Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

vrijdag 4 april 2008

Werkstuk Maatschappijleer: Integratieproblematiek

Inleiding

Wij hebben dit werkstuk gehouden over de integratieproblematiek omdat het een interessant onderwerp is om wat over te vertellen. Het onderwerp is nu ook erg actueel omdat de verkiezingen eraan zitten te komen. Ook zijn er heel veel meningsverschillen over de integratie. We hebben gekozen voor de hoofdvraag: Hoe kunnen we de integratieproblematiek aanpakken? Met we bedoelen we alle betrokkenen: allochtonen, autochtonen en de overheid. Hierop hebben we 9 deelvragen bedacht om het integratieprobleem duidelijk te maken. Romy heeft deelvraag 1 t/m 4 gedaan en Anne deelvraag 5 t/m 9. Ook hebben we nog 4 deelvragen bedacht om het integratieprobleem te onderzoeken naar mogelijke oplossingen van het probleem. Hiervan heeft Anne deelvraag 1 gedaan en Romy deelvraag 2 t/m 4. Op de volgende bladzijde zult u een voorbeeld vinden van iemand die niet mag integreren om het onderwerp nog wat duidelijker te maken.

Het was leuk om dit werkstuk te maken maar ook best lastig om antwoorden op de deelvragen te vinden. Voor ons was dit werkstuk erg leerzaam en we hopen dat u dit ook met plezier kan doorlezen en misschien nog wat bijleert.

Susan (14) mag niet waarschijnlijk integreren

Altijd heeft ze geweten dat het onzeker was of ze hier kon blijven. Zodra de Nederlandse regering zou besluiten dat Afghanistan weer veilig genoeg was, bestond de kans dat ze weer terug moest met haar familie. Daar dacht ze liever niet aan, want in Nederland voelde ze zich thuis. Afgelopen januari werd haar nachtmerrie werkelijkheid, hun familie kreeg te horen dat ze binnen een week moesten verhuizen naar een vertrekcentrum aan de andere kant van het land. Daar worden uitgeprocedeerde asielzoekers opgevangen tot ze definitief Nederland moeten verlaten. Susan dacht eerst dat het een grapje was. Toen ze zich realiseerde dat het echt waar was, had ze urenlang gehuild. Dit kon toch niet? Ze kunnen helemaal niet terug! Haar vader is niet veilig in Afghanistan. Hij is bang dat hij vermoord zal worden als hij teruggaat. En hoe moet het met haar vrienden op school? Altijd heeft Susan haar best gedaan in de lessen, maar nu moest ze plotseling van school. Ze wil zo graag kinderarts worden, maar ze kan de Afghaanse taal nauwelijks lezen en schrijven. Moet ze dan bij de kleuters les gaan volgen?

“Van mijn leven in Afghanistan kan ik me weinig herinneren, ik was ook nog maar een klein meisje. Het enige wat me bijstaat is het lawaai van bombardementen en de angst voor vliegtuigen. Als ik vliegtuigen hoorde, raakte ik helemaal in paniek. Bij ons thuis is er ooit een kleine raket ingeslagen. Mijn moeder en zus hadden overal glasscherven in hun gezicht. De oorlog is ook de reden dat we naar Nederland zijn gevlucht. Mijn vader werd in Afghanistan beschouwd als een vijand. Nu nog steeds. Waarom weet ik niet precies. Hij heeft gestudeerd in Rusland, was kolonel en leraar elektrotechniek. Mijn vader heeft kansen gekregen waar veel mensen daar alleen van kunnen dromen. Misschien zijn ze jaloers.
In Nederland vond ik het vanaf het begin af aan fijn. Het was hier rustig en ik mocht vaak buiten spelen. Ook de mensen waren erg aardig. De eerste tijd verbleven we in een hotel. Twee medewerkers hebben me toen een paar zinnen in het Nederlands geleerd, zoals hoe ik me moest voorstellen. Daarna kreeg ik les op een school voor asielzoekers. We hebben in Nederland heel wat asielzoekerscentra gezien. We zijn maar liefst vijf keer verhuisd naar een andere stad. In een gewoon huis hebben we nooit gewoond met ons gezin. Dat mocht niet, omdat we daar niet de juiste verblijfsvergunning voor konden krijgen. Ook heeft mijn vader sinds we in Nederland zijn niet meer mogen werken.

Vanaf het moment dat we in een asielzoekerscentrum in Alkmaar kwamen wonen, voelde ik me meer op mijn plek. Dit kwam vooral doordat ik naar een gewone middelbare school mocht. Ik wil later heel graag kinderarts worden, maar daarvoor zal ik hard moeten studeren. Nederland is het beste land om naar school te gaan. De docenten zijn aardig en je wordt gesteund. Ik wilde graag goede cijfers halen, dus deed ik erg mijn best in de lessen. Eigenlijk had ik op school een leven als ieder ander meisje. Na schooltijd sprak ik vaak met vriendinnen af. We kletsten over meidendingen en gingen soms de stad in. Gelukkig werd ik door mijn ouders behoorlijk vrijgelaten. Als meisje in Afghanistan was dat veel lastiger geweest. Ik heb geen goede herinneringen aan mijn vaderland en voel me thuis in Nederland. Daarom sloeg het nieuws dat we moesten verhuizen naar een vertrekcentrum in als een bom.

De laatste dagen op school vond ik erg moeilijk. Ik was af en toe duizelig van de spanning en onzekerheid. Wat ging er met mij en mijn familie gebeuren? Mijn leraren, klasgenootjes en vriendinnen reageerde ook geschokt op mijn vertrek. Iedereen was verdrietig en wilde dat ik kon blijven. Mijn mentor heeft een brief geschreven naar de gemeente en ook de directeur van de school zou een brief schrijven, met handtekeningen van bijna alle docenten. Ik hoop dat het nog zin heeft.

Het is gewoon niet eerlijk. Er zijn genoeg allochtone jongeren die hier hun toekomst vergooien en op het foute pad belanden. Ik wil juist heel graag iets betekenen voor Nederland maar dat mag niet. Als ik kinderarts ben, help ik toch de Nederlandse kinderen??
Ik wilde zelf ook iets doen om te voorkomen dat ik moest verhuizen. Ik ben met mijn rapport naar het gemeentehuis gegaan om aan de burgemeester te laten zien dat ik op school goede cijfers haal en ik zo graag mijn schooljaar wil afmaken. Maar bij de balie werd ik tegengehouden en werd me verteld dat ik eerst telefonisch een afspraak moest maken. Dat heb ik later gedaan. Ik zou teruggebeld worden, maar dat is nooit gebeurd. Er was niemand die iets tegen mijn gedwongen verhuizing kon doen. De avond voor mijn vertrek hadden mijn vriendinnen nog een afscheidsfeestje georganiseerd. Echt lief.

Ik woon nu een paar weken in het vertrekcentrum en ik vind het hier verschrikkelijk. We moeten ons elke dag melden om te stempelen, het lijkt wel een gevangenis. Het stempelen wordt gedaan om te controleren of alle bewoners er nog zijn. De overheid is namelijk bang dat vluchtelingen die niet terug willen naar hun land van herkomst het centrum verlaten en illegaal op straat belanden.
Er is hier niets te doen en ik verveel me heel erg. De directeur van dit centrum heeft me aangeraden om de paar lessen Nederlands, Engels en informatica die hier gegeven worden, te volgen, maar dat doe ik niet. Op school kreeg ik vijftien vakken en alles wat hier gegeven wordt, heb ik al gehad. Van mijn middelbare school mocht ik een paar boeken meenemen, daar ga ik liever in lezen. Het is heel frustrerend en vernederend om hier te zijn en zo behandeld te worden, terwijl ik niets heb misdaan. Gelukkig bellen mijn vriendinnen en docenten me regelmatig om me moed in te praten. Onze advocaat heeft een aanvraag ingediend voor een tweede asielaanvraag en als de uitslag positief is, mogen we terug naar een asielzoekerscentrum. Het kan alleen wel twaalf weken duren voor we iets horen. Tot die tijd zit ik hier. Als we een negatief bericht krijgen op onze aanvraag, moeten we naar een uitzetcentrum en dan moeten we het land binnen een bepaalde tijd verlaten. De angst van mijn vader dat hem iets ergs overkomt, is echter zo groot dat hij liever doodgaat of met ons op straat belandt, dan terugkeert naar Afghanistan.
Ik hoop op een goede afloop, we bidden er iedere dag voor. Verder is het aan God wat hij met ons gaat doen. Ik hoop dat de regering nog een keer goed naar ons dossier kijkt en besluit dat we mogen blijven. Het liefst ga ik nooit terug naar Afhanistan.”

Wat houdt de integratieproblematiek in?

Voordat ik deze vraag ga proberen te beantwoorden, wil ik eerst uitleggen wat de integratie zelf is. Het bleek dat er heel veel verschillende meningen over zijn wat het nou precies is. Volgens een onderzoekscommissie van 10 deskundigen is iemand geïntegreerd als iemand de wetten en regels die er zijn in dit land accepteert en die ook nakomt. Dit zelfde geldt voor de normen en waarden. Maar ook dat ze zelf zorgen voor hun levensbehoeften en aan een baan kunnen komen. En natuurlijk dat ze de Nederlandse taal beheersen. Om dit proces goed te laten verlopen moet er wel van twee kanten medewerking komen: zowel van de autochtonen als de allochtonen. De integratieproblematiek betekent dus dat het proces van het integreren moeizaam verloopt. Ik ga beginnen te onderzoeken hoe de integratieproblematiek is ontstaan.

Het ontstaan
De laatste tijd is de integratieproblematiek veel in het nieuws. Je zou dan aannemen dat het probleem op dit moment heel erg groot is. Het blijkt inderdaad ook zo te zijn dat de problematiek van integratie lange tijd heel erg onderschat is. Dit probleem ontstaat als mensen uit een niet-westers land hier naar Nederland komen. Dit doen zij onder andere omdat in het westen de meeste vrijheid, gelijkheid en welvaart is op de hele wereld. Maar de mensen die hier komen blijken zich dan erg moeizaam te kunnen en/of willen aanpassen aan de maatschappij hier in Nederland. En dit probleem wordt steeds groter omdat er steeds meer mensen naar Nederland komen.

De aard
De kern van probleem is het niet willen en/of kunnen inburgeren van de allochtonen als deze eenmaal in Nederland zijn. Maar ook het niet open willen en/of kunnen staan van de burgers die hier al wonen. De allochtonen hebben hun eigen cultuur met gebruiken, gewoontes en normen en waarden. Die botsen met die in Nederland. Doordat er steeds meer mensen met een verschillende etnische afkomst komen, krijg je ook problemen op de arbeidsmarkt en bij opleidingen. Zo krijg je een steeds grotere scheiding tussen bevolkingsgroepen. En hierdoor komt er steeds meer onbegrip tussen de mensen en lopen de problemen alleen maar op.

De omvang
Zoals ik net al vertelde is het integratieprobleem erg actueel. Het probleem verergert zich ook steeds meer. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS. De mensen uit Turkije, Suriname, Marokko en van de Antillen vormen samen twee derde van de niet-westerse allochtonen. In vergelijking met 2005 zijn er dit jaar in totaal 25 duizend meer allochtonen van de 2e generatie naar Nederland gekomen. Met de 2e generatie bedoelen we de mensen die 14 jaar of jonger zijn. Dit zijn vaak vluchtelingen. Hiertegenover staat de autochtone bevolking die maar met 4 duizend mensen groeide. Op 1 januari 1996 bestond de bevolking voor 7,6 % uit allochtonen, terwijl dat dit jaar 10,5 % is.
De buitenlandse kinderen op scholen maken de CITO toetsen slechter dan de Nederlandse kinderen. Ook verlaten zij sneller vroegtijdig hun school. Het slagingspercentage bij de allochtonen is ook lager dan bij de autochtonen. Ook hebben de allochtonen vaak lagere opleidingen. De allochtone mensen hebben vaker een bijstandsuitkering en onder hen zijn meer werklozen dan onder de autochtonen.

Hoe is de integratieproblematiek het afgelopen jaar in het nieuws geweest?

Uit de jaarnota integratiebeleid 2006 van minister Verdonk voor vreemdelingenzaken en integratie blijkt dat het integratiebeleid is verbeterd, maar dat het nog wel beter kan. Het integreren van de etnische minderheden gaat nog niet zoals men wil. Hieronder noemen we een paar punten die dit jaar in het nieuws waren wat betreft de integratieproblematiek.

In januari van dit jaar drong minister Verdonk aan op een landelijke gedragscode. Dit was al zo in Rotterdam, en is daar goed uitgepakt. De gedragscode houdt o.a. in dat mensen elkaar niet mogen discrimineren en dat men overal op straat, in de winkels enz. Nederlands moet spreken. De minister wil deze code invoeren omdat ze van mening is dat de allochtonen die hier komen vaak niet weten wat van hen verlangd wordt.

In de maand februari startte een nationale integratiecampagne. Bij de start van deze campagne maakte minister Verdonk duidelijk dat er ook wel eens positief naar de integratie mag worden gekeken. Volgens haar krijgt het probleem in de media te veel aandacht, terwijl er ook goede dingen gebeuren. In deze campagne laat men zien hoe mensen uit verschillende culturen samenwerken. De campagne duurt 3 jaar lang en kost 10 miljoen euro.

Wat iedere voetballiefhebber wel heeft meegekregen is de zaak rond Feyenoorder Salomon Kalou. Deze voetballer heeft minister Verdonk verzocht om hem versneld te laten naturaliseren. Dit heeft de minister afgewezen. Kalou heeft toen opnieuw aangedrongen op een versneld proces, maar zonder resultaat. Verdonk wil dit alleen toestaan als hij op korte termijn slaagt voor de naturalisatietoets en bevestigt dat hij inderdaad in Nederland wil blijven wonen.

In april van dit jaar is er in Wenen een conferentie geweest van 130 Europese Imams. Deze zijn van mening dat het integreren een gezamenlijk proces is, en dat moslims daarom ook de taal moeten spreken van het land waarin ze wonen. Doel van deze conferentie was om het integreren van de moslims in Europa soepeler te laten verlopen.

Verder heeft de premier van Italië, Prodi duidelijk gemaakt dat ook Nederland mee moet praten over de verdere integratie van de Europese Unie. In een Britse krant stond namelijk dat er in eerste instantie maar 6 landen over zouden beslissen, maar achteraf bleek dat niet waar te zijn.

In mei maakte de Adviescommissie van Vreemdelingenzaken bekend dat allochtone kinderen die in Nederland zijn geboren minder vaak naar school gaan in het land waar hun ouders vandaan komen. Volgens deze commissie vinden de allochtonen de orde en discipline in hun eigen land beter dan hier.

In dezelfde maand komt kritiek op de scholing van de allochtonen in Europa. Ze zouden hier slecht opgeleid zijn wat als gevolg heeft dat ze veel minder kans hebben op de arbeidsmarkt. En dit zou weer negatief uitpakken voor de integratie. Uit het onderzoek blijkt dat Duitsland het slechtst scoort en Zweden het beste.

In mei van dit jaar komt het Sociaal en Cultureel planbureau met de uitslag van een onderzoek waaruit blijkt dat het de integratie ten goede zou komen als allochtone en autochtone jongeren met elkaar zouden communiceren over het internet. Vooral over zaken als godsdienst en homoseksualiteit.

In juni hebben Alexander Pechtold en Lousewies van der Laan, beiden van D66, een meningsverschil over het islamitisch onderwijs. Pechtold denkt dat het islamitisch onderwijs de integratie zou bevorderen, terwijl van der Laan bang is voor een afzondering van de islamieten in de samenleving. Ze wil daarom geen scholen voor kinderen die dezelfde religie hebben.

In de maand augustus komt er een nieuwe partij die mee gaat doen aan de verkiezingen: één NL. Dit is de partij van Marco Pastors en Joost Eerdmans. De belangrijkste punten van de partij zijn veiligheid, sociale zekerheid, onderwijs, integratie en bestrijding van de bureaucratie.

In september van dit jaar uitte Wouter Bos kritiek op premier Balkenende. Hij vindt dat het niet goed gaat met de samenleving. Volgens hem komt dit o.a. omdat het kabinet lang niet genoeg aandacht aan de integratie heeft besteed.

Een maand later, in oktober komt minister Verdonk met het standpunt dat het dragen van een burka in openbare ruimten zoveel mogelijk moet worden vermeden. Ze vindt het een ‘symbool van tweedeling’, wat niet goed zou zijn voor de gelijkstelling van de vrouw en de integratie van de moslims.

Een paar dagen later roept lijsttrekker Marco Pastors van éénNL de media op om meer aandacht te besteden aan de belangrijke politieke onderwerpen. Volgens hem verbloemt het kabinet o.a. het integratieprobleem.

Wanneer is iemand een allochtoon en wanneer krijgt hij/zij een verblijfsvergunning?

Volgens de regering is een allochtoon ‘een persoon van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren.’ Hiervan heb je twee variaties: de personen die zelf in het buitenland zijn geboren, en personen die in Nederland zijn geboren. Eigenlijk klopt deze definitie niet, want dan zou iedereen een allochtoon kunnen zijn. Een andere kanttekening bij deze definitie is dat de mensen die zelf in Nederland geboren zijn, al hun hele leven hier wonen en volledig geïntegreerd zijn, toch nog steeds als allochtoon worden aangezien. Als er uit wordt gegaan van de definitie die ik net heb genoemd zijn er ongeveer 3,1 miljoen allochtonen in Nederland.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën allochtonen: westerse en niet-westerse. De mensen die tot de categorie ‘niet-westers’ behoren komen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Alleen horen Indonesië en Japan daar niet bij. Op grond van hun sociaal-economische en sociaal- culturele achtergrond worden mensen ingedeeld in de categorie westerse allochtonen. Het gaat dan vooral om allochtonen die in Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin. De overheid spreekt niet van niet-westerse allochtonen, maar van doelgroepen. Dit zijn o.a. mensen uit Turkije, Marokko, de Antillen en Suriname. Iemand hoort bij een doelgroep als hij/zij zelf, of één van de ouders in zo’n ‘doelgroepland’ is geboren.

Allochtonen mogen niet langer dan drie maanden in Nederland blijven als de overheid daar geen toestemming voor heeft gegeven. Willen ze wel langer blijven, dan moeten ze naar de vreemdelingenpolitie gaan om te vragen of ze een verblijfsvergunning mogen.

Een allochtoon komt in aanmerking voor een verblijfsvergunning als hij/zij uit een land komt dat bij de Europese Unie of de Europese Economische ruimte hoort. Ook als hij/zij in zijn/haar eigen land wordt vervolgd omdat hij/zij een andere geloof of- politieke overtuiging heeft, tot een ander ras behoort, een andere nationaliteit heeft of als hij/zij tot een andere sociale groep behoort. Daarnaast komt iemand die als au-pair naar Nederland is gekomen ook in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Maar ook voor het lopen van een stage hier. Als Nederland zelf behoefte heeft aan arbeiders in loondienst of arbeiders die zelfstandig hier komen werken kan een allochtoon ook een verblijfsvergunning krijgen. Als het ‘bijna noodzakelijk’ is dat een allochtoon hier naartoe moet om bij zijn/haar echtgenoot/echtgenote, partner of ouder(s) te zijn heeft hij/zij ook recht op een verblijfsvergunning. Als de persoon in kwestie hier een studie of een voorbereidende studie wil gaan doen of hier naar toe komt voor een medische behandeling komt hij/zij ook in aanmerking voor een verblijfsvergunning.

Als mensen niet voldoen aan één van bovenstaande punten moeten ze Nederland binnen vier weken verlaten. Sommigen doen dit niet en blijven toch hier. Als zij dan binnen korte tijd een partner treffen die voor 5 jaar lang financieel verantwoordelijk voor hen wil zijn, komt de allochtoon toch nog in aanmerking voor een legale verblijfsvergunning. Maar er zijn natuurlijk ook mensen die geen partner treffen. Deze moeten dan als het ware onderduiken. Zij hopen dan alsnog op de één of ander manier in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning. Sommigen vinden dan op lange termijn nog toch een partner. Maar meestal gebeurt dit niet en verblijven ze hier dus illegaal. Vaak gaan ze dan bij familie wonen zonder enig uitzicht op wat de toekomst hen gaat brengen. Er zijn ook allochtonen die van allerlei baantjes voor een hele korte tijd krijgen.
Dit zijn baantjes die variëren van kinderopvang tot prostitutie. Sommigen van hen met deze baantjes worden alsnog opgepakt door de vreemdelingenpolitie en het land uitgezet. Er zijn ook mensen bij die gewoon sterven omdat ze zo ongelukkig zijn. Ze plegen dan zelfmoord of worden ongeneesbaar ziek.

De mensen die hier illegaal verblijven hebben geen recht op onderdak, werk, sofinummer, scholing, medische zorg of ondersteuning op andere vlakken. Dit is zo omdat de regering hoopt deze mensen zo uit de Nederlandse maatschappij te verbannen en ze dan terug te laten keren naar hun eigen land.

Waarom gaan allochtonen naar Nederland?

Voordat we beginnen deze vraag te beantwoorden zullen we eerst vertellen wat de oorzaken kunnen zijn om weg te gaan uit het land waar de allochtonen voorheen woonden.

De meeste allochtonen zijn vertrokken om oorlogen te ontvluchten. Meestal zijn de burgers van de oorlogen het slachtoffer. Mensen proberen aan het geweld en de schending van mensenrechten te ontsnappen. Ze trekken ook weg omdat oorlog armoede en honger veroorzaakt. In oorlogstijd worden oogsten vernield en bedrijven worden gedwongen te sluiten. De mensen willen weg naar een veilig land waar geen oorlog woedt en als het kan naar een welvarend land om een betere toekomst op te bouwen.

Een andere reden om een land te ontvluchten is vanwege de politieke omstandigheden. Veel asielzoekers worden gedwongen om een land te ontvluchten dat bestuurd wordt door een dictator, of waar het politiek systeem corrupt of zwak is. Sommigen zijn zelf politieke leiders, of behoren tot een oppositiepartij die plotseling wordt verboden, of ze nemen deel aan vreedzaam protest en vrezen voor aanhouding. In dergelijke landen kunnen mensen worden aangevallen of zelfs gevangen worden gezet omdat ze op de ‘verkeerde’ manier gestemd hebben, of helemaal niet gestemd hebben, zoals in Zimbabwe het geval is. Soms worden familieleden vervolgd omdat ze bloedverwant zijn van een politieke activist. Vrouwen moeten vaak vluchten als hun echtgenoot gevangen zit, vermoord is of gedwongen zich te verbergen.
De meeste mensen gaan dan naar een ander land om economische redenen, om een betere levensstandaard te verkrijgen. Het is waarschijnlijker dat economische stabiliteit en voorspoed te vinden is in stabiele democratieën, en dus gaan veel mensen naar landen met een gekozen regering. Hier kunnen mensen waarschijnlijk een betere toekomst opbouwen.

Begin de jaren 1990 dwong de regering van Bhutan meer dan 100.000 mensen om het land te verlaten. De meesten van hen waren etnische Nepalezen. Hen werd te verstaan gegeven dat ze niet langer Bhutanees staatsburger waren, en dat hun nationaliteit hen werd ontnomen. Dit is een van de grootste verbanningen van de hedendaagse geschiedenis.

Een ander punt is de godsdienst. Godsdienst blijft een belangrijke factor met betrekking tot immigratie. Na 11 september 2001 is er bijvoorbeeld een toegenomen vijandigheid tegenover moslims. Dit heeft in sommige landen geleid tot gewelddadige aanvallen op immigranten. In de Tweede Wereldoorlog vluchtten de joden omdat ze niet meer welkom waren. Als ze bleven en door de Duitsers werden opgepakt, was de dood vaak het gevolg.
Als er sprake is van een godsdienstige onderdrukking van een bepaalde groep, dan zou het kunnen dat deze groep naar een ander land immigreert waar wel sprake is van geloofsvrijheid, zoals in heel Verenigde Naties (dus ook in Nederland) het geval is.

Kinderen trekken om een heleboel verschillende redenen naar andere landen. Vaak gaan ze naar een ander land omdat hun vader of moeder in het buitenland gaat werken. Sommige kinderen worden naar het buitenland gestuurd om bij familie te gaan wonen en een opleiding te volgen. Andere kinderen vluchten samen met hun familie voor geweld en vervolging. Sommigen moeten zelf vluchten. En soms worden kinderen meegenomen door mensenhandelaren en gedwongen ver van huis, onder verschrikkelijke omstandigheden, te gaan werken.

Een ander probleem is het milieu. Jaarlijks krijgen honderdduizenden mensen te maken met rampen, natuurlijke en door de mens veroorzaakte, zoals overstromingen, droogten, aardbevingen en bosbranden. De komende jaren zal wereldwijde opwarming en klimaatverandering ertoe leiden dat nog veel meer mensen moeten vluchten vanwege milieuproblemen.

Woestijnvorming beschrijft wat er gebeurt in veel droge gebieden in de wereld waar mensen landbouw bedrijven en leven van het land. De grond begint langzaam op woestijn te lijken, er wil weinig of niets meer groeien. Sommige hulporganisaties zeggen dat de komende twintig jaar miljoenen mensen die beneden de Sahara in Afrika leven zullen wegtrekken uit gebieden die ten prooi vallen aan woestijnvorming. Velen zijn al weggetrokken omdat ze niet langer genoeg voedsel kunnen verbouwen. Maar woestijnvorming doet zich niet alleen in Afrika voor. Er zijn vele oorzaken van woestijnvorming. Door armoede kunnen mensen vaak niet goed voor het land zorgen. Droogte en gebrek aan irrigatie zijn van grote invloed. Overbegrazing en het kappen van te veel bomen is op veel plaatsen een groot probleem. De groeiende bevolking verergert het probleem. Als woestijnvorming geen halt wordt toegeroepen, zullen mensen steeds meer migreren om te overleven.

Verder kan het ook nog zijn dat mensen immigreren omdat ze het landschap ergens anders mooier en gezonder vinden. Zoals mensen met astma die kunnen beter leven in een frisse berglucht als tussen allemaal stinkende fabrieken. Ook kan het zijn dat de rest van de familie in een ander land woont en dus mensen gaan immigreren om weer bij de familie te gaan wonen.

Nu komen we bij het beantwoorden van de vraag. Eigenlijk zijn alle problemen die we nu hebben genoemd in Nederland precies het omgekeerde. Zo hebben wij geen last van oorlogen, geen dictator, godsdienstvrijheid, geen echt erge milieurampen en we kunnen doen wat we willen, bijna iedereen die geen valse papieren heeft is welkom! Het is wel zo dat we moeilijk doen over bijvoorbeeld Moslims maar daarom is het nog niet zo dat ze niet welkom zijn. Ook draait onze economie erg goed. Zo’n beetje iedereen verdient genoeg om aan brood en water te komen. Ook heeft bijna iedereen onderdak. Er is veel werk, alhoewel er wel steeds meer werklozen komen. We verdienen best veel omdat er nu een bepaalde norm is voor het geld dat je per uur verdient op een bepaalde leeftijd. Zo kan je hier in Nederland ook niet aan kinderarbeid doen. Er bestaat hier namelijk een wet dat iedereen onder de 16 jaar naar school moet. Zo niet, dan krijg je te maken met de leerplichtambtenaar en wordt er een aanklacht tegen de ouders ingediend die zich dan moeten melden bij Justitie.

6. Waarom integreert de ene minderheid beter dan de andere?

Op 1 januari 2005 telde Nederland bijna 1,7 miljoen niet-westerse allochtonen, dat is ruim 10% van de gehele Nederlandse bevolking. De grootste allochtone groepen zijn de Turken (ruim 350.000), de Surinamers (een kleine 330.000) en de Marokkanen (315.000). Deze grote aantallen allochtonen zijn vooral te danken aan de hoge werkloosheid in die landen. De werkloosheid in Nederland is veel lager. Ook politieke omstandigheden spelen een rol. Voor sommigen is het zelfs gevaarlijk om in Turkije, Marokko of Suriname te blijven.
De levensomstandigheden van Turken, Surinamers en Marokkanen zijn heel anders als die van ‘normale’ Nederlanders. Wij als Nederlanders vinden dat ze zich moeten aanpassen. Op veel punten hebben immigranten in Nederland hun leefwijze moeten veranderen. Het valt de meeste Nederlanders echter alleen op als buitenlanders zich anders gedragen, onzichtbaar blijft hoezeer ze anders zijn gaan leven. Dat zij aangepast zijn, blijkt wanneer ze na jaren terug zijn in het land van herkomst. In de ogen van de achtergebleven landgenoten zijn ze helemaal ‘verwesterd’.

Ook aanpassen is een punt. Want wanneer is iemand nou echt helemaal aangepast? Sommigen bedoelen met ‘aanpassen’ dat allochtonen zich moeten houden aan hier geldende wetten en leefregels. Dat is een redelijke eis. Anderen gaan echter verder en stellen dat nieuwkomers zich moeten aanpassen aan de ‘nationale cultuur’. Dat is niet zo eenvoudig. Zoals ieder land kent ook Nederland binnen zijn grenzen uiteenlopende normen en gebruiken. Er zijn grote verschillen tussen het leven op het platteland en in de stad, tussen verschillende sociale klassen, tussen jongeren en ouderen. Zelfs binnen groepen jongeren in dezelfde stad zijn er grote verschillen: skinheads, disco’s, punks en keurige studenten willen niet graag met elkaar verward worden. Gewoonten blijven niet eeuwig dezelfde. Ook de omstandigheden veranderen. Het is daarom moeilijk om te spreken over de ‘nationale cultuur, over ‘de’ Nederlandse cultuur net zomin als over ‘de’ Turkse, Marokkaanse of Surinaamse. Ook al zouden ze zich wel helemaal aanpassen, discriminatie verdwijnt niet. Dat blijkt wel bij de jongeren die hier al een tijd zijn. Ze onderscheiden zich in kleding, taal en manier van doen meestal nauwelijks van hun Nederlandse leeftijdgenoten maar worden toch gediscrimineerd, bij het zoeken naar een disco willen.

Of iemand makkelijk integreert heeft grotendeels te maken met het geloof en scholing.
De feiten van de niet-westerse allochtonen op een rijtje

Hoeveel allochtonen in Nederland? Overheersende godsdienst in hun cultuur? Hoeveel procent geen of alleen basisonderwijs gevolgd?
Turken Ruim 350.000 Islam 40
Surinamers Bijna 330.000 Hindoeïsme 20
Marokkanen 315.000 Islam 45
Antillianen 130.000 Islam 20

Dit bleek uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Scoiaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) die in het jaarrapport van 2005 is verschenen.
Natuurlijk zijn er nog wel meerdere niet-westerse allochtonen (Irakezen, Iraniërs, Afghanen en Somaliërs). Maar deze groepen vormen maar een kleine minderheid van de allochtonen in Nederland en daarom zullen we ze niet uitgebreid gaan behandelen.
Zoals uit de tabel al merkbaar is, is van alle geloven de Islam in de meerderheid bij de niet-westerse allochtonen. Daarom zullen we het geloof wat uitgebreider gaan behandelen om te laten zien waarom wij als Nederlanders moeite hebben met het geloof en het dus de integratie ook bemoeilijkt. Eerst de verschillen tussen de Nederlandse autochtone cultuur en de islamitische cultuur.

In de Nederlandse autochtone cultuur staat het individu centraal. Het maken van eigen keuzes vinden we belangrijk evenals het je onafhankelijk opstellen. Eigen verantwoordelijkheid, persoonlijk succes en de individuele prestatie zijn belangrijke waarden in onze cultuur. Daarbij staat persoonlijke vrijheid centraal. Sociale controle past daar minder bij. Ook tolerantie beschouwen we als een groot goed.
In de islamitische cultuur staat de familie centraal. Iedereen vervult binnen deze familie zijn rol en neemt daardoor een bepaalde positie in. Respect verwerf je alleen door je op de juiste manier, behorende bij jouw positie in de familie, te gedragen. Wat de familie voor jou wil is belangrijk; jouw eigen wil is veel minder belangrijk. De eer van de familie is belangrijk. Vrouwen en kinderen nemen vaak erg traditionele, ondergeschikte posities in. De vrouwen hebben hun verantwoordelijkheid thuis. Ze moeten de kinderen opvoeden en het huis runnen. In islamitische culturen hebben kinderen vaak veel meer eerbied voor hun vader en oudere broers dan in de westerse cultuur. De man heeft buitenshuis zijn contacten. Doordat de vrouw in Nederland ook nog eens uitgebreid zijn contacten met het uitgebreide familienetwerk uit het geboorteland moet missen, eisen de moslimvrouwen hun plaats echter ook buiten het gezin. Ook in islamitische kringen raakt het nu meer geaccepteerd dat een dochter verder leert. De sociale controle in de groep is erg groot, want iedereen hoort zich aan de regels van de groep te houden.
Ook religieuze verschillen tussen de allochtone en de autochtone bevolking spelen een rol. Zo is de besnijdenis in bepaalde moslimculturen heel gewoon, terwijl dit in de Nederlandse cultuur ondenkbaar is.
In de islamitische landen is het mogelijk om als man met meer dan 1 vrouw te trouwen. In de Arabische wereld gaat het om ongeveer twee procent van de huwlijken. Dit gebeurt echter alleen als een huwelijk kinderloos is gebleven of als een weduwe trouwt met de broer van haar overleden man, opdat hij de verplichting op zich neemt voor haar en de kinderen van zijn broer te zorgen. Ook moet de familie ermee instemmen. Maar vrouwen verzetten zich daartegen. Ze voelen zich ‘achtergesteld’ en de overheid stemt er ook niet mee in want die wil polygamie tegengaan. In Nederland is het trouwen met meer dan 1 partner in de wet uitdrukkelijk verboden. Voor de wet zijn man en vrouw gelijk. Bij gezinshereniging krijgen de vrouw en kinderen van een tweede huwelijk dan ook geen verblijfsvergunning
Ook uithuwelijking is een praktijk dat is traditionele islamitische gezinnen voorkomt. De ouders zoeken daarbij een partner voor hun zoon of dochter. Soms staat die keuze al op jonge leeftijd vast. De bruid of bruidegom is hiermee niet altijd ingenomen. Het komt steeds vaker voor dat de ouders de kinderen betrekken in de keuze. Daardoor neemt het aantal gedwongen huwelijken af.
Bovendien kunnen sommige allochtonen moeilijk wennen aan de grote vrijheid die er in de westerse cultuur heerst, bijvoorbeeld op het gebied van (ont)kleding, seksuele vrijheid en drugs. Dat sommige allochtone jongeren in botsing komen met het strakke moslimmilieu thuis en het vrije leven daarbuiten dient daarbij niet onvermeld te blijven. Op individuele uitzonderingen na houden de niet-westerse allochtonen echter vast aan de eigen waarden en normen waar ze van kleins af aan mee zijn opgegroeid.
Wat wel wordt overgenomen van de Nederlandse cultuur is onze taal. En zelfs dat geldt niet voor alle allochtonen, want er zijn nog altijd allochtonen van de eerste generatie – vooral vrouwen die nauwelijks buitenshuis komen – die de Nederlandse taal nog steeds niet machtig zijn.
Verder zouden moslims de aanleiding zijn voor het criminele gedrag van Marokkaanse ‘straatterroristen’. Hun gedrag vloeit voort uit hun religie en cultuur. Je kunt dat niet los van elkaar zien volgens Geert Wilders, leider van de Partij voor de Vrijheid. Maar daar zullen we dieper op ingaan in deelvraag 9.

Dan hebben we ook nog de taal, het Nederlands. Een probleem waar eigenlijk alle niet-westerse allochtonen mee zit. Het Nederlands is een moeilijke taal die niet zomaar valt te leren. Daarvoor zijn inburgeringcursussen nodig. Gelukkig nemen van alle immigranten 90℅ daadwerkelijk deel aan een inburgeringcursus. Het is nodig om NT2 (Nederlands al Tweede taal niveau 2) te halen voor deelname aan een vervolgopleiding of de arbeidsmarkt. Van de nieuwkomers bereikte ruim 40℅ dit niveau. Van de oudkomers bleef 60℅ steken op hetzelfde niveau en bereikte 30℅ 1 niveau hoger dan voorheen. 10℅ van de oudkomers is twee of meer niveaus gestegen. Het is dus niet echt makkelijk om in 1 inburgeringcursus direct mee te draaien in de arbeidsmarkt. Vooral ook omdat niet alleen de taalvaardigheid, het Nederlands beheersen, een punt is, maar ook de scholing in het land waar de allochtonen voorheen woonden. Zo heeft maar minder dan 1 op de tien Turken en Marokkanen een hbo- of wo- diploma terwijl dat aantal in Nederland op 25℅ ligt. Ongeveer 40℅ van de Turken en 45℅ van de Marokkanen heeft geen onderwijs of alleen basisonderwijs gevolgd. Hierdoor is de toegang tot de arbeidsmarkt kleiner dan bij mensen met een goede opleiding.

Surinamers hebben het voordeel dat ze al Nederlands praten. Dat is een groot voordeel voor de integratie. Voormalig was Suriname ook al een kolonie van Nederland en daarom zijn de gewoonten ook niet echt anders. Het geloof dat overheerst, het Hindoeïsme, staat ons Nederlanders niet echt in de weg. Het wijkt wel af van het Christendom maar lang niet zo erg als de Islam.

Ook de westerse allochtonen kunnen relatief makkelijk in de Nederlandse samenleving. Het opleidingsniveau is gemiddeld best hoog en bijna iedereen kan Engels spreken. Ook wijken ze qua geloof niet echt af. Bijna iedereen is Christen. Dan heb je natuurlijk nog wel verschil tussen protestants en Rooms-katholiek. Dat is op zich niet een probleem want in Nederland leven we al jarenlang met dat verschil. Dat er geen burgeroorlog ontstaat komt omdat het geloof niet echt een belangrijke kwestie is in Nederland, het is aan het verdwijnen. Er zijn nog maar weinigen die echt streng geloven.

Nu zullen we in het kort nog even de 4 wat kleinere niet-westerse allochtone groepen die al in Nederland wonen, behandelen. Hiermee bedoelen we de Irakezen (44 duizend), Afghanen (37 duizend), Iraniërs (29 duizend) en Somaliërs (20 duizend). Samen vormen zij 7,5 procent van alle niet-westerse allochtonen. Ze zijn merendeels als vluchteling naar Nederland gekomen. Het is zo dat vluchtelingengroepen relatief vaak in buurten wonen die grotendeels uit autochtone Nederlanders bestaan. De ontmoetingskansen met autochtonen zijn hierdoor groter dan voor andere niet-westerse bevolkingsgroepen. Dit kan de integratie bevorderen. Uit het integratie jaarrapport van 2005 blijkt ook dat Turken, Marokkanen en Somaliërs in hun vrije tijd weinig contact met autochtonen hebben en Iraniërs het meeste contact mat autochtonen hebben.
Zo scoren ze in het basisonderwijs ook het beste. Vooral de Iraanse meisjes en jongens en de Afghaanse jongens presteren goed in de Eindtoets Basisonderwijs. Ze scoorden in 2004 hoger dan het gemiddelde van alle niet-westerse groepen. Somalische kinderen boekten gemiddeld een lager resultaat.

Is de integratieproblematiek erger geworden in vergelijking met vroeger?

Door de eeuwen heen hadden Nederlanders de naam gastvrij en tolerant te zijn. De centrale ligging in Europa, de bloeiende havensteden en de handelsgeest van Nederlanders maakten van Nederland een open land. Een druk komen en gaan van vreemdelingen is men hier van oudsher gewend. Zeker als de immigranten geld te besteden hadden, gingen zakelijk inzicht en verdraagzaamheid bij de gevestigde bevolking hand in hand.

Al in de vroege middeleeuwen trokken kleine aantallen vreemdelingen, meestal vanwege de handel, uit Zuid- en Oost-Europa naar Nederland. Vanaf de zestiende eeuw is de komst van immigranten en vluchtelingen goed gedocumenteerd.

In de periode tussen 1580 en 1780 was het aantal immigranten in verhouding tot de grootte van de bevolking groot: tussen de zes tot elf procent van de inwoners van wat nu Nederland heet was vreemdeling. Ook deze nieuwkomers woonden voornamelijk in de grote steden. In de zeventiende eeuw lag het percentage buitenlanders in Amsterdam rond de dertig procent.

De wijzigingen in het politieke en religieuze spectrum van de zestiende en zeventiende eeuw veroorzaakten een uittocht onder Zuid-Nederlanders en Fransen. Naar schatting kwamen er zo’n 150.000 protestante Vlamingen en Walen en later nog eens 75.000 Hugenoten uit Frankrijk naar de Lage Landen die onderkomen zochten voor de Spaanse ketterijrechtbank.
In de zeventiende en achttiende eeuw werden de Vlamingen gevolgd door Hugenoten en de zogenaamde Salzburger emigranten. Voor de Tweede Wereldoorlog waren dat onder meer de Joden. In de jaren zestig kende Nederland ook een toestroom van gastarbeiders. De gastarbeiders kwamen aanvankelijk uit de Zuid-Europese landen maar later ook uit Turkije en Marokko. Er was nog geen integratiebeleid vanuit de overheid omdat de overheid verwachtte dat de gastarbeiders terug zouden keren. Dat was fout ingeschat want het omgekeerde gebeurde. De meeste gastarbeiders lieten hun hele gezin overkomen.

Vanaf 1970 gaat het slecht met de economie in Nederland en neemt de werkloosheid toe. Daarom besloot de overheid actie te ondernemen. Vanaf 1975 stopt de werving van gastarbeiders en worden de toelatingseisen verscherpt.

In Suriname ging het rond 1970 erg slecht met de economie. Suriname was toen nog de kolonie van Nederland. Omdat het zo slecht ging met de economie leek het een beter plan dat het land onafhankelijk zal worden. Een groot deel van de bevolking die de Nederlandse nationaliteit heeft, gaat naar Nederland. Eerder kwamen voornamelijk Surinamers en Antillianen naar Nederland om daar te studeren of een betere baan te vinden.

Later komen er ook veel asielzoekers uit andere landen naar Nederland. Velen gaan illegaal immigreren omdat het in het land waar ze voorheen woonden niet meer veilig was. Ze worden een makkelijke prooi van werkgevers door ze voor weinig geld te laten werken. Vooral uit de landen Somalië en voormalig Joegoslavië komen vele immigranten. Ook uit Oost-Europa maar in kleinere aantallen vanwege de slechte economische situatie.

De koppelingswet die in 1998 in Nederland werd ingevoerd, maakte het voor illegalen onmogelijk om een sofinummer te krijgen. Voor ingeburgerde illegalen die zes jaar onafgebroken hebben gewerkt en belasting hebben betaald komt er een witwasregeling die hen een werk- en verblijfsvergunning oplevert.

Sinds de jaren tachtig zijn er verschillende ontwikkelingen geweest die zorgden voor verontwaardiging en intolerantie ten opzichte van de islam. Voorbeelden zijn de aanslagen van 11 september 2001, de aandacht voor dictatoriale islamitische regimes zoals in Iran en de uitspraken van bepaalde imams in Nederland. Daar kwam dan weer veel kritiek op van oud-VVD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali en van Pim Fortuyn (toen hij nog leefde).

Doordat veel asielzoekers islamitisch zijn, bemoeilijkt dit de integratie en dreigt er een ‘conflict’ tussen autochtone en allochtone moslims.

Het CBS verwacht in de komende 4 jaar een toestroming van ongeveer 350 duizend niet-westerse inwoners. Van de bijna 1,7 miljoen niet-westerse allochtonen woon 60% in de randstad. Het probleem blijft moeilijk. Dit heeft met de economie van Nederland te maken. Gaat het goed met de economie, zoals nu het geval is, dan gaan er weinig mensen emigreren naar een ander land en veel mensen immigreren naar Nederland. Hierdoor zal de integratieproblematiek verergeren. Dit omdat Nederland al ‘vol’ zit volgens veel mensen met immigranten en ze bang zijn dat als iedereen gaat inburgeren de Nederlandse identiteit zal verdwijnen en de criminaliteit toe zou nemen. Vroeger was het juist zo dat het slecht ging met de economie en Nederland gastarbeiders nodig had om de economie gaande te houden. Toen was het probleem dus net andersom, er moesten meer mensen integreren. Nu hebben wij eigenlijk liever dat er weinig mensen integreren. Dit probleem zal altijd blijven spelen. Maar we kunnen wel zeggen dat het probleem erger is geworden dan het eerder was, rond de jaren 1500 tot 1800. Iedereen kon gaan en staan waar hij wilde en je hoefde geen verblijfsvergunning aan te vragen. Het ging goed met de economie en er was geen problematiek op het gebied van integratie.

Hoe is het gesteld met de integratieproblematiek in andere landen?

Natuurlijk zijn wij niet het enige land die problemen heeft met de integratie. Maar daarvoor zullen we eerst kijken hoe het is gesteld met de emigratie en immigratie in andere landen.

De top 5 van immigratielanden (1970-1995)

Verenigde Staten – 16,7 miljoen
Russische Federatie – 4,1 miljoen
Saoedi-Arabië – 3,4 miljoen
India – 3,3 miljoen
Canada – 3,3 miljoen

De top 5 van emigratielanden (1970-1995)

Mexico – 6,0 miljoen
Bangladesh – 4,1 miljoen
Afghanistan – 4,1 miljoen
Filippijnen – 2,9 miljoen
Kazachstan – 2,6 miljoen

Jaarlijks trekken er ongeveer 2,3 miljoen mensen vanuit de armere ontwikkelingslanden zoals: Afrika, Latijns-Amerika en Azië naar ontwikkelde of geïndustrialiseerde landen zoals: VS, Canada, Australië en Europa. De bevolkingstoename is dan ook het grootst in de ontwikkelingslanden. Jaarlijks worden er over de hele wereld 83 miljoen mensen geboren waarvan er 82 miljoen uit de ontwikkelingslanden komen. Dus groeien meer mensen op in landen waar niet genoeg werk is om hen te ondersteunen. Soms trekken ze naar het buitenland om zich een bestaan te veroveren.
Echter zijn het niet de armste mensen die ervoor kiezen te migreren. Om over een bepaalde afstand te kunnen reizen moet je geld hebben. Je moet in staat zijn om dingen uit te zoeken over het land waar je naartoe gaat. De armste mensen hebben geen opleiding, contacten of geld om dit te doen.

Ook China is een deel geworden van de wereldwijde economie. Er is ontzettend veel werk. Er werken arbeiders voor weinig geld. Hierdoor gaan er veel mensen uit China emigreren naar andere landen waar ze meer kunnen verdienen. Ze zijn inmiddels goed opgeleid en weten waar ze het beste kunnen werken. Er komen weer heel veel mensen vanuit andere landen voor terug. Ze zoeken werk en dat is er in China te krijgen. Internationale migratie maakt tegenwoordig deel uit van onze wereld, en zal dat blijven.

Ook zullen we het nog even in het kort hebben over Frankrijk. Dit omdat Frankrijk al lange tijd te maken heeft met rellen in de voorsteden. Dit komt door het grote verschil tussen arm en rijk. De werkloosheid onder de kinderen van immigranten is hoog. Hierdoor is er een nationaal debat gekomen over het falen van de integratie van minderheden. Er is nu een ‘staking’ van rellen. De relschoppers willen dat de regering in deze periode van staking aandacht gaat besteden aan problemen zoals racisme en armoede, die daarvoor werden genegeerd. Zo niet, dan zullen de rellen weer doorgaan. Dus de regering is nu wel gedwongen wat te doen aan de rellen.

In Amerika wordt er niet zoveel aan het integratieprobleem gedaan. Naar mate immigranten langer in Amerika wonen worden ze vanzelf Amerikaans. Amerika was al vanaf dat de indianen waren verdreven al een immigratieland en nu nog steeds. Er wonen nu 281 miljoen in Amerika waarvan 31 miljoen buitenlands is. Daarvan komt 8,2 miljoen uit Azië, 4,9 miljoen uit Europa en 16 miljoen uit Latijns Amerika. Van die 31 miljoen inwoners zijn er 12,5 miljoen genaturaliseerd als Amerikaanse staatsburger, en 18,5 miljoen niet. Dit verschilt in de tijd: van de mensen die binnenkwamen voor 1980 is 75 % nu Amerikaans staatsburger, tussen 1980 en 1989 is dat 44 % en tussen 1990 en 2000 is het 40 %. De recente voorstellen van president Bush om de 8 tot 12 miljoen geschatte illegalen een werkvergunning te geven, zal, als het verleden een gids is, uiteindelijk ertoe leiden dat ook deze mensen Amerikaan worden. Oftewel het integratieprobleem in Amerika is niet erg. Er is genoeg werk voor iedereen en iedereen is welkom, zelfs illegalen! Ook gaan wij mensen naar Chinatown, Koreatown, Little Italy of aan de westkust naar Japantown en Little Bombay. We genieten van de geuren, talen, kleuren en in het algemeen etnische cultuur.
In de EU-lidstaten lopen de meningen over immigranten sterk uiteen. Op vragen of men vreest dat migranten slecht zijn voor de economie, hun banen innemen of de cultuur ondermijnen antwoordt een groot deel van de Grieken ja. Deze zogeheten ‘etnische dreiging’ wordt veel minder ervaren in de Scandinavische landen, terwijl Nederland niet sterk afwijkt van het EU-gemiddelde. De ervaren etnische dreiging is sterker in landen met een relatief grote immigrantenpopulatie en een laag Bruto Binnenlands Product (BBP). De angst voor baanverlies en ondermijning van cultuur is sterker onder lager opgeleiden en mensen in minder gunstige posities op de arbeidsmarkt. Opmerkelijk is dat mensen op het Europese platteland meer etnische dreiging ervaren dan de inwoners van de Europese steden.
De participatiegraad (die aangeeft wel deel van de mensen die werken om zo hun geld te verdien tussen de 15 en 64 jaar) is ook binnen Europa anders. In België, Nederland en de Scandinavische lidstaten is de participatiegraad van immigranten ruim 10% lager en de werkloosheid 2 tot 3 keer zo groot als dat van de autochtone bevolking. In de Zuid-Europese lidstaten zijn de verschillen tussen immigranten en de autochtone bevolking veel kleiner. Deze verschillende arbeidsmarktprestaties vormen een belangrijke verklaring waarom immigranten in Spanje een positieve, maar in Nederland een negatieve bijdrage leveren aan het overheidsbudget.
Er was misschien sprake van een gemeenschappelijk Europees beleid op het terrein van immigratie en integratie. Dit blijkt toch geen slim plan omdat er grote verschillen zijn per lidstaat die te maken hebben met immigratie en integratie probleem. Een eigen beleid per land lijkt toch het beste te zijn.

Wat zijn de standpunten van de politieke partijen over de integratieproblematiek?

In Nederland bestaan er rechtse, extreem rechtse, linkse en extreem linkse partijen. Eerst maar even de definitie van wat extreem rechts en links.

Extreem rechts: Politieke groeperingen die worden verbonden door hun geloof in een sterke overheid en rassenscheiding.

Rechts: Politieke ideeën die vinden dat de overheid zo weinig mogelijk invloed op de economie moet uitoefenen, omdat dat voor iedereen het meeste geld zou opleveren. Willen een vrije markt.

Links: Politieke ideeën die vinden dat het geld tussen arm en rijk gelijk moet worden verdeeld. Willen een socialistische samenleving.

Binnen de radicale politiek bestaan er radicale groeperingen. Extreem linkse radicalen, de communisten en extreem rechtse radicalen, de fascisten. Volgens de extreem linkse radicalen is de economie per definitie oneerlijk. Volgens hen kan alleen een revolutie van de arbeiders gelijkheid brengen. Extreem rechtse partijen geloven dat de meeste sociale problemen de schuld van links zijn. Ook zij geloven dat er een radicale verandering nodig is. Er is 1 ding dat de rechtse groeperingen overal ter wereld verbindt: een geloof in radicale politiek.

Op dit moment hebben we in Nederland drie rechtse partijen. De bekendste daarvan is de partij voor Vrijheid en Democratie, oftewel het VVD. Een wat kleinere rechtse partij is de Staatkundig Gereformeerde Partij, het SGP. Ook hebben wij in Nederland twee radicale rechtse partijen in Nederland. Deze partij heet de Partij voor de Vrijheid (PVV) en EénNL.

Het CDA kan je zowel bij de vleugel rechts als bij de vleugel links rekenen.

Verder hebben we nog linkse partijen. Extreem linkse partijen bestaan er niet in Nederland. De bekendste linkse partij is de Partij van de Arbeid (PvdA) gevolgd door de Socialistische Partij (SP). De kleinere linkse partijen zijn Groenlinks en de Christen Unie (CU).

Nu zullen we de standpunten met betrekking op de integratieproblematiek van de politieke partijen behandelen.

CDA
1. Inburgeringcursussen moeten qua niveau en inhoud toereikend zijn. Bij de inhoud van de cursussen wordt rekening gehouden met de levensloop van mensen (zie onder). Het beleid rond de inburgeringcursussen moet meer demanding worden: niet om daarmee barrières voor immigratie op te werpen, maar juist om de integratie te laten slagen. Vergunningen tot verblijf worden pas verstrekt als een bepaald niveau van inburgering is bereikt.
2. de partner die in het kader van gezinsvorming naar ons land wil komen, moet een evenwichtige en afgewogen keuze hebben kunnen maken. De stap die genomen wordt, is een verstrekkende. De minimumleeftijd van huwelijkspartners die in het kader van gezinsvorming naar Nederland komen, wordt daarom gesteld op 21 jaar.
3. Ouders die (nog) geen of (nog) gebrekkig Nederlands spreken (onder niveau NT2 3) worden in staat worden gesteld om elementen van het basisschoolprogramma van hun kind parallel te volgen. Er komen meer toetsmomenten. De ouders kunnen deze toetsen eveneens afleggen;
PvdA
1. alle nieuwkomers die van overheidswege toestemming hebben gekregen om hier te wonen en te werken, zijn burgers van dit land. Punt. Het gaat hier verder niet over voorwaarden en eisen die aan burgers worden gesteld, over rechten en plichten, maar over de acceptatie van het feit dat allochtonen deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Formeel lijkt dit geen issue te zijn. Maar er is meer nodig dan een papiertje dat het recht op verblijf demonstreert. Nieuwkomers moeten zich geaccepteerd weten, als individu en als groep. En de taak die gezagsdragers hierin hebben is deze acceptatie uit te dragen.
2. De opdracht aan de nieuwkomers is om deel te nemen aan de samenleving, en met name aan de belangrijkste terreinen onderwijs en arbeidsmarkt. De overheid heeft als opdracht de mogelijkheden daarvoor te scheppen en – indien het deelnemen tot stilstand komt – met aanvullend beleid te komen.
3. de eigen verantwoordelijkheid van de mensen om wie het gaat. Daarmee bedoelt FORUM het loslaten van slachtofferdenken en het werken aan de eigen toekomst, als individu of als groep.

VVD
1. Mensen die hier willen blijven wonen moeten inburgeren. Zonder inburgeren grijpen ze naast de kansen die hier zijn. Dat kan leiden tot armoede en achterstand. Daarom moeten nieuwkomers en oudkomers Nederlands leren en de samenlevingsregels eigen maken. Gelijkwaardigheid van alle mensen is daarbij de belangrijkste norm. Ouders moeten verantwoordelijkheid nemen over hun kinderen, betrokken zijn bij school en zich het liefst ook inzetten op de (sport)vereniging. Integratie via werk en buurt is te weinig.
2. Toegelaten vluchtelingen dienen snel kansen te krijgen om in de Nederlandse samenleving te integreren. Diegenen die te horen hebben gekregen geen verblijfsvergunning te krijgen moeten ook daadwerkelijk uit Nederland vertrekken.

SP
De SP wil een Deltaplan voor een geïntegreerde samenleving kunnen en daarmee het tij keren. Uitgangspunten daarbij horen te zijn: samen de werkelijkheid onder ogen zien, samen kiezen, samen leren, samen wonen, samen leven. De belangrijkste 3 hoofdbestanddelen van het integratie-deltaplan zijn:

1. Om vast te stellen wat er allemaal is misgegaan met het integratiebeleid en waarom moet er een brede maatschappelijke discussie komen en een parlementaire enquête.
2. De procedure tot het verkrijgen van het staatsburgerschap moet worden vereenvoudigd en gestandaardiseerd en gratis zijn.
3. Het kiesrecht voor de gemeenteraad niet eerst na vijf jaar maar al na drie jaar worden verleend. Voor de provincie dient een soortgelijk kiesrecht te komen.

GroenLinks
1. Niemand hoeft zich geheel aan te passen aan dé Nederlandse cultuur, al is het maar omdat die niet bestaat. Het is terecht dat het oude motto 'integratie met behoud van eigen identiteit' aan de kant is gezet. Dat ging teveel uit van starre, onveranderlijke culturen waarin individuen ondergeschikt zijn aan de groep. Ons gaat het om emancipatie van het individu. Je mag zelf kiezen voor een hoofddoek, een driedelig pak of een roze driehoek. Al die verschillen zijn niet altijd gemakkelijk, maar individuen hebben de ruimte nodig om een eigen weg te kiezen, ongeacht herkomst, religie, leeftijd, sekse of seksuele voorkeur. Veel lager opgeleiden en islamitische vrouwen moeten zich veel meer emanciperen. Vrouwen mogen niet door hun man of gemeenschap worden belemmerd in hun ontplooiing. Ook mogen er geen gedwongen huwelijken zijn. Organisaties die opkomen voor de rechten van vrouwen of strijden tegen huiselijk geweld krijgen veel meer steun van de overheid. Nederland heeft nog nooit een vrouwelijke minister president gehad. Het aantal vrouwen in topposities neemt toe, maar moet verder omhoog.
2. Achterstand vermindert als mensen meedoen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Niet alle migranten die hier al lang wonen, spreken goed Nederlands. Zij krijgen de mogelijkheid dit alsnog te leren met voldoende inburgeringscursussen die aansluiten bij opleidingsniveau en ervaring. Nieuwkomers dienen de Nederlandse taal te leren, in te burgeren, naar school te gaan en te werken. Maar dan moeten ze net als andere Nederlanders kunnen rekenen op gelijke kansen en een rechtvaardige behandeling.
3. iedereen heeft zich aan de wet te houden. Bovendien wordt iedereen in gelijke gevallen gelijk behandeld. Artikel 1 van de Grondwet is zeer belangrijk. Slachtoffers van discriminatie verdienen goede ondersteuning en moeten op eenvoudige wijze hun recht kunnen halen. Wij willen discriminatie krachtig bestrijden op de werkvloer, bij sollicitaties, in het uitgaansleven en op de woningmarkt. Door bijvoorbeeld discriminerende disco's te sluiten en sollicitatiebrieven anoniem te maken. De overheid geeft het goede voorbeeld door veel meer ouderen of gehandicapten in dienst te nemen.

SGP
1. Een verplichte inburgering blijft nodig, al was het maar om het dichtbevolkte Nederland voor iedereen leefbaar te houden. Iedereen heeft er baat bij als de nieuwkomers op eigen benen kunnen staan.
2. De uitvoering van de Wet Inburgering moet voortvarend ter hand worden genomen. Gemeenten moeten door het Rijk financieel en bestuurlijk in staat worden gesteld om daar lokaal handen en voeten aan te geven. Daarnaast moeten er middelen gereserveerd worden om ook oudkomers met een achterstand alsnog een inburgeringcursus te laten volgen.
3. Discriminatie op basis van ras, afkomst of huidskleur is in strijd met de bijbelse gelijkwaardigheid van mensen. Een krachtige bestrijding daarvan blijft nodig.
4. Radicaal-islamitische invloeden vanuit het buitenland, waaronder de komst van haatzaaiende imams naar Nederland, worden met kracht tegengegaan.

CU
Het is goed dat er ook niet-westerse allochtonen integreren. Zo blijkt dat je nog eens wat van andere culturen kan leren. Turken zijn het meest georganiseerd en het meest politiek actief, gevolgd door respectievelijk Marokkanen, Surinamers en Antillianen. Verklarende factor volgens Fennema is dat door zelforganisatie mensen hun identiteit kunnen vorm geven. Zonder dat bouwen mensen geen zelfvertrouwen op en zonder zelfvertrouwen geen integratie.
Om in te burgeren moeten ze minimaal 1 taal spreken, de geschiedenis van Nederland kennen en respect opbrengen voor de democratische rechtstaat.

PVV
1. Nieuw artikel 1 van de Grondwet: christelijk/joods/humanistische cultuur moet in Nederland dominant blijven
2. Afschaffen dubbele nationaliteit
3. Immigratiestop niet-westerse allochtonen (Marokkanen en Turken) voor 5 jaar
4. Naturalisatie pas na 10 jaar rechtmatig verblijf in Nederland gedurende welke periode men volledig moet hebben gewerkt en geen misdrijf mag hebben gepleegd .
EénNL
1. Scheiding van kerk en staat wordt in grondwet verankerd.
2. Gezichtsbedekkende kleding op straat, op openbare scholen en andere openbare ruimten wordt verboden.
3. Kinderen die thuis geen Nederlands leren gaan naar een voorschool op kosten van hun ouders.
4. Alle overheidbrochures en voorlichtingscampagnes verschijnen voortaan in het Nederlands.
5. Liberale, gematigde Moslims die aansluiting zoeken bij de Nederlandse samenleving worden gesteund.
6. Moslimsorganisaties die met de overheid contacten hebben, mogen niet samenwerken met buitenlandse organisaties die intolerantie en uitsluiting aanhangen en propageren.

De oplossingen onderzoeken d.m.v. deze deelvragen:
1. Zal de integratieproblematiek afnemen als de nieuwe inburgeringswet ingaat?

Vanaf 1 januari 2007 zal er een nieuwe inburgeringswet ingaan. Het gaat hierom een plan waar Verdonk al jaren aan heeft gewerkt. Na enkele wijzigingen is de nieuwe inburgeringswet dan ook goedgekeurd. De nieuwe wet houdt in dat je Nederlands als tweede Taal niveau 2 (NT2) moet halen om in te burgeren. Haal je het niet dan mag je niet in Nederland blijven. Als je deze nieuwe inburgeringscursus niet doet dan mag je hier niet blijven wonen. Het gaat hier dan ook om oud- en nieuwkomers die deze inburgeringscursus moeten doen.

Het opleggen van een verplichting aan oudkomers, zal ook een steun in de rug zijn voor veel
vrouwelijke oudkomers die vanwege onder andere culturele omstandigheden tot op heden niet in staat geweest zijn om een inburgeringsprogramma te volgen. De regering heeft daarom aanvankelijk gemeend uit te moeten gaan van een algemene inburgeringsplicht voor nieuwen oudkomers.

Mensen die binnen de EU wonen hoeven niet een inburgeringsexamen af te leggen. Ook de mensen die al langer dan acht jaar in Nederland wonen hoeven geen inburgeringsexamen af te leggen. Verder zijn de mensen die in bezit zijn van bepaalde diploma’s, en een vrijstelling voor EU-onderdanen van andere lidstaten en van eigen onderdanen die bij terugkeer in Nederland inburgeringsplichtig zouden worden als gevolg van de uitoefening van
het recht op vrij verkeer. Ook zij hoeven geen inburgeringsexamen af te leggen

De meningen of de integratie de deze nieuwe imburgeringswet beter gaat worden, zijn verschillend. Zo gaat minister Verdonk en de overheid die met de nieuwe regelgeving er vanuit dat nu iedereen NT2 zal halen Nederland meer 1 ‘geheel’ zal worden. Zo zullen de allochtonen die eerst geen contact zochten met autochtone Nederlanders dat nu wel doen. De communicatie zal beter gaan en ze kunnen deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Ze gaan er dus vanuit dat het integratieprobleem zal gaan verminderen.

Lang niet iedereen is het met deze stelling eens. Zo stond er op 2 oktober een stukje in de Volkskrant over hoogleraren die Nee zeggen tegen de nieuwe imburgeringswet. Volgens hun zal de wet in de praktijk de integratie van nieuwkomers eerder belemmerden dan bevorderen. Bovendien zou het voorstel, ondanks door de Raad van State afgedwongen aanpassingen, nog altijd in strijd zijn met de Europese regels. De hoogleraren vrezen dat de wet averechts zal werken doordat veel nieuwkomer zullen zakken voor de inburgeringstoets. Die is volgens de hoogleraren te moeilijk. Aangezien mensen de toets zelf moeten betalen, zullen ze zich in de schulden moeten steken.
Ook waarschuwen ze voor het risico dat hoogopgeleide migranten Nederland zullen mijden, omdat zij na drie jaar inburgeringsplichtig kunnen worden.
De professoren stellen een alternatief voor dat eenvoudiger en goedkoper is: pas de huidige wet inburgering nieuwkomers zo aan dat ook de al langer in Nederland wonende vreemdelingen (de oudkomers) kunnen worden verplicht een inburgeringscursus te volgen.

Dan hebben we nog meer problemen. Deze zijn in de teksten verwerkt van een autochtone Nederlander (tekst 1) en van een allochtone Nederlander (tekst 2).

Tekst 1
Hoe goed Dijsselbloem het ook bedoelt, vind ik de PvdA sowieso tamelijk eenzijdig wat de keuze's aangaan voor immigranten.
Het komt er uiteindelijk op neer, dat ongeacht de vooropleiding (in het buitenl.) van de immigrant, deze perse het NT2-niveau 2 moet behalen wat niet in alle gevallen mogelijk is. Excuseer me de uitdrukking, maar je kunt van een konijn niet verwachten, dat die aardappels leert schillen...
De PvdA wil blijkbaar alleen "kennismigranten" in Nederland toelaten, oftewel, als je het hier niet riemt qua kennis, is de migrant tot vele boetes gedoemd als blijkt, dat het vereiste niveau niet gehaald wordt. Ik bemerk vaak bij de PvdA (blijkens de ondersteuning van Verdonks nieuwe Wet), dat soms het "onmogelijke" verlangt wordt. Geleuter over de marges binnen de EU-wetgeving vind ik niet op zijn plaats. Er zijn hier immers ook migranten van buiten de EU met minimale vooropleiding. Ook onder in Nederland geborenen, zijn "mensen" met geringe mogelijkheden. Moet ik mijn vrouw dan gaan vertellen, dat zij te dom is om hier te mogen blijven, als zij NT2-niveau-2 niet kan halen?
Ik lees nog steeds te weinig over het "menselijke" aspect binnen de "wetgeving" die de PvdA heeft gesteund.

Tekst 2
Toen ik Rita voor het eerst in uitreiking van PAREL VAN INTEGRATIE had ontmoet, een jaar geleden. Zij kijkt de hele tijd zo lief naar mij en nog paar dames met de hoofddoek maar ze wist niet dat ik een jongen asielzoeker ben die 7 jaar al zijn best heb gedaan om in te burgeren en ook zijn steentje ingeleverd heeft aan de Nederlandse maatschappij. Met al die gebeurtenissen van de afgelopen 4 jaar weet ik alleen een ding. Ik ben de slachtoffer..! Wij zijn de slachtoffer.,,, Mensen die donker er uit zien maar van binnen zijn Nederlanders. Mensen die de zelfde identiteit, ideologie en gevoel hebben als een Nederlander. Tolerantie, haha ..misschien schrijf ik het niet goed. maar ik heb ook geen zien meer in Goed Nederlands schrijven. Zij wil mij na 7 jaar geen verblijfsvergunning geven. weet u waarom? omdat ik goed ingeburgerd ben. omdat ik gedurende 7 jaar 2projecten voor integratie ontwikkeld heb en ik wilde alleen mijn studie af maken om verder te kunnen in mijn leven maar jaaa. ze zegt dat Afghanistan veilig is en ik moet terug.
Wat moet ik voorstellen. Staat dat op de artikel 1 van Rita’s grondwet of dat is de wens van Nederlandse volk!!
Ik zie alleen een donker toekomst voor de multiculturele samenleving in Nederland..

Het is dus onduidelijk of de integratieproblematiek zal afnemen. De meningen verschillen. We zullen het wel weer zien…

Kan de Nederlandse bevolking zelf ook wat doen om het proces van integreren makkelijker e maken? Zo ja, wat?

Ja, de Nederlandse bevolking kan wat doen om het proces makkelijker te maken. In eerste instantie moeten wij natuurlijk respect tonen voor hun religie, cultuur en alle ander verschillen tussen ons en de allochtonen. Ook moeten wij de mensen die naar ons land komen duidelijk maken wat de grondregels hier zijn en vooral wáárom ze belangrijk zijn. We moeten dus voor elkaar open staan, en iedereen gelijke kansen geven op alle vlakken in de samenleving. Er moet duidelijk gemaakt worden dat iedereen uit welk land dan ook dezelfde plichten en rechten heeft. Deze gelden dan dus voor zowel de allochtone als autochtone bevolking. Ook moeten we ervoor proberen te zorgen dat burgers hier in Nederland niet meer afhankelijk zijn op sociaal en economisch gebied. Met sociaal bedoelen we dat mensen verantwoordelijk voor elkaar zijn en problemen samen aanpakken. Met economisch bedoelen we dat mensen op financieel gebied voor zichzelf kunnen zorgen. Kortom: mensen moeten elkaar respecteren zoals ze zijn.

Dit klinkt allemaal heel mooi en makkelijk, maar in de praktijk blijkt dit heel anders te gaan. Namelijk, de helft van de allochtone én autochtone bevolking is van mening dat de leefwijze van de Nederlanders niet samen gaat met de leefwijze van een etnische minderheid, bijvoorbeeld van moslims. De autochtonen vinden bijvoorbeeld dat vrouwen uit Marokko en Turkije veel te weinig vrijheid hebben. Allochtonen vinden weer dat de Nederlandse vrouwen te véél vrijheid hebben. Daarnaast blijkt dat de helft van de Nederlandse bevolking vindt dat er te veel allochtonen hier wonen. Ze kijken vooral negatief tegen moslims aan. Als dit al blijkt uit onderzoek, is het natuurlijk moeilijk om zo’n theorie van het stukje hierboven in de praktijk te brengen.

Kan de regering nog meer maatregelen treffen om het proces van integreren makkelijker te maken? Zo ja, wat?

Hierop is het antwoord ja en nee. De regering kan iets doen. Wat de regering wil is dat iedereen deel kan nemen aan onze samenleving en dat iedereen de kans krijgt om zich te ontwikkelen ongeacht welke afkomst iemand is. Als ze dit willen bereiken zullen ze minder allochtonen in Nederland moeten toelaten die het niet dreigen te redden in onze samenleving. Daar is o.a. een beperkt integratiebeleid voor nodig en zal de vreemdelingenpolitie nog strenger moeten zijn op het illegaal verblijf in Nederland. Er wordt tegenwoordig dan ook onderzoek gedaan naar een illegaal verblijf.

Het integratieproces verloopt op dit moment niet heel goed in Nederland. Dit komt vooral doordat mensen een partner uit het buitenland halen. Het meerdere keren halen van een partner uit het buitenland wordt bestreden. Maar ook doordat kinderen op latere leeftijd naar Nederland komen verloopt het integratieproces moeizaam. Om dit tegen te gaan heeft de regering de minimumleeftijd voor het vormen van een gezin verhoogd van 18 naar 21 jaar en gaat de inkomenseis naar 130% van het wettelijk minimumloon.
De regering wil Europese afspraken over registratie van allochtonen. Ze mogen dan pas een verblijfsvergunning aanvragen als ze ook daadwerkelijk in Nederland zijn. Als dan wordt besloten dat ze mogen blijven worden ze over de Europese landen die bij de EU zitten verspreid. Eerst was het zo dat een allochtoon een verblijfsvergunning krijgt als het proces(waarin beslist wordt of diegene mag blijven) meer dan drie jaar duurt. Dit is inmiddels afgeschaft. Om het proces te versnellen worden onnodige procedures aan de kant geschoven en wordt de gefinancierde rechtsbijstand afgeschaft. Mensen kunnen ook niet nog eens een verblijfsvergunning aanvragen als ze eenmaal zijn afgewezen.

Uit de jaarnota integratiebeleid blijkt de omslag in het beleid een positief effect heeft gehad. Toch is ook naar voren gekomen dat er nog veel te doen is aan het integreren van de etnische minderheden in Nederland. De Wet Inburgering buitenland van maart 2006 heeft ervoor gezorgd dat allochtonen in de landen waaruit zij weg willen worden getest op kennis van Nederland. Dit geldt voor zowel de taal als de samenleving. Het blijkt uit cijfers ook dat deze wet al effect heeft gehad: de huwelijks en gezinsmigratie is in de laatste maanden sterk afgenomen. Sinds maart komen er maandelijks 850 bruiden en gezinsleden naar Nederland, daarvoor nog twee keer zoveel.

Verder zal ook het nieuwe inburgeringsexamen een steentje bij kunnen dragen om het proces van integreren makkelijker te maken. Maar of het echt zal helpen is nog niet zeker.

Op veel gebieden als het onderwijs, sport, cultuur , werk, wonen en maatschappij worden al veel afspraken en maatregelen genomen. Speciaal voor deze aspecten in de samenleving heeft de regering de &-en campagne gestart. Hij duurt tot volgend jaar en heeft het doel de relatie tussen allochtonen en autochtonen te verbeteren.

De conclusie en eigen mening

Romy:

Zo, gelukkig hebben we het nog net op tijd af gekregen. Het was een hoop ‘geren en gevlieg’, maar het is gelukt. Al hebben we er natuurlijk zelf voor gekozen. Wat ik als eerste even kwijt wil is dat ik het vooral ook erg leuk vond om dit werkstuk te maken. Ik heb veel dingen gelezen, zowel meningen als feiten en vond dat erg interessant. Veel geleerd dus! Maar nu over de inhoud van het werkstuk. Wat ik heel goed vind is dat de wet inburgering er komt. Ook al is het niet 1 januari 2007, maar wat later. Ik denk echt dat dit zal helpen. Wat ik ook bij de vraag ‘wat kunnen allochtonen zelf doen om het proces makkelijker te laten verlopen’ heb geantwoord, is dat de integratie iets is van ons allemaal. Ik ben er ook van overtuigd dat (nog) niet iedereen genoeg doet om de integratie makkelijker te maken. Dus zowel de allochtonen als de autochtonen. Wat ik goed vind is dat er centrums en organisaties zijn die zich inzetten voor de integratie. Iedere(kleine) bijdrage van iedereen helpt. Wat ik wel jammer vind, is dat het onderwerp integratie vaak zo negatief naar voren komt in bijvoorbeeld het nieuws. Gelukkig heeft minister Verdonk hier ook wat aan gedaan, namelijk door een campagne te starten waarin ze duidelijk maakt dat er ook heel veel dingen wél goed gaan. Als ik kijk naar de politieke partijen komt mijn mening het meest overeen met de VVD. Ik kan mij helemaal vinden in hun standpunten en ben het helemaal met hun eens. Ik vind Rita Verdonk ook hele een goede minister. Al vind ik wel dat ze dingen soms iets te grof brengt, maar dat hoort gewoon bij haar. Ik zit dus net als Anne aan de ‘rechter kant’ en onze mening is over dit onderwerp ook hetzelfde. De allochtonen hebben naar mening de grootste invloed op het wel of niet gemakkelijk laten verlopen van de integratie, al moeten ze van onze kant wel de kans krijgen om te integreren. Respect is bij dit onderwerp echt het ‘toverwoord’. Ik vind het heel moeilijk om één antwoord te geven op de hoofdvraag. Ik denk namelijk dat het een samenvatting is van de hoofdstukken over wat de Nederlandse bevolking, de allochtonen en de overheid samen eraan kunnen om het proces makkelijker te laten verlopen. Wat ik daar verder nog over wil zeggen is dat als iedereen elkaar respecteert en zijn best er voor doet om de integratie een goede kans van slagen te geven het proces inderdaad goed zal kúnnen verlopen.Tenslotte wil ik afsluiten met het citaat van Martin Luther King, waar ik het helemaal mee eens ben: I have a dream that one day this nation will rise up and live out the true meaning of its creed: "We hold these truths to be self-evident: that all men are created equal." I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. I have a dream that one day even the state of Mississippi, a desert state, sweltering with the heat of injustice and oppression, will be transformed into an oasis of freedom and justice. I have a dream that my four children will one day live in a nation where they will not be judged by the color of their skin but by the content of their character. I have a dream today. ("Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat dit land zal opstaan en de ware betekenis van haar overtuiging zal naleven. "Wij vinden de volgende waarheden vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk zijn geschapen." "Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat op de rode heuvels van Georgia de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders gezamenlijk aan de tafel van broederschap zullen aanschuiven." "Ik heb een droom, dat zelfs in de staat Mississippi, een staat die wordt verstikt door onrecht en onderdrukking, zal veranderen in een oase van vrijheid en gerechtigheid. "Ik heb een droom, dat er een dag zal komen dat mijn vier jonge kinderen in een land zullen leven waar zij niet worden beoordeeld op hun huidskleur, maar naar de waarde van hun karakter." "Vandaag heb ik een droom!" )

Wat wij allebei niet helemaal begrepen was wat u bedoelde met de vragen in de optieken plaatsen. We vermelden het daarom maar even zo. De vragen: hoe is het gesteld met de integratieproblematiek in andere landen’ en ‘is de integratieproblematiek in Nederland erger geworden vergeleken met vroeger horen thuis in de vergelijkende optiek. In de sociaal-economische optiek hoort de vraag: ‘waarom gaan allochtonen naar Nederland’.

Anne

Het proces van integratie zal altijd een moeilijk punt blijven. Ik zelf zal de regels nog meer aanscherpen. Het is goed dat wij vluchtelingen opvangen maar ik vind dat iemand die met een heel gezin naar Nederland komt ook allemaal deel moeten nemen aan de maatschappij. Zo zullen de kinderen (daarmee bedoel ik iedereen van peuter tot 15 jaar) onderwijs moeten volgen. Als ze vroegtijdig zullen afhaken zal deze niet in het land mogen blijven wonen. Ze moeten doorzetten met school en dat kan alleen op zo’n manier. De allochtonen van 15 jaar en ouder en nieuwkomers zijn moeten verplicht deelnemen aan het nieuwe inburgeringsexamen. De tijd dat ze erover doen maakt niet uit maar ook hier geld dat degenen die vroegtijdig afhaken niet in Nederland mogen blijven wonen en dus als illegaal worden gezien. Uiteindelijk moet zo bij elke allochtoon het NT2 niveau worden gehaald en ook zal iedereen met mate Nederlands kunnen spreken. Ook de oudkomers die geen inburgeringsexamen hebben gedaan of nog geen baan hebben, moeten alsnog een inburgeringsexamen afleggen, dus ook de islamitische vrouwen. Ze moeten zich ‘aanpassen’ in de zin van de hier geldende wetten kennen en de Nederlandse taal kunnen spreken. Ook moeten ze geen gevaar vormen voor de samenleving door zich bijvoorbeeld tegen ons geloof af te zetten. Wij zijn geen islamitisch land dus moeten degenen met een islamitisch geloof ook niet om nieuwe moskeeën gaan eisen. Wij hebben hier al moskeeën en die zullen ook niet verdwijnen. Verder zullen haatzaaiende-imams moeten worden tegengegaan. Degene die eenmaal in Nederland is ingeburgerd heeft dezelfde rechten als een Nederlander. Ze mogen niet meer worden gediscrimineerd maar ook mogen ze geen haat zaaien. Als ze dat nadat ze zijn ingeburgerd alsnog doen, moeten ook hun het land worden uitgezet.
Ik weet het ik ben wel een beetje rechts, maar ik vind gewoon dat de islam gehandhaafd moet worden en Nederland een vrij land moet blijven. Ook degene die al zo lang als kind in Nederland woont en het goed doen op school en hier ook echt een toekomst willen opbouwen, vind ik goed. Zij mogen dan ook daadwerkelijk in Nederland blijven. Hun zullen dezelfde kansen krijgen als Nederlanders. Ze zijn eigenlijk al helemaal ‘ingeburgerd’ en moeten dan nog eens terug naar een plaats waar het soms nog niet eens veilig is! Dat vind ik echt niet kunnen! Zij verdienen net zoals wij een kans. Ook een enquête onder de Nederlanders wat zij nou van allochtonen vinden lijkt me een goed plan. Zo kun je ook hun meningen zien en er misschien nog wel wat van leren. Deze enquête moet zowel onder de allochtonen als autochtonen worden gehouden. Ook dat het verkrijgen van een staatsburgerschap gratis moet zijn vind ik een goed plan. Het zal de regering geld gaan kosten en dat geld komt van ons, de Nederlanders. Maar zo zouden er veel minder protesten tegen het inburgeringsexamen zijn. Ik vind de SP op het gebied van de integratie het daarom het beste doen. De extreemrechtse partijen vind ik veel te overdreven. Als hun aan de macht zouden komen zal het helemaal fout gaan met Nederland! Ik ben daarom ook blij dat hun zo weinig stemmen krijgen.

De bronvermelding

Anne:
www.cda.nl/verkiezingsprogramma
www.pvda.nl/verkiezingsprogramma
www.vvd.nl/verkiezingsprogramma
www.groenlinks.nl/verkiezingsprogramma
www.sp.nl/verkiezingsprogramma
www.christenunie.nl/verkiezingsprogramma
www.sgp.nl/verkiezingsprogramma
www.pvv.nl/verkiezingsprogramma
www.eennl.nl/verkiezingsprogramma
www.nieuws.nl/dossiers/buitenland/323/32766
www.amerika.nl/html/politiek/immigratieland.htm
www.scp.nl/publicaties/persberichten/2004092101.shtml
www.wikipedia.org/wiki/integratie
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/allochtonen/publicaties/artikelen/2006-2040-wm.htm)
www.imburgeringsnet.nl
www.migrantenwerk.nl
http://www.minocw.nl/factsheets/367
www.justitie.nl
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/_unique/_search/default.htm?querytxt=integratie
http://www.cbs.nl/nl-nl/menu/themas/dossiers/allochtonen/publicaties/artikelen/2006-2040-wm.htm
www.wikipedia.org/wiki/Links_(politiek)

Boeken: Extreem rechts en racisme
Immigratie en asiel
Internationale vraagstukken immigratie
Feiten tegen vooroordelen

Tijdschriftartikel: de fancy
Krantenartikelen: Wilders vreest ‘tsunami’ moslims – de Volkskrant van 07-10-2006
Hoogleraren: Nee tegen inburgeringswet – de Volkskrant 10-10-2006

Romy:

Internetsites:
http://www.neplog.nl
http://www.wodc.nl
http://www.regering.nl
http://forums.marokko.nl
http://www.wijkalliantie.nl
http://www.onderwijsachterstanden.nl
http://www.grenzeloos.org
http://www.perssupport.anp.nl
http://www.denhaagfinancien.nl
http://www.ind.nl
http://www.justitie.nl

Boek: Immigratie en Asiel

Krantenartikelen: ‘Geldkraan dicht voor ‘zwarte’ sportclubs’
‘ Moslimmeisjes controleren op besnijdenis’
Tijdschriftartikel: artikel uit Vrij Nederland over Frank Maritinus Arion. Hij is zelf ook een allochtoon.

Teletekst: ‘Somaliërs integreren het slechtst, Iraniërs het best
‘ Inburgeringswet schrikt bruiden af’

Logboek Romy:

16 -10 -2006-> mediatheek: hoofd en deelvragen bedenken en verdeling van het werkstuk maken -> 75 minuten
18 – 10 -2006-> thuis: verbetering hoofd en deelvragen->15 minuten
23-10-2006-> thuis: verbetering hoofd en deelvragen-> 15 minuten
24-10-2006-> thuis: deelvraag 1 problemen-> 100 minuten
25-10-2006-> thuis: deelvraag 2 problemen-> 90 minuten
26 -10-2006-> thuis: deelvraag 3 problemen-> 35 minuten
27 -10-2006-> thuis: deelvraag 4 problemen-> 45 minuten
27 -10-2006-> thuis: deelvraag 3 oplossingen-> 40 minuten
27 -10-2006-> thuis: deelvraag 4 oplossingen-> 30 minuten
28-10-2006-> thuis: deelvraag 4 oplossingen-> 30 minuten
28 -10 -2006-> thuis: lay-out -> 30 minuten

Logboek Anne:

16-10-2006-> mediatheek: hoofd- en deelvragen bedenken en verdeling van het werkstuk maken-> 75 minuten
19-10-2006->thuis: informatie over deelvraag 5 en 6 opgezocht->60 minuten
20-10-2006->thuis: informatie over deelvraag 7, 8 en 9 opgezocht->90 minuten
25-10-2006->thuis: deelvraag 5 beantwoord->120 minuten
26-10-2006->thuis: deelvraag 6 beantoord->180 minuten
27-10-2006->thuis: deelvraag 7 beantwoord->90 minuten
27-10-2006->thuis: deelvraag 8 beantwoord->120 minuten
28-10-2006->thuis: deelvraag 9 beantwoord->120 minuten
28-10-2006->thuis: oplossingen deelvraag 1 beantwoord->60 minuten
29-10-2006->thuis: tekst Romy overlezen en sommige dingen verbeteren->60 minuten
29-10-2006->thuis:mijn eigen tekst nog een paar dingen verbeteren en aanvullen->120 minuten
29-10-2006->thuis:eigen mening maken, bronvermelding en logboek invullen->60 minuten

Geen opmerkingen: