Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

vrijdag 4 april 2008

Profielwerkstuk Geschiedenis: Hitler en Stalin

Profielwerkstuk Stalin en Hitler

Inleiding

Ik hou mijn profielwerkstuk over Stalin en Hitler. Ik heb heel lang nagedacht voordat ik op dit onderwerp terecht ben gekomen. Ik wist namelijk geen enkel onderwerp wat mij interesseerde en waarover ik dus een profielwerkstuk wilde gaan maken. Eerst wilde ik het over mode doen, maar daar kon ik geen goed onderwerp voor verzinnen. Nu heb ik dus Hitler en Stalin gekozen, omdat het toch twee personen zijn die veel in de geschiedenisboeken staan en die een hoop hebben laten veranderen in de wereld. Het zijn twee grote dictators die veel te maken hebben gehad met de tweede wereldoorlog. Omdat een vriend van mij veel over Hitler weet en er ook veel over verteld vond ik dit dus wel een interessant onderwerp om mijn profielwerkstuk over te houden. Ik weet veel van Hitler, maar bijna niets van Stalin, dus ik hoop dat ik er veel bij leer met het maken van dit werkstuk.
Ik maak het werkstuk alleen omdat ik dat makkelijker werken vindt. Ik vindt het niet leuk en ook niet makkelijk om samen met iemand zo’n moeilijk en belangrijk werkstuk te maken. Het is toch een werkstuk dat bepaald of je je Havo examen mag doen of niet.
Als ik het alleen doe dan weet ik zeker dat er alles in staat wat ik belangrijk vind en dat ik het allemaal goed heb gedaan. Ook kan ik dan mijzelf de schuld geven als er inderdaad iets niet aan klopt en ik ben van niemand afhankelijk. Ik kan er namelijk niet tegen als ik op stukken tekst van iemand moet wachten omdat anders het werkstuk niet compleet is, nu heb ik de hele verantwoordelijkheid. Ik ben namelijk bang dat met dit belangrijke werkstuk iets fout zou kunnen gaan als ik het samen met iemand zou doen en dat ik daardoor mijn havo examen niet zou kunnen maken.
In dit werkstuk bespreek ik de overeenkomsten en de verschillen tussen Stalin en Hitler.
In het laatste hoofdstuk beantwoord ik de hoofdvraag en de deelvragen, bij iedere deelvraag doe ik apart het deel van Stalin en het deel van Hitler. Na iedere deelvraag zet ik een kleine conclusie erbij, zodat alles nog even op een rijtje gezet kan worden. Die conclusie komt dan later ook weer terug in de eindconclusie.

Ik heb 4 deelvragen die ik in twee delen heb verdeeld; deel A en deel B, dat komt omdat ik de vraag voor twee verschillende personen moet beantwoorden.

De hoofdvraag is; wat zijn de verschillen en de overeenkomsten tussen Hitler en Stalin?

Deelvraag 1a is; hoe zag het leven van Hitler eruit?
Deelvraag 1b is; hoe zag het leven van Stalin eruit?

Deelvraag 2a is; hoe kwam Hitler aan de macht?
Deelvraag 2b is; hoe kwam Stalin aan de macht?

Deelvraag 3a is; wat was het doel van Hitler?
Deelvraag 3b is; wat was het doel van Stalin?

Deelvraag 4a is; hoe regeerde Hitler?
Deelvraag 4b is; hoe regeerde Stalin?

Doordat ik al iets van Hitler af weet, denk ik dat ik een aantal vragen wel al kan beantwoorden, maar of ze dan goed zijn dat weet ik niet. Ik weet nog niet zoveel van Stalin af, dus ik weet ook niet of mijn verwachtingen goed zijn.

Deelvraag 1a is; hoe zag het leven van Hitler eruit?
Ik denk dat er iets gebeurd moet zijn waardoor hij zo antisemitisch is geworden.

Deelvraag 1b is; hoe zag het leven van Stalin eruit?
Ik denk dat Stalin veel les kreeg in politiek in zijn jeugd, omdat hij opeens uit het niets tevoorschijn kwam. Ook denk ik dat er iets gebeurd is in zijn jeugd waardoor hij de Grote Zuivering heeft opgezet.

Deelvraag 2a is; hoe kwam Hitler aan de macht?
Ik denk dat Hitler vooral aan de macht kwam omdat hij veel charisma heeft.

Deelvraag 2b is; hoe kwam Stalin aan de macht?
Ik denk dat hij veel goede contacten in de politieke sector had, waardoor hij langzaam aan de macht kwam.

Deelvraag 3a is; wat was het doel van Hitler?
Het enige doel van Hitler wat ik zo kan opnoemen is een grote Duitse staat maken met alleen het echte Arische ras. Alle anderen moesten worden geëxecuteerd.

Deelvraag 3b is; wat was het doel van Stalin?
Ik weet niet zo snel te vertellen wat het doel van Stalin was, maar ik denk dat hij iedereen die hem in de weg stond een groot leider te worden wilde executeren.

Deelvraag 4a is; hoe regeerde Hitler?
Hoe Hitler regeerde weet ik niet, maar ik weet wel dat hij precies wist wat hij wilde en dat ook uitvoerde.

Deelvraag 4b is; hoe regeerde Stalin?
Zodra er iemand bij Stalin in de weg stond, of iets verkeerds over hem zei dat werd diegene uit de weg geruimd. Dus hij regeerde met harde hand.

Plan van aanpak

- Hoofdvraag bedenken.
- Deelvragen bedenken.
- Informatie zoeken in de bibliotheek, op internet, schrijven naar musea, informatie zoeken bij de geschiedenisleraren.
- Plan van aanpak maken.
- Inleiding schrijven met hypothese.
- Hoofdvraag eventueel aanpassen aan de informatie die ik gevonden heb, deelvragen eventueel ook aanpassen.
- Informatie samenvatten, de belangrijkste stukken eruit halen.
- Hoofdvraag beantwoorden.
- Deelvragen beantwoorden.
- Hoofdvraag en deelvraag nog een keer nakijken.
- Illustraties bij de hoofdvraag en de deelvragen zoeken.
- Illustraties bij de hoofdvraag en de deelvragen voegen.
- Tekst bewerken tot een mooi geheel, nog een keer controleren en onbelangrijke stukken eruit halen.
- Enquête maken.
- Enquête houden bij een aantal mensen.
- De enquête verwerken in het verslag met behulp van grafieken.
- Hoofdvraag beantwoorden.
- Voorkant maken.
- Inhoud maken.
- Bronnenlijst maken.
- Nawoord maken.
- Nog 1 keer alles goed nakijken en bewerken.
- Werkstuk inleveren.



Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 1a

Deelvraag 1a

Hoe zag het leven van Hitler eruit?

Op 20 april 1889 werd Adolf Hitler geboren in het dorpje Braunau am Inn in Oostenrijk, net over de Duitse grens. Zijn vader, Alois, die was geboren in 1837, was de onechtelijke zoon van Maria Anna Schicklgruber en een onbekende vader. Sommigen denken dat de grootvader van Hitler een Jood is geweest, omdat zijn grootmoeder als kokkin werkte in een rijk Joods gezin. Maar het is nooit helemaal duidelijk geworden wie nou de echte grootvader van Hitler is geweest.

Klara had voor Adolf al drie andere kinderen gebaard die tot haar grote spijt allemaal vroegtijdig overleden.
Toen Adolf zes was ging hij voor de eerste maal naar school, dit was een basisschool in de buurt van Linz in het noordoosten van Oostenrijk. Datzelfde jaar stopte zijn vader met werken en ging met pensioen. Dit had als gevolg dat er opeens veel meer controle op zijn leventje kwam. Dit had tot gevolg dat in zijn latere leven Hitler een hartgrondige hekel had aan autoritaire controle, niemand moest commentaar op hem hebben. Adolfs oudere broer Alois die toen dertien was, was meestal het mikpunt van zijn vaders bevelen en agressie. Na menige klappen en andere vormen van agressie van de vader die gericht waren tegen de jonge Alois, had deze er op zijn veertiende schoongenoeg van en ging uit huis. Nu was het de zevenjarige Adolfs beurt om geterroriseerd te worden. Omdat de vader zeer onrustig was door zijn pensioen verhuisde de familie veel.
Toen hij een jaar of acht was gingen ze in Lambach wonen. In dit dorp ging Adolf naar een kloosterschool. Hitler was een goede leerling en zelfs lid van het jongenskoor. De priesters bewonderden hem enorm en hij heeft twee jaar lang serieus overwogen om zelf priester te worden.
Hitler las ook heel veel, met name cowboyverhalen.
Toen het einde van zijn basisschooltijd in zicht kwam, moest Hitler kiezen wat voor vervolgopleiding hij wilde gaan doen. Hij kon kiezen tussen een klassieke of een technische opleiding. Gedwongen door zijn vader, die wilde dat de jonge Hitler in zijn voetsporen zou treden, moest Adolf verplicht naar de technische school in Linz in september 1900. Hitler zelf had echter altijd gedroomd van een carrière als beroemde kunstenaar en beschouwde zichzelf ook als een talent op dit gebied.
De eerste paar jaren op deze opleiding deed Hitler het vrij slecht. In zijn tweede jaar aan de technische hogeschool kwam er een andere interesse van Hitler bovendrijven; het Duits nationalisme. Hoewel hij van oorsprong Oostenrijker was voelde hij zich meer aangetrokken tot de Duitse monarch dan tot de monarch van Oostenrijk, ook zongen Hitler en zijn vrienden niet het Oostenrijkse volkslied maar het Duitse, “Deutschland Uber Alles”. Ook gebruikten ze als groet het Duitse “Heil”.
Deze voorliefde voor Duitsland is onder andere te verklaren door de voorliefde van zijn vader voor het Oostenrijks Habsburgse Huis. Hitler deed dat om zich af te zetten tegen zijn vader. Ook voelde Hitler grote bewondering voor belangrijke personen uit het Duitse roemruchte verleden, zoals Bismarck, Frederik de Grote en Siegfried uit “Das Niebelungenlied”.
In 1903 overleed de vader van Hitler, waarmee hij Adolf achterliet als hoofd van het gezin op 13-jarige leeftijd.
Hoewel dit er ook voor zorgde dat Hitler nu zelf kon kiezen wat voor opleiding hij wilde volgen, bleef hij toch zijn opleiding aan de Technische school volgen. Voor het gemak ging hij intern bij de school.
Omdat hij door zijn slechte cijfers besefte dat het hem niet zou lukken de opleiding te voltooien ging hij zich steeds slechter gedragen. Dit bleek onder andere uit nare streken en grappen die hij uithaalde bij de docenten die hij steeds meer begon te verachten. Deze grappen maakten hem ongeliefd bij de docenten maar des te meer geliefd bij zijn medeleerlingen. De enige docent die zijn respect en zijn interesse wist te behouden was zijn geschiedenisdocent. Deze deed ook zijn interesse voor het Duitse nationalisme toenemen.
In de zomer van 1904 verliet Hitler de middelbare school in Linz. In september van datzelfde jaar ging hij naar een andere school in Steyr. Dit jaar zou Hitler overgaan als hij een speciaal examen maakte. Dit lukte niet wegens een bloedlong, een kwaal die hij geërfd had. In september 1905 ging hij over.
Door zijn slechte gezondheid maakte hij de school niet af en verliet deze op 16-jarige leeftijd.
Nadat hij school verliet in 1905 deed hij helemaal niets meer.
Zijn geduldig moeder probeerde hem zo ver te krijgen dat hij een vak ging leren of een baan ging zoeken. Maar Hitler walgde van het idee dat hij een andere autoriteit dagelijks zou moeten gehoorzamen.
Zo langzamerhand werd Hitler steeds verder vervuld van een zekere trots op het Duitse ras, een trots die samenging met een afkeer van alle niet Duitse rassen.
Toen hij voor het eerst naar Wenen ging groeide zijn interesse voor architectuur gigantisch en besloot hij omdat hij wel aardig kon tekenen toe te treden tot de prestigieuze Weense academie voor verfijnde kunsten. Hij werd tot twee keer toe afgewezen. Dit zorgde er voor dat Hitler zeer depressief werd. Hij keerde toen terug naar zijn ouderlijk huis waar hij een aan borstkanker stervende moeder aantrof. Door zijn wil om kunstenaar te worden joeg Hitler langzaam zijn erfenis er doorheen, hij eindigde uiteindelijk als een straatarm gebroken man die een zwerversbestaan leed. Dit miserabele bestaan heeft zijn ideeën over de politiek en rassen sterk beïnvloedt, wat immense gevolgen zou hebben voor de toekomst.

In 1909 en 1910 begon Hitler de politiek in Oostenrijk te volgen waardoor hij meer verstand kreeg van de gang van zaken in de politiek. Toen hij in 1919, voor het eerst echt in contact kwam met de politiek kreeg hij al meteen een hekel aan de sociaal democratische partij. Hij ging voorzichtig met die haat om zodat hij kon uitpluizen hoe de partij aan zo’n groot succes was gekomen. Hij kwam tot de conclusie dat ze drie punten hadden gebruikt die hun naar de top hadden geleid;

1. Ze konden een massabeweging in het leven roepen, zonder dat was elke politieke partij nutteloos
2. Ze hadden ontdekt hoe je de propaganda onder de mensen moest brengen zodat ze het aannamen
3. Ze kenden het gebruik van de geestelijk en fysieke terreur
Later heeft Hitler zich aangemeld als vrijwilliger bij het Duitse leger. Hij werd niet meer dan korporaal, omdat hij zo’n lage opleiding had.
In 1918, toen Duitsland zich overgaf, lag Hitler bijna blind in het ziekenhuis na een gas vergiftiging.
Toen de oorlog was afgelopen kreeg Duitsland de schuld van de oorlog. Hierdoor voelde Hitler zich aangevallen door de Fransen en hij zou zich wreken. Hij voelde zich zo aangevallen omdat de democraten na de eerste wereldoorlog de macht overnamen van de keizer, Willem de Tweede, en zij zorgden voor een wapenstilstand.
Dit kwam bij Hitler over als verraad.

Na de oorlog besloot Hitler zich echt met de politiek te gaan bemoeien. Hij sloot zich aan bij een kleine partij, de partij van Anton Drexler, de Deutsche Arbeiter Partij (DAP). Hij dacht eigenlijk dat het niets voorstelde, maar toch bleef hij bij de partij en dit was niet zonder succes.
In 1920 nam Hitler de propaganda op zich. Hij gebruikte daarvoor ook de drie punten van de sociaal democratische partij. Hij stelde een 25-punten programma op, om zo meer mensen naar de partij te lokken. Maar veel van de punten waren al lang vergeten toen de partij ook daadwerkelijk aan de macht kwam. In de punten had Hitler zijn ideeën verwerkt. Zoals in punt 2 dat eiste dat het verdrag van Versailles en St.Germain nietig werden verklaard. En in punt 13 verlangde hij dat de winsten van de industrie met de staat moesten worden gedeeld.
Duitsland moest ontzettend veel geld betalen vanwege de eerste wereldoorlog, terwijl ze zelf al zo arm waren. Hierdoor was het vertrouwen in de Duitse economie helemaal verdwenen. De bevolking gaf de regering de schuld.
Dit was een ideale tijd voor Hitler. Hij maakte leuzen en ging die inhoud geven. Er gingen zich kleine nietszeggende partijen samen mengen tot de zogenaamde Arbeidsgemeinschaft der Vaterländischen Kampfverbände. Hitler was de leider. Iets later kwamen er nog meer partijen bij en werden ze de Deutscher Kampfbund. Hierbij was Hitler één van de drie leiders.
Hij was zo ver gekomen doordat hij venijnige redevoering had gehouden bij een massabijeenkomst. Hun doel was de republiek omver werpen en het verdrag van Versailles te verscheuren.
Op 26 september 1923 kondigde kanselier Streseman het einde van het lijdelijk verzet in het Ruhrgebied aan. Er kwam een noodtoestand in Duitsland. Beieren weigerde Berlijn te gehoorzamen. Ze vonden dat zij geen noodtoestand hadden. Hitler en zijn partijkrant had erg veel kritiek op de regering. Hitler moest hem afschaffen, maar dat deed hij niet. Al zijn volgelingen wilde actie, maar Hitler moest voorzichtig zijn, hij wilde zoveel mogelijk belangrijke mensen voor zich winnen, desnoods onder bedreiging, maar deze hadden geen invloed. Hitler kon glashard liegen en vaak met succes. Hij beweerde bijvoorbeeld dat de hele regering van Beieren was afgezet en de Berlijnse regering ook, en er moest dus snel een nationale regering benoemd worden.
Maar toen Hitler een gevecht moest sussen en de zaal overdroeg aan Ludendorff, maakte hij een grote fout. Volgens Ludendorff zou geen enkele Duitse soldaat vuren op zijn oude regeringsleiders.
Hitler werd gezocht wegens een staatsgreep die hij voorbereidde tegen de Beierse regering. Hitler wilde de Beierse regering afzetten. De staatsgreep mislukte. Hitler werd opgepakt en moest naar de gevangenis.

In de gevangenis heeft Hitler al zijn ideeën opgeschreven in zijn boek; Mein Kampf.
Hitler heeft nog geen jaar in de gevangenis gezeten, terwijl hij 5 jaar verdiende.
Toen hij uit de gevangenis kwam heeft hij het tweede deel van zijn boek geschreven, doordat het boek uit kwam maakte hem dit minder financieel afhankelijk.

2. Dictatuur.
Om Duitsland weer tot een groot en machtig land te maken, was maar 1 leider nodig. Dat was natuurlijk Hitler zelf. Het hele volk moest achter hem staan. Als mensen het niet met de leider eens waren, worden ze vermoord of opgepakt. Er mocht maar op 1 partij gestemd worden, de NSDAP.

Hij moest nu de partij weer opnieuw opbouwen.
Toen het in 1929 in heel de wereld erg slecht ging met de economie, maakte Hitler hier goed gebruik van. Hitler wilde de macht wel krijgen volgens de grondwettelijke regels. Hitler maakte gebruik van tijd, want in de jaren ’30 zag hij het Duitse volk weer wegzinken in de wanhoop en hier speelde hij handig op in. Hij beloofde de Duitsers weer brood op de plank en op 14 september 1930 de op één na grootste partij van Duitsland.

Hitler had bij het vervullen van zijn plan wel het leger en de grootindustriëlen en financiers nodig.
Hitler sprak zo op de legerofficieren in zodat die met hem mee gingen werken. De legerofficieren konden nu eindelijk het vernederende verdrag van Versailles afwerpen.
De financiële wereld dacht; als we Hitler nou veel geld doneren, zal hij ons erg dankbaar zijn en zal hij, als hij aan de macht is, vast wel onze wensen toestemmen.
Deze rijke mensen hebben Hitler geholpen aan de macht te komen.
Hitler hield het volk voor de gek, want hij moest wel laten zien dat hij een echte socialist was en een hekel had aan geldbaronnen, omdat het volk anders niet meer op hem zou stemmen en hij de macht die hij wilde hebben wel kon vergeten.
Hitler beloofde de mensen een oplossing te geven voor alle ellende, armoede en werkeloosheid. Hij zorgde voor allerlei grote projecten. Hiernaast geeft hij de eerste aanzet tot het aanleggen van veel Duitse wegen. Veel werkelozen konden nu weer aan de slag gaan, met een schop in de hand. Er kwamen veel fabrieken die oorlogsspullen maakten, zoals tankers, vliegtuigen, bommen en andere wapens. Het geld om de mensen te betalen, leende hij veel in het buitenland. Op deze slimme manier wist hij wapens te maken van het geld van zijn toekomstige vijanden. En Duitsland had nu een flinke wapenvoorsprong. Toen de Tweede Wereldoorlog begon in september 1939 hadden de Duitsers het beste leger van de wereld.
Duitse vrouwen moesten volgens Hitler zorgen voor veel kinderen. Hij vertelde er natuurlijk niet bij dat hij die kinderen later kon inzetten in een wereldoorlog.

Gezinnen met veel kinderen kregen meer geld van de regering, dus veel vrouwen namen veel kinderen. In 1935 maakte Hitler een wet, die er voor zorgde, dat Duitse vrouwen alleen maar met echte Duitse mannen mochten trouwen. "Het Germaanse ras moet zuiver blijven", zei Hitler. "Er mogen geen kwade joodse invloeden zich mengen met het Arische ras."
De krant en de radio en de grote optochten maakten van Hitler een echte held. Hij had zijn woord gehouden en had de werkeloosheid opgelost. Het ging weer goed met Duitsland. Zelfs de andere landen in Europa, zoals Engeland en Frankrijk, hadden bijna niets in de gaten.

Hitler gebruikte ook de bioscoop om de mensen te beïnvloeden. Er was bijvoorbeeld een film die “de eeuwige jood” heette. De gezichten van de joden waren zo afgebeeld dat ze net misdadigers leken. In de film werden veel leugens verteld, maar de film was iets nieuws. Het bestond nog niet zo lang. Bijna alle mensen geloofden alles wat ze in de bioscoop zagen. Ook de geschiedenis werd herschreven. De Duitsers waren plotseling niet de schuldigen van de Eerste Wereldoorlog, maar Frankrijk.
Het Russische leger (het Rode leger) was in 1945 al in de Duitse hoofdstad Berlijn gekomen. Er werd zwaar gevochten. Veel Duitse steden werden gebombardeerd door de Geallieerden. Maar nog steeds gaf Hitler zich niet over. Hij verstopte zich in een bunker onder het Rijksdaggebouw. Vanuit dat gebouw werd heel Duitsland bestuurd. Ook Goebbels, de minister van propaganda (reclame), verstopt zich daar met zijn vrouw en 6 kinderen.

Terwijl de Russische soldaten al in Berlijn zijn, stuurt Hitler nog deze jonge kinderen als soldaat de oorlog in. Volkomen zinloos. Inmiddels had Hitler al zijn eigen besluit

De Russen waren inmiddels al gaan zoeken waar Hitler zich verstopt had. Ze wisten nog niet dat hij al dood was. Ze vonden eerst het verbrande lijk van Goebbels. Ook z'n vrouw en de 6 kinderen waren dood. Vlakbij werd een lijk gevonden die op Hitler leek. Het was hem niet, maar de Russen vertelden aan de hele wereld dat ze het lijk van Hitler gevonden hadden. Maar 3 dagen later bleek het niet waar te zijn.
Een paar dagen later vond men 2 verbrande lijken. Een man en een vrouw. De Russische leider Stalin liet in het geheim de lijken onderzoeken. Het waren de lichamen van Hitler en zijn vrouw. Hij vertelde niets aan de wereld. De lijken moesten stiekem uit het gebied worden gesmokkeld. De doodsoorzaak was een cyaankalipil. Ook had iemand Hitler na zijn dood nog door het hoofd geschoten. In de periode van 1945 tot 1970 werden de lijken 7 keer begraven. Niemand wist het. In 1970 besloten de Russen om de lijken helemaal te vernietigen. Op 4 april van dat jaar besloot de Russische geheime dienst (geheime politie) de beenderen van Hitler op te graven bij het plaatsje Maagdenburg. Daarna werd het lijk verbrand en werd de as in een riviertje (de Ehle) gegooid, bij het plaatsje Biederitz. De Russen waren bang dat het lichaam van Hitler ooit eens ontdekt werd. Er zijn helaas nog steeds mensen die in Hitlers ideeën geloven. We noemen die Neonazi's. De Russen waren bang dat die Neonazi’s misschien Hitler gingen vereren als een soort god. Daarom hebben ze besloten het lichaam van Hitler te verbranden tot as. Alleen de kaak en een deel van Hitlers schedel liggen nog in archieven in Moskou.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 1b

Deelvraag 1B

Hoe zag het leven van Stalin eruit?

Jozef Vissarionovich Dzhugashvili, werd op 21 december 1879 geboren in Gori.
Het is bekend dat er veel ruzies waren en dat er in dit gezin ook zeer vaak klappen vielen. Stalin werd vaak geslagen door zijn vader, die vaak dronken was. In tegenstelling tot de haat die hij had voor zijn vader, had hij een grote bewondering voor zijn moeder die omdat haar eerdere zonen overleden waren haar als enige overgebleven zoon koesterde en goed verzorgde.
Het was uiteindelijk ook Yekatarina die er voor zorgde dat Jozef de opleiding ging volgen om priester te worden. De vader van Stalin overleed in 1890 in een dronken bui. Maar ook dit is niet helemaal zeker omdat er een proces-verbaal is waarin er in 1909 naar de vader verwezen wordt. Zijn moeder werd veel ouder dan Vissarion, zij stierf namelijk in 1936 en was daarmee rond de tachtig.
Toen Stalin acht was ging hij in 1888 beginnen met het bezoeken van de basisschool in Gori. Hij was toen een niet al te grote jongen met duidelijke Georgische gelaatstrekken en een geteisterde huid vanwege een bijna dodelijke aanval van pokken, door een heleboel andere vormen van pech, zijn lengte was bijvoorbeeld voor hem een kwelling (1.64m). Later liep hij op schoenen met hoge hakken en tijdens het afnemen van parades stond hij op een stenen verhoging. Door een infectie was z'n linkerarm wat korter dan de rechterarm en mogelijk enigszins verlamd ook had hij last gehad van bloedvergiftigingen, en hij was ooit eens overreden door een wagen.
In plaats van dat Stalin zich door deze misvormingen en dit soort lichamelijke problemen liet pesten was het zo dat Stalin degene was die de mensen pestte. Maar dit was niet zijn enige lol in het leven, Stalin was ook een groot lezer.

In een boekwinkel in Gori kon hij boeken krijgen die door de school autoriteiten verboden waren. Dit waren met name werken van Georgische schrijvers, in één van deze boeken kwam het romantische en wraakzuchtige karakter Koba voor. Nadat hij het boek uit had was hij zo gek op dit karakter dat hij zijn vrienden dwong om hem zo te noemen.

Toen in 1890 ook in Georgië het Russisch als de officiële taal werd ingevoerd werden Stalin en zijn vrienden op school gedwongen in het Russisch te praten en opdrachten te ontvangen.

Nadat Stalin klaar was met de basisschool in Gori, die hij vrij makkelijk had weten te doorlopen, ging het Orthodox Theologisch Seminarium van Tiflis. Deze school maakte hij niet af want hij werd in 1899 van de school afgestuurd, een jaar voordat hij klaar was met deze zware studie. Toen hij in 1894 dus naar Tiflis verhuisde betekende dit een groot keerpunt in het leven van onze jonge dictator. Hij kwam van een kleine stad op het open platteland te wonen in de hoofdstad van de Kaukasische republieken waar hij kennismaakte met allerlei culturen die er waren in dat land.
Deze theologische school waar Stalin terechtkwam was er een met een zeer streng regime, zo mochten er geen krant gelezen worden en veel boeken waren ook uit den boze.
Deze regels hebben er ook voor gezorgd dat Stalin vaak in de problemen kwam omdat hij veel van de boeken die uitgebannen waren wel las. De monniken vreesden hun pupillen zo dat zij al deze regels invoerden om te voorkomen dat zij gingen rebelleren tegen hen.
In 1894 ging Stalin bij een Marxistische jongerengroep, die begeleid werd door een van de oudere studenten. Maar zelfs tegen deze rebellerende jongeren groep rebelleerde hij. Hij richtte namelijk zijn eigen groep op die hij domineerde en waarin hij een verdeel en heers tactiek in toepaste. Van alle revolutionaire ideologieën die er in die tijd in omloop waren voelde Stalin zich het meest aangetrokken tot het Marxisme.
In 1898 werd de voorloper van de latere Communistische Partij gesticht, de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij. Dit jaar werd Stalin toen hij nog seminarist (Priester in Opleiding) was lid van een lokale marxistisch groepering (Mesame Dasi Groep 3) die geleid werd door een ex-seminarist.

In 1899 werd hij wegens opstandig gedrag van het klooster verwijderd. Sindsdien was hij illegaal werkzaam als beroepsrevolutionair en zette hij zich in voor de politieke bewustwording van arbeiders in Transkaukasië. Verscheidene malen werd hij gearresteerd en verbannen, maar steeds wist hij te ontsnappen.

In 1904 sloot hij zich, onder de indruk van de pers belangstelling van Lenin, aan bij de fractie van de bolsjeviki .In Tammerfors (1905) en Stockholm (1906) maakte hij persoonlijk kennis met Lenin. Lenin waardeerde Stalins strijdlust en praktische kennis van de niet-Russische volken. Door Lenins toedoen kwam Stalin in 1912 naar Wenen. Hij schreef er, met hulp van Boecharin, een werk over het nationale vraagstuk. In hetzelfde jaar zorgde Lenin ervoor dat Stalin op de partijconferentie te Praag tot lid van het Centraal Comité werd gekozen. Toen hij in Rusland terugkwam, werd Stalin in 1913 door de autoriteiten gevangen gezet en verbannen naar Siberië. Na de februarirevolutie van 1917 kon hij naar St.-Petersburg terugkeren, waar hij na de aankomst van Lenin diens radicale koers volgde.
Van groot belang voor Stalins carrière was zijn benoeming tot secretaris-generaal van de partij op het 11de partijcongres (april 1922). Lenin wilde dat Stalin in de gelederen van de bolsjeviki met harde hand de discipline zou herstellen. Stalin benutte echter de sleutelpositie van secretaris-generaal vooral om zijn eigen invloed in de partij te versterken. Nog vóór Lenins dood (januari 1924) had Stalin met Zinovjev en Kamenev een driemanschap gevormd, dat in de eerste plaats verhinderen wilde dat de dwarsligger Trotski aan de macht zou komen.

Na 1924 werd Stalin de machtigste man in de Sovjet-Unie. In de strijd om de oriëntatie van de communistische beweging in de jaren twintig nam Stalin resoluut stelling tegen de opvatting van Trotski, door de stelling van het socialisme in één land te verkondigen (1925). Hierdoor raakten ook Zinovjev en Kamenev van Stalin vervreemdt; na hun nederlaag op het door Stalin naar zijn wil gemaakte 14de partijcongres verenigden zij zich met de inmiddels al van alle macht beroofde Trotski in de zogenaamde verenigde linkse oppositie, die Stalin echter met hulp van de rechterpartijvleugel onder leiding van Boecharin binnen twee jaar tot zwijgen wist te brengen.
Bij de viering van de tiende verjaardag van het sovjetbewind in 1927 trad Stalin reeds als de algemeen erkende partijleider op.

Zijn beslissing de Sovjet-Unie in versneld tempo te industrialiseren en de landbouw te collectiviseren - twee doelstellingen waarvoor juist zijn verslagen linkse tegenstanders jarenlang hadden gepleit - vervreemdde hem in 1928 van de rechtervleugel (Boecharin, Rykov, Tomski), die de gematigde koers wilde voortzetten. Stap voor stap werden vervolgens de rechtse politici, die geen openlijke oppositie aandurfden, uitgeschakeld, totdat zij, gedwongen, in een vernederende zelfkritiek hun ongelijk bekenden. De wijze waarop Stalin in het begin van de jaren dertig de herstructurering van de economie doordreef, heeft miljoenen mensenlevens gekost.
Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog zorgde Stalin voor een verrassende wending, toen hij samen met zijn rechterhand, Molotov, een vriendschapspact met het nationaal-socialistische Duitsland sloot. De voordelen die dit verdrag bood, werden door Stalin zonder pardon benut: aanzienlijke gebiedsuitbreiding ten koste van zwakkere buurlanden. Stalin, die geen gevaar van Duitse zijde duchtte, werd verrast door de Duitse inval van 22 juni 1941. Na grote verliezen gedurende de eerste oorlogsmaanden als gevolg van de zwakke Sovjetdefensie, slaagde hij erin de kans te doen keren. Zowel op diplomatiek als op militair gebied droeg Stalin in doorslaggevende mate bij tot de grote successen in de slotfase van de oorlog.

Met name in het topoverleg met andere geallieerde leiders toonde hij zich een meester in het doorzetten van eigen doelstellingen.
Aan het eind van de oorlog genoot Stalin als staatsman een enorm aanzien in binnen en buitenland.
Zijn leiderschap had hij benadrukt door de aanvaarding van nieuwe ambten, titels en onderscheidingen (voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen, minister-president, hoofd van het Opperste Defensiecomité, maarschalk en generalissimus van het Rode Leger). Zijn ambitieuze buitenlandse politiek en de enorme problemen rond de naoorlogse wederopbouw hadden tot gevolg dat hij een strak binnenlands beleid voerde.
In het Kremlin leidde hij een vereenzaamd leven temidden van een gesloten kring van medewerkers, die door intriges was verziekt. Regelmatig vonden zuiveringen plaats, ook onder de hooggeplaatste mensen. Zijn oude medewerkers van het Politbureau vertrouwden Stalin niet meer en hij regeerde dan ook autocratisch via zijn persoonlijk secretariaat, dat geleid werd door generaal Poskrebysjev.

Tot aan het eind van zijn leven was het politieregime hard. Afwijkende meningen en gedragingen werden vervolgd en bovendien werd de bevolking gedwongen Stalin met Byzantijns eerbetoon te eren. Onder onduidelijke omstandigheden overleed Stalin op 5 maart 1953, volgens officiële berichten aan een hersenbloeding.
Toch is dit niet helemaal duidelijk; in een krantenknipsel uit de Rijn en Gouwe van dinsdag 25 februari 2003 staat dat de dictator een dodelijke injectie heeft gekregen om een nieuwe wereldoorlog te voorkomen. Hij wist namelijk bijna al zeker dat ze de oorlog tegen Amerika niet zouden winnen, omdat Rusland te arm was.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Conclusie Deelvraag 1

Conclusie deelvraag 1

Overeenkomsten en verschillen

Overeenkomsten:

· Beide bewindslieden hadden ouders die niet van origine uit het land kwamen waar ze later alleenheerser zouden gaan spelen
· Beiden hadden een vader die er niet voor terugdeinsde geweld te gebruiken in de opvoeding.
· Beiden verloren hun vaders al op vroege leeftijd.
· Beiden hielden van het lezen van boeken en leefden zich ook in bijna beangstigende mate in, in de karakters die voor kwamen in wat zij lazen.
· Ook hadden Hitler en Stalin een gruwelijke hekel aan school en op een of andere manier volgde daaruit dat zij ook een hekel hadden aan autoriteiten die controle op hen uitoefenden in de rest van hun leven.
· Beide alleenheersers waren of aangetrokken door de kerk of hadden zelfs een gedeeltelijke opleiding aan een kerkelijke instelling genoten.
· Beiden stopten met hun middelbare schoolopleiding in het jaar dat ze het af zouden ronden.
· In tegenstelling tot de vaders waren de moeders absoluut gek op hun kinderen.

Verschillen:

· Hitler kwam in tegenstelling tot Stalin uit een niet al te arm gezin.
· Hitler was een stuk jonger dan Stalin.
· Hitler is veel meer verhuisd dan Stalin in zijn jeugd.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 2A

Deelvraag 2a

Hoe kwam Hitler aan de macht

Het begon allemaal met de staatsgreep die in 1923 door de in het begin van de jaren 20’opgerichte NSDAP in Munchen werd gepleegd. Dit was de eerste bekendheid die de NSDAP verkreeg. Het leek toen alsof de NSDAP zou ophouden te bestaan omdat haar leiders veroordeeld werden tot gevangenisstraf. Hitler kwam in 1925 vrij en begon toen met het opbouwen van zijn eigen NSDAP. Hij had nu ook besloten op een wettige wijze de macht te verkrijgen. Dit wilde hij doen door een meerderheid in de Rijksdag te krijgen. Dit betekende dat de NSDAP niet alleen meer een Beierse partij meer zou zijn, maar dat deze in heel Duitsland ging opereren. In de jaren van economische voorspoed (1924-1928) ging het nog niet goed met de NSDAP. Bij de verkiezingen in 1928 namelijk behaalde Hitler met zijn partij maar 2,6 procent van de stemmen. In 1929 ontstond de mondiale economische crisis die Duitsland nog veel harder raakte dan de rest van de wereld. In 1930 waren er door het uiteenvallen van het kabinet weer verkiezingen. In deze verkiezingen kreeg de NSDAP omdat ze veel beloofde en omdat ze alles met veel meer vuur bracht dan de conservatieven een groot deel van de stemmen. Ze ging opeens van 12 naar 107 zetels. Opeens begonnen de leiders van de conservatieven rekening te houden met Hitler. Ze hoopten namelijk met zijn steun een einde te maken aan de democratische grondwet van de republiek van Weimar. Toen von Hindenburg (de Rijkspresident in die tijd) Bruning ontsloeg als Rijkskanselier en hem verving door de conservatief von Papen. Von Papen, die dacht dat hij het slim aanpakte, schreef in 1932 nieuwe verkiezingen uit waarmee hij Hitler in feite aan de macht hielp. Want Hitler en zijn NSDAP behaalde 37% van de stemmen wat betekende dat zij 230 zetels hadden. Hierdoor waren zij zonder twijfel de grootste partij in de Rijksdag. Op grond van deze overweldigende meerderheid in de Rijksdag eiste Hitler het Rijkskanselierschap op. Von Papen formeerde toen een kabinet waarin de conservatieven een absolute meerderheid hadden. De verhouding was twee nationaal-socialisten en Hitler als Kanselier tegen zeven conservatieven.
Wat ook meehielp in de zegetocht van Hitler naar de macht was dat in de nacht van 27 februari door een vermeende Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, de Rijksdag (het gebouw) in brand gestoken werd. Dit gaf Hitler namelijk de gelegenheid de communisten buiten spel te zetten. Dit deed hij door in dezelfde nacht en de daarop volgende dagen vele communistische leiders door de politie en de SA op te laten pakken.

Op 5 maart 1933 werd de nieuwe Rijksdag gekozen. De NSDAP haalde 44%, de conservatieven 8% van de zetels. Dit zorgde ervoor dat de conservatieven samen met de NSDAP een absolute meerderheid had. Maar weer had Hitler andere plannen, want hij wilde van niet of niemand afhankelijk zijn. Hij liet zich daarom door de Rijksdag machtigen, door de befaamde machtigingswet, om als een soort alleenheerser op te kunnen treden. Door deze machtigingswet kon Hitler zonder problemen de andere partijen en de vakbonden uitschakelen, waardoor Hitler en zijn partij de enigen met macht in Duitsland waren. Zijn laatste zet voor de absolute macht was het aan zich verbinden van het leger door een eed, en het kortwieken van de macht van de SA. Dit gebeurde in 1934.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 2B

Deelvraag 2b

Hoe kwam Stalin aan de macht?

Het aan de macht komen van Stalin gebeurde zeer geleidelijk. Want eerst kwam de communistische partij aan de macht, met Lenin, en daarna volgde Stalin Lenin op.

In 1899 werd Stalin door opstandig gedrag uit het klooster verwijderd. Sinds die tijd is hij illegaal werkzaam geweest als beroepsrevolutionair en zette hij zich in voor arbeiders in Transkaukasië. Hij werd enkele keren gearresteerd en verbannen maar iedere keer wist hij te ontsnappen. In 1904 sloot hij zich aan bij de fractie van bolsjewiek. In 1905 maakte hij kennis met Lenin. Lenin waardeerde Stalins strijdlust en praktische kennis over de niet-Russische volkeren.
Deze verliezen deden de burgers oproepen tot een einde maken aan de oorlog, deze oproep mondde uit in een gigantische algemene staking. Uiteindelijk ging alles en iedereen muiten. Omdat noch de regering noch de Tsaar hier iets aan deed besloot de Doema streng in te grijpen. Dit leidde tot de val van de toenmalige regering en tot het aftreden van de Tsaar (de februarirevolutie). Toen kwam er een voorlopige regering aan de macht die geleid zou worden door Alexander Kerenski. Eigenlijk was dit allemaal, de oproer onder de bevolking, om er voor te zorgen dat de oorlog beëindigd zou worden, maar toen het puntje bij paaltje kwam bleek de voorlopige regering niet in staat de oorlog te beëindigen, dit kwam door de vrees voor wraak van de kant van de geallieerden. Tijdens de februarirevolutie vormden de Bolsjewieken (hier waren Stalin en Lenin lid van) maar een hele kleine minderheid. Dit was het gevolg van het naar Siberië sturen van het grootste deel van hun leiders. De andere leiders bevonden zich verder in het buitenland. Lenin was zo iemand die zich in het buitenland bevond, Zwitserland, hij werd uiteindelijk door de Duitsers Rusland in gesmokkeld omdat ze dachten dat Lenin zijn wil, wel bij de Bolsjewieken kon doordrukken en daarna met hen de macht kon grijpen.
Lenin was verder ook van mening dat het niet zo zou zijn dat de Bolsjewieken samen met andere partijen aan de macht zouden komen, maar ze moesten zonder hulp van anderen de macht zien te verzamelen. Vanaf het moment dat Lenin zijn wil had doorgedrukt bij de Bolsjewieken begonnen deze heel druk campagne te voeren en leden te werven.

In oktober 1917 vond Lenin dat de Bolsjewieken nu sterk genoeg waren om de macht te kunnen grijpen. Maar weer lukte het Lenin zijn mening door te drukken bij de Bolsjewieken en zo begon in de vroege ochtend van 7 november 1917 de oktoberrevolutie. De revolutie slaagde en één dag later vormden de Bolsjewieken een nieuwe regering. In deze regering werd Lenin voorzitter, werd Trotski Volkscommissaris van Buitenlandse zaken en werd Stalin Volkscommissaris voor Nationaliteiten. De regering die gevallen was had in hun periode nog wel een verkiezing uitgeschreven voor 25 november 1917. Deze verkiezingen werden keurig door de Bolsjewieken gehouden, maar ze deden er helemaal niets mee.
Dit mislukte en in 1920 was de Russische burgeroorlog afgelopen. In de revolutie van oktober waren er een aantal staten, die van origine niet Russisch waren, die probeerden zelfstandig te worden. Maar mede dankzij Stalin is dat uiteindelijk niet gebeurd. Toen is er wat leiding betreft een vrij rustige periode geweest als men kijkt naar de leiding in de communistische partij, deze periode stopte toen Lenin overleed. De meeste mensen in de communistische partij gingen er vanuit dat het Trotski zou zijn die Lenin op zou volgen. Dit bleek uiteindelijk een misvatting te zijn want het was uiteindelijk Stalin die binnen de Partij de macht wist te veroveren. In 1929 was de oorlog binnen de partij uitgewoed en zat Stalin op de troon.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Conclusie Deelvraag 2

Conclusie deelvraag 2

De overeenkomsten en verschillen

Overeenkomsten:
· Beide hebben geprobeerd door middel van een revolutie aan de macht te komen.
· Beiden kwamen op relatief jonge leeftijd aan de macht.
· Toen ze aan de macht kwamen hadden beiden een sterke partij waarop zij terug konden vallen.

Verschillen:
· Bij Hitler lukte de Revolutie niet, maar bij Stalin wel.
· Stalin was de opvolger van een sterk persoon, terwijl Hitler juist die eerste sterke persoon was.
· Hitler gebruikte terreur bij het aan de macht komen terwijl Stalin alleen als een echte politicus door zijn partij heen manoeuvreerde.
· Voor het aan de macht komen van Stalin heeft hij eerst binnen een regering andere functies bekleed, terwijl Hitler meteen de hoogste functie wist te bemachtigen.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 3a

Deelvraag 3a

Wat was het doel van Hitler?

Het doel van Adolf Hitler is voor het grootste deel gevormd in de jaren dat hij in Wenen verbleef. Tijdens de verdere loop van zijn leven is hier bijna niks meer aan veranderd.

Allereerst voelde Hitler zich met geen enkele democratische instelling verbonden. Het vrije woord, een vrije pers of volksvertegenwoordiging, hij vond het allemaal onzin. In het begin van zijn verblijf in Wenen had hij soms zittingen van de Reichsrat, bijgewoond. Zoals hij in zijn boek “Mein Kampf” zegt: ”De parlementaire democratie verlaagt regeren tot politiek geknoei, verheft het middelmatige en staat vijandig tegenover het leiderschap, moedigt het ontlopen van verantwoordelijkheid aan en offert het nemen van beslissingen op aan geschipper tussen de partijen onderling. De meerderheid vertegenwoordigt niet alleen de onwetendheid, maar ook de lafheid…. De meerderheid kan nooit de mens vervangen.”
Hitler had een diepgewortelde minachting voor deze vorm van regeren.
Hitler vond dus dat het democratische stelsel direct moest worden verbannen uit de staat.

Iets anders waar Hitler het niet mee eens was, was het geloven in de gelijkheid der rassen. Hij vond dit nog erger dan het geloven in de gelijkheid van het individu. Daar kon hij nog enige logica in zien, maar gelijkheid der rassen vond hij absoluut van de gekken. Volgens Hitler dienden de Duitsers het Keizerrijk te regeren, althans het Oostenrijkse gedeelte, met een autoritair en gecentraliseerd bestuur; er moest een officiële taal zijn, het Duits, en scholen en universiteiten moesten “een gevoel van gemeenschappelijke burgerzin” uitdragen. Er moest dus overal sprake zijn van Verduitsing. Het vertegenwoordigend lichaam, de Reichsrat, waarin de Duitsers (toen slechts 35 procent van de Oostenrijkse bevolking) voortdurend in de minderheid waren, moest afgeschaft worden.

Bij verre het bekendste deel van Hitlers ideeën zijn de antisemitische ideeën. Antisemitisme was in die tijd niets nieuws. Hitler haalde dit slechts uit allerlei pamfletten en brochures die verspreid werden in de tijd dat hij in Wenen leefde, toen hij toe wilde treden tot de Academie van Schone Kunsten.
In alle pagina’s die Hitler in “Mein Kampf” aan de joden wijdde, staan geen feiten in om zijn dolle beschuldigingen tegen de joden te bewijzen. Hitler zag een jood als een grijnslachende, glurende van helse krachten voorziene duivel; de incarnatie van het boze. Alles wat Hitler haatte en vreesde projecteerde hij op de joden, waardoor dit Hitlers zondebokken werden. Hitler stelde deze zich in een minderheidspositie bevindende bevolkingsgroep voor alle problemen en andere slechte zaken in de wereld verantwoordelijk.
Hitler schoot zelfs zover door dat hij zichzelf wijs wist te maken dat de Joden zich op de wereld bevonden om er voor te zorgen dat het Arische ras volledig uitgeroeid zou worden. Dit zouden zij doen om wraak te nemen voor hun eigen minderwaardigheid.
Ariërs waren volgens Hitler het perfecte ras. Zijn jodenhaat kwam waarschijnlijk door zijn vader, omdat hij door vrienden erop werd gewezen dat hij joods bloed had. Er gaat een verhaal rond dat de vader van Hitler joods was, maar Hitler was een onwettig kind en dus is de vader niet bekend. Het verlies van de eerste wereldoorlog was ook de schuld van de joden.

Doordat Hitler een lange tijd geen vriendin had kwam hij tot de conclusie dat de joden alle meisjes misbruikt hadden en gedwongen hadden de prostitutie in te gaan. De concentratiekampen die hij bouwde waren eerst voor marxisten, later vond hij dat joden daar ook thuis hoorden. Hitler wilde een perfect Duitsland met perfecte mensen. Daardoor werden niet alleen joden vervolgd door Hitler, ook jehova getuigen, homoseksuelen, zigeuners en mensen met een geestelijke of lichamelijke handicap pasten niet in het perfecte Duitsland. Alle niet-perfecte mensen moesten worden uitgeroeid. Toch is het raar dat Hitler ook een hekel had aan homo’s, want er zijn verschillende bronnen waaruit blijkt dat Hitler ook homo zou zijn geweest.
Toch had Hitler wel een paar uitzonderingen, de dokter die zijn moeder op haar sterfbed heeft verzorgd heeft hij laten emigreren naar Amerika, hij vond hem een nederige jood.

Het programma en de politieke ideeën die Hitler in Wenen had opgedaan waren volstrekt niet origineel. Het waren dé clichés van de antisemitische en nationalistische pers. Het enige unieke aan Hitlers politieke ideeën was dat hij er een massabeweging van wist te maken, om op die wijze zelf aan de macht te kunnen komen. De drie partijen waar Hitler van dacht dat ze enigszins acceptabele partijprogramma’s hadden waren de Oostenrijkse Sociaal Democraten, de Pan-Germaanse Nationalisten en de Christelijk Sociale Partij.
Ook ontleende Hitler van hem zijn extremistisch Duits Nationalisme, zijn antisocialisme, zijn antisemitisme en zijn programma van hereniging met Duitsland. Pas twaalf jaar nadat Hitler Wenen had verlaten formuleerde hij daadwerkelijk zijn ideeën in een boekwerk. Toch waren zijn ideeën al gevormd toen hij Wenen verliet; zijn Weense tijd en zijn Oostenrijkse afkomst hebben uiteindelijk een grote stempel op de wereldgeschiedenis gedrukt.

Even op een rijtje hoe Hitler dacht en wat zijn doelen waren.

· Het fascisme en zeker ook Hitlers Nationaal Socialisme is negatief en is heel erg tegen alles wat slap en krachteloos is.
· Het belang van de eigen groep (dus die van de nationaal socialistische partij) wordt / werd voorop gesteld.
· Hitlers ideeën waren zeer nationalistisch.
· De mensen waren niet gelijk maar moesten zich laten leiden door de hogeren. Zoals; Hitler, Hess, Dönitz, Göering, Goebbels, Himmler, von Schirach en de andere Naziekopstukken.
· Aan het hoofd van het Duitse rijk moest één krachtige leider staan, die moest denken en beslissen voor het hele volk.
· Alle uitingen van cultuur moesten beheerst worden door de fascistische partij die in het land de macht had.
· Men moest meer met het gevoel handelen.
· Hitler verheerlijkte in zijn ideologie de daden die gepaard gingen met kracht en geweld.
· Vrouwen hadden tot taak veel kinderen (nieuwe soldaten) voort te brengen en goed voor het gezin te zorgen.
· Hitler legde in het belang van de eigen groep heel veel nadruk op de rassen leer. Deze leer hield in dat Slavische volken minderwaardig waren en dat Joden, Zigeuners en homoseksuelen verderfelijk waren.
· De Duitsers moesten ‘Lebensraum’ proberen te vergaren. Dit moest bij voorkeur in Oost-Europa gebeuren.
· Ook streefde Hitler naar een “volksgemeenschap waar absolute geestelijke gelijkschakeling heerste”.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 3b

Deelvraag 3b

Wat was het doel van Stalin?

De ideeën van Stalin zijn in twee tijdspannes gevormd. Namelijk: In zijn jeugd toen hij verboden boeken las en zich aansloot bij marxistische partijen. En toen hij samen met Trotski en Lenin de voorbereidingen trof voor de revolutie.

Volgens de theorie van Marx, waren er vier belangrijke maatschappelijk veranderingen:
· Het algemeen samenwerken van alle leden van de maatschappij om gestructureerd de drie productiekrachten te exploiteren: kapitaal, arbeid en natuur.
· Het afschaffen van situatie waar mensen in hun behoefte voorzien ten koste van die van anderen
· Het compleet afschaffen van sociale klassen en de conflicten die daarbij horen
· Het ontwikkelen van iedereen zodat men naar zijn capaciteiten werkt. Dit moet worden gerealiseerd door het afschaffen van de huidige arbeidsverdelingen, door het invoeren van onderwijs, door te zorgen dat mensen verscheidene taken kunnen uitvoeren door te zorgen dat iedereen kan genieten van de vruchten van de geleverde arbeid, en door het combineren van de stad en het platteland.

Door het afschaffen van privé-bezit kan er efficiënter gewerkt worden waardoor er een hogere productie ontstaat, zowel in de industrie als de landbouw. Zo wordt er genoeg geproduceerd dat ieder lid van de maatschappij kan worden voorzien van goederen. Als iedereen tevreden is wordt het dus onnodig om de maatschappij nog op te delen in verschillenden klassen die onderling met elkaar strijden.
Niet alleen de landbouw en de industrie zelf moeten ontwikkeld worden, maar ook de mensen die daar werken.
Mensen moeten niet langer gebruikt worden in slechts één tak van het productieproces, maar ze moeten een soort multifunctionele arbeiders worden. Onderwijs gaat hiervoor zorgen. Mensen kunnen dan snel inspringen daar waar ze dan het meeste nodig zijn. Het verschil tussen stad en platteland zal uiteindelijk verdwijnen. Het is zelfs een voorwaarde voor het communisme dat de landbouw en industrie in stand worden gehouden door dezelfde mensen.
Er zijn meerdere partijen met hetzelfde doel voor ogen, maar de communisten onderscheiden zich in het internationale aspect, communisten werken op mondiale schaal voor het proletariaat.
Communisten strijden tegen de bourgeoisie.

Ze hebben tot doel de arbeiders tot klasse te vormen, en door de arbeiders de politieke macht te veroveren. Dit alles ten koste van de bourgeoisie.
Het meest bijzondere kenmerk van de communistische politiek is het afschaffen van de eigendomsverhoudingen zoals die bestaan bij het kapitalisme.
Een belangrijk punt van de communistische revolutie is dat de economie compleet geherstructureerd wordt. Dit kan zelfs worden beschouwd als de hoofdeis van de communisten. De maatschappij moet alle productie en handelsmiddelen overnemen van de particuliere kapitalisten, ook de distributie en de import en export van goederen moeten in handen komen van de maatschappij.

De maatschappij gaat deze zaken nu gebruiken overeenkomstig een plan dat gebaseerd is op de beschikbaarheid van arbeid natuur en kapitaal, en wendt deze zo aan dat het gebruik ervan ten goede komt aan de gehele gemeenschap. Zo worden de negatieve consequenties die verbonden zijn aan de grote industrie verbannen.
Er zal geen crisis meer zijn; de uitgebreide productie zal zelfs nog verder uitgebreid moeten worden, de vraag zal namelijk enorm stijgen door de hogere lonen. Men zal zo instaat zijn veel meer te kopen dan nodig is voor alleen een minimum levensstandaard. De vraag van voor de revolutie en die van erna zullen niet meer te vergelijken zijn.

Zodra het volk aan de macht is zullen zij de volgende maatregelen doorvoeren tegen privé bezit en voor het proletariaat.

· Het beperken van privé bezit door een progressief belasting stelsel, hoge successierechten, het afschaffen van erfrecht.
· Het afnemen van de bezittingen van grote kapitalisten zoals grootgrondbezitters en fabriekseigenaren, door concurrentie van staatsindustrie.
· Het organiseren van arbeid en werkgelegenheid op het land, en in de fabrieken van het volk, en het afschaffen van concurrentie op de werkvloer. Fabriekseigenaren, voor zover die nog bestaan worden verplicht dezelfde lonen te betalen als de staat.
· Geld en krediet wordt gecentraliseerd in een staatsbank met staatskapitaal. Alle particuliere banken en bankiers worden afgeschaft.
· De productiviteit wordt verhoogd door het verbeteren van fabrieken, het scholen van arbeiders, het verbeteren van de infrastructuur.
· Openbare en kosteloze opvoeding van alle kinderen. Kinderarbeid zoals die was voor de revolutie wordt afgeschaft.
· De infrastructuur en transportmiddelen worden eigendom van de staat.
· Van nieuwkomers en rebellen worden alle bezittingen ingenomen.

Het is onmogelijk om al deze maatregelen in één keer door te voeren, maar de ene maatregel zal de ander tot gevolg hebben. Als de aanval op het particuliere bezit eenmaal is begonnen dan zal het proletariaat gedwongen zijn meer stappen te nemen in de richting van centralisatie.
Als uiteindelijk al het kapitaal, en alle productiemiddelen samen zijn gebracht in de handen van de staat zal het geld overbodig zijn, en de productie zal zich zo uitbereiden en zal men zo veranderen dat het oude systeem totaal overbodig en ongewenst is geworden. Het enige waar Stalin het niet eens was met Marx, vandaar ook dat hij een bolsjewiek was, was het gedeelte van zijn ideeën waar het gaat over het bereiken van een communistische staat. Marx was van mening dat de arbeiders zich zouden verenigen en zich dan tegen de houders van het kapitaal zouden keren, terwijl Stalin, zoals de geschiedenis laat zien, van mening was dat een kleine groep communisten er voor moesten zorgen dat de communistische staat een feit werd.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Conclusie Deelvraag 3

Conclusie deelvraag 3

De overeenkomsten en verschillen.

Overeenkomsten:
· Beiden wilden gelijkschakeling van de gehele bevolking in het land waar ze aan de macht waren.
· Beiden wilden de cultuur in de hand houden.

Verschillen:
· Hitler was zeer sterk nationalistisch ingesteld, Stalin in veel mindere mate.
· Bij het communisme wordt de daad van het geweld veel minder verheerlijkt dan bij de ideologie van de nationaal-socialisten.
· Stalin had geen drang om zijn land uit te breiden; noch naar oosten, noch naar het westen. Hitler in tegenstelling tot Stalin vond dit zeer belangrijk.
· Stalin discrimineerde niemand, althans in veel mindere mate dan Hitler, die bepaalde bevolkingsgroepen verachtte.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 4a

Deelvraag 4a

Hoe regeerde Hitler?

Hitler was een man die er niet van hield met allerlei niet te veel betekenende zaken geconfronteerd te worden. Daarom droeg hij een heleboel over en zorgde hij ervoor dat alle mensen in de partijtop met elkaar concurreerden, zodat het beste resultaat boven water zou komen.
Hieruit blijkt dus dat Hitler alles aan anderen overliet en het was zo dat hij pas ingreep als zijn eigen positie in gevaar kwam. Behalve bepaalde onderwerpen zoals antisemitische wetgeving en bouwplannen met betrekking tot de binnenlandse politiek had Hitler eigenlijk vrij weinig belangstelling voor het politiek beleid. Hier kwam verandering in toen de oorlog op handen kwam. Hitler was zeer geïnteresseerd in alles wat met deze oorlog te maken had, van voorbereiding tot daadwerkelijke planning van militaire operaties.
Ook dit is eigenlijk niet verwonderlijk, aangezien Hitler geen belang stelde in regeren of hervormingsprogramma’s. Het enige waar hij eigenlijk interesse voor had was macht zelf. De agressieve dynamische buitenlandse politiek die Duitsland onder Hitlers leiding begon te volgen beantwoorde aan de krachtigste macht in de geschiedenis van het moderne Duitsland, het Duitse nationalisme en de verheerlijking van de machtsstaat. Hitler, of althans zijn ondergeschikten, deden ongelooflijk hun best om nationalisme in Duitsland te kweken. Dit deden zij om steun te creëren voor het beleid dat de Nazi partij voerde. De nazipartij voerde een herbewapeningprogramma waardoor de industriële bedrijvigheid herleefde en waardoor Duitsland de economische crisis wist te overwinnen.
Het belangrijkste punt in de buitenlandse politiek onder Hitler was de republiek door een sterke, autoritaire regering in Berlijn te vervangen. Met als tweede punt het opheffen van de beperkingen die in de bewegingsvrijheid van Duitsland waren opgelegd, als resultaat van de nederlaag in de eerste wereldoorlog in 1918 – die zoals Hitler vond gevolg was van de zwakheid van de republikeinse regering en hun verraad tegenover de nationale belangen. Hitler had de ambities van alle Pan-Germaanse Nationalisten geërfd. Dit waren alle Duitssprekende onderdanen van de Oostenrijkse Republiek ofwel de Duitsers in Bohemen en Moravië en van alle Duits-nationalisten die dicht tegen Duitsland aan woonden. Hij zag zich als de man die er toe bestemd was alle eerder aangedane vernederingen ongedaan te maken, dit kwam ook in zijn beleid tot uiting.
Denk maar eens aan de gigantische oorlogsindustrie die Hitler opzette, het nieuwe wegennet in Duitsland. Hitler was ook op het gebied van de buitenlandse politiek jegens de westelijk gelegen geallieerde naties heel erg slim. Toen hij namelijk de Wehrmacht aan het uitbreiden was, was Duitsland heel kwetsbaar voor buitenlandse preventieve maatregelen, maar Hitler wist deze te voorkomen door de zielige verslagen natie te spelen.
Ook probeerde hij uit te dragen en daarmee aan alles en iedereen die het wilde horen duidelijk te maken dat hij tegen oorlog was maar dat Duitsland zich toch wel op een redelijke manier moest kunnen verdedigen. De geallieerde landen vonden dit een acceptabel argument, en omdat hun economieën niet sterk genoeg waren om een oorlog te kunnen financieren legden zij Hitler geen strobreed in de weg.
Als alle andere mogendheden ook hun legers zouden afdanken zou Duitsland, volgens Hitler, volkomen bereid zijn om mee te werken in een ontwapeningspact.

Nadat Hitler zijn Duitsland had laten uittreden uit de Volkenbond had Hitler zich in een zeer sterke onderhandelingspositie gemanoeuvreerd van waaruit hij aan de herbewapening van Duitsland kon beginnen.
Het beleid dat Hitler de daaropvolgende jaren voerde was er op gericht om een zo groot “Derde Rijk” te creëren, oftewel alles was gericht op de verovering van omliggende landen.

Omdat het slecht ging met Duitsland was Hitler van mening dat de joden dat gedaan hadden, daarom moesten ook alle joden uit de weg geruimd worden.

Dat deed hij in drie stappen;
1. Discrimineren
2. Uitsluiten
3. Uitroeiing

1. Discrimineren
De discriminatie van de Joden door Hitler begon al vroeg, toen Hitler aan de macht kwam stelde hij de Neurenbergwetten op. Deze bestond uit een drietal wetten, gebaseerd op het antisemitisme. De Neurenbergwetten werd op 15 sept. 1935 ingesteld.
De eerste wet verbood huwelijken tussen joden en onderdanen van Duits bloed. Ook werd de joden verboden de Duitse rijksvlag uit te steken. Degene die zich hier niet aan hield hing een zware straf boven het hoofd.
De tweede wet schiep het onderscheid tussen ‘Staatsangehörigen’ en ‘Reichsbürger’. De eerste status bracht voor zijn bezitters enkel plichten mee, de laatste ook rechten. Reichsbürger kon alleen die Staatsangehörige zijn die van Duits of aanverwant bloed was en bewees dat hij het Duitse volk en rijk trouw wilde dienen. Eerstgenoemde eis ontnam de joden hun burgerrecht.
De derde wet verklaarde de hakenkruisvlag tot rijksvlag.
2. Uitsluiten
De joden werden uitgesloten. Dat was bijv. te merken aan de Kristalnacht van 9 op 10 november in 1938.
De Kristalnacht begon toen op 7 november 1938 een Joodse 17-jarige jongen, Herschel Grynszpan, een Duitse diplomaat verwonde, die 2 dagen later aan zijn verwondingen overleed. De ouders van deze jongen leefden al ruim 25 jaar in Duitsland maar hadden de Poolse nationaliteit. Zo waren er nog 50.000 andere Polen, voornamelijk Joden, die door het Nazi-regime het land werden uitgezet, maar daarna door Polen niet meer het land ingelaten werden. Bij de grens met Polen werden speciale kampen voor ze ingericht waar ze onder erbarmelijke omstandigheden moesten leven. De Ouders van Herschel Grynszpan zaten in een van die kampen, de aanslag was dan ook als een protestactie bedoelt. De Duitse propagandaminister Goebbels riep diverse partijleiders op om 'spontaan' antisemitische acties te beginnen. De S.A. werd opdracht gegeven actie te nemen tegen de Joden, deze acties begonnen 2 dagen na de aanslag op 9/10 november.
De Naam Kristalnacht is ontstaan door het inslaan van grote aantallen winkelruiten en ramen. De straten in Joodse wijken waren bezaaid met glas. Al snel kreeg dit de naam Kristalnacht.
Tijdens de Kristalnacht zijn er 191 synagogen in brand gestoken, waarvan er 76 tot de grond toe af brandden. Meer dan 7.500 Joodse winkels werden vernield, en meer dan 800 compleet vernietigd. Bijna 100 Joden werden vermoord of zwaar gewond. Tevens werden in totaal 20.000 Joden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen. Ook werd de Joodse gemeenschap verplicht om 1 biljoen Mark te betalen aan het Duitse volk voor aangedaan leed.
De Kristalnacht zorgde in de rest van de wereld voor zeer veel opschudding. In veel landen werden er protestbrieven opgesteld. Sommige landen stuurden diplomaten of wilden Duitse verklaringen horen. Maar echt hard is er nooit actie genomen door de omliggende landen zoals Polen, Frankrijk, België, Nederland of Denemarken. Ze hielden hun ogen dicht voor datgene wat er in Duitsland gebeurde. De acties tegen Joden werden alleen nog maar erger en erger.
3. Uitroeiing
Ook wel de holocaust genoemd. Het was Hitlers en zijn partij de bedoeling om alle joden en diens bloedverwanten uit te roeien. Dit deed hij in de vernietigingskampen, ook wel de concentratiekampen genoemd. Nog hiervoor werden alle joden ‘samengedreven’ in de zogehete getto’s.
Bij aankomst werden de gedeporteerden bevolen uit de trein te komen en hun bagage in de trein achter te laten. De mannen moesten zich aan de ene kant opstellen en de vrouwen en kinderen aan de andere, de mensen voelde dat er wat ging komen, ze werden geselecteerd.

De SS-docters scheidden degene die konden werken, van degene die niet konden werken, dit waren meestal degene die te oud of ziek waren, maar ook moeders met kinderen. De geselecteerden die niet konden werken werden in de trucks geladen en afgevoerd, degene die geselecteerd waren als: geschikt om te werken, moesten meedoen aan de mars naar het mannen of vrouwenkamp.
Een nieuwe laden gedeporteerden kwamen aan, ze moesten zich begeven naar speciale zogehete ‘sauna’s’. De gevangenen moesten zich helemaal uitkleden, waren allemaal ontnomen van hun kleding, bezittingen en vooral van hun persoonlijkheid. Kappers scheerden het haar op hoofd en lichaam.

Veel jongens die eerst als metselaar van de crematoria werkten werden in 1943 afgevoerd naar Birkenau en gedood door fenolinjecties, die direct in het hart werden gestoken. Dr. Schumann, die vrouwen steriliseerde met röntgenstralen, dr. Clauberg die mannen en vrouwen chemisch castreerde, en dr. Mengele, die experimenteerde met tweelingen, zigeuners en lilliputters, waren enkelen (psychopathische) dokters die experimenteerden met mensen.

Na een tijd kreeg Hitler ook een hekel aan zigeuners en homo’s, met hun gebeurde hetzelfde als wat met de joden gebeurde.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Deelvraag 4b

Deelvraag 4b

Hoe regeerde Stalin?

Toen Stalin na de dood van Lenin aan de macht kwam had Lenin al geprobeerd van Rusland een communistische staat te maken die veel op de staat leek die Marx in zijn Communistisch manifest voor ogen had. Lenin had nog geprobeerd er voor te zorgen dat alles leek op de ideale marxistische staat, maar Stalin had ingezien dat dit eigenlijk onmogelijk was begon zijn eigen vorm van het communisme in te voeren.
Lenin had bepaalde veranderingen ingevoerd die geen succes hadden geboekt;

· De revolutie van het proletariaat zou niet vanzelf ontstaan, maar deze moest georganiseerd worden door een communistische partij.
· Als de revolutie geslaagd was, moest de communistische partij de leiding in handen houden bij de opbouw van het socialisme en communisme, want de communistische partij vormde ‘de voorhoede van het proletariaat’.
· Het communisme moest niet beperkt blijven tot Rusland, maar moest internationaal zijn. De CPSU had daarom de plicht communistische partijen in andere landen te steunen en de ‘wereldrevolutie’ te bevorderen. Nationalisme, een kenmerk van de bourgeoisie was verboden.

Lenin nam voor zijn vorm van het communisme toen hij aan de macht kwam de volgende maatregelen:

Op economisch gebied;
· Fabrieken, banken en winkels werden overgenomen door de staat.
· De boeren moesten het grootste deel van hun voedselvoorraden aan de staat afstaan.
· De hierboven genoemde maatregelen zorgden voor grote problemen in de landbouw en daarom werd besloten door de communistische partij om de NEP (nieuwe economische politiek) op te stellen. Dit hield in dat boeren meer producten vrij mochten verkopen, kleine bedrijven en winkels aan de eigenaars werden teruggeven. Hierdoor was er weer sprake van enige economische vooruitgang, waardoor het productiepeil weer acceptabel werd.

Op politiek gebied;
· Alle andere partijen dan de CPSU werden door de bolsjewieken verboden, alleen werd er totdat de NEP werd ingevoerd enige vrijheid gegeven aan groeperingen binnen de eigen partij.

Op de overige gebieden;
· De bolsjewieken wenden zich sterk af van het nationalisme, een isme dat zeer kenmerkend was voor de regeringsperiode van de tsaren. Met behulp van de Commintern, de internationale organisatie van de CPSU, gaan ze zich richten op het buitenland, waarmee ze er ook voor wilden zorgen dat er communistische staten zouden ontstaan.
· Rusland wordt krijgt een andere naam, in plaats van het oude vertrouwde Rusland gaat deze gigantische natie voortaan verder onder de naam: unie van Socialistische Sovjet Republieken (USSR).
· De godsdienst wordt bestreden door de communisten en de kerken worden van al hun eigendommen beroofd, het kerkelijk bezit wordt onteigend. Ze gingen zelfs zover dat er begonnen werd met de vervolging van geestelijken.
· Er worden ook grote veranderingen op het gebied van onderwijs doorgevoerd. Zo werd het klassikale systeem samen met de strenge discipline afgeschaft, werden er vooruitstrevende vernieuwingen doorgevoerd zoals bijvoorbeeld ‘Daltonscholen’. Ook werden de leraren geschiedenis verplicht aan te tonen dat het verleden van Rusland één grote ramp was geweest.
· Het onderwijs moest veel aandacht besteden aan “het vormen van de jonge generatie in de geest van de marxistisch-leninistische wereldbeschouwing. Dit hield in dat de jeugd werd geïndoctrineerd op zulke wijze dat hun meningen ten opzichte van de zittende regering in Moskou zo gekleurd zou worden dat alles wat zij deed goed leek.
· De bolsjewieken vonden het gezin als instituut niet meer zo belangrijk als in de tsarentijd. Dit bleek onder andere uit het feit dat men, als er een briefje aan de burgerlijke stand werd geschreven, zeer gemakkelijk een echtscheiding kon regelen. Ook mocht de vrouw, wanneer zij dat gewenst vond, een abortus laten uitvoeren. Met het idee dat veel ouders hun kinderen wel zouden “afstaan aan de staat”werden er door de staat ook veel kindertehuizen gesticht. Uit dit alles blijkt dat het politiek beleid op dit gebied dus zeer losjes was, met als belangrijkste resultaat dat de positie van de vrouw sterk werd verbeterd. In de tsarentijd was het nog de man die overduidelijk het hoofd van het gezin was. Dit veranderde nu sterk.
Onder het bewind van Stalin, wat duurde van 1929 tot zijn dood in 1953, werden er op bepaalde gebieden enigszins afgeweken van de hierboven beschreven communistische ideeën. Dit gebeurde op deze wijze:

· Na enkele jaren als alleenheerser aan de macht te zijn geweest, kwam hij tot de overtuiging dat het streven naar een wereldrevolutie, wat zeer hoog in het vaandel van de CPSU had gestaan, op korte termijn niet goed te realiseren was. Volgens hem moest er gestreefd worden naar “de opbouw van het socialisme in één land (de SU). De eerdergenoemde Commintern bleef wel bestaan, maar Stalin gaf hieraan toch meer prioriteit.
· Stalin was van mening dat de SU op industrieel gebied zeer ver achterliep op de ontwikkelde landen. Daarom wilde hij in korte tijd de SU van een agrarische staat in een industriële staat veranderen. Hij was namelijk bang dat deze landen de USSR zouden vernietigen. Om de industriële inhaalslag te maken schafte Stalin de NEP af en kwam hij met de Vijfjarenplannen. In deze plannen bepaalde de overheid voor iedere vijf jaar wat de landbouw en de industrie gingen produceren.
· Verder moesten er om de Vijfjarenplannen te realiseren drie dingen verkregen worden. Dit waren arbeiders, geld en goedkoop voedsel. Om dit te verkrijgen moest de landbouwsector, want de Sovjet Unie was nog steeds agrarische samenleving. De gewone landbouwmethoden waren hier niet toereikend voor dus werd er een nieuwe vorm van landbouw gecreëerd. Er werden ‘sociale’ Sovchozen en Kolchozen opgericht. Dit waren boerderijen die van de staat waren.
· Gelukkig voor Stalin sloegen de Vijfjarenplannen aan en veranderde de USSR, althans in enige mate, van een agrarische staat in een industriële staat. Bij deze verandering kreeg de zware industrie voorrang boven alle andere vormen van industrie. Hierdoor ging landbouw een ondergeschikte positie bekleden ten opzichte van de industrieën.
· Verder was Terreur een heel belangrijk onderdeel van de Russische samenleving.
Toen het er in 1934 op leek dat een meerderheid in het Politbureau Stalins persoonlijk bewind enigermate aan banden wilde leggen, begon Stalin de Grote Zuivering (1934-1938), waarvan de door de politie in scène gezette moord op zijn voornaamste mededinger, Kirov, het startsein vormde. Met regelmaat werden daarna de in de ogen van Stalin hooggeplaatste politieke tegenstanders in het openbaar vervolgd in vernederende schijnprocessen. Naast politieke tegenstanders werden talrijke loyale partij en staatsfunctionarissen, hooggeplaatste militairen, kunstenaars, wetenschappers en burgers, die men van spionage, verraad en 'trotskisme' beschuldigd werden, omgebracht of in strafkampen opgesloten.
Stalin had bovendien een grote hekel aan rijke boeren, die nog steeds bestonden in de Sovjetunie, ook zij werden vervolgd. Een ander middel om de invloedrijke boeren die overbleven het zwijgen op te leggen was het heffen van immens hoge leverantie-eisen van graan en andere landbouwproducten. Vele Russen stierven van de honger omdat hun opbrengsten niet groot genoeg waren om zelf van rond te komen. In de Oekraïne was er veel nationalisme. Om dit nationalisme te onderdrukken zorgde Stalin ervoor dat in de Oekraïne de voedselleveranties nog hoger moesten zijn dan ergens anders in de Sovjetunie. Dit had tot gevolg dat naar schatting 6 miljoen mensen van de honger om het leven kwamen.
Men schat het aantal slachtoffers van Stalin tijdens het hoogtepunt van 'De Grote Zuivering' als volgt:
Ongeveer 7 miljoen mensen werden gearresteerd in 1937 en 1938
Ongeveer 1 miljoen mensen werden geëxecuteerd
Ongeveer 1 miljoen mensen zaten in gevangenschap tot 1938
Ongeveer 8 miljoen mensen zaten in strafkampen (goelags). Maar 10% van de 8 miljoen mensen overleefden het strafkamp.
Door het naderende oorlogsgevaar werd de zuivering afgeremd.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Conclusie Deelvraag 4

Conclusie deelvraag 4

Overeenkomsten en verschillen

Overeenkomsten:
· Beide dictatoren waren absoluut paranoïde als het ging om persoonlijke veiligheid.
· Ze regeerden beiden met een krachtige hand.
· Beiden wilden alles zoveel mogelijk zelf in de hand houden
· Beiden hadden de macht totdat ze overleden.
· De zware industrieën hadden bij beide machthebbers de prioriteit.
· Beiden vertrouwden veel op terreur voor het handhaven van hun macht.

Verschillen:
· Hitlers beleid was veel meer gericht op een oorlog.
· Hitler was minder lang aan de macht dan Stalin
· Er werd door beiden met een andere ideologie geregeerd.
· Hitler was in tactisch opzicht een stuk hoger begaafd dan Stalin.
· Hitler probeerde de loop van de oorlog in eigen hand te houden, terwijl Stalin het voornamelijk overliet aan de generaals die hij vertrouwde.


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Enquête

Enquête

Ik heb een enquête gehouden bij 20 mensen, deze mensen zaten in de leeftijdsgroep van 70 tot 80 jaar. Ik mensen uit deze leeftijdsgroep genomen omdat die mensen de oorlog hebben meegemaakt, en omdat die mensen toen al op een leeftijd waren dat ze het nog goed konden herinneren. Ik ben naar opa’s en oma’s geweest van vrienden van mij, en ze wilden mij gelukkig graag helpen en de enquête invullen.

Ik heb 10 vragen gemaakt;

1. Waar woonde u in de Tweede Wereldoorlog?
A. In Nederland
B. In Duitsland
C. In Rusland
D. Anders

2. Welke nationaliteit had u?
A. Nederlands
B. Duits
C. Joods
D. Russisch
E. Anders

3. Voor wie was u bang?
A. Hitler
B. Stalin
C. Hitler en Stalin
D. Geen van beide

4. Bent u opgepakt in de Tweede Wereldoorlog?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

5. Heeft u in een strafkamp gezeten?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

6. Heeft u in het leger gezeten?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Enquête


7. Heeft u in het verzet gezeten?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

8. Heeft u soldaten in huis gehad?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

9. Heeft u mensen laten onderduiken in uw huis?
A. Ja
B. Nee
C. Wil ik niet zeggen

10. Wie vond u een betere dictator?
A. Hitler
B. Stalin
C. Hitler en Stalin
D. Geen van beide

Enquete Profielwerkstuk Hitler en Stalin

Vraag 1 A 11
B 5
C 2
D 2

Vraag 2 A 9
B 4
C 3
D 2
E 2

Vraag 3 A 14
B 2
C 1
D 3

Vraag 4 A 13
B 4
C 3

Vraag 5 A 11
B 6
C 3

Vraag 6 A 12
B 8
C 0

Vraag 7 A 11
B 9
C 0

Vraag 8 A 8
B 7
C 5

Vraag 9 A 12
B 6
C 2

Vraag 10 A 4
B 3
C 2
D 11

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Conclusie hoofdvraag

Conclusie hoofdvraag

Overeenkomsten

· Beide bewindslieden hadden ouders die niet van origine uit het land kwamen waar ze later alleenheerser zouden gaan spelen
· Beiden hadden een vader die er niet voor terugdeinsde geweld te gebruiken in de opvoeding.
· Beiden verloren hun vaders al op vroege leeftijd.
· Beiden hielden van het lezen van boeken en leefden zich ook in bijna beangstigende mate in, in de karakters die voor kwamen in wat zij lazen.
· Ook hadden Hitler en Stalin een gruwelijke hekel aan school en op een of andere manier volgde daaruit dat zij ook een hekel hadden aan autoriteiten die controle op hen uitoefenden in de rest van hun leven.
· Beide alleenheersers waren of aangetrokken door de kerk of hadden zelfs een gedeeltelijke opleiding aan een kerkelijke instelling genoten.
· Beiden stopten met hun middelbare schoolopleiding in het jaar dat ze het af zouden ronden.
· In tegenstelling tot de vaders waren de moeders absoluut gek op hun kinderen.
· Beide hebben geprobeerd door middel van een revolutie aan de macht te komen.
· Beiden kwamen op relatief jonge leeftijd aan de macht.
· Toen ze aan de macht kwamen hadden beiden een sterke partij waarop zij terug konden vallen.
· Beiden wilden gelijkschakeling van de gehele bevolking in het land waar ze aan de macht waren.
· Beiden wilden de cultuur in de hand houden.
· Beide dictatoren waren absoluut paranoïde als het ging om persoonlijke veiligheid.
· Ze regeerden beiden met een krachtige hand.
· Beiden wilden alles zoveel mogelijk zelf in de hand houden
· Beiden hadden de macht totdat ze overleden.
· De zware industrieën hadden bij beide machthebbers de prioriteit.
· Beiden vertrouwden veel op terreur voor het handhaven van hun macht.

Verschillen

· Hitler kwam in tegenstelling tot Stalin uit een niet al te arm gezin.
· Hitler was een stuk jonger dan Stalin.
· Hitler is veel meer verhuisd dan Stalin in zijn jeugd.
· Bij Hitler lukte de Revolutie niet, maar bij Stalin wel.
· Stalin was de opvolger van een sterk persoon, terwijl Hitler juist die eerste sterke persoon was.
· Hitler gebruikte terreur bij het aan de macht komen terwijl Stalin alleen als een echte politicus door zijn partij heen manoeuvreerde.
· Voor het aan de macht komen van Stalin heeft hij eerst binnen een regering andere functies bekleed, terwijl Hitler meteen de hoogste functie wist te bemachtigen.
· Hitler was zeer sterk nationalistisch ingesteld, Stalin in veel mindere mate.
· Bij het communisme wordt de daad van het geweld veel minder verheerlijkt dan bij de ideologie van de nationaal-socialisten.
· Stalin had geen drang om zijn land uit te breiden; noch naar oosten, noch naar het westen. Hitler in tegenstelling tot Stalin vond dit zeer belangrijk.
· Stalin discrimineerde niemand, althans in veel mindere mate dan Hitler, die bepaalde bevolkingsgroepen verachtte.
· Hitlers beleid was veel meer gericht op een oorlog.
· Hitler was minder lang aan de macht dan Stalin
· Er werd door beiden met een andere ideologie geregeerd.
· Hitler was in tactisch opzicht een stuk hoger begaafd dan Stalin.
· Hitler probeerde de loop van de oorlog in eigen hand te houden, terwijl Stalin het voornamelijk overliet aan de generaals die hij vertrouwde.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Nawoord

Nawoord

Ik vond het heel leuk om dit werkstuk te maken, en ik heb er ook erg veel van geleerd. Ik kon gelukkig veel informatie vinden op internet. In de bibliotheek hadden ze alleen maar moeilijke boeken waar ik bijna niets van snapte. Daarom heeft zelfs mijn moeder me soms nog een klein beetje moeten helpen met de moeilijke woorden.
Ik heb ook informatie opgevraagd via internet, maar er was maar één museum die mij informatie wilde opsturen, alle andere musea die ik gemaild had, vonden het de moeite niet en ze zeiden dat ik maar langs moest komen.
Daar baalde ik best wel van, maar de informatie die ik opgestuurd heb gekregen was wel heel nuttig. Ik heb er best wel veel aan gehad.
Ook heb ik een enquête gehouden bij een aantal oudere mensen, sommige mensen wilden na de enquête nog even verder praten over het onderwerp. Toen merkte ik gewoon echt hoe erg het in die tijd was, en hoe erg ze in angst geleefd hebben. De mensen wilden graag praten daar was ik wel heel erg blij mee.

In de inleiding heb ik mijn hypothese gezet over de deelvragen.
Bij ongeveer alle deelvragen klopte mijn hypothese wel, dat komt waarschijnlijk omdat we in het geschiedenisboek een heel hoofdstuk over Hitler en Stalin hadden, dus ik wist al wel wat van de twee dictatoren af.

Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Bronnen

Bronnen

Boeken;

Stalin en Hitler
Allan Bullock

De tweede wereldoorlog in foto’s
D.Boyle

Stalin
Edward Radzinsky

Hitler 1936-1945 vergelding
Ian Kershaw

Hitler en de geschiedenis
John Lukacs

Memo geschiedenis voor de tweede fase Basisboek Havo
C. Backx, D. Brents, I. Dekker, H. v. Duijsen, M. Frehse, M. v. Gastel,
J. Jongejans, M. Harder, A. v. Hooff, P. v. Houdt, J. Kruidenier, M. Kropman, I. v. Manen, W. Miedema, J. Mioulet, A. Roos, B. Roozemeijer,
M. v. Rossem, M. v. Rotterdam, H. Ulrich, M. Wester, A. Westerhof.

Verzetskranten

Ruk den blinddoek af! No.1: die goeie ouwe tijd
Jan de Haas
Datum; juli 1942
Onze roep. Liederen voor den nationale jeugdstorm
De stormvogels
Datum; ?

Stormsters DIENST kaderblad van den nationale jeugdstorm
Nationale jeugdstorm
Datum; herfstmaand 1943

Kort overzicht der RASSENKUNDE steunende op de ‘rassenkunde des deutsches volkes’
Prof.dr. Hans F.K. Günther
Datum ; 1943

Werken en verdienen


Profielwerkstuk Stalin en Hitler
Bronnen

Krant;

Rijn en Gouwe 25 februari 2003

Musea

Nationaal Oorlogs en Verzetsmuseum

Internetsites;

http://www.collegenet.nl/index_mainframe.php?mainframe=http%3A%2F%2Fwww.collegenet.nl%2Fstudiemateriaal%2Fverslagen.php%3Fverslag_id%3D4229%26site%3D

http://members.lycos.nl/jasmijnvreman/newpage2.html

http://images.google.com/images?q=stalin&ie=UTF-8&oe=UTF-8&hl=nl

http://images.google.com/images?q=hitler&ie=UTF-8&oe=UTF-8&hl=nl

http://images.google.com/images?hl=nl&lr=&ie=UTF-8&oe=UTF-8&q=hitler+stalin

Geen opmerkingen: