Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

maandag 10 maart 2008

Profielwerkstuk Geschiedenis Magie

1 Wat voor soorten magie waren er?

§1.1 wat is magie?

ma·gie (de ~ (v.))
alle manieren waarop de mens de natuurlijke krachten probeert te domineren met behulp van bezweringen, drankjes enz. => toverij

De vraag naar het ontstaan van magie geeft velen bezig gehouden. Er bestaan verschillende definities. De meeste van deze luiden ongeveer als volgt: “Het veranderen van dingen in overeenstemming met de wil van de magiër.” Zo’n definitie zegt natuurlijk niet zoveel, want een vandaal die een auto vernield zou ook onder die definitie vallen, ook een architect, een arts, of een huisvrouw die van allerlei plantjes en vlees een maaltijd voorbereidt. Het is dus erg moeilijk uit te leggen wat magie precies is. Maar om te beginnen volgen hier een paar algemene aanwijzingen.

Magiërs gaan er vanuit dat er meer is dan de materiële wereld. In feite werk een magiër met 4 werelden, die ook wel omschreven kunnen worden als de 4 lagen van bewustzijn. Namelijk:

- de fysieke wereld: de wereld waarin wij nu leven.
- de ether wereld: de wereld waarin alleen onze levenskracht een rol speelt. (aura)
- de astrale wereld: de wereld waarin we ons in onze dromen bevinden. Ook wordt gezegd dat dit de wereld is waar we ons na onze dood zullen bevinden.
- de spirituele wereld: deze staat het verst van ons vandaan. Het is de oorsprong van de godenwereld. Alleen via het diepe onderbewuste kan je iets van deze wereld waarnemen. Deze sfeer is de bron van de hele kosmos, maar staat te ver van ons vandaan om er in contact mee te kunnen maken of er invloed op uit te kunnen oefenen.

De magie probeert door gebruik te maken van de kennis van deze 4 werelden en hun wetten, invloed uit te oefenen op het allerdaagse leven. Het gebruiken van natuurwetten om iets gedaan te krijgen. Als we het zo bekijken is er niets vreemds aan op te merken: een heks probeert dus hetzelfde als ieder mens: Het zo veranderen van haar omgeving tot die overeenkomt met het beeld dat zij in haar hoofd heeft van een perfecte wereld. Een arts streeft ernaar een wereld op te bouwen met gezonde mensen; een automonteur een wereld met perfect werkende auto’s; en een metselaar een wereld waarin iedereen een dak boven zijn hoofd heeft. Wat de magie anders maakt is dat de magiërs hun activiteiten zoals ‘de meesten’ niet alleen tot het fysieke beperken, maar allerlei ‘onzichtbare’ dingen doen om zo hun resultaten te bereiken! Wat die dingen precies zijn zal verderop worden uitgelegd.

Magie is de spirituele zijde van alle dingen. De geest is een dimensie van de gewone, dagelijkse wereld waarin wij leven. Meestal zijn we ons er helemaal niet van bewust. Vandaar de naam ‘occult’ voor magie, en als er iets vreemds gebeurt, zeggen we dat het toeval was. Wat wij tegenwoordig toeval noemen, zou in andere culturen en tijden heel anders gezien worden. Helaas wordt de term ‘magie’ vaak minachtend gebruikt om dat geen aan te geven wat orthodoxe religies afkeuren of verbieden en wordt het zo in een negatief daglicht gesteld.

Magie is niet alleen iets voor volwassenen, ook kinderen worden ermee geconfronteerd.
Magie wordt vaak afgedaan als fantasie en met fantasie kun je velen boeken vullen, denk maar aan de dikke pillen over Harry Potter.
Het is wonderlijk dat in de meeste kinderverhalen die met magie te maken hebben, de toverkracht zich tegen de tovenaar keert. Nooit wordt een heks beter van haar kunsten. Een heks is nooit rijk. Ze heeft altijd oude kleren aan en woont in een oude hut.
Vaak zijn het in verhalen bijzondere figuren die magische krachten hebben: Heksen, kabouters, vampiers en weerwolven bijvoorbeeld. Maar ook gewone mensen kunnen magiër zijn: denk maar aan een goochelaar. Magie kan niet zonder een hoop symbolen en magische voorwerpen. Wat zou een heks zijn zonder haar magische toverstaf? Of een tovenaar met zijn glazenbol?

§1.2 soorten magie

Witte & Zwarte magie
Magie is niet goed en ook niet slecht, het is een grote, universele kosmische kracht waarvan iedereen gebruik van kan en mag maken. Alleen het doel dat men hiervoor voor ogen heeft maakt de magie ‘zwart’of ‘wit’. Toch wordt er vaak over witte en zwarte magie gesproken als men het over magie heeft. Onder zwarte magie verstaan we alles wat door middel van magie gedaan wordt om een ander op een of andere manier pijn of ongeluk te brengen. Witte magie is daar precies het tegenovergestelde van: alles wat wordt gedaan door middel van magie om een ander te helpen of te genezen. In de magie wordt vaak gesproken van ‘ de wet van 3’: alles wat je een ander aandoet, krijg je in drievoud terug. Daarom zal iemand wel 3 keer nadenken voordat hij of zij iemand iets slechts aandoet. Maar als je goed doet krijg je het dus ook in drievoud terug.

Uitdrijvende of beschermende magie
Deze manier van magie gebruik je om negatieve gevoelens of angsten te verdrijven. Bijvoorbeeld door in een steen een woord of symbool, dat centraal staat voor de negatieve gedachtes en angsten waar je vanaf wil, te kerven en deze steen kan je dan begraven of in stromend water gooien.

Attractieve Magie
Deze soort magie is vooral bedoeld om iets wat je graag wilt te bereiken te krijgen.
Je kunt bijvoorbeeld een kaart pakken en je sleutel neerleggen op de plaats waar je graag zou willen wonen, stel je dan ook voor je het huis zou willen hebben.

Sympathische of nabootsende magie
In het ritueel imiteer je iets wat je graag zou willen hebben, je kunt bijvoorbeeld een pop in een wieg naast het bed zetten terwijl je vrijt om de kans op een zwangerschap te verhogen.

Knopenmagie
Het idee achter de knopenmagie is dat je je energie en krachten bundelt in een knoop en de knoop weer losmaakt als je de kracht nodig hebt, of je kan de knoop bewaren als herinnering aan de kracht.
Vroeger werden knooprituelen gebruikt om negatieve invloeden van de relaties en de liefde af te houden. De knoop symboliseert eeuwigdurende liefde, geliefden geven dit elkaar als een talisman met de woorden: zolang deze knoop er is, zal ook onze liefde duren.

Aanstekelijke magie
De gene die het ritueeltje uitvoert, haalt zijn of haar kracht uit een symbolisch voorwerp of dier. Een echtpaar dat graag een kind zou willen hebben zou kunnen vrijen naast een van de vruchtbaarheidssymbolen van de aarde, bijvoorbeeld de fallus van de Cerne Abbas Giant in Dorset.
Het kan ook omgekeerd: vrijen in de natuur op de vooravond van 1 mei, om de vruchtbaarheid van de aarde te vergroten.

Kaarsenmagie
Kaarsenbranden spreekt iedereen aan. Vaak brand men voor een examen nog snel een kaarsje. Ook wordt voor iemand die overleden is een kaarsje gebrand. Kaarsen kunnen heel krachtig zijn en worden veel door Wiccans gebruikt.

Kattenmagie
Soms wordt de hulp ingeroepen van een dier, omdat de paranormale vermogens van dieren tot de oudste vormen van de wijsheid behoren die in veel culturen teruggaan tot de totemdieren van stamsjamanen. De kat, waarvan wel eens wordt gezegd dat hij de ziel van de heks is, is zo’n dier. Als je kattenmagie toe gaat passen moet je wat losse haren van een kat hebben. De bezwering moet altijd op een zondag na nieuwe maan uitgevoerd worden. Draag een magisch zwart gewaad en neem terwijl je de kat op schoot neemt in je magische cirkel. Spreek dan je wens uit en vraag de kat om hulp.

Voodoo
Oorspronkelijk is de voodoo (vodun) in West-Afrika ontstaan maar is later met de negerslaven naar andere werelddelen verhuisd. Daar heeft het zich in de loop der eeuwen ontwikkeld tot een wereldgeloof. Waarin het geloof in een schepper, bijgestaan door goden en godinnen, voorouders en geesten heel belangrijk is.
In Suriname vermengde de Afrikaanse voodoo zich met allerlei indianenrituelen, waaruit het huidige Winti ontstond.
Voodoo is in West-Afrika een religie. Bij de rituelen worden voorwerpen gebruikt die door gewijde personen zijn gemakt en alleen voor voodoo doeleinden gebruikt worden. Bij de rituelen staan potten, kalebassen, schalen en figuren van aardewerk centraal. Ze worden gebruikt om de 'voodookrachten' te voeden
Tegelijkertijd dienen ze als tijdelijke opslagplaats van die krachten. Door gebruik te maken van dit soort krachten kan de mens de kwaliteit van zijn leven verbeteren door bijvoorbeeld de geesten in de voorwerpen gunstig te stemmen. Dit kan worden gedaan door bepaalde rituelen, offers en dergelijke. . Ook bij ziekte wordt geprobeerd het lot van de zieke te verbeteren om door middel van voodoo de geesten gunstig te stemmen

Kleuren magie
Al ver voor de oude Egyptenaren speelden kleuren door de eeuwen heen in vele culturen een rol in veel magische systemen. In India en China stamt kleurenmagie van duizenden jaren geleden, terwijl de energie van kleuren ondertussen ook wereldwijd bewezen is bij genezing. Denk maar aan dokters die groene kleding in de operatiekamer dragen om zo de patiënt een geruststellend gevoel te geven.
Wit: goddelijkheid, levenskracht, licht, vitaliteit, grenzeloze energie, een nieuwe start, de zon.
Zwart: dood en wedergeboorte, nieuw leven, slotfase, de planeet Saturnus, vadertje Tijd.
Rood: bloed, kern van het leven, kracht, fysieke energie, vastberadenheid, moed, de planeet Mars.
Oranje: de zon, vruchtbaarheid, gezondheid, vreugde, geluk, overvloedige vruchten der Aarde.
Geel: de geest, communicatie, jaloersheid en verraad, intellectueel succes, leren, reizen, de planeet Mercurius, genezing, zakelijke scherpzinnigheid, occasioneel bedrog.
Groen: de planeet Venus (de Romeinse godin van de liefde), het hart, liefde, emoties, geld, feeën.
Blauw: heling, de geest, conventionele wijsheid, grenzen verleggen, vertrouwen, idealisme, de planeet Jupiter.
Purper: koninklijk, hogere dimensies, adellijke geest, inspiratie, vertrouwen, psychische ontwikkeling, spirituele kracht.
Bruin: Aarde, aardkrachten, oorzakelijke kracht, instinctieve wijsheid, affiniteit met de natuur, bescherming.
Roze: de planeet Venus, zachtere aspecten van de liefde en vriendelijkheid, verzoening, harmonie, rustige slaap.
Grijs: compromis, flexibiliteit, onzichtbaarheid, bescherming (tegen psychische aanvallen), geheimen bewaren, de planeet Saturnus.
Goud: profaan succes, voorspoed, erkenning, geld, lang leven, grote ambities, de zon, verwezenlijking van dromen.
Zilver: de maan, dromen, visioenen, voldoening, intuïtie, plotseling inzicht (in dromen), verborgen potentieel.

Het boze oog
Het boze oog is een verschijnsel dat in verschillende culturen en religies voorkomt. Het is gebaseerd op de idee dat een individu de kracht heeft om schade aan te brengen door naar iemand of naar iemands bezit te kijken. Vaak wordt het boze oog geassocieerd met jaloezie. Om zich te beschermen tegen het boze oog maakt men gebruik van amuletten en blauwe kralen.

Tarot
Sinds ongeveer het begin van de 17de eeuw heeft Tarot de vorm gekregen zoals we dat tegenwoordig kennen. Tarot is een kaartspel dat bestaat uit 78 kaarten. Dit kaartspel fungeert als orakel, het geeft antwoord op al je vragen en kan ook de toekomst voorspellen. De precieze herkomst van de Tarotkaarten is niet bekend. Rond 14de eeuw doken de eerste sporen van de Tarot op. De kaarten hebben zich snel verspreid over Europa. Het is niet helemaal duidelijk of het hier ging om Tarotkaarten (die als orakel fungeerde) of om Speelkaarten. Er is een theorie dat een kaartspel met vier kleuren, de basis van onze huidige speelkaarten van de Tarot, rond het begin van de 14de eeuw vanuit de Islamitische wereld naar Europa kwam. In eerste instantie dienden de kaarten als gezelschapsspel. Hoe oud de kaarten zijn en waar ze precies vandaan komen is niet zo heel erg belangrijk. De geschiedenis die in de symboliek van de kaarten verborgen zit is wel belangrijk. In de symboliek van de kaarten zijn veel aspecten uit de geschiedenis te vinden. Daarbij moet je denken aan: mythen, sprookjes en volkslegenden
De keizerin staat voor creatie: creatie van leven, liefde, werk en kunst

Sjamanisme
Sjamanisme is een verzamelnaam voor een spiritueel leiderschap dat universeel is. Alle natuurvolkeren over heel de wereld kennen de sjamaan. Het zijn helers, zieners en filosofen, die voor de gemeenschap belangrijk zijn vanwege de kennis die zij bezitten om de verbinding te herstellen tussen hemel en aarde, tussen mensen en goden, tussen mensen en de natuur en tussen mensen onderling. Sjamanen beschikken over het vermogen te communiceren met de spirituele wereld, kunnen zonder zich fysiek te verplaatsen reizen op de slag van de drum en kunnen visioenen en dromen interpreteren. Dankzij de ontdekking van prehistorische rotswandtekeningen over de hele wereld weten we dat de vroegste vorm van magie het Sjamanisme is. Sommige van de deze tekeningen zijn wel 30.000 jaar oud, ze beelden uit hoe een sjamaan de echte wereld heeft willen linken aan het geestenrijk; door bepaalde dode dieren af te beelden, liet hij zijn wens van een succesvolle jacht zien. De rotskunst is overal ter wereld gevonden, in Afrika, Australië, Europa en Zuid-Amerika. De schilderingen zijn gemaakt met stenen splinters en ingekleurd met de oker van ijzer of het zwart van mangaandioxide.

SAMENVATTING
Magie is het zo vernaderen van je omgeving tot die naar wens is met behulp van de krachten uit de 4 werelden; de fysieke wereld, astrale wereld, ether wereld, astrale wereld en spirituele wereld. Om dit te kunnen bereiken kun je gebruik maken van verschillende soorten magie. De uitdrijvende magie om je angsten te verdrijven. Attractieve & sympathische magie, om iets wat je heel graag wilt hebben te krijgen. Knopen magie om je krachten te bundelen zodat je ze kunt bewaren en gebruiken wanneer je ze weer nodig hebt. Aanstekelijk magie om krachten te ontlenen uit de natuur. Je kunt magie ook uit voorwerpen of dieren halen om iets te bereiken wat je graag wilt, zoals uit kaarsen en katten. Kleuren spelen een belangrijke rol in de magie, elke kleur heeft zijn eigen betekenis. Tarot kaarten kunnen antwoord geven als je met een dringende vraag zit. Voodoo is een religie die vooral bestaat uit het uitvoeren van magische rituelen. Onder invloed van drugs of in trance kunnen priesters in contact komen met het bovennatuurlijke. Het Sjamanisme is de oudste vorm van magie, er zijn rotswandtekeningen van minstens 30.000 jaar oud gevonden op plaatsen over de hele wereld. Magie is niet zwart of wit, alleen de bedoelingen van de magiër zijn goed of slecht.

2 Waren er verschillen en/of overeenkomsten tussen de magie op de verschillende continenten?

§2.1 Europa

In 385 werd het Romeinse rijk gesplitst in een oostelijk en westelijk deel, in 391bepaalde keizer Theodosius dat het christendom de belangrijkste godsdienst zou zijn in het West-Romeinse rijk. Heidenen waren voortaan strafbaar. In steden verspreidde het christendom zich snel. In de 5e eeuw drongen Germaanse stammen het westelijk deel binnen. De laatste West-Romeinse keizer werd in 476 afgezet door een Germaanse legeraanvoerder. Na de val, ging de verspreiding van christendom verder, alleen moeilijker door het verval van de steden. Heidense gebruiken leefden weer op. Er was een strijd tussen christelijke voorschriften en heidense praktijken (magie). Magie was een middel om je te beschermen tegen onheil. Vaak werd bij ongelukken of rampspoed, de oorzaak in kwade (zwarte) magie gezocht. In de Middeleeuwen beston Europa voornamelijk uit een agrarische samenleving; het slagen van de oogst was dus erg noodzakelijk. Wanneer er een misoogst was door bijvoorbeeld droogte of storm betekende al snel hongersnood. Door gebruik te maken van magische handelingen probeerde men het weer op een gunstige manier te beïnvloeden. Men geloofde dat er onweermakers waren die een storm door middel van tovenarij konden oproepen en daarmee de oogst konden vernietigen. Door de angst voor onweermakers en vruchtverzamelaars , moest men bescherming zoeken bij de onweermagiërs, zij werden met een deel van de oogst betaald. Mislukte de oogst toch, dan kregen verdachte onweermakers lijfstraffen
Om goed voorbereid te zijn op ziekte en dood, deden de mensen uit de middeleeuwen veel moeite om te ontdekken wat de toekomst zou brengen. Voorspellen was een belangrijk onderdeel van het volksgeloof. In alles zag men wel een voorteken. In die tijd geloofde men in het bestaan van allerlei bovennatuurlijke wezens, zoals elfen, dwergen, feeën, weerwolven, geesten en demonen. Men zocht vaak verklaringen bij een dorpsoude als er iets vreemds was gebeurd. Zo iemand wist veel van helende kruiden af. Ook hielp een dorpsoude bij het genezen van mens en dier en gaf ‘magische bescherming’ aan planten, huizen, schepen en reizigers, bij het vruchtbaar maken van zowel mensen als dieren.

In de Vroegmoderne Tijd (1500-1800) vonden er grote godsdienstige veranderingen plaats ( de Reformatie). De christelijke kerk viel uiteen. Naast Rooms-katholieke christenen kwamen er ook protestantse christenen. Zij wilden het christelijke geloof vernieuwen en stichtten hun eigen kerken. Ook waren er veranderingen op sociaal-economisch gebied. De bevolking nam sterk toe, de prijzen stegen, de steden groeiden en de handel werd naast de landbouw een belangrijk onderdeel van de inkomsten. Uitbarstingen van epidemieën roeiden grote delen van de bevolking uit. Magie bleef voor het volk een belangrijk houvast in het wankele bestaan.
Ook bij de elite groeide de interesse voor de achtergronden van magie. Degenen die konden lezen, konden ook de boeken over magie die in het Hebreeuw geschreven waren lezen. Zij ontwikkelden nieuwe rituelen die met het binnenste van de mens te maken hadden. De vorm wordt hogere magie genoemd omdat deze vooral in de hogere kringen van de maatschappij werd gebruikt.

§2.1.1 Heksenvervolging

Voor het jaar 1500 bestond er een verschil tussen ‘heksen’en ‘ketters’. Ketters waren volgens de kerk, mensen die op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die er van beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dan ook dat de heksen dan ook ‘gelovigen’waren van een andere soort godsdienst. Volgens de mensen die op heksen gingen jagen, was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was (zo zei men) verantwoordelijk voor alle ellende in de wereld. Als de mensen iets verkeerds deden werden ze door God gestraft. De straf van God was dat hij de duivel zijn gang liet gaan. De enige manier hoe een mens iets goed kon doen was door het verjagen en verweren van de duivel.

Paus Alexander IV gaf rond 1258-1260 de Inquisitie de opdracht zich niet alleen bezig te houden met ketterij, maar ook met tovenarij en voorspellingen die ook maar een beetje op ketterij leken. In 1320 gaf Paus Johannes XXII de opdracht om alle duivelaanbidders te vernietigen. Er werden duizenden mensen veroordeeld wegens hekserij; de meesten waren arme, oudere vrouwen. De christelijke kerk creëerde een stereotype van een heks als iemand die baby’s afslachtte en deelnam aan seksuele orgiën tijdens nachtelijke sabbats, ter ere van de duivel, de kracht van het Kwaad, het tegenovergestelde van de christelijke God. De meeste veroordeelden eindigden op de brandstapel. Sommigen werden vrijgelaten met een waarschuwing. De heksenprocessen waren een grote juridische operatie. Sommige processen vonden plaats in kerkelijke gerechtshoven, andere, zeker na 1550, werden in openbare gerechtshoven gehouden. De heksen processen namen toe in de 15e eeuw, verminderden in de 16e eeuw en vlamden weer op in de 17e eeuw, om aan het einde van de 17e eeuw weer weg te ebben.

In 1486 kwam het boek ‘de heksenhamer’uit. Geschreven door de Duitse monniken Kramer en Sprenger. Het boek ging over heksen en was tegen heksen. In de ‘Heksenhamer’ stond precies beschreven wat heksen waren, wat ze deden en waaraan je ze kon herkennen. Ook werd er verteld hoe je ze tot bekentenissen kon dwingen, en daarna kon straffen. “Zonder vrouwen,” schreven zij, “zou de wereld heel wat gevaren minder tellen. Hoe groot is dan tegenwoordig het gevaar nu velen van hen heksen zijn.”
Ze stelden een lijst op met wat heksen konden:
- Ze stuurden hagel, storm en onweer;
- Ze maakten mensen en dieren onvruchtbaar;
- Ze gaven kinderen die ze ontvoerden aan de duivel, of ze doodden hen;
- Ze gooiden kinderen die bij hun ouders vandaan liepen ongezien in het water;
- Ze maakten bereden paarden schichtig;
- Ze kunnen zich door de lucht van de ene naar de andere plaats bewegen;
- Ze kunnen de rechters betoveren zodat die hen niet bestraffen;
- Ze kunnen zichzelf laten zwijgen tijdens martelingen;
- Ze kunnen hand en hart van degene die hen gevangen wil nemen laten beven;
- Ze maken openbaar wat voor anderen verborgen is;
- Ze voorspellen, met de hulp van de duivel, de toekomst;
- Ze kunnen dingen zien die verderop gebeuren;
- Ze kunnen iemand verliefd doen worden;
- Ze kunnen naar wens bepaalde mensen en dieren door de bliksem doden;
- Ze kunnen miskramen veroorzaken;
- Ze kunnen mensen en dieren kwaad doen zonder ze aan te raken;
- Ze geven hun eigen kinderen ook aan de duivel.

Hekserij was geen gewone misdaad, maar werd gezien als de gruwelijkste van alle misdaden, omdat hekserij de genen representeerde die God en de fatsoenlijke maatschappij tegenwerkten. Deze valse religie moest uitgewist worden en het was de taak van de magistraat of de rechter om de wil van God uit te voeren. Mensen werden formeel en legaal veroordeeld.
Martelingen zorgden er vaak voor dat er bekentenissen van hekserij werden gedaan, bovendien zorgde het ervoor dat het aantal veroordeelden stegen.

Er bestonden verschillende technieken, die verschilden van het beroven van slaap tot het gebruiken van martelwerktuigen. De ondervragers gebruikten twee soorten martelwerktuigen: martelwerktuigen die het lichaam uitrekten, zoals de pijnbank en de strappado, die de mensen aan de armen van de grond trok, en martelwerktuigen waarbij het lichaam werd samendrukten, zoals duim-, been- en hoofdschroeven.

Op het eerste plaatje is een martelwerktuig te zien dat het lichaam uitrekt, op het tweede plaatje is een martelkelder met in het midden een pijnbank afgebeeld. Op het derde plaatje is een duimschroef te zien

In Duistland was een heksenstoel, die door een vuur eronder werd verhit, een geliefd instrument. In Schotland werd een heks in 1591 veroordeeld tot ‘de de ergste en wreedste pijn in de wereld’ haar benen werden vermorzeld en samengeperst tot het bloed en merg eruit spoten. Dit omdat ze verdacht werd van hoogverraad tegen de koning.
Om extra bewijzen van schuld tegen een verdachte van hekserij te verkrijgen, moesten vaak proeven worden doorstaan. ‘Swimming the witch’ werd overal in Engeland en op het vasteland toegepast: de enkels en polsen van de heks werden aan elkaar vastgebonden en zo werd zij in het water gegooid. Zonk ze dan was ze onschuldig. Bleef ze drijven dan was haar schuld als heks bewezen.
Een andere proef die veel werd toegepast was het prikken van duivelskenmerken op het lichaam (moedervlekken, wratten etc.), Deed het geen pijn dan was dit een heks. Vaak hadden de arme vrouwen veel eelt op hun voeten, waardoor deze gevoelloos waren.
In gevallen van bezetenheid werd de bezeten persoon voor een heks geleid en als hij dan een toeval kreeg, was de heks schuldig. Op deze manier werden mensen die ‘anders’ waren wreed vervolgd en gemarteld door proeven die gewoon absurd waren. Een jaloerse buurvrouw hoefde maar te zeggen dat je op een vreemde manier naar haar hebt gekeken, of je was al een heks.
De ideeën over heksen worden in elke cultuur teruggevonden en een geloof in mensen die kunnen verwonden door middel van spirituele krachten is waarschijnlijk net zo oud als de mensheid zelf. Een algemene definitie van een ‘heks’ is iemand die asociale en angstaanjagende daden verricht, meestal ’s nachts. Wat het vroegmoderne Europese idee van een heks zo anders maakt, is dat het gekerstend werd: heksen waren niet zomaar mensen die verantwoordelijk waren voor tegenslagen en ongeluk, maar zij maakten deel uit van de antichristelijke ketterse sekte die de duivel aanbad. Ze verkregen hun krachten niet door hun eigen slechtheid, maar door een pact met de duivel. Ideeën over hekserij en magie waren onderdeel van de Europese cultuur, nog voordat de heks als antichristelijk werd gezien. Heksen stamden uit de klassieke mythologie, uit het volksgeloof en elfenverhalen.

§2.1.2 Jeanne d’Arc

Een beroemde zaak was die van Jeanne d’Arc, die werd veroordeeld voor ketterij en tovenarij en levend verbrand in Rouen in 1431. In 1429 vertelde dit jonge boerenmeisje de Dauphin (koning) van Frankrijk dat zij zijn redder was, gestuurd door God. Ze vertelde hem dat zij het tij kon keren in de oorlog tegen de Engelsen, dat de stem van God haar had gezegd het beleg van Orléans op te heffen om hem te helpen zijn koninkrijk terug te winnen en de Engelsen uit het land te verdrijven. Vanaf haar 12e jaar had Jeanne visioenen gehad, stemmen gehoord van de aartsengel Michäel en Catherine van Alexandrië en sprak ze profetieën uit naar aanleiding van wat ze hoorde. De hertog van Bedford, de aanvoerder van de Engelse troepen in de oorlog in Orléans, gaf de schuld van de Engelse verliezen aan de onwettige, bovennatuurlijke krachten van Jeanne. Hij noemde haar “Een discipel van de duivel, die valse betoveringen en hekserij gebruikte.” Jeanne werd voor de Inquisitie geleid door de Engelsen. Wat er precies is gebeurd is niet duidelijk, maar Jeanne tekende een document van recantatie en werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf, omdat de Inquisitie een ketter niet ter dood kon veroordelen, alleen een ketter die verviel in oude gewoonten.
Toen Jeanne haar verklaring weer introk en vertelde dat ze nog steeds stemmen hoorde, lag de weg open voor de Inquisitie om haar communicatie met het kwade definitief te stoppen. Op weg naar de brandstapel droeg ze een mijter met de namen van haar misdaden en haar kwaadaardige geesten erop geschreven: Belial, Satan en Behemoth.

Een paar jaar na de executie van Jeanne d’Arc beschuldigde de staat een van haar medestrijders Gilles de Rais, ervan bezeten te zijn van de duivel en onder satanische invloed 140 kinderen te hebben vermoord. Gilles bekende de moorden, maar gaf aan dat hij deze moorden uit eigen beweging had begaan, zonder invloed van de duivel, een belangrijk verschil in die tijd.
Gilles smeekte het hof genade en de ouders van de kinderen om vergiffenis. In 1440 werd hij veroordeeld tot de strop en de brandstapel. Zijn executie vond 9 jaar na die van Jeanne plaats.

Toen de heksenvervolgingen in de 18e eeuw werden afgeschaft betekende niet het einde van de magie. Onder invloed van de Romantiek nam de magie in de 19e eeuw zelfs toe. Europa onderging in de Moderne tijd enorme veranderingen. Tegenwoordig wordt de geboorte van een kind nog steeds als een wonder beschouwt. In 1962 schreef een Nederlandse arts over aanstaande moeders die bij hem in de praktijk kwamen dat ze veel melk dronken, zo zou hun kind mooi blank worden, er werden wortels gegeten in de hoop een zoon te krijgen, azijn werd gedronken om een mager kind te krijgen en een makkelijke bevalling te krijgen. Ook in de Moderne tijd werd ook door de verbeterde medische wetenschap en zorg, de angst voor ziekten niet weggenomen. Men draagt nog heel vaak een talisman bij zich of let op vrijdag de 13e extra veel op om ongelukken te voorkomen. Tegenwoordig wordt magie juist als inspiratiebron gebruikt voor Hollywoodfilms waarin enge demonen een belangrijke rol spelen. Denk maar aan de films als ‘The Exorcist’. Heksen worden ook niet meer gezien als gemene, lelijke, oude wijven die in een hutje in het bos wonen. In de heksen hit serie ‘Charmed’ strijden 3 mooie heksen juist tégen het kwaad. Ook muzikant Marilyn Manson die vaak wordt geassocieerd met de duivel, weet een groot publiek te bereiken ondanks zijn demonische uiterlijk.

§ 2.1.3 Wicca

Wicca staat ook wel bekend als moderne hedendaagse hekserij. Wicca is een natuurreligie, maar geen religie in de traditionele zin van het woord. Het is een manier van leven. De Wicca zoals we hem tegenwoordig kennen is een traditie binnen de Moderne Hekserij. Als religie heeft het als doel de mens (het individu) en de mensen in het algemeen in harmonie te brengen met de krachten van de Kosmos en in harmonie te brengen met de natuur. Kenmerkend voor de Wicca zijn twee dingen: de natuurgerichte houding en de onafhankelijkheid. Resultaten bereiken met geestelijke kracht maar met altijd een goede, nuttige en genezende intentie.
In de Wicca staan de Godin en de God centraal. De Godin wordt vergeleken met de Aarde en de Maan. De God vinden we in de door de Aarde voortgebrachte vruchten. Wiccans houden zich veel bezig met de seizoenen, de veranderingen daarvan en de maan. Leren over en van de natuur, kennis krijgen over seizoenen, energieën en krachten van de kosmos. Mensen helpen met spreuken, rituelen, zelfgemaakte drankjes, zalven etc. Gebruik van Tarot om een beeld van de toekomst te vormen, kennis van astrologie, handlijnkunde en kruiden en kennis van de Kaarsenmagie. Wiccans maken gebruik van het pentagram als bescherm amulet.

Wicca heeft niets met satan te maken; Wiccans zijn dus geen Satanisten. Satan, of de duivel is een deel van het christelijke geloof; een persoon of wezen om de slechte daden van de mensen op af te schuiven.Heksen geloven niet in een duivel, zij geloven/vinden dat alles wat we goed of slecht doen onder onze eigen verantwoordelijkheid valt. Daarom is er de ‘wet van drie’.Alles wat je voor iemand doet, goed of slecht, zal in drievoud op je terugkomen.
Wicca is geen sekte. Er wordt geen leider of leidster vereerd. Wiccans proberen niemand te bekeren. Een coven zal nóóit iemand vragen om zich bij de groep te sluiten. Een inwijding geschied op vrijwillige basis en er is veel studie voor nodig.
Een bijbel is er niet, maar wel enkele basisregels:
- om heks te worden moet je een jaar en een dag studeren voordat intreding mogelijk is
- je moet minstens 18 zijn
- je mag enkel dat doen, wat niemand zal schaden, ook jezelf niet
- en alles wat je doet komt driemaal tot je terug, zowel positieve als negatieve dingen

§2.2 Afrika

In de meeste Afrikaanse gemeenschappen worden heksen beschreven als chagrijnig en asociaal; ze eten alleen maar om hun voedsel niet te hoeven delen met anderen, maar worden gevaarlijk als anderen niet met hun delen. Ze zijn arrogant en lopen zonder te groeten mensen voorbij, maar zijn snel beledigd als anderen dat bij hen doen. Hekserij vindt plaats door jaloezie, vooroordeel of welke andere persoonlijke grief die de een voor een ander voelt. Hekserij wordt gezien als slecht en wordt meestal gebruikt na een ruzie doordat men met kwade gevoelens zit. Hekserij is altijd onrechtvaardig: een persoon heeft misschien wel de reden om boos te zijn, maar daarom hoeft hij nog geen hekserij te gebruiken. Als beschermmiddel worden vaak magische amuletten, spreuken en andere objecten gebruikt.

Nachtheksen
De Tswana’s uit Botswana geloofde in nachtheksen en dagtovenaars, volgens een studie van antropoloog Isaac Schapera uit 1930. Nachtheksen waren oude vrouwen die anderen beheksten. Overdag hadden zij normale levens, maar ’s nachts kwamen ze in kleine groepen bij elkaar en gingen van huis naar huis om kwade praktijken uit te voeren, naakt en hun lichaam besmeurd met witte as of het bloed van dode mensen. Voordat een vrouw kon toetreden tot een groep, moest ze kunnen aantonen dat ze de dood had veroorzaakt van een naast familielid, het liefst haar eigen eerstgeborene. Na de inwijding kreeg ze een zalf die haar wakker zou maken op het moment dat haar medeheksen haar riepen.
Nachtheksen groeven pas begraven lijken op met behulp van magie die het graf opende en het lijk naar boven liet drijven. De heksen gebruiken onderdelen van het lichaam voor hun medicijnen. Ze hadden brouwsels die de bewoners van een huis in diepe slaap brachten, zodat ze zonder problemen een slachtoffer konden uitzoeken. Ze brachten kleine steentjes of stukjes vlees in het lichaam aan die hem of haar ziek maakten en uiteindelijk zouden doden, tenzij er antimagie zou worden toegepast.

Dagtovenaars
Niet iedereen geloofde in nachtheksen, maar iedereen nam de dagtovenaars serieus. Dagtovenaars verenigden zich niet in groepen, maar gebruikten hun magie om bepaalde mensen pijn te doen en te beheksen.
Ze sprenkelden bijvoorbeeld het bloed van het heilige totemdier over de drempel van het huis waar hun vijand woonde. Als het slachtoffer dan in het bloed stapte, werden zijn of haar voeten verwond, wat vaak leidde tot het verlies van en of beide benen. De tovenaar kon wat lompen met speciale wortels verstoppen in een hoek van de hut van zijn slachtoffer, of de zak begraven voor de drempel. Hij kon speciaal poeder naar zijn slachtoffer blazen en dan zijn naam zeggen om hem te beheksen. Ook kon de tovenaar een leeuw, slang of een luipaard sturen om iemand te verwonden of vergif in het eten doen. Door de juiste medicijnen kon hij de bliksem naar zijn slachtoffer sturen of naar zijn hut of veestapel. Sommige tovenaars konden vliegen en in de vorm van een bliksemschicht landen op hun slachtoffer landen.

Antropoloog Evans-Pritchard toonde aan hoe hekserij een grote rol speelde in alle delen van het leven van de Azandes, een stam die leefde in Sudan. Hekserij speelde rol in de landbouw, visserij, jacht en het huishouden tot de wetgeving, technologie, taal en het morele bewustzijn. De cultuur was erdoor doordrenkt. Als de pindaoogst gevaar liep door schimmels, was dat hekserij, en hetzelfde gold als er geen wild was om op te jagen, als er kleine vissen werden gevangen en als een echtgenote kil deed tegenover haar man. Elke vorm van tegenslag die men kon overkomen werd afgedaan als hekserij. Als een graanschuur instortte doordat termieten de palen hadden aangevreten, dan was het niet de schuld van het verrotte hout, maar van de hekserij. Hekserij was de uitleg van de toevallige samenloop van omstandigheden. Een jongen verklaarde dat hij door hekserij zijn voet had gestoten aan een boomstronk, niet omdat hij niet goed had opgelet, maar omdat hij behekst was en daardoor de boomstronk niet had kunnen zien. Ook was het feit dat zijn voet niet snel genas, maar ontstoken raakte een bewijs dat er hekserij in het spel was. Een zelfde soort voorbeeld is dat van een houtsnijder wiens keukengerij dat hij aan het snijden was, gespleten was door het boze-oog van de jaloerse buren. Ook een pottenbakker weet het breken van zijn potten aan hekserij. Als ervaren pottenbakker wist hij dat het niet lag aan de materialen die hij had gebruikt, omdat hij de goede klei had gebruikt, deze goed gekneed en de pot langzaam en voorzichtig had gemaakt. De nacht voor hij de klei had gehaald, had hij zich onthouden van seksuele gemeenschap en tóch waren de potten gebroken, dit móest wel hekserij zijn.

De Azandes geloofden dat een heks zijn ziel ’s nachts op jacht stuurde. ‘mbisimo mangu’, de ziel van hekserij, kon het lichaam wanneer het wilde verlaten, maar vooral ’s nachts wanneer het slachtoffer sliep. De ziel zweefde dan rond, helder verlicht. Overdag konden alleen heksen en medicijnmannen onder invloed van drugs dit licht zien, maar ’s nachts kon iedereen het opmerken. De mbisimo mangu zou de organen van zijn slachtoffers langzaam verslinden en had bewuste leiding nodig om zijn route te bepalen, anders keerde de ziel terug. De heks kon zijn ziel er niet op uit sturen en hopen dat hij zelf zijn weg zou kunnen vinden, hij moest zijn doel en de weg ernaartoe duidelijk aangeven. Pas wanneer de heks de ziel van een gezond persoon had opgegeten, stierf die persoon. Een heks kwam vaker opbezoek en at per keer een klein stukje. Hij kon wel een groot stuk wegroven, maar dit werd dan verstopt en langzaam verteerd. Heksen konden ook objecten in het lichaam van het slachtoffer schieten, dit veroorzaakte veel pijn. Een medicijnman kon het uit de wond trekken. De objecten konden materieel zijn, of levende organismen zoals wormen.

Heksen werkten samen aan hun kwade plannen. Als het een heks niet lukte om alleen een moord uit te voeren, dan vroeg hij zijn medeheksen tijdens een heksenvergadering om hulp. Ze werden bij elkaar geroepen met het geluid van een trom. Een speciale zalf zorgde ervoor dat ze onzichtbaar waren tijdens hun nachtelijke uitstapjes.
Voordat een heks er klaar voor was om zijn buren te doden, moest hij leren van de kennis van een oudere heks. Als een heks stierf, werd hij een kwade geest die zijn haat tegen de mensheid afreageerde op reizigers in de wildernis door hun in verwarring te brengen.
Een heks had geen speciale kenmerken: je kon er zelf een zijn, of je buurman of je buurvrouw. Veel Afrikaanse volkeren geloven dat bepaalde familieleden een vloek kunnen uitspreken als zij daartoe aanleiding hebben en dit heeft slechte gevolgen. De familieleden moeten dus met respect behandeld worden.

Medicijnmannen
Om te kunnen zien of er werkelijk sprake is van hekserij, moet de hulp van een medicijnman ingeroepen worden. Zo’n medicijnman heeft speciale krachten en kan communiceren met de geestenwereld. Ook kunnen zij ziekten genezen en heksenactiviteiten stoppen. Vaak zijn zij door de geesten aangesteld om dit vak te beoefenen. Ze worden getraind door oudere medicijnmannen.
De medicijnman van de Ashanti’s uit West-Afrika kan hekserij opsporen door bezeten te raken van een monster dat aan de kant van de heksen staat. Bij de Azandes was de medicijnman een magiër die heksen opspoorde en gebieden ‘heksvij’ maakte, hij wist als een van de weinigen welke medicijnen daarvoor nodig waren.
Medicijnmannen hielden openbare seances waarbij ze dansten en divineerden , meestal op verzoek van iemand die leed aan tegenslag. Het publiek stelde dan de medicijnman vragen, die hij door te dansen beantwoordde. Wanneer hij uitgeput raakte, liet hij het getrommel stoppenen stopte hij met dansen. Hij vertelde dan wat hij had gezien of gehoord. Als hij een vraag beantwoord had, stelde iemand anders weer een vraag en begon hij opnieuw.

§2.2.1 Egyptische magie

De krachten van magisch-religieuze namen, spreuken, afbeeldingen, figuren, amuletten en het uitvoeren van rituelen waren voor de vroegere Egyptische bevolking een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven. Wat wij tegenwoordig ‘magie’ noemen, was voor de Egyptenaren uit de Oudheid gewoon religie. Egyptische magie stamt uit de tijd dat de predynastische en prehistorische inwoners van Egypte geloofden dat de aarde, de onderwereld, de lucht en de hemel bevolkt waren door ontelbare wezens, waarvan sommige vriendelijk waren maar anderen weer dood en verderf zaaiden. Het magische denken van de vroegere Egyptenaren is vooral te lezen in de ontstaansmythen van bijvoorbeeld Isis & Osiris . In deze mythe worden de connecties tussen het godenrijk, de mensenwereld en de natuur getoond. Osiris sterft met de afnemende maan en het uitgedroogde land. Hij komt weer tot leven door het stijgen van de Nijl. Isis wordt gezien als de aarde, alles wordt onderbroken door Seth die staat voor de dood.

Wandschildering uit de graftombe van Ramses VI. Volgens de Egyptische mythologie slikte de godin Noet elke dag de zon in om hem de volgende dag weer ter wereld te brengen.

§2.3 Amerika

In de antieke indiaanse religies van Midden- en Zuid-Amerika, inclusief de Maya’s, Azteken en de Inca’s, bestonden rituelen die de mensen met de geestenwereld verbonden. De Maya’s zagen de aarde als een plat vierkant dat werd gereageerd door kleuren: rood in het Oosten, wit in het Noorden, geel in het Zuiden, zwart in het Westen en Groen in het midden. Dit patroon vormde de rug van een krokodil die zich verborgen hield in een vijver met waterlelies. Volgens de Maya’s was de hemel gelaagd, ondersteund door de goden op de vier hoeken van de aarde, en vormde hij een tweekoppige slang; de dertien lagen van de hemel hadden elk hun eigen goden. De onderwereld bestond uit negen lagen en de zon en de maan reisden erdoorheen na hun verdwijning aan de horizon.
Volgens de Inca’s beheerste een van hun oppergoden, Viracocha, de diverse sferen van de kosmos. Hij was een god met een witte baard, die zon, maan en sterren schiep na een vloed die de wereld had vernield. In de Inca-religie lag de nadruk op de harmonie met het land.

Net als binnen vele andere culturen beschouwden de indianen heksen als asociale mensen die ander niks anders dan leed aandeden. Een heks kon magische krachten voor eigen doeleinden gebruiken, zonder zich zorgen te maken over de harmonie van het universum of de gemeenschap. Als een sjamaan zijn krachten gebruikte voor asociale doeleinden, was dit hekserij en illegaal.
Voor de indiaanse cultuur was de verbinding van de stam met de geestenwereld van groot belang. Het bracht hen niet alleen in contact met hun verleden, maar het was ook een middel om te communiceren met de geesten van dieren en de natuur waarvan hun leven afhing. De sjamaan was door middel van trances en visioenen verantwoordelijk voor een goede band tussen de geestenwereld en de gemeenschap.

De Oglala Sioux geloofden net zoals vele andere Noord-Amerikaanse stammen dat er een grote macht bestond uit een hiërarchie van series van kleinere machten die het universum doordringen. Deze macht wordt vaak ‘Wakan-Tanka’, ‘de heiligen’, genoemd. Indianen geloven in een ontelbaar aantal geesten, die uit allerlei natuurverschijnselen voorkwamen: planten, dieren, rotsen, regen, wind, sterren, enzovoort. Hoewel veel geesten goedaardig waren, waren er ook genoeg die kwaad in de zin hadden en veel leed konden brengen. Ieder individu had een bewaargeest, die in een droom gevonden was en de persoon zijn leven lang beschermt.
Bij de Ojibwa’s uit het noordoosten is de geestenwereld losjes verdeeld in een bovenwereld, waar de goedaardige geesten wonen: zon, maan en dondervogels , en een onderwereld, die bewoond is door panters die onder water leven en Windigo de grote kannibalistische reus die in de winter opzoek gaat naar mensenvlees. Kwaadaardige heksen zouden de krachten van deze geesten gebruiken om ziektes te veroorzaken. Kwade heksen zijn vaak medicijnmannen of genezers die ooit de Geest van de Wereld aanriepen voor hulp bij het genezen van ziektes, maar die hun krachten voor zichzelf zijn gaan gebruiken. Heksen kunnen zich plotseling tegen iemand keren en die gene laten lijden onder ziekte en honger. Door hun jagersgeluk te vernietigen brengen ze hongersnood en door een beeld te in de grond te maken van hun slachtoffer en daarover gif te strooien brengen ze ziekte. Ze konden ook een houten pop van de gene die ze wilden vernietigen aan een boom hangen en als het touwtje dan brak zou die gene sterven. Een heks zal proberen objecten die verbonden zijn met die persoon te pakken te krijgen, zoals haar, spuug of nagels. Vervolgens gaat hij daarmee naar een graf waar de overblijfselen van een ander liggen en spreek een vervloeking uit. Sommige heksen schieten, volgens de Coast Salish stam aan de noordwestkust, vergiftigde objecten op iemands lichaam. Heksen kunnen een stuk vlees van een lijk injecteren, een stuk van een begrafeniskleed, een glassplinter, een stekel van een cactus of een botsplinter. Deze objecten moeten verwijderd worden door een medicijnman. Vaak deed hij dit door het object met een pijpje uit de wond te zuigen, of de ziekte met zijn mond zelf eruit zuigen. Ook massage hielp wel eens. Als het niet anders kon, liet de sjamaan het kwade bloed afvloeien.
Zielenroof was ook een manier van de heksen om hun slachtoffers te vernietigen. Om de ziel weer terug te vinden moest de sjamaan het geestenrijk betreden.
Insecten stonden onder bevel van de heksen: zij konden rupsen en sprinkhanen sturen om de oogst ter vernietigen, of om een persoon aan te vallen. Ook beheerste een heks het weer: ze kunnen regen weghouden of storm opwekken.

Zoals veel indianenstammen geloofden ook de Tlingits van de noordwestkust van Canada dat alle gevaarlijk ziektes werden veroorzaakt door hekserij. Heksen zouden hun toverkunsten hebben geleerd van Raven. Raven is een figuur uit de Noord-Amerikaanse mythologie de bedrieger van de wereld. Bedrieger zijn wezens die doelbewust zaken op hun kop zetten. Hun rol in de mythologie is het veroorzaken van chaos. Coyote, nog een bedrieger, zou hekserij hebben geïntroduceerd. Net als Raven is zijn rol in de scheppingsverhalen een positieve, maar tegelijkertijd is hij ook een dief en een lafaard. Toen hij het vuur schonk, bracht hij ook de dood met zich mee. De negatieve kant van Coyote heeft waarschijnlijk te maken met zijn gewoonte alles te eten en de prooien van andere dieren te stelen.

In het verleden was hekserij uiterst gevaarlijk en werd het met de dood bestraft tot het midden van de 19e eeuw. De familie van de heks mocht hem of haar doden als de sjamaan iemand als heks had geïdentificeerd. De heksen van hogere afkomst werden niet aangevallen, vanwege hun positie, maar aan hen werd gevraagd de ziekgemaakte persoon in het geheim weer te genezen. De wereld van de indianen stond bol van de kracht van de geesten. Hun hele kosmos bestond uit het goede en het kwade. De heksen waren in die wereld individuen die de harmonie van het universum tegenwerkten door hun krachten te gebruiken om dingen te vernietigen.

§2.3.1 Salem

100 jaar nadat in Europa de heksenjachten al waren beëindigd, speelde zich in Noord-Amerika de meest bekende heksenvervolging ooit af in Salem, een dorp vlak bij de Amerikaanse oostkust in 1792:

·Het was een lange, koude, donkere winter. Het gezin van dominee Samuel Parris woonde nu al drie jaar in Salem. Het gezin bestond uit dominee Samuel Parris zelf, zijn vrouw en drie kinderen, zijn nichtje Abigail en het Caribische slavenkoppel John en Tituba.
Het dorp telde 550 inwoners, de slaven niet meegerekend. De slaven werden nooit meegerekend, ze waren bezittingen, net zoals dieren en huizen. Alle inwoners van Salem waren streng gelovige protestanten. Zij vulden hun dagen alleen met bidden en werken. Alles wat er buiten viel was slecht. Lezen mocht niet, behalve in de bijbel. Er werd geen muziek gemaakt en ook niet gelachen. Al die dingen waren gevaarlijk, want wie lachte, danste en of plezier maakte voelde zich goed en zag er ook goed uit. En dan was je een goede prooi voor de duivel. Je kon wel eens verliefd worden of gewoon zin krijgen om toe te geven aan je seksuele behoeften. Allemaal dingen die mensen zwak maakten, en hoe moest het dan verder met het gebed? Nee, plezier maken was een enkele reis naar de hel. Dat wist je als kind al, dus waakte iedereen streng over iedereen, ook over de kinderen. Vooral de meisjes.

Het begon allemaal op een avond in die lange, donkere winter van 1792. Dominee Parris en zijn vrouw waren op pad en de jongste kinderen sliepen al. Parris’ oudste dochtertje Elisabeth (negen jaar) speelde met haar nichtje Abigail van elf. Het was een geheim spel, en ook streng verboden. Van Tituba hadden ze ooit verhalen gehoord over waarzeggerij. Alles wat ze hiervan afwisten wilden ze nu wel eens zelf proberen. Ze probeerden met behulp van hoefijzers, erwten en nagels of sleutels de toekomst te voorspellen. Ze wilden er met waarzeggerij achterkomen met wie ze later zouden trouwen.

Maar wat ze zagen, beviel ze niet. Abigail zag een doodskist. Ze raakte in paniek en draaide vreemd met haar lichaam. Ook sprak ze een vreemde taal. Dit gedrag leek wel besmettelijk, want alle meisjes in het stadje kregen last van dit soort aanvallen. Ze kropen weg in de hoeken van de kamer, leken soms doofstom. Maar op andere momenten zaten ze hysterisch te schreeuwen.

De dokters waren machteloos. Een kwam tot de conclusie dat dit geen gewone ziekte was. Al dit gedrag waren tekenen van hekserij, het werk van de gevreesde Satan zelf.
De toch al doodsbange dominee Parris werd nog banger! Hij zei: “De duivel is opgestaan onder ons”. Wie had de meisjes in contact gebracht met de duivel? Er moest iemand zijn die ze dit aangedaan had, die als het ware een boodschapper en verspreider van het kwaad, de Satan was.
Namen wilden ze hebben. Er werd nu erg veel druk op de meisjes uitgeoefend! Er heerste zoveel paniek en angst. Abigail noemde de naam van Tituba, de dominee had het altijd al geweten. Elke keer als hij in de donkere ogen van de slavin keek wist hij het. Ze was het kwaad. Tegelijk voelde hij enige opluchting, deze beschuldiging nam ook de verdenking weg van zijn eigen dochter en nichtje. Je wist maar nooit hoe mensen in deze tijd van paniek dachten, het kwaad was overal, en wie weet wie ze allemaal zouden beschuldigen. Nu Tituba schuldig leek te zijn, daar gingen ze namelijk al vanuit, leken de meisjes onschuldige slachtoffers.

Tituba werd ondervraagd, de aanklagers dwongen haar op allerlei manier de waarheid te zeggen, en dus ook om te bekennen dat ze een heks was. Maar Tituba smeekte en huilde, ze was geen heks! Toen de meisjes te horen kregen dat Tituba ontkende kregen ze allemaal tegelijk een aanval. Ze sloegen wild om zich heen en schreeuwden van de pijn, want zo zeiden ze, Tituba stak scherpe pennen in hun lichaam. Parris ranselde Tituba af tot ze om genade smeekte. Maar bekennen deed ze niet.

De waanzin van de meisjes en de gedachte dat het kwaad en de duivel zelf onder de mensen was, kreeg het dorp in zijn greep. De Angst en de paniek werden erger, en begonnen hun eigen leven te leiden. De mensen zagen met angst in de ogen in dat Tituba niet de enige schuldige hoefde te zijn, misschien had ze wel medeplichtigen. Maar wie?

Namen wilden ze horen, en de meisjes gaven ze twee namen. Sarah Good en Sarah Osborne. De twee Sarah’s waren anders dan de andere fatsoenlijke dorpelingen. Sarah Good was een bedelaarster en trok van deur naar deur. Sarah Osborne was niet zo slim en had een schandalig leven achter de rug. Ooit was ze rijk geweest maar al haar geld had ze besteed aan een jonge Ier, waarmee ze jaren had samengewoond voordat ze uiteindelijk eens gingen trouwen. Een schande, en bovendien had ze door haar grote mond ruzie met iedereen in Salem.

Tituba en de twee Sarah’s werden gearresteerd. De vergaderzaal van Salem werd een rechtbank. En het proces tegen het kwaad, tegen de heksen kon beginnen. Iedereen liet zijn werk in de steek om bij het proces aanwezig te zijn, ze wilden de schuldigen aan de galg zien hangen. En namen geen genoegen met iets minder.

Eerst kwam Sarah Good aan de beurt. Ze ontkende alles. Ze werkte niet voor de duivel en had de meisjes ook geen pijn gedaan! Maar toen men de meisjes vroeg haar aan te kijken kregen ze alweer van diezelfde aanvallen. Ze leken te stikken of vielen flauw. Maar Sarah Good bleef ontkennen, haar man werd erbij gehaald om tegen haar te getuigen. Hij vertelde hoe slecht ze voor hem zorgde en hem te kort schoot. Of ze een heks was wist hij niet, maar het was wel mogelijk.
Toen was de beurt aan Sarah Osborne, en er speelde zich precies hetzelfde af als bij Sarah Good. Dezelfde vragen, dezelfde beschuldigingen, dezelfde ontkenning, hetzelfde vreemde gedrag bij de meisjes.
Tenslotte kwam Tituba, de vrouw met wie het allemaal begonnen was. De vreemde donkere vrouw, die er zo anders uitzag dan een ‘normaal’ iemand. De meisjes kregen deze keer, zonder Tituba aan te kijken al een aanval. Tituba was erg bang, haar ondervraging was dubbel zo zwaar. Ze sprak nog niet zo goed engels, dus ze begreep ook niet alles. Ze wilde alleen maar dat dit alles ophield, en dat iedereen niet meer zo kwaad op haar was. Ze snapte niet waarom, ze had toch niks verkeerds gedaan? Iedereen beweerde het tegenovergestelde, dus probeerde ze iedereen maar gerust te stellen door te zeggen wat ze wilden horen. Misschien zou alles daarna weer net zo als vroeger worden? Dus begon ze te vertellen over de duivel, over zwarte kunsten en over haar leven als heks. Dat de duivel haar gedwongen had om de meisjes pijn te doen, anders zou de duivel haar iets aan doen. Dat ze op een stok was gaan zitten om daar mee te gaan vliegen. En dat de twee Sarah’s haar probeerden te dwingen het hoofd van een van de meisjes, Ann Putnam, af te snijden. Waarop Ann hevig toestemde, dat had ze wel gevoeld. Dat wist ze. Weer kregen alle meisjes een aanval deze keer samen met Tituba.
Dagenlang werden de drie vrouwen ondervraagd. Tituba had al bekend, maar de andere twee vrouwen bleven hun onschuld volhouden. Dit kon de Sarah’s helaas niet redden van de dood.

De angst voor hekserij verspreidde zich onder de dorpelingen als de pest.
Steeds meer mensen zagen geestesverschijningen, dieren die in vrouwen veranderen en wegvlogen. Steeds meer mensen begonnen zich even vreemd als de meisjes te gedragen. En steeds meer mensen werden door de meisjes van hekserij beschuldigd. Iedereen die aangewezen werd, werd opgepakt. En wie weigerde te bekennen, werd ter dood veroordeeld.
De ter dood veroordeelden werden in een kar naar ‘Gallows Hill’, de galgenheuvel gebracht. Heel Salem kwam kijken, ze wilden dit voor geen geld missen. Op deze manier zou het weer goed komen. Van medelijden was geen sprake. Iedereen stond te gillen en te joelen, ze waren opgelucht dat die heksen nu eindelijk hun verdiende loon kregen.

Eerst werden alleen de buitenbeentjes beschuldigd. Mensen die er niet bij hoorden zoals de zwarte Tituba, de bedelares Sarah Good, of de simpele Sarah Osborne. Toen volgden de namen van de moedigste en verstandigste mensen uit het dorp. Zij twijfelden openlijk aan wat de meisjes zeiden en deden. En toen kwamen zelfs de hooggeplaatste, respectabele vrouwen aan de beurt. De grootste schok was de beschuldiging van Rebecca Nurse, een oude vrouw van eenenzeventig. Zij was voor iedereen in Salem altijd een voorbeeld geweest, lid van de kerk, hardwerkende en liefhebbende vrouw, moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. Voor het eerst was er twijfel. Als Rebecca van hekserij beschuldigd werd, dan kon iedereen wel schuldig zijn. Rebecca was een halve heilige.

De paniek en angst werd nu versterkt door gevoelens van twijfel. Niemand vertrouwde het meer, ook elkaar niet. De meisjes beschuldigingen nu ook mensen die niet in Salem woonden. Ze noemden mensen die ze niet persoonlijk kenden, alleen bij naam. De twijfel groeide, ook vooral omdat de meisjes steeds vaker door de mand vielen. Een voorbeeld: eentje beweerde eens dat een geest in haar arm gebeten had. Iedereen geloofde dat, tot dat bleek dat iemand gezien had dat ze zichzelf beet. Een ander getuigde dat de geest van Sarah Good haar met een mes gestoken had. En als bewijs had ze het gebroken blad, maar een jonge man getuigde dat dit zijn mes was, die hij weggegooid had omdat het kapot was gegaan. Een van de beschuldigden, een man van buiten het dorp, zei heel kalm en nuchter dat de verhalen en het gedrag van de meisjes aanstellerij was. Dit was het keerpunt, er waren nu veel te veel bewijzen dat de meisjes misschien al deze tijd gelogen hadden. Er waren nu mensen die een eind wilden aan deze waanzin. De meisjes die zich al deze tijdlang machtig en onkwetsbaar hadden gevoeld begonnen nu te twijfelen. Ze noemden nog wel namen, maar minder hard, en er werden geen mensen meer opgepakt. Toen niemand aandacht meer aan de aanvallen gaf, stopten deze even snel als ze begonnen waren.

In minder dan een paar maanden had een groep tienermeisjes honderden mensen beschuldigd. Van hen waren er 150 in de cel beland.
Het jongste slachtoffer was nog maar vier jaar oud: Dorcas Good, het dochtertje van Sarah Good. Net als alle andere gevangenen zat ze in een koude donkere cel vastgeketend aan de muur. Dorcas huilde de eerste dagen alleen maar en toen haar tranen op waren, staarde ze alleen nog maar levenloos voor zich uit. Ze bonkte met haar hoofd tegen de muur en wiegde haar bovenlichaam heen en weer. Na negen maanden werd Dorcas vrijgelaten maar het zou nooit meer goed met haar komen. Ze had haar verstand voorgoed verloren.

Sarah Good en nog vier van de 150 gevangenen stierven in de gevangenis, door honger of ziekte. Twintig mensen (veertien vrouwen, onder wie Rebecca Nurse en zes mannen) werden ter dood veroordeeld.
Een man van 81 jaar oud werd doodgedrukt, hij had openlijk de spot gedreven met de beschuldigingen tegen hem en met de rechters. Er werden stenen op hem gelegd en het duurde drie lange dagen voor hij uiteindelijk overleed. Alle anderen werden opgehangen ook al hadden ze altijd hun onschuld gehouden. Sommige gevangenen kwamen nooit meer vrij. Je moest gevangeniskosten betalen om vrij te komen, en niet iedereen had familie die dit voor hen konden doen. In dit geval kregen ze levenslang.

Salem moest herstellen van al de waanzin van de afgelopen tijd. De inwoners hadden hun werk verwaarloosd om bij de rechtszaken aanwezig te kunnen zijn. Iedereen voelde schaamte en verdriet. Bijna iedereen had wel iemand verdacht of beschuldigd. Bijna iedereen had wel iemand verloren, tijdelijk of voor altijd. Dominee Parris kocht Tituba vrij en verkocht haar door aan mensen uit een andere streek. Hoe het verder met haar afgelopen is, is niet bekend. Parris bleef wonen in Salem dorp, maar niemand kwam nog naar zijn preek luisteren. Iedereen keerde zich tegen hem. Na een periode van somberheid besefte dat het voor hem tijd was om ergens anders opnieuw te beginnen.
De meisjes groeiden verder op, en trouwden. Behalve Ann Putnam, jaren later verontschuldigde ze zich bij de inwoners van Salem. Het gedrag van de meisjes was niet uit boosheid of kwaadaardigheid, ze werden gewoon misleid door de Satan.

Hoe heeft dit allemaal kunnen gebeuren? Wat bezielde de meisjes? En hoe konden ze een heel dorp in hun greep hebben en zo veel macht krijgen? Er is niet één antwoord om deze vraag te beantwoorden, maar wel meerdere verklaringen.

- De meisjes: zij begonnen zich vreemd te gedragen. Om dit gedrag te verklaren moeten we kijken naar de tijd waarin de meisjes leefden. En ook in welke streek/dorp. In deze tijd hadden meisjes in Salem bijna niks. Ze mochten niet naar school, hun leven bestond alleen uit werken en bidden. Ze moesten gehoorzamen, braaf en rustig zijn. Hun fantasie en gevoelens konden ze nergens kwijt, want ze mochten niet spelen, tekenen of lezen. Meisjes leefden in een kooi, een kleine wereld waar ze zich niet in konden uiten. Bovendien waren ze net zo als iedereen, doodsbang voor de duivel, het kwaad. Waarschijnlijk waren de meisjes bij de aanvallen echt bang, voelden ze echte pijn en konden ze soms hun lichaam en geest niet meer onder controle houden. Door de angst. Vooral in het begin was dit zo, en wie nog niet dit gedrag vertoonde werd wel aangestoken door de groep. Samen waren ze sterk, deze groep begon veel macht te krijgen. Wat niet normaal was voor meisjes. Voor het eerst was er een manier waarop ze hun gevoelens vrij konden geven. Ze mochten krijsen, huilen, woest om zich heen slaan en iedereen nam hen ook nog serieus. Bovendien kregen ze dus op deze manier alle macht. Er werd naar ze geluisterd. Ze konden oordelen en veroordelen. Zij beslisten over goed of kwaad. Over leven en dood.

- Dat het eiwit in het glas (bij het toekomst voorspellen) een vorm van een doodskist aan nam is best mogelijk, want het is natuurlijk ook altijd mogelijk dat ze dit “dachten” te zien.

- Maar er is de laatste jaren ook een natuurlijke verklaring bedacht. De rogge waarmee de inwoners van Salem hun brood bakten was waarschijnlijk besmet met het gif van kleine zwammetjes, dat moederkoren genoemd wordt. Wie brood met dat gif eet kan vreemde visioenen krijgen, tijdelijk stom worden en/of angstaanvallen krijgen waarbij men de controle over lichaam en geest kwijt kan raken. Ook dit kan dus een reden zijn.
- De jaren lange ruzies over macht, rijkdom en grond speelden ook een grote rol. Het was niet toevallig dat veel meisjes namen van vijanden of concurrenten van hun ouders noemden. Eindelijk konden ze eens met die vijanden afrekenen.

Een ding is zeker, als ergens een heksenjacht kon ontstaan dan was het wel in Salem, of in een dorp met dezelfde omstandigheden en leefsituaties. Het leven was streng en sommigen mensen waren niet tevreden, maar konden dit niet uiten. Anderen storten zich geheel op het werk en gebed, waardoor andere dingen onderdrukt werden die toen ineens allemaal naar buiten kwamen. Iedereen die een beetje anders was, zoals de kleurling Tituba, was niet normaal, en dat zei al genoeg. Anders zijn betekend het onbekende en dat maakt mensen bang, wat weer voor meer angst en paniek zorgde.

Jaren later kreeg het dorp Salem de naam Danvers. De Stad Salem die een paar kilometer verderop lag had niks met alle heksenjachten te maken. Alles staat daar nu in het teken van heksen en het heksentoerisme brengt nu veel geld op.
Pas in 1957 werd officieel erkend dat de vonnissen van Salem fout waren geweest.

§2.4 Azië

Magie was heel belangrijk in de Chinese koninklijke, voorouderlijke religie van de Shang en vroegere Chou (tussen de 16e en 8e eeuw voor Christus). De Wu was een sjamaan of tovenaar die offerde aan de geesten en hen aanriep. Ook maakte hij geneesmiddelen op basis van kruiden en toverspreuken. Wu staat ook bekend als ‘fangshi’, wat ‘personen die over technieken beschikken’ betekent. De fangshi waren outsiders die leefden vanuit het standpunt van het confucianisme. Ze waren gespecialiseerd in astronomie, geneeskunde en geomantie en ze wisten wel welke methoden nodig waren om een lang leven te bevorderen.
Sommige heersers, zoals Liu Chíe (140-87 v.Chr.), gaven de voorkeur aan het sjamanisme en vestigden een sjamanistische cult, waardoor het hof veranderde in een verzamelplaats voor al diegenen die beweerden dat ze beschikten over magische krachten en over de geheime kennis van onsterfelijkheid. De psychogids Li Shaoweng, die zielen begeleidde naar het dodenrijk, werd geëxecuteerd nadat hij werd ontmaskerd als maker van slechte voortekenen. Tegen het einde van Liu Chíes regeerperiode werd het hof lamgelegd door het uitbreken van een sjamanistische toverkracht,’ku’genaamd. Deze demonische aandoening viel zijn slachtoffers aan.
De ‘Han periode’ werd overspoeld met beschuldigingen, bedriegerij en angst voor magie. Tijdens de perioden van de Oorlogen (403-221 v.Chr.), de Chíin (221-207 v.Chr.) en de Han (207 v.Chr.-220 n.Chr.), verloor het sjamanisme zijn aanzien en werden sjamanistische praktijken gezien als hekserij.

Harmonieuze afbeeldingen, zoals het Yin-Yang teken, verschenen later op vlaggen, plaketten en porselein. Het Yin-Yang teken staat voor een evenwichtige verdeling tussen tegengestelde elementen. Yin is het donkere, vrouwelijke, koude en natte. Yang staat voor het lichte, mannelijke, warme en droge. Hoewel dit allemaal tegenovergestelde zijn, kunnen ze niet los van elkaar worden gezien. Ze zijn onafscheidbaar van elkaar en van elkaar afhankelijk omdat ieder een deel van de ander in zich draagt.

Drakenmagie was en is iets dat al vanaf het begin bestaat in de Chinese cultuur.
Aziatische draken bestaan al sinds het ontstaan van de aarde en beschikken daarom over oerkrachten.
Zij vormen een eenheid met wind en water en waren verbonden met geheime schatten en kostbaarheden. Het waren wezens die toverkracht bezaten maar toch vreedzaam naast de mensen leefden.
De Chinezen beschouwen de Draak als de belangrijkste van de 4 dieren. De andere zijn de Feniks (vernieuwing), de Eenhoorn (moed)
en de Schildpad (gezondheid en kracht).
De draak was op het gebied van wijsheid niet te evenaren, daarom werd hij het symbool van de grootste weldoener onder de mensen.
De Chinese draken zijn Hemelse wachters en schatbewakers die aardse
kostbaarheden beschermen ze dragen vaak een parel die, alles wat hij aanraakt, vermenigvuldigd.
Deze parel is ook een bron van kracht en gezondheid en straalt een wonderlijk licht uit dat nooit dooft, het is ook het symbool van wijsheid, want diegene die een drakenparel bezit moet deze niet misbruiken anders zal deze zijn kracht verliezen en zorgen voor tegenspoed.

De draken bepalen de loop van een rivier en zorgden voor vruchtbare oevers zodat op deze grond voldoende voedsel verbouwd kan worden.
Men moest de draken te vriend houden want zij regeerden wolken, regen en wind, bracht men niet regelmatig offers dan was een ramp niet veraf meer.
Deze offers, vaak in de vorm van lotusbloemen en voedsel, moesten de draken gunstig stemmen zodat de mensen in vrede naast deze oerdieren konden leven.
Chinese draken spuwen geen vuur en hebben geen vleugels, ze kunnen vliegen doordat ze magische krachten hebben.

Tegenwoordig wordt elk jaar in februari het Chinese nieuwjaar gevierd. Het feest duurt vijf dagen. Op de eerste dag staan de mensen om 12 uur ´s nachts op. Ze plakken rode stroken papier op de deuren. En ze steken veel vuurwerk af. Rood is de kleur van geluk, van vreugde. Het geknal van het vuurwerk moet de boze geesten wegjagen Op de laatste dag van het oude jaar waart er een wild dier rond dat mensen eet. Het verdwijnt de volgende dag. De mensen komen om 12 uur bij elkaar om te kijken of er iemand opgegeten is. Het monster wordt door de kleur rood en door het vuurwerk afgeschrikt en weggejaagd.
Bij het huisaltaar komt de familie bij elkaar om de voorouders en de goden te eren. Met stokjes brandende wierook in de hand, worden buigingen gemaakt. Die bedoeld zijn voor de voorouders.
Op de laatste dag wordt het Lantaarnfeest gevierd. Op straat zijn grote optochten. Mannen voeren de dans van de draak of de dans van de leeuw uit. Ze dragen een grote draak, gemaakt van papier, hout en stof. In felle kleuren rood, blauw en groen. De draak kan wel dertig meter lang zijn. Voor de draak uit rolt een gele bal. Die moet de zon voorstellen. Als de draak de zon vangt dooft hij uit. Achter de draak lopen de bewakers van de draak. Zij zijn als leeuwen verkleed. Als feest het eindigt steekt men de draak in brand.

§2.4.1 Japan en Korea

In de eerste eeuw n.Chr. was Japan verdeeld in clans, elk met zijn eigen mythologie en ‘kami’ . De kami van de bergen, het water en de zee vermengden zich met de beschermgoden van de clans. Bij de Kami-religie horen de natuurlijke fenomenen, vergoddelijkte helden en alles wat ontzag opwekt: aanbidding was bedoeld om de goden gunstig te stemmen. Zuiverheid stond centraal, ‘het mongo koro’, het ‘zuivere hart’ is puur en oprecht. Het goddelijke licht van de Kami is dan ook te vinden in de harten van de goede mens. Er zijn twee categorieën religieuze leiders die in contact staan met de geestenwereld: de ‘miko’. Dit zijn vrouwelijke sjamanen die communiceerden met de geesten. Van hen wordt gezegd dat ze hekserij beoefenden. En de ‘kannushi’, priesters die leiding gaven in de aanbidding van de geesten. Zij bezaten belangrijke, officiële functies in de staatscult.

Het Koreaanse sjamanisme draait om een individuele sjamaan, een ‘mansin’genoemd. Sjamanen zijn normaal gesproken, in Korea geen mannen. De weinigen die dat wel zijn, kleden zich toch als vrouw, compleet met lange zijde broek. Het is de taak van de sjamaan om met de goden contact op te zoeken en met hen te communiceren. Het was de bedoeling dat de sjamanen de goden huizen binnen lokten en met hen onderhandelden. De mansin riep goden en voorouders aan, praatte met hun stem, en gebruikte hun krachten om visioenen en dromen te verklaren en uit te leggen. Een mansin zuiverde een woning en nodigde goden en voorouders uit om deze te bezitten. Hierdoor werden de zieken in dit huis genezen en de achtergebleven boze geesten verbannen. De goden ontvingen als dank voor hun hulp een eeuwig eerbewijs en de voorouders kregen voedsel. Het doel van de sjamanen was de harmonie tussen mensen en geesten te behouden.

§2.4.2 India

Rond 2000 v.Chr. vestigde de Aryans, een nomadisch volk uit midden Azië, zich op de vlakten van de Ghanges. Hun agrarische cultuur was afhankelijk van de krachten van de natuur. In hun geschriften, die de Vedsa’s heetten, werden deze krachten van de natuur geprezen. Ook de hogere wezens, afgebeeld als goden, werden tevreden gestemd.
Zoals de Grieken en Romeinen, waren ook de Aryans polytheïstisch: ze geloofden in meerde goden, geesten en demonen. Ze hadden 4 hoofdgoden: Indra, de weer- en strijdgod, Varuna, die orde bewaarde; Agni, de vuurgod en Soma, een plantengod die de onzichtbare en zichtbare werelden in zijn bezit had. De rituelen die werden uitgevoerd waren niet bedoeld om de natuur te bedwingen, maar om het evenwicht te herstellen. Het doel van een ritueel was de levensprocessen van het universum in beweging te houden en de relatie krachten met het zichtbare en onzichtbare te behouden. Rituelen vonden plaats tijdens speciale gelegenheden zoals festivals. Maar ook werden ze gehouden om iemand te genzen of bij het uitdrijven van boze geesten. De rituelen konden ook bedoeld zijn om een heks te ontmaskeren.

Reïncarnatie
Reïncarnatie betekend opnieuw geboren worden. De leer van de reïncarnatie houdt in dat de mens steeds in andere gedaantes op aarde heeft geleefd en na zijn dood nogmaals op aarde terug zal komen. Het leven is dus een kringloop van geboorte, ouder worden, sterven, opnieuw geboren worden, enz.. Gekoppeld aan de reïncarnatie is de leer van de evolutie. Het is namelijk de bedoeling dat de mens met het telkens terugkeren op aarde een steeds beter mens wordt en een steeds hogere positie krijgt. Het hoogste niveau dat bereikt kan worden is het Nirvana Men gaat er namelijk vanuit dat er in de mens een goddelijke kern aanwezig is, in de mens zit een stukje god. De mens maakt eigenlijk deel uit van god. Daarbij is god niet te zien als een persoon, maar als een kracht een soort energie die in alle dingen aanwezig is. De mens moet zich bewust worden dat hij deel uitmaakt van die god, die eenheid van energie die alle dingen in de kosmos met elkaar verbindt. Al het stoffelijke, het zichtbare wordt dan ook als minderwaardig beschouwd.
Dit uitgangspunt geeft mensen zin in het leven, ze hebben dan een doel om naar toe te leven. In India wordt dit groeien naar het god-zijn toe zichtbaar in het kaste-systeem. De bevolking bestaat uit duizenden lagen: kasten, van de laagste kaste, de soendra's of paria's tot de hoogste kaste van de priesters, de brahmanen. Hoe hoger de kaste is, des te dichter is men bij het goddelijke bewustzijn. Tijdens het leven kan niet van kaste verwisseld worden. De kasten leven zelfs streng gescheiden van elkaar. Wil iemand van de laagste kaste het goddelijke bewustzijn ervaren, dan moet hij eerst alle kasten doorlopen, een haast eindeloze reeks van levens.
Door een goed gedrag, goede werken, mediteren, vasten, yoga, offeren, niet rebelleren, kan men dus omhoogklimmen. Maar het tegengestelde is ook mogelijk dat men dus omlaag gaat. De positieve of negatieve dingen die een ander zijn aangedaan, mag je zelf ervaren in een ander leven. Dat heet karma. Met andere woorden:
-Wie goed doet, goed ontmoet.
-Met schade en schande, wijs worden.
-Wat je zaait, zal je oogsten.
-Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet.
Het is dus begrijpelijk dat de Indiërs zo'n hoge dunk hebben voor de hoogste kaste, de priesters mensen die het goddelijke bewustzijn bereikt hebben.
Levenskringloop: uit de dood ontstaat nieuw leven en uit leven ontstaat dood

SAMENVATTING
In Europa bestond er magie in de vorm van hekserij. Alles wat een beetje vreemd was, werd afgedaan als hekserij werd niet gezien zomaar een misdaad, maar als het de gruwelijkste misdaad die een mens kon begaan, omdat een heks alles wat tegen God was representeerde. In de periode tussen 1400 en 1700 zijn duizenden heksen opgepakt. Hekserij Het was Een groot deel hiervan werd gemarteld om hun schuld te bekennen, wanneer zij dit deden, werden zij vaak veroordeeld door de rechtbank. Een groot gedeelte van de veroordeelden kreeg het doodsvonnis een ander deel kreeg een gevangenisstraf. Jeanne d’Arc beweerde dat ze de redder was gestuurd door God en sprak profetieën uit. In 1431 belandde zij op de brandstapel.
De heksenvervolgingen werden verboden in de 18e eeuw.
Ook in Amerika vonden heksenvervolgingen plaats, de grootste en bekendste zijn wel die in Salem plaats vonden. Zowel in Amerika als in Europa is een moderne vorm van hekserij ontstaan: Wicca, deze natuurreligie heeft als doel de mens in harmonie te brengen met de kosmos. De belangrijkste regel in het Wicca is dat je enkel mag doen wat een ander niet schaadt, ook jezelf niet.

In de Afrikaanse cultuur werd ook veel aan hekserij gedaan. Men geloofde daar in nachtheksen en dagtovenaars. Alles wat er mis ging werd geweten aan de hekserij. Als de visvangst tegenviel, was er sprake van hekserij. Om te kunnen zien of er werkelijk sprake was van hekserij, werd de hulp van een medicijnman ingeroepen. Zo’n medicijnman heeft speciale krachten en kan communiceren met de geestenwereld. Medicijnmannen hielden openbare seances om een heks te ontmaskeren.
Ook in de Amerikaanse Indianen maakten gebruik van medicijnmannen om kwade hekserij te bannen. De heksen uit Amerika gebruikten de zelfde soort voodoorituelen als de heksen uit Afrika. Zoals het inspuiten van objecten om het slachtoffer ziek te maken en te pijnigen.
In de Chinese was er een sjamaan of tovenaar die offerde aan de geesten en hen aanriep. Dit deed hij om een harmonie te creëren tussen de gemeenschap en het geestenrijk. Ook werd er geloofd in drakenmagie. De draken bepalen de loop van een rivier en zorgden voor vruchtbare oevers zodat op deze grond voldoende voedsel verbouwd kan worden.
Bij de Kami-religie uit Japan horen de natuurlijke fenomenen, vergoddelijkte helden en alles wat ontzag opwekt: aanbidding was bedoeld om de goden gunstig te stemmen. Zuiverheid stond centraal, ‘het mongo koro’, het ‘zuivere hart’ is puur en oprecht. Er waren twee categorieën religieuze leiders die in contact stonden met de geestenwereld: de ‘miko’. Dit waren de vrouwelijke sjamanen die communiceerden met de geesten. Van hen werd gezegd dat ze hekserij beoefenden. En de ‘kannushi’, priesters die leiding gaven in de aanbidding van de geesten. Zij bezaten belangrijke, officiële functies in de staatscult.
Sjamanen zijn normaal gesproken, in Korea geen mannen. Het is de taak van de sjamaan om met de goden contact op te zoeken en met hen te communiceren.
In India werd een ritueel gehouden om de levensprocessen van het universum in beweging te houden en de relatie krachten met het zichtbare en onzichtbare te behouden. Maar ook werden ze gehouden om iemand te genzen of bij het uitdrijven van boze geesten. De rituelen konden ook bedoeld zijn om een heks te ontmaskeren. In India werd ook geloofd in reïncarnatie: het steeds in andere gedaantes opnieuw geboren worden, met als eindbestemming het Nirvana.

In alle culturen op de verschillende continenten werd geloofd dat hekserij iets slechts was, een heks was een asociale persoon zonder respect voor haar medemensen of kosmos. Op alle continenten, behalve Europa, werd gebruik gemaakt van een sjamaan om hekserij op te sporen. Zowel in Azië als in Amerika geloofde men dat de krachten van een heks alleen maar gebruikt mochten worden om in harmonie te komen met het universum. In de Egyptische cultuur werd, net als in de Indiase, geloofd in meerdere goden die speciale krachten bezaten.

Tegenwoordig is magie niets om bang voor te zijn en is het een grote inspiratiebron voor grote Hollywood producties.

3 Waren er verschillen en/of overeenkomsten tussen de christelijke en islamitische magie?

Hoewel de meeste hedendaagse religies magie verbieden en afkeuren, veranderd de acceptatie van magie binnen het geloof met de tijd. Wat wij nu als magie zien, werd waarschijnlijk door onze voorouderen als religie gezien. Pas veel later werden geloofsgebruiken zwart op wit gezet en ontstonden er duidelijk regels
Oorspronkelijk was het de rol van de sjamaan om te bemiddelen tussen de dagelijkse realiteit en de spirituele dimensie. Toen de samenleving ingewikkelder werd, namen steeds vaker gespecialiseerde religieuzen deze taak op zich. Dit creëerde een specialisme, dat later zou worden beïnvloed door religieuze teksten uit de bijbel en koran.

§3.1 Christendom

Zowel het christendom en de islam zijn monotheïstisch: beiden geloven ze in één scheppergod. Beiden veroordelen magie en tovenarij.
In het Oude Testament staat letterlijk dat God divinatie, toekomstvoorspelling, necromantie , magiërs, mediums en gedaantewisselingen afkeurt. Als straf werd de toegang tot het paradijs ontnomen.
Het gebruik van magie wordt in de Bijbel veroordeeld, bijvoorbeeld in Exodus 22:18 (“De toveres zult gij niet laten leven.”). Over occultisme wordt maar weinig gezegd in de Bijbel. In Lucas 11:52 ( “Wee u, gij wetgeleerden, want gij hebt den sleutel der kennis weggenomen; gijzelven zijt niet ingegaan, en die ingingen, hebt gij verhinderd.”) worden de christelijke wetgeleerden bekritiseerd als verbergers van kennis (gnosis). Daardoor weerhielden zij het volk de toegang tot kennis, omdat ze de wet naar de letter naleefden en niet die van de geest.
In de Middeleeuwen werd een kruis op de kop van het vee getekend. Hierdoor zouden zij gezond blijven. Er waren bijeenkomsten waarin men God vroeg om regen en om onweer te verweren. Mensen gebruikten ook talismans, deze zouden heilige krachten bezitten en hun bescherming bieden. Tegenwoordig schakelt men de hulp van een priester in als er sprake is van boze krachten. Bijvoorbeeld bij een bezetting door een geest of door de duivel zelf. Ook wordt de hulp van priesters ingeroepen als huizen vrij moeten worden gemaakt van kwelgeesten. Deze priester gebruikt dan bijbelteksten om het kwade te verdrijven. Ook werd het slachtoffer met wijwater besprenkeld.

§3.2 Islam

Magie (si7r) is de derde grote zonde in de islam, want om een beoefenaar van magie te zijn moet men ongelovig zijn.
Allah zegt: "...maar de duivels waren ongelovig, en onderwezen de mens in tovenarij...." 2:102

Ibn Mas'oed zei: ''De Profeet zei: Roeqa , amuletten en tiwala zijn allen daden van ongeloof.''

Aboe Moesa zei: ''De Profeet zei: ''Drie (soorten mensen) treden niet toe tot het paradijs: de alcoholicus, de schender van de verwantschapsbanden en de gelovige in (of beoefenaar van) magie.”

In de islam zijn er twee vormen van magie: het zuiver psychologische, waarbij men als een goochelaar, de mens de indruk geeft dat de werkelijkheid anders is dan hij is. Of de zwarte magie, waarbij slechte djinns ingezet worden. Beiden zijn voor Moslims verboden terrein.

In de islam gelooft men in ‘djinns’.Volgens de Islam, heeft God eerst de Engelen geschapen, daarna de djinns en pas dan de Mens. Djinns zijn schepselen uit vuur. Het engelse woord ‘genies’ is daarvan afgeleid. Djinns hebben een vrije wil, zoals mensen, soms zijn het gelovigen.
Satan is een djinn, die weigerde voor Adam te buigen en werd daarvoor door Allah gestraft. Maar zijn straf is uitgesteld tot op de Dag des Oordeels. Satan heeft zich voorgenomen tegen die tijd de meerderheid van de mensen van het pad van God te doen afdwalen en tot zijn eigen volgelingen te maken. Satan kan daarbij rekenen op de hulp van djinns die voor hem gekozen hebben.
Normaal gesproken, is er geen contact tussen mensen en djinns. Maar het gebeurt dat een slechte djinn een mens bezet en kwelt. Dan spreekt men van een demonische bezetenheid. Djinns zijn wraakzuchtig en kwaadaardig. Ze kunnen een mens allerlei ziekten en problemen bezorgen.

Hoewel magie nadrukkelijk verboden wordt in de islam, wordt er veelvuldig gebruik van gemaakt. Mocht een Moslim toch slachtoffer worden van een magische aanval, dan word meer dan eens de hulp van een ‘genezer’ ingeroepen. Deze man geneest je aan de hand van het reciteren van de koran of het maken van amuletten met daarop koranverzen. Zo’n genezer mag geen geld vragen voor zijn hulp, omdat hij de krachten van Allah gebruikt en niet die van zichzelf.
De verzen die vaak worden gereciteerd zijn het belangrijkste vers Al-Fatiha en de verzen Al A'raaf, Yoenoes, Tha-ha, en daarbij Soera al Kafieroen, soera al-Ikhlas en al mo'awwidatayn.

Vooral het smeekgebed van de profeet: “O Allah Heer der mensen, verwijder de ziekte, en genees U bent de Genezer, er is geen genezing behalve Uw genezing, een genezing in plaats van de ziekte". Wordt veel gebruikt.
Djbriel heeft de boodschapper van Allah genezen met het volgende smeekgebed:" In de naam van Allah genees ik jou tegen alle ziekten die jou overkomen. Tegen alle jaloerse zielen en bozen ogen, Allah geneest jou, In de naam van Allah genees ik jou." En dat herhaalde hij drie keer. Degene die voor het slachtoffer van de magie de Koran reciteert, dient Soera Al Ikhlas en Al Mo'awwiedatayn drie keer te lezen. Daarbij moeten de getroffen persoon drinken van water waarin een korantekst is opgelost. Na het drinken van dit water dient hij of zij zich er mee te wassen.

Koning Salomo/Soulayman
In het Oude Testament, maar vooral ook in de Koran wordt verteld over de magische eigenschappen waarover Salomo beschikte. De Koran staat (Soera XXVII) dat Koning David, de 'Taal der Vogels', in zijn jeugd als herder en natuurmens heeft geleerd en die hij aan zijn zoon, Koning Salomo, zou hebben doorgegeven. Het verstaan van deze 'taal van de in de natuur levende dieren' zou David en Salomo in staat hebben gesteld door te dringen in de wetten, die het Heelal beheersen en die het hoogste schoonheidsideaal op aarde zouden betekenen. Ook had hij de macht over alle djinns.
Salomo was zowel magiër als profeet. Iets wat onmogelijk is, want als magie verboden is binnen de islam en het christendom kan iemand die magie beoefend toch nooit een profeet zijn? Deze vraag houdt tot op deze dag veel geleerden nog bezig.

SAMENVATTING
Wat wij nu afdoen als magie, was vroeger waarschijnlijk voor onze voorouders religie. In de loop der tijd zijn de religies islam en christendom ontstaan. Beiden staan ze heel sceptisch tegenover magie, of beter gezegd: ze keuren het compleet af! Toch weerhoud deze afkeuring men niet om toch magie te praktiseren. De straf die in beiden geloven staat op het gebruiken van magie is het eeuwig branden in de hel. Bij beiden religies is het de taak van een priester of imam om een getroffen persoon van magie te genezen. In de islam wordt er gesproken over een bezetting van een djinn, terwijl in het christendom men het over boze geesten of bezetting van de duivel heeft. Zowel bij de islam als het christendom worden de heilige boeken gereciteerd bij het verdrijven van het kwade. Koning Salomo, een figuur uit zowel de bijbel als de koran, was profeet die aan magie deed. Iets wat heel erg tegenspreekt. Tot op de dag van vandaag buigen velen geleerden zich over deze kwestie.

4 Welke invloed heeft magie door de geschiedenis heen gehad op ons dagelijks leven?

In de Middeleeuwen was magie iets dat beschermde tegen onheil. Door middel van magische handelingen probeerde men het weer gunstig te beïnvloeden zodat de kostbare oogst niet zou mislukken. Om zich goed te kunnen voorbereiden op ziekte en dood, deden de mensen uit de Middeleeuwen veel moeite om te ontdekken wat de toekomst bracht. Voorspellen was een belangrijk onderdeel van het volksgeloof. In alles zag men wel een voorteken. In de Vroeg Moderne tijd bleef magie een belangrijk houvast in moeilijke tijden.

Vaak werd bij een ongeluk de schuld bij magie gezocht. Om alle ongelukken op iemand af te kunnen schuiven, werden de heksen als zondebokken aangewezen. Men dacht dat als de alle heksen zouden worden vermoord het kwaad ook zou zijn verslagen. Heksen werden gemarteld totdat zij schuld bekenden. De heksenveroordelingen in het Amerikaanse dorpje Salem zijn de beroemdste in de geschiedenis geworden. In Afrika speelde hekserij een grote rol in alle delen van het leven van de Azandes, een stam die leefde in Sudan. Hekserij speelde rol in de landbouw, visserij, jacht en het huishouden tot de wetgeving, technologie, taal en het morele bewustzijn. De cultuur was erdoor doordrenkt. Men was bang dat de ziel van de boze heks hen ’s nacht zou vermoorden. Daarom verhuisde iemand midden in de nacht naar een andere hut zodat niemand hem daar kon vinden. Om te kunnen zien of er werkelijk sprake was van hekserij, moet de hulp van een medicijnman ingeroepen worden. Zo’n medicijnman had speciale krachten en kon communiceren met de geestenwereld. Ook konden zij ziekten genezen en heksenactiviteiten stoppen.
In de tijd van de Egyptenaren werd magie gezien als religie. Men deed aan magie juist om de goden tevreden te stellen. De indiaanse sjamaan door middel van trances en visioenen verantwoordelijk voor een goede band tussen de geestenwereld en de gemeenschap. De indianen geloofden dat
Heksen kunnen een stuk vlees van een lijk injecteren, een stuk van een begrafeniskleed, een glassplinter, een stekel van een cactus of een botsplinter. Deze objecten moeten verwijderd worden door een medicijnman. Vaak deed hij dit door het object met een pijpje uit de wond te zuigen, of de ziekte met zijn mond zelf eruit zuigen. Ook massage hielp wel eens. Als het niet anders kon, liet de sjamaan het kwade bloed afvloeien.
Zielenroof was ook een manier van de heksen om hun slachtoffers te vernietigen. Om de ziel weer terug te vinden moest de sjamaan het geestenrijk betreden.
In China wordt elk jaar een straatfeest gehouden waarbij zoveel mogelijk vuurwerk wordt afgestoken om door middel van de harde knallen de boze geesten te verschrikken. In India gelooft men in reïncarnatie. Daarom probeerden zij een zo goed mogelijk leven te lijden zodat zij in het volgende leven hogerop konden komen.
Binnen het christendom en de islam gebruikt met teksten uit de bijbel en de koran om het kwade te verjagen. Vaak wordt gebruik gemaakt van amuletten of wijwater. Wiccans hebben als doelharmonie tussen de natuur en de kosmos te creëren

Magie heeft dus op allerlei manieren invloed gehad op ons dagelijks leven. Vooral vroeger was magie iets om bang voor te zijn, tegenwoordig wordt magie juist gebruikt om de orde te herstellen in het universum. Ook wordt magie gebruikt als inspiratiebron voor vele films en boeken.

Geen opmerkingen: