Globale tijdsplanning onderzoek
Nou omdat ik het onderzoek alleen ga doen lijkt het me verder overbodig met wie ik samenwerk. Als presentatievorm ga ik schriftelijk toepassen, omdat ik altijd dan wat beter uit mijn woorden kan komen. Bij mondeling valt die nog te betwijfelen.
Mijn eerste begeleidster is mevrouw Lems, die tevens mijn docente geschiedenis is. Het onderzoek moet voor de kerstvakantie afgerond zijn en ingeleverd zijn. Ik denk erover om dit eerder (november) te doen, omdat ik dan genoeg tijd over heb om mijn tweede toetsperiode te leren. De andere onderdelen van de globale tijdsplanning kan ik u nog niets over vertellen, want daar hebben wij nog geen uitleg over gekregen.
Oriëntatie op het onderzoek
Mijn onderwerp is de Romeinse tijd en dan voornamelijk de tijd onder Julius Caesar. Ik wil Caesar op verschillende punten vergelijken met andere keizers. Op verschillende punten ga ik dat doen:
Militaire strategie
Machtsgebruik
Liefdesleven
Ook ga ik het een en ander vertellen over zijn leven. Voornamelijk zijn dood, succes en het verhaal met Cleopatra.
Hierdoor wil ik een beter beeld creëren over Julius Caesar dat ik momenteel heb. Hij is zodanig belangrijk geweest dat hij nog steeds wordt gebruikt in films, tekenfilms, verhalen en bij andere militaire strategen.
De stelling die ik ga gebruiken om mijn Profielwerkstuk te maken zal zijn: Wat h_eft Caesar overeen met andere bekende Romeinse figuren, zoals Augustus of Nero. Ook ga ik kijken wat hij verschilt met deze twee. Ook zijn leven wil ik een beetje openleggen in de vorm van: Caesar was de grootste militaire strateeg uit de Romeinse tijd.
De volgende internetsites ga ik gebruiken:
www.altavista.com
www.google.nl
www. geschiedenis. paina.nl
www.startpagina.nl
www.l ycos.nl
www.oudheid.pagina.nl
De boeken die ik denk te kunnen gebruiken voor mijn Profiel werkstuk:
- Encyclopedie voor de jeugd, originele titel: The Kingfisher Children’s Encyclopedia
Auteur: Grisewood en Dempsy
Vertaling en bewerking: Piet Spek
Druk uit 1991 door ECIte Vianen
- Kleine- Winkler Prins in kleur
Auteurs: Ben Hummel, Nettie Klaver en Piet Marijnen
Tweede herziende druk jaar niet bekend) door Elsevier te Amsterdam
- Rome in revolutie
Hedwig W.A. van Rooyen
Amsterdam: Athenaeum-Polak & van Gennep 199
- Caesar en Cleopatra
Philipp Vandenberg
Houten: de Haan 1987
- Caesar
Allan Massie
London: Hodder&Stroughton 1993
- Nero, keizer en tyran
Phoenix:
G. Walker 1960
- Het tijdperk van Augustus
Alphen aan de Rijn
J.J. Hoedeman 1980
- Keizers onder het mes
Phil Grabsky
London: BBC books 1997
- Caesar in Gallie
Vincent Hunnink
Athenaeum-Polak& van Gennep
- Keizers van Rome
D. den Hengst
Athenaeum-Polak& van Gennep
- Augustus
Friedrich Vittinghoff
Den Haag Kruseman 1989
- De Romeinen (meesters in het machtspel)
H.D. Stöver
Baarn H. Meulenhof 1976
Ik denk dat mijn onderzoek met geschiedenis heeft te maken, omdat het zich in het verleden afspeelt. De Romeinse tijd was een van de eerste beschavingen die deels democratisch genoemd kon worden. Ik wilde hier graag een werkstuk over maken, omdat het mij erg interesseert.
De wijze waarop ik informatie ga inwinnen:
- Internet
- Literatuur
- Geschiedenis afdeling Sprengeloo
- Familie
Inleiding:
Mijn profielwerkstuk gaat over Julius Caesar. Deze persoon heeft aan het begin gestaan van een groot Imperium. Caesar heeft om militair en humanitair veel betekend voor het Romeinse Rijk. Na zijn dood in 44 n. Chr. Is hij vergoddelijkt. Voor een mens was het zeer moeilijk om vergoddelijkt te worden en hij heeft dit als een van de weinige gepresteerd.
Ik heb Caesar vergeleken met twee andere Romeinse heersers. Nero en Octavianus (Augustus) waren allebei op hun eigen manier ook belangrijk geweest voor het Romeinse Imperium. Augustus heeft veel veroveringen voltooid die zijn stiefvader Julius Caesar was begonnen. Hij was de eerst officiële keizer van het grote Romeinse Rijk. Octavius zoals Augustus ook wel genoemd werd heeft ook op andere manieren zijn importantie voor het volk, land en onderdanen laten blijken. Tempels heeft hij gebouwd, kunstwerken zijn verrezen.
Nero is meer om de negatieve kanten beroemd geworden. Noch steeds word hij geassocieerd met kwaad, demonen en dood. Nero heeft zijn macht voornamelijk voor eigen belang gebruikt/misbruikt. Hierdoor heeft hij grote haat opgewekt bij de burgers, Senaat en Consuls.
Ik heb de keizers vergeleken op verschillende manieren. In eerste plaats heb ik een zeer uitgebreide biografie van deze drie mannen gemaakt. Aan de hand van deze biografieën ga ik e vergelijken op verschillende punten:
• militair
• humanitair (wat deden ze voor het volk)
• liefdesleven
• en soort van heerser (hierbij kunt u denken aan goede leider, alleen heerser e.d.)
Ik heb voor de Romeinse tijd gekozen, omdat ik altijd al erg geïnteresseerd was in deze tijd. Dit leek mij een mooie gelegenheid om mijn kennis en kunnen op dit gebied te verbreden. De eisen die aan het profielwerkstuk zijn gesteld zie ik eerder als een uitdaging dan een last. Het hele gebeuren om het profielwerkstuk heen leek mij eerlijk gezegd niets, maar ik ben ervan overtuigd dat het noodzakelijk is voor een goede eindbeoordeling. Ik ben iemand die graag impulsief en meteen aan het werk wil. Door deze voorbereidingen zal ik beter gaan nadenken over hoe het opgezet zou moeten worden. Ik heb ook vernomen dat u ook de nodige kennis bezit over de Romeinse Oudheid. Desalniettemin hoop ik u een werkstuk aan te leveren dat ook nieuwe feiten voor u zal bevatten. Wat ik precies met de Romeinen, speciaal met Caesar, heb weet ik niet, maar het is waarschijnlijk het begin van de hedendaagse beschaving. De Romeinen met de Grieken waren die eerste beschaafde volkeren die op de aarde hebben geleefd, waar wij nu nog steeds dingen van gebruiken/overnemen. De Roomse beschaving heeft als een van de eerste ook een goed lopend overheidsorgaan gehad (uitzonderingen daargelaten).
Mijn conclusie zal hopelijk alomvattend zijn. Ik wil bij dit werkstuk niets aan mijzelf en u tekort doen. Ik weet dat er datums zullen zijn dat ik niet compleet of helemaal niet af heb zoals afgesproken, maar denk wel dat het werkstuk voor de uiterste inleverdatum aan alle eisen zal voldoen die eraan gesteld zijn. Mocht dit niet het geval zijn, heb ik mijn uiterste best gedaan om het wel te proberen. De informatie over sommige personen uit mijn profielwerkstuk was gering en heb niet veel back-up informatie kunnen krijgen. Alsnog heb ik wel genoeg informatie kunnen vinden om alles goed te kunnen maken/beantwoorden. Ik hoop dat u het lezen van dit verslag net zo aangenaam zult vinden als ik het maken ervan
Ik hoop dat u de tijd heeft want een hoop pagina's staan u te wachten.
Succes ermee.
De Jeugdjaren van Caesar
In de hete zomer van het jaar 100 v. Chr. baarde Aurelia, een jonge vrouw uit Rome, een kind. Aurelia's man, Gaius genaamd was een aristocraat en politicus (een senator in Rooms bestuursorgaan, de senaat). Maar de afkomst van Gaius had niet zoveel betekenis meer als vroeger, want de oude gevestigde adel werd verdrongen door het groeiende aantal machtige senatoren.
Hoewel Aurelia en Gaius in de arme en nederige Subura-wijk in Rome woonden, was het toch een redelijk welvarend huishouden waar het kind in terechtkwam.
Over de geboorte van de baby is niet veel bekend, maar waarschijnlijk zal Aurelia, zoals de traditie vereiste, de gezonde baby aan de voeten van haar man hebben gelegd. Als hij vervolgens weigerde de baby op te pakken, zou deze naar een openbare plaats worden gebracht waar hij aan de hulp van voorbijgangers werd overgelaten of zou sterven. Maar gelukkig voor de baby twijfelde Gaius niet om de hem op te pakken.
Op de negende dag in het leven van het kind zullen de huisgoden zijn geëerd, waarbij ook wierook zal gebrand. Waarschijnlijk zijn er deze dag familieleden en vrienden langsgekomen met geschenken voor het gezin. En de jongen kreeg een naam. Zijn voornaam zou, net als zijn vader, Gaius zijn, gevolgd door de geslachtsnaam Julius en de bijnaam (Cognomen) Caesar.
Buiten hun huis was het een drukte van belang met handelaars en reizigers in deze stad die meer dan een half miljoen inwoners telde. Rome was de invloedrijkste stad in het Westen . Grote steden in het Midden-Oosten waren gekomen en weer verdwenen. Indrukwekkende Assyrische, Perzische en Macedonische staten waren verdwenen. Het tijdperk van de grote en machtige farao's was voorbij. De Afrikaanse stad Carthago was verwoest. Athene en Sparta waren politiek gezien niet meer van betekenis. Niets kon in de schaduw staan van Rome dat nu heerste over een rijk dat zich uitstrekte van Spanje tot Klein-Azië en van Zuid-Frankrijk tot Noord-Afrika. Kooplui en koeriers kwamen uit heel dit kolossale gebied over goed onderhouden kaarsrechte wegen naar de stad. Door Italië werden karrenvrachten en scheepsladingen wijn, olijfolie, bouwmateriaal, fruit, groenten, brons, zilver, meubilair en stoffen aangevoerd.
Schepen brachten via de rivier de Tiber graan uit Sicilië, Sardonyxen Noord-Afrika, en slaven uit Klein-Azië, het Zwarte-Zee gebied en Rusland. Uit Griekenland kwamen kunstwerken en zeldzame marmersoorten voor de bouw. Vanaf de Syrische kust kwamen parels, purpergeverfde stoffen, zeldzame houtsoorten voor dure meubels. Uit Zuidoost Azië kwamen kruiden. De wilde dieren voor in de verschillende arena's kwamen uit Zuid-Afrika, terwijl uit Egypte fijn linnen en glas werd aangevoerd.
Het waren eindeloze goederenstromen. Voor de kooplieden stonden er stalletjes langs de weg met koekjes, drank, fruit en vleeswaren. Soms werden er door de kooplieden ook wel slaapplaatsen of een bezoek aan bezienswaardigheden aangeboden. Ander volk was er op uit om reizigers beet te nemen. Door het ontbreken van politie was criminaliteit een veelvoorkomend verschijnsel.
De stad Rome was de grootste in het Westen. Maar het had eeuwen geduurd voor Rome, door ambitie en veroveringen, zo bekend was geworden. De Romeinen zelf dateerden de geboorte van hun stad op 753 v. Chr., toen een koning met de naam Romulus een kleine nederzetting oprichtte op een heuvel naast de Tiber. Deze streek heette Latium en de bevolking Latijnen. Er waren veel van zulke dorpen maar Rome had het geluk dat zijn zeven heuvels aan een van de weinige doorwaadbare plaatsen in de Tiber lagen. Dit bood natuurlijk goede handelsmogelijkheden. Latium was gunstig gelegen tussen de machtige Etruskische cultuur in het noorden en de ontwikkelde Griekse steden in het zuiden. De plaats had bovendien als voordeel dat hij ver genoeg stroomopwaarts lag om de vele piratenvloten uit de Middellandse Zee te vermijden en toch ook dicht genoeg om zijn commerciële mogelijkheden te benutten.
In de zevende eeuw v. Chr. was het dorp uitgegroeid tot een stad toen de Etruskische koning koningen hem overnamen. Onder hun leiding werd het forum drooggelegd en ontworpen, werden er markten, pensions en herbergen gebouwd. Maar in 510 v. Chr. , vierhonderd jaar voor de geboorte van Gaius Julius Caesar, lukt het de patriciërs de koning te verdrijven. Dit deden zij omdat ze niet willen dat de maatschappij door één man wordt geregeerd. Deze patriciërs riepen op hun beurt de stad uit tot republiek (respublica - een 'algemeen belang'). De stad wordt nu geregeerd door twee mannen, consuls genaamd, die jaarlijks door een volksvergadering werden gekozen uit de senaat, die nu uit ongeveer honderd man bestond.
Dit was een sterk systeem en de Romeinen waren eerzuchtig. De stad ging vechten tegen de buursteden. Het lukte Rome ze te verslaan en in te lijven. Het was hierbij erg belangrijk dat de Romeinen de vijand niet vernietigde maar hen een deel van de buit aanbood. Er waren geen redenen om niet-Romeinen uit hun maatschappij te weren. Binnen 250 jaar viel het grootste deel van Midden-Italië onder de Romeinse heerschappij.
De ambities van Rome breidden zich uit en de stad begon een oorlog tegen de Noord-Afrikaanse stadstaat Carthago die de macht over het Middellands-Zeegebied in handen had. Rome had voor eeuwig verpletterd kunnen worden door de Carthagers die onder leiding stonden van Hannibal, maar dankzij hun vastberadenheid en bezieling konden de Romeinen de Punische oorlogen winnen. Hierbij konden de Romeinen gebruik maken van hun politieke veerkracht en de sterke economie. Rome was na deze overwinning de grootste machthebber over het westen van het Middellands-Zeegebied geworden. Het was de eerste grote overwinning van de Romeinen en deze was zo winstgevend dat de burgers van Rome vrijgesteld konden worden van alle belastingen.
Door deze overwinning beseften ze hoeveel internationale oorlogen konden opleveren. Niet lang daarna bezweken ook Griekenland en Macedonië onder Romeinse aanvallen.
Over de jeugd van Gaius Julius Caesar is niet veel bekend, maar zijn dag zal net als ieder ander Romeins jongetje vroeg beginnen met een licht ontbijt van fruit, brood, honing en olijven. Daarna kan een kindermeisje op het kind hebben gepast terwijl het in de tuin speelde, misschien met houten speelgoedscheepjes of ballen van leer. Na het spelen zal het kindermeisje het jongetje op bed hebben gelegd. Hierna zal Gaius waarschijnlijk in het huis hebben gespeeld. Toen hij ouder werd speelde hij spelletjes als verstoppertje, blindemannetje of knikkeren met hazelnoten.
Maar deze kindertijd duurde maar kort. De opleiding begon op de leeftijd van zeven jaar. Zijn familie zorgde voor de eerste scholing. Zijn ouders hadden een bescheiden inkomen en waarschijnlijk waren ze vastbesloten om via hun zoon een plaats in de maatschappij te veroveren. De moeder stak veel tijd om het kind Latijn en Grieks te leren lezen en schrijven én met het juiste accent te spreken.
Zijn vader richtte zich natuurlijk, als hij al tijd had, meer op lichamelijke activiteiten zoals worstelen, speerwerpen en zwemmen.
Toen Gaius ouder werd kwam zijn officiële scholing in de handen van een betrouwbare slaaf. Met deze leermeester pakte hij moeilijkere stof aan, zoals grammatica en literatuur. Deze lessen werden dagelijks thuis gehouden. Ze bestonden uit schrijven op wastabletten, het werk laten nakijken en vervolgens de was weer gladstrijken voor een nieuwe les.
´s Middags liepen Gaius en zijn vrienden door de drukke straten naar de grote open Campus Martius. Dit veld dat aan de oorlogsgod Mars was gewijd, was in de eerste plaats bedoeld voor militaire parades en oefening, maar werd meestal gebruikt voor sport en spel. Caesar bracht hier veel tijd door. Hij zou een uitstekende ruiter zijn geweest, die graag indruk wilde maken door met z´n handen op zijn rug en zonder stijgbeugels zo hard mogelijk te rijden op de kleine paarden. Op dit veld maakte Caesar de fysieke kwaliteiten eigen die hij ooit op het slagveld zou gebruiken.
Tijdens de avondmaaltijd aan het eind van de middag vernam Gaius van zijn vader de laatste nieuwtjes uit de senaat en het Forum. Dit was het belangrijkste trefpunt voor het senaatsgebouw. Het is niet bekend of Gaius erg geïnteresseerd was in de politieke nieuwtjes. Misschien had hij meer belangstelling voor nieuws over de komende gladiatorenspelen of misschien wel militaire triomftochten. Toch besloot zijn vader toen Gaius vijftien was dat hij een toga virilis, een toga voor volwassenen, mocht dragen. Deze toga was maar een eenvoudig kledingstuk, maar het gaf de volwassenheid van de persoon die het droeg aan. Het was ook het teken van een Romeins burger, de nationale klederdracht waarmee hij zich overal onderscheidde. Het was de officiële kleding bij alle sociale functies en openbare verplichtingen. De toga was dan wel gewoon gemaakt van een grote lap wollen stof, maar het was heel moeilijk hem goed te dragen.
Gaius wordt volwassen
Natuurlijk is dit een grote dag geweest in het leven van de jonge Gaius. Thuis zal hij beste wensen en cadeautjes hebben gekregen van kennissen en familieleden. Daarna zal hij trots met zijn vader de ongeveer anderhalve kilometer naar het centrum van de stad hebben afgelegd om een offer aan Jupiter te brengen en zich officieel als burger te laten registreren. Als Gaius vervolgens aan de deur van de senaat zou hebben geluisterd, dan zou hij de aristocraten hebben kunnen discussiëren over de republiek die zij als hun eigendom beschouwden. Rome verkeerde in een onrustige periode en er ontstonden vaak verhitte discussies in de senaat. De senaat was een stadsregering die probeerde een wereldrijk te besturen. De senatoren, in deze tijd waren er dat ongeveer driehonderd, hadden steeds meer moeite de gouverneurs in de provincies in toom te houden. Dit werd bemoeilijkt doordat deze personen ook de legeraanvoerders waren en dus behoorlijk veel macht hadden.
Voor een jonge man als Caesar was de senaat natuurlijk een hele sensatie. Caesar wilde erg graag hiervan deel uitmaken. Maar de politieke 'ladder' was gebaseerd op leeftijd en daar werd streng naar gekeken. Talent was hierbij een ongeschikte factor. Men vond zaken als familie en ervaring belangrijker. Binnen enkele jaren werd dit in een wet opgenomen. Je moest dertig jaar zijn voor je gekozen kon worden tot quaestor met financiële taken, 39 om praetor met juridische taken te worden en 42 voor je tot consul kon worden gekozen. Het moet voor iemand als Caesar eindeloos zijn geweest.
Toen in 85 v. Chr. Caesars vader stierf werd Caesar hoofd van de familie. Een jaar later, Caesar was toen zestien, trouwde hij met een meisje dat Cossutia. Maar nu als toonde Caesar zijn grote ambitie en verbrak de verloving na korte tijd. Hij aanvaardde de politiek veel interessantere hand van Cornelia, die hem was aangeboden door haar vader Cinna.
Rome was geen stabiele, veilige plaats. Het werd geteisterd door problemen. In eerste plaats was er een onderlinge strijd tussen de Romeinen. Enkele senatoren waren door het succes van de stad en door de toegenomen rijkdom steeds meer op zoek naar een groter aandeel in de rijkdom en de macht. In de voorafgaande vijftig jaar had Rome erg geleden onder de politieke wanorde. De commerciële en financiële welvaart zorgde dus voor deze verwarring. Het maakte wel duidelijk dat de senaat niet in staat was om het steeds groeiende rijk te regeren. De grootste problemen werden veroorzaakt door de rivaliteit en de eerzucht van de aristocratie. Doordat het Romeinse Rijk steeds groter werd, was de kans om roem, militaire glorie en rijkdom te verkrijgen steeds groter geworden. De ambitie van deze mannen zorgde er weliswaar voor dat het Romeinse Rijk steeds meer uitbreidde, maar bracht ook het gevaar van autocratie en dictatuur met zich mee. Senatoren, in Rome of juist in het buitenland, gingen elkaar bestoken.
Er waren in Caesars jeugd verschillende mannen die naar roem streefden. Een voorbeeld hiervan is zijn schoonvader Cinna, zijn oom Marius en hun gezamenlijke vijand Sulla. De politieke wereld van Rome was in twee groepen verdeeld: de optimates, die over het algemeen de visie van de aristocraten vertegenwoordigden, en de populares, die het volk vertegenwoordigden. De twee groepen beschuldigden elkaar van corruptie en misbruik van privileges. Caesar behoorde tot de populares. 'Het volk vertegenwoordigen' speelde een belangrijke rol in de wijze waarin hij zich tegenover het volk gedroeg in zijn latere carrière. De groep populares werd geleid door Cinna en Marius. Sulla de vijand was leider van de optimaten. De beide groepen onderscheidden zich niet door een bepaalde politiek, maar beiden wilden zoveel mogelijk hun macht vasthouden.
Kort na het huwelijk van Caesar brak er weer een burgeroorlog uit. Sulla won en nam bloedig wraak op zijn tegenstanders. Caesar zal getuige zijn geweest van deze vreselijke slachting en hij zal ongetwijfeld bang zijn geweest toen hij voor Sulla werd voorgeleid. De overwinnaar eiste dat Caesar zich zou laten scheiden van zijn vrouw en vervolgens zou hertrouwen. Hiermee zou hij Cinna's kamp verlaten en zich aansluiten bij Sulla. Dapper weigerde Caesar dit en gelukkig liet Sulla zich met tegenzin overhalen hem vrij te laten.
Bij de vrijlating van Caesar werd zijn hele erfenis in beslag genomen door Sulla. Hij besloot dan ook dat het een goed moment was om Rome een tijdje te verlaten en zich bij het leger aan te sluiten.
Het Romeinse Leger
Het leger was een van de belangrijkste organen van Rome. Eeuwenlang had een jaarlijks opgeroepen groep burgers zelf hun wapenuitrusting verzorgd. Deze bewapende infanteristen werden verdeeld over legioenen die met hun korte- en langeafstandswapens veelzijdig inzetbaar waren. Ze waren ook goed gedisciplineerd en pasten een flexibele tactiek toe. De soldaten vochten van het eind van het voorjaar tot het eind van de zomer, totdat ze hun thuis hun gewassen moesten oogsten.
In Caesars tijd waren de Romeinen actief ver buiten de grenzen van Italië. De grote afstanden hadden tot gevolg dat de Romeinse soldaten niet meer naar huis konden reizen. Vaak was het nodig om het hele jaar door veldtocht te zijn.Geleidelijk werd het leger opengesteld voor alle burgers, ook al waren ze arm en bezaten ze geen grond. De rekruten kregen de uitrusting van de staat. Zij kwamen in een steeds professioneler wordend leger.
Door de eeuwen heen perfectioneerden de Romeinen de techniek, tactiek en uitrusting om een zeer mobiel en gedisciplineerd leger te vormen dat bijna overal kon komen en alles kon presteren.
De Romeinen waren slim en namen de beste dingen van andere, in het bijzonder de Griekse, culturen over. Zo kopieerden de militaire uitrusting en technieken van hun vijanden. Rome versloeg de grote vijand Carthago mede door één ingenomen Carthaags schip in massaproductie na te bouwen. Ook leenden ze vaak manschappen. Daarnaast werden ook soldaten van de voormalige vijanden gebruikt om naast de eigen legioenen te vechten.
De Romeinen wonnen niet alleen de oorlog, maar slaagden erin vrede te stichten en te behouden. Hun politiek ten aanzien van de verslagen volken was erg belangrijk in hun succes. Al heel snel kwamen de Romeinen erachter dat een regelrechte verovering van Italië niet de juiste werkwijze was.
Ze sloten daarom regelmatig verbonden met overwonnen buurvolken die 'vrienden en bondgenoten' werden en troepen leverden aan het Romeinse leger. Dit is echter niets nieuws onder de zon in de oudheid. Wat wel nieuw was is de mate waarin Rome de verslagenen volledig of gedeeltelijk burgerschap verleende.
De uitbreiding van het Romeinse Rijk verliep vrij traag. Maar er was wel voortdurend succes dat het militaire zelfvertrouwen deed groeien. De tegenstanders werden juist steeds banger voor de Romeinse legioenen. Zeker toen de Romeinen de naam 'wreed' kregen in vergelijking met de oude en beschaafde Griekse legers.
Toen Rome had afgerekend met de grote machten in het Middellands-Zeegebied, sloten de kleinere staten zich razendsnel aan bij 'de vrienden van Rome' zodat hun legers geen strijd hoefden te leveren met de geduchte tegenstander.
Caesar ging op zijn achttiende bij dit leger, om een tijdje weg te blijven uit Rome en dus uit de handen van Sulla. Caesar nam afscheid van zijn familie en vrienden en bracht nog een offer aan de huisgoden.
Er is tegenwoordig maar weinig bekend over Caesars diensttijd, behalve dat hij zijn moed toonde door in de voorste gelederen te vechten. Hij werd blijkbaar onderscheiden met de 'burgerkrans' nadat hij het leven van een kameraad had gered. De mensen zouden nu moeten opstaan als Caesar tijdens openbare spelen voorbijliep met deze krans op zijn hoofd.
In 78 v. Chr. stierf Sulla en de tweeëntwintigjarige Caesar keerde terug naar Rome naar zijn vrouw en dochtertje Julia. Hij had vier jaar in het leger gezeten, met als mogelijk hoogtepunt het vechten tegen zeerovers op de Middellandse Zee.
Caesar wil politiek in
Door verschillende Romeinse historici wordt Caesar beschreven als iemand met een 'fenomenaal uithoudingsvermogen', dit ondanks zijn epilepsie. Hij was nauwgezet ten aanzien van zijn kleding en gaf veel geld uit aan allerlei avonturen.
Maar Caesar was niet tevreden met alleen maar avontuurtjes.Hij was er als jonge man al van overtuigd dat hij tot de kleine kring van de heersende klasse moest toetreden. Die had alles wat hij zich wenste: rijkdom, macht en invloed.
Aan het ontbreken van de term 'politicus' kun je zien dat de Romeinse politiek vrij amateuristisch was. De politici waren allemaal rijke stedelingen. Er was geen professioneel ambtenarenapparaat, maar ook geen
actieve religieuze hiërarchie of een permanente militaire bevelstructuur. Deze ambten bestonden wel, maar ze waren allemaal in wettelijke zin officieus en tijdelijk. Sociale vooruitgang ging samen met politieke promotie.
Caesar besloot, zoals zoveel jonge aristocraten, zijn bekendheid te vergroten door politieke vijanden aan te klagen. Het kwam regelmatig voor dat rechtszaken meer met politieke dan met strafrechtelijke kenmerken werden gevoerd en de hoorzittingen werden niet in de rechtszalen uitgevoerd maar werden op podia op het Forum gehouden. Soms werd de rechtszaak in zalen die groot genoeg waren om publiek toe te laten gehouden.
Volgens het Romeinse rechtssysteem legden de aanklager en de verdediger de zaak voor aan een rechter en vormde een jury het vonnis. Processen waren een vorm van amusement en trokken soms veel toeschouwers. Het was dus een eenvoudige manier om de aandacht te trekken en publieke steun en politieke contacten te leggen.
Caesars optreden maakte veel indruk op iedereen, behalve op de jury. De eerste twee zaken verloor hij. Vastbesloten niet de derde zaak te verliezen, trok hij naar Rhodos om daar te gaan studeren bij Apollonius Molo. Deze was de meest geziene leermeester in de Romeinse wereld.
Maar onderweg naar Rhodos wordt Caesar gevangen genomen door zeerovers die losgeld van twintig talenten eisten, waarop hij in lachen uitbarstte en de ze vertelden dat ze minstens vijftig moesten eisen. Terwijl zijn paar slaven zich haastten om het geld te halen in de dichtstbijzijnde haven maakte Caesar het zich gemakkelijk tussen zijn belagers. Een Romeinse schrijver heeft hier over geschreven dat hij als een leider de zeerovers van alles beval, meedeed in hun spelletjes. Ook schreef hij gedichten en toespraken die hij hen voorlas en als zij geen bewondering toonden voor zijn werk, maakte hij hen uit voor ongeletterde barbaren. Vervolgens dreigde hij hen allemaal op te laten hangen.
Zodra het losgeld was betaald en Caesar was vrijgelaten, voeren de zeerovers weg. Maar Caesar huurde schepen en manschappen, nam de piraten gevangen en liet ze kruisigen. Omdat hij toch wel enige bewondering voor hen had sneed hij eerst hun kelen af. De boodschap was duidelijk: Caesar was net als zijn vaderstad arrogant en meedogenloos.
Caesar reisde door naar Rhodos, maar kort na aankomst hoorde hij dat een deel van Klein-Azië opnieuw was binnengevallen door een koning die Mithridates heette. De zesentwintigjarige liet zijn studie in de stek en bracht zelf een leger op de been. Hij vroeg niet eens toestemming aan de plaatselijke gouverneur voor hij binnenmarcheerde en de vijandige troepen uit het gewest verdreef. Caesar had zich nu opnieuw een opmerkelijke jonge man getoond tegenover zijn thuisstad Rome.
Tot zijn dertigste woonde Caesar in Rome en vormde hij zijn kring van contacten en geldschieters. Hij bleef met zijn vrouw en moeder in Subura wonen, ten oosten van het Forum. Hij leefde in deze rumoerige wijk omdat hij vrij arm was en dus geen beter huis kon betalen. Van zijn vader had hij geen grote erfenis geërfd. Maar toch moest hij veel geld uitgeven om enige kans te maken op een echte machtspositie. Ondanks zijn schulden leefde hij er lustig op los en deed zijn best om gezien te worden.
Caesar probeerde geldschieters, senatoren en rijke stedelingen over te halen hem van fondsen te voorzien. Hij beloofd in ruil een goede opbrengst voor hun investeringen als hij op de politieke ladder zou stijgen.
Caesar wordt Magistraat
De burgers in Rome konden stemmen, maar daarvoor moesten ze wel direct aanwezig zijn bij volksvergaderingen. De meeste hadden echter wel iets anders te doen en kwamen vaak niet opdagen. De stemmen van de aanwezigen waren gemakkelijk om te kopen. Er was een corrupt systeem.
De senaat en de volksvergadering hadden grote rijkdommen en onvoorstelbare macht gebracht, maar niemand durfde grote veranderingen door te voeren. Maar het rijk was nu zo groot dat deze kleine groep steeds meer moeite had het te besturen en in de hand te houden. Andere groepen wilden een groter aandeel in het succes zoals de landloze veteranen, de patriciërs die buiten de hoge kringen vielen en de ridders.
De toestand was zorgwekkend en de orde en het gezag stonden op het punt van instorting. Bijna niemand wist een oplossing voor de problemen, degenen die het probeerden faalden. Er was een sterke behoefte aan een sterke man die de belangen van de adel zou beschermen.
Men zocht iemand met de typisch Romeinse kenmerken als ambitie, agressie en energie.
Caesar wilde erg graag de belangrijkste ambt van consul, maar dit kostte erg veel geld. Senatoren kochten andere senatoren en bespeelden het volk door het organiseren van spelen en het uitdelen van gratis koren en geld.
Op zijn dertigste werd Caesar beloond voor zijn uitgaven en inspanningen. Hij wordt benoemd tot quaestor, een magistraat. Er werden er jaarlijks twintig gekozen, waarvan achttien naar het buitenland weden gestuurd. Caesar was nu een van de zeshonderd leden.
Voordat Caesar naar Spanje vertrekt overlijdt zijn eerste vrouw. Later zou hij hertrouwen met Pompeia, de dochter van de man die hem bijna had laten doden; Sulla. Niet alleen was ze zijn echtgenote, maar ook financierde ze zijn carrière.
Op zijn vierendertigste werd Caesar benoemd in een hoger ambt. Hij werd een van de vier jaarlijks gekozen aedielen. Zij waren verantwoordelijk voor het onderhoud van Rome en de publieke feesten. Caesar gaf grote hoeveelheden geleend geld uit aan de meest grote spelen. Zo vochten gladiatoren met zilveren wapens en liet hij een arena vol water lopen om een zeeslag compleet met exotische dieren uit Afrika na te bootsen.
Het volk vond dit alles natuurlijk schitterend. Maar Caesar moest goed oppassen dat hij zijn investeringen kon terugverdienen met het oog op zijn schulden bij zijn geldschieters.
Naast allerlei feesten stond zijn bescheiden huis vol met dure meubels, schilderijen en vazen. Ook kocht Caesar dure slaven en heeft zelfs zijn vrouw een witte parel geschonken die evenveel kostte als het jaarsoldij van dertienduizend soldaten.
Pontifex Maximus
In 63 v. Chr. stelde Caesar zich beschikbaar als pontifex maximus, de hoogste priester van Rome. Hij heeft vermoedelijk met smeergeld stemmen omgekocht. Maar uiteindelijk werd het een succes. Hij won een levenslange positie die hem inderdaad rijkdom, prestige en zelfs een officiële woning achter de muren van het Forum.
Met de groei van Rome door de eeuwen heen was ook zijn aantrekkingskracht voor dorpelingen en arbeiders uit de wijde omtrek toegenomen. Het ging hier vaak om boerenfamilies die hun land hadden verloren terwijl de kostwinnaars in het leger zaten. Deze toestand was verergerd door de aanhoudende stroom van slaven die door de verschillende handelaren werden aangevoerd. Deze slaven werden op de grote boerderijen aan het werk gezet.
Rome was dus overbevolkt en barstte uit zijn voegen. Langs de muren en wegen werden noodonderkomens gebouwd. De straten waren vaak open riolen en veel mensen woonden in de zogenaamde huurkazernes die soms wel 25 of 30 meter hoog waren.
Door de steeds slechtere levensomstandigheden gingen steeds meer mensen uitzien naar een sterke leider. Men hoorde de naam van Julius Caesar in herbergen en op de markt. Het volk verwachtte veel van Caesar: een toename van de korenlevering, schuldhervorming, en zelfs kwijtschelding van de schulden.
In 61 v. Chr., nadat hij een jaar als praetor juridische taken in Rome en Italië had uitgevoerd, werd Caesar benoemd voor een jaar gouverneurschap in West-Spanje.
Gouverneur in Spanje
Caesar werd als gouverneur automatisch voor een jaar bevelhebber van de legers in zijn provincie. Direct na aankomst in Spanje voerde hij zijn manschappen aan tegen stammen in het noordwesten (het huidige Portugal). Doordat Caesar en zijn legers flink tekeer gingen en steden en dorpen plunderden kregen ze een geduchte naam.
De kracht van de legers was ook hun zwakke kant. De soldaten (die buiten het leger niets bezaten) rekenden op hun aanvoerders dat ze betaald werden, te eten kregen en dat ze meedeelden in de oorlogsbuit veilig te stellen. Het waren dus de legeraanvoerders die de legioenen in handen hadden. De gevaren spreken voor zich: een veldheer met persoonlijke ambities kon gemakkelijk over legioenen die dan vervolgens Rome niet trouw waren.
Toen Caesars gouverneursjaar om was, beloonde de senaat hem met een triomftocht. Maar als hij aan deze tocht zou deelnemen dan zou hij Rome pas op de dag van de triomftocht zelf kunnen binnenkomen, terwijl er de dag ervoor de volgende consulverkiezing in de volksvergadering zou plaatsvinden. Hoewel Caesar erg graag de sensatie en eer van een triomftocht wilde meemaken, koos hij er toch voor om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Caesar maakte de goede keuze, want binnen enkele weken was hij consul. Eigenlijk was hij hier twee jaar te jong voor.
Het triumviraat
Caesar en zijn medeconsul Bibulus waren de eerste mannen van Rome. Maar dit was nog maar het begin van Caesars eerzucht. Want hij sloot nu een verbond met twee mannen die door de senaat waren gedwarsboomd. De eerste was Pompeius (46 jaar oud), hij was Romes grootste veldheer. Deze had kort daarvoor een groot deel van het Oosten veroverd. De andere was Caesars geldschieter Crassus (55 jaar oud). Deze Crassus was een van de rijkste mannen van Rome. Caesar schonk Pompeius de hand van zijn enige dochter Julia. Deze drie, in de geschiedenis ook wel bekent als het 'triumviraat', regeerden Rome in feite. Bibulus de tweede consul werd zo bedreigd dat hij voortaan thuis bleef.
De senaat was verdeeld in de houding tegenover Caesar. Sommigen vonden het wel gunstig om met hem samen te werken. Anderen hadden juist een grote hekel aan hem.
Caesar ging steeds meer gebruik maken van lichamelijk geweld en intimidatie. Maar Rome was gewend aan geweld. Het hoorde bij het dagelijks leven. Maar men was er toch bang voor. Caesar kon niet tegen mensen die het niet met hem eens waren, maar er was nu veel moed voor nodig om Caesar tegen te spreken.
Na afloop van het consulaat zou Caesar, zoals gebruikelijk was, gouverneur van een provincie worden. Welke provincies de consuls kregen toegewezen werd bepaald voor hun verkiezing. Maar iedereen wist dat Caesar ging winnen. Ondanks het feit dat Caesar door een groep senatoren werd tegengewerkt, slaagde hij erin de provincies Illyricum (ten oosten van Rome tot aan Griekenland) en Gallia Cisalpina (het huidige Noord-Italië).
Toen ook nog de gouverneur van Gallia Transalpina (Zuid-Frankrijk) stierf, kreeg Caesar ook deze derde provincie toegewezen. Met de 320.000 vierkante kilometer dacht Caesar alles te kunnen doen wat hij wilde.
Caesar verlaat Rome
Caesar verliet Rome, hoewel hij voortdurend werd bedreigd door senatoren die hem ervan beschuldigden dat hij goudstaven in de schatkist had verwisseld voor vergulde bronzen staven. Eigenlijk maakte het niet uit waar men Caesar van beschuldigde, men wilde hem gewoon vernietigen.
Caesar vestigde zich vervolgens met zijn legers net buiten de stadsgrens. Hier had hij het bevel in de hand en was hij veilig voor de wet. Hij was nu onzeker over de vraag naar welke provincie hij zou gaan. Door net buiten de poorten van de stad te blijven, bleef hij op de hoogte van alle politieke gebeurtenissen. Toen Caesar vervolgens hoorde dat de Keltische stam de Helvetiërs zijn gebied in het huidige Zwitserland had verlaten en nu naar het westen ging en door het Romeinse Zuid-Gallië zou trekken, kwam hij in actie. Hij dreef de Helvetiërs weg van de Romeinse provincie. Vervolgens achtervolgde hij hen. Hierbij trok hij zich niets aan van de wet dat een gouverneur niet buiten zijn provincie mag komen zonder toestemming van de senaat. Ook zette hij een defensieve actie om in een algemene verovering. Zijn besluit om heel Gallië te veroveren berustte op persoonlijke roem en eer. Ook al zou deze oorlog het rijk op een veel grotere schaal dan ooit in conflict brengen met tientallen stammen.
Caesar moest om te slagen niet alleen briljant en een goed politicus zijn, ook behoorde hij een groot aanvoerder. Hij stelde vaak zijn troepen op de proef door duizenden kilometers te marcheren. Hierdoor bleven zijn manschappen constant in beweging. Ze hadden ook geen tijd voor muiterij op deze manier.
Julius Caesar en Cleopatra
Julius Caesar is ook erg bekend geworden door zijn affaire met de Egyptische koningin/farao Cleopatra. Caesar heeft haar voor het eerst gezien in zijn eigen paleis. Toen hij voor een veldtocht Pompeius achtervolgde naar Egypte kreeg hij een liefdesverhouding met Cleopatra VII. Deze vrouw stond erg bekend om haar charmes en ze had de 21-jarige oudere Caesar zo ingepalmd. Uit deze affaire kwam ook nog een kind. Caesar heeft dit kind niet wettelijk aangenomen. Deze zoon genaamd Caesarion kon ook niet lang blijven leven. Hij werd door opstandelingen vermoord om Egypte los te maken van het Romeinse Rijk.
De dood van Julius Caesar
Veel senatoren wilden de vrijheid en de Republiek redden door hem te vermoorden. Het complot werd uitgevoerd door Cassius, Brutus en andere Senatoren. Brutus was oorspronkelijk een beschermeling en vriend van Caesar. Gaius Julius Caesar kwam op 15 maart 44 v. Chr. het Senaatsgebouw ongewapend binnen gewandeld.
Hij nam plaats en werd onmiddellijk omsingeld door de samenzweerders die hun dolken trokken. "Dit is een aanslag!" schreeuwde Caesar. . Toen Caesar zag dat Brutus eveneens een dolk in zijn hand hield, zei hij teleurgesteld: "Et tu, Brute!" (Ook gij, Brutus). Vervolgens trok hij zijn toga over zijn hoofd (zodat hij waardig zou sterven) en bezweek aan de gevolgen van de 23 messteken.
Uiteindelijk hadden de samenzweerders geen succes, want Caesars pleegzoon Octavius slaagde erin de baas te worden. Hij werd de eerste keizer en noemde zich Augustus (de Verhevene).
Een korte samenvatting van zijn leven met belangrijke data’s
100 v. Chr. Julius Caesar wordt in Rome geboren.
65 v. Chr. Gekozen tot organisator van volksspelen.
62 v. Chr. Gekozen tot wetgever.
60 v. Chr. Oprichting driemanschap.
59 v. Chr. Gekozen tot consul.
58 v. Chr. De verovering van Gallië begint.
55 v. Chr. Een deel van Engeland wordt veroverd.
49 v. Chr. Wordt alleenheerser.
48 v. Chr. Verslaat Pompeius.
46 v. Chr. Verslaat aanhangers van Pompeius.
45 v. Chr. Wordt absolute alleenheerser.
44 v. Chr. Wordt vermoord.
Beginjaren van Nero
Lucius Domitius Ahenobarbus was een zoon van Gnaeus Domitius Ahenobarbus en Agrippina de Jongere en is geboren op 15 december 37 na Christus in Antium (Anzio), dat ten zuiden van Rome ligt en gestorven op 9 juni 68 bij Rome. Nadat zijn moeder Agrippina keizer Claudius (zoon van Nero Claudius Drusus de oudere) huwde, adopteerde Claudius hem waardoor zijn naam veranderde in Claudius Drusus Germanicus Nero. Zo werd hij lid van het Julisch-Claudische huis. Hier kwam ook nog eens bij dat hij de dochter van Claudius, Octavia, huwde. Hij was nu volledig geïntegreerd in de familie.
Na de dood van Keizer Claudius, die Nero vergiftigd had, werd hij door de pretorianen als keizer uitgeroepen.
Veel mensen hadden vertrouwen in hen nieuwe keizer, men verheugde zich erover een welwillend, artistieke keizer gekregen te hebben, iemand die de vrede wil handhaven en aan de corruptie een eind wil maken. Maar er was al enige twijfel of Nero wel een zodanig goede keizer zou worden. Onder andere door de grafrede van Nero tegenover Claudius, men kon merken dat die niet door zichzelf was geschreven maar door Seneca. Seneca en Burrus waren zijn ‘opvoeders' die hem nu nog wel in goede banen konden leiden en zijn staatszaken regelden, maar zou die macht van Seneca en Burrus in stand blijven? Men was er niet zeker van.
Ook ontstond er twijfel omdat Nero nogal een losbollig type was en destijds vaak met zijn vrienden door de achterbuurten schuimde achter vrouwen aan, ruzies zoekend en vechtpartijen uitlokkend.
De moeder van Nero, Agrippina, was ook een heerszuchtig typ van wie de Romeinen ook nog wel eens problemen verwachtten. Het begin van Nero's regeringsschap was verwachtingsvol maar niet zonder problemen.
De dood van Brittanicus
Nero doet al snel een stuk afstandelijker tegenover zijn moeder. Hij is bang voor haar heerszucht, vreest haar gewelddadige karakter en wil bevrijdt worden van haar bedilzucht. Ook van zijn vrouw, Octavia, heeft Nero een ongelooflijke hekel, misschien is hij jaloers omdat zij alle eigenschappen van eer en deugd bezit die hij mist. Al snel hebben ze door dat Nero goed vatbaar is voor de grofste vleierij en wordt er gefluisterd dat Agrippina Brittanicus wil gebruiken om haar machtspositie te verstevigen. Als het carnaval is en Nero tot prins Carnaval is gekozen probeert hij Brittanicus belachelijk te maken door hem een lied te laten zingen voor een gegraven kuil waarin hij straks zal vallen. Brittanicus heeft Nero door en hij heft een treurig lied aan van een onterfde prins. Nero krijgt nu nog meer haatgevoelens maar laat Brittanicus niet nu vermoorden omdat het teveel in het openbaar is. In het geheim zoekt Nero contact met Julius Pollio die de beruchte gifmengster Locusta in gevangenschap houdt. Nero dwingt haar een snelwerkend dodelijk gif te brouwen dat de uitwerking heeft van een dolkstoot. De gifmoord wordt op de puntjes voorbereid.
Bij een feestmaal ligt de keizerlijke familie aan tafel. De jongeren (waaronder Brittanicus) zitten aan een andere tafel aan een eenvoudigere maaltijd. Achter hem staat een slaaf die alle hapjes en drankjes moet proeven op vergif. Vergiftiging lijkt uitgesloten. Een dienaar reikt de prins een beker warme wijn aan, maar de wijn is zo warm dat de prins om water roept.
De beker wordt bijgevuld met water (met gif). Het gif in de wijn doet snel zijn werking en Brittanicus stort dood ter aarde.
Geschrokken kijken alle gasten naar Nero, die gebruikt als argument dat zijn broer altijd al last heeft gehad van aanvallen en dat deze aanval hem teveel moet zijn geworden.
Agrippina en Octavia hebben voldoende zelfbeheersing om hun schik en angst te bedwingen, begrijpen zij ook wat hun te wachten staat...
Nu iedereen doorziet dat Agrippina en Octavia op en zijspoor zijn gezet is vriendschap met hen gevaarlijk geworden en zijn ze weldra van iedereen verlaten.
Nero wordt erger
Nu Nero heeft ontdekt hoe gemakkelijk het is om iemand uit de weg te ruimen gaat het van kwaad tot erger. Nero heeft zijn macht ontdekt en is niet bang deze te gebruiken tegen ieder die het niet met hem eens is. Hij is er nu van overtuigd een groot kunstenaar, zanger en dichter te zijn. Nero huurt de grote citer-speler Tepnus in en ligt uren met klompen lood op zijn borst om zijn stem krachtiger te doen lijken.
Meer en meer stelt hij zichzelf boven alle wetten van fatsoen, die een Romeins edelman waardig zijn. Steeds meer begint hij zich aan buitensporigheid schuldig te maken. Geliefd is het tijdverdrijf door de achterbuurten te zwerven en relletjes te schoppen. Hij voelt zicht trots als hij daarbij een schrammetje oploopt, al zorgen zwaardvechter en pretorianen er wel voor dat er niets met de keizer kan gebeuren.
De dood van Agrippina
Dan ontmoet hij de wonderschone Poppaea Sabina, de vrouw van Ortho, een vriend van Nero.
Deze vrouw gaat hem helemaal beheersen. Ze heeft het idee in haar hoofd gezet keizerin te worden van het Romeinse Imperium. Om Popaea van Ortho te ontdoen geeft Nero hem een baan als stadhouder in het verre Lusitanië (Portugal). Ortho is wijs genoeg om snel te vertrekken en hij maakt ook geen moeilijkheden als Popaea van hem wil scheiden. Hij is al blij genoeg dat hij zijn bezittingen en zijn leven mag houden. Nu staan alleen Agrippina en Octavia Nero's plannen nog in de weg. Popaea zorgt ervoor dat Nero meer afstand doet van zijn moeder. Hij laat haar naar vertrekken achteraf in het paleis verhuizen. Nero ziet haar niet meer.
Maar na een hele tijd lijkt er wat verandering in te komen, Nero stuurt haar een uitnodiging om hem te komen bezoeken in zijn villa in Baiae (golf van Napels). Het lijkt erop dat het weer goed komt tussen Nero en zijn moeder maar niemand weet dat de kapitein van het schip waarmee Agrippina vaart een schurk is en hij, in opdracht van Nero, de zonnen luifel met lood heeft verzwaard. Als die luifel naar beneden valt breekt het hele schip in tweeën.
Als Agrippina rustig met haar bedienden zit te praten gebeurt het, de luifel valt met donderend geraas naar beneden. Agrippina en haar bedienden worden bedolven en raken gewond. Dan klinkt er het bevel tegen een van de roeiers dat hij haar dood moet slaan. Opeens ziet Agrippina de waarheid voor zich en weet zich geruisloos over boord te werpen. Ze redt zich zwemmend.
Agrippina is doodsbang haar leven te verliezen en probeert te doen of er niets aan de hand is, ze stuurt een boodschapper met het bericht dat ze goed aangekomen is. Nero heeft echter het bericht al gehoord en weet niet wat hij er mee moet, ook hij is bang. Via een listige streek weet hij een zwaard onder de kleren van de boodschapper vandaan te toveren en zegt dat Agrippina hem had willen vermoorden door deze boodschapper te sturen.
Nu is het lot van Agrippina bezegeld en stuurt Nero een troep slaven en vrijgelatenen op haar villa af. Misschien heeft de vrouw nog even gedacht aan haar eigen woorden, "Als hij maar keizer wordt, mag hij mij ervoor doden...!"
Burrus en Seneca staan perplex als zij het nieuws vernemen en kunnen niets anders dan zich schikken in de officiële leugen. De Senaat organiseert grote dankfeesten omdat het leven van de keizer is gered. Maar eigenlijk is er niemand die het verhaal gelooft.
De dood van Octavia en de dwaasheid van Nero
Het lot van Octavia is hier ook mee beslist, Nero laat haar oppakken en haar dienaressen op de pijnbank leggen om iets negatiefs over haar te weten te komen waarvoor ze gestraft kan worden. De dienaressen houden stand, ze zeggen helemaal niets.
Het verontwaardigde volk van Rome loopt te hoop, ze vernielen beelden van Nero en Poppaea. Deze verstoringen dienen als voorwendsel om Octavia naar een eiland te verbannen. Haar leven in het keizerlijke paleis is een hel geweest. Haar vader is vergiftigd haar broertje vermoord. Ver van Rome wordt ze ruw vermoord, haar aderen worden doorgesneden en als het stromen van het bloed langzamer gaat wordt ze gesmoord in een kokend heet bad...
Popaea heeft haar doel bereikt, ze wordt keizerin van het machtige Romeinse Imperium. Iedereen die haar in de weg stond is uit de weg geruimd. Twee jaar later sterft ze! Aan een schop van Nero die hij haar gaf in een van zijn driftbuien.
Nu gaan bij Nero alle remmen los. Burrus overlijdt en met hem verdwijnt de invloed van Seneca. Seneca
komt nu bij Nero om zijn ontslag in te dienen, hij stelt zijn vermogen ter beschikking voor de keizer en vraagt hem daarvoor een rustige oude dag. Nero gaat daarmee akkoord en na een plechtige slotceremonie trekt Seneca zich terug uit het openbare leven.
Nu is Tigellinus de machtigste man aan het hof. Hij is ook bereidt om aan elke gril en misdaad van Nero deel te nemen. De majesteitsprocessen zijn sinds lange tijd weer in volle gang. Vooral degenen die verwant zijn met het huis van Augustus worden opgepakt en veroordeeld.
Nero begint steeds meer te geloven in zijn ‘gouden stem'. Na zijn debuut in Napels (waar na de voorstelling het theater instort dat als slecht voorteken wordt gezien) gaat hij als dichter en zanger nu openlijk optreden in Rome. Een groot aantal handlangers verspreiden zich in het publiek en zorgen voor de veiligheid en het nodige applaus. Nero en zijn vrienden richten hele festijnen aan in Rome alsof de hele stad van hem is. Rome begint op een gekkenhuis te lijken. Met de waanzinnigste invallen van de keizer zelf!
De Brand van Rome
Maar dan treft een grote ramp de stad. In 64 breekt er brand uit in de stad. Iedereen is in rep en roer. De een blust en de ander gooit fakkels, als excuus dat zij hier bevel voor hebben gekregen. Er wordt gered, geplunderd en gevochten.
De brand duurt dagen, telkens als de brand bijna geblust is wordt het vuur duur ongure taferelen weer opgezweept. Talloze wijken gaan eraan. Villa's en tempels worden in de as gelegd. Pas na 6 dagen dooft het vuur eindelijk uit. Van de 14 wijken die Rome telde blijven er vier over. Het is een treurig gezicht voor het hart van de wereld.
Mensen zoeken een zondebok en vinden die bij Nero, er gaan geruchten dat hij de brand heeft laten aansteken om plaats te maken voor een reusachtig paleis voor hem. De argwaan en woede van het volk groeit zo dat Nero wel een andere zondebok moet vinden. Hij vindt die bij de christenen. De christenen zijn met hun godsdienst zo ver verwijderd van de godsdienst van de Romeinen dat ze toch al niet goed lagen in de ogen van de keizer. De christenen worden in grote getallen opgepakt en in de arena voor zwaardvechters en leeuwen gegooid. De lijken worden als feestverlichting met pek besmeurd opgehangen en aangestoken. Dit gaat voor de Romeinen te ver. Ook omdat ze niet geloven dat de christenen de brand hebben aangestoken.
De Domus Aurea
Na een tijdje begint Nero weer met de opbouw van de stad. Met veel pracht en praal worden er nieuwe tempels en villa's gebouwd. Ook komt de roddel over een groot paleis voor de keizer uit. Hij laat een reusachtig paleis bouwen, de Domus Aurea (gouden huis). Dit is het grootste en duurste paleis uit de oudheid. De bouw ervan heeft de keizer een vermogen gekost. Dat kwam door de omvang: het besloeg een deel van de Palatijn en bijna de gehele Coelius en Esquilijn (ongeveer 25 maal de omvang van het Colosseum), maar ook door de prachtige versieringen. De paleismuren waren met goud en parelmoer bekleed, zalen hadden plafonds waaruit bloemen en geurstoffen neerdaalden, de eetzaal draaide rond en de baden hadden zowel zwavelhoudend water als zeewater. In de vestibule stond een reusachtig beeld van Nero zelf. Toen het paleis klaar was zei Nero dat hij eindelijk een menswaardige woning had gekregen.
De samenzwering van Piso en de dood van Seneca
In Rome waagt de lang gekwelde aristocratie eindelijk een poging zich van de tiran te ontdoen. Een grote samenzwering wordt gesmeed. Piso een groot edelman is de kandidaat die Nero na zijn vermoording zal opvolgen. Het wordt een complot met veel deelnemers, zelfs centurio's en officieren van de hoogste garde doen er aan mee. Natalis is de gelukkige man die Nero de dodelijke stoot zal toebrengen. Hij begaat alleen een fout: hij maakt zijn testament en laat zijn dolk op een opvallende manier slijpen door een slaaf. De slaaf krijgt argwaan, wikt en weegt zijn kansen en waarschuwt tenslotte de autoriteiten. Het onderzoek dat daarna volgt zorgt voor bekentenissen. Bijna de hele bende wordt opgerold en er vallen tientallen doden. Piso pleegt zelfmoord.
Nero grijpt deze gebeurtenis om zich ook van Seneca te ontdoen. Hij was niet bij het complot betrokken maar hij krijgt van Nero de raad zelfmoord te plegen. Hij omhelst zijn vrouw en kinderen en zegt dat hij zijn hele leven heeft voorbereid op dit moment van tegenspoed. Hij snijdt zichzelf de aderen door en als hij dat niet snel genoeg vind gaan gaat hij naar een kokend heet bad, de stoom beneemt hem de adem.
De teruggang van het Rijk en de ontevredenheid stijgt
Het gaat steeds slechter met de besturing van het Romeinse rijk. In het begin van Nero's regeringsperiode namen Burrus en Seneca het heft in handen. Welvaart en vrede bloeiden alom. Echter alleen in Britannië duurt de strijd tegen het verzet nog onverminderd voort. De Romeinen hebben wat tegenslagen te verduren van een aantal stammen onder leiding van koningin Boudica. Het negende legioen wordt door de Britaniërs in de pan gehakt.
Door het benoemen van gunstelingen die allesbehalve voor hun taak zijn berekend verliezen de Romeinen veel. De corruptie aan het hof neemt toe. Dat begint door te dringen in de regering van het Rijk. De herbouw van Rome verslindt schatten. De beste manier om de gunst van de keizer te winnen is om steeds grotere bedragen uit de provincies naar de hoofdstad te voeren. De ontevredenheid stijgt met de dag.
Ook in het oosten van het Rijk ontstaan problemen. De troon van Armenië is vrij gekomen. De Parthen en de Armeniërs wensen de jongere broer van Koning Tiridates als vorst. Om de Partische invloeden te weren stellen de Romeinen ook een kandidaat. Een oorlog is het gevolg. Corbulo ,een bekwaam man, weet grote successen te halen en de oorlog lijkt gewonnen. Maar Nero houdt niet zo van bekende mannen
en stuurt een andere onbekwame man, caesenius Paetus naar het front. Omdat hij er niets van kan verliezen ze terrein en uiteindelijk is Armenië van de Parthen. Paetus verwacht minstens dat hij de doodstraf krijgt van Nero maar hij spaart hem en stelt hem weer gewoon aan het hof.
In Palestina wordt er uiteindelijk een opstand op touw gezet. De Joden nemen de leiding en de opstand breidt zich snel uit. De bejaarde generaal T. Flavius Vespanius krijgt het bevel van Nero dat hij de orde moet herstellen. Uiteindelijk lukt hem dat ook.
Nero's einde
In Rome wordt druk gecomplotteerd over een vermoording van Nero. Maar de stoot komt uit eindelijk uit de provincie. De bestuurder van het district Lyon, Julius Vindex komt openlijk in opstand tegen Nero en roept de Senaat en het volk ten strijde. Nero hoort het nieuws en neemt een afwachtende houding aan. Hij heeft toevallig een aanzienlijke legermacht in Italië staan. Hij gebruikt die echter niet. Hij denkt erover om met een legioen van mooie, schone vrouwen de opstand te bedwingen. In de straten van Rome klinken onheilspellende verwensingen. De Senaat weet niet wat ze nu moeten doen. Er zijn legers uit Germanië die de vrede moeten handhaven. Vindex probeert te onderhandelen en tot een oplossing te komen maar de legers uit Germanië zijn op buit uit en slaan de Gallische eenheden uit elkaar. Vindex pleegt zelfmoord. De legers uit Germanië willen Verginius Rufus als keizer uitroepen. Hij weet echter zijn troepen te bewegen zich bij de troepen van Galba, stadhouder uit Spanje, en Ortho aan te sluiten. Later sluiten de Pretorianen die allemaal Nero hebben verlaten zicht ook nog aan bij de opmars. Juichend worden de beelden van Nero omgegooid. Nero's aanhangers vluchten in paniek alle kanten uit. Zij die worden herkend worden doodgeslagen. In zijn paleis ziet Nero zijn einde naderen. Hij laat een gifmengster een brouwsel brouwen maar mist de moed om het op te drinken. De Senaat komt bijeen en zet Nero af. "Nooit is iemand zulk een tegenspoed overkomen," roept Nero "Ik verlies mijn troon gedurende het leven...!" Als hij de volgende ochtend wakker wordt is het hele paleis verlaten op een paar trouwe slaven na. Ze geven hem een paard en hij kan ontsnappen. Hij is echter gezien door een poortwachter. Hij rijdt naar het huis van Epaphroditus. Al spoedig worden er stofwolken van achtervolgende ruiters gezien. Epaphroditus duwt Nero een dolk in de handen en geeft hem de raad het leven te benemen.
"Qualis artifex pereo...!"-Welk groot kunstenaar gaat er met mij verloren." Dat waren zijn laatste woorden. Dan geeft Epaphroditus de dolk een stoot zodat hij in de keel van Nero komt. Wanneer zijn achtervolgers het vertrek binnenkomen, vinden ze hem stervende...
De slavin Acte, die hem in zijn jeugd heeft lief gehad, draagt zorg dat de as van Nero wordt begraven.
De tweeëndertig jaar oude keizer is dood.
De jonge jaren van Augustus
Gaius Octavius werd geboren in Rome op 23 september 63 v.C. Hij was afkomstig uit een plebejisch geslacht en was Caesars kleinneef. Al zeer vroeg hield Caesar zich bezig met zijn opvoeding en in 45 v.C. adopteerde hij hem bij testament. Na de wettelijke bekrachtiging heette hij officieel Gaius Julius Caesar Octavianus.
De slechte gezondheid van Octavius
Men roemde hem om zijn fysieke schoonheid maar hij had een zwakke gezondheid. Ondanks alle mogelijke voorzorgen had hij zijn hele leven lang allerlei kwaaltjes. Deze chronische zieke werd niettemin 76 jaar oud. Over zijn zwakke gezond is altijd veel te doen geweest. Hij heeft hier altijd last van gehad en ik wilde hier wat verder op in gaan:
De ziekteperiode's van Keizer Augustus
Na de spelen voor Julius Caesar Rome 44 v.C.
Voor het gevecht van Philippi Dyrrachium 42 v.C.
Zwaar ziek tijdens een van de beslissende gevechten Philippi 42 v.C.
Brundisium 42 v.C.
Dalmatia 33 v.C.
Keelproblemen, na zijn terugkomst in Italië, Atella 29 v.C.
Op het moment van de Census Rome 28 v.C.
(IMP CAESAR VALE)TVDINE IMPEDITVS FVIT Rome 27 v.C.
Tarraco 25 v.C.
In slechte gezondheid na militaire tegenslagen Tarraco 25 v.C.
EID IVN (IMPEDITVS IMP) CAESAR VALETVD Rome 24 v.C.
Rome 23 v.C.
Ziek gedurende de Tiberius crisis Rome 6 n.C.
Fatale ziekte en overlijden Nola 14 n.C.
Hoe kwam Octavius aan de macht
Met de val van de republiek laaide ook de machtsstrijd weer op. Een van de gegadigden was Marcus Antonius, die consul was met Caesar in diens laatste jaar. Hij genoot de steun van de legioenen in Italië en het gewone volk van Rome. Bij het lezen van Caesars testament bleek echter dat deze zijn 18-jarige achterneef Gaius Octavianus tot zoon en opvolger had benoemd. Octavius maakte spoedig duidelijk dat hij in hardheid en eerzucht voor niemand onderdeed en geen jongetje was dat zich liet manipuleren door de senaat. Op zijn 19e werd Octavianus consul. Hij sloot een akkoord met Antonius, en nadat Brutus en Cassius in 42 bij Philippi waren verslagen en gedood, voerde dit tweetal meer en meer samen het bewind. In het drama dat toen volgde, speelde Cleopatra een hoofdrol. Nadat Antonius haar bij zich had ontboden, werd ze zijn maîtresse en schonk hem drie kinderen. Onduidelijk is wie precies wie gebruikte: Cleopatra had de steun van Rome nodig om koningin van Egypte te kunnen blijven en Antonius kon niet zonder de rijkdommen van Egypte voor het onderhoud van zijn legers. In 34, onder groot ceremonieel vertoon in Alexandrië, wierp Antonius Octavianus de handschoen toe door te verklaren dat Caesarion Caesars rechtmatige erfgenaam was. Octavianus moest wel reageren. Hij speelde in op zowel het Romeinse wantrouwen voor het oosten als op geruchten dat Augustus Alexandrië tot hoofdstad wilde maken. Hij was het, met Antonius, die de ware Romeinse tradities in ere hield. De breuk werd definitief toen Antonius en Cleopatra troepen verplaatsten naar Griekenland. Nu kon Octavianus aanvoeren dat Cleopatra als vreemd heerser Romeins gebied bezette en in 31 trok ook hij naar Griekenland. Antonius verschanste zich met een leger in de buurt van zijn vloot bij Actium, een kaap voor de Griekse wetkust. Daarop sneed Octavianus hem af van zijn aanvoerroutes. In een rommelige zeeslag probeerde Antonius nog een uitbraak te forceren, maar zijn vloot werd vernietigd. Samen met Cleopatra vluchtte hij naar Egypte, Waar beiden zich het leven benamen. Hun stuurloos geworden leger gaf zich over. Gaius Julius Caesar Octavianus was nu op 32-jarige leeftijd de onbetwiste heerser over het hele Romeinse Rijk geworden. Zo begon een nieuwe fase in de Romeinse geschiedenis.
Op welke elementen beruste de macht van Octavius en wat deed hij er mee.
In 27 v.C. legde hij zijn volmachten, gekregen om Antonius te bestrijden, neer, maar de senaat smeekte hem op dezelfde manier verder te werken; hij stemde daarin toe op voorwaarde dat hij de macht kon delen met de senaat. Aldus werd hij "princeps senatus", de leider van de senaat, de "eerste, voornaamste" burger, de leider van de staat. Bovendien kende de senaat hem dan ook nog het predikaat "Augustus" toe, een eretitel met gewijde klank. Het is onder die benaming dat wij hem nu nog het best kennen. De regeringsvorm die toen ontstond, wordt door de geschiedschrijvers het "principaat" genoemd. De republikeinse instellingen, die allemaal gebaseerd waren op annuïteit en collegialiteit, verloren hun inhoud. In werkelijkheid berustte Augustus' macht op de volgende essentiële elementen :
- ten eerste : de "tribunicia potestas". stapsgewijs verwierf hij alle voordelen van het tribunaat - het vetorecht, het recht om de senaat bijeen te roepen, om wetten voor te stellen, onschendbaarheid - niet voor één jaar maar voor het leven en niet beperkt tot Rome maar voor het hele keizerrijk
- ten tweede: het "imperium proconsulaire", d.w.z. de burgerlijke, militaire en rechterlijke bevelsmacht eigen aan consuls, niet voor één jaar maar voor tien jaar en meer. Hij werd dus tegelijk de opperbevelhebber, de bestuurder en de opperrechter van het keizerrijk.
- ten derde: de godsdienstige macht. In 12 v.C. werd hij pontifex maximus, leider van de Romeinse godsdienst en hoeder van de nationale tradities.
Op volkomen legale wijze bekleedde Augustus dus alle staatsfuncties. Naast de traditionele instellingen creëerde Augustus eveneens eigen lichamen, die mettertijd zouden uitgroeien tot echte regeringsorganen.
Eerst en vooral was dat de raad van de princeps, een soort ministerraad waarin zijn twee voornaamste medewerkers, Agrippa en Maecenas zaten; ten tweede stelde hij een korps van goed betaalde magistraten en ambtenaren samen, met wie hij het rijk bestuurde. Er ontstonden tevens een aantal nieuwe ambten.
Op die manier kon Augustus op volkomen legale manier en naar eigen goeddunken het keizerrijk besturen. Anderzijds was er onder zijn bewind sprake van "Pax Romana" (=Romeinse vrede)
Naar zijn mening kon er alleen maar vrede heersen in een behoorlijk begrensd rijk dat ten dienste moest staan van een schitterende economische en culturele ontwikkeling. In de eerste plaats legde Augustus de grenzen van zij keizerrijk vast :
In het noorden de Rijn en de Donau, in het westen de Atlantische Oceaan, in het zuiden de Afrikaanse woestijn, in het oosten de Arabische woestijn. In de grensgewesten, de keizerlijke provincies, vestigden zich de Romeinse legioenen onder toezicht van de keizer. Deze legioenen waren nu een permanent vrijwilligersleger, beroepssoldaten aan wie men talrijk voordelen toekende.
De gewapende vrede aan de grenzen begunstigde de binnenlandse vrede. De onderworpen volkeren wisten hoe nutteloos een opstand was en dat ze er beter aan deden met de Romeinen samen te werken.
Augustus kon daardoor orde scheppen in de financiën en het bestuur van zijn rijk.
En omdat de economie niet langer bedreigd werd door de legioenen, kon ze zich ontwikkelen; de handel, de industrie en de landouw namen een bijzonder hoge vlucht rond de Middellandse Zee, "mare nostrum", of "onze zee" geheten.
Oost en West reikten elkaar de hand. Vooraanstaande artiesten, dichters, historici en bouwmeesters stelden hun talent ten dienste van de nieuwe keizer en droegen zijn verwezenlijkingen uit tot ver over de grenzen.
In de loop der jaren werd Augustus echter geconfronteerd met een acuut probleem: dat van zijn opvolging. Zijn duurzaam werk moest worden verder gezet, maar hoe kon hij op wettige manier de opvolging regelen? Erfelijkheid van de macht bestond immers niet, want het principaat was een aanstelling door het Romeinse volk. Zou hij zijn opvolger niet bij de uitoefening van de macht kunnen betrekken? Zijn derde huwelijk met Livia was kinderloos gebleven, daarom dacht hij in de eerste plaats aan Marcellus, de zoon van zijn zuster Octavia, die met zijn dochter Julia getrouwd was. Maar door diens vroegtijdige dood in 23 v.C. vestigde hij zijn hoop op zijn beide kleinzoons, Gaius Caesar en Lucius, maar die stierven eveneens. De enige oplossing die hem overbleef, was zijn stiefzoon Tiberius uit Livia's eerste huwelijk te adopteren en te benoemen tot mederegent.
Augustus stierf in 14 n.C. tijdens een reis naar Campanië; hij was 76 jaar oud en had 45 jaar geregeerd. Deze uitzonderlijke lange duur was het bewijs van zijn geslaagd beleid.
Militair Augustus
Keizer Augustus was een man die veel oorlogen heeft gevochten. De bekendste en beruchtste was zeer zeker die tegen Cleopatra en Marcus Antonius. Cleopatra was al een hele tijd een doren in het oog van Augustus. Toen zij met een grote vloot Romeins water binnenvoer had hij eindelijk een reden om haar aan te vallen. Marcus Antonius stond haar bij en samen zijn ze tegen Augustus ‘het schip in gegaan’. De oorlogen zelf liet Octavianus uitvechten door zijn generaals die veel meer verstand hadden van oorlog voeren dan de keizer zelf. Drie van deze generaals die Augustus hebben geassisteerd zijn:
- Marcus Agippa
- Tiberius
- Drusus
Het Romeinse Rijk groeide enorm onder Augustus:
Vergelijkingen van Julius Caesar met Nero en Octavianus.
Ik ga Julius Caesar vergelijken met deze twee andere Romeinse figuren. Ik ga dat op verschillende punten doen:
- militair gebied
- humanitair (dingen naar het volk toe)
- succes
- persoonlijk leven
Militair gebied
Caesar heeft in vergelijking met Nero en Augustus veel meer een connectie gehad met het leger. Hij heeft zelf meegevochten, gebloed en gewonnen met zijn mannen. Hij heeft door deze verbondenheid veel aanzien en krediet van zijn manschappen. In de moeilijkste tijden bleven ze hem trouw. Ook zijn uiterlijk en uitdrukking waren in zijn voordeel. Door deze twee eerdergenoemde factoren heeft hij meerdere malen een muiterij weten te verkomen. Ook aan plunderen deed Caesar niet, alleen om zijn legers te voeden, vermaken of dienen. Nooit uit eigenbelang. Nero heeft daarin tegen zijn gezicht nooit op het slachtveld laten zien. Hij heeft zich meer beziggehouden met de politiek van Rome. Nero was meer met zichzelf bezig. Hij heeft dingen gezegd over zijn militaire achtergrond die achteraf niet waar waren, hierdoor kwam hij in diskrediet bij zijn legers. Eigenlijke macht heeft hij nooit gehad, alleen de leiders die de legers leidden had hij macht. Zijn waren eerder bang voor hun leven dan blij Nero te dienen. Caesar heeft ook vele gebieden veroverd en bewaakt. Hierdoor zorgde hij voor meer inkomsten voor het Rijk en dat deed iedereen een plezier. Nero daarin tegen heeft nooit iets veroverd. Hij was meer bezig met zijn eigen kleine gevechtjes in kroegen die ervoor moesten dienen dat hij meer aanzien kreeg bij het volk. Nero was blij een schrammetje opgelopen te zijn in een gevecht. Caesar heeft meerdere malen de boodschappers eruit gelopen door vijandelijk gebied om een bericht op tijd door te geven aan de Senaat.
Bij Augustus ligt het wat anders. Door vele ziektes heeft hij nooit echt meegekund op veldtochten, terwijl hij vaak genoeg erop uit kon. Augustus heeft net als Caesar het veroveren en heroveren van gebieden hoog in het vaandel staan. Hierdoor bleef het Rijk van slaven, geld en goederen voorzien. Aan de strategie van Julius konden er maar weinig tippen. Door tactisch inzicht en simpele berekeningen was Caesar slechts maar een keer goed verslagen. Natuurlijk sloeg hij dubbel zo hard terug door de gevangen te laten doden.
Van alle keizers en leiders in de Romeinse tijd was Caesar de beste. Napoleon had Caesar als voorbeeld in zijn oorlogen. Ook de andere keizers hebben regelmatig geschriften over de oorlogvoering van Caesar nageslagen. Caesar onderscheidde zich door intuïtie, verrassing en overzicht. Ook liet hij een keer twee loopgraven van respectievelijk 21 en 17 kilometer lang aanleggen om zijn troepen onzichtbaar zich te laten verplaatsen. Door deze tactiek heeft hij dus menigeen verslagen, vernedert en vernietigt. Nero had die controle niet. Wat wel in het voordeel van Nero is, is dat er niet zoveel te vechten was. Hij was een controlerende keizer die het leiden aan ander overliet en meer veroveren hoefde hij niet. Augustus had dus zijn ziekelijke lichaam tegen zich. Hierdoor was hij vaak thuis op bed, ook op belangrijke plaatsen en gevechten liet hij verstek gaan. Julius is klaarblijkelijk zijn hele leven gezond geweest op wat zwaardslagen en krassen/schrammen na. Hiermee was hij natuurlijk ook gezegend, wat niet vreemd is omdat iedereen aannam dat hij de zoon was van Venus de godin. Dit is in sterke twijfel getrokken door latere critici, voor die van de 21e eeuw.
Humanitair gebied
Caesar heeft op humanitaire dingen veel goeds gedaan. Om op hogere posten te komen kocht hij niet twee hooggeplaatste heren om, maar het hele volk. Hierdoor stond hij veel sterker. In vergelijking met Nero was Caesar zeer geliefd bij het volk. Na een overwinning volgde vaak een beloning in goud voor de soldaten, maar ook de burgers van Rome. Ook deed Julius veel voor de armste bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld het kopen van grond zodat ze boer konden worden buiten de stad. Hij deelde ook met grote hoeveelheden graan uit. Augustus kan hem nog redelijk volgen met zijn goedheid. Ook Augustus was liever geliefd bij het volk dan de hogere heren. Hierdoor had hij veel controle in de stad en het Rijk. Octavius had ook dingen voor Rome gedaan die Caesar niet had (kunnen) doen. Hierbij moet u denken aan:
- zorgen voor vrede in het Rijk
- welvaartsniveau opkrikken
- reorganisatie van het overheidsorgaan
- bouwen van talloze tempels en altaren
Door deze kenmerken werd Octavius ook wel Augustus (verhevene) genoemd. Caesar heeft ook de nodige tempels en altaren gebouwd, maar was toch meer gericht op het helpen van individuen en niet het hele Rijk. De bevoegdheden van Augustus gingen ook veel verder dus had hij meer manieren om dingen voor het volk te doen. Nero heeft weinig voor het volk gedaan. Voornamelijk dingen tegen het volk. Zijn keiharde manier van regeren is het (gelukkig) fataal geworden. Mocht hij tegenwoordig zoiets doen, stond hij morgen voor het Tribunaal in Den Haag. Hij heeft de raarste en vieste dingen gedaan met mensen. Zo heeft hij christenen gebruikt als fakkels voor een tuinfeestje. Hij werd niet bemind door het volk, maar gevreesd. Caesar heeft alleen geweld tegen het volk ingezet nadat ze hem ook onrecht hadden aangedaan. Als ze hem bijvoorbeeld hadden beroofd zoals op een boot gebeurde, heeft hij daarna de dieven achtervolgd en laten vermoorden. Verdere ongeregeldheden hebben niet plaatsgevonden in het tijdperk Caesar. Een paar opstandjes van Germaanse stammen, maar dat is haast niet noemenswaardig. Nero heeft het Romeinse volk gebruikt voor eigen gewin. Zodat hij het duurste en grootste paleis uit de Romeinse geschiedenis kon bouwen. Voor dit bouwwerk af was, waren menig bouwer en architect vermoord, omdat ze traag werkten. Caesar hield van Rome en deed veel voor zijn land. Zijn vaderlandsliefde kwam van heel ver weg. Recht uit zijn hart, bij Nero heb ik gegronde twijfels... Augustus heeft voor het veiligstellen van zijn macht veel verfraaiingen aangebracht in de stad Rome.
Ten opzichte van Nero was Caesar een vredelievende man tegenover zijn vijanden. Zelden tot nooit heeft hij tegenstanders vermoord laten verdwijnen of onteerd om te krijgen wat hij wilde. Nero daarin tegen heeft meer mensen vermoord voor het bereiken wat hij wilde dan zes andere keizers bij elkaar. Hierdoor is Nero ook wel een vertolking van de duivel in sommige tijden van de geschiedenis. Nero’s manier van regeren werd vaak al gerelateerd met ongure praktijken. Nero had ook contacten met de onderwereld
die hem nodig hadden om praktijken te legaliseren. De mensen die hem steunde werden overgoten met giften en tegenstanders vermoord. Hierdoor is een redelijk deel van de bevolking vermoord door deze bruut. Caesar noch Augustus zou zoiets gedaan kunnen hebben. Zij regeerden ook met plezier en hielden van de burgers in de stad. Van sommige gelukkig wel meer dan de andere. Zowel Augustus als Caesar hebben triomftochten gemaakt. Nero had er geen wettelijke reden voor dus moest het vergeten. Meerdere malen heeft hij te kennen gegeven er ook eentje willen houden. Alle drie de heersers hebben veel toneelstukken en gladiatorengevechten voor het volk gehouden. Dit gaf blijk van een goede sfeer binnen het Rijk. Door de goede economie die alle drie de personen hadden konden ze zonder al te veel op het landelijke budget te letten, grote feesten geven en het is dan ook niet vreemd dat meer dan de helft van de dagen op de kalender feestdagen waren. Augustus spande de kroon met vijf triomftochten. Twee daarvan waren te voet (kleinere) en drie met paard en wagen (grotere). Hij heeft deze gehouden voor zichzelf na overwinningen of goede daden. Om een paar goede daden van Augustus te benadrukken heb ik een citaat uit zijn eigen boek: RES GESTAE DIVI AUGUSTI Ik heb de graanvoorziening in een periode van groot tekort aan koren ter hand genomen. En deze graanvoorziening heb ik op eigen kosten en in eigen beheer zo georganiseerd dat binnen een paar dagen alle burgers van de heersende angst en beproeving bevrijd waren.
Een ander citaat dat zijn goedheid benadrukt is Het gewone Romeinse volk heb ik uit mijn vaders erfenis per man 300 sestertiën gegeven en in mijn vijfde consulaat uit eigen naam uit de krijgsbuit 400 sestertiën. Tijdens mijn tiende consulaat heb ik uit mijn ouderlijk bezit weer 400 sestertiën per persoon als gift uitgeteld, tijdens mijn elfde heb ik twaalf keer graan dat ik zelf gekocht had uitgedeeld en tijdens mijn twaalfde jaar dat ik de macht had alsof ik volkstribuun was, heb ik voor de derde keer 400 sestertiën per persoon geschonken. Deze gratificaties van mij bereikten altijd meer dan 250.000 mensen.
In het achttiende jaar dat ik de macht had alsof ik volkstribuun was (mijn twaalfde als consul) heb ik aan 320.000 personen van het gewone volk in Rome zestig denarii per persoon gegeven.
In de koloniën van mijn soldaten heb ik tijdens mijn vijfde consulaat iedereen afzonderlijk 1000 sestertiën uit de krijgsbuit gegeven. Rond de 120.000 bewoners van de koloniën hebben deze gratificatie bij mijn triomf ontvangen.
In mijn dertiende consulaat heb ik het gewone volk, dat toen in aanmerking kwam voor gratis koren, per persoon 60 denarii geschonken. Dit betrof iets meer dan 200.000 mensen.
Hieruit blijkt dat Augustus een zeer plezant mens was als leider. Hij was zeer rechtvaardig, maar zorgde ook dat zijn volk tevreden was. Caesar had deze gewoonte ook, dus misschien liep het in de familie(zo wie zo niet in de genen).
Succes van de drie grote heren
Het succes van Caesar is wel de meest opvallende. Hij is zonder rechten en voordelen zo hoog gekomen. Hij heeft alles zelf moeten doen en opknappen. Augustus en Nero waren erfgenamen. Nero moest er eerst wel eentje voor vermoorden… Caesar had niemand voor zich die hem in het zadel zette, hij is er zelf ingesprongen. Nadat hij eindelijk macht vergaard had is hij er goed mee om gegaan. Hij bleef ervoor zorgen dat het volk en het merendeel van de Senaat achter hem stonden. Hij kon immers ook niet weten dat hij vermoord zou worden. Iets verkeerds heeft hij niet gedaan. Ten opzichte van Augustus lijkt het succes van Caesar in het niet te vallen, maar dat zie ik anders. Caesar heeft persoonlijk voor dat succes gezorgd, terwijl Octavius het door andere liet opknappen en zelf (legaal) met de eer ging strijken. Het voornaamste succes van Augustus is waarschijnlijk het terug laten keren van de vrede in het Romeinse Imperium. Dit was immers niet zo makkelijk als vele denken. Een groot Rijk had hij onder zich staan en alleen de macht en dus ook alleen beslissen is bepaald niet makkelijk. Caesar heeft wel veel meer moeten doen voordat hij eventueel alleen macht kon vergaren. Hij heeft menig tegenstander uit de weg moeten ruimen door rechtszaken, omkoping en valse bekentenissen. Het succes van Caesar lag denk ik bij het vertrouwen wat het leger en het volk in hem had. Zonder de veroveringen op de juiste tijdsstippen was Caesar niet zo belangrijk geweest. Hij heeft menig hoog ambt bekleed en heeft het er altijd goed vanaf gebracht. Nero heeft qua succes weinig tot niets bereikt. Hij heeft dan wel een, volgens eigen zeggen, een prachtig leven gehad als dichter en zanger, maar bijna niemand is het hier mee eens. Het succes dat nero had moest hij veiligstellen door vele moorden, mishandelingen en ontuchtheden. Chantage was zijn grote succesmiddel en hij had de gave mensen bang te maken tot op het bot. Ze gingen hem liever uit de weg. Zijn eigen moeder moest het met haar leven bekopen, omdat ze teveel macht had volgens Nero. Nero had ook graag veel feesten. Op die feesten waren de raarste dingen heel normaal. Dit was een klein voordeel voor Nero, omdat hier Senatoren, Consuls en dergelijke goed konden feesten zonder roddels in de wereld. Die roddels kwamen er ook niet, tenzij Nero ze kon gebruiken. Het succes van Octavius was iets vanzelfsprekends. Hij had weinig moeite met de gebieden te veroveren of behouden. Zijn goed opgeleide generaals deden dit werk graag voor hem. Zijn succes ligt ook deels in het feit dat hij met alle eer kon strijken, terwijl hij, door slechte gezondheid, zijn bed amper kon verlaten. De wet was Augustusachtig. Alles in het voordeel van de keizer. Hij deelde veel van zijn succes wel met het gewone volk en Senatoren, hierdoor bleef zijn macht verzekerd. Augustus had ook een krachtige vrouw achter zich staan. Deze vrouw was zo belangrijk dat ze na zijn dood tot Augustina werd uitgeroepen. Het succes van Augustus duurde nog even voort.
Persoonlijke levens van Nero, Caesar en Octavius
De levens van Caesar, Nero en Augustus hebben hun overeenkomsten, maar ook verschillen ze weer. In alle drie de levens zijn ze opgevoed in de goede kringen van de samenleving. Hierdoor stond de deur al op een goede kier voor hen latere machtspositie. Je kunt ook concluderen dat zonder Caesar, Augustus en Nero geen macht hadden gehad. Het begon namelijk met Caesar met het overdragen van de macht door de gezinnen heen. De keizer of heerser droeg zijn macht over aan meestal zijn zoon of anders een genoemde in zijn testament.
In deze stamboom kan je zien hoe het loopt vanaf Julius Caesar
Venus X Anchises
| |
Amor Aeneas X Creusa
|
Ascanius=Julus
| |
(diverse generaties)
| |
| Rea Silvia=Ilia X Mars
| |
| Romulus & Remus
| =Quirinus
mythe |
geschiedenis |
|
Julius Caesar (+44vC) & Julia X Atius
¦ |
¦ Octavius X Atia
¦ |
Octavianus = Augustus (27v-14nC) X Livia X Tiberius Claudius Nero
¦ | |
¦---------------------|---------. |
¦----Marcellus 1 X | ¦ |
¦ Julia X 3 Tiberius (14-37) & Drusus X Antonia
¦------Agrippa 2 X |
'----------------|-------. |
¦ | ¦ |
Gaius Caesar & Lucius Caesar & Agrippina X Germanicus & Claudius (41-54)
|
Gaius Caligula (37-41) & Agrippina
|
Nero (54-68)
Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen het verhaal dat Caesar vertelt en de werkelijkheid. Hij claimde de zoon te zijn Venus een Romeinse godin. Het leven van Augustus neemt pas een wending nadat hij als erfgenaam van Julius Caesar aan de macht komt. Als eerste daad wil hij de dood van zijn stiefvader wreken. Hij spoort de mensen van complot op en laat ze vermoorden. Nu begint zijn leven dus pas echt. Met de naam van zijn vader haalt Augustus een hoop succes in huis. Hij is namelijk ook van goddelijke afkomst. Nero heeft ook het ‘bloed’ van Caesar in zijn aderen lopen en is ook als tweede in de rij van erfgenamen op de troon gekomen. Succes heeft hij nooit echt gehad. Hij dacht dat zijn muzikale talenten hem wel de nodige successen zouden brengen maar dit was niet het geval.
Commentaar op de resultaten
Ik ben tevreden over mijn onderzoeksresultaten. Het was niet echt een onderwerp dat helemaal nieuw was voor mij, maar ik weet er nu véél meer van. Ik wist niet dat Augustus een adoptieve zoon was van Caesar. Nero was een voorbeeld die ik erbij heb gekozen, omdat het ook een bekend figuur is uit de Romeinse Oudheid. Caesar is van grote invloed geweest voor de rest van het verloop van het Romeinse Rijk en nu nog steeds zien we dingen terug.
Na een zodanig breed onderzoek zijn er bij mij ook nog wat meer vragen boven komen drijven:
- Wat zorgde ervoor dat Nero gewelddadig werd?
- Wie had de meeste invloed op het leven van Julius Caesar?
- Waarom leed Caesar haast geen nederlagen in de oorlog en de politiek?
- In hoeverre is er wat waar van de anekdote: ‘mijn moeder was Venus’, van Caesar.
Persoonlijke reflectie op het onderzoek
Bij mijn volgende onderzoek ga ik mij wat beter houden aan de afspraken en tijdsschema’s. Hierdoor zou ik iets meer overzicht krijgen van wat er gedaan moet worden en hoe. Een paar goede boeken zouden ook van pas kunnen komen, maar met de boeken die ik heb gebruikt kwam ik ook goed uit de verf. Er was een boek van de bibliotheek die ik wel nodig had, maar die was er niet meer. Ik zou ook mijn begeleidster om meer hulp vragen, want ik kwam er soms eventjes niet meer uit. Ik was alsnog te koppig voor hulp, terwijl de gepaste hulp dichtbij was.
Wat ik hetzelfde zou doen bij mijn eventuele volgende onderzoek zou zij de lay-out, overzichtelijkheid en de uitwerking van de informatie. Dit is ook het deel waar ik veruit het meeste aandacht in heb gestoken. Voor mijn vervolgstudie moet ik ook lange teksten kunnen schrijven en dit was een hele goede oefening. De verwoording van wat wat ik wilde zeggen ging ook wel goed. Ik heb precies de woorden kunnen vinden die ik nodig had. Aan mijn motivatie zal ik ook niets veranderen. Bij mij is het een kwestie van eventjes op gang komen en dan heb ik er redelijk veel zin in. Hoe verder je dan komt, hoe meer zin je krijgt om het af te krijgen. Het is desalniettemin een mooie opdracht om te doen en ik ben ook blij geschiedenis te hebben gekozen.
Presentatie gedeelte hoefden wij niet te doen dus daar doe ik ook geen uitspraken over
Als mijn docente (mevrouw Lems) volgend jaar weer een profielwerkstuk zou begeleiden, zou ik haar willen vragen toch de nadruk te leggen op de inhoud. Voor mijn gevoel ligt bijna meer dan 50% van het werkstuk bij voorbereiding en logboek, planning en dergelijke. Dit rekent heel zwaar mee, terwijl ik persoonlijk het belang meer vind liggen bij het werkstuk zelf.
Verder heb ik niets op of aan te merken over de begeleiding die ik heb ontvangen. Ik ben goed geholpen de keren dat ik hulp nodig had en de samenwerking tussen mevrouw Lems en mij verliep verder soepel. Ik heb wel ingezien door het werk wat erin gaat zitten dat mevrouw Lems wel dicht op je huid moet zitten. Als je in het begin fout gaat, kan je helemaal opnieuw beginnen en dat zou ook zonde zijn.
Eindconclusie(s)
Om maar meteen met de deur in huis te vallen, ik vond het een hele leuke opdracht om te doen. Ik nog nooit zolang met iets bezig geweest. Het vergde zoveel precisie en aandacht van mij dat ik buiten school weinig of geen privé-leven overhield. U kent waarschijnlijk MSN wel, altijd afwezig. Nee, sorry Mark ben bezig met mijn profielwerkstuk. Dit was slechts ter illustratie van hoe hectisch het er bij mij aan toe ging. Tot in de late uurtjes heb ik eraan zitten werken. Ik ben namelijk een perfectionist en kan als ik een foutje zie in mijn werk het niet laten zitten. Alles moet tot in de puntjes perfect zijn. Ik heb ook liever 20 kantjes teveel dan twee regels te weinig. Hierdoor is het een groot verslag geworden, waar wel alles instaat waarvan ik denk dat het erbij hoort. Ondanks het feit dat mijn profielwerkstuk zo alomvattend was heb ik nog tijd gezien wat kleine extra’s bij te voegen. U moet hierbij denken aan het woordenboek en kaarten van het Romeinse Rijk.
Eerlijk gezegd ben ik eigenlijk wel geschrokken van het werk dat zo groot verslag vergt. Toen ik de 40 studielast-uren zag die erbij hoorden dacht ik, dat is toch veel te veel! Nee dat bleek niet het geval met informatie zoeken erbij ben ik wel ietsje meer dan 40 uur bezig geweest met dit verslag. Maar als ik dan kijk naar het eindresultaat is het wel iets om trots op te zijn. Meestal maak ik de verslagen voor de cijfers en de leraren, maar dit verslag gaat een mooi plaatsje krijgen. Ik zou het verslag eigenlijk moeten verkopen aan een uitgeverij, maar ja dat kan altijd nog. Ik denk wel dat ik antwoord heb gegeven op mijn vergelijkingen op verschillende manieren. Op de vier punten die ik had genomen:
- militair
- humanitair
- succes
- en leven
heb ik duidelijk verbanden kunnen leggen. Ik hoop daarom ook dat deze verbanden ook duidelijk naar voren zijn gekomen in mijn verslag.
Ik heb zelfs mijn logboek bijgehouden, wat er toe leidt dat het praktisch kloppend is. Dit alleen heeft mij de nodige moeite gekost om telkens als ik iets voor mijn verslag deed er een notitie van te maken. Het werd geen gewoonte om dat te doen.
Ook het informatie verzamelen ging wel redelijk. Al snel had ik in de gaten dat met Internet alleen ik er bij langer na niet zo komen. Daarom ben ik naar de bibliotheek gegaan en heb de nodige boeken meegenomen. De lijst van gebruikte boeken is op zich wel lang, het omvat 14 boeken waarvan er tien specialistische boeken zijn. Ik heb ze allemaal nodig gehad voor het maken/beantwoorden van mij profielwerkstuk.
Als afsluiting hoop ik dat u net zoveel plezier heeft met het lezen/nakijken van dit verslag als ik van het maken. Het zijn een hoop pagina’s maar dat mocht mijn pret niet drukken. Bij dezen hoop ik mijn profielwerkstuk af te sluiten. Ik had alleen nog een vraagje: Krijg ik hem na het nakijken wel weer terug of moet hij op school blijven als archief of zoiets dergelijks?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten