Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

vrijdag 25 januari 2008

Tweede Wereldoorlog



De Tweede Wereldoorlog was de samensmelting van een aantal aanvankelijk afzonderlijke militaire conflicten die van 1939 tot 1945 op wereldschaal werden uitgevochten tussen twee allianties: de asmogendheden en de geallieerden. In Europa vielen de Duitse troepen op 1 september 1939 Polen binnen. Dit leidde op 3 september 1939 tot een oorlogsverklaring aan Duitsland door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Uitbreiding van het conflict vond plaats op 22 juni 1941 met de Duitse overval op de Sovjet-Unie. Desondanks was de oorlog nog steeds een Europese aangelegenheid. Dit veranderde op 7 december 1941 toen Japan de United States Pacific Fleet bij Pearl Harbor bombardeerde en Hitler vier dagen later eveneens de Verenigde Staten de oorlog verklaarde.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vielen tussen de 50 en 70 miljoen doden. Ongeveer twee derde van alle slachtoffers waren burger waarvan naar schatting meer dan elf miljoen minderheden stelselmatig werden vervolgd en vermoord.

België en Nederland werden op 10 mei 1940 door Duitsland aangevallen en de daaropvolgende bezetting duurde in België tot 17 september 1944 en in Nederland tot 6 mei 1945. Japan viel Nederlandsch-Indië binnen op 10 januari 1942, deze bezetting eindigde op 15 augustus 1945.


De oorlog in Europa

Oorzaken van de oorlog in Europa

De strijd om de Europese Hegemonie 1866 - 1918

Na de Duitse Eenwording in de 19e eeuw nam de Pruisisch-Duitse macht snel toe. Dit leidde tot oorlog tussen Frankrijk en Duitsland maar na de Duitse successen ook tot spanningen tussen het Keizerrijk en Groot-Brittannië. De wortels van de Eerste en Tweede Wereldoorlog liggen in deze strijd om de Europese hegemonie. Duitsland had de Tweede Duits-Deense Oorlog (1864), de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog (1866) en de Frans-Duitse Oorlog (1870 – 1871) gewonnen. De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) had echter een onvergelijkbaar andere afloop. In de herfst van 1918 werden de Duitse troepen aan het hele Westelijk front teruggedreven en Duitsland was gedwongen de wapenstilstand te tekenen.

Duitse instabiliteit 1918 - 1929

Het politiek instabiele Duitsland van na de wapenstilstand (1918) was ondergedompeld in chaos en armoede waarbij links en rechts streden om de macht. Deze strijd zou uiteindelijk worden beslecht in het voordeel van het extreem rechtse en totalitaire Nationaal-Socialisme. De buitenlandse politiek van deze dictatuur zou Europa nogmaals in oorlog storten.

Het Verdrag van Versailles verplichtte Duitsland tot enorme herstelbetalingen, het afstaan van een aanzienlijk deel van haar grondgebied en de facto tot beëindiging van haar militaire macht. De vernedering was een bron voor Duits ressentiment en zou de uiterst rechtse nationalistische partijen in de kaart spelen. Ook de opdeling van Duitse grondgebieden zonder rekening te houden met de bevolkingssamenstelling zou aanleiding geven voor internationale spanningen.

In het verarmde en hongerige Rusland van 1917 braken revoluties uit. De hierop volgende Communistische machtsovername leidde in heel Europa tot ernstige onlusten. Europa zou na 1917 veelvuldig in de greep komen van de angst voor het “Communistisch gevaar” en deze angst zou de opkomst van het Fascisme in Italië en het Nationaal-Socialisme in Duitsland een enorme impuls geven.

In november 1918 vond een door de Russische Revolutie geïnspireerde linkse opstand plaats (de Novemberrevolutie) die de kop werd ingedrukt door uit gedemobiliseerde soldaten samengestelde vrijkorpsen. De extreem rechtse vrijkorpsen werden deels gedreven door de theorie dat communisten, socialisten, republikeinen en Joden het land zouden hebben verraden en dat Duitsland daarom de oorlog had verloren (de zogenaamde dolkstootlegende). De naoorlogse economische crisis verergerde nadat Duitsland in 1923 in gebreke bleef bij de nakoming van de haar opgelegde herstelverplichtingen. Franse en Belgische troepen bezetten hierop het Ruhrgebied waarna door de Duitse staat aangemoedigde stakingen uitbraken. Om de stakingskas te vullen draaide de geldpers en hyperinflatie was het gevolg. De economische chaos ontketende in het hele land onlusten. Een extreem rechtse partij de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij ( N.S.D.A.P) zou deze onlusten aangrijpen om in Beieren een greep naar de macht te doen. De couppoging mislukte jammerlijk en hun leider Adolf Hitler werd tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld waarvan hij uiteindelijk 1 jaar moest uitzitten. De volgende economische crisis zou de N.S.D.A.P echter helaas een herkansing geven die zij beter zou benutten.



1 tot en met 8: Door het Duitse Rijk afgestane gebieden na de Eerste Wereldoorlog.

Adolf Hitler en het Nationaal-Socialisme



Adolf Hitler 1923


Zo bracht bovenstaande poel van armoede, angst, chaos en onvrede het Nationaal-Socialisme voort. De essentie van deze fascistische stroming was dat de sterkere het recht heeft de zwakkere te overheersen. Dit verklaart zowel het radicaal nationalistische, antisemitische, militaristische, antidemocratische en anticommunistische karakter van deze beweging als de ideologisch geïnspireerde vernietigingsoorlog die hieruit voortvloeide. Hitler trad in 1919 toe tot de N.S.D.A.P. (toen nog D.A.P geheten) en deze fanaticus bleek te beschikken over een ongekend redenaarstalent en politiek instinct. Deze twee eigenschappen opgeteld bij zijn dominerende drang naar macht en gebrek aan moreel besef brachten hem en zijn partij de overheersing en de ondergang.

De depressie die ontstond na 1929 deed de aanhang van de N.S.D.A.P groeien tot bijna 14.000.000 in juli 1932. In januari 1933 trad Hitler als Rijkskanselier toe tot een regering waarin de Nationaal-Socialisten de minderheid vormden. In deze positie was hij zeer snel in staat alle macht naar zich toe te trekken en de parlementaire democratie buiten spel te zetten. Vanaf dat moment zou de Duitse politiek enkel en alleen door hem bepaald worden.

Het Derde Rijk startte vrijwel direct met herbewapening. De omvang van de Reichswehr was door de bepalingen van Versailles beperkt tot 100.000 man. Het had geen tanks, geen luchtmacht en nauwelijks schepen. Zes jaar later, bij het uitbreken van de vijandelijkheden, beschikte de Wehrmacht, de Luftwaffe en de Kriegsmarine over 3,5 miljoen soldaten, 9000 kanonnen, 2.500 tanks, 2.300 vliegtuigen, 57 onderzeeërs en 45 oppervlakteschepen.

Duitse Buitenlandse politiek 1933 - 1939

De buitenlandse politiek van de Nationaal-Socialisten had hoe dan ook tot oorlog geleid. Het verbazingwekkende van de periode 1933 – 1939 waren de Duitse successen zonder dat dit gebeurde. De Westerse democratische landen zouden te lang pogen Hitler in te tomen met diplomatieke middelen waarbij de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog hen zeker parten hebben gespeeld. Zo kwam in 1935 het Saarland „Heim ins Reich“ en werden in 1936 in het Rijnland Duitse troepen gelegerd. In 1936 ontstond tevens de as Rome-Berlijn, deze alliantie zou met het staalpact van 1939 worden verstevigd. Vervolgens volgde de annexatie van Oostenrijk op 13 maart 1938 en die van Tsjechoslowakije op 15 maart 1939. Deze bezetting van Tsjechoslowakije markeert het eindpunt van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk om met vreedzame middelen de veroveringszucht van Nazi-Duitsland te beteugelen

De Inval in Polen

Nazi-Duitsland viel op 1 september 1939 Polen aan (Operatie Fall Weiss). Deze aanval, ook wel Poolse campagne genoemd, zou vier weken duren. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaarden op 3 september 1939 Duitsland de oorlog. Afgezien van deze oorlogsverklaring en het vruchteloze Franse Saaroffensief van 7 september 1939 ondernamen de geallieerden weinig. Conform het in augustus 1939 gesloten Molotov-Ribbentroppact viel de Sovjet-Unie op 17 september 1939 Oost-Polen binnen. Het Poolse leger werd nu vermorzeld tussen de Duitse en Russische strijdkrachten. De laatste Poolse eenheden capituleerden op 6 oktober 1939 waarna een deel van het Poolse leger en de regering eerst naar Frankrijk uitweken en vervolgens naar het Verenigd Koninkrijk.



Europa in 1939 na de Inval in Polen.

De Russische expansie

De Sovjet-Unie viel op 30 november 1939 Finland aan in de verwachting het land binnen een maand te veroveren. Het Russische leger ontmoette onverwacht felle Finse tegenstand en leed onvoorstelbare verliezen. Zo verloren de Russen meer dan 200.000 soldaten en meer dan 2000 tanks. De Finnen verloren ongeveer 25.000 man. Het bleef helaas een strijd van David tegen Goliath en op 13 maart 1940 kwam een staakt-het-vuren tot stand op Russische voorwaarden. Finland verloor 10 procent van haar grondgebied en 20 procent van haar industriële capaciteit. Het verloop van de winteroorlog had de status van het Rode Leger echter ernstig aangetast en zou in hoge mate de Duitse onderschatting van Ruslands militair vermogen in de hand werken. De Sovjet-Unie bezette in de daaropvolgende maanden nog wel Estland, Letland, Litouwen, Bessarabië en het Roemeense Noord-Boekovina.



Finse skitroepen tijdens de Winteroorlog

Noorwegen en Denemarken

Noorwegen was voor de Duitse oorlogvoering belangrijk vanwege de aanvoerroutes van Zweeds ijzererts en als uitvalsbasis voor de Kriegsmarine. Zowel de Britten als de Duitsers maakten daarom in een vroeg stadium plannen voor een inval. De Duitse vloot stoomt op naar Noorwegen op drie april 1940 en in Noorse wateren worden, op acht april door een Britse torpedobootjager, mijnen gelegd. Vervolgens landen de Duitsers op negen april in Oslo, Bergen, Trondheim en Narvik, en vallen zij Denemarken binnen (Operatie Weserübung). Denemarken capituleert vrijwel onmiddellijk na slechts enkele schermutselingen. Hoewel op vijftien april nog een geallieerde tegenaanval plaats vindt bij Narvik, Namsos en Åndalsnes zijn de kaarten geschud na de vernietigende nederlaag op het Europese vasteland. Noorwegen capituleert op negen juni 1940 en de geallieerden moeten evacueren en Scandinavië achter zich laten.



HMS Warspite, Noorwegen 1940

De Westelijke Veldtocht 1940



Rotterdam na het bombardement


Aan het Westelijk front was tot mei 1940 nauwelijks gevochten. Een situatie door journalisten omschreven als de Schemeroorlog. Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers echter Nederland, België en Luxemburg aan (Operatie Fall Gelb). Het Nederlandse leger, niet uitgerust voor een moderne oorlog, werd volkomen onder de voet gelopen. Desondanks verliep de campagne voor de Duitsers te traag en hun Heinkels bombardeerden op 14 mei Rotterdam. Generaal Winkelman, de bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten werd zowel geconfronteerd met een strategisch uitzichtloze situatie als met het Duitse dreigement tot vernietiging van alle grote Hollandse steden. Woensdagochtend 15 mei 1940 tekende hij de capitulatie. In de provincie Zeeland zou de strijd nog twee dagen verder gaan zodat de Franse troepen zich terug konden trekken






Britse uitgeschakelde Cruiser Mk IV tank 30 Mei 1940


De geallieerde legers hadden ondertussen gereageerd op de Duitse troepenbeweging door zich naar het Noorden te verplaatsen. De achterliggende gedachte was dat het zwaartepunt van de Duitse aanval daar zou plaats vinden omdat het zuiden immers gedekt werd door de Maginotlinie en de Ardennen. De Duitse pantsers doorboorden echter volkomen onverwacht de defensieve linies bij Sedan mede door massale inzet van de Luftwaffe en zij rukten vervolgens zo snel op dat het Britse expeditieleger geïsoleerd werd. Op 20 mei bereikten de verkenningseenheden van de tweede Duitse panterdivisie de Kanaalkust en de Britten restte niets anders dan een vluchtpoging over het Nauw van Calais. Op 2 juni waren driehonderdendertigduizend soldaten erin geslaagd bij Duinkerke in te schepen en de oversteek te maken, hun bewapening en dertigduizend dode kameraden lieten zij achter.






Lockheed Hudson juni 1940


Het Britse expeditieleger was verjaagd en België had gecapituleerd (28 mei). Desondanks vochten de Fransen door. Op 5 juni bogen de Duitsers af naar het zuiden (Operatie Fall Rot). Na een week hardnekkige tegenstand stortte de Franse verdediging in. Het fascistische Italië, overtuigd dat de oorlog voorbij was, verklaarde op 10 juni Frankrijk en Groot-Brittannië alsnog de oorlog en het viel Frankrijk in het zuidoosten aan. De laatste Britse troepen trokken zich terug (Operatie Dynamo), waarna de Duitsers op 14 juni de open stad Parijs innamen. Op 22 juni 1940 ondertekent Frankrijk de wapenstilstand waarbij bepaald werd dat zestig procent van Franse bodem bezet zou worden. In het overige zuidoostelijke deel werd de marionettenstaat Vichy-Frankrijk gevestigd.

De Slag om Engeland

De Britten vochten door, de verpletterende nederlaag op het Europese vasteland ten spijt. Op 16 juli 1940 gaf de Duitse opperbevelhebber opdracht voorbereidingen te treffen voor de invasie en verovering van Groot-Brittannië ( operatie Seelöwe). Mede door het overwicht van de Royal Navy zou de aanval over zee slechts kans van slagen hebben als de Duitse strijdkrachten het luchtruim volledig zouden beheersen. De aanvallen van de Luftwaffe waren dan ook gedurende bijna twee maanden grotendeels gericht op de uitschakeling van de Royal Air Force . Nadat op 24 augustus 1940 voor het eerst bommen op Oost-Londen vielen leidde een vergeldingsaanval op Berlijn en het idee dat het met de Engelse luchtverdediging grotendeels was gedaan tot een fundamentele wijziging van de Duitse strategie. Vanaf 7 september 1940 werd getracht het Britse oorlogsmoreel te breken door stelselmatige terreurbombardementen van de burgerbevolking. De Duitse verliezen liepen echter steeds verder op. Operatie Seelöwe werd eerst een aantal maal uitgesteld en vervolgens definitief afgeblazen. De luftwaffe was meer dan 1500 vliegtuigen kwijt geraakt en de Duitse oorlogscapaciteit zou nooit volledig aan het Oostfront worden ingezet door de voortdurende dreiging in de rug.



Londen, Verenigd Koninkrijk na een bombardement

De Slag om de Atlantische Oceaan

De Kriegsmarine trachtte vooral met duikboten de scheepvaart op de Atlantische Oceaan onmogelijk te maken en op die manier de Britse aanvoerlijnen vanuit de Verenigde Staten af te snijden. Door de samenloop van een aantal factoren zou deze uitputtingsslag vanaf 1943 worden beslecht in het voordeel van de geallieerden. Zo kwamen er meer technische mogelijkheden om duikboten op te sporen en te vernietigen, werden de Enigmacodes gekraakt en bleek bovenal het productief vermogen van de Verenigde Staten groter dan de vernietigingskracht van de Duitsers.



aangevallen U-boot 1943

Afrika en de Middellandse Zee

Meer dan 200.000 Italiaanse troepen vielen op 13 september 1940 Egypte binnen en als zij succes zouden hebben dan zouden de asmogendheden controle krijgen over het Suezkanaal en de Arabische olievelden. Ondanks hun numerieke overwicht leden zij al snel ernstige verliezen en weer moesten de Duitsers Mussolini’s mannen te hulp schieten. Het Afrikakorps dreef met twee Pantserdivisies de Britten terug tot Tobroek en na de Slag bij Gazala werd deze stad ingenomen. Onder Montgomery slaagden de Britten er alsnog in de troepen van Rommel in 1942 bij El Alamein te verslaan. Daarna zouden Britse en Amerikaanse troepen de Duitsers uit Noord-Afrika drijven ( operatie Toorts). In mei 1943 gaven de laatste Duitsers en Italianen zich over.



Uitgeschakelde Engelse Crusader november 1941

De Balkan

Albanië was reeds in april 1939 door de Italianen bezet en Mussolini,geïrriteerd door de Duitse successen, liet op 28 oktober 1940 zijn troepen Griekenland binnenvallen. Hoewel het Griekse leger geen noemenswaardige luchtmacht had en slecht was voorbereid bleek het in staat de Italianen partij te bieden. De overigens evenmin imponerende Italiaanse strijdkrachten beschikten wel over aanvalsvliegtuigen maar deze konden door de slechte weersomstandigheden niet worden ingezet. Ook was het moeilijk begaanbare terrein in het voordeel van de verdedigers. Het Griekse tegenoffensief van 14 november 1940 wierp de Italianen vervolgens ver terug tot over de grenzen van Albanië. Britse troepen landen op Kreta en verleenden de Grieken luchtsteun waarmee voor Duitsland een ernstige bedreiging ontstond. De Britten waren nu namelijk in staat vanuit Griekenland de Roemeense olievelden te bombarderen en zo de Duitse brandstofvoorziening in gevaar te brengen.

Op 27 maart 1941 bracht een staatsgreep in Joegoslavië een bewind aan de macht dat gekant was tegen de as-mogendheden en waarmee de bedreiging vanuit de Balkan compleet was. De Duitse troepen vallen daarom op zes april 1941 van alle kanten Joegoslavië binnen. De inmiddels ervaren Wehrmacht overmeestert het land in elf dagen, geholpen door de onbeholpen strategie van de Joegolaven overal stand te willen houden waardoor de verdediging volledig versnipperd. Tegelijkertijd waren de Duitse strijdkrachten Griekenland binnengedrongen, de gecombineerde Grieks-Britse defensie was echter in geen enkel opzicht opgewassen tegen de numeriek grotere en zwaarder bewapende overmacht. Op 27 april 1941 valt Athene waarna de Nationaal-Socialisten de Balkan beheersen en zij hun flank veilig hebben gesteld.



Toegetakelde Joegoslavische tank

Het oostfront



De territoriale expansiedrift van Nazi-Duitsland en de ideologische tegenstelling tussen het Nationaal-Socialisme en het Communisme zou leiden tot het grootste militaire conflict uit de Europese geschiedenis.

Op 22 juni 1941 vielen meer dan 3 miljoen Duitse soldaten bewapend met 3580 tanks, 7184 kanonnen en 2740 vliegtuigen de Sovjet-Unie binnen (Operatie Barbarossa). Hoewel het veel grotere Rode leger in totaal beschikte over bijna zes miljoen soldaten, 25.700 tanks en 18.700 vliegtuigen ontbeerde het de ervaring, training en slagvaardigheid van de Wehrmacht. De vliegtuigen waren merendeels verouderd en de troepen niet voorbereid. Incompetentie en tekortschietende logistieke ondersteuning completeren het plaatje. Hitler zat er niet heel ver naast toen hij vooraf zei: “we hoeven slechts de deur in te trappen en de hele verrotte boel stort in”.

Drie Duitse legerkorpsen drongen diep in Rusland door. Een Noordelijke aanvalsgolf richting Leningrad en de Baltische staten, een Zuidelijke naar de olievelden in de Caucasus en de middelste moest Moskou veroveren.



Duitse infanteristen 1941


De Duitsers wilden voor oktober 1941 alle gebieden ten Westen van de Wolga bezetten om de herfstmodder te vermijden. De Sovjets probeerden hun tegenstanders te pareren door een vruchteloze poging de Duitse moderne bewegingsoorlog te imiteren. Haar legers en haar pantsers werden omsingeld en vernietigd. In juli 1941 leek het erop dat Duitsland de oorlog had gewonnen en het de Sovjet-Unie had verslagen. Door de enorme omvang van het Rode leger konden echter steeds nieuwe troepen worden aangevoerd. De Wehrmacht bereikte weliswaar Leningrad, Moskou en Rostov maar stagneerde in de herfstblubber, vroor vast in de Russische winter en werd geplaagd door inmiddels te lange aanvoerlijnen. Het eerste echte Russische tegenoffensief van december 1941 wierp legergroep Midden meer dan 100 kilometer terug.




Russen op de Rijksdag mei 1945


Het Duitse leger bleek vervolgens in de zomer van 1942 niet in staat op alle punten aan te vallen en drong alleen in het Zuiden verder door. Sebastopol, Voronez en een aantal olievelden in de Kaukasus werden veroverd. De te ver vooruitgeschoven troepen van Von Paulus raakten eind 1942 in Stalingrad geïsoleerd en werden door de Russen begin 1943 vernietigd. De Russische offensieven namen hierna toe, desondanks wist Manstein toch nog in februari en maart 1943 Kharkov heroveren. De Slag bij Koersk, juli 1943 vormde de laatste grote aanval van de Duitsers en is de grootste tankslag uit de geschiedenis. De Russen wisten echter ook hier de Duitsers te weerstaan en zo keerden na Stalingrad en Koersk de kansen. De Duitsers waren niet meer in staat het initiatief te nemen maar zij konden nog wel een tamelijk succesvolle defensieve strijd leveren en het zou dan ook nog twee jaar duren voordat de Russen in Berlijn zouden staan.


Het verloop van bovenstaande kan pas goed begrepen worden als de omvang van de oorlogseconomiën tegen elkaar afgezet wordt. Dit kan misschien het beste door de vliegtuigproduktie met elkaar te vergelijken ( voor de kanonnen, tanks, vrachtwagens en schepen geldt ongeveer hetzelfde).


Jaar 1939 1940 1941 1942 1943 1944
Duitse vliegtuigproduktie 8300 10.800 11.400 15.300 25.100 39.300
Sovjet vliegtuigproduktie 10.400 10.600 15.700 25.400 34.800 40.250


Deze produktieverschillen betekende slecht nieuws voor het Derde Rijk maar het wordt pas echt hopeloos als wij de totale vliegtuigproduktie van de asmogendheden vergelijken met de totale vliegtuigproduktie van de geallieerden.


Jaar 1940 1941 1942 1943 1944
Totale vliegtuigproduktie asmogendheden 18.900 20.000 27.000 42.500 67.500
Totale vliegtuigproduktie geallieerden 38.400 62.100 96.900 147.000 163.000

De strijd aan het Oostfront was het kernconflict van de oorlog in Europa en het belichaamde de ideologisch geïnspireerde vernietigingsdrang van het Nationaal-Socialisme. Hun oorlog was geen simpele imperialistische strijd om grondgebied of basismaterialen maar een existentiële worsteling waarbij het ene volk zou leven en het andere volk niet. Toen in juli 1941 de oorlog gewonnen leek stelde Hitler daarom dat zowel de Russische krijgsgevangenen als de gewone bevolking moesten worden doodgehongerd. Mede hierdoor vielen in het Oosten de meeste slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Meer dan 21 miljoen Russen en Polen lieten het leven: 20 procent van het Poolse volk en 10 procent van de Russische bevolking.


Het Westelijk front van 1943 tot het einde

De geallieerden landden op 10 juli 1943 op Sicilië, op 3 september 1943 werd de Straat van Messina overgestoken en na 9 maanden strijd werd op 4 juni 1944 Rome bevrijd. Omdat vervolgens het zwaartepunt van de geallieerde inspanningen in Frankrijk kwam te liggen zou de strijd om Noord-Italië duren tot mei 1945.



Aanvalsroutes 6 juni 1944


Dwangarbeiders hadden aan aan de Westkust van het bezette Europa meer dan 8.000 bunkers aangelegd maar de verdedigingslinie had weinig diepte en de tijd van lineaire verdediging was voorbij. In de ochtend van 6 juni 1944 werden de Duitsers geconfronteerd met meer dan 6.000 schepen (waaronder 4000 landingsvaartuigen, 7 slagschepen, 23 kruisers, en meer dan 100 jagers), 7000 bommenwerpers en 5000 jachtvliegtuigen. De Duitsers hadden aan het Westfront ongeveer 170 vliegtuigen tot hun beschikking. Binnen een dag was een bres geslagen in de Atlantikwall en was een begin van een bruggehoofd gevormd (operatie Overlord). De Westelijke troepen lukte het op 23 juli 1944 uit te breken (operatie Cobra).




Omahabeach juni 1944


De kwaliteit van de Duitse pantsers was vele malen hoger dan gevechtswaarde van de Amerikaanse tanks maar het geallieerde numerieke overwicht en hun beheersing van het luchtruim bleek doorslaggevend. Een poging om de Rijnbruggen te veroveren middels luchtlandingstroepen mislukte helaas door onverwacht krachtige Duitse tegenstand (operatie Market Garden). In december 1944 poogden de Duitsers in de Ardennen (Ardennenoffensief) tevergeefs en voor de laatste maal hun tegenstanders af te weren. Amerikaanse en Russische troepen schudden elkaar de hand aan de Elbe op 25 april 1945. Hitler pleegt zelfmoord op 30 april 1945. Op 1 mei 1945 maakte de Duitse radio bekend dat de Führer bij de verdediging van Berlijn aan het hoofd van zijn troepen was gesneuveld en met deze laatste leugen ging Nazi-Duitsland ten onder. De overgave werd getekend op 7 mei 1945.


De oorlog in Azië

Japan in de eerste helft van de 20e eeuw

Japan moderniseerde radicaal tijdens de Meji restauratie in de tweede helft van de 19e eeuw. Deze nieuw geïndustrialiseerde grootmacht ontbeerde het echter aan natuurlijke hulpbronnen hetgeen leidde tot de decennia durende Japanse imperialistische politiek tot verovering en beheersing van buurlanden om de aanvoer van grondstoffen en voedsel veilig te stellen. De Eerste Chinees-Japanse oorlog (1894-1895) en de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905) leidden tot de Japanse beheersing van Taiwan, Korea en Zuid-Sachalin. De Japanse imperialistische drang werd nieuw leven ingeblazen door de mondiale economische crisis die ontstond na 1929.

De tweede Chinees-Japanse oorlog

In de jaren twintig fragmenteerde het centrale gezag in China onder een aantal krijgsheren. Japan was hierdoor in staat invloed te verwerven en ongelijke verdragen af te sluiten met wat er aan centraal gezag restte. Deze situatie was inherent instabiel: wanneer China verder uiteenviel, kon het de verdragen niet meer nakomen; wanneer het centrale gezag sterker werd, had ze geen belang meer bij deze verdragen.In 1927 leidde Chiang Kai-shek en de Kwomintang de Noordelijke Expeditie. Chiang was in staat de krijgsheren in Zuid- en Midden-China zijn gezag te laten erkennen, en was bezig de krijgsheren in Noord-China formeel aan zijn gezag te binden. Uit vrees dat Zhang Xue-liang (de krijgsheer die Mantsjoerije controleerde) zijn trouw aan Chiang zou verklaren, intervenieerden de Japanners en plaatsten in 1931 een marionettenregering in hun satellietstaat Mantsjoekwo met aan het hoofd ervan de laatste Chinese keizer Pu Yi.In de jaren dertig werd militair geweld als instrument van koloniale macht echter door de internationale gemeenschap niet meer als politiek correct gezien. Japan trok zich terug uit de Volkerenbond. Er ontstond een patstelling toen Chiang zijn inspanningen ging richten op het uitschakelen van de communisten. Chiang beschouwde dit als een groter gevaar dan de Japanners. Deze houding werd binnen China door het sterke nationalisme in alle lagen van de bevolking steeds meer als onhoudbaar gezien.In 1937 werd Chiang ontvoerd door Zhang Xue-liang tijdens het zogenaamde Xian Incident. Als voorwaarde voor zijn vrijlating beloofde Chiang samen met de communisten tegen de Japanners te vechten. Als antwoord hierop zetten officieren van het Kwantoengleger zonder overleg met het Japanse opperbevel het Marco Polo-brugincident in elkaar, waardoor de tweede Chinees-Japanse oorlog formeel een feit werd. Deze oorlog ging gepaard met ongekende wreedheden, zoals het beruchte bloedbad van Nanking waar de Japanners naar schatting 300.000 Chinezen hebben vermoord.



Japanse Imperium 1870-1942

De weg naar Pearl Harbor

In 1938 raakte Japan slaags met Mongolië en de Sovjet-Unie, maar deze landen behaalden onder generaal Zjoekov een overwinning op de Japanners in de Slag bij Halhin Gol, waardoor Japanse uitbreiding naar het noorden verhinderd werd en een status quo ante bellum tot gevolg had. Door deze slag werd de Noordelijke Aanvalsgroep, die het Japanse Leger voorstond, vervangen door de Zuidelijke Aanvalsgroep, die de Japanse Marine prefereerde. In 1940 tekende Japan met Duitsland en Italië het Driemogendhedenpact, dat wederzijdse hulp beloofde bij een eventuele aanval. Vichy-Frankrijk werd door Japan en Duitsland gedwongen Indochina af te staan. Om de Japanse oorlogsinspanning te ontmoedigen stelden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Nederlandse regering in ballingschap die nog steeds de oliebronnen in Nederlands-Indië controleerde, een olie- en een staalboycot tegen Japan in. Japan zag dit als een daad van agressie omdat het deze stoffen voor haar oorlogvoering nodig had. Dit leidde tot het plan van Japanse militairen onder leiding van admiraal Isoroku Yamamoto om de Verenigde Staten de Grote Oceaan uit te drijven. Aangezien de koloniale mogendheden Nederland en Engeland in Europa hun handen vol hadden zouden de Japanners daarna de regionale heerschappij kunnen opeisen.



Admiraal Yamamoto

Het Japanse offensief

Op 7 december 1941 viel Japan Siam, Maleisië (Malakka), de Filipijnen en de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Vier dagen later verklaarde Duitsland de oorlog aan de Verenigde Staten. Tot dat moment hadden de Verenigde Staten zich buiten de oorlog in Europa gehouden, hoewel het binnen het kader van de voorzichtige anti-Duitse politiek van Franklin Delano Roosevelt wel militaire steun verleende aan het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie door het Lend-Lease programma.


De geallieerde strijdkrachten in Azië bleken niet opgewassen tegen de Japanse veteranen. Het Britse slagschip Prince of Wales en de slagkruiser Repulse werden op 10 december voor de kust van Maleisië tot zinken gebracht. De marinebasis Singapore viel. Hongkong viel op 25 december. Ook de Amerikaanse bases op Guam en het eiland Wake gingen verloren. In januari volgden de Japanse invasies in Birma, de Salomonseilanden, Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Manilla, Kuala Lumpur en Rabaul werden door Japan veroverd. De Japanse veroveringsmachine draaide in snel tempo verder: Bali en Timor vielen in februari 1942; Rangoon en Java in maart. Mandalay volgde begin mei. De Japanse luchtmacht vernietigde de Britse en Amerikaanse luchtstrijdkrachten in Zuidoost-Azië en voerde belangrijke aanvallen uit op Noord-Australië. De Britse vloot werd uit Ceylon verdreven.

Op 7 december 1941 viel Japan Siam, Maleisië (Malakka), de Filipijnen en de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaï aan. Vier dagen later verklaarde Duitsland de oorlog aan de Verenigde Staten. Tot dat moment hadden de Verenigde Staten zich buiten de oorlog in Europa gehouden, hoewel het binnen het kader van de voorzichtige anti-Duitse politiek van Franklin Delano Roosevelt wel militaire steun verleende aan het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie door het Lend-Lease programma.


De geallieerde strijdkrachten in Azië bleken niet opgewassen tegen de Japanse veteranen. Het Britse slagschip Prince of Wales en de slagkruiser Repulse werden op 10 december voor de kust van Maleisië tot zinken gebracht. De marinebasis Singapore viel. Hongkong viel op 25 december. Ook de Amerikaanse bases op Guam en het eiland Wake gingen verloren. In januari volgden de Japanse invasies in Birma, de Salomonseilanden, Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea. Manilla, Kuala Lumpur en Rabaul werden door Japan veroverd. De Japanse veroveringsmachine draaide in snel tempo verder: Bali en Timor vielen in februari 1942; Rangoon en Java in maart. Mandalay volgde begin mei. De Japanse luchtmacht vernietigde de Britse en Amerikaanse luchtstrijdkrachten in Zuidoost-Azië en voerde belangrijke aanvallen uit op Noord-Australië. De Britse vloot werd uit Ceylon verdreven.

De omkeer



Brandende Hiryu 4 juni 1942


De geallieerde weerstand nam langzaam toe. De Doolittle Raid in april 1942 was een symbolische maar moreel belangrijke luchtaanval op Japan. Een invasie bij Port Moresby werd voorkomen door de Slag in de Koraalzee ondanks een Amerikaanse tactische nederlaag.

De Slag bij Midway was het keerpunt in de oorlog in Azië, in deze atol in de Stille Oceaan behaalden de Amerikanen een overtuigende overwinning waarvan de Japanse marine zich niet zou herstellen. Drie Amerikaanse vliegdekschepen , de USS Yorktown (CV-5), de USS Enterprise (CV-6) en de USS Hornet (CV-8) troffen vier Japanse, de Kaga, de Akagi, de Soryu en de Hiryu. De Japanners hadden bovendien nog eens 150 ondersteunende schepen tegen 50 Amerikaanse. Doordat op Midway zelf echter 127 gevechtsvliegtuigen waren gestationeerd beschikten de Amerikanen over meer dan 350 vliegtuigen terwijl de Japanners 248 toestellen hadden. Toen op 7 juni 1942 na 4 dagen strijd de balans werd opgemaakt waren de 4 Japanse vliegdekschepen samen met bijna 250 vliegtuigen vernietigd tegen het relatief geringe verlies van de USS Yorktown en ongeveer 100 vliegtuigen. Het is niet moeilijk dit verlies in perspectief te plaatsen: het zou Japan bijna 3 jaar kosten deze 4 schepen te vervangen, in dezelfde periode produceerde de Amerikaanse industrie meer dan 24 vliegdekschepen!



Salomonseilanden


Op het land vertraagde de terugtocht van de Brits/Indiase strijdkrachten in Birma. Australische eenheden in Nieuw-Guinea verdedigden met succes Port Moresby langs de Kokada Track en in augustus 1942 mislukte voor het eerst een Japanse landing bij de (mini)slag om de baai van Milne. Terzelfder tijd probeerden zowel Amerikaanse als Japanse soldaten het eiland Guadalcanal, één van de Salomonseilanden te bezetten. In deze zes maanden durende uitputtingsslag, waar meer dan 40.000 mensen het leven zouden laten behaalden de Verenigde Staten uiteindelijk de overwinning. Hierna werd Japan definitief in het defensief gedrongen. De constante noodzaak om versterkingen naar Guadalcanal te zenden verzwakte de Japanse inspanningen op andere plaatsen. Dit leidde tot de herovering van Buna/Gona door Australische en Amerikaanse strijdkrachten in 1943 en bereidde de weg voor zowel MacArthur's over land gebaseerde route door Nieuw-Guinea en Nimitz's 'island hopping' campagne over de Stille Oceaan.

Het einde



USS Bunker Hill geraakt door Kamikazes 11 mei 1945


De geallieerden dreven de Japanners vanaf 1943 steeds verder terug. Het militair potentieel van de Verenigde Staten resulteerde in onvervangbaar velies van Japanse piloten en vliegtuigen. Dit leidde op 19 oktober 1944 tot oprichting van Japanse zelfmoordeenheden: de Kamikaze. Deze vaak onervaren piloten moesten hun met explosieven volgepropte vliegtuigen in vijandelijke schepen boren en zo de vijand vernietigen. Op deze manier zouden uiteindelijk rond de 2800 zelfmoordenaars ongeveer 40 schepen tot zinken brengen.




landingsvaartuigen naderen Iwo Jima 1944


Begin 1945 veroveren de Amerikanen na een verbeten strijd de eilanden Iwo Jima ( februari-maart) en Okinawa (april-juni) ten koste van huiveringwekkende aantallen slachtoffers: meer dan 20.000 Amerikanen en meer dan 130.000 Japanners.




Nagasaki 1945


De Japanse militaire strategische situatie was in juli 1945 hopeloos, bovendien werd hun infrastructuur stelselmatig vernietigd door de niet aflatende Amerikaanse bombardementen. Desondanks wekten de Japanse militairen niet de indruk dat zij spoedig zouden capituleren. Hierop besloot Truman tot inzet van het atoomwapen. Amerikaanse B-29 bommenwerpers vernietigden op zes augustus 1945 Hiroshima en op acht augustus 1945 Nagasaki. De vernietigingskracht van twee atoombommen was zo groot dat op zes en acht augustus ongeveer 155.000 mensen stierven en in de weken erna nog eens rond de 110.000. Het Russische leger viel vervolgens op negen augustus 1945 Mantsjoerije binnen (waar tot 2 september zou worden doorgevochten) en veroverde Zuid-Sachalin en de Koerilen (Operatie Augustusstorm). Keizerlijk Japan capituleerde eindelijk op 15 augustus 1945 waarna de overgave werd getekend op 2 september 1945 op het slagschip Missouri. In de hierop volgende periode vestigde generaal MacArthur bases in Japan om de naoorlogse ontwikkeling van Japan te sturen en te controleren. President Harry Truman verklaarde officieel op 31 december 1946 de beëindiging van de vijandelijkheden.


Algemeen

Vervolging en vernietiging

De volle gruwel van het Nationaal-Socialisme zou zich na de bevrijding openbaren. In Oost-Europa hadden de Duitsers concentratiekampen aangelegd waar naar schatting 12 miljoen mensen systematisch zijn vermoord. De ongelukkigen die in de ogen van de nazi’s inferieur en parasitair waren moesten letterlijk worden uitgeroeid. Deze groep bestond onder meer uit Joden, Slavische volkeren en Zigeuners. Vooral de Joodse burgers werden het slachtoffer: 6 miljoen van de in kampen vermoorde mensen waren Joods. Deze genocide is van een ander karakter dan de even meedogenloze moord op miljoenen gehandicapten, Katholieken, verzetsstrijders, Jehova’s getuigen, homosexuelen en dissidenten omdat deze groepen niet werden vermoord vanwege hun afkomst. De vernietigingsmethoden verschilden van plaats tot plaats en ontwikkelden zich tijdens de oorlog maar misschien het meest schokkend en ontredderend was de mechanisch massale bijna industriële vernietiging in kampen als Dachau, Sachsenhausen, Majdanek en Auschwitz waar gaskamers werden aangelegd om hele groepen mensen zo efficiënt mogelijk van het leven te beroven.



Zwaar ondervoede Joodse gevangenen in Buchenwald, bij hun bevrijding op 16 april 1945

De Burgerbevolking en de bombardementen

De strijdende partijen bombardeerden de civiele bevolking bewust. De Japanners voerden terreuraanvallen uit op onder andere Sjanghai, Wuhan, Nanking en Kanton. In Europa werden onder andere Warschau, Rotterdam, Londen en Coventry bestookt. Het zou echter vooral door de geallieerden worden gebruikt in een poging de tegenstander op de knieën te krijgen. De voortdurende bommenregen op Duitsland en Japan had twee strategische doelen: vernietiging van de oorlogsindustrie en aantasting van het moreel. De techniek om bommen te richten was echter dermate primitief dat de oorlogsindustrie alleen kon worden aangetast als enorme oppervlakten werden bestookt waarbij veel burgerslachtoffers vielen. In Duitsland werden steden als Hamburg, Keulen, Berlijn, Dresden zwaar beschadigd met in totaal 1,5 miljoen doden en gewonden. In Japan werden 67 steden met overwegend houten huizen vrijwel weggevaagd door brandbommen. Dit resulteerde in 500.000 doden en 5 miljoen daklozen.

In augustus 1945 werden tenslotte ook nucleaire wapens tegen de burgerbevolking ingezet.



Hamburg 1945


Historische betekenis en balans

Mens en materieel

Europa en Japan lagen in puin, meer dan 60 miljoen mensen waren dood. De Verenigde Staten, welvarend en ongeschonden, steunden de niet-communistische landen met miljarden dollars (Marshallplan) en mede hierdoor wisten zowel de Japanners als de Europeanen zich economisch snel uit het moeras te werken. In de door de Sovjet-Unie gedomineerde landen liep het anders: zij kregen in plaats van kredieten een communistisch economisch model opgelegd waardoor tot op heden de West-Europeanen rijker zijn dan de Oost-Europeanen.

Geopolitieke gevolgen

De wereld van 1939 kende 5 grote regionale machten: het opkomende Amerika, het Communistische Rusland, het Nationaal-Socialistische Duitsland, het Keizerlijke Japan en het koloniale Groot-Brittannië. Deze wereld was weg. De naoorlogse periode werd gekenmerkt door de rivaliteit tussen twee resterende supermachten: de USA en de USSR.
De opkomst van de twee grootmachten ging hand in hand met de ingekrompen macht en positie van de drie andere landen. Japan en Duitsland hadden de oorlog verloren en daarom was hun politieke en militaire mondiale rol uitgespeeld. Verbazingwekkender was het snelle einde van het Britse Imperium. De Japanners hadden de nationalistische sentimenten in het Verre Oosten flink opgezweept om steun te krijgen bij hun strijd tegen de Westelijke mogendheden. Deze geest was uit de fles en zou niet meer terugkruipen. De Koloniale Rijken brokkelden af in sneltreinvaart en Groot-Brittannië moest leren leven met de status van modale staat.
De staat Israël werd gesticht ten koste van de Palestijnen waardoor in dat deel van het Midden-Oosten voortdurend gewapende conflicten oplaaien.
De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog hebben met name op het Europese continent geleid tot geïntensiveerde internationale samenwerking. De Verenigde Naties en de Europese Unie kwamen hierdoor tot stand. Het succes van de Europese Unie met haar supranationale wetgeving, gemeenschappelijke munt en democratische waarden maakt in onze tijd een Europees conflict moeilijk denkbaar.



Geallieerde oorlogsleiders in Jalta 1945

Technische en wetenschappelijke gevolgen.

Het conflict versnelde de wetenschappelijke en technologische kennis. Hierdoor heeft de mensheid eerder dan verwacht kennis gemaakt met penicilline, radar, nucleaire energie, geavanceerde raketten, straalvliegtuigen en de atoombom.

Geen opmerkingen: