De nazi's noemden Duitsland (en het hele 'Groot-Germaanse Rijk', met alle aangesloten en bezette gebieden) ook wel het Derde Rijk. Dat Derde Rijk zou volgens de nazi-propaganda duizend jaar duren. Het bleef bij twaalf jaar, van 1933 tot 1945.
Na 1942 werd in Duitsland steeds vaker gefluisterd dat het tijd werd voor een 'vierde rijk', een Duitsland zonder Hitler en de nazi's. Toen dit Hitler ter ore kwam verbood hij het gebruik van de benaming Derde Rijk. 'Het Derde Rijk' was al voor 1933 een populair begrip in bepaalde Duits-nationalistische kringen.
Moeller van den Bruck
Dat kwam door het werk van Arthur Moeller van den Bruck (1876-1925). Moeller van den Bruck publiceerde in 1923 een boek dat 'Das Dritte Reich' heette. Het was een pleidooi voor een ander Duitsland, geleid door een Führer, een uitverkoren leider die land en volk tot nieuwe grootheid zou brengen.
De Duitsers zouden dan zichzelf hervinden. Ze zouden strijdbaar zijn, opofferingsgezind, vervuld van oude waarden, bevrijd van het liberalisme ('drager van zelfzuchtigheid en individualisme') en van de hele cultuur van het volgens Moeller verdorven en verderfelijke Westen.
Het Derde Rijk moest de opvolger worden van het Duitse rijk uit de middeleeuwen en van het Duitse keizerrijk, dat van 1871 tot 1918 had bestaan.
Het duizendjarig derde rijk
Het idee van een duizendjarig 'derde rijk' waarin alles goed zou komen, was geen bedenksel van Moeller van den Bruck zelf. Het had oorspronkelijk zelfs niets met Duitsland te maken. Het idee was afkomstig uit het werk van een Italiaanse geestelijke uit de twaalfde eeuw, Joachim di Fiore.
Deze geleerde was op grond van bijbelstudie tot de conclusie gekomen dat de geschiedenis drie grote tijdperken kende, in opgaande lijn. Joachim di Fiore meende zelf in het tweede tijdperk te leven. Het derde lag in de toekomst, dat was het duizendjarige rijk van de Geest. Deze driedeling is door allerlei latere denkers opgepakt en van nieuwe betekenissen voorzien. Joachim di Fiore zou er van hebben opgekeken.
Hitler en Moeller
In 1922 heeft Hitler, die toen nog maar kort politicus (leider van de NSDAP) was, een keer Moellers studieclub in Berlijn toegesproken. Hitler vond dat een grote eer. Maar Moeller kon in die schreeuwende nazi-leider onmogelijk de toekomstige Führer van de Duitsers zien.
Na Hitlers mislukte staatsgreep in München, de hoofdstad van de deelstaat Beieren (8-9 november 1923), had Hitler volgens Moeller zijn tijd gehad. Hitler, aldus Moeller, was een verdienstelijke propagandist voor de Duitse zaak geweest. En aan fanatisme ontbrak het hem zeker niet. Maar daarbij was hij ook wel erg primitief.
(Dit alles is uitvoerig beschreven door de historicus Fritz Stern, in 'The politics of cultural despair. A study in the rise of the germanic ideology', 1961/1974.)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten