Hoofdstuk 1
Het was een spel voor de kinderen gewoon een spel. Hun hoofdleraar Mevr. Beryl Stacey zag het gevaar over. Ze kon het gevaar zien ook op de speelvelden waar de kinderen speelden. Voor de kinderen was het alleen een spel.
Vandaag was het spel gestaakt, vanaf het moment Dat Simon Mason wakker werd, hij had besloten wraak te nemen. Hij zou vroeg het huis verlaten dat zou zijn moeder verrassen. Hij wilde zijn woede kwijt en zou zijn slachteroffers in de gaten houden. Voor een keer zou hij zijn voetbal kleren niet vergeten, omdat hij zijn handdoek nodig had om zijn wapen in te verstoppen. Dat zou meneer Kershaw verrassen. Simon zijn kamer was erg klein en rommelig. Er lagen kleren overal. Zijn voetbal uitrusting lag waar hij het vorige week had neergelegd compleet met handdoek. Nee niet vorige week, vorige week was hij het vergeten. Simon pakte de handdoek op en rook eraan. Vies. Simon! Zijn moeder riep vanaf de keuken. Zijn moeders stem was dun en baande zich een weg langs de keuken de trap op. De Tv stond aan, met een harder geluid. Ik ben waker oké . zijn kamer was vol met wapens, verstopt. Er was een machine geweer dat bijna echt leek in het donker, en een revolver dat dienst zou kunnen doen in een gevecht, als de kogels niet op waren geweest. Maar er was een wapen dat wel echt was. het moord sleutel ring. Simon pakte het, en voelde het gewicht ervan. Ja het was goed, zijn oom George had het hem gegeven voor zijn verjaardag. Je kon iemand er een gemene klap mee geven, voor de zekerheid, maar hij geloofde dat het een moordwapen was, hoe dan ook. Oom George had beloofd het uit te zoeken. Voor een moment, dacht hij, zou het dienst doen om er een klap mee te geven. Simon zag een gezicht voor zijn ogen een meisjes gezicht met blond haar. Hij klemde zijn tanden op elkaar en gromde. Zij was zijn doelwit. Simon kom op! Je komt te laat. Ik weet dat je nog niet op bent, je mist je ontbijt. Simon lachte en rolde de sleutelring in de handdoek. He voelde het gemene bundeltje, voelde de voetbalschoenen die hij haatte hij haatte alles aan school, maar de spelletjes nog het meeste. Alle kinderen renden in het rond als idioten en probeerde dingen te winnen en meneer Kershaw met zijn fluitje joeg ze op. Misschien zou hij hem ook nog wel krijgen op een dag als hij precies wist hoe de sleutel ring werkte. Het was een boze gedachten maar een aangename die Simon vrolijk de eerste straten vanaf het huis begeleidde. Het was een oud huis midden tussen twee scholen, een gaan van de andere kinderen uit zijn straat gingen naar het St. Micheal’s niet dat er veel heen gingen waarvandaan dan ook. Degenen die dichtbij woonden gingen naar de school beneden aan de berg. Terwijl Simon door het betere deel van de stad liep zoals zijn moeder wel eens riep. Toen kwam hij langs de weg met bomen. Simon zag uniformen net zoals die van hem alleen dan in betere staat. Hij zag ook auto’s. soorten waarvan hij alleen maar droomde om in te rijden. Maar eerst voor de weg met bomen kwam hij langs de chalkpit het was een oud vervallen gebouw met stapels troep en een oude auto. Achter het oude gebouw was een afgebrokkelde muur met gaten. Doorkruist met tunnels en smalle wegen. Simon voelde de kracht ervan, hij had hier vaak gespeeld en geschuild weg van de kinderen die voetbal spelletjes speelden op school. Hij hield van deze plaats. Het was vredig en comfortabel. Problemen ook. Het vertelde zichzelf dat hij vanaf de muur zijn prooi kon aanvallen maar hij wist dat hij loog. Van hoog kon hij de hele stad zien en de zee, maar niet de straten van dichtbij die schuilde achter de huizen. Vandaag was een kwade dag, de dag dat hij Anne Royle en haar broer en hun vriendin Rebekkah zou aanvallen. Als hij hier zou blijven bij de chalkpit zou hij hen missen, en hij zou in de problemen komen als iemand hem hier zag. Mevrouw Stacey zag ook problemen op deze plaats. Hun spelletjes leraar Meneer Brian Kershaw keek naar Simon toen hij het plein van St. Micheal’s opkwam als een hoofdrol speler uit een spionnenfilm. Simon liep dicht langs de muur en Brian zag dat hij bukte om iets op te pakken wat leek op een steen. Meneer Kershaw blief een krachtige scherpe toon uit zijn fluitje op de aandacht van Simon te trekken. Alle kinderen keken naar Brian maar Simon hoorde het niet. Het was tijd om te beginnen met de team indelen. Vanaf de overkant van het gras zag hij Louise Shaw. Ze was hoofdleraar, maar toch hielp ze de jongere kinderen op de spelletjes morgen. Toen ze dichterbij kwam zwaaide Brian. Het is een belangrijk fluitje wat je daar heb zei Louise Shaw. Maar wil je het niet gebruiken voordat het spel is begonnen zei ze. Meneer Kershaw knikte naar het oude paviljoen. Een van de slechte jongens zei hij. Hij is daarachter. Mevrouw Shaw draaide zich om om te kijken. Er waren verschillende groepen kinderen en een groep daarvan herkende ze. Zeker niet David Royle? Ze lacht licht. zijn moeder wil niet dat ze hem een slechte jongen noemen. Hij had de knappe Anna bij hem en Rebekkah Tanner. De kinderen drongen het gebouw in. Ik bedoelde Simon Mason zei meneer Kershaw. Die sukkel. Hij is daarachter en wacht op hen. ik licht boosheid verscheen op Louise haar gezicht. Brian zei ze. Ik wil niet dat je hem zo noemt. Sorry zei hij. Je wet dat hij problemen heeft. Ja maar haar pakte een steen op zei meneer Kershaw. Je denkt dat maar je weet het niet zeker antwoorden Mevr. Shaw. Ik denk dat we moeten gaan kijken zegt Meneer Kershaw mijn gevoel zegt dat wil je mee of niet? oké Louise knikte ik denk dat er niks aan de hand is maar ik ga mee. Anna was en lang meisje voor haar leeftijd. Lang knap en aardig. Rebekkah Tanner was haar beste vriendin en ze waren buren. Hun huizen waren geïsoleerd van de andere huizen in de buurt en misschien waarom ze daarom vriendinnen. Ze hadden gepraat over het Simon Mason probleem toen ze naar school werden gebracht door de moeder van Anna. Anna en Rebekkah hadden later die avond nog gepraat via de telefoon. David die eerder naar bed moest dan zijn zus wilde weten wat ze hadden besproken. Hij bemoeide zich er zoals gewoonlijk weer eens mee. Wat was dat vraagt zijn moeder. zei je pesten? Anna wierp hem een boze blik toen. Niet precies pesten Mevr. Royle zie Rebekkah beleef. David bedoelt dat de jongens op school wel eens ruig doen tijden spelletjes. Maar die kleine overdrijft nog al eens. Niet naar ze luisteren David. Je wou wat zeggen. Ze pauzeerde zijn er echt geen moeilijkheden op school. De kinderen trokken en raar gezicht. We hebben een goede tijd op school zeg Anna. Hun moeder twijfelde haar moeder hun oma had een afkeer tegen de school ze waren de eerste in de familie die naar die school gingen. Toen Mevr. Royle stopte en deuren gingen open stoffen de kinderen naar buiten. Mevr. Royle wilde nog wat zeggen maar ze was te laat. Ze hebben het inderdaad naar hun zin dacht ze bij zichzelf. Meneer Kershaw had gelijk over de steen Simon had een juiste gezien en het opgepakt, in de hoop dat hij zijn wapen kon gebruiken. Hij had gezien dat de Volvo van mevr. Royle eraan kwam. Hij had de steen en de sleutelring. Misschien hadden ze het gezien dacht hij. En ze hadden het gezien en hun reactie was erg snel. Simon was gestruikeld over zijn eigen voeten de handdoek viel en zijn wapen lag op de grond. Op dat moment kwam Anna om de hoek. Hij is gewapend schreeuwde ze! Hij is gewapend! Simon zijn fantasieën over oorlog en wraak lagen op de grond verspreid in de modder. Ook David kwam eraan Simon zijn maag keerde om. Simon sukkelige Simon schreeuwde David. Simon hield de hand met de steen strak langs zijn lichaam. Voor Anna was het duidelijk wat hij van plan was. je wilde me raken met de steen is het niet? je bent een pestkop of niet soms? Ze schopte Simon terwijl ze een glimlach op haar gezicht vormde. Kijk uit siste Rebekkah mevrouw Shaw komt eraan! Sukkel Simon riep David en Rebekkah waarschuwde hem te stoppen. Stop stop! Het was een kruising tussen fluisteren en schreeuwen. Twee seconden later kwam Louise Shaw de hoek om maar niet voorat Anna op de grond lag haar handdoek en tas gooide ze op de grond. Ze zette een angstige blik op. Oh mevr. Schreeuwde ze ik ben geraakt, ik ben geraakt! Voor de kinderen was het gewoon een spel.
Hoofdstuk 2
Mevrouw Shaw, herinnerde zich voor een paar seconden van een kerst tableau.
Simon bevond zich starend bij haar onhandigheid, zijn ronde gezicht verward en droevig. Anna knielde voor hem op een knie, haar hoofd omgedraaid over haar schouder naar Louise, haar lange blonde haar over haar schouder. David klein en geschokt, twijfelend tussen angst en vluchten, terwijl Rebekkah een bezorgde blik had, met een bescheiden glimlach – de wijze man die het goedkoopste en nuttelooste cadeau had gebracht. Toen kwam het weer tot leven. Mevrouw! Zei Rebekkah, ik zag hem haar raken, Mevrouw! Ik denk dat hij haar geraakt heeft, mevrouw! Anna keek meteen alsof hij haar geraakt had. Ze probeerde op te staan van haar knie, en deed een kleine pijn kreet na. Rebekkah rende naar haar toe om haar te helpen. David richtte zicht dramatisch naar Simon. Hij heeft een steen, mevrouw! Daar. Hij kon haar wel doodden! Simon had een steen. Scherp en groot zo groot als een appel. Mevrouw Shaw merkte op dat hij een voetbal handdoek bij zich had, met verse modder en oude modder. Ze was verbaasd waarom zijn moeder de oude modder er niet had afgewassen. Ik heb mijn been bezeerd, mevrouw, jammerde Anna. Hij schopte me. Ik denk dat ik ernstig verwond zou kunnen worden. Mevrouw Shaw bewoog zich levendig, bewust dat het uit de hand zou kunnen lopen als ze het niet onder controle had. Anna verrast, trok aan haar voet niet echt voorzichtig. Onzin Anna. Overdrijf niet. Nu loop verder en verander, alsjeblieft. Meneer Kershaw en mevrouw Hendry gaan verder met de teams. Maar mevrouw…. Louise controleerde haar met een oog. Er was modder op haar knie, boven de witte sok. Verder niets. David, een hulp volle jongen pakte zijn zusters tas op. Geen gemaar. Als je nog steeds last hebt nadat je veranderd bent gaan we naar het kantoor en moet je daar 1 of 2 uur liggen om te kijken of er iets gebeurd. Zelfs netbal spelen zou te pijnlijk zijn, of niet soms. Klagelijk gaf Anna toe. Ze glimlachte niet. ze was niet van plan de leraar zo makkelijk te laten winnen, en ook niet Simon Mason. Maar wat gebeurt er met hem? Ze knikte met haar hoofd naar Simon. Gaat u hem niet straffen? Het is niet de eerste keer mevrouw. Simon had zicht niet bewogen. Hij bevond zich onhandig, met vieze klere en op de een of andere manier nutteloos. De lomperik had Brian hem genoemd. Louise voelde een mix van sympathie en irritatie. Hij was een probleem, zeker weten, hij was altijd een probleem. Maar hij was sympathiek hoe dan ook.
Dat gaat je niks aan, vertelde ze Anna. Ik zal het noodzakelijke doen. Pak je schooltas op, alsjeblieft, en ga verder. Eerlijk, twee geweldig stoere meiden geïntimideerd door een jongen. Ik weet het niet. Anna zei cool, ik hoop dat u niet suggereert dat wij weerstand moeten kunnen bieden. Mevrouw Shaw? Ik weet niet wat mijn vader daarover zou zeggen. Het is tegen de schoolregels, ook. Louise lette op hen na die uitwisseling. Toen ze zich terug draaide naar Simon had hij zich lichtelijk bewogen. Hij had de steen laten vallen die hij had verborgen, en het was geland op zijn voetbalshirt. Goed Simon? En wat heb je hierover allemaal te zeggen? Binnen in zijn hoofd waren er veel dingen die hij wilde zeggen. Maar in plaats van dat te zeggen, in plaats van zijn ogen op de leraar te richten, nam Simon de makkelijke weg. Zijn hoofd ging omlaag, zijn schouder omlaag, hij snoof lichtjes. Zelf erkennend dat de bewegingen verdedigend waren, raakte mevrouw Shaw geïrriteerd. Kijk, lief, ik weet er niks van, weet je. Wie begon er? Hij herinnerde toen hij opstond, zijn dromen over wraak, toen hij het gezicht van Anna Royle raakte in zijn droom. Hij zou begonnen zijn als hij het gedurfd had. Kijk, hij keerde zicht naar mevr. Shaw, haar stem werd dunner. Ik ga je geen pestkop noemen zoals Anna het zegt, als dat is wat je denkt. Maar dan moet je me wel vertellen wat er is gebeurd. Je moet mijn vragen beantwoorden. Simon! Vertel het me! Achter haar hoorde ze de pratende kinderen die teams organiseerde. Zij hoorde het fluit dat zij als de van Carol Hendry’s erkende schril en impotent. Simon, zei ze. Toen ik eraan kwam. Hoorde ik een paar woorden zoals sukkel Simon enz. waren zij bedoeld op jou? Ze realiseerde plotseling dat hij niet helemaal juist was, deze jongen. Staan voor haar slaagde hij er nog in onhandig te kijken alsof hij zou kunnen omvallen. Hij was bekent om over dingen te vallen, in feite, hij viel over veel. Hij was langzaam in lezen, ook. En schrijven en rekenen. Het kwam tot haar, als staand daar, dat geen een iemand hem gelukkig kon noemen. Toen ze opnieuw sprak was haar stem zachter. Gebeurt het vaak, dit soort dingen vroeg ze? Pesten mensen je vaak? De vragen waren heel direct. Mevrouw Hendry kwam de hoek om. Oh sorry Louise. Brian vertelde me waar je…….. Kijk sorry maar we kunnen wel wat hulp gebruiken op het veld. Louise beet op haar lip. Ja, oké zei ze met tegenzin. Ik ben er in een paar seconden. Mevrouw Hendry was reeds gegaan. Simon keek naar haar gezicht alsof hij al had geantwoord. Sorry, had je mijn vraag al beantwoord? Hij schudde zijn hoofd, toen liet hij zijn hoofd alweer richting zijn borst vallen. Goed ik wil het van de bodem krijgen, zei de leraar, levendig. Als ze je pesten, ga ik het stoppen. Maar hoe kan ik je helpen als je mijn vragen niet beantwoordt. Je kan me tocht niet helpen dacht Simon. Niemand kan dat, kunnen ze? Niet als Anna Royle zo deed. Hij mompelde iets, iets wat geruststellend moest klinken. Geen echte woorden. Kom je weer, zei Mevr. Shaw. Het is niet te verstaan dat gemompel. Het is niet van belang mevr. Zei hij. Het doet er niet toe. Hmm mompelde Louise.
Hoofdstuk 3
David, op instructies van zijn zus en haar vriend, gingen achter Simon aan naar de kleedkamer om te vragen wat mevrouw Shaw tegen hem had gezegd. David was bang voor Simon, maar als Simon alleen in zijn onderbroek staat is hij niet bang voor hem. Van Anna heeft me gevraagd zei David dapper dat als je ons daar neerlegt dat er grote problemen komen. Wat is er gebeurd? Simon deed zijn best om hem te negeren. David was al aangekleed, zijn haar nog nat en glanzend van de douche. Simon ging naar de douches en had koud water. Hij waste de ergste modder weg met zijn handdoek. Jij zegt David. Hij droeg schoenen, en Simon was bijna naakt, zo voelde hij zich veilig. Wat heeft ze gezegd? Simon?! Niets, antwoord Simon. Hij trekt zijn overhemd over zijn hoofd, verdween erin en probeerde zich te verbergen. Je hebt niet gezegd dat wij het deden, toch? Je hebt haar geen leugens verteld. Ik heb haar niks verteld, laat me met rust. De menigte in de kleedkamer verdunde. Een andere les spoedig. Je had het beter niet kunnen doen beëindigde David. Ik moest het van Anna zegen. Als er nog wat gebeurt loopt het slechter voor je af. Over de schouder van David zag Simon meneer Kershaw op hen afkomen. Jij riep de gymleraar, waarom bent u zich nog aan het omkleden, je haar is nog droog. Heb je gedoucht? A lach verscheen op het gezicht van David terwijl hij wegliep. Dat meneer Kershaw zo deed tegen Simon deed hem goed. Vuil, je borst is vies, je benen zijn vies, je kleren zijn vies. Geef me die handdoek eens jongen. David hoorde een kletterend lawaai en daarna een stilte. De weinige andere jongens in de kleedkamer gingen ook weg zo stil als muizen, voor het geval dat het hun beurt was daarna. De stem van meneer Kershaw veranderde. Wat is dit dan? Het kwam uit je handdoek? Wat is het jongen? David hield stil, nieuwsgierig. Hij draaide zich om, Hij zag dat meneer Kershaw iets oppakte van de grond. Simon, naast de leraar, keek koud en bezorgd, en klemde zijn handdoek tegen zijn borst. Het is een kubutan, toch? De gymleraar was opgestaan, en hield iets vast wat leek op een kleine zwarte staaf met een zilveren ring. Het is een gevaarlijk wapen, toch? Alle ogen waren gericht om hem, en hij werd er op dat moment bewust van. Hij hief zijn hoofd op en brulde. Jullie allemaal! Ga weg! Jullie allemaal. Of jullie blijven allemaal na vanmiddag. Ze haasten zich en David nam de leiding. Een gevaarlijk wapen! Simon Mason heeft een gevaarlijk wapen! Wacht maar tot Anna en Rebekkah hiervan horen. Simon beantwoorde ondertussen de vraag. Zo eerlijk als het kon. Echt meneer ik weet het niet. Het nieuws dat Simon extra problemen had was goed nieuws voor Anna en Rebekkah, een dodelijk, maakte niet zoveel indruk op ze. Wat was het precies? Vroeg Rebekkah. Het klonk raar. David was er niet zeker van. Kershaw had het verborgen in zijn hand. Hij wilde niet dat we het allemaal wisten. Maar hij was woest, er kwamen problemen, hele grote problemen. De drie waren op de speelplaats. Het was pauze. Hoewel Anna het niet toeliet, ze waren gluiperig, hielden het zicht weg. Ze wilden niet geobserveerd worden door de leraren. Mevrouw Shaw het minst van alle.
Oh wel, had ze gezegd. Als meneer Kershaw hem een preek heeft gegeven kan hij het ons niet vertellen, of wel. Dat is zeker. Hij gaf het een naam zei David plotseling. Een Rubik’s cube of zoiets. Je bent een dwaas, snurkte Rebekkah. Ze lachte, ze was niet onvriendelijk. A Rubik’s cube vraag ik je! Anna haar gezicht was betrokken. Ze had een serieuze gedachten. Wat het ook was, zei ze, het betekent dat Simon een wapen heeft, dat is zo klaar als een klontje. Hij wilde ons aanvallen, zodat wij moesten ontruimen. Het was een zelf- bescherming. Hij had ook een rots, merkte Rebekkah op. Ook oude Louise had dat gezien. Ze bewogen zich langzaam over het speelterrein. David zijn gezicht was angstig. Ze kunnen ons niet beschuldigen hoe dan ook. Zegt hij. Niet over Simon? Het kwam tot Anna dat haar broer gelijk had. niemand geloof zo een smerige vuile jongen als dat. Ze voelde een steek van woede. Hij is een las zei ze. Misschien zouden we moeten klagen over zijn dodelijke wapen. Hij had ons kunnen raken. Hij kon ons slechts gekwetst hebben. Met zijn explosieve Ribik’s cube. Rebekkah zei het lacherig. Anna grijnsde. Ook Loo- roll kan een jongen met een wapen niet beschermen. David ging in zijn eentje naar de les. Louise in feite, vond het wapenverhaal maar irritant. Meneer Kershaw had haar erover verteld met een beetje geheimzinnigheid en triomf toen zij samen terug liepen naar school in de pauze. Het zat verstopt in zijn handdoek zei hij. Verbazend dat een jong kind dat zo bij zich draagt. Het is een krijgers ding. Wat doet het precies? Een cubiton? Wat is het precies? Kubutan zei Brian. Met een K. In de verkeerde handen kan het mis gaan, dat heb ik verteld. Punten of zoiets. Ik ben niet thuis in krijgers wapens. Ik weet niet precies hoe het werkt. Kan Simon Mason het? Hij was geamuseerd. Ik denk het niet. Het lijkt op een sleutelring, maar hij heeft er geen sleutel van? Het is een aanvallend wapen toch? Ze was geërgerd. Werkelijk Brian, maak je niet van een mug een olifant? Je nam het niet in beslag toch? Een vage vloed trok over zijn sproeten gezicht. Ik gaf hem een goede verballing. Ik heb hem een geschreeuwd ik denk dat dat genoeg is. Ik weet het wel zeker zei Louise droog. Jouw schreeuwen zijn beroemd Brian. Ze liepen in stilte voor een tijdje. Het probleem was meneer Kershaw, dat ze hem vaak een beetje ongemakkelijk liet voelen. Hoe ben je van plan hem te straffen? Zei hij uiteindelijk. Voor een pester? Een hij heeft een korte scherpe schok nodig. Hij kan verder groeien als misdadiger. Ze liepen langs het laatste rek naar school. Het was stil, bijna landelijk, met enkele kinderen verspreid over de speelplaats, schoon en vreedzaam in hun uniformen. Nauwelijks een plaats voor het fokken van misdadigers dacht ze. Oh ik weet het niet zuchtte ze. Het probleem is, ik ben niet overtuigd dat hij schuldig is. Ik zie hem niet als een pestkop. Maar hij had een steen bij zich en een Kubutan. Ik weet het. En de lieve Anna Royle zei dat hij haar schop en sloeg. Het probleem is ik weet niet of dat de waarheid is. Ze waren bijna bij de schoolpoorten. Meneer Kershaw stopte, keek haar merkwaardig aan. Ze stopte ook. Die lieve Anna citeerde hij, vind je haar niet aardig? Ze haalde haar schouders op. Niet iedereen? Ik bedoel ik geloof niet alles wat ze zegt. Ik heb een beetje twijfel dat is alles? Zonder een stukje bewijs. Terwijl aan de andere kant…… Louise lachte naar hem. Ze ging levendig de poort binnen. Ook als Simon de pestkop is zei ze. Ik geef hem het voordeel van de twijfel. Er was niet veel kwaads verder die ochtend.
Ik ga kijken of hij bereid is vriendelijk is voor dieren. Een verrassing. Meen je dat? Je moet wachten en zien zei ze.
Hoofdstuk 4
De echte verrassing was, de manier waarop de kinderen reageerde op haar plan. Verontschuldigende glimlach onderbrak de les van mevrouw Earnshaw. Sorry voor het binnenvallen zei ze ik dacht dat de les al klaar was maar ik ben er om de volgende dieren verzorger aan te wijzen. De kinderen waren druk en lawaaierig omdat het een taak was die iedereen wel wilde. Het was een voorrecht, dat werd toegekend aan iemand die mega goed was, of uit het ziekenhuis kwam, of nieuw en eenzaam was op school. Je was het nooit meer dan een paar weken. Nu ga zitten zei ze. Ik ben hier niet om iemand te kiezen. Dat heb ik al gedaan, ik ben hier om het te vertellen wie het si. Simon sta op alsjeblieft. Ik wil je… maar ze werd overstemd haar stem werd verdrongen. Toen stond, kletterde de andere met hun voeten, en schreeuwde woedend. Simon Mason? Waarom hem? Mevrouw, mevrouw. U maakt een grapje hij is een idioot, mevrouw! Dat waren de woorden die ze kon oppikken. Maar dat was niet alles, het was een hels kabaal een hevige stroom van woede kwam uit 30 kelen. Mevrouw Shaw werd met afschuw vervuld. Mevrouw Earnshaw, een oudere, strikte vrouw was aan het bonzen op haar tafel met een boek. Ze was rood van woede. Stop! Het is genoeg! Richar Harvey Tanya. Ga zitten nu! Het lawaai in de klas zakte. Louise stapte voorwaarts. Ze ontruimde haar keel. Goed zei ze. Waar was dat voor nodig. Kan iemand mij dat vertellen recht in mijn gezicht? De kinderen waren verbaasd. Ze keken allemaal nar mevrouw Shaw en ze waren beschaamd. Simon was ingestort, staren naar zijn tafel. Hij leek zo onblij dat ze bang werd. Misschien zou het wreed zijn om hem te kiezen. Misschien was hij gelukkiger onzichtbaar in de menigte. Maar ze was begonnen. Ze had beter kunnen stoppen wist ze. Ik wil zeggen zei ze dat jullie uitbarsting mij verbaasde. Jullie hadden geen zelfcontrole om me uit te laten praten, je weet niet wat ik nog meer wilde zeggen. Richard Harvey, in de voorste rij, stak zijn hand op en wilde haar wat zeggen. Mevrouw Earnshaw legde haar boek neer en sloot haar mond. Maar een stille stem van ergens zij pesterig. Om hem een dieren verzorgen te maken dat is stom. Mevrouw Earnshaw ging stijf maar te land. Een windvlaag van gelach ging over de klas. De onverbiddelijke ogen van de leraren maakte het weer stil. Er was niets anders te doen. Toen eindigde het. Louise zei ter zake: Simon ik wil niet spreken voor al deze dwaze kinderen. Kom met me mee. Hij ging met tegenzin, met een rood beschaamd gezicht. Mevrouw Shaw was ook rood en wenste dat ze het niet had gedaan. Maar ze zag de ogen van de kinderen op hem gericht met afkeer. Ze was zeker van een ding: als Simon pestte, had een goede reden. Hij had meer affectie van een woestijnrat en de konijnen dan hij deed van zijn vrienden in de klas dacht ze. Waarschijnlijk zelfs van de kom vissen. David Royle was zorgvuldig om haar ogen niet te ontmoeten. St. Michael was een kleien school, en voor de middag was het nieuws en de reactie verspreidt
Het was niet alleen Simon zijn klas die het een schandaal vond, maar alle kinderen. Louise, op de speelplaats hoorde fluisterende woorden, en sommige schreeuwde naar haar vanaf de hoek en door de deur. Simon Mason was een gestoorde een dwaas. Op een punt, ze liep naar een groep met een lang blond meisje erin. Louise wist dat ze naar haar keken. De groep brak open en het blonde meisje was Anna Royle en haar vriendin Rebekkah en wat aanhangers staarde naar haar tot ze rechtstreeks terugstaarde. Ja Anna. Anna keek verbaasd. Niks mevrouw. We babbelde enkel wat. We wachten op mijn broer. In feite was David het geweest die het nieuws naar Anna bracht, en Anna was woedend. Voor haar was het een belediging, recht in haar gezicht. Gelooft zij hem zo, had ze gesist. Ze gelooft zijn onschuld en onze schuld. Ze heeft geluisterd voor bewijsmateriaal en ze heeft haar oordeel bereikt. Goed we zullen zien. Ik weet het niet, had David geantwoord. Misschien probeert ze alleen aardig voor hem te zijn. Stom! Ze denkt dat wij leugenaars zijn. Maar hij is een sukkel! Zei Rebekkah ongemakkelijk. Ze zal het ontdekken zei Anna. Het is niet ons werk om het haar te vertellen. Ze moet het zelf ontdekken. Ook in de stafkamer, tot afschuw van mevrouw Shaw, kreeg ze het gevoel dat ze het fout had gedaan. Hoewel niemand het letterlijk zei. Om haar vertrouwen niet te schenden., maar ze nam Simon aan haar kant zo snel ze de kans had en boog zich over de regels en de problemen ervan. Na zijn aanvankelijke vrees, was hij tevreden en trots dat hij was gekozen. Hij hield van dieren zei hij, maar ze waren niet gewend ze thuis te houden. Nou dat is een punt zei Louise. We vragen gewoonlijk geen ouders voor de baan, maar het komt er op neer dat je later thuis komt. Alleen het onderhoud kost tien minuten elke nacht, maar als je vader en moeder het goed vinden. Iets kwam over zijn gezicht een schaduw, en ze betreurde dat. De meeste van school leefde met twee ouder, maar je wist het nooit. Simon gaf geen commentaar. Het is al goed mevrouw zei hij. Ik ga vaak spelen voor ik naar huis ga maar niemand zal mijn missen voor een moment. Goed. Ik wil je vragen vandaag te beginnen, als dat goed is? Heb je ooit wel eens voor dieren gezorgd? Hij had het niet, zo gaf zij hem een snelle samenvatting van de taak. Ze nam hem mee naar de dieren ruimte, welke in midden was een klein stukje van het hoofdgebouw, een liet hem de bakken met voedsel zien, de kast waar de schone waterbakken waren, de gootsteen om borden te wassen, de zak van de spaanders om de kooien leeg te halen,, en het vissenvoer. Simon stopte en staarde een tijdje voor zicht uit naar de woestijnrat in zijn grootte plastic kooi. Vind je hem leuk? Hij is lief hé? Hij draaide langzaam zijn ogen naar haar, alsof hij ze niet weg wilde halen van de gerbil, en ze waren gevuld met licht. ja zei hij uiteindelijk. Hij is slim. Louise was weer eens zakelijk. Zie je dat plastic daarboven. Dat is heel belangrijk. Je haalt het weg om te voeden en de kooi te verschonen, natuurlijk, maar het moet weer terug. Oh het is heel belangrijk. Begrijp je? Ja zei hij. Tevreden mevrouw, mag ik hem nu aanraken. Mevrouw Shaw ga hem een klein lachje. Zijn gedachten was bij de gerbil en niet bij haar. Simon concentreer. Natuurlijk kan je hem aanraken, als je een verzorger bent mag je spelen met de dieren, maar luister je?
Wat moet je doen wanneer je klaar bent met de gerbil? De deksel erop mevrouw zei Simon onmiddellijk. Heeft hij ook een naam mevrouw? Kan ik hem er een geven? Wel officieel heeft hij geen naam. Mevrouw Stacey denkt dat het belangrijk is dat de dieren hier zijn voor studie en niet voor de antropomorfisme. Weet je wat dat betekent, Simon? Nee natuurlijk weet je dat niet! Ze lachte harder. Mevrouw Stacey heeft een beetje rare ideeën, maar ze is het hoofd, het is haar recht. Simon lachte naar haar maar begreep het niet. Maar kan ik hem een naam geven? Herhaalde hij. Ik wil hem Diggory noemen, is dat goed? Ik vind van wel antwoord Louise. Ik denk adat Diggory een schitterende naam is. Kijk we moeten terug keren, je hebt de halve schoolmiddag gemist, je zult me een schot krijgen. Kom later terug en maak goede vrienden met hem. Maar vergeet nooit de deksel, wil je? Nooit? Nee mevrouw. Waarom eigenlijk? Zou hij weglopen? Hij zal niet weglopen wanneer ik verantwoordelijk voor hem ben. Zijn gezicht was veranderd. Het had een glans, een glans die ze nog nooit had gezien. ik denk het niet zei ze. Maar het is niet om je zorgen om te maken, het is Butch. Hij is een lieve kat, maar het is een kat. Het zo zo gemeen zijn! Diggory zo klein.. zo klein hijgde Simon. Ja voor Butch is het een middag etentje. Maar laat de deksel er niet af! ik vermoord hem zei Simon. Hij keek verstoord. Hij is afschuwelijk. Simon mevrouw Shaw schreeuwde zijn naam. Zijn ogen kwamen naar de haren en klaarde op. Simon herhaalde ze zacht. Katten zijn katten en gerbil gebirls. Zij denken niet menselijk, zij leven op instinct. Als Diggory gegeten wordt door Butch ik het niet Butch zijn fout, begrepen? Het zou jouw fout zijn, om het hok niet dicht te doen! Niet Butch, niemand anders, het jouwe. Oké? Simon keek verbaasd. Ik zal nooit de deksel eraf laten mevrouw zei hij. Dat is zeker!.
Hoofdstuk 5
Brian toen hij de verachtelijke reactie van de kinderen hoorde was hij niet verbaasd. ik was verbaasd zei ze niet voor de eerste keer. Eerlijk Brian, ze waren zo afschuwelijk. Ze blaften als een stel honden. In al mijn jaren als leraren heb ik nog nooit zoiets meegemaakt. Ze waren bijna alleen in de eetkamer van de leraren, welke niet ver was van de school. ondanks zichzelf, Louise had rond het gebouw gehangen tot ze Simon naar huis zag gaan. Meneer Taylor, de conciërge had alles daarna gecontroleerd, het was een van zijn laatste taken die avond, maar ze wilde het om zeker te zijn. Simon was een half uur binnen geweest net totdat ze zich zorgen begon te maken. Toen ze hem had zien vertrekken, hoewel, waren de zorgen weg. Hij leek blij, alsof hij op wolken liep. Hij staarde zorgvuldig naar hen, en sloot de deur achter hem Louise had gestaan in de schaduw van de schoolkeuken zodat hij haar niet zag. Ze wilde niet dat hij dacht dat ze hem bespieden, ook al deed ze dat wel. Goed, zei Brian, zorgvuldig je weet hoe gruwelijk kinderen kunnen zijn. Ze lijken op dieren op sommige manieren. Als je weet wat ik bedoel. Ze bekeek hem gefronst. Louise kon soms erg lichtgeraakt zijn. Ik weet niet zeker of ik dat doe. Goed zei Brian. Laat me het zeggen op deze manier. Mijn tante had een gans misvormd toen hij geboren werd. ze vleugels zaten ver naar voren, hij viel om als hij probeerde te vliegen. De gans was dierbaar voor haar, ze hield hem afzonderlijk van haar beste dieren.
Maar zodra ze het zetten bij hen, vielen ze hem aan. Zij had hem moeten doodden voor de andere het deden. Haar methode was veel sneller dan een dood door te pikken. De blik op zijn gezicht bleef ernstig. Ik hoop niet dat je denkt dat we Simon zijn nek moeten omdraaien zei ze. Echt Brian, je denkt slecht van Simon. Ze zijn kinderen niet een groep ganzen. Natuurlijk antwoorden Brian. Hoewel daar wat in zit. Ik ben alleen realistisch dat is alles. Zij treken geen stempels als volwassen antwoorden zij eerlijk, zij antwoorden eerlijk. Als zij jongenlui Simon waarnemen zoals…… misvormde gans? Oh kom op Brian, echt. Toen zuchten Louise, en ze nam een slokje van haar drankje. Ik weet wat je bedoelt, zei ze en dat is het probleem. Zij noemen hem simpele Simon, ze noemen hem slecht. Ik veronderstel in hun ogen dat. Hij is de onhandigste jongen die ik ooit heb gezien. Maar dat is niet zijn fout toch? Ne dat is het niet, antwoorden Brian. Maar het is niet perse hun fout als ze reageren op wat ze zien. Je weet van jezelf hoe hard kinderen zijn, wie zei aantrekkelijk vinden. Het is een van de moeilijkste dingen in het onderwijs. Als een kind altijd een snotneus heeft, of stinkt, of het is lelijk…. Het is moeilijk om van ze te houden. Het is bewezen, het is niet alleen mijn idee, het is oneerlijk maar het is waar. Het is moeilijk voor kinderen. ze antwoorden niet, ze draaide met haar glas rond. Er was een tijdelijke stilte. Goed in elk geval. Als hij een pestkop is eet ik mijn hoed op. Ik heb nog nooit een kind gezien dat zo verantwoordelijk was voor de dieren. Ik was echt onder de indruk. Wat wil je drinken? Nog een heel glas of een halve? Hij koos voor een halfje, nadenkend over zijn volgende verklaring terwijl ze naar de bar liep. De waarheid was, dacht hij, pesten of slachtoffer, Simon Mason was een hopeloos geval, natuurlijk om te pesten. Toen Louise terugkwam, begonnen zei tegelijk te spreken. Hij gaf haar voorrang. Ik was juist van plan te zeggen, dat is Simon de pestkop niet si… Dan is Anna het eindigde hij haar. Dat is een raadsel is het niet? En een probleem. Louise heften haar glas als een begroeting op. Precies zei ze. Na het verzorgen van de dieren. Rende Simon naar huis om het zijn moeder te vertellen. Zelfs de chalkpit had geen trekkracht op hem. Hij voelde verschillende dingen. Hij voelde zeker dat als ze hem de taak gaf misschien wel voor goed. Jammer genoeg was zijn moeder minder gelukkig. Na het werk van een van die dagen, en op de terugweg van de supermarkt had ze zes eieren laten vallen. Het eerste was wat ze over haar zoon opmerkte dat hij vies was en geen voetbaluitrusting bij zich had. Simon! Je bent vies! Waar is je uitrusting, het moet gewassen worden. Het verhaal over de gerbil stopte op zijn lippen. Hij keek naar zijn eigen handen, alsof zij het verhaal over de vermiste handdoek en uitrusting verklaarde. Zijn hoofd was leeg. Voetbal kleren? Welke? Het moet… mam! Riep hij vergeet het even. Mam! Ik ben dierenverzorger. Ze laten me de dieren verzorgen ik heb een gerbil! Maar Linda Mason kon niet antwoorden. Haar gezicht leek bedenkt met woede. Waar zijn ze? Vroeg ze. Het is weken geleden dat ze gewassen zijn! Oh Simon! Hij maakte dat hij wegkwam, en toen werd ze nog bozer. Hij sprong achter de keukentafel! Stop! Riep hij! Het is niet belangrijk! Stop!
Mevrouw Mason in een woedende bui! Dit was het deel van Simon dat ze nooit begreep. Het leek alsof hij het expres deed. Alsof hij het leuk vond dingen te vergeten. Hij wilde met haar praten, maar hij was bang. Ook al was ze niet sterk genoeg om hem pijn te doen, ze raakte hem hard en hij hield er niet van. Soms verloor hij zijn geduld en schreeuwde ze door elkaar als twee katten. Hij haatte het! Ik ga weg zei hij! Ik ga weg tot je stopt! Het is stom! Stom! Ze keek verbaasd naar hem, en Simon rende de deur uit de straat uit! Mevrouw Mason volgde niet, en een minuut later kwam hij binnen door het keukenraam. Ze was bij het kooktoestel, een hand rustent op het aanrecht, wit en vermoeid. Hij kon nar binnen. Hij was verbaas waarom hij haar zo boos maakte. Hij dacht aan Diggory, hoe zacht hij was en hoe lief. Zou Butch hem zo pijn doen? Het zou zo gemeen zijn. Anna en David Royle en Rebekkah liepen naar huis zoals gewoonlijk, en ze praatte over het probleem tot de achterdeur van de Royles. Maar in de keuken tot hun verrassing zat Rebekkah haar moeder koffie te drinken met haar vriendin. Hallo mam zegt Rebekkah vrolijk. Wie gaat mijn thee maken? De vrouwen glimlachten en boden drinken aan, maar spoedig maakte ze duidelijk dat ze een serieus gesprek hadden. David zijn grote mond had meer schade aangericht dan verwacht. Hoe is het met de pester? Vroeg mevrouw Royle, helder? Ik vertelde Avril wat je zei vanmorgen in de auto. Oh mam. Zei Anna. Zien we eruit alsof we hebben gevochten. Wel jullie hebben zwarte ogen keurde haar moeder. maar we mogen ons ongerust maken. Rebekkah haar moeder knikte. Sommige kinderen kunnen erg ruig zijn. Zei ze. Vooral jongens. Je mag denken dat het iets is om een grap over te maken, mar als er iemand pest, valt er niks meer te lachen. Rebekkah kreunde. Het is de schuld van de tv. Zei ze. Als je me laat kijken naar Grange hill. Ik weet zeker dat ik dan een beter persoon word. Echt mam je behandeld ons als baby’s. We kunnen het wel aan. Wat? Vroeg mevrouw Royle. Ze zetten haar kopje zorgvuldig neer, alsof ze een geweldig punt maakte. Het was een gewoonte dat mensen zomaar het huis inkwamen dacht Anna. Omdat haar vader een advocaat was waarschijnlijk. Plotseling schoot haar een idee te binnen. Misschien had ze het mis dacht Anna. Misschien was er een beter tactiek. Ze liet een kleine zucht ontsnappen, alsof haar moeder haar slim gevangen had. oh oké zei ze. Ik zal het vertellen. Er is een jongen. Rebekkah en David waren nog verbaasder dan hun moeders. Grapje suggereerde Rebekkah onzeker, maar Anna veranderde niet van gedachten. Nee serieus Rebekkah. Er is een klein probleempje. Geen punt te ontkennen. De moeders waren meteen bezorgd. Ga verder zei mevrouw Royle een jongen. Wat voor klein probleem? We wisten dat er iets aan de hand was knikte mevrouw Tanner. Rebekkah en David keken elkaar aan. Geen van beide wisten wat er gebeurde, maar David was gewaarschuwd om zijn mond te houden. Het zijn slechts verhalen zei Anna. Ik bedoel, het is eerlijk het is niks zeer ernstig. Het is net gebeurd rondom ons. Dat we zijn…. Hem te grazen genomen, weet u? Aan haar bezorgde stem kregen Rebekkah en haar moeder het warm. Maar dat is buitenspoedig zie mevrouw Tanner. Wie si de jongen? Verteld hij leugen over je? Echt, dit is te erg, we moeten praten met mevrouw Stacey. Wat is zijn naam?
Nee piepte Anna. Nog niet! Oh mam je laat me wensen dat ik het nooit heb gezegd. David zei zijn moeder. Vertelt het me! Wie is de jongen? David richt bezorgt zijn ogen op zijn zus. Hij schudt zijn hoofd. Mam zei Anna. David is te jong om het te begrijpen. Het is niet eerlijk voor die jongen, is het niet, omdat wij geen bewijs hebben. Er was een pauze terwijl iedereen nadacht. Mevrouw Tanner keek naar Anna met respect. O liefje, zei ze dat klinkt eerlijk moet ik je zeggen. Je bent net als je vader, mevrouw Royle zucht. Te eerlijk voor zichzelf. En jij Rebekkah. We mogen blij zijn met onze kinderen, Avril, we zijn erg blij. Wat over mij dacht David. Als zij eerlijk zijn ik ook? Onmiddellijk begreep Anna het, maar David begreep het niet helemaal. Het is zeker vertelde Anna hem. Enkel geloven de kleine dieren. Of als iets anders gebeurt en hij probeert ons de schuld te geven. David haalde zijn vingers door zijn haar. Maar als hij dat doet hoe vertellen we mam over het verschil? Anna was geërgerd. Je bent dom. Vertel hem Rebekkah. Ik het niet. ze waren in de slaapkamer, ze ging bij de vensterbank staan om uit het raam te kijken. De zon was aan de bergkant, en ze kon de top van de chalkpit berg, glimmend wit. Rebekkah zat op het bed. Kijk zei ze. Als Simon vertelt over ons, en onze moeders weten er al over wat zullen ze dan zeggen? David dacht na voor een paar seconden. Ik weet het niet zei hij. Ze zeggen dat we hem gewaarschuwd hebben. Hij heeft verhalen verspreid. Je kunt onze moeders vragen! David zijn hersens kookte. Rebekkah voegde toe: we zal zo een leugenaar geloven? Niemand met een goed verstand. En nu moeten wij hem straffen zei Anna. Iemand moet dat doen toch? Waarom vraagt David? Wat voor? Verhalen verspreiden schreeuwde Rebekkah. Dat is logisch David! Het is zeer nuttig. Glimlachend liep Anna terug tot midden in de ruimte. Ze keek hen aan. De jongen dreigen snap je? Hij heeft een lesje nodig? Rebekkah haar gezicht straalde. En wij zijn degene om hem te onderwijzen zei hij toch? O nee dacht David. Arme sukkelige Simon
Hoofdstuk 6
Zelfs voor de ramp dat Simon werd geslagen, had de hoofdleraar van het St. Michael’s gemerkt dat er iets aan de hand was. Mevrouw Stacey, een kleine dikke vrouw met sterke ideeën, eiste dat er zo weinig mogelijk dingen waren waar zei zich niet bewust van was, en ze was er trots op. Sommige leraren, onder andere Louise Shaw, haar afgevaardigde, vonden de leraar maar raar. Louise bevond zich op de hoek van de speelplaats de volgende morgen al praten met meneer Kershaw, toen ze zagen dat een hoofd door de deuropening keek en doelbewust naar hen keek. Het was aan het eind van de pauze. Hier is een probleem vertelde ze Brian.
U krijgt 50 pond als het niet waar is dat iemand zijn mond voorbij heeft gepraat over Simon en de dieren. Meneer Kershaw half geamuseerd door haar houding.
U weet hoe het is zei hij. Ze houd niet van klassen die uit de hand lopen. Ze denkt waarschijnlijk dat kinderen zoals Simon gerbils eet bij het ontbijt. Er zat een kern van waarheid in. Mevrouw Stacey was uiterst zorgzaam voor de kinderen van haar, maar het was merkbaar dat ze zorgzamer was voor sommige kinderen dan de andere. Niet veel kinderen leefden in armoede, maar degene die dat wel dede hielp zei. Mevrouw Stacey had een goed gedrag manieren en houding. Zij had hen gezien en haar vastberaden blikken werden een glimlach. Ze ging door de groep kinderen heen als een motorboot op veranderlijke zee. Brian zonder het duidelijk te maken, maakte zich los van Louise en ging naar de kleedkamers. Een jongen riep aan hem en hij praatte er mee. Louise zet haar welkom s gezicht op. Louise ik heb naar je gezocht! Wel hier ben ik, was het iets speciaals? Mevrouw Stacey was zich onbewust van haar houding naar sommige mensen. Ze kon haar irritatie voelen groeien. Wel, ja en nu. Ik ben waarschijnlijk, ik heb het waarschijnlijk bij het verkeerde eind. Het is een vraag van oordeel eigenlijk. Ze bekeek Louise indringend, alsof ze duidelijk was waar ze over wilde praten. Hoewel ze veronderstelde het. Louise liet zien dat ze het niet begreep. Sorry? Wat precies….? De kinderen rende in het rond, geconcentreerd op hun spelletjes. Ze zagen Simon op een hoek, helemaal alleen. Kleine Simon. Lispelde mevrouw Stacey. Het spijt me, ik dacht dat je realistisch was. Net zoals sommige andere in de stafkamer. Goed, natuurlijk, ik vraag je niet om uw besluit, maar….. Simon? Oh je bedoelt de dieren? Ik begrijp het niet mevrouw Stacey. Zit daar kwaad in. Geen kwaad? Natuurlijk geen kwaad. Ik dacht alleen, sommige leraren, wel hij is zo onhanig, vind je niet? En…. Goed het zou ongelukkig zijn als het mis ging. Louise zei ter zake: oh ik dank dat we ons er niet ongerust over hoeven te maken, mevrouw Stacey. Ik hou een oogje in het zeil, natuurlijk. Meneer Taylor kijkt ook elke nacht. Ik zal met hem praten. Mevrouw Stacey’s houding verharde. Verbeter me als ik het verkeerd heb, maar hoort het niet normaal….. Nee wat ik bedoel is, goed, het is een traktatie toch? Een beloning voor goed gedrag. Louise kon haar bui voelen hangen, maar mevrouw Stacey hield haar streng onder controle. Haar lippen strak, dat was alles. Smalle lijnen op de losse huid op haar kin. Ik hoorde ook iets over pesten zei ze. Nu als dat waar is, Louise, het zo vreemd zijn als zulk gedrag beloond wordt met dieren verzorgen. De zoemer van school ging, en Louise keek op haar horloge. Door haar hulp was het einde van de pauze. Ze trok haar fluitje uit haar zak van haar rok en blies. Het gaf haar de gelegenheid om na te denken. Het is inderdaad zo antwoorden ze. Maar we hebben geen bewijs dat Simon Mason pest, helemaal geen. U zou uw leerlingen kunnen vertellen dat ze wat voorzichtiger moeten zijn met hun beschuldigingen mevrouw Stacey. Mevrouw Stacey, gevangen op de verkeerde manier, kreeg een licht kleurtje. Louise. Haar stem was ijzig. Wij hebben en traditie hier op school, voor slimheid, beleefdheid, ijver en vooral eerbied voor anderen. In sommige scholen, geloof ik, pesten is een rage deze dagen, het wordt gezien als mode. Dat is niet, en wil niet, het geval zijn op mijn school. Heb je dat begrepen. Natuurlijk antwoorden Louise, herbergden haar woede.
En als ik iemand pak, en ik heb bewijs, zal het slechter voor hen zijn. Vrijwel eerlijk gezegd, ik denk dat sommige kinderen een beetje naar doen tegen Simon. Ik weet hoe veel u me vertrouwt, en ik ben er dankbaar voor. Geloof alstublieft in mij. Mevrouw Stacey, wetend dat ze een klein beetje van haar mening had verloren, gaf in. Natuurlijk vertouw ik je lief, zei ze. Je bent mijn afgevaardigde boven alles. Maar ik moet luisteren naar de andere, of niet soms, ook als ze geen gelijk hebben. Dat was scherp, ook, omdat Louise dwong tot een kleine toelating. Ze kunnen niet helemaal verkeerd zijn, concurreerde ze stijf. Maar ik ben zeker dat het risico genomen moet worden, in principe… Ze knikte en mevrouw Stacey liet zich toe. Ondertussen zei ze, wil ik niet meer zeggen.
Simon hield van de dierenkamer in het middencentrum bijna net zoveel als van de dieren zelf. Het was smal en donker, met ramen met gewapend glas, ruikend naar konijn. Hij rook de geur van Diggory toen hij de bak open deed. Gerbils, mevrouw Stacey had het hem verteld, moeten niet vaak verschoont worden, omdat het woestijn dieren zijn die ook niet veel drinken. Hij raakte hem aan met zijn vinger. Warm en liefde vol. In zijn linkerhand, hield Simon de deksel. Zijn voetbal kleren werden verplet tegen de kant. Aangezien hij jongleerde met alles, zijn handdoek gleed weg en zijn voetbalschoenen vielen, een voor een. Hij had materiaal gevonden bij zijn klaslokaal toen hij het verliet, aandenkend nu hij het liet vallen. De kubutan was weg, maar Simon dacht er niet aan. Hij voelde zich niet boos, in de dieren kamer. Hou op Diggory vertelde hij zijn gerbil. Laten we het rusten. Hij bracht de deksel naar zijn rechterhand, zoeken naar iets om hem neer te leggen. Voor hem was een hoge plant met poederverf en een kleurrijke poster. Het had een opknapbeurt nodig, maar hij zou het doen. He balanceerde het stuk plastik voorzichtig, toen dacht hij aan Butch en hij keek rond. Geen aanleiding geven had mevrouw Shaw gezegd. Alle deuren in het centrum hadden een kattenluik zodat Butch niet opgesloten kon worden. Simon dacht dat hij beter had moeten opletten. De kleine ruimte was duidelijk, hoewel. Alvorens de klep dicht te doen, Simon opende het konijnenhok en maakte het schoon. Hij bracht vers water aan, gaf het voedsel. Toen waren de vissen aan de beurt, die hij saai vond. Op tijd ging hij terug naar de Gerbil, hij stond op zijn pootjes, tegen het glas, met zijn roze neusgaten. Simon liet zijn handen rustig in de bak zakken om hem niet bang te maken. Maakte een klikkend geluid, hij tilde Diggory tot oog hoogte en kuste hem op de neus. De Gerbil, zonder proberen weg te gaan. Simon wiegde hem tussen zijn handen, aaide hem. Hij was zich ervan bewust dat hij gelukkig was. Hij droomde van goed voor mevrouw Shaw, speciale dingen voor haar, om een gerbil te hebben, meer voor zichzelf. Hij kon het zich voorstellen in zijn kamer. Hij was verbaasd als zijn moeder het goed vond. Maar toen Simon hem terug en de deksel pakte gleed het weg.
Simon greep ernaar, een laag tin en poederverf viel erover. Onvermijdelijk de bovenkant was open. Een hoos van poeder viel in de plank, veel op Diggory, die bang wegsprong. Zodat hij een wolk helder rood stof verspreidden. Een klein geluid, een soort kreun, ontsnapte aan Simon. Simon raakte in paniek. Het was verschrikkelijk, mevrouw Shaw zou woedend zijn. Al zijn dromen over Diggory te hebben vielen in duigen. Hij moest weggaan, hij moest gaan. Maar voor hij weg ging struikelde hij over de deksel van de gerbil. Hij tikte er tegen om te kijken wat het was in het donker. De deksel. Dat was een ding wat hij nooit zou vergeten. Nooit. Buiten de speelplaats gescheiden van het dierencentrum door een weg van hoge draadomheiningen, David Anna en Rebekkah zagen Simon wegrennen. David wilde wat roepen maar zijn zus stopte hem dat te doen. Zag hij ons? Zei ze naar een tijdje. Ik weet het niet zei Rebekkah. Ik ben er niet zeker van. Jee, kijk hem gaan. Wat zal hij gedaan hebben. Simon was 300 m weg, rennend. Ik denk dat we moeten gaan om het uit te zoeken zei Anna. David hing terug. Meneer Taylor zou voorbij kunnen komen. Hij is erg strikt, als je er niet hoeft te wezen. Rebekkah keek op haar horloge. Te vroeg. Hij zal hier over 10 minuten zijn. Hij sluit het laboratorium als eerst. Dat duurt wel even. Anna rende al over de weg. Dat moeten we riskeren zie ze. Hij zal wel iets gebroken hebben denk ik. Zoals hij altijd doet. Wat zou hij dan wel kunnen breken zei Rebekkah. Gaan we het hem vertellen. Anna veegde wat haar uit haar ogen. Ze grijnsde. Denk groot. Zei ze mysterieus. Denk groot……… Toen meneer Taylor het centrum 20 minuten later bereikte, Butch lag in een zag zonlicht buiten de deur. Toen hij dichterbij kwam rolde hij op zijn rug en strekte zich uit en zuchten lawaaierig. Menneer Taylor aaide hem onder zijn kin. Butch spinde als een motor. Wat een leven hé? Vroeg meneer Taylor. Je bent de gelukkig duivel Butch. Ik afgunst u.
Hoofdstuk 7
Tegen de volgende morgen, toen hij mevrouw Shaw vertelde wat hij later had gevonden, werd zijn afgunst betreurd. De kat kon hoe dan ook niet beschuldigd worden het lag in zijn aard. Misschien, vroeg hij zichzelf af was de jongen in paniek, gooide hij iets omver, en hij deed daardoor slechte dingen. Was dat mogelijk? Mevrouw Shaw, met een zwaar hart, was het er mee eens. 20 minuten later toen Brian Kershaw kwam aanjokken naar de poort, was ze nog niet aan een definitieve conclusie gekomen. Hij stopte, nauwelijks hijgend na zijn ochtend pas, en vroeg aan haar wat er gebeurt was. In een paar kernzinnen vertelde ze het hem, en meneer Kershaw glimlachte niet eens. Hij zei niet eens: ik heb het je gezegd. Oh lief zei hij. Het is bedroevend. Ze onderzocht zijn gezicht maar ze vond geen boosaardige blik. Zo als u voorspeldt had Brian. Maar ik moest het toelaten en ik begrijp het nog niet. De gymleraar onderzocht de kinderen bij de poort. Simon was er niet bij. Nee zei hij. En hij knoeide toch ook? Hij moet vrij stom zijn geweest. Wat zei onze Beryl ervan. Ik heb het haar nog niet verteld zie Louise. Dat was Bill Taylor zijn idee hij mag haar ook niet.
Ik loog een beetje, eigenlijk. Ik zie dat de gerbil was ontsnapt, maar niet dat het er een rotzooi was. Bill zei dat hij het schoongemaakt hij voor zie controleerde. Goede zet. Ik veronderstel dat ze uw haar misdaad toespraak gaf? Ja dat deed ze. Zelf als hij de deksel eraf had gelaten was hij schuldig, dat het punt van het verhaal. Niemand houd van Simon Mason ik vertelde haar dat ik de volledige verantwoordelijkheid nam, natuurlijk. En dat ik een andere Gerbil zou kopen. Ze zei dat ze het zou vertellen op de vergadering. Oh hemel. Wat deed je? Louise bekeek haar horloge. Ze gingen de trap af. Ik vertelde mijn verhaal. Ik vertelde haar dat we geen feiten wisten. Ik hoop dat Simon met een goede verklaring komt. Een dokters verklaring zou het veiligst zijn. De speelplaats was bijna leeg. De lessen begonnen bijna. Louise bereidde zich geestelijk voor op de preek van Beryl Stacey het hoofd, over hoe slecht Simon was. Oh lief het is zo erg zei ze. Ik wens dat ik hem nooit het voordeel van de twijfel heb gegeven. Louise keerde terug naar school. Gelijktijdig met Brian. Kijk zei hij. Achter die bestelwagen. Het is Simon geloof ik. Dank goedheid zei Louise ze stapte op de bestelwagen af. Simon kom op! Je bent laat! Simon! Simon liet zich zien, maar hij kwam niet dichterbij. Het zag er even uit alsof hij weg zou lopen. Simon riep Louise opnieuw. Ik doe niks! ik wil alleen even praten. Brian hief zijn armen naar voren. Je moet komen Simon of wil je dat ik je over 200 m rennen pak. Wil je een race? Oh Brian mompelde Louise. Maar het werkte. Na een tijdje kwam Simon eraan gelopen. Toen hij dichterbij kwam zagen ze zijn betraande gezicht en Brian Kershaw ging tactvol weer terug naar school. Het spijt me zo mevrouw, zei Simon. Ze schraapte haar keel. Ga even naar de wc en was je gezicht zei ze. Kom naar mijn kamer in de pauze. Ze sprak op duidelijke vlakke toon.
Hoofdstuk 8
Op zijn weg naar school, was hij de chalkpit binnen gegaan misschien zou het hem iets beter maken. Zo stil was hij in gedachten dat na een paar minuten 2 jongen konijntjes kwamen aanhobbelen. Simon vergat voor een tijdje zijn problemen en genoot van ze. Toen kwam alles weer terug. De nacht ervoor, had hij besloten zijn moeder erover te vertellen, riskerend haar woede. In feite, ze was gelukkig ontspannen, maar hij wist niet waar hij moest beginnen. Het klonk zo stom, te vertrouwd, brekend dingen, morsen van tafel. Het was het niet waard. Hij had zijn chalkpit op tijd verlaten voor school, maar het zicht op Brian en mevrouw Shaw hadden hem ontmoedigd. Hij had heel wat tijd doorgebracht om zichzelf te overtuigen dat zijn misdaad niet zo vreselijk was, zelfs als hij ontslagen werd als dieren verzorger. Hij had een beetje geschreeuw in de nacht, hij kon niet slapen, en zijn tranen begonnen opnieuw. Hij ging slechts door toen er geen mogelijkheid was te ontsnappen. In de pauze werd hij kalmer. Hij had nagedacht en gekeken naar zijn lessen, en ze allemaal afgewerkt. Hij wilde aanbieden, natuurlijk, na schooltijd om de verf op te ruimen of in de eten pauze, en hij zo mevrouw Shaw meteen vertellen dat hij wist dat hij zijn baan kwijt was. maar hij wild haar smeken, en vragen of het mogelijk was dat hij Diggory nog een keer mocht zien. Mevrouw
Mevr. Shaw was aardig maar er was geen twijfel van dat. Hij overtuigde zichzelf dat ze hem niet bang maakte. Uiteindelijk – tot haar verbazing – Simon was niet in elkaar gedoken toen hij het kamertje binnen kwam, hij huilde ook niet. De glimlach op haar gezicht schrok haar eerder op. Louise had haar eigen problemen met dit geval. Goed zei ze. Je medelijden was kort of niet? Simon begreep niet wat ze bedoelde. Hoewel de toon hem in zijn vertrouwen sneed. Mevrouw? Louise voelde zich geërgerd. Het geheel was een rottende last. Ze schudde haar hoofd. Oh. Kijk. Vertel me waarom je het deed. Simon slikte. Een kleine angst begon hem te groeien. Alstublieft mevrouw het was een ongeluk. Zijn glimlach was weg. Zijn gezicht was wit. Oh kom op, wat voor een ongeval. De angst groeide. Ze was niet aardig. Ze was zelf vijandig. Mevrouw. Om de deksel weg te laten? Hoe kan de een ongeluk zijn? Simon? Hij zag een foto van de verf dat was gevallen. De deksel was weg toen hij begon, absoluut. Ik deed het niet mevrouw zei hij. Ik heb hem echt dichtgedaan. Zij was in verwarring gebracht. Ze wilde het onderzoeken. Wat praat je over. Ik heb het niet over de verf, Simon. Ik heb het over de gerbil. De deksel was weg. Hij knipperde. Ik heb de gerbil niet aangeraakt, mevrouw zei hij. Wat is er gebeurd? Simon zei mevrouw Shaw. Je bent een dwaas, natuurlijk raakte je hem aan. Je liet de deksel eraf. Er was een blik van verschrikking op zijn gezicht dat haar stopte. Achteloos of niet, hij wist duidelijk niet wat hij had gedaan, en de consequenties van zijn actie. Ze was bang dat hij zou gaan schreeuwen en in huilen uit zou barsten. Goed zei ze snel. We wisten dat niet natuurlijk. Wat we wel weten - Diggory! Is Diggory dood? Zijn adem schokte. Zijn gezicht werd wit. Nee! Zei ze. Hij is waarschijnlijk weggerend. Hij zal zich wel ergens verschuilen in het centrum. Maar Simon zijn gezicht veranderde opnieuw. Hij was opgewekt enthousiast. Ik zag ze schreeuwde hij. Ze hingen buiten rond! Die Anna Royle en haar broer en dat meisje. Ik zag ze mevrouw! Ze moeten het gedaan hebben! 2 rode vlekken op zijn wangen groeide. Woede en opwinding. Simon schreeuwde mevrouw Shaw. Hoe durf je dat te zeggen! Je vergeet de deksel en dat is erg genoeg! Je hebt bovendien verf geknoeid. Vertel nu geen leugens! Ik gooide het niet om! Ik struikelde erover! Het viel en de kooi van Diggory en ik schrok. Maar ik heb de deksel er opgedaan. Echt waar! Je deed het niet! Zijn hele gezicht werd rood. Hij was rood van oor tot oor. Louise staarde naar hem, probeerde de waarheid te ontdekken. Zelf als hij loog – en ze dacht dat hij dat deed- kon ze hem vergeven. Ze begreep het, voor een deel. Simon zei ze vrij zacht. Ik denk dat je beter kunt stoppen. Ik denk niet dat je die kinderen zag. Maar meneer Taylor heeft het heel vriendelijk opgeruimd en… en, wie weet, keert Diggory vanzelf terug. Ze ging hem straffen, vertelde hem op het laats, koud en helder, dat hij niet meer de verzorger was. Ze vond dat ze geen hart had. Hij was troosteloos. Mevrouw zei hij. Ik zag ze echt waar mevrouw. Hij bevond zicht voor haar onordelijk onaantrekkelijk. Hij kon zien dat ze hem niet geloofde, nog. Hij probeerde het niet opnieuw. Na een moment stilte zei hij: denk je dat hij dat doet? Diggory? Nieuwe tranen stonden in zijn ogen. Hij is niet echt dood toch? Nee toch? Als hij is zei Louise Shaw, ik het omdat de deksel weg was of niet soms? Dat was alle straf die ze kon geven. Het verliet haar onmiddellijk beschaamd.
Er was geen echte twijfel in haar verstand, maar Louise besloot dat zij het aan de meisjes moest voorleggen en David Royle. Het zou verschrikkelijk zijn als ze het hadden gedaan – nochtans – omdat lievelingentjes waren. Het eenvoudige feit, wist ze, dat was dat Simon in een waas was, en dit was zijn kans om de schuld te verplaatsen. Ze was interessant om waar te nemen, dacht ze, toen ze hen in de gaten hield op de speelplaats tijdens de pauze hoe snel David eraan kwam. Anna er Rebekkah glimlachten alleen. Hallo, mevrouw zei Rebekkah. Achterbaks?? Verzamelend bewijsmateriaal, lijkt er meer op zei Anna koel. David ontspoot een geschrokken blik alsof ze een fout had gemaakt. Niemand wist van de gerbil, zij en menner Taylor waren daar zeker van. Wat bedoel je Anna vroeg ze. Over het ongeluk op de speelplaats antwoorden Anna. We vertelden de waarheid mevrouw Shaw. Simon Mason pest altijd mensen. Louise had verloor haar voordeel, maar ze ging door. Heb je hem gister gezien David vroeg ze. Anna antwoordde. Nee we hebben hem niet gezien. Wanneer na school? Rebekkah las haar gezicht en ze wist dat ze hen hadden gezien. Ze veranderde snel. Ja wel Anna. Weet je het niet meer? We waren onderweg naar Peel Road. Hij was op de speelplaats toch? Anna knikte, alsof het haar net te binnen schoot. Oh dat is zo, mevrouw. We waren ver weg. Te ver om een steen naar ons te gooien. Erg interessant. Waarop de speelplaats? Wat deed hij David? David likte aan zijn lippen. Maar de meisjes leken niet nerveus dus hij sprak. Bij het dierencentrum. Ik denk dat hij net naar buiten kwam. Ik denk dat hij bij de dieren was. oké dat Louise- tactisch. Hij zei dat hij jullie gezien had. Nadat hij wegging bij de dieren. Nadat hij de gerbil veilig en correct had verlaten met deksel. Klinkt dat kloppend? David haalde zijn schouders op, schuifelde met zijn voeten. Louise wenste dat ze hem alleen had. Te laat nu, jammer genoeg. Het was Anna die sprak. Tenzij hij een ongeluk had? Zei ze. Wat bedoel je, ongeluk? Vroeg Louise scherp. Anna antwoordde niet, ze keek alleen. Haar gezicht was kalm, serieus en betrokken. Louise voelde een woede. Was er een ongeval? Vroeg Rebekkah. Er moet iets gebeurt zijn of niet? Waarom ondervraag je ons? Er is niks gebeurd zei Louise, en betreurde het. Niets waar ik hier over wil spreken. David begon te grijzen. Spanning! Zijn zusters gezicht bleef ernstig. Oh lief zei ze. Ik heb dat er niks ernstig is, mevrouw. Iedereen was verbaasd toen u Simon tot dierenverzorger benoemde. Is de gerbil oké? Oh hij is zo lief en schattig. Is alles goed, eerlijk? Louise draaide zich om. Later tegen Brian toonde ze haar woede. Ze kreeg hem praktisch in een stille hoek gedanst met haar woede. Ze waren zo koel. Zo zelfverzekerd zo brutaal. Bijna vanaf het begin zette ze me voor gek. Het was als een dubbele act. Met David als slaafje. Ze zijn slim zei Brian. Vooral Anna. Ze heeft iets wat iedereen boos kan maken als ze het goed doet. Dat was niet alleen slim, doordacht, het was……… gerepeteerd! Om Simon in het slechte licht te zetten. Brian was dubieus. Mm zei hij. Wel dat klinkt…. Wel.. Misschien zijn ze niet zo briljant als zo veel…. Goed misschien vertellen ze uw alleen de waarheid. Zoal zei zien, natuurlijk. Welke? Wel als zij zien… Hij beet op zijn liep. Goed, hij is een leugenaar, of niet? u heeft u gedachten verander. Louise beet op haar lip. Ze dacht na. Eerlijk zei Brian. Het bewijsmateriaal is alleen Anna haar kant, het is moeilijk om er niet mee akkoord te gaan.
Misschien denken ze dat u te zacht tegen hem doen. Misschien hebben ze gelijk.. Louise zei niks. Brian bestudeerde haar gezicht. Hij is een leugenaar, een pester, of niet? Zei hij. Hoe veel spijt je ook voor hem voelt. Als je hem ermee weg laat gaan, wie kan hen beschuldigen om boos te zijn?
Hoofdstuk 9
Wie kon hen inderdaad beschuldigen? Ondanks de kalme manier waarop ze met mevrouw Shaw hadden gepraat, Anna en Rebekkah voelde geen triomf. Zij waren, in feite, boos over de situatie. De manier waarop het ging, vreemd, hoe ze Simon beschuldigde. Dit deel begreep David niet. Het loopt uit de hand zei Anna. We zijn ondervraagd nu, alsof we misdadigers zijn. Ze zal hem een medaille geven straks. De wang van de vrouw, goedkeurde Rebekkah. Proberend om ons iets toe te laten van bedreiging. Ze moet denken dat we gister geboren zijn. Ze waren in de gang die druk werd. Geruchten over de gerbil gingen in de ronde, en vrienden die mevrouw Shaw met hen hadden zien praten begonnen vragen te stellen. Ze begrepen er niks van. Zeg er geen woord over, vertelde Anna haar broer dringend. We hebben al genoeg problemen. We weten nergens van oké? David knikte, hoewel hij dacht dat hij een gouden kans miste. De laatste 5 kinderen hadden hem gefluisterd dat de gerbil er niet meer was, en beschuldigde Simon Mason ervan. Hij wist niet waarop ze dat gebaseerd hadden, zeker wetend dat hij de schuld kreeg. Het ergste is zei Rebekkah, dat niemand hem straft. Ze doen niks tegen hem. Het is buitengewoon zei ze. Ze maakt hem dierenverzorger, wanneer iedereen weet wat er gebeurt, en ze laat hem ongestraft. Het kan niet goed zijn voor de discipline. En het probleem is voegde Rebekkah toe. Hij heeft ons de hele tijd. Eerst liegt hij over wat er is gebeurd op het speelveld, dan verteld hij haar dat wij iets hebben gedaan met de gerbil. En ze geloven hem. En het is de waarheid dacht David. Hij zei niks, dacht het alleen. Maar zijn zus en Rebekkah waar erg boos over dit alles. Zowel zijn zus als Rebekkah zijn zeer bitter over alles en dat is erg gevaarlijk. Ze hadden hem op een manier bang gemaakt. Ze hadden het einde van de gang bereikt waar ze scheidde van elkaar. De meisje gingen naar aardrijkskunde terwijl David naar bibliotheekstudie ging. Het was het laatste uur voor eten pauze. Wat me bezorgt zei Anna, stoppen bij de verbinding, is waar het stopt. Ik denk dat we moeten praten met Simon. Ik denk dat hij een waarschuwing nodig heeft. Een preventieve staking zei Rebekkah. Ze lachte, duwde haar weg van haar ogen. Mond dicht over alles. En wat als hij het verteld vroeg David. Zijn stem was klein en bang. Zijn grote zus nam zijn oren zacht tussen haar vingers. Langzaam verhoogde zij de druk totdat het echt pijn begon te doen. Dat doet hij niet. bij lunch tijd mevrouw Stacey zend een bericht naar Louise kamer, en verteld haar te komen voor een bespreking. Louise prentte zich in dat ze geen bericht had gehad, en ging naar haar auto. Het was tijd, ze had besloten, ze ging naar de moeder van Simon. Ze deed geen moeit op een telefoonnummer te vinden. Dit gesprek kon beter face to face. Louise wist niet goed de weg in het deel van de stad waar Simon woonde, maar ze had een kaart.
De straten waren verrassend breed, en de huizen hadden grote achtertuinen. Achter ze, was een uitgestrekt weiland tot aan de horizon. Het grote witte “schaduw” van de chalkpit zag ze vanaf de deur bij Simon. Het huis was goed geschilderd, keurig, vredig. Op de een of andere manier had ze iets slechters verwacht. Mevrouw Mason? Ik ben Louise Shaw, de afgevaardigde van Simon zijn hoofdonderwijzer Ik denk dat we eens samen moeten praten, op school. Mevrouw Mason was geschrokken en kleurde lichtjes. Ze trok de deur achter haar dicht, alsof ze de gang wilde verbergen. Louise was benieuwd of er iemand in de gang binnen was geweest. Wij? Het spijt me, ik herinner me dat niet. Oh dat klopt begon Louise, in een valse vrolijke stem. Maar een bezorgde blik kwam op mevrouw Mason haar gezicht. Is hij in orde? Er is toch niks mis, of wel? Niet een ongeluk ofzo? Niks zei Louise. Alleen. Er is…. Iets waar ik graag over wil praten dat is alles. Een vrij ingewikkeld iets. Het zou me echt helpen als we …. Je weet, misschien naar binnen kunnen. Is dat mogelijk? Voor een ogenblik dacht ze dat mevrouw Mason nee zou zeggen. Het zou een probleem zijn geweest en ze zou niet weten hoe ze het moest afhandelen. Maar mevrouw Mason knikte, hoewel de ongeruste blik haar gezicht nauwelijks had verlaten. Ik heb niet lang, zei ze. Ik werk in Baxter op het ogenblik. Ik moet binnen een half uur terug zijn. Misschien kan ik je brengen. Mevrouw Mason schudde haar hoofd. Weet u het gebied niet? Het is 200 yards ver weg. Zich een beetje stom voelend, volgde Louise haar in de woonkamer. Het was volgestopt, onordelijk, maar niet erger dan haar eigen flat. Er was niemand anders. Simon’s moeder had vuile kleren verzameld voor de was. Ze bood en stoel aan, en Louise ging zitten. Koffie? Thee? Rook als u wilt, het maakt mij niet uit. Nee dank u. En ik ben op het moment niet dorstig. Kijk mevrouw Mason, ik kan beter beginnen. U bent erg aardig, maar binnen 2 minuten wilt u mij eruit gooien. Mevrouw Mason staarde naar haar. Louise kon een klok horen, en vond al snel de klok. Een smal elektrische alarm op de schoorsteenmantel. Linda Mason ging zitten, nog starend. Heeft hij problemen vroeg ze. Gaat het weer slecht? Wat is het deze keer? Gestolen? Dingen gesloopt? Gevocht? Louise was geschokt, maar ze greep de kans met beide handen aan. Als ik zei pesten, zou dat u verbazen mevrouw Mason? Begrijpt u mij niet verkeer hoor, ik ben er niet zeker van… maar het is mogelijk. Mevrouw Mason, zei realiseerde, keek vermoeid. Haar gezicht was bleek, en had veel lijnen. Ze realiseerde zich ook dat ze waarschijnlijk ook van dezelfde leeftijd waren. Ze hoopte dat ze er niet zo uitzag als haar. Pesten. Ze zuchtte nee het zou me niet verrassen. Is dat waar? Ik bedoel, heb je bewijs of is het een gok? Ik veronderstel dat er klachten zijn? De reactie was heel raar voor Louise. Uit haar ervaring, ouders hadden nooit slecht geloofd over hun kinderen. Zij verdedigde hun kinderen altijd, hoe verkeerd ze ook waren. Dit was eerder ongerust makend. Omdat ze nog niet geantwoord had, Mevrouw Mason ging door. Haar stem was kalm, saai, terwijl ze sprak over haar zoon. Hij is een probleem kind. Het is geen punt omdat te ontkennen. Op zijn laatste school had hij veel problemen en hij toonde mij als een dwaas. Hij gebruikte me om te vertellen dat hij werd gepest, dat ander hem pesten, maar de leraren pakte hem. Hij gebruikte schoenen van kinderen om in de wc te gooien gymschoen, weet u.
Hij zweerde dat hij het niet was, op een dag hield de leraar hem in de gaten en zag het hem doen. Hij heeft nooit gezegd waarom, hoewel. Louise wachtte. Ze wilde meer horen. U ziet zei mevrouw Mason, het is niet dat ik niet van hem hou… weet u, ik ben zijn moeder, ik hou van hem. Maar soms, weet ik niet wat ik moet doen. Hij is een soort van sloom, weet u, hij is lomp, hij is niet enthousiast voor iets. En hij heeft geen vrienden, dat is nog het ergst. Maar hij houd van dieren schreeuwde Louise. Tot haar verbazing realiseerde ze dat ze Simon beschermde, ze wilde zijn moeder overtuigen van zijn waarde. Ze realiseer dat ze nauwelijks kon spreken over Diggory de gerbil, in de omstandigheden. Misschien als we… begon ze. Ze stopte. Ze dacht dat ze rood werd. Zijn moeder zei: hij vermelde zelf iets. De andere nacht over.. ik kan het me niet herinneren. Een soort dier, denk ik. Maar toen hadden we een kleine rij hij was zijn uitrusting vergeten of zo iets. Dat is iets anders hij is zo vergeetachtig. Ik kan het niet helpen dat hij niet aan dingen denkt. Soms word ik boos, ik laat het toe. Deze vrouw is te eerlijk dacht Louise. Het zou beter zijn voor haar zoon als ze zich gedroeg als de andere, blind verdedigend. Ze wenste dat ze niet was gekomen. De waarheid is zei mevrouw Mason. Ik weet niet wat de waarheid is over iets. Ik heb hem verteld eens een leugen te vertellen en hem nooit meer te geloven. Ik weet dat hij leugens vertelde in het verleden, en ik durf het hem nu niet te vragen. Hij wilde me niks vertellen. Hij praat nooit meer over zijn problemen. Eerder abrupt Louis keek naar haar horloge opgewonden. Ik kan beter gaan, het wordt al laat. Bedankt voor het gesprek mevrouw Mason. Het is erg nuttig. Mevrouw Mason ook geschrokken, staarde. Maar u hebt mij nog niks verteld. Over het pesten. Was het echt? Is iemand gewond? Niks van dat alles zei Louise, levendig. Ze maakte zich naar de voordeur. Het was niet ernstig en er is geen bewijs. Ik ben zeer verrast over wat ik over hem hoor. Kijk ik ben ongerust! Zie mevrouw Mason. Ze was verbaasd. Begrijp me niet verkeerd. Simon is een goede jongen, maar…. Ben je zeker dat…? Het heef nog een keer iemand geschopt, op zijn andere school, een Kung Fu ding. Hij houd van krijgermateriaal. Louise was bij haar auto frummelend om de sleutel in het slot te krijgen. Simon is een kleine jongen, wilde ze schreeuwen, het is niet serieus, het is kinderspel. Echt zei ze. Mevrouw Mason. Ik denk dat ik het weet. Praat met Simon als u kunt, maar er is niks ernstigs gebeurd, ik beloof het u. Ik probeerde alleen wat uit te vinden. Er is niks ergs gebeurd. Ik ben er zeker van. Oh lief, dacht, terwijl ze zich omdraaide. Ik ben nergens meer zeker van.
Anna Rebekkah en David dreven Simon in een hoek aan het begin van de lunch pauze, en ze gingen hard te werk. Brian Kershaw, wie hen had gezien, al kijken vanaf een meter of 300. Hij kon niet precies zien wat er plaats vond, maar het was zonder twijfel Simon die op David Royle afliep, de ontbrekende wapens, de gele plastic broodtrommel die door de lucht vloog, verspreide broodjes en blauw paarse flessen. Hey! Schreeuwde Brian. Ik zag dat Mason. Nog Simon of de andere hoorden hem boven de geluiden van de pauze. Toen hij er naar toe rende, begonnen ze te rennen over het paviljoen, eerst Simon, Rebekkah Tanner, dan, blonde Anna. David Royle zat op zijn knieën en probeerde zijn broodjes van de modder te redden. Brian, wierp hem een blik toen hij langs rende, hij zou wel kunnen schreeuwen.
Achter het paviljoen, Simon was het absoluut niet. Hij was rood in zijn gezicht van woede, zijn gezicht was lelijk en verwrongen. Hij stond met zijn rug naar de muur, een grote kei in zijn hand klaar om weg te slingeren. Zijn mond was open, hij hijgde. Meneer Kershaw merkte nauwelijks de twee meisjes op, alleen het gevaar van Simon en de steen. Laat vallen schreeuwde hij, laat het vallen jongen! Maar voor Simon de kans had was de leraar om hem gesprongen, de steen aan de grond, zijn wapen schudde hevig. Jij dwaas! Schreeuwde hij. Je was van plan om iemand te raken. Beheers je! Simon staarde naar hem, knipperend, zijn mond nog wijd open. Meneer Kershaw. Liet zijn pols los, hij wierp het van hem af, en draaide zich om. Hij liep naar het open speelgebied zonder een woord te zeggen, zijn gezicht naar de menigte kinderen die stonden te kijken. Hij was zich niet bewust dat Anna en Rebekkah er nog waren. Zij waren. Nadat de leraar weg was, en voor Simon weg kon lopen, liep Anna naar hem toe en lachte in zijn gezicht. Dat was nog niks zei ze. Wij willen je zien na schooltijd, op het gebied waar je de baksteen gooide. Je kunt er beter zijn loser! Nee zei hij, niet schreeuwend, zijn woede was weg. Nee. Oh ja zei Anna. Je hoeft niet bang te zijn, we doen je geen pijn. Er zal een proef zijn zei Rebekkah. We gaan naar het bewijsmateriaal luisteren en uitvinden dat je schuldig bent, en veroordelen je. Dat alleen. Toen kwamen de andere kinderen aangerend om te zien of ze nog wat konden opvangen, en Simon rende. Anna en Rebekkah, tevreden, gingen naar David toe..
Hoofdstuk I0
Louise kwam te laat terug bij school voor het bittere gesprek met de hoofdonderwijzer die ze gepland had. Gesloten lippen, tot het eind van de schoolmiddag. Maar haar woede toonde ze vrij duidelijk. Mevrouw Shaw zei ze. Dit moet uit de weg geruimd worden. Dit soort gedrag wil ik niet meer tolereren op mijn school. Mevrouw Shaw inderdaad! Louise voelde haar borst op en neer gaan en werd boos. Welk gedrag zei ze. Er zijn overal geruchten. Alle kinderen zeggen dat Simon de gerbil gedood heeft. Ze zeggen dat er overal verf lag, in het dierencentrum. Wat een onzin! Antwoorden Louise krachtig. Wat zei meneer Taylor? Het is niet waar. De zoemer ging af boven mevrouw Stacey’s hoofd. Voorbijgaande kinderen- ook leraren- keken naar hen met nieuwsgierigheid. Niettemin brak de hoofdonderwijzer, ik wil het nu regelen. Ik wil een verklaring van je. In de pauze. Het spijt me. Ik ben niet vrij in de pauze, I… Na schooltijd dan! In mijn kamer! Ze pauzeerde, een moment. Er zijn normen in deze school, mevrouw Shaw, en ze moeten worden gehandhaafd. Ik verwacht dat jij ze ook handhaaft, als mijn afgevaardigde. Ze draaide zicht abrupt o, haar schouders en romp agressief zwaaiend. 10 seconden later verscheen Brian naast Louise. Hij had gekeken vanaf een afstand. Ik zal het haar laten zien zei Louise. Ze drijft me tot het uiterste. Kijk Louise zie Brian. Ik heb slecht nieuw voor je over Simon Mason. Haar maag keerde om. Vertel op. Ik heb hem gepakt tijdens de pauze. He viel de jongen van Royle aan. Drinken en broodjes overal. Oh nee! Oh … Brian was het serieus? Hij gebruikte opnieuw zijn steen. Het kon verschrikkelijk zijn geweest.
Mevrouw Stacey, werd snel duidelijk, wilde er een kwestie van maken. De 2 vrouwen keken elkaar aan over het bureau ze waren in een aparte houding. Ze had gesproken met meneer Taylor, vertelde ze Louise, en hij gaf toe dat er verf was omgevallen. Ze had gesproken met verscheidene kinderen tijdens de middag en ze hadden verteld duidelijk en categorisch dat Simon de deksel van de kooi had gelaten en dat Butch de gerbil had opgegeten. Dat zei ze, belangrijk, is niet wat jij me verteld heb Louise. Is niet wat ik u heb verteld herhaalde ze, omdat het niet is wat ik toen wist. Ik wist nog niet dat het de waarheid is. Kinderen uit mijn ervaring zijn niet de betrouwbaarste getuigen. Mevrouw Stacey was ongeduldig. Sommige kinderen wel. Een kan de andere vertellen wie doorgaans liegt. En meneer Taylor kan het bevestigen. Is dat niet genoeg? Bevestigd dat, dat Butch de gerbil heeft opgegeten. Louise kon niet voorkomen dat er een toon van sarcasme in haar stem klonk. Ik heb gedacht dat alleen Butch… Mevrouw Stacey haar gezicht werd rood. Haar lippen gesloten en een scherpe adem door haar neus. Louise! Ik dring er op aan dat u het ernstig neemt! Wij hebben hier een jongen die liegt en pest. U gaf hem een kans, en hij heeft die verpest. Nog verdedigt u hem, en nu stop je met die dwaze grappen. Ik wil het niet hebben! Ze staarde naar elkaar, met woede. Louise betreurde haar sarcasme maar ze kon het niet zeggen. Was kon ze zeggen? Dat er nog geen bewijsmateriaal was? Maar mevrouw Stacey was nog niet klaar. Voordat je gaat zei ze, zou ik u misschien wat anders moeten vertellen. Het is ook een gerucht, maar u negeert met risico. Er was nog een incident tijdens de lunch pauze. Uw Simon viel de jongen van Royle aan. Meneer Kershaw moest tussen beide komen. Ik spreek Brian binnen een paar minuten, en als hij het bevestigt, ga ik actie onder nemen. Dit is pesterij Louise, en ik ga het stoppen. Dat beloof ik. Alles wat Louise kon bedenken voor een moment, dat Simon het voor een 2e keer had gedaan. Ze dacht hoe mensen hun problemen op iemand anders spelden. Mevrouw Stacey begon ze opnieuw. Simon heeft ook problemen, ik ben me er bewust van. Maar……. Er was een slag, en mevrouw Stacey opende de deur. Het was Brian, die scherp keek. Weg was de kans van Louise om voor het gesprek nog even met hem te praten. Ah Brian, zei de hoofdonderwijzer. Kom erin. Louise gaat nu weg. Toen ze hem voorbij ging probeerde Louise een boodschap te spelen. Hij probeerde haar lippen te lezen. Ze zei, vrij ronduit, vertel het niet. Maar terwijl ze in de gang liep wist ze dat het hopeloos was. Hoe kon hij het haar niet vertellen. Wat voor anders kon hij zeggen. Het was hopeloos. Simon had alleen gedachten in zijn hoofd, vlucht. Hij had zelfs minder aandacht dan normaal en hij sprong geschrokken op toen mevrouw Earnshaw hem riep. Hij werkte een plan uit om naar huis te gaan, en dacht dat geen van hen zou helpen. Anna en Rebekkah met een beetje help van David zullen alle routes blokkeren. Ze zouden hem grijpen tijdens zijn vlucht. Deze keer was er geen uitweg. Vreemd, het was gemakkelijk. Toen de bel ging rende hij naar de deur, negeerde het geschreeuw van mevrouw Earnshaw. Hij ploegde door de kinderen die de gangen in druppelde en hij was binnen 20 seconden buiten. Hij ging zo snel weg bij de hoofdingang dat hij bijna onder een auto kwam, tegen de tijd dat hij de eerste groep kinderen naar buiten kwam was hij al 200 meter verderop.
Hij kwam bij zijn eigen huis een half uur eerder dan ooit tevoren. Zijn moeder was thuis, en ze was verrast hem te zien. Ze had de middag ongerust doorgebracht en was haastig terug naar huis gegaan van Baxter vanaf het moment dat ze vrij was. Ze had besloten aardig voor hem thee te maken, hamburgers en chips en de ingeblikte erwten die zijn favorieten waren. Mevrouw Shaw haar bezoekje had haar afschuwelijk verstoord, en ze had besloten kalm en aardig te zijn, en te proberen met Simon te praten. Het moment da ze ogen op elkaar richten begon het mis te gaan. Het probleem was dat Simon het haar ook wilde vertellen. Hij wilde vertellen over de manier waarop Anna en Rebekkah hem pesten, over de manier waarop Butch de gerbil heeft gedood, hoe hij in hevig woede de lunch van David had weggegooid. Hij wilde nooit aanvallen, maar hij wilde in haar armen vallen en zijn hart luchten. Ze bevond zich voor hem, bleek in haar gezicht, en een open blik van erwten in haar hand. Zijn lip begon te trillen en zijn mond ging open. Hij probeerde te spreken, maar slechts een lelijk lawaai kwam uit zijn mond. Ik heb zei hij. Ik heb……. De kinderen……. Terwijl zijn moeder keek, een kleine looppas van snot verscheen in zijn linker neusgat, en groeide in een bel. Hij veegde het af en een traan rolde over zijn wang. Iets in haar brak. Je hebt gepest! Schreeuwde zie. Je leraar is hier geweest en heeft het me verteld. Je hem me af laten gaan. Oh Simon, waarom doe je dat? Waarom? De ogen van Simon waren nu zo breed als zijn mond. Welke leraar hijgde hij. Wie? Nooit gedacht wie! Het kon iedereen van hen zijn, of niet? Je hebt tegen me gelogen, je hebt opnieuw leugens verteld! Wat heb je gedaan slechte jongen, jij slechte jongen! Niets schreeuwde hij. Niks! niks! Niks! Waarom geloof je me niet? Waarom geloof je die oude koe! Het zijn de andere niet ik! Ze hebben me gepakt, ik niet hen! Leugenaar! De vrouw was hier! Ze zei dat je je oude trucs hebt gebruikt! Pesten! Het kon alleen mevrouw Shaw zijn. Mevrouw Mason gooide de erwten nier, Simon week terug, leunend tegen de deur. Ze raakte haar haar aan, er verliet een grote groene plons erwtensap en gleed langs de muur. Hij was niet bang, hij was vol van verschrikking. Het kon alleen mevrouw Shaw zijn, en hij heeft haar een oude koe genoemd, zo had hij het niet bedoeld. Hoe dan ook, tegen alle kansen, hij had gedacht dat hij aan haar kant stond. Hij had het verkeerd. Elk gevaar van zijn moeder was voorbij. Ze stond onbewogen, met erwten en slijm op haar arm. Ze was uitgeput. Waarom doe je het, lief? Zei ze. Waarom doe je dit Simon? Hij draaide zich om en rende weg, uit de straat. Hij ging niet naar de chakpit, maar op de heuvel bij een kuil. Hij kroop in een struik een keek overzee van diep uit zijn hart. Er waren boten met kleurige zeilen, maar ze interesseerde hem niet hij dacht aan diggory. Bij het gekozen gebied, Anna en Rebekkah hadden hun rechtzaak, en veroordeelde Simon Mason in zijn afwezigheid voor een echt goed einde. David, wie twijfelde nu alles zo slecht ging. Als je niet deelneemt, ga weg! Zei Anna. Je bederft het! Rek je nek uit zei Anna. Kijk David, het is wettelijk legaal, dit. David dacht in het geheim dat als zie hun hersens gebruikten zo konden geconstateerd hebben waar Simon zich bevond. Hij durfde er al zijn geld op te zetten dat hij in de chalkpit was, ze wisten dat hij daar vaak alleen speelde. Maar hij had niets meer te maken met de zogenaamde proef, dus hij kon het ook niet helpen. Hoe dan ook hun plezier om Simon te pesten was lang geleden afgelopen.
Er was niet veel plezier zelf niet voor de meisjes. Ze hadden niet gedacht dat hij niet zou komen, ze hadden niet durven dromen dat hij moedig genoeg was om weg te blijven. Toen het veroordelen over was sloten ze zich weer aan bij David. Hij zal het betreuren zei Anna. Ik stem dat we hem extra geven omdat hij is weggebleven. We verspillen onze tijd. Wat is er met je, je kleine. David schopte tegen het gras. Zijn gezicht was verontrust. Kijk, dit is het pijltje zei hij. We hebben genoeg problemen gezien het doden van de gerbil. Laten we hem met rust laten. De meisje duwde hem neer, en duwde hem naar de bosjes. Wat? Zie Rebekkah. Wie doodde de gerbil? Wij deden het niet, toch? We hebben de deksel eraf gelaten. Als iemand het ontdekt….. Anna duwde hem in zijn borst. Als iemand het ontdekt zei ze de woorden langzaam uitsprekend weten we wie ons verraden heeft. Dus hou je mond David. Je bent stom, in elk geval zei Rebekkah. We deden alleen dingen omdat we het moesten doen, toch? Simon raakte Anna, en ging vrij weg. Hij werd eigenlijk beloond. Is dat wat je noemt rechtvaardig? Is dat wat je eerlijk noemt? Niet eerlijk voor de oude gerbil, dacht David. Maar zijn zusters opmerking kwetsen hem. Ze waren scherp. Goed? Eiste Anna. Is het? Nee zei David. Nee. Goed. En durf het niet te vergeten wie doodde de gerbil David? Simon. Goed. En morgen…. Zal hij boette.
Hoofdstuk 11
Simon, als hij wist hoe weg te gaan, zou niet naar school gaan de volgende morgen. Toen zei moeder riep onder aan de trap werd hij niet wakker, en toen ze zijn kamer binnen kwam schudde ze aan hem. Simon! Simon! Wat is er met je? Hij kwam langzaam uit zijn diepe slaap. Zijn hoofd was zwaar, alsof hij ziek was. Een kleine trilling van angst kwam aan toen hij wakker was. De nacht was vol van enge, vieze dromen hoe hij het landgoed beklom met de steilste wegen en alleen maar achteruit ging. Hij had uren wakker gelegen tussen dromen maar zodra hij weer sliep kwamen ze terug. Ben je ziek? Zie zijn moeder. Je bent bleek. Oh Simon je zou je thee moeten hebben. Hij was voor lange tijd weggebleven die nacht ervoor. Voor een keer had hij een wrok tegen zijn moeder, dat hem tegen hield om naar huis te gaan en te eten. Ik kon niet slapen zei hij. Ik had slechte dromen. Mam mag ik thuis blijven van school. Het was moeilijk. Als hij bleef, moest ze thuis blijven van haar werk en dat ze kon ze zich niet veroorloven. Je weet dat ik je niet de hele dag alleen kan laten zei ze. Wat als mevrouw Sampson het te weten komt. Ze hadden wat problemen met de buren soms. Mevrouw Sampson had mevrouw Mason van verwaarlozing beschuldigd. Ze komt het niet pleitte Simon. Alsjeblieft mam. Alleen deze keer. Ik zal me niet bewegen ik blijf de hele dag in bed. Zijn moeder werd levendig. Ze legde haar hand op zijn hoofd welke jammer genoeg vrij koel was. Nee, het spijt me, lief. Ik zet dan teveel op het spel. Als mevrouw Sampson. Maar ze zal niet! zei Simon. Als ze. En een ander ding. We hebben al een keer een leraar over de vloer gehad deze week. Ik weet nog niet werkelijk waarom. Wat zal er gebeuren als ik je thuis laat vandaag? Een andere zou kunnen komen.
De hoofdleraar. Simon – nee! Simon zat recht op in bed en keek haar smekend aan. Maar zijn moeders gezicht was strak en het lukte niet. het ging langzaam liggen en wreef over zijn vermoeide ogen. Er zijn kinderen.. zei hij. Ze keek stil naar hem voor een tijdje, niet sprekend. Begin niet opnieuw zei ze. Ze keek op haar horloge. Simon ik moet werken. Je moet naar school. Ik ga je ontbijt maken. Sta op. Ze draaide zich om. Ik wens dat ik je geen leugens had verteld zei Simon stil! Er zijn kinderen. Ze willen me pakken. Zijn moeder bijna door de deur draaide zich om en zei het zijn medelijden, toch? In het huis van de Royle’s, David was waarschijnlijk ook in een slechte staat net zoals Simon. Hij had ook nare dromen gehad, ze gingen over straf. In slaap of wakker, hij geobsedeerd door het idee dat hij bij iets slecht betrokken was, en dat het spoedig uit zou komen. Anna sleepte hem uit bed zonder sympathie zoals Simon’s moeder had gedaan, en gaf hem een grimmige waarschuwing. Luister, je klein onderkruipsel, zei ze. Als je denkt dat je ertussenuit kunt knijpen, dan heb je het helemaal mis. Een woord erover tegen mam en je gaat eraan begrepen? Begrepen? David in zijn pyjama, knikte ellendig. Zijn zus was te groot, te zeker, te slecht. Hij begon te realiseren hoe Simon zich moest voelen…… Beneden bij het ontbijt, Mevrouw Royle was snel op de stemming te merken. Bijna voor haar zoon zijn lepel had opgepakt was ze op hem gericht. David? Ben je oké liefje? Je kijkt…….. Eigenaardig. Naast hem verspreidde Anna een waarschuwing. David keerde zijn gezicht naar zijn kom en voelde een golf van zelf medelijden opkomen. De cornflakes vervaagden terwijl zijn ogen zich vulden. Ga weg met die onzin mam! Zei Rebekkah snel. Hij is helemaal goed. David? Herhaalde zijn moeder? Ja moeder. Goed. Ik ben in orde. Ik kon niet slapen dat is alles. Oh liefje, dat is slecht. Misschien kun je vanmorgen thuis blijven om te slapen, dan kan ik je later brengen. Mam! Dat is belachelijk! Anna liet haar lepel vallen en de melk spatte op de tafel. Ze leunde naar haar broer en fluisterde wat in zijn oor. Er verscheen een glimlach werd afgeveegd van zijn gezicht. Anna je bent zo onhandig zei mevrouw Royle. Wat is belachelijk? Een ochtend niet naar school? Omdat het geen vermoeidheid is zei Anna. Het is een excuus. Het was de enige manier dacht ze. Veel vriendelijker voor haar moeder, en kleine David zou van de partij zijn. Hun vader verscheen in de deuropening. Hij luisterde. Moeders gezicht was ernstig. Een excuus voor wat? Vroeg ze. David? Nog te spoedig om hem te laten antwoorden. Anna zei opnieuw het is die jongen weer Simon Mason. Hij gooide David zijn broodjes op het gras. Het was niet ernstig. Maar het raakt David. Vraag het hem. Ik zou graag de kans hebben zei haar moeder. Stop met me te onderbreken en laat hem praten. Ondank zichzelf, lachte ze. Ze dacht dat ze haar dochter had gevangen. Zo Simon is dus zijn naam. Ze herinnerde het. Tegen haar zoon zei ze is het waar? Wanneer is het gebeurd? Hun vader had een stoel gepakt. Hij ging zitten en luisterde geïnteresseerd. Het was niet slecht mompelde David, probeerde te raden want Anna wilde dat hij zei. Hij rende naar me in de pauze. Dat is alles. Anna grijnsde. Het was bijna wereld oorlog 2, of niet? Haar vader knipoogde naar haar. Het kon bijna een ongeval zijn geweest zei hij. Houd je erbuiten zei mevrouw Royle. Je begrijpt het niet. hij heeft het al een keer eerder gedaan de jongen, het moet stoppen.
Ik ga hem proberen te bellen. Oh mam. Zei Anna. U begrijpt het niet! als u Simon’s moeder belt maakt u het 10 keer erger. Hij zal echt gepest worden, niet alleen rommel maken, hij zal uitgelachen worden door iedereen. Verlaat ons, alsjeblieft, wij zullen het regelen. Mevrouw Royle keek naar David en David keek afschuwelijke gesteund door zijn zus. Goed lachte meneer Royle trok aan de stoel waar hij op zat. Laat het rusten schat, ik denk dat je beter het advies van de kinderen kunt aannemen. Hij wandelde de ontbijtruimte uit en grinnikte in zichzelf. Anna raakte de schouder van haar moeder lief aan. Maak je geen zorgen mam zei ze. Het is slecht het werk van een dwaze jongen. Hij is een idioot. Hij is gek zei David bitter. En mevrouw Royle draaide zich om naar hem, en vertelde hem niet van die wrede taal te gebruiken, wat haar iets beter liet voelen maar niet helemaal. Maar ik weet zijn naam dacht ze terwijl ze haar jas aantrok. Wat ga je doen vroeg Brian. Hij had gewacht op de hoek, in zijn pak, tot Louise kwam en hem oppikte met haar auto. Wat zou ik moeten doen? Vroeg Louise. Met hem praten? Met ze praten? Praten met Beryl Stacey? Mijn keel door snijden. Ik weet het echt niet. Ze was erg grappig over de broodjes, Beryl, zei Brian. Ze deed alsof Simon iets vreselijks had gedaan. Alsof hij de Royle jongen wilde doodde. Moet je nagaan wat ze had gezegd als ik had verteld over de steen! Ze stopte voor de stoplichten. Louise raakte Brian aan op zijn arm. Bedankt zei ze. Ik denkt niet dat u het zult betreuren. Ik denk niet dat het een slechte jongen is, werkelijk. Ik denk dat je gebarsten bent zei Brian. Mevrouw Stacey had iets op haar kerfstok. Ze kondigde aan, alvorens de lessen begonnen, dat ze later een belangrijke mededeling zou doen. Door het ochtendontwerp, en gebed, en bericht raad, ze zat stevig op haar stoel met een plechtige uitdrukking op haar gezicht. Hoewel mevrouw Stacey vrij klein was, kon ze je bang maken. Ze was breed gespierd, en zwaar zonder vet. Haar haar was strak gekruld, en ze hield haar spieren in haar gezicht strak. In de lange pauze voor ze prak, bewogen de kinderen ongemakkelijk. Er zijn dingen gaande op deze school, kinderen zei ze, dat me een beschaamd gevoel geeft als hoofdonderwijzer. Er zijn dingen gaande die ik niet tolereer. Je kon een speld horen vallen. Geen van de kinderen pratte, alle ogen waren gericht. De leraren waren op hun plaats met onverbiddelijke gezichten. Pesten zei mevrouw Stacey. Dat is het woord dat ik heb gehoord. Handelingen van geweld, bedreiging en vandalisme. Eerst wilde ik het niet geloven. Ik kon het woord niet geloven. Zelfs nu ik er zeker van ben dat het gebeurd op school, in het St. Micheal’s School spijt me dat. Zo geef ik jullie hier een waarschuwing in plaats van straf. Er klonk een zucht uit vele kelen.. Goede hemel dacht Louise, ze kunnen allemaal niet geloven dat ze schuldig zijn. Starend naar hun gezichten, in gedachten, leek het erop dat ze het toch wel konden. Er was een beetje gelach van de grootste jongens, maar slechts een beetje. De meeste van hen waren nog overdonderd. Zolang de stilte duurde mevrouw Stacey keek zijdelings naar de rijen van leraren bij het platform, eerst links dan rechts, Louise liet haar ogen vallen. Ze kon zien dat de kinderen leden onderen haar waarschuwing ze vreesde het ergste, wat dat dan ook zou kunne zijn. Ze zocht Simon Mason en vond hem starend naar haar, zijn gezicht stijf van verwachting, alsof ze op een moment zijn naam zou roepen.
Hoewel ze slechts 8 stoelen ver weg was, merkte ze David Royle niet op, omdat hij recht vooruit keek, wit van vrees, zijn broek vasthoudend met 2 handen. Tegen David, de hoofdleraar worden waren hard en scherp als pijlen die zijn hart zochten, het geheim vol schaamte. Ze zouden verrast zijn. Goed zei mevrouw Stacey. Ik denk dat jullie me begrijpen. Ik ben trots op deze school, en ik wil dat jullie dat allemaal zijn. het is niet iets moeilijks dat ik jullie vraag, het is een makkelijke vraag, zoals ik eerder heb gezegd, een goed gedrag met betere manieren. Ik heb geen bedoeling namen te noemen, dat is niet mijn doel. Degene die ik beklaag, weet dat ook. Ik vertel u slecht dit: iemand die bedriegt of pest daar is hier geen plaats voor. Dit is niet de plaats en het zal niet worden getolereerd, wie van u het ook is. Hebben jullie dat begrepen? Niemand sprak – niemand wist dat ze verwacht werden te spreken, en mevrouw Stacey sprong op, als een boos schepsel. Is dat begrepen? Vroeg ze opnieuw, antwoord me! Er was een gemompel maar luid genoeg. Mevrouw Stacey draaide zich om en liep het platform af uit het zicht, verlatend de gewone leraren om het over te nemen. De kinderen waren stil, en veroorzaakte geen problemen toen ze naar het klaslokaal liepen. Goed zei Louise, somber tegen Brian. Een punt ze noemde Simon tenminste niet als moordenaar om Diggory. Ik dacht dat ze dat zou doen. Ik ga met hem praten. Snel. Ja zei Brian. Maar wat ga je zeggen?
Hoofdstuk 12
Het is geen goed idee, besloot Louise om Simon in deze omstandigheden uit de klas te halen voor een gesprek. Maar zodra de bel ging verliet ze haar bureau en ging naar de speelplaats. Daar zag ze Simon, hij zag haar en begon te rennen. Simon eerst riep ze zacht, omdat ze haar ogen niet geloofde. Toen keek hij over zijn schouder recht in haar gezicht en bleef rennen. Ze schreeuwde haar. Simon! Andere kinderen stopte met spelen maar Simon verdween achter school. mevrouw Shaw, zonder een woord te zeggen, duwde zich door de dubbele deuren en ging naar het biologie lokaal. Ze was juist op tijd om hem te zien bukken om de hoek, 10meter voor haar. De schok op zijn gezicht was komisch. Nee schreeuwde ze toen hij weer begon te rennen. Een spel is een spel Simon, maar als je nu weg rent loopt het erger voor je af! Sta stil! Hij stopte en staarde naar zijn voeten. Toen Louise hem naderde zag ze hoe bang hij keek. Hij had waarschijnlijk al genoeg mensen die hem bang maakte dacht ze. Simon zei ze, haar stem nu zachter. Ik wil alleen praten. Er lopen dingen uit de hand. Ik heb met meneer Kershaw gepraat over gister. Over David en de broodjes. We moeten iets doen. Ze waren dichtbij elkaar. Simon zei niks en Louise stak haar hand naar hem uit. Ze hief zijn kin omhoog. Simon week terug. Kom op zei ze. Ik ga je niks doen. Vertel me eens. Wat is er gebeurd met de broodjes? En de steen? Ze liet haar hand vallen en Simon zag het, hij hief zijn ogen op maar niet tot de haren. Zijn gezicht was verward alsof hij vocht tegen de tranen. Hij was, in feite, niet zekeren van wat hij voelde. De vriendelijkheid in haar stem verwarde hem nog het meest. Maar hij zei nik. Zijn vuisten gebald, zijn kin scherp omboog, en hij schreeuwde in haar gezicht. Wat moet ik je vertellen? Niemand gelooft me. Wat is het punt? Simon! Zei Louise maar hij was niet te stappen. Zijn gezicht was rood, en zijn ogen waren wijd open. Alle kinderen zeggen dat ik de gerbil heb gedood, en mevrouw Stacey denkt dat ook! U heeft haar gehoord. Ze wil me straffen, maar ik heb niks gedaan! U prent me in dat u me gelooft, maar u denkt dat ik ook een leugenaar ben. En dan meneer Kershaw. Ik gooide die steen niet het was zelfbescherming. Ze wilde me raken! Zelfs achter de school was mevrouw Shaw bang dat ze werden afgeluisterd. Ze wilde dat niet want ze wilde de jongen beschermen tegen zichzelf. Ze maakte sussende geluiden en gebruikte haar handen, maar zonder hem aan te raken deze keer. Zeg dat nou niet zei ze. Kalmeer een beetje. Ik geloof niet dat je de gerbil doodde. I…. Maar je gelooft niet dat zei het waren toch? Nu pesten ze me. Ze hadden een test! Een test? Simon alsjeblieft stop met die onzin. Niemand wil je slaan. Wie verdenk je ervan kleine David Royle? Hij onderzocht haar gezicht met minacht. Maar zijn schreeuwen was over. Hij schudde zijn hoofd. Nee niet David Royle, Anna Royle. Anna en Rebekkah ze pesten me. Dat heb ik je toch al verteld of niet soms? De bel klonk en Louise liet hem gaan. Om de hoek kwamen Anna en Rebekkah en ze vroegen waar hij de vorige dag was. Het was een korte vrede vergadering zei ze. We veroordelen je zei Anna. Er was een lach op haar gezicht. We vinden je schuldig en straffen je na school begrepen? Rebekkah lachte ook. Als je weg gaat zei ze wordt het veel erger voor je! Deze keer hebben we het onze ouders verteld en mijn vader is advocaat zei Anna. Je zit in diepe problemen! Ze kneep hem hard om de boodschap duidelijk over te brengen. Linda de moeder van Simon belde in de pauze naar school. Ze bedacht wat ze wilde zeggen zodat ze niet dwaas zou overkomen. Maar Simon had gezegd dat hij ziek was en niet naar school wilde en dat “ze” hem zouden grijpen. Wat zou dat betekenen? Vast weinig. Maar mevrouw Shaw was aardig en ze zou het niet erg vinden. Helaas wilde mevrouw Stacey ook met Louise praten en Louise wist dat. De secretaresse vroeg of ze een boodschap aan moest nemen. Mevrouw Mason zei dat ze het later misschien nog eens zou proberen maar dat het niet belangrijk was. Ze vroeg ze af of ze naar het St. Micheal’s moest gaan om te kijken of Simon in orde was. Maar dat was onzin. Simon zou boos worden. Nog bezorgd ging ze thee drinken. In de middagpauze ging Louise doelbewust naar David. Hij was niet zo snel als Simon en niet zo behoedzaam zodat David het pas door had toen hij ingesloten was. Hij keek naar de spelende kinderen en gaf toen. Hij had geen idee dat de volgende minuten moeilijk zouden worden. Goed David. Dat was een indrukwekkend gesprek hé? Hij knipperde. Dat was een typische leraren vraag. Wat moest hij zeggen? Over pesten vervolgde Louise. Je bent gepest toch? Wat denk je? De eerste beetjes paniek kwamen over hem. Hij was gepest? Wanneer? Wat bedoelde ze? Het is goed zei hij. Wat? Pesten?! Is dat goed? Het geeft niet zei hij. U weet het. Hij mompelde. Anna zou hem doodde als ze wist dat hij erover praatte. Mevrouw Shaw wachtte. Je hebt gepest toch? Je weet toch waar ik het over heb? Ze keek gefascineerd hoe rood hij werd. Hij deed zijn hoofd nog verder omlaag. Je broodjes zei ze. Smaakte ze lekker met modder? Dat was pesten zeker? Dat was iets wat mevrouw Stacey bedoelde. Of denk je dat ze het over de gerbil had? Echt dacht Louise ze zou dit niet moeten doen. In zijn eentje dat was pesten. Het zou niet uitmaken als ze Anna of Rebekkah ondervroeg. Die wisten wel wat ze moesten zeggen. Ze had de zwakste gekozen. Je ging het dierencentrum in hé? Vroeg ze abrupt. Was je met Anna en Rebekkah of alleen? Zijn hoofd ging omhoog. Nee! Zijn ogen waren helder van schrik. Zijn tanden op elkaar geklemd zodat hij nikt kon zeggen. Na 2 seconden schudde hij zijn hoofd. We hebben het niet gedaan. We waren daar niet. vraag het Anna mevrouw. Of Rebekkah. Het was Simon zijn fout. Louise kon niet verder gaan. Welke rol David ook speelde in het pesten het was niet zijn schuld dat kon iedereen zien. Vreemd genoeg herinnerde hij haar aan Simon. Oh ga maar David, speeltijd is bijna over. Ga maar met je vrienden spelen. Een beetje vrees en ellende heb ik verspreid dacht Louise droevig. Ze zocht een vriend. Misschien had Brian nuttige tips. Louise praatte niet met hem totdat ze haar eigen gedachten op een rijtje had. Ze ook een onplezierige confrontatie met mevrouw Stacey. Ze had gevraagd of ze al had nagedacht over het pesten dat Simon deed. En welke straf ze voor hem in gedachten had. Ze had op haar lip gebeten en gezegd dat ze er nog over nadacht.. Ze ging naar het speelveld aan het einde van de middag en zocht Brian. Hij was aan het hooghouden met de bal. Hij trok zijn wenkbrauwen op naar haar. 78-79-80! Hij liet de bal vallen. Ik kon de 100 halen als jij er niet was! Ga weg zei ze! Dit is serieus! Oké als jij het zeg zei Brian. Ik moet zo nog wel even een telefoontje regelen. Louise blies lucht door haar tanden. Ik heb er net eentje gemaakt. Er komt straks een boze ouder naar school. Mevrouw Mason? Erger. De moeder van Anna en David en waarschijnlijk ook de moeder van Rebekkah meneer Tanner de advocaat. Brian pakte de bal op in 1 hand en deed hem onder zijn arm. Hij loopt richting school. Klinkt slecht waarom belde ze? Hebben de kinderen geklaagd over Simon? Je luistert niet ik heb gebeld zei ik. Ik belde over pesten. Ik zei dat het algemeen moeilijk te preciseren was, maar ik was bezorgd over iets wat er gebeurt was. Wacht even wat waren je suggesties? Zeker niet haar 2 super kinderen..? Poeh! Louise schopte tegen een klont aarde, modder spatte op haar schoen en legging. Ik kreeg de kans niet ze zei het niet precies zo maar ongeveer: ze zei dat ze alles al wist over het pesten en het was al te ver gegaan vond ze. Haar kinderen hadden haar gevraagd er niks over te zeggen, ze zijn zo nobel! Dat waren precies haar woorden. Maar zij was hun moederen en ze moest er wat aan doen. Ze kwam om 4 uur naar school als ze het redde. Ze hadden net het einde van het gras bereikt en stopte oven. Oh goed zei Brian. Is het echt zo slecht? Als zei niet had besloten iets te doen zou Beryl Stacey het snel doen denk ik. En geloof het of niet Simon gooit met sten en zo. Louise het kan serieus eindige. Hij is het niet zei ze. Ik heb met hem gesproken Brian en met David Royle. Je hoeft me niet te geloven maar ik geloof het. Ze hebben de gerbil ook gedood. De Royle’s en Rebekkah. Och zei Brian. Wat zal mevr. Royle zeggen? Je gelooft me ook niet hé zei Louise. Brian stuiterde de bal 1 keer hard. Ik ben niet het probleem zei hij. Heb je bewijs? Nee zei Louise. Anna en Rebekkah hadden gepraat over Simon zijn ontsnapping van de vorige dag en ze waren vast besloten hem er niet mee weg te laten gaan. De laatste 5 minuten van de les sprongen ze op en neer als yo-yo’s, keken door het raam en fluisterde. Hun leraar meneer Bailey waarschuwde ze 2 keer zonder woede. Toen de bel ging stormde ze naar buiten. Anna botste tegen een ander meisje en boeken vielen op de grond. Anna zei meneer Bailey. Rustig toch. Sorry meneer! Mogen we alstublieft weg. Het is heel belangrijk. Ze wachten niet op antwoord. Ze ging verder en duwde mensen opzei. Ga maar zei de leraar. Jullie lijken wel een stel dwazen. Daniëlle kijk je uit je zult dood geplet worden. Ze bukte door de klapdeuren als kogels van een machine geweer. Maar zo snel als ze waren er waren toch kinderen sneller. De gang vulde zich als snel en het lawaai nam toen. Anna en Rebekkah renden. De deur die Simon moest nemen was aan het andere eind. Verdomme schreeuwde Anna. Hij gaat er vandoor. Rebekkah duwde een meisje naast haar hard weg. Hij zal wachten zei ze. Hij zal niet durven weggaan naar gister. Hij weet dat we hem vermoorden, maar Simon wachte niet. bij de eerste bel was hij weggegaan. Mevrouw Earnshaw was verbaas. Simon! Hou hem tegen piepte David. Simon wist dat hij in de problemen zat en hij wist ook waar hij het meest bang voor was Mevrouw Earnshaw zou tegen hem schreeuwen mevrouw Stacey zou met van alles dreigen, maar ze zouden hem met geen vinger aanraken. Anna wel, ze zou zijn neus breken. Hij zou het haar niet laten proberen, hij kon ook niet slaan. Hij rende. Voordat hij de deur bereikte, dok David voor hem op met een blik van angst op zijn gezicht. Hij moest Simon stoppen, maar hij had niet de moed. Simon, toen hij voorbij rende zag zijn vrees. Ze heeft hem verteld me niet te laten ontsnappen dacht hij. Ze aal hem ook slaan, haar eigen broer! Simon riep mevrouw Earnshaw, durf het niet! Simon durfden, hij duwde de deur open zonder achterom te kijken. Oh mevrouw hoorde hij David jammeren. Hij ging. De gang aan het einde van de school was leeg, zodat hij een record tijd exit behaalde. Hij keek over de speelplaats, maar zag niemand die dichtbij genoeg was om hem te bedreigen. Voor zijn eigen klas in de gang was, was hij al weg. 300 meter weg van de ingang hoopte hij dat hij veilig was. Hij was halverwege toen Anna en Rebekkah hem zagen. Simon hield zijn hoofd naar benden en rende als ene trein. Rebekkah en Anna pauzeerde maar even en daarna steeg hun snelheid door hun woede, er waren nu toeschouwers. Het lawaai trok de aandacht ook van de leraren onderwei Louise. Ze zag de meisjes en hun toeschouwers, en ze was net op tijd om een jongen te zien wegrennen die alleen Simon kon zijn. Brian zag het ook, vanaf zijn positie aan de andere kant van het plein. Een jacht, een grote groep kinderen stond bij het schoolgebouw. Hij blies op zijn fluitje en leidde kinderen naar de kleedkamers. Hij begon daarna te joggen in hun richting. Hij was te ver om te zien wie achter wie aan zat. Anna en Rebekkah hoorde mevrouw Earnshaw roepen maar natuurlijk negeerde ze haar, hoewel Rebekkah achterom keek. De afgevaardigde bevond zich bij de dubbele deuren, met haar handen in de lucht. Sommige volgelingen stopte. Kom op riep Anna die de poort had bereikt. We zeggen dat we haar niet gehoord hebben! Waar is hij? Daar! Simon, ongelukkig, was nog net zichtbaar. Toen Anna keek draaide hij een scherpe bocht en rende verder. Even waren ze hem kwijt. Waar is hij heen gegaan vroeg Rebekkah. Ze wisten het beide. De heuvel nam steil toe boven de huizen. Chalkpit zei Anna grimmig. Hij is daar altijd. Ik denk dat hij daar gister ook was. Ik had nooit gedacht dat hij daar de moed voor zou hebben zei Rebekkah. Hoewel de chalkpit verboden was waren ze beide al een keer binnen geweest. Bijna iedereen van het St. Micheal’s was al 1 of meer keer binnen geweest om aan te tonen hoe moedig ze waren. Het was al jaren leeg, de omheining. Grote poorten rotten langzaam. Sommige jongens hadden volgens traditie vogelnestjes gesloopt, en mevrouw Stacey gaf van tijd tot tijd waarschuwingen over gevaarlijke tunnels en roestige machines. Als er iemand gesnapt zou worden zou het erg slecht aflopen. Simon die lang geleden de angst over de plek was verloren, was er zeker van dat ze hem niet achterna zouden komen ook al wisten ze dat hij binnen was. Hij gin naar binnen door zijn favoriete gat en staarde omhoog, de witte kleur gaf een krachtig gevoel van hulp. Het was stil behalve de geluiden van meeuwen, het had een gevoel van rust en vrede waar hij van hield. Langzaam gleed de paniek van hem af. Maar hij was niet gek genoeg om in de opening te blijven staan. Hij dook achter een lage muur waar hij kon kijken door een gat naar de weg. Het was een schok toen hij Rebekkah en Anna zag rennen naar de opening zonder aarzeling. Even was hij bevroren van angst toen draaide hij zich om en vluchten. Hij realiseerde wat hij had gedaan. Hij was alleen, dichte plaats, niemand kon hem helpen. Als ze hem pakte, was het gedaan. Bij het gat stopte de meisjes. Voor hen was het geen plaats van vrede en vlucht maar een stortplaats. De stenen waren vies geworden door de jaren heen. Er lag een hijskraan op zijn zijkant. Tussen stapels puin groeide gras. Het voorspelde problemen. Kom op zie Rebekkah die zich onzeker voelde. Het is het niet waard. We weten ook niet of hij hier is. Kom we gaan. Anna was minachtend. Je bent bang. Niemand vindt ons hier zei ze. De ketting is rot. Een goede trap en het is stuk. Doe het niet! Dat is vandalisme riep Rebekkah. Maar Anna deed het, en de grote poort ging open. Ze greep haar vriendin en duwde haar door de poort. Jij gaat daarheen! Ik hierheen! Kijk bij alle loodsen enz. Hij heeft geen tijd gehad zicht te verstoppen. Zie je dat grotere ijzeren ding daar? Daar treffen we elkaar als we hem niet vinden. Rebekkah wilde protesteren maar ze kreeg geen kans. Anna rende naar een hoop troep als een wilde. Anna pauzeerde daar even en draaide zich weer om. Stiekem hoopte Rebekkah dat ze hem niet zouden vinden. Ze voelde problemen. Vriendinnen zijn met Anna was soms zo….. Toen was er een schreeuw en Rebekkah haar hart sloeg over. Het was Anna haar stem vol triomf. Hier! Hier Rebekkah! Haar zorgen vergeten rende ze richting het geluid. Anna stond op een stapel troep en wees 100 meter verder daar was ene brug Simon zat eronder vastgeklampt. Grijp hem schreeuwde Anna. Hij is ingesloten! Wat een sukkel! Wat een gek! Je bent een aap, Simon je valt en breekt je nek! Terwijl ze riep viel Simon. Terug op school, David had gekeken naar de achtervolging, eerst Simon toen zijn zus en daarna volgde Rebekkah. Eerst wilde hij binnen blijven maar een massa kinderen had hem meegesleept naar buiten. Hij had mevrouw Shaw gezien, mevrouw Stacey die naar buiten rende en praatte met verschillende leraren. Hij had meneer Kershaw niet gezien, dacht hij, die uit een andere richting kwam. Het is je zus vertelde iemand hem met opwinding ze gaan Simon pakken. Waarom ga je niet helpen? Das was het probleem hij wilde niet maar hij moest! Het was al erg genoeg dat hij Simon had laten ontsnappen daar zou staf voor komen, maar als hij terugkeerde naar het gevecht…….. Het probleem was de leraren ze waren overal, ze probeerde orde te krijgen. Hij had geen kans om weg te gaan. Het schoot hem te binnen hij een omweg kon maken als hij geluk had merkte niemand het. Zijn angst groeide. Hij begon snel zodat hij niet van gedachten kon veranderen. Het ging goed. Niemand zag hem de hoek omgaan niemand schreeuwde toen hij begon te rennen. Na 100 meter voelde hij de opwinding en hij keek over zijn schouder. Er was geen achtervolging. Toen zag hij meneer Kershaw voor hem. Hij rende naar mevrouw Shaw bij de poort. Toen David hem zag, zag hij David ook, en hij veranderde van koers. David veranderde zijn eigen koers om de sportleraar af te leidde. David voelde een steek en hij stopte. Hij draaide zich om alsof hij een andere weg nam, toen keek hij terug. Meneer Kershaw fit en snel kwam achter hem aan. David zag hoe snel hij rende. David! De stem van meneer Kershaw was scherp. Hij hijgde niet eens. Waar denk je heen te gaan? Wat is er aan de hand? Het kwam over hem als een storm. Zijn controle was weg. Hij zag niet zijn moeders volvo met mevrouw Tanner. Zijn ogen werden vochtig, zijn schouders schudde en barste in tranen uit. Simon had zich bezeerd in zijn val. Hij was een meter gevallen van een metalen balk op een andere balk met een ijzeren staaf in zijn maag. Het stokte zijn adem en gaf hem een scherpe pijn in zijn ribben. Zijn buik had hem ervan gered om iets te breken. Hij voelde zich als een hoopje was dat 4 meter boven de grond hing. Hoewel zijn ogen mistig waren van de pijn zag hij de balken dodelijk tussen hem en de grond. Voor de meisjes zag het er leuk uit. Je bent welkom beneden Simon zei Anna pesterig. Kijk hij huilt. Zal ik een kusje op je neusje geven zei Anna. Simon veegde zijn tranen weg met 1 hand terwijl hij zich met de andere hand vast hield. De afgeveegde hand was kleverig van de teer en olie. Zijn kleren ook. Alles was stuk. Een golf van haat tegen de meisjes kwam omhoog. Anna had gezien dat hij in vieze staat was en raakte de metalen balken aan. Kom naar benden commandeerde ze zoals leraren doen. Als ik nar boven moet komen loopt het slechter voor je af dat beloof ik. Simon pakte een metalen balk beet en trok zich eraan omhoog hij balanceerde op een knie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten