Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

vrijdag 22 februari 2008

Praktische opdracht Kcv Kunst en architectuur in dienst van de propaganda

Po KCV

Kunst en architectuur in dienst van de propaganda

Inhoudsopgave

* Inleiding
* Propaganda: wat is het eigenlijk?
* Augustus
 Inleiding
 Augustus en zijn leven
 Augustus als persoon
 Augustus en kunst
 Augustus en propaganda
* Trajanus
 Inleiding
 Trajanus en zijn leven
 Trajanus en kunst
 Trajanus en propaganda
* Hitler
 Inleiding
 Hitler en zijn leven
 Hitler als persoon
 Hitler en kunst
 Hitler en propaganda
* Mussolini
 Inleiding
 Mussolini en zijn leven
 Mussolini en kunst
 Mussolini en propaganda
* Vergelijkingen:
 Augustus versus Trajanus
 Hitler versus Mussolini
 De twee keizers versus de twee dictatoren
* Nawoord
* Bronnen

Architectuur en kunst in dienst van de propaganda

Inleiding

Door de geschiedenis heen is er altijd gebruikt gemaakt van propaganda, een machtig middel om mensen een bepaalde mening op te dringen of een bepaald beeld te geven.
Al in de vroegste geschiedenis van de mensheid proberen leiders hun volk en hun mensen te beïnvloeden, positief, maar al te vaak negatief.
Lang geleden waren het al de Romeinse keizers, zoals Augustus en Trajanus, maar later onder andere Napoleon, Hitler en Mussolini die er gretig gebruik van maakten. Propaganda kan op veel manieren tot de mensen gebracht worden, bijvoorbeeld door media. Waar ik het over ga hebben in dit werkstuk is de propaganda in de vorm van kunst en architectuur. Vele machtige leiders hebben enorme bouwwerken neergezet om hun macht te ondersteunen, denk maar aan de triomfbogen van een groot aantal Romeinse keizers en van Napoleon. Kunstenaars kregen de opdracht alleen nog kunst te maken in dienst van de regering en hun ideeën. Hierdoor bestaat een groot gedeelte van de kunstgeschiedenis uit propagandakunst: kunst die voor ogen had het volk te beïnvloeden in dienst van het regiem.
In dit werkstuk ga ik verschillende onderwerpen behandelen. Ik begin eerst met de vraag ‘wat is propaganda eigenlijk: wat houdt het in en wat valt eronder?’ Daarna zal ik verschillende grote leiders uit de wereldgeschiedenis bespreken, te beginnen met Augustus en Trajanus. Hierna behandel ik twee wat recentere leiders, namelijk Adolf Hitler en Benito Mussolini, beide dictators. De twee invloedrijke keizers zal ik daarna met elkaar vergelijken op het gebied van propagandagebruik en ook de twee dictators zal ik met elkaar vergelijken. Tenslotte vergelijk ik de twee Romeinse keizer met de twee fascistische dictators en zal ik bekijken wie uiteindelijk het beste gebruik heeft gemaakt van propaganda.
Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat het me van alle mogelijke onderwerpen het meeste aansprak. Ik heb geschiedenis altijd al leuk gevonden en vooral dictators hebben me altijd erg geboeid. Van Hitler weet ik al aardig wat, maar het leek me interessant om ook Mussolini eens te onderzoeken. Ook lijkt het me leuk wat meer over keizers uit de Romeinse tijd te weten. Dit onderwerp is een mooie combinatie tussen kunst en geschiedenis en is daarom voor mij een mooie uitdaging.

Propaganda: wat is het eigenlijk?

Het woord propaganda komt af van het Latijnse woord propagare en dat betekent voortplanten, tot ontwikkeling brengen. Propaganda staat voor de weloverwogen beïnvloeding van de houdingen, meningen en handelingen van een bepaald publiek. Dit gebeurt door gebruik te maken van bepaalde symbolen, zoals woorden, kleding, gebaren, muziek, vlaggen, monumenten, beeldende kunst en afbeeldingen. Met propaganda wordt geprobeerd mensen een bepaalde idee op te dringen of ze tot een bepaalde handeling aan te zetten. In eerste instantie kan je bij propaganda niet spreken van manipulatie, omdat propaganda niet betekent dat er maar één kant van het probleem wordt getoond. Maar de kans dat het inderdaad manipulatie wordt is groot, vooral als het wordt gebruikt in een dictatuur. Het is moeilijk als je iemand iets wil laten denken, om dan ook de andere, voor jou negatieve kant, te laten zien. Propaganda is er dan niet meer op gericht mensen eigen conclusies te laten trekken, maar dringt de mening van degene die het maakt of laat maken op.

Oorspronkelijk betekende propaganda dan ook alleen het verbreiden van een boodschap. Het eerste gebruik van het woord is waarschijnlijk geweest in de naam van de Congregatio de propaganda fide door paus Gregorius de Vijftiende: de congregatie ter verbreiding van het geloof. Lang werd het woord slechts in godsdienstige zin gebruikt, pas in de laatste 200 jaar ook daarbuiten.

Voor de tweede wereldoorlog waren vereenvoudiging, herhaling en het gebruik van stereotiepen belangrijke kenmerken van propaganda. Na 1945 zie je steeds meer de propaganda steeds meer wordt afgestemd op het publiek waar het voor bestemd is, dat wil zeggen dat het medium waarmee het publiek bereikt moest worden, gerichter werd gekozen.
Deze ontwikkeling kwam voort uit wetenschappelijk onderzoek dat had aangetoond dat:
1. Mensen zich afsluiten voor informatie uit bronnen die ze niet vertrouwen.
2. Mensen laten hun mening niet makkelijk beïnvloeden door de onpersoonlijke massamedia, maar worden vooral beïnvloedt door zogenaamde referentiegroepen, groepen waarmee de persoon zich identificeert. Voor propaganda is het dus verstandig deze groepen te gebruiken en niet de massamedia.
De laatste jaren wordt propaganda gezien als persuasieve communicatie. De propagandist wil anderen immers bewust overtuigen van zijn eigen politieke, religieuze of ander idealen.

Het begrip propaganda is erg verwant met het begrip agitatie. Agitatie is afgeleid van het Latijnse woord agitatio, wat het in beweging brengen betekent. Agitatie is een term waarmee het streven denkbeelden en gevoelens van publiek te beïnvloeden door dingen als het gesproken en gedrukte woord, afbeeldingen, muziek en demonstraties. Dit is bijna dezelfde definitie als die voor propaganda wordt gebruikt.

Het is erg moeilijk een scheidslijn aan te brengen tussen deze twee begrippen en ze worden daarom ook vaak als synoniemen gebruikt. Er zijn wel pogingen gewaagd om de twee begrippen te scheiden, vooral door de communisten (Lenin). Propaganda maakt bijvoorbeeld vooral gebruikt van het geschreven woord, agitatie van het gesproken woord. Propaganda richt zich vooral op het intellect, agitatie op het sentiment. Propaganda heeft een meer theoretisch karakter en bestaat uit het verspreiden van algemene politieke ideeën, agitatie daarentegen richt zich meer op het praktische gedeelte, namelijk het volk aan zetten tot acties op politiek of maatschappelijk terrein.

Ik spreek in dit werkstuk over propaganda, omdat dit de meest voorkomende benaming is en de twee begrippen lastig te scheiden zijn. Verder komen de eigenschappen van propaganda iets beter overeen met dat wat ik ga behandelen, namelijk de kunst. Verder in dit werkstuk wordt dus gesproken van propaganda, ook als het in sommige gevallen beter onder het kopje agitatie zou passen.

Propaganda wordt dus gebruikt om een bepaalde doelstelling (meestal politiek) te bereiken. Vaak wordt dit bereikt door een bepaald enthousiasme, soms zelfs fanatisme bij het publiek te kweken. Propaganda wordt dan ook vooral gebruikt door radicaal gezinde politieke en levensbeschouwelijke groeperingen. Toch zie je de laatste jaren de trend dat steeds algemenere en minder extreme groepen gebruik maken van propaganda. Je kunt bijvoorbeeld de Amerikaanse berichtgeving over de oorlog in Irak ook een vorm van propaganda noemen, de schokkende dingen werden immers in eigen land niet getoond, omdat anders de publieke opinie zich misschien tegen de oorlog zou keren.
De doelstellingen kunnen erg verschillend zijn. Voorbeelden zijn: het ten val brengen van een politieke leider, het bereiken van een maatschappelijke hervorming of het wijzigen van het politieke stelsel.

Zo is er propaganda gebruikt in de strijd voor loonsverhogingen, vrouwenrechten, nationale onafhankelijkheid, democratie, fascisme en communisme. Propaganda wordt dus niet altijd voor slechte doeleinden gebruikt, maar toch heeft het over het algemeen een negatief karakter. Ondanks dat zou je zelfs reclame een vorm van propaganda kunnen noemen. Propaganda is dus qua gebruik een heel breed begrip.

Verder wordt propaganda gebruikt om in autoritair geregeerde landen de stemming van de bevolking zo te beïnvloeden dat hij voor de machthebbers positief is. Hiermee streven dat regiem er dus maar hun macht zo stabiel mogelijk te maken. Over deze vorm van propaganda zal ik het in dit werkstuk vooral gaan hebben.

Augustus

Augustus was de allereerste keizer van het Romeinse rijk. Onder zijn regiem was het Romeinse rijk in bloei en hij is de geschiedenis in gegaan als een van de beste keizer die Rome heeft gehad. Augustus stond bekend om zijn intensieve gebruik van propaganda. Om een beeld te krijgen van deze man nu eerst een korte biografie.

Augustus en zijn leven

Augustus heette eigenlijk Gaius Octavianus. Officieel kende de senaat hem deze titel, die ‘de verhevene’ betekent, toe in 27 voor Christus, maar eigenlijk heeft hij zich deze titel zelf toegekend. Hij werd geboren in Rome op 23 september 63 voor Christus en stierf op 19 augustus 14 na Christus in Hola. Zijn regiem duurde van 27 voor Christus tot 14 na Christus.
Augustus was een zoon van Gaius Octavianus, die al vroeg stierf en Atia, de dochter van de zus van Julius Caesar, Julia.
Na de moord op Caesar 44 voor Christus bleek uit zijn testament dat hij Augustus had geadopteerd en hem tot zijn voornaamste erfgenaam had benoemd. Augustus zat op dat moment in Appolonia en haastte zich met zijn vriend Marcus Vipsanius Agrippa naar Rome om zijn deel op te eisen. Daar liet hij de adoptie officieel maken en heette daarna volgens de traditie in Caesars familie Gaius Julius Ceaser Octavianus. Hoewel Augustus de erfgenaam van Julius Caesar was, wierp Marcus Antonius, de rechterhand van Caesar, zich op als zijn opvolger. Na geruzie tussen Augustus en Antonius besloten ze samen om een verband te sluiten waar ook Lepidus lid van werd. Lepidus was een medestander van Antonius. Dit verband heet triumvirato ofwel het (tweede) driemanschap. Ze spraken af om Rome zo 5 jaar te leiden. Deze periode was niet erg vreedzaam, onder andere Cicero werd in opdracht van Augustus gedood en verder werden honderden burgers ter dood gebracht.
Augustus en Antonius hadden samen succes toen zij de moordenaars van Caesar, Brutus en Cassius, versloegen en zij zelfmoord pleegden. Hierna werd de macht van de drie mannen door middel van een verdrag verdeeld: Augustus kreeg het westen van Europa, Antonius het oosten en Lepidus Afrika. Italië zelf bleef neutraal. Het verdrag werd in eerste instantie verlengd met nog eens 5 jaar, maar Lepidus werd er al snel uit gegooid.
Ondanks dat Antonius getrouwd was met Octavia, de zus van Augustus, begon hij toch een relatie met Cleopatra, de koningin van Egypte. Door dit haalde hij de woede van Augustus op zijn hals en ook van een deel van het Romeinse volk. Het Romeinse volk had altijd al een wantrouwen gehad tegenover het oosten. Toen Cleopatra ook nog troepen naar Griekenland liet verplaatsen was het hek van de dam, Augustus liet door het deel van de senaat dat hem steunde de oorlog verklaren aan Cleopatra en dus aan Antonius. Agrippa, de vriend van Augustus, versloeg op 2 september 31 voor Christus Antonius en Cleopatra in een zeeslag zij Actium. Zij vluchtten naar Egypte en pleegden beiden zelfmoord.
Na dit werd Augustus de onbetwiste heerser in het Romeinse rijk. Hij kende zichzelf de titels imperator en princeps toe, maar ondanks dit beloofde hij de republiek te herstellen. Dit is echter nooit gebeurd, hoewel hij in 27 voor Christus zijn volmachten wilde neerleggen, smeekte de senaat hem die aan te houden. Hij stemde hiermee in als hij de macht mocht delen met de senaat. Hij werd leider van de senaat en de leider van de staat. Verder kende de senaat hem de titel ‘Augustus’ toe en was de eerste echte Romeinse keizer. In feite had Augustus deze hele vertoning verzien, het was nooit zijn bedoeling zijn macht echt in te leveren.
Augustus had dus eigenlijk de absolute macht, maar was zo slim om het voor de senaat zo te laten lijken dat zij ook nog wat in te brengen hadden. Caesar was immers ook vermoord voor zijn autoritaire bewind. Augustus had dus officieel niet de absolute macht. Zijn regeringsvorm staat bekend als het zogenaamd principaat. Deze regeringsvorm was gebaseerd op het republikeinse beginsel, maar die werden steeds meer uitgehold. Augustus (absolute) macht was gebaseerd op de volgende dingen:
- De "tribunicia potestas". Stapsgewijs verwierf hij alle voordelen van het tribunaat
- Het vetorecht, het recht om de senaat bijeen te roepen, om wetten voor te stellen, onschendbaarheid - niet voor één jaar maar voor het leven en niet beperkt tot Rome maar voor het hele keizerrijk
- Het "imperium proconsulaire", d.w.z. de burgerlijke, militaire en rechterlijke bevelsmacht eigen aan consuls, niet voor één jaar maar voor tien jaar en meer. Hij werd dus tegelijk de opperbevelhebber, de bestuurder en de opperrechter van het keizerrijk.
- De godsdienstige macht. In 12 v.C. werd hij pontifex maximus, leider van de Romeinse godsdienst en hoeder van de nationale tradities.
Zijn macht was dus volkomen legaal. Door naast de traditionele (bestuurs)organen ook nog zijn eigen organen te maken breidde hij zijn macht nog verder uit. Een voorbeeld van zo´n orgaan is de raad van de princeps, een soort ministerraad met daarin zijn beste vrienden/medewerkers. Ook stelde hij een soort korps samen met daarin goedbetaalde magistraten en ambtenaren, waarmee hij het rijk bestuurde.
Op deze manier kon Augustus het Romeinse rijk geheel op eigen wijze en legaal besturen.
Tijdens het bewind van Augustus begon de zogenaamde Pax Romana. Een periode van 200 jaar waarin, voor Romeinse begrippen, het erg rustig was en er vrede was.
Volgens Augustus kon er alleen vrede in een rijk heersen als het redelijk begrensd was. Op dat moment was daarvan dat niet het geval. Ook vond hij dat het rijk in dienst moest staan van de economische en culturele ontwikkeling.
Hij begon dus de grenzen van het rijk vast te stellen: in het noorden de Rijn en de Donau, in het westen de Atlantische oceaan, in het zuiden de Afrikaanse woestijn en in het oosten de Arabische woestijn. In alle grensgebieden werden Romeinse legioenen gelegerd onder toezicht van de keizer. Deze legioenen bestonden niet meer zoals vroeger uit dienstplichtigen, maar uit vrijwilligers die er hun beroep van maakten.
Ook werd een groot en goed netwerk van wegen aangelegd, bedoeld voor het leger om zich snel te kunnen verplaatsen en zo efficiënt opstanden de kop in te drukken.
Door de gewapende vrede aan de grenzen werd het ook in de binnenlanden rustiger. De onderworpen volkeren zagen in dat opstanden nutteloos waren en begonnen meer en meer samen te werken met de Romeinen.
Hierdoor kreeg Augustus de mogelijkheid om ook economische en bestuurlijke orde te scheppen. De economie werd niet langer bedreigd en dus kan ze zich ontwikkelen: de handel, industrie en landbouw namen een bijzonder hoge vlucht, vooral rondom de Middellandse zee.
De handel werd ook enorm positief beïnvloed door de nieuwe wegen. Het rijk was opeens veel ‘kleiner’ en handel was dus veel makkelijker. Mensen gingen meer reizen, niet alleen binnen het rijk, maar er ook buiten.
Ondanks al deze positieve dingen werd Augustus ook met andere dingen geconfronteerd. Hij had een slechte gezondheid, maar had grote problemen een goede opvolger te vinden. Alle mogelijk en gewenste opvolgers stierven een vroege dood. Uiteindelijk was de enige optie zijn stiefzoon Tiberius als zoon aan te nemen en hem tot erfgenaam en mederegent te benoemen.
Augustus stierf uiteindelijk in 14 n.C. tijdens een reis naar Campanië; hij was 76 jaar oud en had 45 jaar geregeerd. Deze uitzonderlijke lange duur was het bewijs van zijn geslaagd beleid. Vlak voor zijn dood schreef hij nog de Res Gestae Divi Augusti. Zijn as werd bijgezet in een door hem gebouwd mausoleum. Een maand na zijn dood werd hij opgenomen tot de goden.

Augustus als persoon

Augustus staat bekend als een van knapste keizers die Rome ooit heeft gehad. Ondanks dat hij er dus fysiek goed uitzag had hij een erg slechte gezondheid. Hij had last van allerlei kwaaltjes.

Augustus was niet zo intelligent als zijn voorganger Julius Caesar, maar dit compenseerde hij ruimschoots met zijn zin voor de werkelijkheid, zijn politieke inzichten en zijn diplomatie.
Hij had zelfkritiek, hield van eenvoud en wist wanneer een compromis te sluiten. Hij was erg tactvol en doorzag situaties erg goed.

Hiertegenover stond dat hij erg berekend was en vooral meedogenloos. Hij had een grenzeloze eerzucht en wilskracht. Hij stond bekend om zijn bedachtzaamheid.
Ondanks dat hij nooit in het leger heeft gediend was hij standvastig en realistisch.
Augustus was er zelf van overtuigd dat hij de republiek had hersteld, maar hier is niks van waar. Hij hield de vorm in stand, maar holde het van binnen totaal uit.

Augustus en kunst

Augustus is een van de eerste grote leiders die gretig gebruik maakte van de mogelijkheden van propaganda. Vanaf het moment dat hij aan de macht kwam kreeg de kunst een sterke propagandistische functie voor de staat en de keizerlijke familie (Augustus zelf dus o.a.): publieke kunstwerken kregen hierdoor een andere betekenis. Augustus liet de grootheid van Rome in het algemeen en van zijn eigen prestaties in het bijzonder verkondigen in kunst en literatuur. Bekende schrijvers als Horatius, Vergilius en Livius werkten voor hem. Augustus en zijn naaste medewerkers (waaronder Agrippa) deden alles om Rome te verfraaien, vooral door het neerzetten van prachtige openbare gebouwen en talloze tempels. 'Ik trof Rome aan in baksteen en liet het na in marmer', zei hij.

Hij gebruikte de propaganda niet alleen, hij deed het ook nog goed en vooral succesvol. Er wordt vaak gezegd dat het keizerrijk in de tijd van Augustus onvermijdelijk was, maar dit is de grootste onzin. Het is het bewijs dat Augustus´ propaganda zelf nu nog zijn invloed heeft. Hij creëerde van zichzelf een beeld als behoeder van de vrede en de welvaart. Hij stimuleerde daarmee de groei van de Romeinse bevolking in het geheel en van zijn regiem in het bijzonder. Verder benadrukte hij in zijn kunst zijn band met Julius Caesar en dus zijn recht op macht.

De kunst onder Augustus´ bewind heet augusteïsche kunst. Kenmerkend voor deze kunst zijn de idealisering en het gebruik van klassiek-Griekse vormen.

De architectuur onder Augustus
Toen hij aan de macht kwam begon hij vrij snel met een bouwprogramma in het hele rijk. In vele grote steden liet hij theaters, aquaducten, zuilenhallen, fora en tempels bouwen. Ook liet hij onafgemaakte bouwwerken van Julius Caesar afmaken. Wat hij allemaal heeft laten bouwen heeft hij aan het eind van zijn leven uitgebreid beschreven in zijn Res Gestae Divi Augusti. Hij beweert daarin zelf in één jaar 82 tempels te hebben gerenoveerd. Deze Res Gestae is terug te vinden op in zijn opdracht gebouwde tempels en gebouwen, onder andere op een aan hem en Roma geweide tempel in Ankara.

Het mausoleum van Augustus.

Na de overwinning op Antonius en dus de verovering van Egypte gaf hij bij terugkomst in Rome de opdracht tot bouw van dit mausoleum. Het moest een eerbetoon aan zichzelf, maar ook aan de Julische familie, waar hij vanaf stamde en erg trots op was. Hij liet daarom ook een aantal gestorven verwanten in zijn mausoleum bijzetten. Het mausoleum staat op de Campus Martius, ofwel het marsveld, net buiten de stad. Augustus liet ervoor zorgen dat het een indrukwekkend monument werd dat geïnspireerd was op het mausoleum van Alexander de Grote en één van de zeven wereldwonderen, namelijk de graftombe van Mausolus.
Augustus zorgde er wel voor dat zijn mausoleum goed paste bij de omgeving: een aantal graftombes uit de republikeinse tijd. Dit gebouw heeft een diameter van 87 meter en is 44 meter hoog. Het heeft galerijen op verschillende niveaus. Het gebouw bestaat uit een aantal rondlopende tufstenen muren die straalsgewijs met elkaar verbonden zijn. Het is dus eigenlijk opgebouwd uit steeds groter wordende cirkels. Tussen de twee buitenste cirkels zijn bomen geplant. Je ging het mausoleum in via een lange gang (dromos). Aan het eind van die lange gang, komt men in het eerste toegankelijke vertrek. Twee doorgangen geven toegang tot een gang die rondom een cirkelvormige cella (kamertje) loopt. In het midden hiervan staat een zuil met daarin een vierkant kamertje. Hier bevond zich het graf van Augustus. Op de zuil stond vroeger het bronzen beeld van de keizer. In de drie nissen van de cella waren andere leden van het Julisch-Claudische keizersgeslacht bijgezet.
De onderste verdieping was bedekt met aarde en rond de eerste verdieping lag een zuilengang. Voor de ingang stonden twee Egyptische obelisken en daar vlak bij waren twee grote bronzen platen met daarop de Res Gestae.
Een monument als deze deed de Romeinen herinneren aan de Etruskische tumuli. Augustus bewees hiermee dus de eer aan het Romeinse erfgoed en gaf zo van zichzelf een beeld dat hij de dingen van vroeger wilde laten herleven.
Augustus is zelf na zijn dood in het mausoleum bijgezet.
Het heeft door de eeuwen heen veel te verduren gehad en er is dus maar weinig van over. Het is moeilijk te zeggen hoe het er precies heeft uitgezien.

Het forum van Augustus

Een van de bekendste bouwwerken van Augustus is het Forum Augusti, dit ligt ten noordoosten van het forum Romanum. Het is, net als het Forum van Caesar, rechthoekig van vorm en heeft aan beide zijden zuilenhallen. Ze zijn beide op de bovenstaande plattegrond te zien. Aan die van Augustus zijn er alleen nog twee halfronde zijvleugels (exedrae) aan toegevoegd aan de zuilenhallen. Ook Trajanus heeft deze toevoeging later voor zijn eigen forum gebruikt. Ook dit is te zien op bovenstaande plattegrond. Het belangrijkste gebouw op het Forum Augusti is de tempel van Mars Ultor, Mars de wreker. Het staat aan de achterkant van het forum, net als de tempel van Venus Genetrix (Venus de moeder) op het forum van Caesar. Het domineert de ruimte voor de tempel. In de tempel stonden beelden van Mars zelf, van Venus en van Julius Caesar. Aan de achterkant van het forum staat een hoge muur die het zicht ontrekt van de wijk die erachter lag: een arme wijk met woonkazernes.

De tempel voor Mars Ultor diende om augustus´ eerbied als zoon te onderstrepen. Ook verwees hij naar de wraak van Augustus op de moord op Caesar. Hij deed dit door bij de slag bij Phillipi de twee moordenaars van Ceasar te verslaan: Brutus en Cassius. Deze was ondertussen ook vergoddelijkt. Verder was een tempel voor Mars een leuke tegenhanger voor de tempel van Venus die op het forum van Caesar stond.
Het waren immers minnaars. Ook had Mars de Romeinen een overwinning bezorgd op de Parthen. Het forum is geheel symmetrisch en daardoor wordt de nadruk gelegd op de middenas die door de tempel heen loopt. Hierdoor werd ook de aandacht gevestigd op het midden van de voorgevel en de ruimte voor de tempel, waar door de Senaat een beeld van Augustus achter een vierspan was neergezet ter ere van hem.
De exedrae dienden als een soort musea, in de zuilenhallen stonden beelden van grote mannen uit het verleden en centraal in elke exedrae stond een beeld van de mythische voorouders van Augustus: Romulus en Aeneas. Aeneas stelde de pietas voor, het godsvertrouwen en Romulus de virtus, de morele moed. Augustus vond beide te bezitten.
De twee beelden waren tevens een soort visuele tegenhanger van geschreven epos van Vergilius: Aeneïs.

Maison Carrée

Dit is een tempel die verrees onder Augustus´ bewind, het is op zich niet echt een bijzondere tempel, maar het is wel een van de best bewaarde tempels ter wereld. Hij staat in Nimes in Frankrijk. Hij werd 19 v. Chr. gebouwd. In de tempel zijn duidelijk Etruskische invloeden terug te vinden, onder andere in het hoge platform, de trap aan de voorkant en het voorportaal. De zuilen zijn Corinthisch.

Theater van Marcellus

Dit theater, ligt net buiten de stadsgrenzen van Rome (toen). Het is gewijd aan de kleinzoon van Augustus: Marcellus. Dit was tevens zijn beoogde opvolger als keizer, hij stierf echter op jonge leeftijd. Het is nog aardig intact, dit komt doordat de bovenste gedeelten zijn omgevormd tot huizen.Het theater is halfrond en heeft 41 openingen in de façade. Het is een van de eerste gebouwen waar verschillende bouwordes door elkaar werden gebruikt.
In het gebouw zijn halve zuilen gebruikt, deze zitten aan de achterkant vast aan een verticaal oppervlakte. Op de onderste verdieping werden zuilen van de Dorische orde gebruikt, op de tweede verdieping werden Ionische zuilen gebruikt en op de nu niet meer bestaande derde verdieping werden Corinthische zuilen gebruikt.

Dit theater is een goed voorbeeld van de typisch Romeinse theaterbouw: een halfrond gebouw met een door een toneel met zijvleugels afgesloten cavea (toeschouwersgedeelte).
Het ontwerp voor dit theater was oorspronkelijk van Ceasar, Augustus heeft het uitgevoerd. 14 n. Chr. was het bouwwerk voltooid.

Boog van Augustus

Tussen de tempels van Julius Caesar en van Castor en Pollux op het Forum Romanum bevinden zich de ruines van de triomfboog van Augustus. De boog had drie doorgangen,een grote in het midden en een smallere aan elke zijde. Het bouwen van die triomfboog markeerde het begin van de bouw van grote gebouwen en monumenten op het Forum.
Augustus heeft deze boog laten bouwen in 29 v.C., waarschijnlijk om zijn overwinning op Antonius en Cleopatra in 31 v.C. in de herinnering te laten voortleven. Hij werd gebouwd op de plaats waar zich een eerdere triomfboog bevond, ook van Augustus, ter herinnering aan zijn overwinning in de zeeslag bij Naulochus in 36 v.C. op de vloot van Sextus Pompeius. Men neemt aan dat deze vervanging een gevolg geweest zou moeten zijn van de bedoeling van Augustus om de nare herinnering aan de burgeroorlog, waaraan hij had deelgenomen tijdens het triumviraat met Antonius en Lepidus, uit te wissen.
De triomfboog van Augustus was zo dicht aangebouwd bij de tempel van Castor en Pollux dat bij latere verbouwingen de trappen van de tempel van Castor en Pollux tegen een van de zij-ingangen van de triomfboog werden gevonden. Aan de andere zijde raakte de triomfboog bijna aan de tempel van Julius Caesar.

Pont du Gard

De Romeinen staan bekend om hun erg knap geconstrueerde aquaducten, en dit is een van de bekendste, vooral omdat hij erg goed bewaard is. Hij werd gebouwd onder Augustus´ bewind door Agrippa in de 1e eeuw v. Chr. Hij ligt in Zuid-Frankrijk, vlak bij Nimes. Boven op loopt de waterleiding en daaronder is nu een weg. Hij is 48.77m hoog en 275m lang. Hij heeft 52 bogen. 6 daarvan bevinden zich in het onderste deel, 11 in het middelste deel en 35 in het bovenste deel. Hij is gemaakt uit kalksteen dat zonder cement of iets anders bij elkaar zit. De boogconstructies zijn erg sterk, en dat terwijl er weinig materiaal is gebruikt. Verder is er een soort ritmiek in de bogen: de grote bogen zitten precies boven elkaar, en boven een grote zitten drie kleine, behalve in het midden, daar zitten er drie.

De portretkunst onder Augustus

Van Augustus zijn enorm veel portretten teruggevonden, we weten dus aardig hoe hij eruit heeft gezien. Van veel bekende Romeinen weten we alleen hoe ze eruit zien door hun beeltenissen op munten, dit is dus bij Augustus niet van toepassing. Hij gebruikte de portretkunst gretig om van zichzelf een bepaald beeld neer te zetten. Hij heeft zichzelf laten afbeelden als overwinnaar, als heerser, maar ook als priester. Vaak was hij een soort jonge god. Ook de portretkunst gebruikte hij dus om zijn macht te verstevigen.
Het bekendst van alle portretten die bewaard zijn gebleven is de Augustus van Prima Porta. Dit beeld heet zo omdat het werd gevonden in de villa van zijn vrouw Livia in Prima Porta. Het is waarschijnlijk een kopie van een bronzen beeld dat van Augustus werd gemaakt na de overwinning op de Parthen. Hij is in ieder geval erg jong. Het echte beeld is waarschijnlijk na de dood van Augustus gemaakt.
Zijn blote voeten geven aan dat hij een held, of zelfs een god is. Het kleine cupidootje dat aan zijn rechtervoet op een dolfijntje zit verwijst naar zijn afstamming van de Julische familie van Venus. Dit is de moeder van Cupido en het dolfijntje herinnert aan haar geboorte in de zee. Op het borstkuras van Augustus staan allerlei reliëfs. Een aantal verwijzen naar zijn propagandaprogramma. In het midden van zijn borstkuras
zie je twee personen. De ene, in de wijde broek, is een Parthische man. Deze geeft een legioenstandaard aan een Romeinse soldaat, de man die tegenover hem staat. Deze staat voor het Romeinse leger.

Verder zie je bovenin de hemelgod die een koepel uitspreidt, dit staat voor de vrede die in het hele rijk heerst. De vrede is ook onderin gesymboliseerd door moeder aarde met een hoorn vol fruit en door het overwinningstafereel met de Parth en de Romeinse soldaat.
Links en rechtsonderdaan staan Apollo en Diana, recht boven zich hebben ze allebei een tegenhanger, namelijk de maangod en de zonnegod. Alle kosmische krachten staan dus afgebeeld. Augustus zie met dit reliëf dat hij voor de vrede had gezorgd.
Het beeld is erg precies gemaakt, de doek die hij om zijn middel heeft is bijvoorbeeld erg precies uitgewerkt. Verder zijn in het borstkuras dat gemaakt is alsof het brons is ook kleine fysieke dingen terug te vinden, zoals de navel en de tepels. Het beeld was oorspronkelijk geverfd net als vele andere Romeinse beelden. Bij veel beelden zijn de resten echter niet terug gevonden maar bij deze wel. Met kleuren als roze, blauw, goud en rood werd het beeld levendiger gemaakt.
Dit beeld is, net zoals zovele beelden van augustus, geïdealiseerd. Hij is afgebeeld als een soort god die boven alle kritiek is verheven. Dit beeld is een goed voorbeeld van de Augustëische Classicisme, het gladder maken van de huid en het aanbrengen van scherpe randen bij de neus en de wenkbrauwen is hier kenmerkend voor. Dit werd ook al gedaan bij de Grieken en hierdoor wordt een verband gesuggereerd. Dit beeld is lijkt dan ook erg op een ouder Grieks beeld uit de 5e eeuw voor Christus: de Doryphorus van Poyklitus. Bij beide beelden rust de figuur op het rechterbeen en is het linkerbeen wat teruggetrokken. Ook is het hoofd bij beide naar rechts gedraaid. Verder vertoont het hoofd van Augustus veel overeenkomsten met het hoofd van Doryphorus.
Ook zij er enkele verschillen, Doryphorus had bijvoorbeeld in zijn linkerhand een speer, Augustus had deze echter in zijn rechterhand (het stond voor zijn gezag) en in zijn linkerhand een lauriertak (als symbool voor de overwinning).
De Augustus van Prima Porta is een beeld dat vele malen is nagemaakt en is gebruikt als inspiratie. Eigenlijk alle beelden van Augustus waren geïdealiseerd en probeerde de mensen van zijn macht en daden te overtuigen.

De reliëfs onder Augustus

Op het borstkuras van de Augustus van Prima Porta staat al een klein reliëf dat de daden van Augustus moet uitbeelden. Maar dit was niet een van de enige reliëfs uit Augustus´ tijd. Hij heeft talloze reliëfs laten maken om zijn daden te onderstrepen, iets waar de reliëfs een perfect middel voor waren. Een van de belangrijkste en vooral een van de bekendste reliëfs is het Ara Pacis Augustae, het altaar van Augustus´ vrede. Het werd tussen 13 en 9 v. Chr. gebouwd en het werd gewijd op Livia´s verjaardag. Het altaar werd door Mussolini grondig gerestaureerd en ergens anders neergezet. Het altaar is omgeven door een grote buitenmuur en het altaar zelf is te bereiken door een aantal trappen. De buiten muur is 11,6 m breed 10,5m lang en 7m hoog. De buitenmuur is zowel aan de binnen- als de buitenkant versierd met reliëfs.
de binnenkant ziet eruit als een houten hekwerk. Daaraan hangen stierenschedels, offerschalen en guirlandes. In de guirlandes liggen vruchten uit alle jaargetijden, dit om de mensen eraan te herinneren dat de vrede onder Augustus het hele jaar duurde. Aan de buitenkant van de muur wordt de constante vrede verder uitgebeeld voor mythologische en allorgische afbeeldingen. Op de panelen aan de oostkant staan Pax (de vrede) en Roma (een oorlogszuchtige godin). Deze waren elkaars tegenhangers. Verder werd op verschillende manieren uitgebeeld dat de vrede overal heerste. Verder zijn op de buitenmuur afbeeldingen van Aeneas te vinden, dit heeft natuurlijk te maken met Augustus´ (omstreden) afstamming van hem. Hij liet deze afstamming door Vergilius bevestigen in de Aeneïs. Verder komen op het reliëf afbeeldingen voor van Romulus en Remus. Hij liet dus eigenlijk op dit altaar bevestigen dat hij van goddelijke afkomst was, net als op het Forum Augusti.
Op de beide zijkanten van de muur zijn optochten te zien, de ene optocht bestaat uit senatoren, de ander uit familie van Augustus. Uit de optochten is een tweedeling in de regering zichtbaar, de koninklijke familie en de senaat. Verder zijn op de reliëfs veel kinderen te zien, dit had te maken met de stimulatie van Augustus voor het krijgen van veel kinderen. Hij wilden zijn bevolking uitbreiden en liet dit dus ook op het altaar terugkomen. Verder zorgden de kinderen voor een wat minder saaie aanblik. Dit is ook terug te vinden op Griekse reliëfs en zo legde Augustus dus weer de band met de Grieken en hun kunst en regeringsvormen. Op de onderste banen staan bloemenmotieven die de welvaart en vrede onderstrepen.
De Ara Pacis Augustae is eigenlijk een openbaar propaganda monument van Augustus. Alles wat hij goed vond aan wat hij bereikt had en wat hij was stond erop afgebeeld. Degenen die het bekeek werd door alle afbeeldingen gewezen op al het groots dat Augustus had gedaan. Het was niet alleen propaganda, het was ook een soort historisch plaatjes boek van personen en gebeurtenissen uit het verleden. Maar vooral draagt het de boodschap mee van de vrede en welvaart die Augustus bracht en van zijn goddelijke afkomst.

Augustus en propaganda

Eigenlijk alle kunst die Augustus heeft laten maken had, naast het esthetische doel, vooral een propagandistisch doel. Veel van de kunst- en bouwwerken dragen een propagandaboodschap uit, vaak had deze te maken met de vrede, de welvaart en de afkomst van Augustus. Ook door de verwijzingen met het klassieke Griekenland maakte hij duidelijk dat zijn regiem alleen maar goeds bracht. Eigenlijk kan je zeggen dat Augustus een soort propagandaprogramma had om zijn macht te versterken van vast te houden. Hij deed dit zelfs zo goed dat hij door al zijn goede dingen veelvuldig te laten afbeelden zijn fouten aan het begin van zijn carrière kon laten vergeten. Hij had duizenden mensen uitgemoord, maar aan het eind van zijn regiem was er geen mens die daar om maalde. Misschien heeft zijn goede propaganda en zijn vrede en mede aan toe gedragen dat Augustus een van de weinig keizers is die een natuurlijke dood is gestorven. Hij ging de geschiedenis in als een van de beste keizers. Hij was natuurlijk ook wel echt een goede keizer, maar het perfecte beeld dat van hem bestaat is niet helemaal juist. Hij heeft ook fouten gemaakt en mensen gedood, maar door zijn manier van regeren en zijn gebruik van propaganda heeft hij zichzelf de geschiedenis ingestuurd als een vredelievende, welvarend brengende, bijna perfecte keizer, iets wat in feite onmogelijk is dat hij werkelijk zo was.
Ook heeft hij de propaganda gebruikt om te laten zien dat hij de plannen van Julius Caesar heeft uitgevoerd, dit deed hij door kunstwerken en een inscriptie, de Res Gestae.
Hij is voor alle volgende keizers een groot voorbeeld geweest. Ze zagen in wat hij met de propaganda had bereikt. Dat hij met een beeldtaal die iedereen begrijpt kon laten zien wat hij allemaal had gepresteerd. Verder kon hij zich hierdoor ook nog gelijkstellen aan eerdere grote leiders en hun reputatie op zichzelf toepassen. Latere keizers hebben gretig gebruik gemaakt van wat Augustus heeft bedacht en vele hebben er hun voordeel uitgehaald, maar lang niet allemaal op de manier waarop Augustus zelf ervan geprofiteerd heeft.
Augustus was het grote voorbeeld van de Julisch-Claudische keizers en voor andere latere keizers.

Trajanus

Trajanus is de geschiedenis ingegaan als de allerbeste keizer die Rome en het Romeinse rijk ooit heeft gehad, zijn bijnaam was dan ook niet voor niet optimus princeps. Onder zijn regiem maakte het Romeinse rijk een ongekende bloeiperiode door en bereikte het zijn grootste omvang. Trajanus heeft veel laten bouwen, dingen die het rijk volgens zijn inzicht nodig had. Hij breidde de publieke voorzieningen uit en liet vele bouwwerken bouwen ter ere van zijn overwinningen. Om een beeld te krijgen van trajanus eerst een korte biografie.

Trajanus en zijn leven

Trajanus werd in 53 in de stad Italica in Spanje geboren. Zijn volledige naam was Marcus Ulpius Trajanus. Hij zou later de eerste niet in Italië geboren keizer zijn. Hij was de zoon van M. Ulpius Traianus (beter bekend als Trajanus Pater), hij was een vooraanstaand senator en generaal die afstamde van de Etrusken. Het geslacht van de Ulpii was een erg vooraanstaand geslacht en Trajanus is slechts een van de vele bekende Ulpii. Voordat Trajanus keizer werd had hij eerst een lange militaire loopbaan achter de rug. In, in die tijd, moeilijke gebieden, zoals langs de Rijn en de Donau, had hij zijn sporen verdiend. Hij nam deel aan de veldtochten van keizer Domitianus tegen de Germanen en was bij zijn door een van de machtigste generaals van het Romeinse leger. Om deze rede maakte de opvolger van Domitianus, Nerva, hem tot zijn opvolger door hem te adopteren. Zijn naam werd toen officieel Caesar Nerva Trajanus. Nerva had in eerste instantie geen goede relatie met het leger, maar door Trajanus tot zijn opvolger te maken werd deze relatie aanzienlijk verbeterd.
Toen Nerva in 98 stierf kon Trajanus hem zonder problemen opvolgen. Hij was meteen geliefd bij het volk, omdat hij gevangen vrijliet die al vanaf Domitianus vast zaten en een groot aantal bezittingen die ook onder Domitianus in beslag waren genomen teruggaf.
Vlak na zijn aantreden ging hij naar de grenzen van het Romeinse rijk bij de Rijn en de Donau. Hij inspecteerde ze en liet ze versterken, hierna keerde hij terug naar Rome en voerde nog een aantal maatregelen door die hem erg populair maakten bij het volk. Zo liet hij grote hoeveelheden koren uitdelen, liet hij het systeem van de alimenta uitbreiden, dit was voor de arme kinderen, verminderde hij de successierechten en de lasten van de provincies.
Al deze dingen waren voor de senaat een rede om het de titel Optimus te geven.
Trajanus is vooral de geschiedenis ingegaan als een erg goed veldheer. In 101 trok hij op tegen de Daciërs. Deze leefden in een gebied waar nu Roemenië ligt. Het was in dat gebied al lang onrustig. In 102 twee dwong hij de leider van de Daciërs, Decebalus, zich over te geven. Na de overwinning ging hij terug naar Rome. Decebalus wilde echter wraak en viel in 106 de troepen van de Romeinen in Dacië aan. Trajanus ging opnieuw naar Dacië en versloeg de Daciërs en hun leider Decebalus. Deze werd gedwongen zelfmoord te plegen. Hierna werd Dacië een Romeinse provincie en werd geromaniseerd, iets wat daar in feite inhield dat de hele bevolking werd uitgemoord en er Romeinen gingen wonen.
Ook in andere gebieden werd het Romeinse rijk uitgebreid: Nabatea (nu Jordanië en een stukje Saudi-Arabië) werd geannexeerd nadat de laatste koning daar was gestorven. Verder werden de Parthen, die al heel lang een bedreiging vormden.

Hij trok op naar Armenië en zette de koning af. Hij lijfde het in als provincie. Daarna ging hij verder met het Parthische rijk zelf en veroverde Mesopotamië. Hierna trok hij nog verder naar het oosten en veroverde nog wat gebieden. Dit was het meest oostelijk dat het Romeinse rijk ooit is geweest.
Hierna ging het minder met Trajanus. Hij begon nederlagen te leiden en er ontstonden vele opstanden, onder andere in Mesopotamië. Zijn gezondheid ging achteruit en hij moest terugkeren naar Italië. Hij verbleef tot zijn dood in 117 op Sicilië. Op zijn sterfbed droeg hij het keizerschap over aan Hadrianus, die een vertrouweling van hem was.
Trajanus is dus de geschiedenis in gegaan als de beste keizer van Rome, onder andere door de welvaart die er heerste en de verovering die hij deed. Hij is voor alle keizers na hem een soort model geweest, zo moest je als keizer zijn om succesvol te zijn. Iedere keizer na Trajanus werd, tot aan in de byzantijnse tijd, ingehuldigd met de woorden ‘felicitor Augusto, melior Traiano’ (moge hij gelukkiger zijn dan Augustus en beter dan Trajanus).
Kenmerkend voor de regeerperiode van Trajanus is het opnemen van vooraanstaande Grieken, zoals intellectuelen, vorsten en andere aanzienlijke personen in de provincie besturen. Hij liet zelfs Grieken toe in de Romeinse senaat. Trajanus stond bekend als een wijs en tolerant heerser. Zijn houding tegenover de Christenen was dan ook vrij gematigd. Hij liet ze toe, zolang ze niet al te uitbundig hun geloof verkondigden. Verder mochten ze niet worden opgespoord en werd er niet geluisterd naar anonieme aanklachten. Maar als ze aangeklaagd waren en ze weigerden te offeren op de altaren voor de staatsgoden, moesten ze streng worden gestraft. Trajanus had hierover een briefwisseling met Plinius, deze is erg bekend geworden.

Trajanus en kunst

Trajanus is vooral bekend geworden om zijn omvangrijke bouwprogramma, tijdens zijn regiem heeft hij grote aantallen gebouwen neergezet. Een aantal daarvan was ter ere van zijn overwinningen, maar een groot gedeelte was ook werkelijk van nut. Hij liet een nieuwe haven bouwen in Ostia en liet verschillende voorzieningen aanleggen. Vooral na 107, na de tweede Dacische oorlog, waar veel geld was buitgemaakt, werden er veel dingen gebouwd. Naast veel gebouwen zijn er van Trajanus ook erg veel portretten gemaakt, dit kwam waarschijnlijk omdat hij zo populair was. Hij is te herkennen aan zijn lage voorhoofd, de pony en een spitse neus. Kenmerkend voor de kunst onder Trajanus was de realistische afbeelding van historische gebeurtenissen, de dingen werden niet mooier voorgesteld dan dat ze waren. Verder was er een grootse visie op het belang van het rijk en de keizer. Dit zie je ook weer terug in het bouwprogramma.
Van de vele bouwwerken die Trajanus heeft laten maken zal ik er een aantal bespreken. Deze zijn het belangrijkst en bekendst.

De thermen van Trajanus

De thermen van Trajanus staan in Rome. Ze zijn deels gebouwd op de oude fundamenten van het oude paleis van Nero. Het werd gebouwd na de grote brand in Rome in 104. Het is een van de grote bouwprojecten van Trajanus in Rome. Het is het eerste reusachtige badcomplex dat verrees in Rome. Het was eigenlijk een soort gift aan de Romeinse burgers.
De Thermen bestonden uit een hoofdgebouw van ongeveer 190 bij 140 meter. De warme baden waren gericht op het Zuidwesten zodat maximaal gebruik gemaakt kon worden van het middag zonnetje. Om het hoofdgebouw liep een zuilengalerij van ongeveer 300 bij 220 meter. Deze was waarschijnlijk gevuld met tuinen. De hoofdingang van de Thermen lag op het Noordoosten maar aan alle andere zijden was ook een ingang. Vrije ruimten in de Thermen werden in beslag genomen door winkeltjes, opslag en leefruimten voor de slaven die werkten in de Thermen.
In het centrale blok bevonden zich vertrekken met verschillende functies, zoals een door zuilen omgeven zwembad, een groot vertrek met een koud bad, een vertrek met lauwwarm water en een grote heetwater ruimte. De thermen waren naast een badhuis toch ook vooral een ontmoetingsplaats waar je naast baden ook kon sporten, vergaderen en samenkomen.
Trajanus moet, toen hij dit bouwde, erg aan de propagandistische waarde hebben gedacht. Vanuit het volk kwam natuurlijk enorme waardering dat hij dit helemaal voor hen had neergezet.

De markten en het forum van Trajanus

Het forum van Trajanus ligt ten noorden van het Forum van Caesar en loodrecht op het Forum van Augustus waaraan het in het westen grenst. Van alle keizerfora is het de meest recente en het grootste. Hij neemt alleen evenveel ruimte in als de Fora van Augustus en Caesar samen. Het is gebouwd door architect Appolodorus van Damascus. Het heeft grootse afmetingen (300 meter lang en 185 meter breed) en werd tussen 106 en 113 n. Chr gerealiseerd met de oorlogsbuit uit het overwonnen Dacië.

De toegangspoort van het forum was een drievoudige boog met daarop een bronzen standbeeld van een strijdwagen, deze herinnerde aan de overwinningen van Trajanus in Dacië. Midden op het plein achter de ingang stond een beeld van de keizer op een paard. Achter het plein lag een basilica, de Basilica Ulpia, vernoemd naar zijn familie. Deze was 178,6m lang en stond dwars op de lengteas van het forum. Het is de grootste basilica ooit in Rome gebouwd. Hij is gebouwd volgens traditioneel ontwerp, met aan alle vier de zijden zuilen en toegangen aan de lange zijden van het gebouw. In de halfronde vormen aan de zijkant zie je de exedrae terug, die Augustus ook in zijn forum had gebruikt. Achter de basilica stonden twee bibliotheken, een Griekse en een Latijnse. Deze stonden tegenover elkaar en ertussen stond een zuil, de zuil van Trajanus. De bibliotheken zijn nu helemaal weg, hierdoor lijkt de zuil een alleenstaand monument, iets wat het in feite niet was. Na de dood van Trajanus werd aan de achterzijde nog een tempel voor hem gebouwd door Hadrianus.
Het forum werd gebouwd op een terrein dat niet helemaal vlak was, er lag een heuvel in die voor de gebouwen voor de helft weggehaald moest worden. Hierdoor werd hij er instabiel. Als oplossing daarvoor werden de markten van Trajanus gebouwd. een complex waarin zich ruim 150 overdekte winkels en kantoren bevonden op drie niveau’s. de markten waren gescheiden van een forum door een hoge muur. De basis van de markten werd gevormd door een halve cirkel, die eigenlijk een grote exedrae aan de oostkant van het forum is. Het is zoals al eerder gezegd een enorm complex die van alles omvat. Het voldeed in die tijd aan de behoeften, omdat de plaats waar de winkels eerst waren, het Forum Romanum, nu vooral voor politiek en religie was.

De zuil van Trajanus

Van alle dingen die op het forum van Trajanus stonden is de zuil het beste bewaard gebleven, de rest is geplunderd en verwoest. Bovenop de zuil is een beeld van Petrus geplaatst door de paus Sixtus V. Oorspronkelijk stond hier een beeld van Trajanus zelf. De zuil had verschillende functies. Zo gaf het de hoeveelheid grond aan die was weggehaald voor het forum, namelijk 29,77m. Verder is na de dood van Trajanus daar zijn as bijgezet. Trajanus had het niet bedoeld als grafmonument. Als laatste had de zuil de functie om de virtus, de moed en deugd van de keizer te benadrukken. De virtus van de keizer stond zelfs voor die van de staat en de zuil gaf daar goed verslag van.

Op de zuil staat een beeldend verslag van de veldtochten van Trajanus tegen de Daciërs. De gehele zuil is bedekt met reliëfs die zijn uitgehouwen op holle ronde marmeren zuilsegmenten. De reliëfs zijn samen een in een spiraallopende baan omhoog. Beneden is de baan 91 cm hoog, bovenin 1,2m, dit om een vertekening te voorkomen. De figuren zijn uitgehakt tot een diepte van 5 cm. Op de baan, ook wel fries, zijn veel verschillende soorten taferelen te zien. Het verhaal van de tochten door Dacië worden vanaf het begin verteld. De omgevingen zijn in de fries precies weergegeven. Naast de realistische beelden komen er ook allorgische en mythologische in voor, deze lopen zonder scheiding in elkaar over. Er zijn ongeveer 2500 figuren afgebeeld op de fries op een erg gedetailleerde manier, zelfs de insignes van bepaalde troepen zijn te herkennen. Verder was er in de fries een soort vast patroon te vinden, bepaalde afbeeldingen komen constant terug. Op de zuil is gebruikt gemaakt van een soort perspectief, verschillende zijn er door elkaar gebruikt. Wel is op de achtergrond alles veel kleiner.

De figuren op de zuil zijn erg goed gemaakt, dat terwijl het perspectief dus nog niet echt werd gebruikt en het een reliëf is.
Deze zuil wordt vaak een hoogtepunt uit de Romeinse beeldhouwkunst genoemd, hij is erg knap gemaakt maar hij is vooral een toonbeeld voor wat de Romeinse beeldhouwkunst wilde: het verheerlijken van de keizer en de staat. De historische gebeurtenissen zijn erg nauwkeurig, maar bepaalde scènes met de keizer werden vaak herhaald zonder historische rede, de verheerlijking van de keizer was immers belangrijker dan de echte historie.
De propaganda was uiteindelijk belangrijker dan wat er echt gebeurd was en daarom is het een goed voorbeeld van een echt Romeins reliëf. Het draait om de propaganda voor de staat en de keizer en niet om de feiten.

De boog van Trajanus

In Benevento, een stad vlak onder Rome, staat de boog van Trajanus, deze boog is voltooid door Hadrianus. De boog staat op een punt waar een nieuwe, door Trajanus aangelegde weg, zich afsplitste van de via Appia. De boog fungeert als een poort naar het oosten. De boog lijkt qua grootte en vorm op de boog van Titus die in Rome staat, maar met veel meer reliëfs. Hij is 15,55m hoog en hij is gebouwd tussen 114-117. Hij heeft maar één grote doorgang. De boog rust op twee vierkante pilaren die aan elke zijkant een neppilaar heeft. Op de bovenkant van de boog stonden aan de ene kant de overwinningsgodinnen en aan de andere kant een riviergod en een bosnimf. Hieronder zijn de vier jaargetijden afgebeeld. Deze stonden voor het geluk dat de regering van trajanus bracht.
Op de vierkante pilaren staan veertien panelen die zaken afbeelden van de binnenlandse en buitenlandse politiek. Op die panelen is de keizer eenvoudig te herkennen. Hadrianus had veel belang bij het afbouwen van deze boog, hij kon hiermee zijn band met Trajanus onderstrepen. Op de boog worden de bewoners van dat gebied getoond, maar er worden ook overwinningen en veroveringen van Trajanus afgebeeld of gesymboliseerd.
De boog is hoogstwaarschijnlijk door verschillende kunstenaars gemaakt, omdat er verschillende stijlen zijn. De figuren zijn niet al te goed gemaakt, ze overlappen elkaar niet en zijn erg gedrongen.

Timgad


In wat nu Algerije is liet Trajanus een stad bouwen die Tahmughadi heette. Hij heet nu Timgad en het is een van de best bewaard gebleven Romeinse steden. Het heeft de traditionele indeling van een legerkamp. Het was bedoeld als kolonie voor veteranen die uitgediend waren. Timgad was volmaakt vierkant en de plattegrond lijkt op een roosterwerk.

Trajanus en propaganda

Trajanus was, zoals al eerder gezegd, een heel goede keizer. Hij heeft het Romeinse rijk veel welvaart en rust gebracht. Het was voor hem alleen nog belangrijk om dit ook aan zijn volk duidelijk te maken, het rijk was immers immens en niet iedereen hoorde zomaar wat er allemaal aan de hand was en wat Trajanus allemaal bereikt had. Om dit duidelijk te maken maakte hij dankbaar gebruik van de kunst en dus van de propaganda. Het beeld dat hij schetste was immers niet altijd even realistisch en hij wist zichzelf goed neer te zetten als een goed leider. Dit was hij natuurlijk ook. Hij maakte zich door de kunst ook erg populair, omdat hij allerlei gebouwen neer liet zetten voor het volk, deze waren hem daardoor erg dankbaar en hierdoor maakte hij zichzelf weer populairder. Trajanus wist dus goed hoe hij de kunst als propaganda kon gebruiken en hoe hij hiermee zijn volk kon beïnvloeden. Hij is niet voor niets de geschiedenis in gegaan als de beste keizer. Trajanus had het echter niet echt heel erg nodig om een goed beeld van zichzelf te schetsen, hij was gewoon een goede leider, hij heeft de propaganda en de kunst dit nog even erg goed duidelijk gemaakt aan het volk en is zo onfeilbaar de geschiedenis ingegaan.

Hitler

Adolf Hitler, het toonbeeld van een moderne dictator en de grootste tiran van de afgelopen eeuw. Nog steeds kent iedere Nederlander zijn naam en wordt deze verbonden met de grootste gruwelijkheden van de vorige eeuw. Onder Hitlers bewind vonden miljoenen de dood, vooral in de holocaust. Het doel van Hitler was het Derde rijk te stichten, een rijk dat eerder Duitse rijken zou overtreffen. Dit is hem nooit geluk maar zijn wat er onder hem nu ongeveer 60 jaar geleden is gebeurd leeft nu nog voort.

Hitler en zijn leven

Adolf Hilter werd op 20 april 1889 in Braunau-am-Inn geboren als de onwettige zoon van Alois Schicklgruber en zijn nichtje Klara Poelzl. Zijn vader nam later de naam Hitler aan die Adolf, die eerst naar zijn moeder heette, overnam. Hitler ging toen hij jong was naar de Realschule, maar maakte deze niet af. Hij wilde schilder worden maar werd twee keer afgewezen door gebrek aan talent. Na zijn afwijzingen had hij een ongeregeld leven. Hij kon maar ter nauwer nood rondkomen. In deze tijd ontwikkelde hij een verachting tegen de democratie. Ook ontwikkelde hij in deze tijd zijn haat tegen de joden en hun invloedrijke posities. Ondanks dat hij veel omging met joden ontwikkelde hij in zeer korte tijd een grote jodenhaat, vrijwel niemand weet hoe dit is ontstaan. Ook pikt hij in Wenen, waar hij een tijd woont hij Duits-nationalisme op. Verder ontstond hier ook de verachting van het marxisme. In 1913 emigreerde hij naar Duitsland, hij ontsnapte hiermee aan de Oostenrijkse dienstplicht dit had niks te maken met lafheid, hij was alleen van mening dat Oostenrijk alleen een kansloos land was en ging daarom naar Duitsland. Zodra de Eerste Wereldoorlog uitbrak meldde Hitler zich als vrijwilliger aan in het Duitse leger. Daar bracht hij het niet verder dan korporaal, vooral door zijn niet afgemaakte opleiding. Hij raakte een aantal keren zwaargewond en kreeg beide soorten van het ijzeren kruis. Hierna besloot hij de politiek in te gaan en in 1919 deed er een kans voor, hij werd lid van de DAP (Deutsche arbeiderspartei) een piepkleine nationalistische partij. Door dat hij retorisch erg goed was en goed macht over mensen kon uitoefenen groeide zijn invloed. In 1921 werd Hitler leider van de partij. In Duitsland leefde in die tijd het nationalisme heel erg en er waren allerlei verschillende kleine partijtjes. De DAP van Hitler veranderde zijn naam in NSDAP en ging in het begin van de jaren 20 samen met de DNSAP, een andere nationaal-socialistische partij. De NSDAP bleek superieur en het werd één partij met Hitler aan het hoofd. In deze periode richt Hitler ook de beruchte SA op en later de SS. Ondanks de onrust in de partij bleef Hitler aan het hoofd en door zijn sprekerstalent en de agressieve publiciteit neemt de aanhang steeds meer toe. Op 8 november 1923 wordt op aandringen van Hitler geprobeerd de macht in Beieren te grijpen, de zogenaamde putsch. Dit mislukt en Hitler wordt opgepakt en beland voor ongeveer een jaar in de cel. In deze tijd schrijft hij Mein Kampf, het boek waarin hij zijn ideeën uitlegt. Nadat hij vrijkomt, groeit de NSDAP door veel media aandacht uit tot een grote landelijke partij. Hierna is voor Hitler de weg vrij om mee te doen aan de landelijke verkiezingen. in eerste instantie is zijn partij nog niet erg succesvol, maar bij de tweed verkiezingen behaalt hij een enorme overwinning. Dit werd onder andere veroorzaakt door de economische crisis. Ondanks de overwinning in het parlement wordt hij niet tot rijkskanselier gekozen, maar in 1933 werd Hitler wel tot kanselier benoemd door Von Hindeburg, de rijkspresident. Deze overleed een jaar later en dat was voor Hitler een soort startsein om heel Duitsland naar zijn hand te zetten. Hij schakelde al zijn politieke tegenstanders uit en kreeg het opperbevel over de Werhmacht. Verder berustte zijn nu ondertussen totalitaire macht op de Gestapo en het propagandanetwerk. Naast propaganda zag Hitler terreur als een belangrijk aspect van macht. Hij vond het belangrijk om alles te beheren, dus ook de straat.
Nadat hij aan de macht was gekomen begon hij met uitvoeren van zijn plannen. Hij legde een uitgebreid wegennet aan en zorgde daarmee voor veel werk. Verder begon hij met de productie van enorme aantallen wapens. Verder begon hij met actieve euthanasie van gehandicapten, hier stopte hij echter snel mee door de enorme protesten.
Zodra Hitler aangetreden was begon ook de hetze tegen de joden. Ze werden buitengesloten en gedeporteerd. Miljoenen kwamen, samen met andere ongewenste groepen zoals zigeuners en homoseksuelen, in concentratie kampen waar ze vernietigd werden. Ook werden miljoenen mannen in de oorlogsindustrie te werk gesteld. De beslissing tot het vernietigen van de joden kwam eigenlijk pas in 1942. Hitler hield zelf zijn handen hier vanaf. Hij liet er ruimte toe, maar heeft officieel nooit opdracht gegeven.
Hitler doelde al vanaf het begin op uiteindelijk een oorlog. Hiermee kon immers het derde rijk worden verwezenlijkt. Hij sloot pacten met Italië en Japan. In 1936 lijft hij het Rijnland in en in 1938 volgen Oostenrijk en Sudetenland. De rest van Europa reageert, tot verrassing van Hitler zelf hier niet op. In 1939 sluit hij een niet aanvalsverdrag met de Sovjetunie, iets wat vrij verrassend was, ondanks dit valt hij dat jaar nog Polen binnen, dit betekent tevens het officiële begin van de Tweede Wereldoorlog. Hitler veroverde in hoog tempo tien Europese landen en had plannen om via de Kaukasus door te stoten naar Irak en Iran en via Afghanistan India te veroveren. Ook in Afrika veroverde hij delen en in 1941 begon Hitler met wat later zijn grootste vergissing was: de invasie op de Sovjetunie. Al snel mislukt dit en in 1941 verklaarde ook de VS Duitsland de oorlog. Er werd een Geallieerd front gevormd, in het oosten door de Sovjetunie en in het westen de VS en Engeland. In 1943 kwam de volgende tegenslag door de dood van Mussolini en in 1944 verloor hij bijna zijn leven tijdens een aanslag. Het gaat steeds verder bergaf, maar Hitler blijft vasthouden aan zijn ideeën en blijft volhouden in een hopeloze strijd. Na de invasie in Normanië lijkt is het bijna afgelopen. Langzaam wordt heel Europa bevrijd en in mei 1945 geeft Duitsland zich over, maar voor dit gebeurd heeft Hitler al zelfmoord gepleegd. Hij is teleurgesteld in zijn generaals en het Duitse volk, zij hebben volgens hem in een historische opdracht gefaald. Hij wordt dood gevonden samen met Eva Braun, die al zijn leven langs zijn minnares was, maar net een paar uur zijn vrouw was.

Hitler als persoon

Het is voor veel mensen een groot raadsel hoe een mislukte man, een zwerver, een slechte kunstenaar en een korporaaltje, dit heeft kunnen bereiken en vooral behouden. Hij had grote hoeveelheden mensen in zijn macht. Hoe is hij op het idee gekomen dit te doen en uit te voeren. Hoe raar moet je dan zijn?
Hitler geloofde in het ideaal van één leider (hij), één wil (zijn wil) en één volk (het Duits-Arische). Hij noemde zichzelf al snel Führer en droomde van het Derde rijk met daarin geen plaats voor joden en andere ongewenste groepen. Hij droomde van een land waar alle Duitsers in harmonie leefde en verenigd onder één leider zouden bouwen aan hun toekomst.
Eigenlijk streefde hij naar absolute wereldmacht met de Duitsers aan het hoofd. Hij had, naarmate zijn succes groter werd, steeds meer last van grootheidswaanzin. Hitler zal altijd verbonden blijven met het nationaal-socialisme, hij was van het begin tot het eind het toonbeeld van deze beweging en het zal altijd verbonden blijven met zijn persoon en denkbeelden. Alle gevolgen van de tweede wereld oorlog zijn ondenkbaar zonder hem. De totalitaire staat, de herbewapening van Duitsland, de ontketening van de Tweede Wereldoorlog, de verovering van bijna heel Europa, de vernietiging van zijn tegenstanders en van de miljoenen joden, zigeuners en anderen die hem niet aanstonden. In de idealen van Hitler stond het vulgair-darwinisme centraal, dit zegt dat het leven een voortdurende strijd is waar een selectie plaatsvindt en de sterkeren zullen overleven. Al tijdens zijn tijd in Wenen ontstonden zijn antisemitische ideeën en zijn overtuiging dat het Arische ras superieur was. De twee rassen konden volgens hem onmogelijk vredig met elkaar samenleven. Ook zijn antibolsjewisme hangt samen met het antisemitisme. Ook was hij erg nationalistisch ingesteld. Hij had een zeldzaam instinct voor propaganda en demagogie en door de uitzonderlijk omstandigheden waarin hij een kans kreeg, zag hij de mogelijkheid om zijn macht uit te oefenen en te vergroten. Van alle nationalisten en dergelijke die na de Eerste Wereldoorlog opstonden werd hij veruit de belangrijkste. Zijn leer was niet apart, maar door zijn talent mensen te kunnen beïnvloeden kreeg hij het onmogelijk voor elkaar. Een heel volk had hij in zijn macht. Door zijn radicale inbreng en uitvoering stak hij heel Europa in brand en staat hij nu te boek als de grootste tiran van de 20ste eeuw.

Hitler en kunst

De kunst heeft onder Hitler in Duitsland een soort doodsteek gehad. De kunstenaar en architecten mochten niet meer maken wat ze wilden. Alles moest in dienst zijn van het nationaal-socialisme. De kunst werd geheel onder toezicht gezet van het ministerie van Propaganda van Goebbels. Alles werd gecontroleerd en alles wat niet goedgekeurd werd, werd onmiddellijk verboden of zelfs vernietigd. Alles wat gemaakt werk moest worden geïdealiseerd en het moest het nationaal-socialisme promoten. De kunst moest voor de simpele mensen toegankelijk zijn, omdat het ideaal van het nazi-regime moest uitdragen. Het nazisme en Hitler moesten verheerlijkt worden en in de kunst moest vaderlandsliefde worden uitgedragen. Ook moest de kunst een band hebben met de klassieke oudheid, zodat er een nieuwe Duitse renaissance zou ontstaan. Kunstenaars hadden onder Hitler bijna geen eigen wil meer en moesten geheel volgens de regels van het ministerie van propaganda werken. De kunst die gemaakt in onder Hitler is daarom dat ook vaak eenvoudig en lijkt erg op elkaar.
De gehele kunst tijdens Hitler stond in dienst van de propaganda.

Schilderkunst

De schilderkunst was in de tijd van Hitler een van de slechtste kunstvormen. Het volk interesseerde zich er niet echt voor en begreep het vaak ook niet. De Duitser gebruikten kunst om mensen te overtuigen en te propaganderen. De intellectuelere kunstvormen, zoals de schilderkunst konden ze daar niet voor gebruiken, het normale volk bergreep dit toch niet. Het liefst hadden de Duitse machthebber het helemaal links laten liggen, maar dat stond dom tegenover het buitenland en daarom was er toch wel wat schilderkunst.

Ze gebruikten het voor twee doelen, namelijk om te laten zien hoe slecht de kunstenaars waren tijdens de Weimar-republiek en hoe slecht die republiek eigenlijk wel niet was. Ook de kunst die in die tijd werd gemaakt, vooral het expressionisme was slecht. Ook gebruikte ze het om hun politiek te verbreiden. Omdat veel mensen de, vaak expressionistische kunst toch niet begrepen konden velen ervan overtuigd worden dat deze kunst echt slecht was.
Ze verzamelden gewoon al het slechte werk van expressionisten dadaïsten en dergelijke en hingen dat op in tentoonstellingen onder de titel ‘ontaarde kunst’. De kunst werd heel slecht voorgesteld en zo opgesteld dat de bezoekers het wel walgelijk moesten vinden. Er werd een jacht geopend op alle kunst die niet overeenkwam net het nationaal socialistische ideaal. Voor deze hoogstaande, maar door Hitler verachte kunst kwam de nazi-kunst in de plaats. Dit was eigenlijk pure propaganda.

De nazi-kunst kan erg makkelijk beschreven worden, het is heel simpele kunst waar het onderwerp belangrijker is dan de vorm. De onderwerpen waren ook nog eens beperkt, ze moesten immers het nationaal-socialisme uitdragen. Zo zag je vaak boeren in grote families die de vruchtbaarheid moesten voorstellen. Ook zag je veel muzen (dit om geoorloofd naakt te kunnen afbeelden), jonge Arische mannen, soldaten in actie en de führer zelf. Ook de titels van de schilderijen zijn erg simpel: de nieuwe jeugd, de piloot, maak plaats voor de SA enz. in de loop van de tijd veranderden de schilderijen in muurschilderingen, dit was ook een van de belangrijkste kenmerken van de nazi-kunst. De mogelijke grootte van de muurschilderingen pasten goed bij de grootheid waanzin van de nazi´s en er konden ook veel kunstenaars werken. Ook dit had een grote propaganda waarde. De muurschilderingen werden overal en ergens aan de mensen opgedrongen, je zag ze echt overal, op huizen, overheidsgebouwen en openbare gebouwen. Verder zag je ze ook erg veel terug in bladen en kranten. De invloed van de kunst op de schilderijen van de nazi´s was erg klein, ze zijn van bijna geen artistieke waarde, alleen de inhoud telt. Het liet de mensen zien wat ze leerden. Het was de reinste propaganda.

Beeldende kunst

De beeldhouwkunst was voor de nazi´s een perfecte manier om hun obsessie voor het menselijke lichaam en het perfecte daarvan te botvieren. Ook konden in beeldhouwwerken allerlei dingen als trots, familie, eer en dergelijke uitbeelden. De twee bekendste nazi beeldhouwers waren Arno Brecker en Josef Thorak. Vaak werden de beelden gebruikt in combinatie met architectuur en de beste voorbeelden van de nazi-beelden zijn dat ook terug te vinden bij het olympische stadion in Berlijn.
Arno Brecker was zonder twijfel de allerbeste beeldhouwer in nationaal-socialistische dienst. In 1937 werd hij zelf officiële staatskunstenaar van Duistland. Zijn techniek was perfect en ook de keuze van de poses en houdingen van zijn beelden was uitzonderlijk. Hij liet met zijn vele werken het perfecte van het lichaam van een Arische man zien. Hij beeldde daarmee ook de gezondheid, kracht, strijd, samenhorigheid en de wil om jezelf te offeren voor een hoger doel. Verder verheerlijkte hij met zijn werk het militarisme. Het werk van Brecker in erg onwerkelijk. Het is vaak zo enorm en imponerend dat je niet meer naar een beeldhouwwerk van een mens kijkt, maar naar die van een soort god.

Een ander kunstenaar die officieel voor de staat werkte was Josef Thorak. Hij kreeg een eigen atelier in München en was vooral bekend om zijn enorme werken. Er was eens een man die op bezoek was in het atelier van Thorak en vroeg waar hij was. Toen antwoordde de assistent: ‘boven het linkeroor van het paard’. Zijn werken waren dus enorm.

Architectuur

Van alle verschillende kunstvormen was architectuur veruit de favoriet van Hitler. Hij zag zichzelf als de bouwer van het derde rijk en vond daarom architectuur dan ook zo interessant. Door heel Duitsland werden enorme massieve gebouwen neergezet, onder andere in Berlijn, München en Neurenberg. De gebouwen hadden enorme pleinen, binnenplaatsen en rijen met (neoklassieke) zuilen. Ze waren eigenlijk vooral bedoeld om als achtergrond te dienen tijdens de marsen voor Hitler. De belangrijkste architect onder Hitler was Albert Speer, hij was naast architect ook een heel goede vriend van Hitler. Hij bouwde de kanselarij van Hitler in Berlijn. Deze was in een oud Griekse en Pruisische classicistische stijl gebouwd met veel nazi symbolen. Hitler gaf hem de opdracht en zei tegelijkertijd dat het binnen een jaar af moest zijn. Dit was feitelijk onhaalbaar, maar het lukt Speer toch. Andere belangrijke gebouwen die Speer gebouwd heeft zijn het Zeppelinfield, en het Zeppelinfield Stadium. Verder had Speer met Hitler het idee Berlijn opnieuw op te bouwen, nu als de hoofdstad van de hele wereld.

Het neoclassicisme was de kenmerkende stijl van het nationaal-socialisme. De Griekse tempel diende voor de nazi´s als het perfecte bouwwerk. Verder werd er ook goed gekeken naar renaissance gebouwen en gebouwen uit de barok. De neoclassicistische bouwstijl moest de macht en de grootte van het derde rijk uitbeelden.

Posters en postzegels

In Nazi-Duitsland werd een groot aantal politieke posters gemaakt. deze poster bereikten een groot publiek en hadden dan ook een grote impact op het volk. De poster waren puur voor propagandistische doeleinden gemaakt. De beste en bekendste Nazi-postermaker was Mjolnir. Zijn posters waren erg eenvoudig, emotioneel en krachtig.
Een andere bekende postermaker was Ludwig Hohlwein. Mjölnir gebruikte het gehele Duitse volk voor zijn poster. Zo zie je op het plaatje hiernaast drie mannen afgebeeld, de voorste is heel jong, de tweede is wat ouder en de achterste is een oude man. Hohlwein idealiseerde vooral de jonge blonde Arische jongens.

Ook postzegels bereikten een groot publiek en hadden dan ook een grote propagandistische waarde. Er werden allerlei dingen mee geëerd, herdacht of gevierd. Het had ook een grote invloed op het volk.

Film

De film was in Nazi duistland ook een uitermate populaire kunstvorm. Dit kwam doordat Goebbels, de minister van Propaganda het erg leuk vond: hij had een zwak voor de vrouwelijke filmsterren, maar belangrijker: hij zag in dat de film een medium is dat een enorme hoeveelheid mensen kan bereiken. Ook de minder intellectuele bevolking kon de film begrijpen. Tijdens het bewind van Hilter werd het filmbezoek erg aangemoedigd en deze steeg dan ook aanzienlijk. Alle mensen die in de filmwereld werkten moesten een eed afleggen om trouw te zweren aan de Führer. Verder moest ook elk idee voor een film naar de regering worden opgestuurd, deze werd dan gecontroleerd. Er werd onder andere bekeken of het wel met de ideeën van de staat overeenkwam. Zo niet werd het afgekeurd en werd er verboden om de film te maken.
Eén van de bekendste films uit Duitsland onder Hitler is de Triumf des Willens, een film of documentaire over een nazi-manifestatie in Neurenberg in 1934, gemaakt door Leni Riefnstahl. Een andere bekende is Olympia, deze is ook gemaakt door Leni Riefenstahl, dit is een documentaire over de Olympische Spelen van 1936. Het zijn beide propagandafilms, maar dit zou je op het eerste gezicht niet zeggen.

Het vakmanschap van Riefenstahl was ongekend. Haar manier van filmen is zelfs nu nog knap en ze wist met haar werk de Nazi-leiders zowel heroïsch als respectabel voor andere landen neer te zetten. De film gaf de mensen het idee deel uit te maken van de film. Voor de films zijn meer dan dertig camera´s gebruikt (voor die tijd een ongekend aantal). Ook werden er speciale wegen en plaatsen voor de cameramensen aangelegd zodat alles goed kon worden gefilmd. Verder werd alles tot in de puntjes gepland. Vooral de Olympische Spelen bleken een perfect middel te zijn om de wereld het nieuwe Duitsland te laten zien. Vele hoogwaardige bezoekers gingen onder de indruk weg van het perfect georganiseerde en getoonde spektakel. De Duitsers hadden echter tijdens de Spelen hun propaganda wat afgezwakt voor de buitenlandse bezoekers. Zo waren de borden met ‘verboden voor joden’ weggehaald en waren erg extremistische kranten niet meer te krijgen.
De films van Reifenstahl waren dus een vrij gematigde vorm van propaganda. Er waren veel extremere film met propaganda doeleinden. Een duidelijk voorbeeld daarvan is de film Judd Süss. Dit is een duidelijk antisemitistische film waarin joden als beesten worden afgeschilderd. De jood wordt aan het eind opgehangen en de critici beschreven dit als een goed einde. Op de buitenlandse film kwam ook een vorm van censuur, alleen door de staat goedgekeurde films mochten vertoond worden.
De film was een machtig propagandamiddel en al snel werd de jeugd er ook door geïndoctrineerd. Ze kregen op school allemaal verantwoorde films te zien. Er zijn voor scholen honderden films over ‘maatschappelijke’ onderwerpen geproduceerd.

Theater en literatuur

Theater en literatuur waren in nazi-Duitsland een beetje ondergesneeuwde kindjes. Het zijn beide vrij intellectuele kunstvormen en dat konden de simpele mensen niet aan. Het was ook bijna taboe om te lezen in die tijd, het werd gezien als een nutteloos tijdverdrijf. Je kon beter fysiek bezig zijn, dat was veel beter. Ook theater bereikte maar een klein publiek. De meeste schrijvers en toneelschrijvers uit Duitsland waren gevlucht zodra Hitler aan de macht kwam. Ze werden vervangen door schrijvers die zich hielden aan de voorgeschreven thema´s. Alles werd gecontroleerd en zelfs klassieke werken van Goethe en Schiller werden aangepast aan het nationaal-socialisme. In het twaalfjarige nazi-regime kwam geen een echt goede toneelschrijver te voorschijn.vele derde en vierde rangs schrijvers kregen een kans. Veel werken waren historisch getint en gingen over het middeleeuwse Duitsland of het ontstaan van Pruisen. Ook de ‘frontervaring’ was erg populair als onderwerp voor de schrijvers. De loopgravenoorlog werd op een dramatische manier beschreven. Streekromans werd ook veel geschreven, het ging daarbij vaak om een arts die zijn medicijnen studie achterliet om naar zijn grootvader op het platteland te gaan en zijn levensstijl te imiteren. Hij werd vaak uiteindelijk een soort kruidendokter met geniale genezingen. Ook de Hitlerbiografie was populair, dit waren geen echte biografieën, maar verhalen over mensen van wie het leven erg leek op die van Hitler. De overwinning van de ongeschoolde kwam er vaak duidelijk in naar voren.

Hitler en propaganda

Het bijzondere van de propaganda onder Hitler was dat het een heel ministerie waardig was, dit was nog nooit eerder in de geschiedenis voorgekomen. Er werd heel doelbewust en gericht gebruik gemaakt van propaganda en de vormen waarin je het kan gebruiken. Tot het allerlaatste moment tot Duitsland viel geloofde een heel volk dat Hitler de grote heerser was en zelfs een Messias die zich om hen en het menselijke ras bekommerde. De Duitsers zijn op zich vrij snel te vatten voor patriottische leuzen, maar het was toch vooral Hitler zelf die door zijn eigen demagogische talent, zijn uitschakeling van zijn tegenstanders, zijn verdeel en heerspolitiek en zijn manipulatie van de strijdkrachten, maar vooral door zijn succesvolle toepassing van de propaganda die een heel volk voor de gek kon houden. Hij zag al vroeg in zijn leven in dat als hij machtig wilde worden de propaganda daar een perfect middel voor was. De uitvoering in nazi-Duitsland is nagenoeg perfect te noemen, Goebbels was de aangewezen persoon voor de taak en heeft het dan ook naar verdienste uitgevoerd. De propaganda in Duitsland was gebaseerd op simpele vormen. De kunstvormen die bijvoorbeeld vooral gebruikt werden waren erg simpel. De literatuur en het theater werden bijna niet gebruikt. Propaganda moest gebruikt worden om de massa in te palmen en niet om de hogeropgeleiden te je te winnen. De massa is immers invloedrijker dan die paar slimme mensen die toch moeilijk zijn te overtuigen. Die kan je beter uit de weg ruimen, dan heb je er ook geen last meer van.
Alles wat geschreven of gemaakt werd, werd gecontroleerd door het ministerie, niks ontging
Goebbels en zijn medewerkers. De controles waren vooral gericht op de communicatiemiddelen (radio, kranten, tv), maar zoals we in het vorige hoofdstuk hebben kunnen lezen op de kunst in Duitsland. Maar het ging steeds verder. Kranten kregen bijna letter voor letter voor geschreven wat ze in de krant moesten zetten. In feite werd alles dus ook gemaakt door het ministerie. Het volledige Duitse volk was geheel geïndoctrineerd. Een goed voorbeeld is de houding van het volk tegenover de Sovjetunie. Hitler liet eerst verkondigen dat ze slecht waren. Hij had een hekel aan het communisme en liet het volk dat ook krijgen door een goed uitgevoerd propagandaprogramma. Later, in 1939, toen het verdrag met de Sovjetunie werd getekend zag heel het Duitse volk de Sovjetunie als een bondgenoot. Door propaganda kon de mening van een heel volk in een korte tijd helemaal omgevormd worden. Dit is natuurlijk erg knap en er is een heel goed, uitgedacht plan voor nodig en dit moet weer perfect worden uitgevoerd, anders kan dit natuurlijk nooit gebeuren. Dit laat dus goed zien hoe machtig de propaganda was en hoeveel macht Hitler hierdoor heeft verkregen. Zo bleef heel het volk tot het einde geloven dat Duitsland winnende was. Dit was natuurlijk helemaal niet zo, maar toch dacht iedereen het. Belangrijk onderdeel van de Duitse propaganda was het indoctrineren van de jeugd. Door de Hitlerjugend werden kinderen al heel jong met de ideeën opgezadeld en was het dus erg moeilijk om ze weer van wat anders te overtuigen.
Je kunt dus concluderen dat er in Duitsland onder Hitler een heel goed propagandaprogramma was, dat alle eerdere propaganda dat is toegepast overtreft. Ik denk niet dat er in een staat ooit eerder beter gebruik is gemaakt van de mogelijkheden die propaganda aan een leider en een regiem biedt. Hitler-Duitsland en het propaganda zullen dus in de toekomst altijd het grote voorbeeld blijven over hoe je een heel volk met propaganda naar je hand kan zetten en ze alles kan laten geloven. Nazi-Duitsland is dus hèt voorbeeld voor een goed propagandagebruik op alle gebieden.

Mussolini

Benitto Mussolini, de fascistische leider van Italië voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij was de eerste fascistische leider in Europa, maar zodra Hitler aan de macht kwam werd hij al snel een onderdeel van de grootse macht van Hitler. Ondanks dit is hij in Italië van grote invloed geweest. Hij heeft het een aardig lange tijd geleid en heeft daarin verschillende dingen gedaan die nu nog van invloed zijn. Ook wordt gezegd dat de huidige premier Berlusconi steeds meer trekjes van Mussolini begint te krijgen. Een dictator die niet van het kaliber is van Hitler, maar toch zeker zijn stempel heeft gedrukt op geschiedenis en vooral op de Italiaanse.

Mussolini en zijn leven

Benito Amilcare Andrea Mussolini werd op 19 juli 1883 in Varano di Costa geboren als de zoon van Allessandro Mussolini, een smid en caféhouder, en Roso Maltoni, onderwijzeres. Hij kreeg een opleiding tot onderwijzer en werkte ook een aantal jaar als leraar op een school. In 1902 gaat hij naar Zwitserland op zoek naar avontuur, maar vooral om de dienstplicht de ontvluchten. In Zwitserland heeft hij veel contact met verschillende marxisten. Drie jaar later keert hij terug naar Italië en gaat hij alsnog in het leger, ondanks zijn antimilitarisme gedraagt hij zich voorbeeldig. Na zijn dienst was hij nog een aantal jaar onderwijzer, waarna hij de overstap maakte naar de politiek. Hij werd secretaris van een Italiaans vakverbond. In eerste instantie was Mussolini een overtuigde marxist, die vooral de daadkracht belangrijk vond en een revolutie wilde. Hij neigde naar het anarchisme. Hij was ook een antimilitarist en kwam onder andere in actie tegen de Libische oorlog. Hierdoor kwam hij in de cel, iets wat hem al vele malen eerder was overkomen. Verder is hij ook tegen de democratie en het stemrecht. In deze tijd schrijft hij verschillende tijdschriften, artikelen en ook een roman.
Ondanks zijn antimilitarisme had Mussolini een voorliefde voor gewelddadige oplossingen. Hierdoor besloot hij in 1914 naar de nationalisten te gaan en te pleiten voor deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Hij gaat ook zelf naar het front en raak daar zwaargewond. Italië verloor en Mussolini verweet dit aan de socialisten (zijn oude partijgenoten) en de Russische revolutie. Hij verlangde steeds meer naar een eigen revolutie en richtte in 1919 de Fasci di combattimento. In die tijd ontstonden een aantal kenmerken voor zijn beweging: de zwarthemden, balkonredes en de mars door Rome. De opzet was om een alternatief te vormen voor het marxisme en de liberale staat te vernieuwen. Door de grillige samenstelling van Mussolini´s aanhang en door zijn eigen karakter lukte dit niet helemaal. In 1921 richtte hij de Nationaal Fascistisch partij op, maar hij kon hier alleen leider van worden als hij zijn nog steeds bestaande sympathieën voor het socialisme afzwoer en zijn fascisme vulde met nationalisme en conservatisme. In 1922 riepen de socialisten een staking uit. De fascisten bewaarden de orden en eisten hierna de macht op. Na de mars naar Rome ontvingen ze deze van de koning. Hij had grote problemen met de kerk. Deze is erg machtig Italië en in eerste instantie paste hij zich daaraan ook aan, maar later kwam zijn antikatholicisme naar boven en had hij verschillende (grote) conflicten met de kerk.
Het fascisme dat hij introduceerde het verschillende kenmerken die erg overeenkwamen met zijn eigen karakter. Het was vooral gebaseerd op show, bravoure, gewelddadigheid, oppervlakkigheid en gebrek aan smaak.
De buitenlandse politiek van Mussolini was erg gewaagd, hij probeerde de verdragen van Versailles teniet te doen door verdeeldheid te zaaien. Onder druk van Hitler concentreerde hij zich voor machtsuitbreiding vooral op het gebied rond de Middellandse zee. Na de oorlog die Mussolini in Ethiopië voerde, verwachtten veel dat hij wat milder zou worden, maar dit was niet het geval. Hij mengde zich in de Spaanse burgeroorlog, maar ondertussen werd door invoering van anti-joodse wetten en een poging op Italië te militariseren het in Italië steeds onrustiger. Verder werd zijn afkeer tegen de koning en de rijke burgerij steeds groter. Hij bewonderde Hitler om de staat die hij had omgebouwd. Ondanks zijn eigen wil tot machtsuitbreiding kwam de oorlog van Hitler om Europa opnieuw in te richten vrij onverwacht voor Mussolini. Hij raakte zijn zekerheid kwijt en ook de fascistische partij verloor aan structuur en macht. Zijn macht begon steeds meer in te zakken. De koning wilde zelfs een nieuw kabinet vormen. Italië kwam steeds meer onder invloed van Duitsland, totdat het bijna geheel in dienst was van Hitler. In 1943 werd hij door de oppositie overstemd en werd hij afgezet en gearresteerd. Hij werd gevangen gezet op een paar verschillende eilandjes tot hij door een SS’er werd bevrijd. Hij werd weer aan het hoofd van Italië gezet. Hij probeerde de schuld van zich af te praten en bereidde ondertussen en terugkeer naar het socialisme voor. Tijdens de capitulatie van Duitsland wilde hij naar Zwitserland vluchten, maar op zijn vlucht werd hij opgevangen door communisten en samen met zijn maîtresse doodgeschoten. Dit was op 28 april 1945.

Mussolini en kunst

Eén van de belangrijkste beweegredenen van Mussolini om Italië uit te willen breiden was het teruggaan naar de tijd waarin Italië op zijn machtigst was: tijdens het Romeinse rijk. Hij heeft dit overgenomen van Gabriele d’Annunzio, een nationalist en propagandist die pleitte voor de wedergeboorte van het Romeinse rijk. Ook nam hij zijn manier van redevoeren over, de uniformen, het pistool aan de koppelriem en geweld als machtsmiddel. Ook de naam fascisme is afgeleid van het klassieke, de fasces is een bundel iepen- of berkentakken waaruit een bijl stak. Mussolini probeerde zoveel mogelijk het oude Rome terug te halen en liet dan ook allerlei oude Romeinse dingen renoveren of opgraven, zoals het Forum Romanum, het colloseum en de keizersfora. Ook aan kunst is er van alles gemaakt, vooral om het Romeinse rijk te doen herleven. De kunst is vooral architectuur.

Architectuur
De architectuur onder Mussolini is gebaseerd op de klassieke oudheid en is in de Neoclassicistische stijl gebouwd. De gebouwen komen vaak steriel, koud en totalitair over.
Er werden onder Mussolini enorme gebouwen opgericht, waaronder het Foro Italico of Mussolini, om het oude Rome te doen herleven. Dit is een imitatie van een oud keizerforum en ligt in het noorden van Rome. Nu is het een groot sport complex waar grote toernooien plaatsvinden. Voor het complex staat een grote obelisk met het inschrift: Mussolini Dux.

Er zijn in het complex enorme mozaïken te zien die duidelijk fascistische achtergrond hebben. Rond de atletiekbaan staan allerlei beelden die alle verschillende sporten vertegenwoordigen die te vinden zijn in het complex. Bij het zwembad zijn op de muren grote muurschilderingen aangebracht die mythologische verhalen en gebeurtenissen afbeelden. Verder staan door het hele complex verspreidt nog verschillende beelden. Alle beelden die je kunt vinden zijn naakt. Ze zijn gebaseerd op de Romeinse beelden uit de oudheid. Vaak zijn er ook fascistische elementen als adelaren en hakenkruizen in verwerkt. De beelden hebben vaak een betekenis, bijvoorbeeld de verschillende regio’s in Italië, een arbeider, enz. Het is in zijn geheel in een neoclassistische stijl gebouwd.
Rond het mausoleum van Augustus in Rome heeft Mussolini een gebouw laten neerzetten, het Piazza Augusto Imperatore, dit is een soort eerbetoon aan Augustus en geeft ook aan dat Mussolini hem als een voorbeeld zag. Er werd in 1934 begonnen met de bouw en in 1938 was het af, tijdens een gedenkjaar aan Augustus en de 2000ste geboortedag van Octavianus. Voor de gebouwen die Mussolini liet neerzetten rond het mausoleum moesten duizenden woningen wijken. Naast dat er nieuwe gebouwen werden gebouwd, werd het oude mausoleum ook gerenoveerd. Veel wist men daar niet vanaf, omdat men simpelweg niet wist hoe het oorspronkelijke mausoleum eruit zag. Het was bedoeld, net als vele ander gebouwen in Rome, om het oude Rome te laten herrijzen. Over het algemeen kan je zeggen dat het oude mausoleum er een beetje verloren bij staat tussen de enorme neoclassistische gebouwen op het Piazza.

Op het Piazza di Porta Capena staat een enorme obelisk die door Mussolini na de overwinning in Ethiopië daarvandaan is meegenomen. Hij stond daar op in de heilige stad Axum. Het werd neergezet in 1937 als een soort symbool voor de fascistische overmacht. De obelisk is 24 meter hoog en weegt 160 ton. Ethiopië heeft Italië al meerdere malen gevraagd het ding terug te geven, maar tot nu toe staat het nog steeds in Rome. Het zou in 2003 terugvervoerd worden, maar ik weet niet of dit ook inderdaad is gebeurd.

Mussolini is van plan geweest om in het centrum van Rome, bij het Forum, een enorm Paleis van het Fascisme te bouwen. Wellicht zijn deze plannen qua abnormaalheid te vergelijken met het onvoltooide complex van de Domus Aurea van Nero, die tussen 64 en 68 na Christus werd gebouwd.Overeenkomst tussen beide heersers is in ieder geval hun grootheidswaanzin en machtswellust. Van dit plan van Mussolini niets terechtgekomen, wel heeft hij een begin gemaakt aan een enorme nieuwe wijk buiten de stad, EUR (Esposizione Universale Romana). Deze wijk, een voorstad ten zuiden van Rome, werd oorspronkelijk aangelegd voor een wereldtentoonstelling in 1942, die wegens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nooit heeft plaatsgevonden. Mussolini wilde de 20ste verjaardag van de Mars op Rome vieren met een wereldtentoonstelling die ‘open moest staan voor alle wetenschappen, kunsten, soorten werk en activiteiten’, een soort ‘Olympische Spelen van de Arbeid’. De wijk EUR was voorbestemd om het hart te worden van een moderne autonome stad, het derde Rome, een ‘urbs magna’, die het eerste Rome en het tweede Rome moest samenbrengen, te weten het keizerlijke Rome uit de oudheid en het pauselijke Rome. De architecten, o.l.v. Piacentini (die vele fascistische monumenten had ontworpen), ontwierpen, anders dan bij eerdere en tegenwoordige wereldtentoonstellingen, geen paviljoens, maar een complete infrastructuur. De gebouwen waren geïnspireerd op de huizen die werden gevonden zoals die bij de opgravingen in Ostia (1938-1942). De Romeinse huizen waren gebouwd van baksteen, de ramen en de deuren hadden geen omlijsting, de vormen waren eenvoudig geometrisch en er waren weinig decoraties. De Romeinse boogvorm werd veelvuldig gebruikt. Dat alles zien we terug in de Mussolini-architectuur in EUR. De wijk heeft dan ook het grondplan van een Romeinse stad. Alle gebouwen moeten de grootsheid en de macht van het regime uitbeelden, dikwijls dus gebaseerd op klassieke ideeën.
In de wijk vinden we o.a. het Palazzo della Civiltà del Lavoro, beter bekend als het vierkante Colosseum, het is gebouwd ter ere van de dingen die het Italiaanse ras heeft bereikt, het Museo della Civiltà Romana, met een 200 meter lange maquette van het keizerlijke Rome, waar de Italiaanse geschiedenis wordt tentoongesteld vanuit een Romeins oogpunt en het oude Romeinse rijk weer tot leven wordt gebracht, het Palazzo dello Sport, vele regeringsgebouwen, hoofdkantoren van politieke partijen en grote bedrijven en vele andere musea. Het meest indrukwekkende gebouw is het Palazzo dei Congressi, het congresgebouw. Ook is er nog een kerkje gebouwd voor St. Peter en St. Paul.

Tegelijkertijd is toen bij de EUR een grote woonwijk aangelegd, met brede straten en parken, waar mensen nog graag wonen –ondanks de zweem van fascistische ideologie die erboven hangt. Behalve in EUR werden ook in en om het centrum van de stad grote hoeveelheden huizen gebouwd, in de periode 1933-1936 maar liefst 135000 huizen, dit om tegemoet te komen aan de enorme groei van het inwonersaantal. Rome is rond deze tijd qua bevolking de grootste stad van het Middellandse Zeegebied. Zoals gezegd is het project niet afgerond vanwege het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, maar toch zijn later delen van de wijk voltooit. Bepaalde gelegenheden werden hiervoor aangegrepen, zoals het jubeljaar van1950 en de Olympische Spelen in 1960.
Dwars door Rome heen heeft Mussolini verschillende wegen aangelegd. Deze waren niet echt bedoeld voor de infrastructuur, maar vooral om parades op een mooie plaats te kunnen houden. Honderden gebouwen werden ervoor gesloopt en een stuk van de keizerfora werd eronder bedolven. Deze werden echter tijdens het aanleggen van deze wegen ontdekt.

Renovaties, restoraties, reconstructies en opgravingen in het oude Rome
Behalve de grootschalige aanleg van vele nieuwe fascistische monumenten, was er ook veel aandacht voor de bestaande antieke monumenten. Zo noemde ik al het renoveren van het Mausoleum van Augustus ter ere van hem. Dit past weer goed in Mussolini’s nationalistische denkbeelden, waarin het verheerlijken van het oude Rome erg belangrijk was, iets wat ik al een aantal keren heb genoemd. Het glorieuze verleden moest hersteld worden. Onder Mussolini werden veel gebouwen en complexen opgegraven en gereconstrueerd, zoals de tempels van de Area Sacra aan de Largo Argentina in 1929. De Ara Pacis werd in de jaren dertig gereconstrueerd ter ere van de 2000ste geboortedag van Augustus, wiens machtspolitiek Mussolini zoals gezegd als voorbeeld had. Augustus immers bekleedde als princeps en als pontifex maximus zowel de hoogste politieke als religieuze machtspositie. Een zelfde positie wilde Mussolini met Italië bereiken. Eerder zijn ook al de opgravingen van de stad Ostia Antica genoemd. Deze werden onder Mussolini uitgevoerd tussen 1938 en 1942 voor de geplande wereldtentoonstelling. In de 18de eeuw, begin 19e eeuw en kort na de eenwording van Italië werden al sporadisch opgravingen verricht. Voor die tijd was Ostia Antica een echte spookstad. In 18de eeuw fungeerde de tempel op het forum als schaapskooi. In de periode 1938-1942 is echter veel graafwerk verricht. Ongeveer twee derde van de oude stad werd aan het licht gebracht onder leiding van archeoloog Guido Calza. De werkwijze van toen roept tegenwoordig veel kritiek en vraagtekens op; grote lagen grond en puin zijn weggehaald totdat de stad in haar bloeiperiode tevoorschijn kwam. Dit betekent dat later lagen verloren zijn gegaan, die hoogstwaarschijnlijk veel informatie hadden kunnen geven over het verval van de stad vanaf de derde eeuw. Maar dat was niet het doel van deze opgraving, belangrijker was het om een zo compleet en echt mogelijke stad overeind te zetten.
Een ander project van Mussolini was de gedaanteverandering van het Capitool. Mussolini liet diverse veranderingen doorvoeren om het Capitool beter tot zijn recht te laten komen. Hetzelfde is gebeurd rondom het theater van Marcellus en het Pantheon, in het kader van een project om Rome weer gelijk te maken aan het Rome van Augustus wat betreft ruimtelijkheid en ordelijkheid. Grofweg komt het erop neer dat de omgeving van het monument werd vrijgemaakt van latere aanwas van niet-antieke gebouwen. Vooral middeleeuwse resten zijn in deze delen van de stad schaars als gevolg van dergelijke ‘schoonmaakacties’. De herinnering aan eeuwen waarin de macht van Italië en Rome gering was, werd als het ware uitgewist. In 1926 werd er begonnen met het vrijmaken van het Capitool. Deze heuvel werd in de oudheid als centrum van de macht en de religie gezien en Mussolini wilde dit herstellen als symbool voor zijn eigen politiek. Alle ‘overbodige’ antieke en middeleeuwse resten op de hellingen van de heuvel werden vernietigd. Mussolini wilde het Capitool aanvankelijk laten afbreken, maar gebruikte het monument later voor massabijeenkomsten van het regime. Natuurlijk hebben de diverse aanpassingen grote afbreuk gedaan aan het geheel, maar wel is het Capitool weer een plek geworden die macht uitstraalt, zoals de Romeinen vroeger ‘hun’ Capitool ook gezien moesten hebben. Na jaren van verregaande veranderingen en projecten kwam Mussolini tot het besef dat hij misschien wat zorgvuldiger moest omspringen met het antieke erfgoed. Bepaalde bouwkundige voorstellen waren zelfs voor Mussolini te extreem en te kostbaar. Het plan om de Ara Pacis te verplaatsen naar het Capitool heeft het bijvoorbeeld niet gehaald.

Film
De film was in Italië een nog aardig vrije vorm van kunst. Er werd wel gecensureerd, maar de regering maakte zich druk over wat niet getoond mocht worden en lette verder eenvoudigweg niet op de inhoud van de films. De meeste filmmaatschappijen waren nog particulier. Er was in Italië overigens bijna geen interesse voor puur serieuze, propagandistische film. Men vond de meer Amerikaanse films leuker en daar kon de overheid verder weinig aan doen. Toch zag Mussolini de macht van de film wel in. Hij richtte een staatsbedrijf op voor documentaires en verplichtte bioscopen minimaal één documentaire in hun programma op te nemen. Pas in 1937 kwamen de echt propagandistische films van het kaliber Triumph des Willens. Er volgden na de eerste nog een aantal. De films zijn vaak heroïsch en gaan over overwinningen en de prestaties van het fascisme.

Beeldende kunst
De beeldende kunst onder Mussolini kon nog heel aardig zijn eigen gang gaan. Er was zelfs sprake van moderne kunst, iets wat in Hitlerduitsland totaal niet het geval was. Onder Mussolini kan je drie verschillende kunststromen onderscheiden: het futurisme, het novecentisme en het rationalisme. Alle drie hadden modernisatie als het ultieme doel en in alledrie de stijlen is de invloed van het fascisme duidelijk zichtbaar.
Het futurisme is een kunstbeweging die in het begin van de 20ste eeuw opkomt en alle wat modernisatie tegengaat of remt verfoeid. Het richt zicht geheel op de toekomst en alles wat geschiedenis is, is fout, vooral als het 19de eeuws is. Filippo Marinetti bedacht deze kunstvorm en hij kreeg al snel veel aanhangers. Het futurisme stond op de bres voor een radicale vernieuwing van de – vooral Italiaanse – kunst, gepaard aan een volledige verwerping van alle traditionele waarden. Het is bewust anti-intellectueel en het komt in opstand tegen alle gevestigde waarden en normen: het verheerlijkte de strijd en het gevaar, de techniek, de snelheid en de oorlog, kortom het bewegende en dynamische. Mussolini zag hier wel wat in en dus steunde hij deze kunststroming. Het futurisme is een bijna geheel Italiaanse stroming. De belangrijkste vertegenwoordigers waren: Severini, Biocioni, Balla, Cassa en Russolo.

Het novecentisme pleit voor het in stand houden van tradities, hier moet echter niet zonder een enkele voorwaarde aan vastgehouden worden. De wereld verandert immers constant en het zou dom zijn daar zonder voorwaarde aan vast te houden. Het novecentisme interpreteert de traditie op een moderne manier en verwerkt dit in de kunst. Schilder Mario Sironi experimenteerde met deze stijl in het schilderij l’Allieva. Het is een aardig klassiek werk, maar er zijn duidelijk moderne accenten in terug te vinden, zoals onnatuurlijke rust, vreemde diepte en een aparte sfeer. Het novecentisme erkent de grote waarde van de Italiaanse traditie, maar voegt daar tegelijkertijd nieuwe moderne elementen aan toe.

Het rationalisme ontstond in 1929 toen een aantal architectuur studenten het verzonnen. Het is dus eigenlijk een architectonische stijl, toch plaats ik hem onder dit kopje, omdat het niet past bij het neoclassicisme van Mussolini. Volgens deze student was het tijd voor een nieuwe stijl in de architectuur en het was de taak van Italië deze te verspreiden. Het rationalisme is een functionele stijl, zonder onnodige versiersels. De rationalisten introduceerde in nieuw element in de bouw: ramen die breder zijn dan hoog. De rationalisten hadden de moed de traditie aan te passen of te negeren. Het centrale thema in het werk van de rationalisten is een nieuw Italië. De weinige versiersels die werden aangebracht waren fascistisch. Ook het rationalisme is dus geheel anders dan de traditionele kunst die een overdaad aan versiersels had. Eenvoudigheid was volgens hen het symbool voor het nieuwe Italië dat met de traditie zou breken.

Mussolini en propaganda

De propaganda van Mussolini was gebaseerd op de ideeën en acties van Gabriele d’Annunzio. Deze man, die ik al eerder heb genoemd, was een groot voorbeeld voor Mussolini en hij heeft dan ook bijna al zijn ideeën, symbolen en manieren overgenomen. D’Annunzio was een propagandist en een dichter. Hij was sterk nationalistisch en schepte de voorwaarden voor Mussolini om zijn ideeën te kunnen verspreiden.
Centraal in de propaganda van zowel d’Annunzio als Mussolini stond het herrijzen van het oude Romeinse rijk. Dit was voor het Italiaanse volk, gedesillusioneerd door de vredesvragen na de Eerste Wereldoorlog, een heel mooie boodschap en het duurde dan ook niet lang voordat de aanhangers zich met grote getale aansloten. Het idee sprak het volk dus erg aan, maar de wijze waarop het werd gepropagandeerd was niet optiemaal. De massamedia werd niet goed gebruikt, terwijl dit toch een propagandamiddel bij uitstek is. Italië had in de eerste jaren onder Mussolini geen apart ministerie voor propaganda, dit volgde pas een aantal jaren later. De propaganda-aanpak was hierdoor in eerste instantie vrij passief. Alleen de journalistiek werd gezien als een goed middel om anderen een mening op te leggen. Dit werd dan ook streng beheerd, maar vooral op het gebied van censuur. Kranten kregen niet letter voor letter voorgeschreven wat er in moest staan. Pas na de oprichting van het ministerie werd echt alles propaganda. Optimaal is er echter nooit gebruik van gemaakt, vooral niet op kunstgebied. De gebouwen die neergezet werden verkondigden natuurlijk wel allemaal het nieuwe Romeinse rijk, maar er is ook veel neergezet en vooral gemaakt wat niet een propagandistische achtergrond had. De Italianen waren onder Mussolini vooral druk met wat niet gezien mocht worden. Alles wat voldeed aan de censuureisen werd vertoond, ook als het helemaal niks met propaganda te maken had. De controles waren niet bepaald streng en er was zelfs moderne kunst, iets wat opvallens is onder een autoritair bewind. Het ging dus niet om de inhoud, enkel telde dat eruit te halen wat niet vertoond mocht worden, de rest werd gewoon gelaten.
De kerk was in Italië ook sterk van invloed op de propaganda, het is immers een machtig orgaan waar rekening mee gehouden moet worden. Dit heeft er ook voor gezorgd dat de propaganda niet extreem kon worden, altijd moest er immers rekening gehouden worden met de kerk.
Propaganda was dus een niet bepaald perfect uitgevoerd hulpmiddel voor het vergroten van de macht onder Mussolini, wat echter wel erg goed geregeld was en wat ook propaganda is, is de indoctrinatie van de jeugd. Al van jongs af aan worden kinderen helemaal op alle gebieden gehersenspoeld. Hun hele dag stond in het teken van het fascisme, Mussolini en het oude Romeinse rijk. Er werd op jonge leeftijd mee begonnen en het ging door tot en met de universiteiten. Alle leerboeken werden gecontroleerd en aangepast. Ook waren er verschillende jeugdorganisaties waar kinderen volgens fascistische ideeën werden opgevoed.
Er was in Italië onder Mussolini dus zeker sprake van propaganda, er werd hier echter niet optimaal van geprofiteerd. Het was vooral gericht op de journalistiek en op de indoctrinatie van de jeugd, verder was er vooral censuur.

Vergelijkingen

In dit hoofdstuk zal ik de verschillende leiders met elkaar gaan vergelijken om zo een beeld te krijgen over de verschillende manieren waarop je propaganda kan gebruiken. Verder bekijk ik welke van de leider het meest succesvol is geweest en naar de verschillen en de overeenkomsten in aanpak van de leiders. Alle vier zijn (redelijk) succesvol te noemen en hebben, naar hun doelstelling, veel bereikt, en vooral: bereikt wat ze wilden bereiken.

Augustus versus Trajanus
Augustus en Trajanus verschillen op het gebruik van propaganda niet heel erg veel. Ze maakten beide gebruik van de middelen die ze hadden, dat wil zeggen van architectuur, reliëfs en beelden. Ze gebruikten wat ze beschikbaar hadden en wisten zo op een knappe wijze beide een enorm deel van het volk te bereiken. Ook is het beide gelukt om een goede indruk achter te laten voor de toekomst: beide worden gezien als modelkeizers. Trajanus nam in feite de manier van propaganda gebruik van Augustus over. Je kunt zeggen dat Augustus de grondlegger is en dat Trajanus (en ook vele andere keizers) goed naar hem gekeken. Toch moet de prestatie van Trajanus op het gebied van propaganda niet te veel worden gebagatelliseerd, er zijn immers maar weinig keizers die zo een indruk hebben achtergelaten. Daarvoor moet hij de propagandatechnieken toch er aardig beheerst hebben.
Het propagandagebruik van beide is dus aardig gelijk. Ze hadden maar beperkte mogelijkheden het toe te passen, maar hebben dit dan ook met beide handen aangegrepen. Wel kan gezegd worden dat Augustus het beter beheerste dan Trajanus. Augustus was immers het voorbeeld voor Trajanus, deze heeft het dus eigenlijk gekopieerd. Wel heeft hij dit op een verdienstelijke manier gedaan. Wel denk ik dat Trajanus de propaganda minder echt nodig had. In zijn carrière heeft hij weinig fout gedaan, in tegenstelling tot Augustus, die hier en daar toch wel wat steekjes heeft laten vallen. Het is beide geluk om onder het volk goed bekend te staan en ook om de geschiedenis als een goede keizer in te gaan. Augustus is hierin misschien wat beter geslaagd: hij is een voorbeeld voor alle latere keizers, maar dit was Trajanus ook, maar ik denk in mindere mate. Als je naar nu kijkt is Augustus van de twee de bekendste keizer, maar ik denk dat dit wordt veroorzaakt door het feit dat hij ook de eerste was, iets wat natuurlijk ook tot de verbeelding spreekt. Als ik moet kiezen denk ik dat Augustus de kunst van de propaganda iets beter beheerste dan Trajanus, maar dat neemt niet weg dat ook deze er goed gebruik van maakte.

Hitler versus Mussolini
Hitler en Mussolini verschillen wel erg in hun propagandagebruik. Het belangrijkste verschil is dat het onder Hitler erg actief werd gebruikt. Er werd onmiddellijk een ministerie opgericht dat alles controleerde en belangrijker: alles voorschreef. Geen letter werd er meer geschreven en geen kunstwerk werd er meer gemaakt zonder dat het ministerie van propaganda het wist en het voorschreef. Hele kranten werden alvast geschreven, kunstwerken bedacht en bouwwerken ontworpen. Er was geen sprake meer van kunst, alles was propaganda en van te voren bedacht door de nazi´s. In Italië onder Mussolini was dit veel en veel minder het geval, er werd niet echt propaganda gemaakt, er werd vooral gecontroleerd en er was censuur. Kunstenaars konden tot op zekere hoogte zelf hun kunstwerken maken en bedenken, het moest uiteraard wel in de fascistische denkbeelden passen, maar voorschrijven zoals bij Hitler werd niet gedaan, dit kwam pas later. Ook toen was het nog minder extreem dan onder Hitler. In Duitsland werd erg goed gebruik gemaakt van de nieuwe communicatiemiddelen en massamedia, iets wat in Italië niet gebeurde. Daar was propaganda vooral gericht op journalistiek en de jeugd, op dit laatste gebied overtroffen de Italianen de Duitsers ruimschoots. Hitler was voor Mussolini een groot voorbeeld, maar op propagandagebied heeft hij toch niet zo goed naar zijn Duitse mededictator gekeken. Voor Hitler was propaganda, naast geweld en angst, een van de belangrijkste middelen om zijn macht te behouden en te vergroten. Mussolini vond het ook wel belangrijk, maar beperkte zich tot een aantal dingen, hoewel Hitler inzag dat je het het beste gewoon maar alles kon gebruiken. Van de twee beheerste Hitler dus duidelijk de propagandatechnieken beter. Hij heeft er erg veel profijt uit kunnen halen en heeft een heel volk jaren lang voor gek kunnen houden. Dit was natuurlijk niet alleen de verdienste van Hitler, maar ook van Goebbels. Deze man wist precies hoe hij alles moest aanpakken en het is dan ook vooral zijn verdienste dat de propaganda in Duitsland zo succesvol was. In Italië was er geen tweede Goebbels en had dus niemand het inzicht hoe propaganda goed te gebruiken. Natuurlijk waren er mensen die er verstand van hadden, maar het inzicht van Goebbels zouden ze nooit krijgen. Hitler bereikte met zijn propaganda wat hij wilde bereiken: een heel volk zag hem al Messias en geloofde hem. Toch is dit ook Mussolini geluk, misschien niet zo extreem als in Duitsland, maar toch werd hij gezien als Il Duce, de perfecte leider. Zijn belangrijkste middel hiervoor was de jeugd en niet alle andere dingen. Ook was dit overigens niet het hoofddoel van Mussolini, zijn streven was vooral het Romeinse rijk te doen herleven en dat is hem wel aardig gelukt. Hij heeft aardig wat gebouwen neergezet en heeft dingen kunnen veranderen, maar zijn plan was eigenlijk onuitvoerbaar. Hij heeft met zijn propaganda dus eigenlijk nooit zijn echte doel kunnen bereiken, maar ik denk niet dat dit wordt veroorzaakt door zijn gebruikt, maar vooral door de onrealiseerbaarheid van het plan. Ook Hitler streefde naar een soort Romeins rijk, hij wilde immers het Derde rijk vormen, dit heeft hij ook nooit bereikt, omdat het net zo onrealiseerbaar is als het plan van Mussolini.
Als je de twee vergelijkt is denk ik wel duidelijk dat Hitler veruit de beste was in propaganda gebruik. Hij wist hoe je het het beste kon aanpakken en heeft dit dan ook goed uitgevoerd. Mussolini heeft er veel minder efficiënt gebruik van gemaakt, maar dat neemt niet weg dat zijn indoctrinatie van de jeugd geniaal te noemen is. Mussolini had dus eigenlijk zijn specialiteiten, maar ik denk niet dat als hij al het andere ook had gebruikt, hij Hitler had overtroffen. Hij had immers geen Goebbels en dat was wel één van de grote voorwaarden voor het succes van de propaganda van Hitler. Hitler heeft, door de hulp van Goebbels, de mogelijkheden die propaganda voor hem had bijna voor de volle 100% uitgebuit, dit kan Mussolini niet zeggen en daarom is Hitler dus beduidend beter omgegaan met het machtsmiddel propaganda.

De keizers versus de dictators
De keizers en de dictators zijn vrij lastig te vergelijken. We weten erg veel over de propaganda van Hitler en Mussolini. Over de keizers weten we ook wel aardig wat, maar dit is aanzienlijk minder dan de hoeveelheid informatie die we hebben over de twee dictatoren. Verder zijn de middelen die ze tot hun beschikkingen hadden ook erg verschillend, de keizers waren immers erg beperkt in hun middelen. Verder dan bouwwerken, beelden en reliëfs komen ze niet. De dictators echter hebben veel meer tot hun beschikking en hadden ook nog het voordeel dat rond hun tijd de massamedia opkwam. Ook de film was een machtig middel. Qua middelen zijn ze dus niet te vergelijken maar wel qua effectiviteit van het gebruik van de middelen die ze wel tot hun beschikking hadden. Van de keizers maakte Augustus daar het beste gebruik van. Dit kon ik concluderen uit het feit dat hij slechte dingen kon laten vergeten en uit het feit dat hij nu nog erg bekend is en uit het feit het grootste voorbeeld is geweest voor latere keizers. Van de twee dictators was Hitler overduidelijk de beste met het gebruik van de propaganda. Als je dan Augustus en Hitler gaat vergelijken denk ik toch dat Hitler als winnaar uit de bus komt. Hij kon een heel volk achter zich aan laten rennen en kon ze alles (ik denk echt alles) laten geloven wat hij wilde. Hij heeft er bijna optimaal gebruik van gemaakt. Volgens mij heeft Augustus de propagandatechnieken vooral gebruik om zichzelf en de Romeinse staat op te krikken, maar niet om denkbeelden en dergelijke te verspreiden. Hij heeft het dus niet gebruikt om zo zijn macht te vergroten, hij wilde alleen een goed beeld geven van zichzelf. Hij heeft dus in feite niet optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden van propaganda, terwijl Hitler dit (bijna) wel heef gedaan. Ik denk echter dat dit ook nog enigszins te maken heeft met de middelen, maar ook Augustus had propaganda meer kunnen gebruiken om zijn macht te vergroten. Van de vier behandelde personen denk ik dus dat Hitler het beste gebruik heeft gemaakt van de propaganda. Wat overigens wel zo is, is dat de propaganda bij de keizers eigenlijk alleen maar kunst was, zij zijn daar dus eigenlijk beter in.

Nawoord

Als ik terugkijk vond ik dit een heel leuke PO om te maken. Ik mijn onderwerp erg interessant en ik ben blij dat ik dit onderwerp heb gekregen. Ik denk dat ik veel heb geleerd over de vier personen die ik heb behandeld. Vooral vind ik het zo leuk dat je allemaal verassende dingen ontdekt, ik had bijvoorbeeld nooit verwacht dat Mussolini eigenlijk een socialist was. Ook het behandelen van de verschillende kunstwerken en dan vooral de gebouwen vond ik erg leuk. Ik hoop dat ik er een groot aantal tegen zal komen in Rome, dat lijkt me erg leuk. Ik weet er nu al wat meer van en dan is het leuk om die gebouwen dan in het echt te zien. Vooral ben ik geïnteresseerd in dat Eur district. Na die foto’s te hebben gezien vraag ik me heel hard af hoe die gebouwen er in het echt uit zien en of het echt zo enorm is. De enige maar die voor mij aan dit werkstuk zat was dat ik het zo een interessant onderwerp vond dat ik er een beetje veel te veel tijd in heb gestoken. Ik denk dat ik ruim over de 100 uur heen zit en dat was toch ook niet helemaal de bedoeling denk ik. Ik heb hier alleen niet echt spijt van, ik vond het leuk om te doen en korter had ik deze PO toch niet kunnen maken. nu staat gewoon alles erin wat ik erin wilde hebben en ben ik tevreden met het eindresultaat. Als ik minder tijd erin had gestoken was ik dat waarschijnlijk niet geweest en daarom ben ik ook blij dat ik het heb gedaan. Kortom was dit dus een hele leuke, verassende, interessante, maar tijdrovende opdracht die ik met veel plezier heb gemaakt en waar ik later nog veel aan zal hebben (in Rome zeker denk ik).

Bronnen

Boeken:
Ramage, Nancy H. Ramage, Andrew. 1999. Romeinse Kunst ‘van Romulus tot Constantijn’, Konemann Verslaggesellschaft mbH, Keulen.

Rhodes, Athony. 1993. ‘Geïllustreerde geschiedenis van de Propaganda in de Tweede Wereldoorlog’, Atrium, Alphen a/d Rijn.

Internetsites/computer:
Encarta encyclopedie

http://nl.wikipedia.org/wiki/Keizer_Augustus

http://users.pandora.be/ivan.moerman/

http://home-3.worldonline.nl/~wr1644/augustus.html

http://images.google.nl/imgres?imgurl=www.roma-antiqua.de/rundgang/photos/1999/augustusforum_marsultor.jpg&imgrefurl=http://www.roma-antiqua.de/rundgang/pages/augustusforum.html&h=600&w=415&sz=28&tbnid=l9RVZfLaCXUJ:&tbnh=131&tbnw=91&start=10&prev=/images%3Fq%3Dforum%2Baugusti%26hl%3Dnl%26lr%3D%26ie%3DUTF-8

http://users.pandora.be/armand.van.damme/romeforum1.htm

http://www.xs4all.nl/~wiebeko/kt/italie/rome/boog_augustus.htm

http://www.vers-pont-du-gard.fr/hollandais/tpatrimoine11.php

http://www.francemarket.com/region-provence/pont-du-gard/photo/img1.jpg

http://www.vroma.org/images/flood_images/prima.porta.jpg

http://harpy.uccs.edu/roman/primaugustus4.jpg

http://italic.org/arax3.jpg

http://nl.wikipedia.org/wiki/Trajanus

http://home-3.worldonline.nl/~wr1644/trajanus.html

http://www.xs4all.nl/~wiebeko/kt/italie/rome/forumtrajanus.htm

http://www.rmo.nl/studiehuis/kcv/trajanus/bouwen.html

http://mediatheek.thinkquest.nl/~kl084/main.html?deromeinen_gebouwen9

http://users.skynet.be/bk239267/timgad.htm

http://www.klascement.net/kt/beelden/440_076.gif

http://ring.mithec.com/side/Nazi_art.html

http://ccwf.cc.utexas.edu/~tjmoore/imagesofrome/Mussolini/

http://www.initaly.com/regions/classic/obelisks.htm

http://www.kun.nl/soda/obsodamiter/26juni/osirome.pdf

http://www.dickinson.edu/~history/dictators/mussolini_culture.html

Geen opmerkingen: