zaterdag 2 februari 2008
België
België (Frans: Belgique, Duits: Belgien), officieel het Koninkrijk België, is een West-Europees land begrensd door de Noordzee in het westen, Nederland in het noorden, Duitsland in het oosten, Luxemburg in het zuidoosten en Frankrijk in het zuiden.
België bestaat maatschappelijk, cultureel, politiek en sociologisch gezien uit twee grote bevolkingsgroepen: de Vlamingen en de Walen.
België is een federale staat samengesteld uit 3 gemeenschappen: de Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap, en daarnaast uit drie gewesten: het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vlaanderen fuseerde zijn instellingen vrijwel meteen bij hun oprichting waardoor er nog slechts één Vlaams Parlement en één Vlaamse regering is. De Franstaligen hielden alle door hen gecontroleerde en verkozen volksvertegenwoordigingen en regeringen afzonderlijk.
Inhoud [verbergen]
1 Etymologie
2 Geschiedenis
3 Demografie
3.1 Bevolking
3.2 Demografie
3.3 Taal
3.4 Religies
4 Bestuurlijke indeling
4.1 Achtergrond
4.2 Indeling
5 Geografie
5.1 Geografische statistieken
5.2 Rivieren
5.3 Steden
5.4 Bezienswaardigheden
6 Milieu
6.1 Natuur
6.2 Waterkwaliteit
6.3 Luchtkwaliteit
6.4 Bodemverontreiniging
7 Economie
8 Politiek
8.1 Staatsstructuur
8.1.1 Politieke partijen en bewegingen
8.2 Overheid
8.3 Politie
8.4 Parlement
9 Media
10 Sport
11 Eten en drinken
12 Cultuur
13 Onderwijs
14 Verkeer en vervoer
15 Defensie
16 Beroemde Belgen
17 Zie ook
18 Externe links
18.1 Overheidssites
19 Bronnen, noten en/of referenties
Etymologie
De naam Belgae is misschien afkomstig van het Voor-Keltische *belo dat betekent “helder” en is verwant aan het Engelse woord “bale” (baal, zoals in “bale-fire”), het Anglo-Saksische “bael”, het Litouwse “baltas”, dat betekent “wit” of “schijnen/glanzen” (van waar de Baltische zee zijn naam heeft) en het Slavische “belo/bilo/bjelo/…” wat betekend “wit” (zoals in de stadsnamen van Beograd, Biograd, Bjelovar, enz. die allemaal betekenen “witte stad”). Ook de Gallische god namen “Belenos” (*De Heldere) en “Belisama” (waarschijnelijk van dezelfde godheid, oorspronkelijk van *belo-nos = onze schijnende) komen misschien van dezelfde bron.
Een andere voorgestelde etymologie van de naam Belga(e) is: bel = proto-Indo-Europees woord voor rond, opgeblazen object, in de figuurlijke zin: cirkel, leger, alliantie, en -*ga = Gallisch woord voor man, krijger. Bel-gae zou dan betekenen: mannen van de alliantie. De oorsprong van het woord zou dan Gallisch zijn. Deze betekenis zou dan passen bij de omschrijving van Caesar.
Geschiedenis
Zie Geschiedenis van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
België werd in oude tijden bevolkt door verschillende Keltische stammen, waarvan de Menapii de belangrijkste zijn. In de Romeinse tijd werden de Keltische stammen in het gebied tussen Noordzee, Rijn, Seine en Marne (Zuid-Nederland, België, Noord-Frankrijk en delen van West-Duitsland) samen aangeduid met het woord Belgae. Het gebied maakte deel uit van het Romeinse Rijk alvorens het in een aantal feodale staten werd verdeeld tijdens de Middeleeuwen.
Tijdens de middeleeuwen werd wat nu onder het huidige België verstaan wordt, verdeeld tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Schelde werd beschouwd als grens tussen de beide rijken. Het gebied van het huidige België kwam in handen van de Habsburgers in de 15e eeuw (zie Habsburgse Nederlanden) en werd aan het einde van de 18e eeuw overgenomen door de Fransen. Na de nederlaag van Napoleon in 1815 ging België op in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden om zo een bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. België werd in 1830 uitgeroepen tot een onafhankelijke constitutionele monarchie (zie ook: Omwenteling van 1830). De leuze van België is eendracht maakt macht. Deze eendracht sloeg in 1830 op de vereniging van de negen provinciën. Deze negen provinciewapens zijn dan ook vertegenwoordigd in het wapenschild van het land.
België werd bezet door Duitsland tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De spanningen tussen Nederlandstalige Vlamingen in het noorden en de Franssprekende Walen in het zuiden hebben de laatste jaren geleid tot constitutionele amendementen. Zo werd België een federale staat met drie gewesten en gemeenschappen (zie Staatsstructuur).
Demografie
Bevolking
België kent drie gemeenschappen. De Vlamingen (in het noorden van het land) spreken Nederlands en vormen de grootste bevolkingsgroep. De Walen (in het zuiden) spreken Frans. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is wegens zijn hoofdstedelijke functie een tweetalig gewest en vormt in principe een doorsnede tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Ten slotte is er nog de kleine Duitstalige Gemeenschap (in het oosten van het land).
De Belgen hebben nog steeds de reputatie van bescheiden en gematigd. Ze gaan door voor harde werkers. De productiviteit van de Belgische werknemers is een van de hoogste ter wereld.
De Belgen staan er ook om bekend dat ze "een baksteen in hun maag hebben". Ze investeren aanzienlijke bedragen in hun woning en aangezien de bouwgronden alsmaar schaarser worden (de bevolkingsdichtheid bedraagt 346,7 / km² (2007)), beleeft de renovatiesector gouden tijden.
De gezinsgrootte in België neemt af. Dit verschijnsel doet zich ook in andere landen van de Europese Unie voor. De vruchtbaarheidsgraad ligt op 1,56 kinderen per vrouw waardoor België geconfronteerd wordt met een verouderende bevolking: 15% is ouder dan 65 jaar. De levensverwachting ligt op 75 jaar voor de mannen en 81 jaar voor de vrouwen.
De kwaliteit van de Belgische gezondheidszorg behoort tot de beste ter wereld en volgens een enquête vindt bijna 80% van de Belgen dat ze in zeer goede gezondheid verkeren.
Wat de levensstandaard betreft zijn er ongelijkheden tussen de inwoners van de verschillende gewesten; het Vlaams Gewest is aanzienlijk rijker dan Wallonië.
Demografie
Zie Bevolking van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
België heeft 10.584.534 inwoners op 1 januari 2007 [4]. Het Vlaams Gewest heeft er daarvan 6,1 miljoen, het Waals Gewest 3,4 miljoen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,0 miljoen. [5]
In vergelijking met andere landen is de Belgische bevolking relatief traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 miljoen in 1900, 10,2 miljoen in 2000 [6]. Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking evolueerde van een derde minder (3 miljoen in 1850) tot meer dan de helft meer (16 miljoen in 2000).
opmerking: inwoneraantal x 1000
Bron:NIS - Opm:1846 t/m 1970=volkstellingen; vanaf 1980= inwoneraantal op 1 januari
Taal
Officiële talen in België zijn:
Nederlands (ca. 60% van de bevolking)
Frans (ca. 40% van de bevolking)
Duits (<1% van de bevolking)
Het Nederlands is de officiële taal in het Vlaams Gewest en, samen met het Frans, in Brussel. Het Frans is de officiële taal in Wallonië en het Duits in enkele oostelijke gemeenten, de Oostkantons (de Duitstalige Gemeenschap). De hoofdstad Brussel is tweetalig, en de meerderheid van de bevolking van Brussel spreekt Frans. De tussen Nederland en het Franstalige Wallonië ingeklemde Voerstreek is een enclave. Het is een deel van Vlaanderen, en derhalve Nederlandstalig, met taalfaciliteiten voor de Franstalige minderheid.
Gebarentalen: Vlaamse Gebarentaal (VGT, ca. 6000 moedertaalgebruikers), Frans-Belgische Gebarentaal (LSFB, ca. 5000 moedertaalgebruikers).
Daarnaast worden er in België ook verschillende dialecten en streektalen gesproken:
In Vlaanderen spreekt men verschillende dialecten van de Nederlandse taal, zoals het West-Vlaams, Oost-Vlaams, Brabants, Limburgs en Antwerps, met in steden soms typische stadstalen zoals het Gents. Deze dialecten hebben echter in Vlaanderen geen officiële status. Sommige sprekers van "Nederlandse" dialecten, bijvoorbeeld in Brussel en in de Voerstreek, zien zichzelf als "Franstalig" omdat ze het Frans, niet het Nederlands, als (belangrijkste) cultuurtaal gebruiken. Zie verder: Nederlandse dialecten, Regionale verschillen in het Nederlands.
Naast de Franse dialecten, wordt in Wallonië door een deel van de bevolking ook een taal gesproken die als afzonderlijke streektaal is erkend. Het Waals is de belangrijkste taal; en voor deze taal is geprobeerd een genormaliseerde spelling te vormen. Ook het Waalse volkslied was oorspronkelijke in het Waals. Buiten het Waals bestaan er nog enkele andere lokale en erkende streektalen, namelijk Picardisch, Gaumais (Lotharings), Champenois en Luxemburgs.
Religies
Statistieken over de geloofsopvattingen van de Belgische bevolking zijn over het algemeen onbetrouwbaar. De overgrote meerderheid van de Belgen is katholiek: naargelang van de bronnen 50 tot 75%. België heeft diplomatieke contacten met het Vaticaan en is bestuurlijk ingedeeld in verscheidene bisdommen. Het wekelijkse kerkbezoek der katholieken is sinds de jaren 1960 drastisch gedaald en bedraagt anno 2004 naargelang de bronnen 4 à 10 % van de totale bevolking. In Vlaanderen is het kerkbezoek hoger dan in de overige landsgedeelten: volgens cijfers van de Katholieke Kerk zelf bedroeg het kerkbezoek 12,7 % in 1998[7] en volgens een studie van het Centrum voor politicologie van de KULeuven uit 2006 gaat 9 % van de Vlamingen wekelijks naar de kerk[8].
De rest van de Belgen is grotendeels agnost of vrijzinnig (ca. 28 %), islamitisch (ca. 4 %), protestants (ca. 1 %) of joods (minder dan 1 %).
De Heilige Jozef is de beschermheilige van België.
Bestuurlijke indeling
Gewesten
Gemeenschappen
Achtergrond
Na een gelukte poging om België los te scheuren van Nederland en een mislukte poging om aan te sluiten bij Frankrijk (zie rattachisme), werd gekozen voor onafhankelijkheid met een koning aan het hoofd. Dit werd, onder Engelse druk, een vorst die verwant was aan het Britse koningshuis, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha. Meteen werd geopteerd voor een constitutionele monarchie, en indertijd was de grondwet de liberaalste ter wereld. In de tweede helft van de 20e eeuw evolueerde het politieke stelsel naar een particratisch zuilenbestel.
In de eerste decennia van het nieuwe land was het bestuur (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig Franstalig en elitair. Niettemin werden de eerste taalwetten reeds gestemd op het einde van de 19e eeuw. Hiermee werden de landstalen nog niet gelijkwaardig. Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië. Dit gelijkwaardig stellen gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans bleef in Wallonië. De toepassing van de gelijke rechten van taalgroepen in overheid, scholing en rechtspraak verliep echter traag, onwillig en vaak slechts na lang aandringen. Dit is mee de katalysator geweest voor een centrifugale beweging in het unitaire België. Die werd bij de oprichting van het zogenaamde Centrum Harmel (genoemd naar politicus Pierre Harmel) in 1948 voor het eerste officieus erkend.
Het Belgische federalisme is ongewoon in die zin dat het tegelijk ook enkele sterke unitaire kenmerken vertoont (de openbare financiering is voor meer dan 90% unitair), en ook tweeledig-confederalistische (de politieke partijen richten zich quasi uitsluitend tot of de Vlaamse of de Franstalige gemeenschap; er bestaan slechts enkele zeer kleine nationale partijen ). Langzamerhand meende men dat de tweeledige maatschappelijke structuur van België geen unitaire politieke structuur verdraagt. België werd een gedecentraliseerde staat, om in een vijftal staatshervormingen (in 1970, 1980, 1988-89, 1993 en 2001-2003) officieel in 1993 een federale staat te worden, in een soort dubbel federalisme (bipolair federalisme).
Dit dubbel federalisme, met als architecten Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Hugo Schiltz, Guy Spitaels en Jean Gol kenmerkt zich door volgende regeringsniveaus, elk met eigen verkozen volksvertegenwoordiging en regering:
1 federale staat
3 gewesten (zie bovenste kaart)
Vlaams Gewest (olijfgroen), Waals Gewest (rood), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (blauw)
3 gemeenschappen (zie onderste kaart)
Nederlandstalig (olijfgroen), Franstalig (rood), Duitstalig (blauw)
Bovendien omvat België vier taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied.
De Vlamingen fusioneerden onmiddellijk hun gewestelijke en gemeenschapsinstellingen. Ze hebben sindsdien 1 Vlaams parlement en 1 Vlaamse deelregering, beide met zetel te Brussel. De Brusselse leden van het Vlaamse parlement mogen echter niet meestemmen over Vlaamse gewestaangelegenheden. De Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen nl. het Waals gewest (zetel te Namen) en de Franse Gemeenschap (zetel te Brussel) gescheiden te houden. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest is het Brusselse parlement en deelregering (zetel Brussel) bevoegd voor gewestmateries, en zijn de Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen gemeenschapsmateries, via Brusselse instellingen nl. de Vlaamse, resp. Franse gemeenschapscommissies en hun uitvoerende organen (colleges). Voor zaken die beide gemeenschappen aangaan, is in Brussel de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (en college) bevoegd. Ook de Duitstalige gemeenschap heeft haar eigen parlement en deelregering (zetel Eupen), bevoegd voor gemeenschapsmateries. Het Waals Gewest is er bevoegd voor de gewestelijke aangelegenheden.
De gewesten zijn vooral bevoegd voor territoriale materie (bijvoorbeeld economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu, ...). De gemeenschappen spitsen zich toe op culturele factoren (incl. sport, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek) en de federale staat neemt de (grote) rest voor zijn rekening (defensie, buitenlandse zaken, economische en monetaire unie, pensioenen, ziekteverzekering, ...). Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten of (in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap. Een bijzonder rechtscollege, het Arbitragehof (sinds 2007 van naam veranderd naar het Grondwettelijk Hof) , waakt erover dat de wetgeving van de federale regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze verschillende entiteiten eerbiedigt. Het Grondwettelijk Hof kan wetsbepalingen vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden.
Bepaalde aspecten van dit federalisme zijn minder verregaand dan de meeste andere federale staten (zo hebben de deelstaten weinig fiscale autonomie en minder dan 20% van de globale openbare uitgaven), anderen gaan dan weer verder (ontbreken van normenhiërarchie). Heden is er in Vlaanderen een trend naar confederalisme. Vlaamse onafhankelijkheid geniet echter minder bijval. Een meerderheid van de Vlaamse partijen lijkt te kiezen voor hetzij een verder doorgedreven federalisme, hetzij een confederalisme (waarbij Vlaanderen dan soevereine macht zou krijgen voor bijvoorbeeld taal, cultuur en onderwijs). Een kleine Franstalige minderheid van rattachisten streeft naar aanhechting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk. Een kleine Nederlandstalige minderheid van orangisten streeft dan weer naar aansluiting van Vlaanderen bij Nederland.
De hoofdstad van Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen. Brussel is ook de hoofdstad van Franse Gemeenschap. De hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap is Eupen.
Indeling
Zie Belgische provincies voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5 provincies:
Antwerpen (hoofdstad Antwerpen)
Limburg (hoofdstad Hasselt)
Oost-Vlaanderen (hoofdstad Gent)
Vlaams-Brabant (hoofdstad Leuven)
West-Vlaanderen (hoofdstad Brugge)
Ook het Waals Gewest (Wallonië) telt 5 provincies:
Henegouwen (met als hoofdstad Bergen)
Luik (hoofdstad Luik)
Luxemburg (hoofdstad Aarlen)
Namen (hoofdstad Namen)
Waals-Brabant (hoofdstad Waver)
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is provincieloos.
De provincies bestaan weer uit diverse arrondissementen. Aan het hoofd van elke provincie staat een gouverneur. De provinciale besturen hebben evenwel weinig gewicht. Hun bestaan wordt soms in vraag gesteld. Een van de taken van de provinciegouverneur is het coördineren van de hulpverlening bij rampen van grote omvang (bijvoorbeeld chemische ongelukken in de havens). Ook het besturen van belangrijke milieuzaken zoals kernenergie behoort tot zijn taken.
Geografie
De Semois in de Ardennen, bij Bouillon
Het signaal van Botrange, België's hoogste puntHet terrein van België is grotendeels laagland, behalve de Ardennen in het zuiden. Door het land stromen de rivieren de Maas en de Schelde en een netwerk van kanalen. België is één van de dichtstbevolkte landen in Europa.
Historisch bestaat het land uit twee etnische en culturele gebieden, over het algemeen Vlaanderen en Wallonië genoemd.
Vlaanderen bestrijkt de noordelijke provincies:
Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen
Antwerpen
Limburg
Vlaams-Brabant
Wallonië bestaat uit de zuidelijke provincies:
Waals-Brabant
Henegouwen,
Luik
provincie Luxemburg
Namen
De scheidingslijn loopt van oost naar west ruwweg iets ten zuiden van Brussel. De hoofdstedelijke agglomeratie zelf wordt door zowel Nederlandstalige als Franstalige Brusselaars bewoond. De Franstalige aanwezigheid in Brussel is vooral het gevolg van inwijking en verfransing van de oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalige bevolking, immers op basis van een studie van stadsarchieven komt Hervé Hasquin (professor aan de ULB en prominent Franstalig MR politicus) in 1979 tot de bevinding dat ongeveer 90% van de bevolking in 1785 nog Nederlandstalig is, terwijl de verhouding nu ongeveer net andersom is.
Geografische statistieken
Zie Geografie van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Totale oppervlakte: 30.528 km² waarmee België een kwart kleiner is dan Nederland en iets groter dan Lesotho en Armenië.
Aantal kilometers staatsgrens: 1445,5
België grenst aan Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland en de Noordzee.
Hoogste punt: Signaal van Botrange, 694 meter.
Hoogstgelegen dorp: Rocherath (een deelgemeente van Büllingen), 655 meter.
Geografisch middelpunt: Nil-Saint-Vincent.
Volgens het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is het Belgisch territorium 33.990 km² als men de Belgische territoriale zone, die zich tot 12 zeemijlen in de Noordzee uitstrekt, meerekent.
Rivieren
Zie Lijst van rivieren in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
In België zijn de volgende stroomgebieden:
Maas
Schelde
IJzer
In het uiterste oosten ook een klein stukje stroomgebied van de Rijn en in het zuiden van de provincie Henegouwen een stukje van het stroomgebied van de Seine.
Steden
De hoofdstad is Brussel.
Andere grote steden zijn:
Antwerpen
Gent
Charleroi
Luik
Brugge
Namen
Zie ook de lijst van steden in België, de lijst van grote Belgische steden en de lijst van Belgische gemeenten
Bezienswaardigheden
Zie Belgische monumenten op de Werelderfgoedlijst en Toerisme in België
Milieu
Met het milieu van België is het slecht gesteld. Dit komt mede doordat het een doorvoerpunt is voor de industrie in Europa (zowel op het land als op het water, door de zware industrie gebaseerd in België zelf, door de vervuilende omringende landen) (Duitsland waaronder het Ruhrgebied, Nederland, en Frankrijk), als door de zwakke aanpak van de regering.
Natuur
Ondanks het feit dat België een klein land is, en echte natuur, vooral in Vlaanderen, eerder zeldzaam is, herbergt het land toch een groot aantal vogels, insecten en vele planten. 21,4% van het oppervlak van het land is bedekt met bos en dat percentage stijgt nog steeds. Dat is vrij veel als je weet dat België een van de dichtstbevolkte naties is van Europa. In Vlaanderen vind je vooral, naast de steden, velden, gescheiden door grachten en rijen met bomen. In die grachten kan je vele waterplanten en insecten terug vinden. Naast die velden heb je dan hier en daar een bos die vooral in de Kempen (ten oosten van Antwerpen en Limburg), talrijker aanwezig zijn. In Wallonië is de natuur ongerepter. Dit komt mede omdat de bevolkingsdichtheid veel lager is dan in Vlaanderen. 1/3 van de oppervlakte van Wallonië is bebost en dat oppervlak wordt ook alsmaar groter. Een groot deel van dat "bos" bestaat echter uit eentonige sparrenakkers die weinig natuurwaarde hebben. Een van de meest ongerepte stukjes natuur van België zijn ongetwijfeld De Hoge Venen. Door het strenge klimaat, de vele neerslag en de strenge, lange winters in de streek vind je daar zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa en de bergstreken.
Waterkwaliteit
Vooral in Antwerpen en Brussel is het slecht gesteld, hoewel er geen signalen bekend zijn dat het drinkwater onbetrouwbaar zou zijn. Het water in Limburg is van veel betere kwaliteit en in Wallonië is de waterkwaliteit uitstekend.
Luchtkwaliteit
De luchtkwaliteit in Antwerpen, Brussel en omstreken, is even slecht als in sommige streken in Duitsland, China, Noord-Oost-Amerika, en Zuid-Afrika. Door de hoge graad van luchtverontreiniging, bevat de lucht een grote hoeveelheid kankerverwekkende stoffen. In de rest van België, vooral in Wallonië (behalve dan de gebieden rond Luik en Charleroi), is het beter met de lucht gesteld omdat daar grotendeels bossen en landbouwvelden liggen.
Bodemverontreiniging
Op sommige plaatsen is de bodem verontreinigd door de industrie. Maar desondanks deze vervuiling is dit één van de betere punten in België op gebied van het milieu. Het is nog slechter gesteld in andere landen in Europa zoals Nederland (vanwege industrie en bemesting).
Economie
Zie Economie van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
De economie van België is met name gebaseerd op de diensten, vervoer, handel en de industrie. De mijnbouw, die ondertussen is stopgezet, en de productie van staal, chemische producten en cement zijn geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen, Charleroi, Namen en Luik en in het Kempens Steenkolenbekken. Luik is een belangrijk staalcentrum. Reeds lang worden metaalproducten zoals bruggen, zware machines, industriële en chirurgische apparatuur, motorvoertuigen, werktuigen en munitie vervaardigd. De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen, geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd dichtbij de olieraffinaderijen van Antwerpen.
De textielproductie, die in de Middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en kunstvezels; tapijten en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten. Gent, Kortrijk, Doornik en Verviers zijn allen textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd vanwege hun kant. Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer en hout. Meer dan 55 % van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit kernenergie.
De Belgische industrie is zwaar afhankelijk van de invoer voor zijn grondstoffen. Het meeste ijzer komt uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk, terwijl de non-ferro metaalproducten van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, waaronder zink, koper, lood en tin.
De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal, vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten. De industriële centra zijn verbonden met elkaar en met de belangrijkste havens van Antwerpen, Zeebrugge en Gent door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal, het kanaal Gent-Terneuzen en het Boudewijnkanaal), en door een uitgebreid spoorwegsysteem.
België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de landbouw slechts een klein percentage van het aantal arbeidskrachten vertegenwoordigt. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, haver, rogge, gerst, suikerbieten, aardappels en vlas. Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie (vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk. Het verwerkte voedsel omvat bietsuiker, kaas en andere zuivelproducten; bier en andere dranken worden ook vervaardigd.
De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel. Voordien was dit de Belgische frank (BEF). Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de gemeenschappelijke Europese munt. (1 euro = 40.3399 BEF) Van 1926 tot 1946 is er ook als munt de Belga geweest, die een waarde had van vijf BEF. Deze benaming was niet populair en werd in 1946 afgeschaft.
Politiek
Staatsstructuur
België is een federaal land (bipolair federaal) en een constitutionele monarchie met aan het hoofd een rechtstreekse afstammeling van Koning Leopold I, momenteel koning Albert II.
België telt zeven parlementen en zes regeringen. Hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel niet bijgeteld als parlement.
1. Federaal niveau:
Koning Albert II
Federaal Parlement, met Senaat en Kamer van Volksvertegenwoordigers
Federale Regering
Federale Instellingen
2. Gemeenschapsniveau: België is onderverdeeld in 3 verschillende gemeenschappen:
de Franse Gemeenschap,
de Duitstalige Gemeenschap,
de Vlaamse Gemeenschap.
De gemeenschappen staan in voor persoongebonden materies: culturele aangelegenheden, onderwijs, gezondheid, welzijn en taalgebruik. Elke gemeenschap heeft een gemeenschapsraad (d.i. de wetgevende macht) en gemeenschapsregering (uitvoerende macht). De Vlaamse gemeenschap en het Vlaams gewest hebben echter een gemeenschappelijk parlement en regering, omdat in tegenstelling met het Waals Gewest er in het Vlaams Gewest maar 1 taal gesproken wordt: het Nederlands. In het Waals Gewest is dat Frans en Duits, daarom is er nood aan een apart bestuur voor de Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap.
3. Gewestelijk niveau: België is onderverdeeld in 3 gewesten:
het Waals Gewest
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
het Vlaams Gewest
De gewesten staan in voor grondgebiedgerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en buitenlands handel, toezicht gemeenten en provincies en ontwikkelingssamenwerking. Elk gewest heeft een parlement en regering.
4. Taalgebieden: België heeft 4 taalgebieden: het Franstalig taalgebied, het Duitstalig taalgebied, het Tweetalig gebied (Brussel) en het Nederlandstalig taalgebied.
5. Provinciaal niveau: België telt 10 provincies.
6. Gemeentelijk niveau: elke Belgische gemeente heeft een gemeenteraad (wetgevende macht) en schepencollege (uitvoerende macht), met als hoofd de burgemeester.
Het idee achter dergelijke staatsstructuur is dat elke cultuur moet kunnen emanciperen zonder andere culturen te domineren.
Politieke partijen en bewegingen
Vroeger, in het unitaire België waren er ook unitaire partijen. Als gevolg van de sterker wordende tegenstellingen tussen Vlamingen en Franstaligen zijn deze unitaire partijen die de drie grote politieke stromingen vertegenwoordigden (christendemocraten, socialisten en liberalen) in de jaren zestig en zeventig, en dit nog voor België een federale staat werd, één voor één uit elkaar gevallen in aparte Vlaamse en Franstalige partijen die volledig onafhankelijk van elkaar opereren. Slechts enkele vooral kleinere partijen bleven unitair.
In België zijn er zogenoemde taalpartijen als de FDF en UF, vanuit Duitstalige hoek de PJU-PDB en vanuit de Vlaamse Beweging voortgekomen partijen als spirit, de N-VA en het extreem rechtse Vlaams Belang (eerder Vlaams Blok, totdat de vzw's van de partij veroordeeld werden voor racisme), welke laatste twee de onafhankelijkheid van Vlaanderen nastreven. Daarnaast zijn er Belgicistische partijen zoals de BUB die een hernieuwd unitarisme voorstaan en is er een drukkingsgroep zoals B Plus, die ijvert voor een sterk federaal België.
Voorts zijn er groepen die België of delen van België willen aanhechten bij Nederland (Heel-Nederlanders) dan wel bij Frankrijk (rattachisme) dan wel Vlaanderen bij Nederland willen doen aansluiten (Groot-Nederlanders).
Een ander gevolg van is dat de traditionele politieke stromingen zoals liberalen (VLD; MR), christendemocraten (CD&V; CDh) en socialisten (SPA; PS) allen verdeeld zijn over een Frans- en een Nederlandstalige en soms ook een Duitstalige partij. Enkel kleinere stromingen, onder andere het trotskisme (de LSP-MAS), het maoïsme (de PVDA-PTB) en Vivant zijn unitaire politieke bewegingen gebleven. (Zie ook Lijst van unitaire partijen.)
Overheid
Zie Overheid van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Kenmerkend voor België is de wafelijzerpolitiek en de communautaire kwesties.
Politie
Sedert de politiehervorming die in België werd doorgevoerd (WET 07/12/1998) bestaat er nog slechts 1 politiedienst, namelijk een "geïntegreerde politie gestructureerd op 2 niveaus". Deze 2 niveaus bestaan uit een federale politie en een lokale politie – die onderling communiceren via welbepaalde kanalen. De vroegere politiediensten (gemeentepolitie, gerechtelijke politie, rijkswacht, ...) werden allen afgeschaft.
Parlement
De zeven parlementen hebben in totaal 631 leden:
Federaal Parlement van België (Senaat 74 leden + Kamer 150 leden)
Vlaams Parlement (124 leden)
Parlement van de Franse Gemeenschap (Parlement de la Communauté française de Belgique) (94 leden, namelijk de 75 leden van het Waals Parlement en de 19 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement)
Waals Parlement (75 leden)
Raad van de Duitstalige gemeenschap (25 leden)
Brussels Hoofdstedelijk Parlement (89 leden)
De zes regeringen zijn:
Federale regering (21 ministers en staatssecretarissen)
Vlaamse regering (10 ministers)
Waalse regering (9 ministers)
Regering van de Franse Gemeenschap (6 ministers)
Brusselse Hoofdstedelijke Regering (5 ministers en 3 staatssecretarissen)
Regering van de Duitstalige Gemeenschap (4 ministers)
Zie verder:
Lijst van Belgische politieke partijen (partijen die in heel het land actief zijn)
Lijst van Vlaamse politieke partijen (partijen die enkel in Vlaanderen actief zijn)
Lijst van Franstalige politieke partijen (partijen die enkel in het Franstalige landsgedeelte actief zijn)
Lijst van Belgische nationale regeringen
Lijst van premiers van België
Lijst van familiale verbanden tussen Belgische politici
Lijst van Belgische politici die van partij wisselden
Premier: Guy Verhofstadt
Media
Zie ook Communicatie in België
Sport
Er worden vele sporten beoefend in België. Reeds in het begin van de 20e eeuw groeiden voetbal en wielrennen uit tot de populairste sporten, met uitgebreide verslaggeving door pers. Als hobby en spel bij jongeren is voetbal ook de meest beoefende sport.
Zie ook Voetbal in België
Eten en drinken
De Belgische eetcultuur wordt wel als Bourgondisch omschreven. Het schilderij De Boerenbruiloft van Pieter Bruegel de Oude is hier een bekende verbeelding van. In het buitenland zijn vooral de frieten bekend, die vaak als Belgische uitvinding worden gezien. Ook waterzooi draagt bij aan de reputatie van de Belgische keuken[9].
De huidige Belgische keuken kan omschreven worden als een burgerlijke variant op de Franse keuken. In 2007 waren er twee restaurants met drie Michelinsterren, tien met twee sterren en 89 met één ster. Terwijl deze aantallen bijna hetzelfde zijn als in Nederland, is dit aanzienlijk meer per hoofd van de bevolking.
België staat internationaal bekend voor zijn bieren, zoals Stella Artois, Jupiler, Leffe, Hoegaarden en de trappistenbieren als Westmalle, Chimay en Westvleteren. Met InBev is ook de grootste brouwerijgroep ter wereld Belgisch.
Zie ook Belgische gerechten en Lijst van Belgische bieren
Cultuur
Zie Cultuur in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie ook Lijst van musea in België
Onderwijs
Het onderwijs behoort sedert 1980 tot de bevoegdheid van de gemeenschappen. Behoudens enkele uitzonderingen zijn er dus geen "Belgische" scholen meer, maar wel Nederlandstalige, Franstalige, of Duitstalige.
Verkeer en vervoer
Zie Vervoer in België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
België heeft een goed wegennet van autosnelwegen en expreswegen. Het spoorwegnet wordt geëxploiteerd door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS). De belangrijkste andere maatschappijen voor openbaar vervoer zijn de Vlaamse De Lijn, de Brusselse MIVB en de Waalse TEC.
De haven van Antwerpen is één van de grootste van de wereld en de derde grootste van Europa. Het is Belgiës belangrijkste goederenhaven. Ook de haven van Gent en de haven van Brugge-Zeebrugge zijn belangrijke goederenhavens. Deze laatste geldt eveneens als 's lands grootste passagiershaven, Europa's belangrijkste roro- en aardgashaven en 's werelds belangrijkste autohaven. Daarnaast heeft ook de haven van Oostende een aanzienlijk betekenis als roro-haven. Zeebrugge is de belangrijkste Belgische vissershaven, gevolgd door Oostende en Nieuwpoort. Brussel en Luik hebben belangrijke binnenhavens.
Er zijn luchthavens bij Brussel (Zaventem), Charleroi (Gosselies), Antwerpen (Deurne), Luik (Bierset) en Oostende.
Defensie
Zie Defensie van België voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Beroemde Belgen
Gerardus MercatorAdolf Daens
Adolphe Sax
Albert Claude
Albrecht Rodenbach
Ambiorix
Amélie Nothomb
Anne Teresa De Keersmaeker
Antoon van Dyck
Andreas Vesalius
Arno (Arnaud Hintjens)
Axelle Red
Christoffel Plantijn
Christian de Duve
Dirk Frimout
Dries Van Noten
Guido Gezelle
Hugo Claus
Hendrik Conscience
Eddy Merckx
Étienne Davignon
Georges Simenon
Gerardus Mercator
Godfried van Bouillon
Hans Memling
Henri Lafontaine
Hergé (Georges Remi)
Ilya Prigogine
Jacky Ickx
Jacques Brel
Jacques Rogge
James Ensor
Jan van Eyck
Jean-Claude Van Damme
Jos Van Immerseel
Jozef Cardijn
Justine Henin
Justus Lipsius
Karel Martel
Keizer Karel V
Kim Clijsters
Leo Baekeland
Filips van Marnix van Sint-Aldegonde
Maurice Maeterlinck
Pater Damiaan (Jozef De Veuster)
Paul Janssen
Paul Otlet
Paul Van Nevel
Paul-Henri Spaak
Peter Benoit
Peter Piot
Peter Paul Rubens
Philippe Herreweghe
Pieter Breugel
Raymond Ceulemans
René Magritte
Rembert Dodoens
Peter Paul Rubens
Simon Stevin
Tielman Susato
Tom Barman
Toots Thielemans
Urbanus van Anus (Urbain Servranckx)
Willem van Oranje
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten