Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

zondag 16 maart 2008

Profielwerkstuk Geschiedenis Verschillende stromingen binnen het ANC

VOORWOORD

Nederland is een tolerant land en zeker ten tijde van de apartheid waren er veel progressieve Nederlanders die zich hard hebben gemaakt voor een vrij Zuid-Afrika. Hierdoor heeft het ANC in Nederland een erg links imago. Nederlandstalige literatuur over het ANC is vaak boeiend en uitgebreid, maar weinig objectief. Ik heb hard mijn best gedaan om literatuur te vinden die tracht apartheid te begrijpen of uit te leggen, maar zal in ieder geval proberen zelf nuances aan te brengen.

Ik heb onvoldoende tijd en middelen om zelf uitgebreid onderzoek (laat staan veldwerk) te doen. Ik heb één interview gehouden en beroep mij verder op schriftelijke bronnen en op mijn eigen ervaringen met Zuid-Afrikaanse au-pairs die geprobeerd hebben te helpen in mijn opvoeding.

Het grootste probleem waar ik tegenaan ben gelopen, is dat er nauwelijks objectieve literatuur is over het ANC. Op de website van het ANC ben ik wel zoveel diverse informatie tegen gekomen, dat ik tot een vrij compleet werkstuk heb kunnen komen, maar het blijft natuurlijk een weinig objectieve bron van informatie. Alhoewel de beschrijving van Zuid-Afrikaanse geschiedenis door de huidige president van Zuid-Afrika Govan Mbeki, niet schroomt om felle conflicten binnen het ANC te beschrijven.

Ik heb alle afkortingen ten minste een keer uitgeschreven, maar het lijkt me erg vermoeiend om bijvoorbeeld elke keer ANC helemaal uit te schrijven. Niet alleen voor mij, maar ook voor de lezer. Als ik dit werkstuk uiteindelijk in schriftelijke vorm zou presenteren, zou ik zorgen voor een goede index, waardoor alle afkortingen opnieuw opgezocht kunnen worden. Op Internet zal ik zorgen dat er bij elke afkorting een link komt, naar een korte omschrijving.

Ik heb erg veel tijd gestoken in dit werkstuk, wat u met veel leeswerk opzadelt. Ik snap dat u wel iets leukers te doen heeft, maar ik vond het onderwerp toevalligerwijs erg interessant en heb geprobeerd een zo compleet mogelijk werkstuk te maken.

INLEIDING

Het onderwerp van mijn profielwerkstuk is het ANC. Ik heb mijn onderwerp afgebakend en zal mij bezig houden met de structuur en de onderlinge verhoudingen binnen het ANC. Alle hoofdstukken zullen hier dan ook mee in verband staan. Ik heb een hoofdvraag geformuleerd. Dit is bedoeld als hulpmiddel om meer structuur te krijgen in mijn werkstuk. Deze hoofdvraag zal ik hieronder weer geven.

Hoofdvraag:
In welke stromingen is het ANC op te delen en hoe manifesteert zich deze opdeling?

Natuurlijk is voor een goede beantwoording van deze hoofdvraag enige voorkennis nodig over de geschiedenis van Zuid-Afrika en die van het ANC in het bijzonder. De eerste vier hoofdstukken zijn daarom chronologisch van aard, dit is nodig om tot een goed werkstuk te komen. Immers, iemand zonder voorkennis moet het ook kunnen volgen en de eerste paar hoofdstukken zijn ook bedoeld om te zorgen dat er geen verwarring bestaat over bepaalde gebeurtenissen, begrippen of personen.

Na de eerste vier hoofdstukken kom ik toe aan het duidelijk benoemen en beschrijven van de verschillende stromingen in het ANC. In deze hoofdstukken ga ik ook dieper in op de achtergronden van bepaalde gebeurtenissen uit de eerste vier hoofdstukken, bezien vanuit de verschillende stromingen binnen het ANC. Ik bespreek bijvoorbeeld welke moeizame compromissen gesloten moesten worden om de partij bij elkaar te houden, vlak voor belangrijke gebeurtenissen.

Na het bespreken van de Youth League geef ik van, het belangrijkste kopstuk van deze stroming, Nelson Mandela een korte levensbeschrijving. Hierdoor wordt wat duidelijker hoe hij en anderen vanaf de jaren veertig het ANC bij elkaar hebben gehouden. Na alle stromingen benoemd te hebben, doe ik mijn best om enige nuance aan te brengen door naar rationele verklaringen voor de apartheid te zoeken en wat afwijkende meningen over de zwarte vrijheidsbeweging te belichten.

In het laatste hoofdstuk leg ik iets uit over de huidige politieke situatie in Zuid-Afrika en vertel ik iets over de partijen waarmee het ANC in de Zuid-Afrikaanse politiek geconfronteerd wordt. In mijn conclusie beantwoord ik de hoofdvraag en geef in hoofdlijnen aan hoe de manifestatie van de verschillende stromingen binnen het ANC de geschiedenis van Zuid-Afrika heeft beïnvloed.

DE VOORGESCHIEDENIS
Hoofdstuk 1

De eerste blanken die geprobeerd hebben om zich in Zuid-Afrika te vestigen zijn Nederlanders. Zij kwamen voor het eerst in 1652. Vanaf die tijd is er in Zuid-Afrika een constante aanwezigheid van een blanke militaire en politieke macht. In de eerste paar eeuwen weten verschillende Afrikaanse koninkrijken, die pas later door blanken werden samengevoegd tot Zuid-Afrika, hun soevereiniteit te handhaven. Ondanks dat veel land, vee en soms zelfs vrijheid prijs moest worden gegeven aan de Nederlanders.

De eerste echte grootschalige agressie tegen de verschillende bevolkingsgroepen, kwam van de Engelsen. Zij brachten vanaf 1860 grote legers over. Deze legers brachten paarden, geweren en kanonnen met zich mee en hadden een duidelijk afgebakend doel: controle krijgen over Zuid-Afrika. Een verzetsgroep ontstond in de vorm van de Xhosa.

Deze groep voerde negen onderscheidbare verschillende oorlogen met de kolonisten en werd in 1878 definitief verslagen, na meer dan een eeuw van strijd. Een stam die geen onderdeel was van de Xhosa, maar wel beschikking had over een militair apparaat waren de Zulu’s. Onder leiding van Cetshwayo versloegen ze de Engelsen triomfantelijk bij Isandhlwana, ook in 1878. Uiteindelijk werden ze bij Ulundi toch verslagen door Britse versterkingen. Ook de Pedi-stam die nog soeverein gebleven was, werd niet veel later verslagen door de Britten.

Belangrijke Afrikaanse leiders zoals Sukhukhune, Sandile en Cetshwayo werden gevangen genomen of gedood. Rond 1900 was bijna het hele gebied, wat nu Zuid-Afrika heet, onder Brits gezag. Toch leverde dit weer nieuwe spanningen op, die zeer bloederig tot uiting kwamen. Het ging hier om een oorlog tussen blanken, alhoewel moderne historici en het ANC benadrukken dat ook veel zwarten zijn gestorven en deze oorlog veel negatieve invloed heeft gehad op de zwarte bevolking. Aan de ene kant waren er de voormalige Boer republics: Transvaal en The Free state en aan andere kant was er het Britse Rijk. In deze oorlog werden concentratie-kampen voor het eerst op grote schaal toegepast.

De Britten hadden een veel grotere strijdkracht dan The Boer, als gevolg daarvan hanteerde The boer een guerrilla-tactiek. Het Nederlandse leger wilde zich niet in de strijd mengen. De Britten probeerde The Boer uit te roeien door ze onder vreselijke omstandigheden zware fysieke arbeid te laten doen in zogenoemde concentratiekampen. Van de ongeveer 100.000 kolonisten van Nederlandse komaf vonden er zo’n 26370 de dood in een concentratiekamp. Zwarte Afrikaners die om welke reden dan ook geassocieerd werden met The Boer werden in aparte kampen gestopt en hier hebben waarschijnlijk tussen de 14000 en 20000 mensen de dood gevonden.

In 1910 werd het pas weer rustig onder de kolonisten. Groot-Brittannië gaf toen ook zelfbeschikking aan de kolonisten (dus ook aan The Boer), waardoor het eindelijk rustig werd onder de blanke bevolking. De kolonisten zagen geen enkele reden om de gekleurde Afrikanen een politieke rol van betekenis toe te dichten en erkende alleen de rechten van de blanke mens. In deze situatie is het ANC gevormd.

DE VORMING VAN HET ANC
Hoofdstuk 2

Er waren veel manieren waarop Afrikaners zich verzet hebben tegen de vorming van een blank overwicht in Zuid-Afrika, zonder gezamenlijk een duidelijke vuist te maken. Dit is waarschijnlijk te verklaren, doordat de zwarte bevolkingsgroepen feitelijk geen gemeenschappelijk nationaal bewustzijn hadden. Ze zijn allemaal onderdanen van verslagen koninkrijken of andere voorheen aparte stammen.

Aan het begin van de twintigste eeuw is er nog maar één groepering die zich gewapend verzet tegen de overheersing: Bambata’s rebellion. Ook deze groepering werd bloedig een halt toegeroepen. Het wordt nu langzaam duidelijk dat de enige manier waarop de inheemse bevolkingsgroepen kunnen overleven, ligt in onderlinge samenwerking.

Deze situatie is vergelijkbaar met de manier waarop de oorspronkelijke bewoners van de nieuwe wereld, gedwongen werden tot het vormen van hele nieuwe stammen en militaire verbonden met volkeren waar ze generaties lang oorlog mee hebben gevoerd. Zowel in Zuid-Afrika als Amerika gaat het dan ook om enorme gebieden en “Indianen” of “Afrikaners” zijn dan ook net zulke generalisaties als: “Europeaan”, “Westerling” of “Aziaat”.

De Afrikaanse leider Pixley ka Isaka Seme was een van de eerste Afrikaanse leiders die zich bewust werd van de noodzaak tot interne samenwerking. In 1911 deed hij een dringende oproep aan alle Afrikanen om hun twisten en onenigheden achter zich te laten en zich te verenigen in een grote nationaal opererende organisatie. De volgende uitspraak van Pixley ka Isaka Seme is van historisch groot belang en heeft bijvoorbeeld een prominente plaats op de website van het ANC.

"We are one people. These divisions, these jealousies, are the cause of all our woes today."

Zijn oproep vond gehoor. Op 8 januari 1912 kwam een diverse verzameling van stamhoofden, vertegenwoordigers van vakbonden, godsdienstige leiders en andere vooraanstaande zwarte personen samen in Bloemfontein en richtte het Afrikaans Nationaal Congres op. Het ANC stelde zicht tot doel om alle Afrikaners bij elkaar te brengen en als één volk op te komen voor het krijgen van rechten en vrijheid.

Het ANC werd opgericht in een tijd waarin Zuid-Afrika grote economische en industriële ontwikkelingen door maakte. Er waren immers grote hoeveelheden diamant en goed ontdekt (al in 1867 en 1886). Dit zorgde voor een grote behoefte aan mijnwerkers. De blanke kolonisten gingen vrij ver in het dwingen van de Afrikaners om ervoor te zorgen dat er goud en diamanten naar boven bleven komen. Ten eerste werd de zwarte bevolking gedwongen om in de mijnbouw te werken, onder arbeidsvoorwaarden die maar in zeer weinig opzichten verschillen van slavernij.

Verder werden er allerlei enorme belastingen opgelegd met het doel om mensen van hun land te verdrijven om ruimte te maken voor mijnexploitatie. De meest verstrekkende wet die ervoor moest zorgen dat blanken de natuurlijke rijkdommen van Zuid-Afrika ongestoord konden exploiteren, was de zogenoemde Land Act. Deze wet stamt uit 1913 en verbood Afrikaners land te bezitten, te kopen of te huren behalve in daarvoor toegewezen gebieden.

Mensen die niet in daarvoor toegewezen gebieden woonden, moesten vrijwel onmiddellijk vertrekken en raakte hun land kwijt. Het werd erg moeilijk voor Afrikaners om rustig hun land te bebouwen en veel mensen beheerste landbouwtechnieken die drie generaties terug nog wel in hun familie bekend waren niet meer. Veel mensen werden gedwongen te leven in voor hun vreemde gebieden en met een net opgericht ANC, kwam de solidariteit tussen de zwarte bevolking langzaam op gang. De Land Act voorzag de zwarte bevolking van weinig land, wat leidde tot overbevolking, etenstekorten, armoede en uiteindelijk tot een hoog sterftepercentage.

DE VROEGE JAREN VAN HET ANC
Hoofdstuk 2

Door de Land Act en andere maatregelen gericht tegen de zwarte bevolking, raakte de van oorsprong verschillende volkeren verspreid en hadden, zo als ook uitgelegd in het vorige hoofdstuk, vaak niet meer de mogelijkheid om van hun eigen land te leven. Het enige alternatief om geld te verdienen of om in ieder geval te eten te krijgen, was aan het werk gaan voor de blanken. Vrijwel iedereen die kon werken, deed dit op de landerijen of in de mijnen.

Er waren zwarten die zich vestigeden in de buurt van waar ze werk konden krijgen en daar bleven wonen, hierdoor zijn de grote ghetto’s van Johannesburg bijvoorbeeld ontstaan. Verreweg de grootste groep echter probeerde heen en weer te reizen tussen thuis en werk. Veel mijnwerkers trokken tenminste een keer per jaar vanuit de grote stad ver het land in om thuis met een groot deel van hun loon lange tijd door te brengen.

Het constante heen en weer gereis, uiteraard versterkt door de slechte arbeidsomstandigheden, zorgde voor een onrustige situatie in de mijnen en op de landerijen, vanwege voortdurende wisselingen binnen het personeel. De regering ging op zoek naar manieren om de zwarte bevolking in hun mobiliteit te beperken. Er kwamen een serie wetten die erop gericht waren om te zorgen dat de zwarte bevolking ten alle tijde aan het werk was in de mijnen of op de landerijen.

Er kwamen ook wetten die het zwarten verboden om ontslag te nemen of te staken. Onder deze omstandigheden zette het ANC voorzichtig zijn eerste stappen op het politieke toneel. In 1914 werd een delegatie naar Engeland gestuurd om een beroep te doen op de humaniteit van Groot-Brittannië en hulp bij het afgeschaft krijgen van de Land Act. De delegatie vond geen gehoor.

In 1919 organiseerde het ANC vanuit Transvaal een protestactie tegen de beperkingen op de bewegingsvrijheid van de gekleurde Afrikaners. Niet iedereen binnen het ANC kon zich echter vinden in deze methodes van verzet. Voornamelijk de kerkelijke vertegenwoordigers binnen het ANC vonden het verstandiger om de gemeenschappelijke doelen te bereiken door overtuigingskracht en het aangaan van de dialoog. Opnieuw werd er een delegatie naar Groot-Brittannië gestuurd. Deze keer had het ANC een concreet verzoek: Groot-Brittannië moest de rechten van de Afrikaners erkennen. Ook nu kreeg het ANC op geen enkele manier steun van Groot-Brittannië.

In 1920 begon het ANC zich al wat meer te roeren en het steunde ook een vrij agressieve staking door mijnwerkers in 1920. Daar was intern echter veel kritiek op en het ANC bleef in de jaren twintig erg voorzichtig. Het was dan ook nog geen vreselijk populaire organisatie onder de zwarte bevolking.

De populairste beweging die de belangen van de zwarte behartigde was het ICU (The Industrial and Commercial Workers Union). Dit was een algemene vakbond die gevormd werd in 1919. Deze beweging behaalde door militante acties enkele behoorlijke overwinningen en was erg geliefd onder de bevolking. Aan het eind van de jaren twintig had het ICU echter te maken met enorme tegenwerking van de regering en kon het zijn positie niet meer handhaven en uiteindelijk werd deze groepering opgeheven.

In de jaren twintig ontstonden in Zuid-Afrika verschillende socialistische organisaties die de belangen van de zwarte werknemers probeerde te verdedigen. De SACP (The South African Communist Party) is ontstaan uit deze groeperingen en uit blanke communisten die zich niet konden vinden in de apartheid. De SACP is de eerste politieke partij uit Zuid-Afrika zonder racistische ideologie.

In de jaren twintig begonnen de kolonisten van Nederlandse komaf zich wat agressiever op te stellen. De regering werd steeds racistischer. Er werd een colour-bar ingesteld, die moest beletten dat Zwarten banen konden krijgen waarvoor hogere kwalificaties gelden. Ook kwamen verordeningen met het doel Zwarten überhaupt minder geld te betalen voor welke soort arbeid dan ook.

Het ANC wist niet goed om te gaan met deze harde politiek en bleef proberen op beschaafde wijze het systeem te veranderen. Als reactie op de verharde maatregelen werd in 1927 de progressievere leider J.T. Gumede benoemd tot voorzitter. Hij probeerde onmiddellijk het ANC nieuw leven in te blazen en probeerde tot een nauwere samenwerking met de communisten te komen, door bijvoorbeeld toenadering te zoeken met het SACP.

Gumede kon zijn confronterende politieke strategie niet goed aan zijn achterban verkopen en werd weggestemd. In de jaren dertig hield het ANC zich erg rustig met een conservatieve stroming in de partijtop. De oprichters van de het ANC bestaan niet uit duidelijk omlijnde groeperingen, toch is het wel duidelijk dat vanuit de christelijke hoek de vreedzaamste politiek kwam. Ik kom daar nog uitgebreid op terug in volgende hoofdstukken.

In de jaren veertig vierde het Afrikaner Nationalism hoogtij. Er kwamen er steeds meer beperkende wetten en werd de apartheid steeds radicaler. Als reactie hierop ontstaan hevige veranderingen binnen het ANC en de partij wordt het ANC nieuw leven in geblazen. Er ontstaat een geheel nieuwe vleugel: de zogenaamde ANC Youth League. De kopstukken van deze stroming waren: Walter Sisulu, Oliver Tambo en Nelson Mandela. De laatst genoemde zou een van de beroemdste Afrikaners ter wereld worden. De Youth League was van mening dat vrijheid alleen bewerkstelligd kon worden als het volk het heft in eigen hand zou te nemen. De Youth League stelde zich tot doel om het volk te betrekken bij harde tegenmaatregelen.

Door het steeds extremere Afrikaner Nationalism kwam er steeds meer ruimte voor de ideeën van de Youth League binnen het ANC en gingen de verschillende Afrikaanse organisaties bovendien steeds meer samenwerken. In 1947 tekende bijvoorbeeld het South African Indian Congress een verdrag waarin stond dat beide groeperingen elkaar zoveel mogelijk zouden ondersteunen.

In de jaren veertig kwamen er nieuwe fabrieken en industrieën opzetten waardoor steeds meer mensen zich rond de grote steden gingen vestigen en er steeds meer zwarte arbeidskrachten kwamen. Onder arbeiders is er vaak ruimte voor socialistische gedachtegoed, en ook de ANC Youth League werd zeer populair onder de arbeiders.

Een van de belangrijkste activiteiten van de ANC Youth League was het opstellen van een plan van aanpak. Hierin werd gepleit voor meer stakingen, boycots en een agressievere vorm van verzet in het algemeen. Het politieke klimaat in Zuid-Afrika werd steeds extremer en het ANC kon niet achter blijven. In 1949 werd het plan van aanpak door de partijtop overgenomen en ontstaat een krachtige verzetsgroepering. De politiek die het ANC vanaf dit moment voerde, wordt ook wel de Defiance Campaign genoemd.

HET ANC BEREIKT HET VOLK
Hoofdstuk 3

Door de Defiance Campaign ontstond er pas grootschalig verzet tegen de verplichte scheiding tussen blank en zwart in Zuid-Afrika, waarvoor het internationale gehanteerde begrip apartheid wordt gebruikt. Ondanks dat er in de jaren veertig en vijftig internationaal minder draagvlak kwam voor de racistische politiek van de regering van Zuid-Afrika, bleef deze toch doorgaan met het invoeren van nieuwe ingrijpende racistische hervormingen.

Steeds meer groeperingen werden gedwongen om registratiekaarten bij zich te dragen waardoor hun bewegingen bijgehouden konden worden. De Group Areas Act werd ingevoerd waardoor weer veel mensen van leefgebied moesten veranderen en de gebieden waar zwarten wel mochten leven, de zogenaamde Townships, overvol raakte.

Gesteund door een krachtig ANC, onder sterke invloed van de Youth League, komen steeds meer Zwarten openlijk in opstand. Er werd bediening geëist in winkels en horeca-gelegenheden met uithangborden met de daarop beruchte tekst: “Whites only”. Ondanks dat de Europese sympathie voor de blanken in Zuid-Afrika begon af te nemen, waren er ook veel uithangborden met de tekst “Europeans only”. Ook hier dwongen de zwarte Afrikanen bediening af en lieten zich niet meer weg sturen.

Er ontstond ook grote onvrede over de Bantu Education Act die het leren het aan Nederlands verwante Afrikaans verplicht stelde voor Zwarten. De regering voelde zich in het nauw gedrongen en sloeg hard terug. Veel leiders van het ANC werden in de gevangenis gestopt en er kwamen vele nieuwe wetten die de burgerlijke ongehoorzaamheid tegen moesten gaan. De ontwikkelingen waren door de overheid nauwelijks nog in de hand te houden en het ledenaantal van het ANC steeg in de jaren vijftig enorm.

Vanuit de samenwerkingsverbanden tussen het ANC en andere groeperingen ontstonden ook nieuwe organisaties: de SACPO (South African Coloured People’s Organisation) en de COD (Congress of Democrats). De SACPO richtte zich op betere samenwerking met mensen van Aziatische afkomst, die zich als Indians lieten omschrijven. De voorvaderen van deze Indians waren in Zuid-Afrika terechtgekomen, als bediendes van de Britten. Van de COD kwam hulp uit onverwachte hoek: blanke Zuid-Afrikaners. Het COD was een organisatie van blanke Zuid-Afrikaners die de democratische principes van gelijkheid ondersteunde.

De samenwerkingsverbanden stapelen zich nu in snel tempo op. Het ANC stuurde aan op de vorming van een overkoepelende organisatie de bestond uit vertegenwoordigers van het SACPO, het COD en voor de vakbonden het SACTU (South African Congress of Trade Unions). Deze overkoepelende organisatie kwam er ook in de vorm van het Congress Alliance.

Het Congress Alliance organiseerde in 1955 The Congress of the people, een grote conferentie die gehouden werd in Kliptown. Iedereen die het op prijs stelde kon daar inspraak doen. Het idee was om een groot document te maken, waarin de wensen en eisen van het volk ten uitdrukking kwamen. Dit document kreeg de naam Freedom Charter en in de uiteindelijke versie werd gevraagd om een eerlijke verdeling van het land tussen hen die er wonen en werken, goede behuizing, meer veiligheid en een rechtvaardig onderwijssysteem.

De regering verklaarde de Freedom Charter tot communistisch document, waarmee het meteen verboden was. Het communisme was al eerder “afgeschaft” in 1950 en daarmee werd het arresteren van vele kopstukken die mee hadden gewerkt aan de tot stand komen van het Congress of the people gerechtvaardigd. Er volgde een beroemd proces het zogenoemde Treason Trial. Hierin werd bewezen geacht dat het ANC en zijn bondgenoten gewelddadige organisaties waren die van plan waren om een revolutie te plegen.

Ook in 1955 greep de ANC Women’s League de kans om zich te bewijzen. Dit is onderdeel geweest van een langere ontwikkeling binnen het ANC die ik in ander hoofdstuk uitgebreid zal bespreken. In dit jaar kondigde de regering aan dat vrouwen voortaan controlekaarten bij zich moesten dragen. Een enorme protestactie was het gevolg. Er was nog een ander punt waar de vrouwen sterk op voor kwamen. Het werd illegaal gemaakt voor vrouwen om zelf alcohol houdende dranken te brouwen.

Het was alleen nog toegestaan om in speciaal daarvoor ingerichte Beerhalls alcohol te komen drinken. De politie deed veel agressieve invallen om dit gebod na geleefd te krijgen. Gesteund door de ANC Women’s League vielen vrouwen massaal de Beerhalls binnen en maakte alles kapot wat ze binnen vonden. Er waren allerlei boycots en hele gebouwen werden met de grond gelijk gemaakt.

In de jaren vijftig was het ook erg onrustig in de afgelegen landelijke gebieden. Het ANC organiseerde protesten tegen de controlekaarten en tegen de Bantu Authorities Act. Deze wet gaf de regering bevoegdheid om stamhoofden uit hun functie te ontheffen en om nieuwe aan te stellen. De nieuw door de regering aangewezen stamhoofden werden gezien als collaborateurs en het resultaat was een grote opstand: Pondoland Revolt.

In de jaren moeizame jaren vijftig zorgde voor veel toenadering tussen zwart en blank. In de Freedom Charter was immers gesteld, dat Zuid-Afrika toebehoort aan iedereen die er woont. Het ANC begon hun anti-racistische doelstellingen ook op zichzelf toe te passen en er kwam meer ruimte voor vrouwen, Indians en ook voor blanken.

Een stroming fanatici binnen het ANC kon hier niet mee leven. Zij vonden dat Zuid-Afrika toebehoort aan haar oorspronkelijke bewoners en niet aan kolonisten of aan welke andere buitenlanders dan ook. Verder konden veel mensen zich niet vinden in de extreem communistische denkbeelden van de “buitenlanders”. De stroming binnen het ANC die Zuid-Afrika niet wou prijs geven aan de nieuwkomers noemde zichzelf de Africanists. Zij konden zich niet vinden in het Freedom Charter en aan het eind van de jaren vijftig voelden zij zich vervreemd van hun partij en vooral van de invloed van de Youth League.

In 1959 splitste de Africanists zich af in een nieuwe partij: het PAC (Pan Africanist Congress). Het ANC en het PAC bleven in het begin van de jaren zestig wel gezamenlijk oproepen doen om te staken tegen de controlekaarten. Een protestactie waar het alleen het PAC initiatief voor had genomen liep uit op een bloedbad. Volgens Govan Mbeki, de huidige president van Zuid-Arfika, heeft PAC opgeroepen tot deze staking een week voor dat het ANC dit van plan was, alleen om ze te pesten.

Hoe dan ook, op 21 Maart 1960 werd het volk van Zuid-Afrika opgeroepen om alle controlekaarten thuis te laten en om massaal naar het dichtstbijzijnde politie-station te gaan om gearresteerd te worden. In Sharpeville opende de politie het vuur op de protesterende massa. Hierdoor vonden 69 mensen de dood en raakte er 186 gewond.

HET ANC NEEMT DE WAPENS OP
Hoofdstuk 4

De schietpartij in Sharpeville was de aanleiding voor een grote uitbraak van geweld. De regering verbood het ANC en het PAC en duizenden mensen werden opgepakt. Nu werd het voor het ANC pas echt duidelijk de tijd voor onderhandelingen te einde was. Het ANC begint vanaf 1961 vormen van gewapend geweld toe te passen. Het gaat ondergronds en roept een militaire organisatievorm in het leven. Umkhonto we Sizwe, afgekort met MK, wordt de naam voor deze militaire groepering. Umkhonto we Sizwe is het best te vertalen met: “Speer van de natie”.

Nelson Mandela is een van de personen die wordt aangeklaagd wegens hoogverraad. Hij trouwt met Winnie Madikizela, een vrouw die in zeer korte tijd erg actief werd in de ANC Women’s League. Na een periode met gezin ondergedoken te zijn om het MK te organiseren wordt Nelson Mandela opgepakt en gevangen gezet op Robin Island.

Op het historisch overzicht dat het ANC van zichzelf geeft op hun website, staat het doel van de MK als volgt gedefinieerd:

“hit back by all means within our power in defence of our people, our future and our freedom”

In twee- en een halfjaar tijd voert het MK 200 verschillende sabotage-acties uit. Ze weten echter geen weerstand te bieden aan het steeds harder wordende politie-optreden. Er kwam voor de zoveelste keer een serie beperkende wetten. Op het uitvoeren van sabotage-acties kwam de doodstraf te staan en het werd legaal gemaakt om mensen zonder aanklacht of rechtszaak negentig dagen lang vast te houden. In Frankrijk is het ook toegestaan om mensen zonder aanklacht lange tijd vast te houden, maar in Zuid-Afrika werd dit echt gebruikt om oproerkraaiers aan te pakken. In 1963 viel de politie het geheime hoofdkantoor van de MK binnen en werden alle leiders van het MK aangeklaagd wegens het willen plegen van een gewelddadige revolutie.

Belangrijke leiders van het ANC zoals Oliver Tambo en Joe Slovo (tevens de stuwende krachten achter de Youth League) vluchten naar het buitenland uit angst om gearresteerd te worden. Veel leden van het ANC werden naar buiten gesmokkeld om daar militaire training te ondergaan.

Ondanks vele arrestaties bleef het ANC zeer actief. Het bleek door de ligging van Zuid-Afrika erg moeilijk om de getrainde soldaten weer terug Zuid-Afrika in te krijgen. De overheden van de buurlanden wouden om verschillende redenen op geen enkele manier meewerken en gaven geen toestemming om over land Zuid-Afrika binnen te komen.

In 1967 begint het MK een gezamenlijke campagne met Zapu een groepering van “vrijheidsstrijders” in Zimbabwe. Ze probeerden een doorgang te vinden langs de Zambezi River, maar veel meer dan gevechtstraining leverde dit niet op. In 1969 probeert het ANC op het Morogo Conference een oplossing te vinden uit de impasse. Omdat het duidelijk werd dat het ANC geen mogelijkheid had om via militaire kracht controle over het land te krijgen, werd gezocht naar andere manieren om de Zuid-Afrikaanse regering onder druk te zetten.

Het ANC besluit op het Morogo Conference een nieuwe kans te geven aan de diplomatie. Het volk moest gemobiliseerd worden en het politieke en ideologische wereldklimaat was rijp om te proberen internationale steun te krijgen. Verder werd het nu officieel mogelijk voor blanken om lid te worden van het ANC, waardoor een einde werd gemaakt aan al het racisme binnen het ANC zelf.

De zestiger en zeventiger jaren waren voor het ANC een moeilijke tijd. De regering had door zijn grote militaire apparaat een grote macht en ook al kreeg het ANC steeds meer steun van de bevolking en van het buitenland, voorlopig hadden de blanken nog alle touwtjes in handen. De organisatie van het ANC was nu zo verregaand verboden en de partijtop in het buitenland of in de gevangenis dat het verzet nu echt vanuit het volk zelf moest komen en dat gebeurde ook.

In 1970 kreeg Zuid-Afrika te maken met een sterke inflatie. Hierdoor kon de zwarte bevolking al helemaal niet rond komen van de kunstmatig laag gehouden lonen. Door het hele land waren er voortdurend kleine spontane stakingen. In 1973 begon in Durban een van de grootste stakingen uit de geschiedenis van de apartheid die zich over nagenoeg het hele land verspreidde.

In juni 1976 komen scholieren massaal in opstand tegen het onderwijssysteem. Tienduizenden scholieren gingen de straat op om te protesteren tegen het verplicht leren van Afrikaans op school. Tijdens een van deze marsen opende de politie het vuur op een groep scholieren. De dertien jaar oude Hector Petersen en drie andere kinderen werden gedood. Dit veroorzaakte een enorme golf van agressie die zich over het hele land verspreidde. Meer dan duizend mensen vonden de dood, de meeste door politiekogels.

Wat over was van het ANC verklaarde zich solidair met de leerlingen die de stakingen georganiseerd hadden en verklaarde via pamfletten ondergronds door te blijven vechten. De protestacties van de schoolgaande jeugd zorgden voor een enorme groei van het MK, waardoor hevige strijd ontstond tussen de politie en deze groep. De overheid was nu zover in het nauw gebracht dat voor het eerst hervormingen werden beloofd.

De meeste reacties waren sceptisch en de vermoedens dat de regering probeerde de zaak te sussen, werden versterkt door het feit dat het leger werd uitgebreid en nieuwe bevoegdheden kreeg in het terugdringen van revolutionairen. Het initiatief dat de regering nam om locale overheden aan te wijzen, werd in de Townships met groot cynisme ontvangen. Toch was dit de eerste keer in de geschiedenis dat de overheid politieke macht toe stond aan zwarten.

De grootste organisatie binnen Zuid-Afrika was in de jaren tachtig niet het ANC, maar een leerlingenorganisatie. Het zogeheten Congress of South African Students (COSAS) was niet verboden en had door het hele land heen talloze afdelingen met waar ouders en leerlingen relatief ongestoord samen konden komen. Veel nationale school boycots waren het gevolg.

De vakbonden in Zuid-Afrika verenigden zich ook in deze periode. In 1985 werd Congress of South African Trade Unions (Cosatu) opgericht. Cosatu organiseerde het grootste aantal stakingen in de geschiedenis van Zuid-Afrika. In 1987 staakte bijvoorbeeld meer dan driehonderdduizend mijnwerkers. In 1985 riep het ANC op om de manier van besturen van de Townships zoals de regering die had mogelijk gemaakt, te boycotten.

Dit leidde tot een halve revolutie. Mensen vormden eigen besturen, vaak op democratische grondslag. Mensen die meegeholpen hadden het apartheid-regime in stand te houden, werden hardhandig gestraft. In 1985 zijn met dit doel dan ook vele spontane rechtbanken opgericht in verschillende dorpen en kleine steden. De regering riep de noodtoestand uit over sommige delen van het land in juli 1985 en na zes maanden gold deze situatie voor het gehele land.

Tijdens de noodtoestand werden meer dan driehonderdduizend mensen gevangen genomen, waaronder vrouwen en kinderen. Alle verzetsbewegingen, waarvan de afkortingen in de eerste vier hoofdstukken van dit hoofdstuk zijn voor gekomen, werden verboden verklaard, maar de situatie was niet meer te houden.

Er brak een periode van chaos aan waarin allerlei al dan niet geheime overheidsdiensten op eigen initiatief probeerde af te rekenen met het ANC en alles wat daarmee te maken had. Een overheidsgroepering de South African Defence Force (SADF) voerde zelfs bombardementen uit en ging de grens over om ANC-gebouwen te vernietigen.

Onduidelijke groeperingen riepen zielsverwanten in de buurlanden op om tegen het ANC in opstand te komen. De motieven van deze uit Inthaka en Natal afkomstige strijders zijn nog steeds onderwerp van discussie, maar er wordt beweerd dat ze via de Zuid-Afrikaanse overheid betaald werden. Als gevolg hiervan ontstond een steeds grotere chaos.

In 1990 ging het volk massaal de straat op en overal werden openlijk ANC en SACP vlagen gedragen. In 1990 verklaarde president de Klerk het ANC en alle groeperingen die daarmee geassocieerd worden vrij. Hij had hierop al gezinspeeld toen hij werd verkozen, maar in de onduidelijke chaotische situatie had niemand daarin geloofd.

In februari 1990 wordt Nelson Mandela vrij gelaten uit de gevangenis. Winnie Mandela liep triomfantelijk samen met hem de deur uit. De vrouw van Nelson Mandela kwam wel steeds meer onder vuur te liggen. Ze werd verdacht van allerlei misdaden die zij samen met haar bodyguards, de Mandela Football Club, beraamd zou hebben. Datzelfde jaar nog werd zij aangeklaagd wegens het betrokken zijn bij de moord op de viertienjarige James Moeketsi Seipei. In 1991 werd ze schuldig verklaard aan ontvoering en “accessory to assault”.

Ondanks de beschuldigingen was ze razend populair onder de armen. In 1991 nam Winnie Mandela zitting in het hoogste bestuur van het ANC. Een jaar later gingen Nelson en Winnie uit elkaar. Het ANC begon direct nadat de partij weer gelegaliseerd was, zich te organiseren op nationaal en regionaal niveau. Op het eerste nationale congres sinds 1959 stelde het ANC vast dat het hun doel was om Zuid-Afrika naar vrije democratische verkiezingen te brengen. Op dit congres gehouden in 1991, werden de inmiddels oude leden van de Youth League, opnieuw benoemd tot de partijtop. Nelson Mandela werd president en Oliver Tambo voorzitter. De laatste stierf in 1993 en kon de benoeming van Nelson Mandela in 1994 als eerste zwarte president van Zuid-Afrika, dus net niet meer meemaken.

ANC WOMEN’S LEAGUE
Hoofdstuk 5

Toen het ANC werd opgericht in 1912 mochten vrouwen geen lid worden van de organisatie. In de periode die volgde nadat de kolonisten van Engeland hun soevereiniteit kregen, ontstonden er talloze kleine organisaties die de belangen van kleine groepen zwarte arbeiders of andere stromingen behartigden. Er ontstonden wel vrouwenpartijen, maar het ANC had hier geen enkele belangstelling voor en verzoeken tot samenwerking werden genegeerd.

In 1931 waren de verschillende vrouwenpartijen al centraler georganiseerd met de vorming van de Bantu Women League (BWL). Deze beweging werd na hevige interne discussie door het ANC bekrachtigd door het benoemen tot vrouwen-tak van de partij. De eerste voorzitster van de BWL die in beperkte mate namens het ANC mocht operen was Charlotte Maxeke. Ze kreeg een mandaat voor “passief” verzet tegen de controlekaarten voor vrouwen.

Na jaren van onderhandelen mochten vanaf 1943 voor het eerst vrouwen lid worden van het ANC. De ANC Women’s League werd enkele jaren later opgericht. De vrouwen die werkzaam mochten zijn binnen het ANC werden voornamelijk ingezet voor catering en administratief werk, tot hun grote onvrede overigens. In de jaren vijftig greep de ANC Women’s League haar kans toen de regering Verwoerd kwam met een verbod voor vrouwen om zelf alcohol houdende dranken te maken.

De succesvolle stakingen op 9 augustus 1956 en de verwoestingen van de zogenaamde Beer halls, die ik in het derde hoofdstuk beschreven heb, leidde tot het uitroepen van een vrouwendag op deze datum. Omdat de Women’s League van mening was dat het binnen het ANC niet voldoende kon bereiken werd de Federation of South African Women opgericht. Deze federation probeerde ook vrouwen die met andere partijen zoals de South African Coloured People’s Organisation of het Indian Congress of Democrats geassocieerd werden in te lijven en zorgde in 1956 voor veel gefronste wenkbrauwen binnen het ANC.

De grote populariteit die de Federation binnen één jaar wist te bereiken, bracht de ANC-top in verlegenheid. Het ANC probeerde zich te verzetten tegen het racisme van de regering en werd zelf van seksisme beticht door een steeds groter wordende organisatie. Dit begon te knagen aan de geloofwaardigheid van het ANC en ook internationaal was er onbegrip voor deze situatie. De partijtop besloot om de Federation zo snel mogelijk onder te brengen binnen het ANC.

Hetzelfde jaar nog mocht Lilian Ngoyi zelfs plaatsnemen in het hoogste bestuur van het ANC. De Federation werd opgeheven en de Women’s League manifesteerde zich als nieuwe grote politieke stroming binnen het ANC. Govan Mbeki, zelf lid van het ANC, zegt het volgende over de positie van de Women’s League binnen het ANC tijdens de vijftiger jaren in zijn boek The struggle for liberation in South Africa:

“The one organ of the ANC where the working class was strongest was the Women's League. In many respects, the 1950s was a decade of women in South Africa. African working-class women came out of the kitchen and took their rightful place as leaders of the African community. The names of leading women who came to prominence during these years included Lilian Ngoyi, Florence Matomela, Frances Baard, Annie Silinga and Dorothy Nyembe, to name but a few. These women transformed the Women's League into a fighting arm of the national liberation movement. In the past the Women's League had been led by the wives of the professionals who were leaders of the ANC. There was a marked difference between these urban working-class women and their counterparts in the peasantry in that, except in a few cases such as in the western Transvaal where women were involved in the liberation struggle, peasant women on the whole were not politically active.”

De Women’s League bedong ook een paragraaf in de Freedom Charter. Toen het ANC na het opstellen van dit document in 1960 verboden werd, ging ook de vrouwenbeweging ondergronds. Nog steeds was er intern veel discussie over de rol van de vrouw binnen het ANC. De vrouwenbeweging wou meer onderwijs voor meisjes en ruimte maken voor vrouwen om meer te bereiken dan een rol in het huishouden.

Dit stuitte op verzet van het christelijke kamp en de Women’s League stelde onafhankelijk van het ANC een document op waarin ze hun doelstellingen uiteenzette. In 1984 moest de ANC-top weer een concessie doen aan de vrouwenpartij om de eenheid te bewaren: het "non-sexist" moest worden opgenomen in de toekomstvisies zoals deze werden gedefinieerd door de partij.

THE ANC YOUTH LEAGUE
Hoofdstuk 6

Op het nationale congres georganiseerd door het ANC in 1943 werd de structuur van de organisatie herzien en duidelijk vast gesteld. Individuele personen konden lid worden van het ANC door het betalen van een vast bedrag. Het gezag van het hoogste bestuur het zogeheten National Executive werd ook bekrachtigd. Er werd op dit congres voor het eerst vastgesteld dat er behoefte was aan een beter contact met de jeugd.

Een jonge stroming politici maakte dankbaar gebruik van dit verzoek. Een groep jonge zwarte mannen waaronder Nelson Mandela wierp zich op als Youth League. De Youth League hield zich echter met veel meer dingen bezig dan alleen ledenwerving. Ze stonden ook voor een bepaalde ideologie. Ze hadden geen affiniteit met de liberale stromingen binnen het ANC en stelden zichzelf het doel om het ANC van binnen uit te veranderen van een voorzichtige vredesbeweging naar een krachtige groep van “vrijheidsstrijders”.

De Youth League had felle kritiek op de manier waarop het ANC zich had gedragen in de jaren twintig en dertig. Kopstukken Walter Sisulu, Oliver Tambo en Nelson Mandela verklaarden zelfs dat ze van mening waren dat het ANC meer probeerde te bereiken voor de meer intellectueel ingestelde elite dan voor de zwarte arbeiders. Er was in Zuid-Afrika grote behoefte aan een sterke verzetsbeweging tegen het steeds harder optredende regime. De Youth League gaf veel meer ruimte aan vrouwen binnen het ANC, dan daarvoor gebruikelijk was. Nelson Mandela trouwde zelfs met een van de kopstukken van de Women’s League.

De Youth League ging in de clinch met de communisten binnen de eigen organisatie en in de South African Communist Party (SACP). Onder communisten leefde het denkbeeld dat het ANC niet krachtig genoeg was en probeerde men te komen tot een andere belangenvereniging om Zuid-Afrika te bevrijden. De Youth League voelde zich genegeerd en reageerde furieus. Het bleef redelijk binnen kamers, maar het staat vast dat de Youth League in het district Transvaal massaal stemde voor een resolutie waarin stond dat alle communisten het lidmaatschap van het ANC ontzegd moest worden.

De Youth League en de communisten binnen het ANC hebben in de jaren veertig intern veel ruzie gemaakt, maar namen toch samen in het hoogste bestuur plaats van het ANC. Toch kreeg de Youth League binnen het ANC de overhand. In 1949 werd president Dr. Xuma afgezet, omdat hij niet “nationalistisch” genoeg was en zich verdedigend opstelde in de rechtbank, bij een van de talloze processen tegen het ANC. De Youth League vond dit niet passend voor een militante beweging en schoof een eigen kandidaat naar voren in de vorm van: Chief Albert Luthuli. Deze werd ook verkozen.

In de vijftiger jaren botste de Youth League opnieuw met een stroming binnen het ANC. De meeste intellectuelen binnen de partij, waren het niet eens met het feit dat onder de dominantie van de Youth League het ANC steeds meer open begon te staan voor blanken en Indians. Zij noemden zichzelf de Africanists. In 1958 richtte een invloedrijke groep politici, behorend tot het ANC, dan ook het Pan Africanist Congress (PAC) op.

Er waren echter ook mensen binnen de Youth League, die net zoals het PAC eigenlijk niet open stonden voor samenwerking met andere bevolkingsgroepen. Uiteindelijk bleven binnen het ANC, behalve de Youth League, een socialistische invloed en een christelijke invloed over. De zwarte racisten gingen de partij uit en de communisten bewogen naarmate de berichten over de mistoestanden in China en Rusland binnen kwamen, meer naar het socialisme. Uiteindelijk werd de Youth League onder arbeiders erg populair en konden de communistische verenigen zich zo goed vinden in de standpunten van bijvoorbeeld Nelson Mandela, dat ze verregaande samenwerkingsovereenkomsten aangingen. Uiteindelijk is het de generatie van de Youth League geweest die de partij leidde naar de eerste vrije democratische verkiezingen in Zuid-Afrika.

Tegenwoordig treedt de Youth League meer op met het doel die het oorspronkelijk mee heeft gekregen: het betrekken van jongeren bij het ANC. Het heeft een erg hip vormgegeven website met enthousiaste jongeren erop en organiseert allerlei bijeenkomsten. Op de conferentie die de Youth League dit jaar heeft gepland zal de positie van de Youth League in het nieuwe politieke klimaat opnieuw worden gedefinieerd. Voorlopig heeft de Youth League zichzelf de volgende doelen gesteld:

“That we mobilize youth behind the vision of ANC. That we unite and lead young people in confronting and dealing with the problems that face them. That we effectively champion the interest of youth in the ANC and in society. That we contribute to the organizational vibrancy and youthful political debate in the ANC and society. That we provide a bridge between the present generation, of youth and older generations in the movement. That we are a preparatory school for new leaders and cadres of the ANC.”

NELSON MANDELA
Hoofdstuk 7

Nelson Rolihlahla werd in 1918 geboren. Hij zou het ANC nieuw leven in blazen met zijn Youth League, voorzitter worden van de partij de Nobelprijs voor de vrede winnen en na jaren lange gevangenisstraf uiteindelijk de eerste zwarte president van Zuid-Afrika worden. Hiervoor heeft hij binnen de partij heel wat conflicten en meningsverschillen moeten beteugelen.

Nelson Rolihlahla was de eerste van zijn familie die onderwijs kreeg. Zijn vader was stamhoofd in het kleine dorpje Qanu en zijn moeder één van zijn vier vrouwen. Toen Nelson zijn vader stierf op het moment dat Nelson Rolihlahla nog maar negen jaar was, werd hij opgevoed door de hoogste leider van het Thembu volk. Op zijn christelijke school kreeg hij de doopnaam Mandela achter zijn naam. Hij volgde middelbaar onderwijs in Healdtown, een school waar missionarissen zwarte kindertjes probeerde op te voeden tot “Black Englishmen”.

Nelson Mandela kwam terecht op Fort Hare University, waar hij voor het eerst echt in begon te zien hoe onrechtvaardig de zwarte bevolking werd behandeld. De school waar Mandela les kreeg was onderwijskundig zo ongeveer het hoogste niveau wat negers mochten bereiken. Hij kwam in de klas met Oliver Tombo en kreeg les van Z. K. Matthews. Als de regering in de toekomst had kunnen kijken was de Fort Hare University op het moment dat deze drie heren elkaar leerden kennen platgebrand.

In deze klas zaten namelijk drie mannen die de toekomst van Zuid-Afrika voor altijd zouden veranderen. Nelson Mandela en Oliver Tombo zouden erin slagen om het ANC om te vormen tot een krachtige verzetsbeweging die een enorme aanhang zou bereiken en Z. K. Matthews was de belangrijkste initiatiefnemer voor het opstellen van de Freedom Charter. Na twee jaar les te hebben gevolgd op de Fort Hare University, raakte Nelson Mandela verwikkeld in een hevige ruzie met de studenten-administratie over (hoe symbolisch) de positie van de studenten op deze universiteit. In hetzelfde jaar kwam Nelson weer op voor zijn principes, wat inhield dat hij niet meer kon blijven wonen bij het stamhoofd van het Thembu volk: hij weigerde uitgehuwelijkt te worden.

Mandela was werkeloos toen hij in zich in 1941 in Johannesburg vestigde. De mensenrechtenactivist Walter Sisulu regelde een baantje voor Mandela bij een advocatenkantoor. Later zou hij samen met Oliver Tambo en Walter Sisulu het eerste “zwarte advocatenkantoor” beginnen in de geschiedenis van Zuid-Afrika. Mandela behaalde zijn bachelor’s degree op afstand en raakte voor het eerst betrokken bij de politiek. Hij kwam ook in contact met communistische groeperingen, maar koos zonder enige twijfel om lid te worden van het ANC.
Razendsnel vormde Mandela samen met de andere leden van zijn advocatenkantoor en andere jonge ANC’ers de ANC Youth League. Hij begon zich hevig te verzetten tegen wetten die volgens hem onrechtvaardig waren, waardoor de regering hem in 1952 al een spreekverbod oplegde. Dit kwam in de jaren vijftig regelmatig voor. Toen het ANC in 1960 verboden werd, na het schietincident in Sharpeville ging Mandela ondergronds.

Nelson Mandela hielp bij het vormen van de Umkhonto we Sizwe en werd in 1962 opgepakt. Tijdens zijn proces voerde hij zijn eigen verdediging. Hij verklaarde ten overstaan van de wereld dat hij niet onschuldig was, maar dat Zuid-Afrikaanse overheid een staat van wetteloosheid had gecreëerd, waarin hij wel schuldig was. Hij kreeg vijf jaar gevangenisstraf opgelegd. Nadat Mandela een paar maanden in de gevangenis had gezeten, werd hij beschuldigd van hoogverraad en in 1964 werd hij tot levenslang veroordeeld.

Mandela zijn vrouw en zijn gezin werden verordend in het district Soweto te blijven. In het begin van de tachtiger jaren begon de regering door internationale druk enkele concessie te doen. Mandela werd in 1982 naar het vriendelijkere Pollsmoor Prison gebracht en in 1985 verklaarde president P. W. Botha dat hij Mandela vrij zou laten, als deze publiekelijk zou verklaren afstand te doen van geweld als middel om een doel te bereiken.

Mandela weigerde, maar zei wel te altijd open te staan voor vreedzame oplossingen. Hij werd opnieuw overgeplaatst naar een vriendelijkere omgeving in 1988. Toen president F. W. De Klerk in 1989 aan de macht kwam, hief hij na een paar maanden het verbod op het ANC op en in februari 1990 werd Mandela vrij gelaten.

Nadat Mandela scheidde van zijn eerste vrouw, werd hij voorzitter van het ANC in 1992. In september van dat jaar stelde hij met F. W. De Klerk een plan op voor de overgang naar een democratisch systeem. Dit leidde tot de eerste vrije verkiezingen in Zuid-Afrika van 1994. Mandela gaf toen al aan dat hij geen tweede termijn zou dienen en werd opgevolgd door de relatief jonge Thabo Mbeki. Op Mandela zijn tachtigste verjaardag trouwde hij voor de tweede keer en wel met Graça Machel, de weduwe van de president van Mozambique. Nelson Mandela is een internationale beroemdheid en is bijvoorbeeld ook bij Oprah Winfrey in de uitzending geweest. Verder heeft hij natuurlijk talloze onderscheidingen gekregen.

Het hoogtepunt uit Mandela zijn carrière, blijft toch wel zijn presidentsverkiezing. De toespraak die hij hield bij zijn overwinning, vond ik wel zo tekenend voor de sfeer die Mandela bij zijn luisteraars weet op te wekken, dat ik hem helemaal bijvoeg.

“My fellow South Africans - the people of South Africa: This is indeed a joyous night. Although not yet final, we have received the provisional results of the election, and are delighted by the overwhelming support for the African National Congress.
To all those in the African National Congress and the democratic movement who worked so hard these last few days and through these many decades, I thank you and honour you. To the people of South Africa and the world who are watching: this a joyous night for the human spirit. This is your victory too. You helped end apartheid, you stood with us through the transition.
I watched, along with all of you, as the tens of thousands of our people stood patiently in long queues for many hours. Some sleeping on the open ground overnight waiting to cast this momentous vote. South Africa's heroes are legend across the generations. But it is you, the people, who are our true heroes. This is one of the most important moments in the life of our country. I stand here before you filled with deep pride an joy: - pride in the ordinary, humble people of this country. You have shown such a calm, patient determination to rectal this country as your own.
- and joy that we can loudly proclaim from the rooftops - free at last! I stand before you humbled by your courage, with a heart full of love for all of you. I regard it as the highest honour to lead the ANC at this moment in our history, and that we have been chosen to lead our country into the new century.
I pledge to use all my strength and ability to live up to your expectations of me as well as of the ANC. I am personally indebted and pay tribute to some of South Africa's greatest leaders including John Dube, Josiah Gumede GM Naicker, Dr Abduraman, Chief Luthuli, Lilian Ngoyi, Helen Joseph, Yusuf Dadoo, Moses Kotane, Chris Hani an Oliver Tambo. They should have been here to celebrate with us, for this is their achievement too.
Tomorrow, the entire ANC leadership and I will be back at our desks. We are rolling up our sleeves to begin tackling the problems our country faces. We ask you all to join us - go back to your jobs in the morning. Let's get South Africa working. For we must, together and without delay, begin to build a better life for all South Africans. This means creating jobs building houses, providing education and bringing peace and security for all.
The calm and tolerant atmosphere that prevailed during the elections depicts the type of South Africa we can build. It set the tone for the future. We might have our differences, but we are one people with a common destiny in our rich variety of culture, race and tradition.
People have voted for the party of their choice and we respect that. This is democracy. I hold out a hand of friendship to the leaders of all parties and their members, and ask all of them to join us in working together to tackle the problems we face as a nation. An ANC government will serve all the people of South Africa, not just ANC members.
We also commend the security forces for the sterling work done. This has laid a solid foundation for a truly professional security force, committed to the service of the people and loyalty to the new constitution.
Now is the time for celebration, for South Africans to join together to celebrate the birth of democracy. I raise a glass to you all for working so hard to achieve what can only be called a small miracle. Let our celebrations be in keeping with the mood set in the elections, peaceful, respectful and disciplined, showing we are a people ready to assume the responsibilities of government.
I promise that I will do my best to be worthy of the faith and confidence you have placed in me and my organisation, the African National Congress. Let us build the future together, and toast a better life for all South Africans.”

SOCIALISTISCH ANC
Hoofdstuk 8

Het socialisme in Zuid-Afrika kreeg in 1915 een enorme stimulans toen binnen de blanke partij van de South African Labour Party een groep ontstond die kritiek begon te leveren op het racistische beleid van hun partijgenoten. Ze konden het racistische gedachtegoed van hun partijleden niet rijmen met de denkbeelden van Karl Markx en definieerde de ideologie van hun voormalige bondgenoten als “'keeping the Kaffir in his place” en constateerde dat dit wel erg veel gelijkenis vertoond met “keeping the lower-classes in their place”.

Deze groep blanken zag in dat de Afrikaanse arbeiders het nog zwaarder hadden dan hun eigen achterban. De groep blanken die zich los maakte van de South African Labour Party werd nu zelf het leven zuur gemaakt door de staat. Ze zochten contact met het ANC en overlegden veel, maar lidmaatschap kwam niet aan de orde. Samen met zwarte Afrikanen die het communistische gedachtegoed ondersteunde werd in 1921 de eerste niet racistische politieke partij in Zuid-Afrika opgericht: de South African Communist Party (SACP).

De SACP onderkende na lang intern debat dat het noodzakelijk was dat er een nationale strijd opgang kwam en dat de hulp van mensen die het communistische gedachtegoed, niet of slechts ten dele ondersteunde noodzakelijk was. De SACP besloot zoveel mogelijk samen te werken met het ANC om zo efficiënt mogelijk de belangen van de arbeiders te kunnen verdedigen. Het was duidelijk dat het ANC de leidende rol had, omdat dit nu eenmaal de grootste partij was.

In 1924 kwam een coalitie-regering aan de macht waarin de South African Labour Party een belangrijk aandeel had. Onmiddellijk volgde een serie wetten, waardoor blanke arbeiders het steeds beter kregen, vaak ten koste van de zwarte arbeiders. De keiharde maatregelen van de regering shockeerde zowel de SACP als het ANC en geen van beide bewegingen kon een harde tegen-vuist maken.

Aan het eind van de jaren twintig probeerde Josiah Gemede het ANC te vernieuwen. Hij bezocht de Sovjet-Unie en was onder de indruk van wat het socialisme daar “bereikt had”. Dat Gemede gecharmeerd was van de Sovjet-Unie is natuurlijk niet zo verwonderlijk, als je bedenkt dat delegaties van het ANC naar anderen delen van de wereld (bijvoorbeeld Engeland) zeer weinig steun kregen en onverrichte zaken weer naar huis terug moesten keren.

De South African Communist Party had aan het eind van de jaren twintig felle kritiek op het ANC. Er werd beweerd dat het ANC niet slagvaardig genoeg was en dat de partijtop best ruimte liet aan kapitalisten. Binnen het ANC werd woedend gereageerd. Gemede die het ANC krachtiger probeerde te maken werd weggestemd en dat hij flirtte met het socialisme, sprak niet meer in zijn voordeel.

In 1936 verklaarde de SACP op een groot congres dat het niet rouwig zou zijn als een nieuwe organisatie zich op zou werpen als de nieuwe grote vrijheidsbeweging in Zuid-Afrika. Deze uitspraak zou een belangrijke rol spelen in het conflict met de Youth League dat ik in een vorig hoofdstuk beschreven heb. Uiteindelijk wist de Youth League respect af te dwingen bij de communisten en het was duidelijk dat samen met het ANC gestreden moest worden om enige kans te maken op verbetering van de positie van zwarten in Zuid-Afrika.

Een commissie die bestond uit ANC-leden en ook enkele SACP’ers kreeg in de veertiger jaren de taak om protestacties tegen bijvoorbeeld de registratiekaarten te organiseren. Het ANC kreeg er in deze periode veel leden bij. Door ontwikkelingen die ik de eerste vier hoofdstukken van dit werkstuk heb beschreven, ontstond er vanaf de eeuwwisseling een enorme populatie aan arbeiders en vanaf de jaren veertig gingen steeds meer mensen zich vestigen rond de stad. Dit leidde tot een enorme potentiële achterban voor het ANC die voornamelijk bestond uit arbeiders.

In 1953 werd splitste de Liberal Party zich af, deze blanken zochten wel naar alternatieven voor apartheid, maar kon zich absoluut niet vinden met de communistische denkbeelden die leven binnen het ANC. Het ANC ziet deze beweging als project van de blanken om het ANC zwart te maken bij de Afrikanen. De liberalen en het ANC kunnen erg slecht met elkaar en vormen tot op de dag van vandaag de grote tegenstelling in de Zuid-Afrikaanse politiek. De South African Communist Party begon in de zestiger jaren erg snel met het opzetten van sabotage-eenheden, maar stond open voor samenwerking met het ANC en alle communistische eenheden werden op verzoek van het ANC ingelijfd bij Umkhonto we Sizwe.

Nelson Mandela won in deze periode grote populariteit onder de communisten. De nauwe samenwerking met de communisten, zorgde ook voor militair voordeel. Veel ANC en SACP leden werden naar China gestuurd en kregen daar militaire training.

Toen beide partijen in de jaren tachtig weer wat meer ruimte kregen, waren de meningsverschillen en interne ruzies uit de jaren dertig en veertig helemaal vergeten. De jonge communist Chris Hani, werd na Nelson Mandela, de meest populaire leider onder het Afrikaanse volk. Hij werd vermoord door extremistische blanken die probeerde een rassen-oorlog te veroorzaken om het onvermijdelijke vredesproces tegen te gaan. Ze dachten dat hun moord zoveel agressie op zou wekken dat het conflict zou escaleren, maar het mocht niet baten.

In de jaren tachtig werden de tegenstellingen tussen het ANC en de SACP zo klein, dat ze een intensief samenwerkingsverband aangingen. Ook de zwarte vakbonden kregen in deze periode weer bestaansrecht. De verschillende vakbonden die in 1985 ondergebracht werden, onder de organisatie COSATU (Congress of South African Trade Unions), voelde zich zo verbonden met het ANC dat besloten werd om een verbond op te richten. In 1991 werd ook besloten dat het SACP verder zou gaan als partij binnen het ANC. De leden van de SACP staan dus gewoon op de lijst van het ANC en zitten namens beide partijen in de volksvertegenwoordiging.

Dit is aan de website van de SACP niet echt te zien, dus vroeg ik wat de huidige verhoudingen zijn tussen COSATU, de SACP en het ANC. In het gastenboek van de website, bleek dit wat gevoelig te liggen. Een hoop communisten kunnen zich niet meer vinden in het overheidsbeleid en drukten voornamelijk hun onvrede uit over het ANC. Het is overigens niet verwonderlijk dat, nu de gezamenlijke vijand minder duidelijk wordt, de beide partijen weer uit elkaar groeien. Het was voor mij op dat moment nog steeds niet duidelijk of het SACP nu een onderdeel van het ANC of niet. Ik heb een mail gestuurd naar de beheerder van de homepage van het SACP en dit was het antwoord dat ik kreeg:

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Date: Mon, Feb 19th 2001 06:09:09
From: Dharford
To: Ewout
Cc:
Subject: Re: information please

Hi Ewout,

The tripartite alliance consist of the ANC, COSATU (Union federation like the FNV) and the SACP (South African Communist Party) The SACP is a party in itself, but they didn't stand as a separate party for the elections, but members were simply candidates on the ANC list. The tripartite alliance was formed in August 1991.

Duncan Harford
Po Box 16469
Vlaeberg 8018
Tel: + 27 21 426 2740
Fax: + 27 21 426 2774
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Toen de SACP in 1996 zijn vijfenzeventig jarig jubileum vierde, was Nelson Mandela gevraagd om een toespraak te houden. Ik heb een gedeelte van deze toespraak hieronder weergegeven. Dit stukje tekst geeft de verhouding tussen het ANC en de SACP redelijk goed weer.

“These Communists influenced us. And we influenced them too. If anyone wants to argue that they used us; we shall retort back to say we used them too! It is this mutual enrichment that has characterised our relationship. And this is not about to change - whether it be in the ANC's relations with the Party or with the trade union movement. There is no patronage in our Alliance. There is no trusteeship. There is none who constitutes the sole repository of ideas and wisdom. We are sovereign organisations, and none dictates to the other. We therefore reject the notion that the ANC or the government is hostage to some other organisation. We reject it with disdain because it reflects racism, or contempt for the poor, or political opportunism - or indeed, a combination of all three.
Ours is an Alliance that recognises the leading role of the ANC; not by mere declarations, but because it is the force that brings together all the strands, the classes, strata and groups that are the dynamo of liberation and social change. All these forces have found a home in the ANC because it represents the social and political base for real freedom, for the transformation of our society into a truly democratic, non-racial, non-sexist and united nation.”

CHRISTELIJK ANC
Hoofdstuk 9

Bij de oprichting van het ANC in 1912 waren allerlei kerkvaders en andere zwarte christenen betrokken. Er is dan ook een duidelijke christelijke stroming binnen het ANC. Toch is deze minder helder omlijnd dan de communisten, die feitelijk een eigen partij hebben. Het ANC heeft altijd een uitstekende relatie gehad met de kerk, maar de vreedzame invloed van de kerk werkte niet altijd in het voordeel van het ANC.

In de jaren twintig stelde het ANC zich erg voorzichtig op en vervreemdde het zichzelf van de socialisten en de jeugd. Mede door toedoen van de christenen werd Gemede weggestemd, maar het was aan de Youth League om met de vuist op tafel te slaan en aan de communisten duidelijk te maken dat het ANC de enige grote partij was met wie samengewerkt moest worden.

Ook in het kerkelijk beleid voerde de Zuid-Afrikaanse regering een beleid van apartheid. Nadat enkele zwarte generaties waren bekeerd door blanke missionarissen, werden de actiefste zwarte geloofvaders van hun kerken ontvreemd door de ongelijke behandeling. Al voor 1900 begonnen de eerste zwarte kerkgenootschappen zich af te scheiden van de blanke kerken en naarmate de apartheid verder werd doorgevoerd, ontstonden er steeds meer “zwarte kerken.”

In 1982 was de Ethiopian Church ontstaan en in de jaren die daarop volgde, sloten steeds meer teleurgestelde priesters en gelovigen zich bij deze beweging aan. De opkomst van deze beweging loopt synchroon met de vorming van de verschillende Zuid-Afrikaanse organisaties en dus ook met de oprichting van het ANC.

De sterkste tegenstelling in het ANC was tot de afsplitsing van het PAC de tegenstelling tussen de christenen en de Africanists. De christenen konden zich absoluut niet vinden in de harde opstelling van de Africanists die niet streefden naar verzoening, maar naar hun eigen staat. Deze ideologische verschillen bedreigde de totstandkoming van het Freedom Charter in 1955. Onder leiding van de Youth League werd deze bijeenkomst voorgekauwd door ervoor te zorgen dat de Christenen niet zouden beginnen over het racistische gedachtegoed van Africanists, die op hun beurt zouden verzwijgen dat er onder hun achterban grote weerstand was tegen sommige onderdelen van het Freedom Charter.

Uiteindelijk waren de verschillen tussen de christenen en de Africanists niet meer te overbruggen en de Africanists vormden hun eigen partij. De Christenen bleven binnen het ANC, maar waren veel minder actief in de werving dan de socialisten, de Women’s League en de Youth League. Wel bleef het ANC steun geven aan de kerk waar dat nodig (en mogelijk) was.

Het ANC heeft zoveel samengewerkt met, de eerste zwarte aartsbisschop van Zuid-Afrika, Desmond Tutu, dat veel mensen ten onrechte denken dat deze lid is van het ANC. Ook is hij benoemd tot voorzitter van de commissie die waarheid moet achterhalen omtrent de gruwelijke incidenten tijdens het tijdperk van de apartheid. Dat het ANC toestaat dat zo’n prestigieuze positie vergeven wordt aan iemand die niet lid is van de partij, zegt iets over hoe belangrijk de kerk is voor het ANC.

VERKLARINGEN VOOR APARTHEID
Hoofdstuk 10

“So far as it is from being true that men are naturally equal, that no two people can be half an hour together but one shall acquire superiority over the other.”
Dr. Johnson, in: James Boswell, The Life of Samuel Johnson

Het is voor veel Zuid-Afrikanen moeilijk om verklaringen te bedenken voor de apartheid, anders dan dat blanke Zuid-Afrikanen nu eenmaal slechte mensen zijn met een van naturen slecht karakter. Eigenlijk is dat raar, want een paar generaties terug vonden blanken dat zwarte mensen nu eenmaal van naturen een slecht karakter hebben. Beide zijn opvattingen zijn racistisch van aard en bij het bestuderen van de geschiedenis van het ANC, lijkt het wel alsof racisme heel gewoon is. Het ANC laat zelf pas na tientallen jaren anders gekleurde of vrouwen toe als partijlid.

De kolonisten die naar Zuid-Afrika vertrokken, kwamen wel uit een maatschappij die in een heel ander stadium was dan de maatschappij waar ze in terechtkwamen. Het was een unieke situatie en niemand wist hoe precies te handelen. Vanzelfsprekend traden deze blanken niet in gelijkwaardig contact met de bevolking waarmee ze geconfronteerd werden. In Nederland en Engeland gingen mensen in 1890 ook niet gelijkwaardig met elkaar om. Er waren duidelijke klassen-verschillen en de tolerantie waar Nederland zo trots op is, bestond voornamelijk uit mensen die elkaar niet konden uitstaan, maar zich nog net konden beheersen.

Natuurlijk zijn er verschillen tussen blanke mensen en zwarte mensen. Deze verschillen onderkennen is waanzin en voedt alleen maar de theorieën van gekken die geloven in samenzweringen van etnische groepen om “de waarheid” te verbergen. Uit verschillende testen blijkt dat zwarte mensen gemiddeld een lager IQ hebben dan blanke mensen. Mensen hebben de neiging om heel emotioneel te reageren op dit soort onderzoeken, terwijl ze feitelijk niks zeggen over een oorzakelijk verband. Als een 20 weilanden in Overijssel onder gelopen zijn met water en 20 weilanden in Vlaanderen niet, dan wil dat nog niet zeggen dat de weilanden in Vlaanderen niet zijn ondergelopen omdat ze in Vlaanderen liggen.

Verder is het feitelijk even krankzinnig om het ene weiland superieur te verklaren over een ander weiland als het een kleur mens superieur verklaren over een ander kleur mens. Ook al is er wel een oorzakelijk verband tussen “zwart zijn” en een “gemiddeld hoger IQ” dan nog zegt dit niets over superioriteit, zelfs niet als alle stereotypen waar zouden zijn. Ik denk dat er bijvoorbeeld heel wat Nederlandse mannen zijn die graag een paar IQ-punten zouden ruilen voor een “gemiddeld groter geslachtsdeel” of een beter “ritme-gevoel”.

Boudewijn van Houten een in de jaren zeventig redelijk bekende Nederlandse schrijver heeft een boekje geschreven, waarin hij als ruimtewezen het enige pratende dier van de Aarde beschrijft. Hij beschrijft de onderlinge verschillen tussen deze “praatdieren” als volgt:

Pendante Souteneurs

Niet alle praatdieren hebben dezelfde kleur. Er zijn zwarte, gele, bruine en witte. En de witte zijn het meest ontwikkeld. Tot voor kort zagen de witte dat zelf ook wel in. Maar in de landen waar zij wonen, heersen op het ogenblik politieke groeperingen die, omdat ze vroeger zelf verliezers waren, het in principe altijd hebben opgenomen voor verliezers. Dus ook voor de zwarte, die zich door hun gebrek aan verstand, de kaas van het brood lieten eten. Vandaag wordt er met die zwarte gedweept. Het is kortgeleden zelfs zover gekomen dat men beweerde dat de zwarte even intelligent waren als de witte en men ging een gecompliceerd onderzoek doen om de bewijzen te leveren. Maar ik las kortgeleden in de krant dat het onderzoek niet de gewenste resultaten had opgeleverd.

...

Intussen nemen de zwarte praatdieren gretig alle cadeaus aan die de dweepzieke witte hun geven. Ze mogen dan weinig hersens in hun kleine schedel hebben, het zijn er nog altijd genoeg om te beseffen dat er van zo’n buitenissige situatie geprofiteerd moet worden. Ieder dier heeft daar genoeg hersens voor, zelfs dieren die niet kunnen praten. En we kunnen nu op de aarde een geleidelijke verschuiving van de macht waarnemen. ... In zijn moderne behoefte de verliezers te steunen, deed hij bijvoorbeeld ook de ontdekking dat het wijfje schandelijk onderdrukt werd. En wat doet het wijfje nu? Ze gaat het mannetje onderdrukken...


Ik heb voor dit profielwerkstuk een interview gehouden met Jason Lakofsky, de zoon van een Ierse immigrant die zich in Zuid-Afrika heeft gevestigd in de tachtiger jaren. Tijdens het interview beklommen wij in het Waalse Dinant een kleine berg. Hij vertelde mij dat de apartheid een reden had en dat iedereen die dat niet begreep alleen maar met rolls-royce de Townships van Johannesburg hoefde in te rijden. Het enige probleem is dat mensen die daar weer vandaan komen, het meestal niet goed onder woorden kunnen brengen omdat ze in een kist liggen en hun hart niet meer klopt.

De reactie van de meeste mensen op dit soort verhalen ligt meestal in de trend, van “Ja maar, die Townships hebben de blanken toch zelf veroorzaakt.” Dat kan best wezen, maar de vader van Jason Lakofsky heeft die Townships niet veroorzaakt. Hij heeft alleen te maken met de feitelijke situatie, dat blanken na een bepaald tijdstip in Johannesburg niet meer over straat kunnen lopen, omdat ze hun leven niet zeker zijn. Een enorme hoeveelheid moorden is natuurlijk niet bevorderlijk voor de intergratie tussen blank en zwart.

Een ander verhaal van deze Jason Lakofsky ging over het landgoed dat zijn vader in Zuid-Afrika had gekocht. Na aankoop bleek dat in de wel heel erg ruime tuin al een zwart gezin woonde. Het gezin Lakofsky wou zich tolerant opstellen en liet dit zwarte gezin kosteloos op hun land wonen. De vader van Jason Lakofsky reserveerde zelfs een flinke lap grond, zodat het gezin daarop zelf hun eigen groente kon verbouwen. Hij had een ruime hoeveelheid zaden gekocht en ging met zijn eigen gezin op bezoek, om te vertellen dat hij het land had gereserveerd en dat hij hoopte dat ze goede buren zouden worden. Het zwarte gezin was zulk gedrag niet gewend van blanken, maar bedankte beleefd. Een jaar later kwam de vader van het zwarte-gezin om nieuwe zaden vragen.

Ik snapte eerst niet wat hier nou zo raar aan was, maar het is vanuit agrarisch oogpunt natuurlijk volslagen bezopen om elk jaar opnieuw de zaden te regelen. Het is veel logischer om iets over te laten, waardoor je vanzelf nieuwe zaden kan planten. Ik ben ervan overtuigd dat de overovergrootopa van de zwarte man uit dit voorbeeld zich met een stuk land en wat zaden prima gered zou hebben, maar onder de zwarte bevolking is in Zuid-Afrika erg veel agrarische kennis verloren gegaan.

Ook hier is de blanke vader van Jason Lakofsky moeilijk verantwoordelijk voor te stellen. Volgens Jason Lakofsky was het de zwarte man ook jarenlang niet aan het verstand te krijgen dat hij zelf zaden over kon houden en niet alles in één keer op hoeft te eten. Na enige ervaring in Zuid-Afrika is de vader van Jason Lakofsky racistischer geworden, dan toen hij nog in Ierland woonde en dat is hem nauwelijks kwalijk te nemen.

De meeste mensen kunnen prima met hun vooroordelen leven, slechts in enkele gevallen leidt dit tot incidenten. Tijdens de laatste jaren dat ik op de basisschool zat, kregen mijn ouders hulp in de opvoeding van verschillende Zuid-Afrikaanse Au-pairs. De aardigste van deze meisjes was Nadine. Nadat ik bijna een jaarlang met haar had gewoond in hetzelfde huis, merkte ik pas dat ze een beetje racistische denkbeelden had.

Zij vertelde dat in de Irish-pub een neger aan haar gevraagd had of ze een drankje wou en begreep niet dat ik dat niet heel raar vond. Ik had er wel eens opgelet, maar ze luisterde naar muziek die door zwarte mensen was gemaakt, vond Nelson Mandela helemaal geweldig, maar ze had nog nooit in haar hele leven een zwarte man gezien die haar een drankje aanbood. Ze vond het een beangstigend idee, dat dit zomaar kon in Zwolle.

Niemand heeft last van zulke vooroordelen, er zal niemand zich diep gekwetst voelen als Nadine geen drankje aanneemt van een neger en ik vind dat mensen een beetje voorzichtig moeten zijn met hele emotionele reacties op apartheid. Tenslotte leidt dit vaak tot racistische uitspraken ten opzichte van blanke Zuid-Afrikanen en dat is toch enigszins inconsequent. De schrijver Boudewijn van Houten schrijft als buitenaards wezen op een hele andere manier over de apartheid.

Leve de apartheid

Aan de onderkant van de aarde is een land, dat voor de overige landen met de nek wordt aangezien. Er wonen zowel witte als zwarte praatdieren. En de witte praatdieren hebben het -niet onredelijke- idee gehad, dat die zwarten misschien beter een beetje op afstand werden gehouden. Ze waren immers nogal primitief en ze roken niet zo fris... De witte laten de zwarte trouwens wel voor hen werken, maar ze willen ze niet als gelijken accepteren. Net zoals vroeger -en dat lijkt me al even redelijk- de meer ontwikkelde witte zich niet met de minder ontwikkelde witte wilden inlaten. In Zuid-Afrika (zo heet het geminachte land aan de onderkant van de aarde) moeten de zwarte praatdieren in aparte wijken wonen en in aparte wagons reizen. “Apartheid” heet het systeem dan ook.
En alle dieren uit de andere landen zijn het erover eens dat de apartheid in Zuid-Afrika moet worden afgeschaft. Een Uraniër daarentegen begrijpt niet waarom ze haar juist niet overal elders invoeren. Niet speciaal voor zwarte dieren, want daar heb je in Europa bijvoorbeeld weinig last van. Maar meer in algemene zin. Apartheid voor proleten. Wat zou het een traktatie zijn als je niet langer alle soorten praatdieren op alle plaatsen kon aantreffen.

HUIDIGE POLITIEKE SITUATIE ZUID-AFRIKA
Hoofdstuk 11

Op dit ogenblik is de politieke situatie in Zuid-Afrika behoorlijk lastig. Het valt de regering erg zwaar om de hoge verwachtingen van de arme zwarte bevolking waar te maken. Het land heeft te kampen met een enorme criminaliteit en nu de gezamenlijke vijand minder duidelijk zichtbaar is, lijkt het collectief dat de zwarte bevolking eens vormde soms ver te zoeken.
Het gastenboek van de website van het SACP staat vol met teleurgestelde reacties, maar aan de andere kant zijn er ook mensen die alle vertrouwen hebben in de toekomst en het een uitdaging vinden om Zuid-Afrika te maken tot een welvarend land. Het ANC heeft de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 met ruime meerderheid gewonnen en heeft een dominante positie in de Zuid-Afrikaanse politiek.

De volksvertegenwoordiging in de Zuid-Afrikaanse democratie bestaat uit 400 kamerleden. De verdeling in de huidige politieke termijn is als volgt:

Partij Aantal Zetels
African National Congress (ANC) 266
Democratic Party (DP) 38
Inkatha Freedom Party (IFP) 34
New National Party (NNP) 28
United Democratic Movement (UDM) 14
African Christian Democratic Party (ACDP) 6
Freedom Front (FF) 3
Pan Africanist Congress of Azania (PAC) 3
United Christian Democratic Party (UCDP) 3
Federal Alliance (FA) 2
Afrikaner Eenheids Beweging (AEB) 1
Azanian People's Organisation (AZAPO) 1
Minority Front (MF) 1
Totaal: 400

ANC:
Is de grootste partij van Zuid-Afrika en heeft een belangrijke communistische vleugel, maar ook de christelijke politiek en zelfs de vakbonden zijn vertegenwoordigd. De belangrijkste posities worden vervuld door politici die pragmatisch te werk gaan in de trend van de ANC Youth League. Verder zijn de vrouwen ook sterk vertegenwoordigd.

DP:
Oorspronkelijk een afsplitsing van liberalen uit de United Party. Ze zochten naar een alternatief voor de apartheid en hadden na hun afsplitsing maar één zetel over. De Democratic Pary kan zich absoluut niet vinden in het socialisme van het ANC, maar streeft wel naar een tolerante maatschappij.

IFP:
Deze partij is gevormd toen het ANC verboden was in de zeventiger jaren. De oprichter was voormalig lid van de Youth League, maar deze partij bleef bestaan omdat dit zou bijdragen aan een diverser politiek klimaat en een iets compromislozer beleid dan het ANC kan voeren.

NNP:
Dit is de partij die toen het in de jaren negentig aan de macht kwam, de apartheid heeft afgeschaft en een van de weinige “blanke” partijen die ook onder de zwarte kiezers redelijk wat stemmen heeft binnen gehaald in de vorige verkiezingen.

ACDP en UCDP:
Christelijke partijen die in veel opzichten vergelijkbaar zijn met klein rechts in Nederland. Het belangrijkste strijdpunt is het willen afschaffen van abortus.

Overige:
De partijen die ik niet apart zal behandelen zijn partijen met wat extremere ideologieën. Zwarte afrikanen die vinden dat Afrika toebehoort aan zwarte afrikanen (PAC) en blanken die strijden voor meer veiligheid en eigenlijk tegen de menging zijn van culturen. Verder zijn er nog kleine partijen die de belangen van de Aziatische minderheid in Zuid-Afrika vertegenwoordigen.

De Zuid-Afrikaanse overheid wordt op het ogenblik sterk gedomineerd door het ANC, maar daar lijkt langzaam verandering in te komen. Kleinere partijen hebben het voordeel dat ze wat herkenbaardere politiek kunnen vormen en het is een logische ontwikkeling dat zich in de toekomst nog wel wat partijen zullen afsplitsen van het ANC.

Binnen het ANC zal een nieuwe generatie zich buigen over de invulling van de Youth League. De partij is zich steeds meer aan het manifesteren tot een “midden-partij” en zal waarschijnlijk lange tijd op zichzelf een meerderheid blijven vormen. Toch zullen er op termijn coalities aangegaan moeten worden met andere stromingen. Als de Democratic Party zich goed blijft ontwikkelen dan zou dat wel eens de grote tegenspeler van het ANC kunnen gaan worden. Het liberalisme gaat namelijk moeilijk samen met de politiek van het ANC, maar is wel een grote stroming in de wereldpolitiek.

CONCLUSIE

Het ANC is op te delen in verschillende stromingen. Ten eerste zijn er bepaalde deelorganisaties, waarvan sommige leden lid zijn en andere niet. Ten tweede zijn er bepaalde ideologische verschillen. Ten eerste behandel ik de verschillende deelorganisaties:

· De ANC Women’s League
Deze deelorganisatie is oorspronkelijk een aparte partij die lange tijd samenwerking heeft gezocht met het ANC. Het ANC heeft langzaam aan deze oproep gehoor gekregen en vrouwen mochten ook nadat hun organisatie door het ANC was ingelijfd nog lange tijd officieel geen lid worden. Tegenwoordig is de Women’s League nog wel actief, maar algemeen geaccepteerd door de hele partij.

· De ANC Youth League
Deze stroming was oorspronkelijk bedoeld voor het contact met jongeren, maar manifesteerde zich in de jaren veertig tot stuwende kracht in de maatschappij. Kopstukken als Nelson Mandela bedongen vanaf de jaren veertig compromissen tussen de christenen en de Africanists binnen zijn partij en dwong respect af bij de communisten. Het ANC werd door deze stroming een krachtige verzetsorganisatie. In de nieuwe politieke situatie moet de Youth League nog een duidelijke politieke invulling krijgen, maar ze is nog steeds actief.

· De South African Communist Party
De SACP was jarenlang een aparte partij die in de jaren dertig felle kritiek had op de voorzichtige opstelling van het ANC. De Youth League tolereerde deze kritiek niet en uiteindelijk hebben de twee partijen gezamenlijk een militante vleugel opgericht voor gewapend verzet. Toen beide groeperingen weer legaal gemaakt worden, is na enig diep nadenken besloten om het SACP op te nemen binnen het ANC. Het functioneert nog wel als aparte deelorganisatie.

· De Congress of South African Union Organisations
De COSATU ontstond nadat verschillende zwarte vakbondsbewegingen die zich verzet hadden tegen de apartheid weer legaal gemaakt werden. De band met het ANC was zo groot dat deze beweging net zoals de SACP zich heeft gecommitteerd tot een vergaande samenwerking, met een leidende rol voor het ANC.

Mensen aangesloten zijn bij COSATU kunnen prima aangesloten zijn bij een andere deelorganisatie, maar dit geldt niet voor de overige deelorganisaties. Binnen het SACP gaan al stemmen op om zich weer af te splitsen en daar is deze deelorganisatie in principe ook zelfstandig genoeg voor georganiseerd.

De deelorganisaties en de ideologische verschillen tussen de stromingen in het ANC beïnvloeden elkaar natuurlijk onderling. Het ANC valt ideologisch gezien uiteen in de volgende stromingen.

· Socialistische stroming
Tot deze stroming behoren leden die zich associëren met COSATU en de SACP. Deze stroming zorgt ook voor de grote tegenstelling tussen de liberalen en het ANC in de Zuid-Afrikaanse politiek. Deze tegenstelling ging zelfs zover dat het ANC geen samenwerking wou met de liberalen die tegen de apartheid waren en wel zitting hadden in het Zuid-Afrikaanse parlement.

· Christelijke stroming
Binnen het ANC is een grote ruimte weggelegd voor het christendom. Het was christelijke ideologie van verzoening die ervoor zorgde dat de Africanists zich hebben afgescheiden van de partij. Verder heeft bijvoorbeeld aartsbisschop Desmond Tutu, een belangrijke politieke functie toegewezen gekregen als voorzitter van een commissie die de waarheid moet achterhalen over incidenten tijdens de apartheid.

· De midden stroming (de Youth League en de Women’s League)
Deze stroming staat een beetje tussen de socialisten en de uitgesproken christenen in en vormt de grootste stroming binnen het ANC. Zij zorgen ook voor het brede draagvlak onder de bevolking en waren de stuwende kracht binnen het ANC vanaf de jaren dertig.

Tot 1959 waren de Africanists binnen het ANC ook een belangrijke stroming. De Africanists vinden dat het ANC geen partij zou moeten zijn voor blanken en mensen van Aziatische afkomst en betrekken dit eigenlijk ook op heel Zuid-Afrika. Dit behoorde volgens hen tot de oorspronkelijke bewoners. Deze stroming kwam vaak tot botsing met de christenen binnen het ANC die streefde naar verzoening met alle bevolkingsgroepen. De Youth League heeft deze twee stromingen voor het vormen van de Freedom Charter bij elkaar weten te houden, maar in 1959 stapten de Africanists het ANC uit en vormde het Pan Africanists Congress. Deze partij heeft ook nog enkele zetels in de volksvertegenwoordiging.

De manifestatie van de verschillende stromingen in de geschiedenis is duidelijk aanwezig. De Women’s League heeft gezorgd voor een grote winst in populariteit bij het ANC en gezorgd dat het ANC zich is gaan inzetten voor de vrouw. De christenen binnen het ANC hebben in de jaren twintig en dertig gezorgd voor een wel erg voorzichtige opstelling van het ANC, maar bleven bij de Africanists en enkele gefrustreerde jonge mannen die minder prominent waren bij de Youth League altijd aandringen op een vreedzame oplossing en die is er uiteindelijk ook gekomen. De socialisten binnen het ANC hebben gezorgd voor een enorme achterban in de vorm van de vele zwarte arbeiders die in Afrika ontstonden in de jaren dertig en veertig. Verder zorgden de communisten er ook voor dat, toen het ANC in de jaren zestig ondergronds ging, leden naar het buitenland gesmokkeld konden worden om bijvoorbeeld in China militaire training te ondergaan.

Nelson Mandela en andere prominente leden van de Youth League hebben gezorgd voor de grote buitenlandse steun die het ANC na verloop van tijd gekregen heeft en hebben de vele verschillende vleugels van het ANC door de moeilijkste jaren heen gemanaged.

BRONNENLIJST

Gelezen Literatuur

Karel Roskam
Het ANC op weg naar morgen
Anti-Apartheids Beweging Nederland, Amsterdam, 1987 1e druk

Dit boek omschrijft de ontstaansgeschiedenis van het ANC en behandelt vervolgens de politieke doelstelling en de werkwijze van het ANC. Het onderdeel wat voor mijn werkstuk het meest relevant is, bestaat uit het hoofdstuk waarin Karel Roskam schrijft over de organisatie. Dit boek is beschikbaar in de Zwolse Bibliotheek en bevat ook enkele kleurenfoto’s. Karel Roskam is heel erg links en daardoor is zijn schrijven erg subjectief. Het hoofdstuk waarin Karel Roskam schrijft over de organisatie van het ANC levert wel een veel linkser beeld heb, dan ik kreeg van deze organisatie. Misschien is hier de wens vader van de gedachte, maar ik heb zelf ook niet de middelen om naar Zuid-Afrika te vertrekken en absoluut bewijs te leveren voor mijn eigen observaties.

Govan Mbeki
The Struggle for liberation in South Africa
The African National Congress, http://www.anc.org.za, oorspronkelijke uitgave 1992

De tekst van dit boek is intergraal weergegeven op de website van het ANC. De hele geschiedenis wordt erin behandeld door een prominent lid van het ANC. Het is een van de weinige beschouwende boeken over het ANC die geschreven zijn na 1990. Mbeki heeft natuurlijk vrij weinig afstand tot het onderwerp, maar slaagt er toch in om vrij beschouwend te schrijven. Deze bron is ook erg authentiek en interessant om te lezen. De oorspronkelijke uitgever heeft nog geen herdruk gemaakt en alle exemplaren van de vorige oplage zijn verkocht, maar via het Internet heb ik toch het hele boek kunnen lezen.


Boudewijn van Houten
Onze correspondent op aarde
De Bezige Bij, Amsterdam 1978, achtste druk
Oorspronkelijke uitgave: 1963

Dit is een van de weinige boeken die in Nederland zijn verschenen die proberen de apartheid te verklaren, anders dan door de innerlijke slechtheid van de koloniale blanke. Boudewijn van Houten gebruikt in dit boek een vorm waardoor hij zelf geen verantwoordelijkheid heeft voor zijn uitspraken. Het hele boek is geschreven door een “buitenaards wezen” dat verslag doet aan zijn “mede-buitenaardse-wezens”. Deze vorm is ook wel nodig, want er zijn genoeg mensen in Nederland die razend zouden worden van deze “rechtse praatjes”.


Gebruikte Websites

· http://www.anc.org.za/

Dit is de officiële website van het ANC. Het bevat een enorm archief met toespraken en persberichten, krantenberichten en talloze andere documenten van historische waarde. Verder wordt er veel informatie gegeven over de opsplitsingen binnen het ANC en ook wordt er nieuws bijgehouden. De tekst van hele boeken over het ANC worden op deze site intergraal weergegeven.

· http://www.dp.org.za/

Dit is de officiële website van The Democratic Party. Een andere politieke partij die actief is in Zuid-Afrika. Aan de hand van de verhouding tussen deze partij en het ANC is te zien in hoeverre de verschillende stromingen binnen het ANC een blok vormen. Op de website is veel te vinden over de geschiedenis van de partij en hoe deze partij om is gegaan met de apartheid.

· http://www.parliament.gov.za/

Dit is de website van het Zuid-Afrikaanse parlement. Deze website is bedoeld om de inwoners van Zuid-Afrika dichter bij de politiek te betrekken en hier wordt ook duidelijk gemaakt wat de verschillen zijn tussen de partijen. Het ANC heeft in de lokale verkiezingen van 5 December van 2000 weer een ruime meerderheid behaald. Hoewel dit eigenlijk niet zoveel zou moeten zeggen over de landelijke politiek, doet dit het natuurlijk wel (net zoals in Nederland)

Geen opmerkingen: