 1 zoon heeft, zodat het waarschijnlijker zou zijn dat Demetrius daadwerkelijk naar het koningschap streeft ten koste van zijn broer.
Hij beweert zelfs impliciet dat Demetrius het ook op het leven van zijn vader heeft gemund. Hij probeert zijn vader een schuldgevoel aan te praten; ‘en nu krijg ik als doelwit van een aanslag hetzelfde te horen als de rover en belager’.
Narratio; Demetrius’ ambitie voor het koningschap
1 Broer, allang leven wij niet met elkaar in de geest van hen die onderling deelnemen aan een drinkpartij. Jij wil beslist koning zijn; mijn leeftijd staat deze hoop van jou in de weg. het volkenrecht staat (hem) in de weg, de oude gewoonte van / in Macedonië staat (hem) in de weg, inderdaad staat ook de beslissing van onze vader {hem) in de weg. 5 Jij kunt aan deze dingen niet voorbijgaan zonder mijn bloed te vergieten; alles onderneem jij en probeer jij. Tot nu toe heeft of mijn zorg of mijn geluk jouw poging tot broedermoord gedwarsboomd. Gisteren heb jij bij de reinigingsplechtigheid, bij de parade en het vermakelijke spiegelgevecht een bijna dodelijk gevecht geleverd, en niets anders heeft mij van de dood gered dan 10 dat ik toegelaten heb dat ik en de mijnen overwonnen werden. Van / Na het vijandelijke gevecht als van een spel tussen broers, wilde jij mij naar het diner slepen.
Narratio; Demetrius beraamde een aanslag op Perseus’ leven
l Geloof jij, vader, dat ik temidden van ongewapende gastvrienden zou hebben gegeten, (ik) naar wie gewapende mannen gekomen zijn om aan het drinkgelag deel te nemen? Geloof jij dat er 's nachts van de zwaarden (voor mij) geen enkel gevaar was, die zij met hun oefenzwaarden bijna hebben gedood, terwijl jij toekeek. Waarom kom je op dat uur van de nacht, waarom 5 als vijand naar iemand die boos is, waarom samen met jongemannen uitgerust met een zwaard? Ik heb niet gedurfd mij als gast aan jou toe te vertrouwen: moest ik jou als drinkmakker ontvangen terwijl je kwam samen met gewapende mannen? Als de deur geopend was geweest, zou jij, vader, mijn begrafenis organiseren op (dit) moment waarop jij mij mijn beklag hoort doen. Ik voer geenszins een proces door te beschuldigen zoals een 10 aanklager en evenmin door met argumenten twijfelachtige zaken te verzamelen; waarom zou ik? Ontkent hij dat hij met een menigte naar mijn deur is gekomen of dat er mannen uitgerust met een zwaard bij hem waren? Ontbied wie ik genoemd zal hebben / zal noemen; zij die dit gedurfd hebben zijn weliswaar in staat alles te durven; toch zullen zij niet durven ontkennen. Als 15 ik hen, betrapt in mijn huis met een zwaard, naar jou zou leiden, zou jij de zaak als bewezen beschouwen; wanneer zij bekennen, beschouw hen dan als betrapt.
Probatio en conclusio; de Romeinen zullen blij zijn met zijn daad
Rol die de Romeinen volgens Perseus spelen:
· ze hopen dat Perseus vermoord wordt, want zodra Demetrius aan de macht is, zal Macedonie van hen zijn. Ze zijn bezig Demetrius en andere vooraanstaande Macedoniers voor zich te winnen
· conclusie van zijn redevoering:
1. Demetrius ziet Perseus als een obstakel dat uit de weg geruimd moet worden
2. Philippus zal deze moord niet kunnen wreken
3. de Romeinen staan achter deze daad en zullen Demetrius hierin steunen
· Waarom is de conclusie zo geraffineerd?
De conclusie is geformuleerd als een gedachte van Demetrius zelf.
Hfdst 11: Het weerwoord van Demetrius
Exordium: Perseus draait de rollen om
Eerst kon Demetrius niets zeggen door een vloed van tranen.Volgens Demetrius probeert Perseus hem op sluwe wijze schuldig te doen lijkenà Door ook zijn manier van leven erbij te betrekken. Perseus beperkte zich niet tot wat er die nacht heeft plaatsgevonden, maar haalt allerlei aspecten van Demetrius’ leven erbij.
‘ook probeerde hij de indruk te wekken dat zijn beschuldiging onverwacht en geheel onvoorbereid leek, omdat ze voortgekomen was uit de angst en onverwachte opschudding van deze nacht’.
Narratio en Probatio: was een broedermoord nodig om aan de macht te komen?
1 Ik zal toch, in zoverre ik (dat) zal kunnen in deze plotselinge verwarring, die dingen scheiden die jij vermengd hebt, en ik zal of jouw of mijn hinderlaag / complot van deze nacht aan het licht brengen. Hij wil de indruk wekken dat ik het plan heb opgevat om hem te doden, natuurlijk met de bedoeling dat nadat mijn oudere broer uit de weg was geruimd / nadat ik…uit de weg had geruimd. 5 aan wie het koningschap zal toekomen door het volkenrecht. door de gewoonte van de Macedoniërs, ook door uw beslissing, zoals hij zegt, ik als jongere (broer) de plaats zou innemen van hem die ik had gedood. Wat is dus de bedoeling van dat andere deel van de / zijn redevoering, waarin hij zegt dat de Romeinen door mij zijn vereerd en dat ik door het vertrouwen in hen hoop op de heerschappij heb gekregen? Want als ik én geloofde dat er bij 10 de Romeinen zoveel invloed was dat zij wie zij maar wilden als koning over Macedonië konden aanstellen. én ook zozeer vertrouwde op mijn aanzien bij hen, waarom was er dan een broedermoord nodig? Soms met de bedoeling dat ik een diadeem, bebloed door broedermoord, zou dragen? Met de bedoeling dat ik juist bij hen vervloekt en gehaat zou zijn, bij wie 15 ik aanzien heb, verworven of door ware of door tenminste geveinsde deugdzaamheid, als ik toevallig een of ander aanzien heb? Of het moest zijn dat jij gelooft dat T. Quinctius, op wiens verzoek en door wiens plannen jij nu beweert dat ik bestuurd word, de aanstichter voor mij is geweest van de broedermoord, hoewel hij ook zelf met zijn broer met een zo voortreffelijke toewijding leeft.
Probatio: wie van de twee wilde zijn broer uit de weg ruimen?
1 Deze zelfde broer heeft niet alleen de invloed van de Romeinen, maar ook de beslissingen van de Macedoniërs en de eensgezindheid van bijna alle goden en mensen aangevoerd om te veronderstellen dat hij door al die dingen niet tegen mij in de strijd opgewassen zal zijn; deze zelfde broer, alsof 5 ik in alle andere zaken zwakker was, beschuldigt mij ervan dat ik mijn toevlucht heb genomen tot de laatste hoop, namelijk die van een misdaad. Wil jij dat dit de formulering is van het gerechtelijk onderzoek, namelijk dat degene van ons beiden die bang was dat de ander de heerschappij meer scheen te verdienen, geacht wordt het plan te hebben opgevat zijn broer ten val te brengen?
Probatio; Demetrius neemt de aanklacht punt voor punt door
Demetrius zou Perseus hebben willen vermoorden op de dag van het reinigingsritueel, maar als hij op deze dag een moord had gepleegd, dan zou er verder geen ander ritueel zijn om hem daarna van schuld te reinigen. Hij probeerde hem te vermoorden:
· Tijdens het schijngevecht met het zwaard
· Tijdens de maaltijd door vergif
· Tijdens het drinkgelag met het zwaard
Het ging niet om het feit dat ze met zwaarden kwamen. De beschuldiging is terecht als hij kan aantonen dat ze met zwaarden kwamen om hem te doden (en niet om zich te verdedigen). Bovendien had niet iedereen een zwaard bij zich. Op het laatst wil Demetrius dmv retorische vragen zijn onschuld aantonen.
Probatio; het koningschap en de vriendschap met de Romeinen
Demetrius denkt in het begin voor Perseus. Demetrius zegt nu dat Philippus wel zou kiezen voor Perseus als koning, terwijl hij daar in tekst b, r 5 nog aan had getwijfeld.
Zijn vriendschap met de Romeinen is door zijn vader gewild en had tot doel om de vrede tussen beide volken te behouden. Hij vraagt niet dat de gunst van de Romeinen hem een voordeel brengt, maar hij smeekt dat ze hem niet tot nadeel zal zijn.
Conclusio; Demetrius voelt zich overvallen en verwacht medelijden
Hij wilt niet aan afgunst ten offer vallen. Waar hij steun zou moeten hebben, ligt nu zijn ondergangà zijn oudere broer zou hem juist moeten steunen ipv een bedreiging zijn. Hij gebruikt emotionele argumenten:
· ‘ik was verbijsterd door het onverwacht onheil en had geen tijd mijn verdediging voor te bereiden’
· ‘ik mag rekenen op medelijden van mijn vader’
· ‘wat zal Perseus wel niet tegen mij ondernemen als hij koning is’
Hfdst 12; Philippus beklimt de Haemus
1.Philippus beklimt de Haemus
De reden van de tocht
1 Zowel om te voorkomen dat zijn troepen door niets doen zwakker zouden worden als ook om de verdenking af te wenden dat er door hem iets werd ondernomen voor een oorlog tegen de Romeinen, leidde Philippus, nadat hij zijn leger had laten komen naar Stobi in Paeonië, het verder naar Maedica. Het verlangen had hem aangegrepen 5 om de top van de berg Haemus te beklimmen. omdat hij aan de algemene mening geloof had gehecht dat tegelijkertijd de Zwarte Zee, de Adriatische Zee, de rivier de Hister en de Alpen gezien konden worden; (hij meende) dat wanneer deze aan zijn ogen waren blootgesteld, zij van niet geringe betekenis voor hem zouden zijn met het oog op het plan voor de oorlog tegen de Romeinen.
Demetrius mag niet mee
1 Nadat hij mensen had ondervraagd die bekend waren met de streek, over de beklimming van de Haemus, aangezien het onder allen voldoende vaststond dat er geen weg was voor een leger, (en) dat voor enkelen (en dan nog) lichtbewapenden de beklimming door onherbergzame gebieden (al) heel moeilijk was, vroeg hij, opdat hij in een persoonlijk gesprek zijn jongste zoon zou kalmeren, van wie 5 hij besloten had hem niet met zich mee te nemen, hem eerst, omdat de moeilijkheid van de tocht zo groot werd voorgesteld, of men moest doorgaan met het plan of ervan afzien. (Hij zei) dat als hij er toch mee door zou gaan, hij in dergelijke zaken / een dergelijke situatie Antigonus niet kon vergeten, van wie, heen en weer geslingerd door een woeste storm, gezegd werd dat hij, toen hij in hetzelfde schip zijn 10 hele familie bij zich had gehad, zijn kinderen had aangeraden opdat zij zowel zelf dat zouden herinneren als het zo aan het nageslacht zouden doorgeven, (namelijk) dat niemand met de hele familie tegelijkertijd in onzekere situaties gevaar durfde te lopen. Dat hij dus denkend aan dit voorschrift zijn twee zonen niet tegelijkertijd zou blootstellen aan het gevaar van deze situatie die hem voor ogen werd gesteld, en dat hij aangezien hij 15 zijn oudste zoon met zich mee zou nemen, zijn jongste zoon ter ondersteuning van de hoop en ter bescherming van het rijk naar Macedonië zou terugsturen.
Demetrius wordt onder begeleiding naar Macedonie teruggestuurd
1 Het ontging Demetrius niet dat hij werd weggestuurd opdat hij niet aanwezig zou zijn bij de bespreking, wanneer hij (Philippus) bij het zien van de plaatsen zou overleggen in welke richting de wegen het snelst naar de Adriatische Zee en ltalië zouden leiden en wat het krijgsplan zou zijn. Maar niet alleen moest er door hem aan zijn vader gehoorzaamd worden / moest hij zijn vader gehoorzamen, 5 ook moest hij zijn instemming betuigen, om niet de verdenking te wekken dat hij onwillig gehoorzaamde. Om ervoor te zorgen dat de reis naar Macedonië voor hem toch veilig zou zijn, is Didas, een van de stadhouders van de koning, die aan het hoofd stond van Paeonië, bevolen hem te begeleiden met een klein escorte. Ook hem rekende Perseus, zoals de meesten 10 van de vrienden van zijn vader, vanaf het moment dat het voor iedereen duidelijk was begonnen te worden aan wie de erfenis van het rijk zou toekomen, aangezien dit de richting was van het denken van de koning, tot degenen die zich door een eed verbonden hadden tot de ondergang van zijn broer.
Voor het moment gaf hij (Perseus) hem instructies dat hij door elke vorm van gehoorzaamheid een zo vertrouwelijk mogelijke omgang (met hem) zou krijgen opdat 15 hij alle geheimen kon ontlokken en verborgen gedachten van hem kon achterhalen. Zo vertrok Demetrius samen met een escorte dat gevaarlijker was dan als hij alleen zou gaan.
De beklimming van de Haemus
1 Nadat Philippus allereerst Maedica, vervolgens de afgelegen streken die tussen Maedica en de Haemus in liggen doorgetrokken was, kwam hij tenslotte op de zevende dagmars bij de voet van de berg aan. Nadat hij daar één dag had gestopt om degenen uit te kiezen die hij met zich mee zou nemen, 5 is hij op de derde dag de tocht begonnen. Eerst was de inspanning bij de laagste heuvels gering; naarmate zij omhooggingen, kwamen zij in meer en meer bosrijke en zeer vele onbegaanbare plaatsen terecht; vervolgens kwamen ze aan bij zo'n schaduwrijk pad dat wegens de dichtheid van de bomen en de takken die over elkaar waren gegroeid 10 de hemel nauwelijks gezien kon worden. Zodra zij echter de bergketens naderden, was alles, hetgeen op hoge plaatsen niet zeldzaam is, zozeer bedekt door een nevel, dat zij niet anders werden gehinderd dan bij een nachtelijke tocht. Eindelijk op de derde dag bereikte men de top. Nadat zij vandaar waren weggegaan / na terugkomst, deden zij geenszins afbreuk aan de algemene mening, 15 meer, naar ik geloof: om te voorkomen dat de mislukking van de tocht voorwerp van spot zou zijn, dan omdat de zeeën, bergen en rivieren die ver uit elkaar liggen vanuit één plaats gezien konden worden. Allen waren afgemat en voór de anderen de koning zelf, naarmate hij meer gebukt ging onder de ouderdom, door de moeilijkheid van de reis. Toen hij daar op twee altaren, die gewijd waren aan Juppiter en de Zon, 20 geofferd had, is hij in twee dagen afgedaald, waarlangs hij in drie dagen omhoog was gegaan, vooral bang voor de nachtelijke kou die bij het opkomen van de Hondsster gelijk was aan de winterse kou.
2.Petrarca beklimt de Mont Ventoux
Petrarca vertelt in een brief uit 1336 hoe hij in de Provence samen met zijn broer de Mont Ventoux beklimt. Het groeit uit tot een allegorische verbeelding van het levenà zoals het een lichamelijke tour de force is om de top van de berg te bereiken, zo kost het een enorme inspanning om geestelijk op te stijgen naar god.
De aanleiding van de beklimming
Hij wilde de opvallende hoogte ervan met eigen ogen zien, daarbij komt ook nog eens dat hij het werk van Livius zat te lezenà beklimming van Haemus door Philippus en zo geinspireerd werd.
De voorbereidingen
Hij vond geen van zijn vrienden in alle opzichten geschikt om mee te nemen, omdat hun eigenschappen onderweg 2 keer zo zwaar zouden wegen. Hij besloot zijn broer mee te nemen, die het voorstel met dank aanvaardde, omdat hij hem zowel als vriend en als broer zag.
De beklimming
De berg was een uiterst steile en bijna ontoegankelijke rotsmassa. Ze kwamen een herder tegen die hen het afraadde de berg te beklimmen, maar daarna gaf hij toch adviezen. Hij wilde een langere weg nemen, zodat hij op vlak terrein kon blijven, maar wilde gewoon zijn slapheid verdoezelen, dit gebeurde meerdere malenà ging in een dal op de grond zitten.
Overpeinzing
Hij begint na te denken en komt erachter dat het leven dat wij gelukzalig noemen, zich op een hogere plaats bevindt en de weg die erheen voert is erg smal. Deze gedachten pepten hem geestelijk en lichamelijk op voor de rest van de beklimming. Toen kwamen ze bij ‘Zoontje’ en rustten daar even uit om de vermoeienissen van de tocht van hen af te schudden.
Een weids uitzicht
Toen hij op de berg stond, waren al die verhalen die hij over andere bergen had gelezen ineens minder ongeloofwaardig. Hij werd overmand door een onbeschrijfelijk groot verlangen om zijn vriend en vaderland weer te zien.
Een tweede overpeinzing
Hij was 10 jaar geleden uit Bologna weggegaan. Er rest hem nog veel dat twijfelachtig en verkeerd is. Hij bemint iets, maar het is iets dat hij liever niet bemint, dat hij in feite wil haten. Tussen deze 2 willen wordt op het slagveld van zijn gedachten een zware en nog steeds onbesliste strijd uitgevochten.
Petrarca bekijkt opnieuw de omgeving
Hij ontwaakte uit deze overpeinzingen en bekeek waar hij nou eigenlijk de berg voor had beklommen.
Een passage uit de Confessiones van Augustinus maakt grote indruk op Petrarca
Hij sloeg het boek open en begon wat te lezen, hij was met stomheid geslagen over de passage. Hij was kwaad omdat hij nog steeds vol bewondering was voor het aardse, terwijl hij allang had kunnen weten dat niets bewonderenswaardig is behalve de geest. Hij kon niet geloven dat dit toeval was.
De afdaling
De berg leek hem heel klein in vergelijking met de hoogte die de menselijke geest kon bereiken als men hem niet in het smerige slijk der aarde zou onderdompelen. Veel mensen zouden uit angst voor moeilijkheden of uit verlangen naar genietingen van het moeilijke pad afwijken. Weer in de herberg, trok hij zich snel terug om zijn ervaringen op te schrijven omdat hij bang was dat met de plaats van de handeling ook zijn emoties zouden veranderen.
· Overwinning van de berg is symbool van:
Het overwinnen van aardse begeerten in het streven naar een gelukzalig leven. Het stijgen van het lichaam staat als symbool voor het stijgen van de geest en het aandacht krijgen voor het innerlijke. Het weidse uitzicht is het begin van de verdieping in het inzicht.
Hfdst 13: De Griekse en Romeinse geschiedschrijving
1.De Grieken
De grieken waren als het ware de uitvinders van de wetenschappelijke benadering van de histografie. Een geschiedschrijver moet zijn best doen om de feiten van zijn onderwerp te achterhalen en moet kritisch zijn. Hij moet niet alleen beschrijven, maar ook verklaren. De belangrijkste Griekse geschiedschrijvers:
1. Herodotus
2. Thucydides
3. Polybius
1.Herodotus (484-425 v Chr)
Uit zijn werken kan worden opgemaakt dat hij veel gereisd heeft. Zijn geschiedwerkà Historiën à oudste omvangrijke prozawerk. Hij wordt ook wel ‘pater historiae’ genoemd.Hij is geïnteresseerd in de geografische en cultuurhistorische gegevens. De reden voor het schrijven van zijn werk is het voorkomen dat de daden vergeten zullen worden en duidelijk maken wat de dieper liggende oorzaak is van het conflict tussen Oost en West.
Verklaring à in het gedrag; eigenschap van mens om zich te verliezen in geluk, succes en macht. Goden worden dan jaloers en straffen die personen, om het evenwicht die personen, om het evenwicht 0-400 v Chr)
zijn werk à Historiën (onvoltooid) ; de oorzaken en het verloop van de Peloponnesische oorlog.
Verschilpunten met Herodotus:
· Beperkt zich tot politieke en militaire gebeurtenissen
· Oorlog is overwegend mensenwerk, komt niet door goden
· Schreef eigentijdse geschiedenis (had het meegemaakt)
Geschiedenis wordt bepaald door voortdurende strijd om macht, waartoe mensen worden gedreven door: eerzucht, hebzucht en angst. Zijn werk is een bezit voor altijd.
3.Polybius (200-110 v Chr)
Hij heeft bewondering voor de Romeinse staat en de wijze waarop deze bestuurd wordt. Hij schreef een geschiedwerk over de opkomst van Rome en de machtsuitbreiding, geheel vanuit Romeins standpunt.à ‘Waarom kon hun macht zo toenemen?’
“Onderzoek naar oorzaken en gevolgen van militaire en politieke gebeurtenissen”. Praktisch doelà lezer leren hoe hij zich moet wapenen tegen rampspoed.
Algemene kenmerken
De verhalende vorm
Vooral bij Heroditus is dit duidelijkà karakterisering van personen
Het grote aandeel van redevoeringen
Herodotusà kon niet letterlijk weergeven, de personen waren allang dood
Thycydidesà gebruikt de speeches als een middel om zijn verhaal te variëren, de gebeurtenissen te becommentariëren en het onderwerp te dramatiseren.
Herinnering aan glorieuze daden
Herodotusà zegt dat hij grootse prestaties van mensen beschrijft
Thycydidesàzegt het niet met zoveel woorden, maar zegt wel dat ‘t de belangrijkste oorlog is
Met glorieuze daden wil de schrijver indruk maken op zijn lezer en hem overtuigen dat het werk van groot belang is.
2.Romeinse geschiedschrijving; de bronnen van Livius
De oudste bronnen (primaire bronnen)
Beginà ‘annales maximi’ door de ‘pontifex maximus’à alle belangrijke gebeurtenissen in 1 jaar op chronologische volgorde. Ook maakte Livius gebruik van de ‘senatus consulta’à officieel gepubliceerde senaatsbesluiten.
Annalisten
à geschiedschrijvers die hun stof per jaar (annus) geordend hebben. Ze voelden de plicht om de daden van grote mannen ‘res gestae’ op grote schaal in hun werk toe te voegen.
Livius en zijn bronnen
Livius gebruikt alleen primaire bronnen. Vooral het werk van Polybius, hij neemt vaak een onkritische houding tegenover zijn bron aan. Over het algemeen is hij eerlijk in het behandelen van het materiaal.
3.Twee beroemde Romeinse Historici; Sallustius en Tacitus
1.Sallustius (86-35 v Chr)
2 geschiedwerken :
-De coniuratione Catilinae
-Bellum Iugurthinum
Hij schreef monografieënà 1 bepaald onderwerp, met een paar personen kreeg de aandacht. En eigentijdse geschiedenis.
Moralistisch
De daden van mensen moesten worden beoordeeld volgens de ‘mores maiorum’ à waardeschaal van de voorouders. Politieke macht moet niet afhankelijk zijn van adellijke afkomst, maar van voortreffelijke eigenschappen, van het vermogen om te handelen volgens de ‘virtutes’à deugden.
Sallustius en Thucydides
T was zijn voorbeeld. S was een psycholoog in het beschrijven van zijn personages. S had weer veel invloed op Tacitus.
2.Tacitus (56-125)
2 belangrijkste werken:
-Historiae
-Annales
Taak van schrijven was om het verleden te herinneren en er een les uit te trekken. Sine ira et studioà zonder antipathie en sympathie. Typeerde karakters heel grondig.
De stijl van Sallustius en Tacitus
· Kortheid/bondigheid van formulering
· Aanbrengen van variatie in de formulering.
· Verhevenheid van stijl.
4.Algemene kenmerken van de Romeinse geschiedschrijving
· De annalistische ordening (jaar)
· De politieke inslag
· Moraliserende tendens
· Concentratie op Rome
Hfdst 14: De dood van Demetrius
Demetrius wil vluchten
1 Nadat Philippus zijn soldaten met elke soort van inspanning zonder enig effect had afgemat en nadat zijn verdenkingen jegens zijn zoon door het bedrog van de stadhouder Didas versterkt waren, keerde hij naar Macedonië terug. Deze (Didas), als begeleider meegestuurd. zoals eerder is gezegd, heeft, toen hij op de naïviteit 5 van de jongeman, die onvoorzichtig was en niet ten onrechte op de zijnen kwaad was, het gemunt had door hem te vleien en door ook zelf verontwaardigd te zijn over zijn lot, in alle opzichten uit eigen beweging zijn hulp aanbiedend, zijn geheimen (aan hem) ontlokt na zijn woord te hebben gegeven. Demetrius bereidde zich voor op een vlucht naar de Romeinen; als helper bij dit plan scheen door een weldaad der goden de stadhouder van Paeonië zich aangeboden te hebben. 10 door wiens provincie hij de hoop had gekregen veilig te kunnen ontsnappen. Dit plan werd zowel onmiddellijk aan zijn broer verraden als op diens instigatie aan zijn vader gemeld. Eerst werd er een brief naar hem gebracht toen hij Petra belegerde; daarna werd Herodorus (hij was de beste vriend van Demetrius) in de gevangenis 15 geworpen en er werd bevolen dat Demetrius zonder dat hij het zou merken in de gaten werd gehouden.
Een brief uit Rome
1Bovenop al het andere maakten deze dingen de aankomst in Macedonië voor de koning somber. Ook de huidige beschuldigingen troffen hem; toch meende hij dat hij op hen moest wachten die hij naar Rome had gestuurd om alles te onderzoeken.
Toen hij enkele maanden in angst door deze zorgen 5 had doorgebracht, zijn eindelijk de gezanten gekomen, nadat al eerder in Macedonië vooraf bedacht was wat zij uit Rome zouden /moesten berichten. Zij overhandigden aan de koning naast hun andere vergrijpen ook een verzonnen brief; verzegeld met de vervalste zegel van Titus Quinctius. In de brief was / stond een verzoek om vergeving, voor het geval dat de jongeman, wanneer hij door begeerte naar het koningschap een fout had begaan, iets 10 met hem had besproken; dat hij niets tegen iemand van zijn familie zou ondernemen en dat hij zelf niet van dien aard was dat hij de indruk kon wekken de initiatiefnemer te zullen zijn van enig goddeloos plan. Deze brief maakte de beschuldigingen van Perseus geloofwaardig; nadat Herodorus daarom onmiddellijk lange rijd was gefolterd, stierf hij zonder informatie over enige zaak op de pijnbank.
Demetrius wordt vermoord
1 Perseus beschuldigde Demetrius opnieuw bij zijn vader. De voorbereide vlucht door Paeonië werd (hem) verweten en het feit dat bepaalde mensen waren omgekocht om deelgenoot te zijn aan de tocht; vooral de verzonnen brief van Titus Quinctius bracht hem in het nauw. Toch is jegens hem geen enkele enigszins serieuze beschuldiging openlijk gedaan, 5 opdat / met de bedoeling dat hij liever door list werd gedood; en dit gebeurde niet uit zorg voor hemzelf; maar om te voorkomen dat zijn straf de plannen tegen de Romeinen aan het licht zou brengen. Toen er voor hemzelf een reis was / hijzelf van Thessalonica naar Demetrias reisde, stuurde hij Demetrius naar Astracum in Paconië samen met dezelfde begeleider Didas, (en) Perseus naar Amphipolis om de gijzelaars van de Thraciërs aan te nemen. 10 Men zegt dat hij aan Didas, toen deze van hem wegging, instructies heeft gegeven aangaande het vermoorden van zijn zoon. Er is door Didas of een offcr georganiseerd of voorgewend en, uitgenodigd om dit bij te wonen, kwam Demetrius van Astracum naar Heraclea. Men zegt dat bij deze maaltijd het gif is gegeven. Nadat hij de beker had leeggedronken, voelde hij (het) onmiddellijk, en nadat snel daarna de pijnen waren opgekomen, 15 (en) hij het feest had verlaten, werd hij, toen hij zich in zijn slaapkamer had teruggetrokken, door pijn gekweld, terwijl hij de wreedheid van zijn vader beklaagde en zijn broer beschuldigde van broedermoord en Didas van misdaad. Nadat vervolgens een zekere Thyrsis uit Stuberra en Alexander uit Beroea naar binnen gestuurd waren, hebben zij, toen zij kleden over zijn hoofd en keel hadden gegooid, zijn adem zo afgesneden. Zo werd de onschuldige jongeman gedood, terwijl zijn vijanden bij hem zelfs niet tevreden waren geweest met één soort dood.
Hfdst 15: Philippus en Perseus
1.De dood van Philippus
Antigonus
1 In hetzelfde jaar overleed Philippus, koning van de Macedoniërs, verzwakt door zijn ouderdom en door verdriet na de dood van zijn zoon. Hij overwinterde in Demetrias, zowel onrustig door het verlangen naar zijn zoon als door berouw over zijn (eigen) wreedheid. Evenzo verontrustten zijn geest / hem zowel het feit dat zijn andere zoon 5 zonder twijfel, zowel volgens zijn eigen mening als die van anderen, koning was en dat de ogen van allen op hem waren gericht, als het feit dat zijn ouderdom eenzaam was terwijl/ omdat sommigen op zijn dood wachtten en terwijl anderen zelfs niet (erop) wachtten. En hij maakte zich hierdoor nog meer zorgen en met hem Antigonus, de zoon van Echecrates, die de naam van zijn oom Antigonus droeg, die de voogd 10 van Philippus was geweest, een man van /met koninklijke waardigheid, ook door het vermaarde gevecht tegen de Spartaan Cleomenes beroemd. De Grieken noemden hem de Voogd, om hem met een bijnaam te onderscheiden van andere koningen. Antigonus, de zoon van zijn broer, was als enige van de hooggeplaatste vrienden van Philippus onkreukbaar gebleven en deze 15 trouw had de volstrekt niet bevriende Perseus zeer vijandig aan hem gemaakt. Terwijl hij voorzag met / in zijn geest met een hoe groot gevaar voor hemzelf de erfenis van het koningschap zou toekomen aan Perseus, (en) zodra hij merkte dat de geest van de koning wankelde en dat hij soms begon te klagen uit verlangen naar zijn zoon, nu eens door gehoor te verlenen, dan weer door hem zelfs ertoe te brengen om re spreken 20 over de onbezonnen daad, klaagde hij vaak al klagend met hem mee. En omdat de waarheid, zoals gewoonlijk gebeurt, veel sporen van zichzelf naliet, hielp hij uit alle macht opdat alles des te sneller aan het licht kwam. Verdacht als helpers van de misdaad waren vooral Apelles en Philocles, die de gezanten naar Rome waren geweest en 25 de voor Demetrius noodlottige brief op naam van Flamininus hadden meegebracht.
De onthullingen van Xychus
1 Overal in het paleis mompelde men dat de brief verzonnen was en door een schrijver vervalst was en dat de zegel nagemaakt was. Toen de zaak echter meer verdacht dan bewezen was, ontmoette toevallig Xychus Antigonus, en nadat hij door hem gearresteerd was, werd hij naar het paleis 5 gebracht. Nadat hij hem aan bewakers had overgelaten, ging Antigonus naar Philippus. 'Uit vele gesprekken', zei hij, 'meen ik begrepen te hebben dat jij het zeer zult waarderen als jij de hele waarheid over je zonen zou kunnen / kon weten, wie van beiden door de ander met bedrog en een complot is bedreigd. De enige man van allen, die de knoop van deze 10 onzekerheid kan ontwarren, is in jouw macht, (namelijk) Xychus. Beveel dat hij, die toevallig is ontmoet en naar jouw paleis is gebracht, geroepen wordt.' Voor de koning voorgeleid ontkende hij aanvankelijk zo onzeker, dat hij een bereidwillige informant bleek te zijn wanneer weinig angst teweeg was gebracht. Hij verdroeg de aanblik van de folteraar en de zwepen 15 niet en hij onthulde de hele toedracht van de misdaad van de gezanten en van zijn eigen hulp. Meteen zijn er mensen gestuurd die de gezanten moesten arresteren. Zij verrasten Philocles, die aanwezig was; Apelles, die erop uit was gestuurd om een zekere Chaereas te achtervolgen, is, nadat hij van de aangifte van Xychus had gehoord, naar Italië overgestoken. 20 Over Philocles is niets zekers bekend: sommigen beweren dat hij, terwijl hij aanvankelijk brutaal ontkende, niet langer heeft volgehouden, nadat Xychus onder zijn ogen is gebracht, anderen beweren dat hij ook de folteringen verdragen heeft terwijl hij bleef ontkennen. Voor Philippus werd het verdriet hernieuwd en verdubbeld; en hij beschouwde zijn ongeluk met zijn kinderen 25 erger, omdat de ander van de twee nog in leven was.
Philippus wijst zijn troonopvolger aan
1 Perseus, op de hoogte gesteld dat alles aan het licht was gebracht, was echter te machtig om een vlucht noodzakelijk te vinden; hij zorgde er slechts voor dat hij op een grote afstand bleef; van plan om zich in de tussentijd, zolang Philippus leefde, te verdedigen tegen als het ware de brand / vlammen van diens hevige woede. Nadat hij (Philippus) 5 de hoop had verloren om zijn persoon [Perseus] in handen te krijgen voor de straf / om hem te straffen, legde hij zich toe op dat wat er overgebleven was, namelijk om te voorkomen dat hij (Perseus) behalve het ontlopen van de straf ook nog zou genieten van de beloning van de misdaad. Hij riep dus Antigonus bij zich, aan wie hij verplichtingen had vanwege de onthulling van de broedermoord, en hij meende dat deze 10 voor de Macedoniërs wegens de recente roem van zijn oom Antigonus een koning zou zijn voor wie zij zich geenszins hoefden te schamen of over wie zij geenszins ontevreden hoefden te zijn. 'Aangezien ik, Antigonus, in zo'n toestand ben gekomen,' zei hij, 'dat de kinderloosheid, die andere ouders vervloeken, voor mij wenselijk moet zijn, ben ik van plan om dit koninkrijk, dat ik van jouw oom heb gekregen, dat door zijn dappere en niet alleen trouwe voogdij is beschermd en 15 zelfs vergroot, aan jou na te laten. Ik heb / beschouw jou als enige die ik het koningschap waardig acht. Als ik niemand zou hebben, zou ik liever willen dat dit verloren ging en beëindigd werd dan dat het voor Perseus de beloning is voor zijn misdadig bedrog. Ik zal geloven dat Demetrius uit de Onderwereld is opgeroepen en mij is teruggegeven, als ik jou, die als enige over de dood 20 van een onschuldige en over mijn ongelukkige vergissing heeft gehuild, als zijn plaatsvervanger zal achterlaten’.
De dood van Philippus
1 Na dit gesprek hield hij niet op om met hem met elke soort van eer te onderscheiden. Terwijl Perseus in Thracië ver weg was, ging hij langs steden van Macedonië en beval Antigonus aan bij de leiders; en als zijn leven langer had geduurd, 5 zou hij hem ongetwijfeld in het bezit van de troon hebben achtergelaten. Nadat hij uit Demetrias was vertrokken, had hij zeer veel tijd in Thessalonica doorgebracht; toen hij vandaar naar Amphipolis was gekomen, werd hij ernstig ziek. Maat het staat vast dat hij toch meer in zijn geest ziek was dan in zijn lichaam; en dat hij door zorgen en slapeloosheid, omdat 10 herhaaldelijk de verschijning en de spookgestaltes van zijn onschuldige zoon, die vermoord was, hem ver- ontrusten, is gestorven onder gruwelijke verwensingen aan het adres van de ander. Toch had Antigonus gewaarschuwd kunnen worden, als of ...of de dood van de koning meteen bekend was gemaakt. De arts Calligenes, die de leiding had van de verzorging, heeft, nadat hij de dood van de koning niet had afgewacht, 15 bij de eerste tekenen van een hopeloze toestand bodes op paarden die op verschillende plaatsten klaar stonden, zoals was afgesproken, naar Perseus gestuurd en heeft de dood van de koning tot diens komst voor allen die buiten het paleis waren, verborgen. Perseus overweldigde dus allen zonder dat ze iets vermoedden of wisten en met geweld eigende hij zich het koningschap toe dat hij door misdaad had verworven.
2.Het koningschap van Perseus
Perseus wordt koning
Toen Philippus er later achter kwam dat hij door Perseus was misleid, wees hij een andere troonopvolger aan, maar het was te laat in 179 stierf hij. Perseus werd de nieuwe koning van Macedonie.
Aanloop tot de 3e M.O
Perseus besteedde veel aandacht aan de opbouw van Macedonische strijdkrachten. Hij steunde de Grieken financieel en sloot vriendschapsverdragen met Thracische en Illyrische stamhoofdenà makkelijk voor oorlog tegen Italie. Aanleiding tot de oorlogsverklaringà aanvallen op enkele Balkan-volkenà bondgenoten van Romeinen.
De Derde M.O (171-167 v Chr)
Romeinenà Rhodus, Pergamum en Achaeische Bond
Perseus à Epirus, Boeotie, Illyrie
Perseus werd verslagen en gevangen genomen, bij Pydna (consul Paulus heeft de leiding nu)
3.Tekst ter vergelijking
Het einde van Perseus en Macedonië (Livius)à Perseus als krijgsgevangene
Nooit was er zoveel menigte bijeengekomen om Perseus te bekijkenà hij had de glans over zich van Alexander de Grote en Philippus. Romeinen vragen hem waarom hij oorlog heeft willen voeren, terwijl hun band met zijn vader goed was geworden. ‘ een echte man zal pas diegene zijn die zich niet op de vleugels van voorspoed verheft of door tegenspoed wordt gebroken’.
Het einde van het eens machtige Macedonië
Perseus regeerde 11 jaarà Macedonië was het grootste rijk op aarde.
Aemilius Paullus predikt gematigdheid
‘in de praktijk is het zo dat de ene groep opgevoed wordt in hun eigen situaties van tegenslag, de andere in die van hun naasten’.
· Op welke manier verwerkt Livius de levensles Van Paullus in zijn tekst?
-Livius richt zich vooral tot de jongemannen (en niet tot de vergadering in het algemeen)
-Livius bekort Polybios’ beschouwing aanzienlijk
Hfdst 16; Romeinen en Grieken
1.Macedonie en Griekenland worden ingelijfd
De opdeling van Macedonië
Perseus werd de rest van zijn leven vastgezet en Macedonië werd opgedeeld in 4 republieken.à opgelegde vrijheid & gecontroleerde zelfstandigheid.
De 4e M.O (149-148)à Macedonië wordt een provincia
Andriscus (zoon van Perseus) begon eenopstand en versloeg de Romeinen. 2e aanval olv Metellus, wonnen ze wel.à Macedonië werd tot provincie gemaakt, er kwam een praetor met een troepenmacht.
De uiteindelijke annexatie van Griekenland
Romeinen en Grieken leefden op vijandige voet. Corintheà hoofdstad Achaeische Bondà volksopstand vanwege economische en sociale misstanden. Critolaus moest de zaak oplossen, wilde echter ook directe confrontatie met Romeinen.à nam Griekenland in. Vanuit Macedonië rukte Metellus met een leger op en versloeg hem.à bestuurlijk viel Griekenland nu dus onder de provincia Macedonië.
2.tekst ter vergelijking: De verwoesting van Corinthe
1.Livius
Lucius Mummius was onbaatzuchtigà nam geen schatten of kostbaarheden mee naar huis.
2.Justinus
De Romeinen wilden met de vernietiging van Corinthe de andere stadstaten ervan afschrikken om in opstand te komen.
3.Polybius
negatief over houding soldaten tov kunstwerken
4.Inscriptie van Mummius
‘grote successen, triomfator’
3.Romeinen en Grieken
Romeinen en Grieken in contactà
-komst van gijzelaars vd Achaeische Bond
-griekse kunstschatten, meegenomen door Mummius
Slaven werden vaak als leraar aangesteldà Romeinse jeugd kwam ermee in contact & voorname huishoudens.
Scipio Minor veroorzaakte ‘n versmelting van Romeinse en Griekse denkbeeldenà filosofie.
Marcius Porcius Cato was zijn tegenpoolà conservatieve Romein.
4.Tekst ter vergelijking
1.Invloed van de Griekse kunst en cultuur (Paterculus)
Voor de Romeinse staat was het beter als ze geen kennis van de Griekse cultuur had gehad.
Scipio hield zich bezig met de kunsten, maar Mummius was ongecultiveerd.
2.Typische eigenschappen van de Grieken (Cicero)
Het Grieks heeft geen woord voor ongepast
De Grieken zouden hun karakterfout van ongepast gedrag niet onderkennen en hebben er dus ook geen woord voor.
Discussies, sport en vrije tijd
De gymnasia waren er eerder dan de filosofie en bezoekers prefereren sport boven filosofie.
3.Adviezen voor de gouverneur van Griekenland (Plinius)
Plinius erkent het grote verleden van de Grieken en dat zij de beschaving literatuur, landbouw en rechtspraak hebben ‘uitgevonden’.
Hfdst 17: Rome en Imperialisme
1.Waren de Romeinen imperialistisch of niet?
Imperialisme
· Streven van een mogendheid naar machts- en gebiedsuitbreiding.
· Inmenging westerse mogendheden in de aangelegenheden van minder machtige soevereine staten
Streefden de Romeinen naar gebiedsuitbreiding?
Romeinen zeiden dat ze alleen oorlog voerden ter zelfverdediging, maar natuurlijk speelden ook de vergroting van persoonlijke roem (gloria) en status (dignitas) vd bevelhebbers een rol.
De Romeinse inmenging in Griekenland
1e M.O à zelfverdediging
2e M.Oà twijfelachtige redenen. (bevrijding Griekenland)
Met de vrijheidsverklaring raakten de Romeinen betrokken bij het Oosten. De oorlogen die erop volgden, waren eerder te verklaren vanuit imperialistische motieven. (Antiochus 3, de Aetolische Bond, Perseus, Achaeische Bond)
De Romeinen tonen hun macht
Wapenstilstand voorbijà Antiochus ging naar Alexandrie, kwam Romeinse gezanten (Popilius) tegenà trokken een cirkel om hem heenà moest eerst zeggen of hij zou doen wat het senaat besloten. Stuurden daarna zijn vloot weg en ontnamen hem Egypte.
2.Tekst ter vergelijking
1.De arrogantie van de macht (Diodorus Siculus)
hij vindt de Romeinen imperialistisch. Hij verwijt ze dat ze hun macht handhaven door angst en intimidatie.
2.Sulla’s optreden in Griekenland (Plutarchus)
Sulla was de eerste dictatior die met wapens de macht greep in Rome. Marius was zijn politieke tegenstander. Sulla plunderde de Griekse heiligdommenà (hij had geld nodig voor de oorlog), terwijl zijn voorgangers aan deze heiligdommen wijgeschenken gaven en hun aanzien vergrootten. Hij wilde Athene heel graag innemen, en had daar veel voor overà kocht soldaten van anderen om en deed grote uitgaven voor zijn eigen soldaten.
Aristion bespotte hem en zijn vrouw.
Sulla had veel geld nodig om zijn soldaten om te kopen, hij bezat niet meer de voortreffelijkheid van de generaals uit het verleden. De generaals uit Sulla’s tijd, vochten meer tegen elkaar dan tegen een vijand
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten