Economie: Hypotheken
Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1:
- Wat is een hypotheek?
- Hoe werkt een hypotheek?
- Wat bieden de meeste hypotheken voor mogelijkheden?
- Toekomstblik op hypotheken.
- Hypotheek tips.
- Conclusie
- Annuïteitenhypotheek
- Aflossingvrije hypotheek
- Beleggingshypotheek
- Spaarhypotheek
- Wie helpen bij de verkoop van een huis?
- Conclusie
Hoofdstuk 2:
- Verschil sparen beleggen
- Sparen: wat is sparen?
- Sparen: verschillende mogelijkheden en hoe het werkt
- Beleggen: wat is beleggen?
- Beleggen: beleggingsvormen
- Beleggen: dividend, rendement
- Beleggen: koersvorming
- Beleggen: de beurs
- Beleggen: risico's en winst/verlies
- Beleggen: collectieve belegging
- Conclusie
Inleiding
Zoals je nu al weet zijn er verschillende soorten hypotheken, maar wanneer moet je nou welke hypotheek nemen en welke is het beste? In het volgende hoofdstuk kom je erachter wat het beste voor jou is.
Er zijn heel veel hypotheken die er ook gelijk een levensverzekering bij doen zodat als je man/vrouw of iemand anders die voor het betalen van de hypotheek zorgde overlijd jij niet in de problemen zal komen.
Maximum+ Hypotheekplan.
Stel nou dat je denkt dat de financiële omstandigheden in je gezin ineens zullen veranderen is het Maximum+ hypotheekplan iets voor jou. Daarbij kan je alles veranderen wanneer je maar wilt. Dat houdt in dat je zelf kan zeggen hoe hoog de premie is die je per jaar betaald. Als er iets financieel veranderd in je leven kan je ook weer die hoogte van de premie veranderen.
Bij het Maximum+ hypotheekplan kan je verzekeren en ook beleggen.
Er zijn verschillende verzekeringen bij af te sluiten: ••Overlijdensverzekering.
Daarmee kan je ervoor zorgen dat je nabestaanden een bedrag krijgen als jij mocht overlijden. Je kunt ook je partner meeverzekeren voor als die eerder overlijd dan jij.
Arbeidsongeschiktheidverzekering.
Als je om een bepaalde reden niet meer kan werken krijg je een uitkering om ervoor te zorgen dat je niet in geldproblemen komt.
Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
De premiebetaling wordt over genomen zodat het kapitaal blijft door groeien.
Spaarextra Hypotheek
Er zijn ook hypotheken die vinden dat het ideaal is om lage lasten te hebben maar terwijl een hoog rendement te kunnen bouwen.
Een voorbeeld daarvan is de Spaarextra Hypotheek. Daarbij wordt een geldlening en een kapitaalverzekering gecombineerd. Je betaalt dan iedere maand een premie. Die wordt weg gezet en als de looptijd voorbij is wordt de lening in 1 keer afgelost. Je kunt de leningrente en de polisrente onafhankelijk van elkaar kiezen.
Je kunt kiezen tussen een korte rente en een lange rente. Daarbij moet je dan weer verschillende rentevaste periodes kiezen. Dat houdt in dat je voor een bepaalde tijd dezelfde rente blijft aflossen. Als die periode voorbij is kan de rente hoger of lager zijn. Als het verschil tussen deze rentes erg groot is kan je het beste kiezen voor een korte rentevaste periode, want als de rente lager wordt kan je daar van profiteren. Dat komt doordat je dan een lagere rente moet gaan betalen.
Het kan ook gebeuren dat de rente na die rentevaste periode hoger is geworden. Om te voorkomen dat je dan een hogere rente moet gaan betalen kan je je daarvoor indekken.
Op deze manier kan je alles zo kiezen dat het voor jou het voordeligste is: Lage leningrente betalen en hoge polisrente ontvangen.
Combinance Hypotheek.
Er zijn ook hypotheken die de hypotheker samen met jou samenstelt en kijkt wat het beste bij je past. Een voorbeeld hiervan is Combinance. De Combinance hyphotheek bevat vier verschillende onderdelen: De lening, de vermogensopbouw voor het aflossen van de lening, het afdekken van risico’s en een gratis pakket Woonsevices. De Cominance hypotheek heeft je zoveel te bieden dat je het eigenlijk niet meer een hypotheek kan noemen. Heet is eigenlijk een totale oplossing voor alles wat bij het kopen van een huis komt kijken. Als je dus liever alles in één pakket wil hebben zitten is de Combinance Hypotheek wat voor jou.
Ik zal nu uitleggen hoe die vijf onderdelen worden toegepast in de Cominance Hypotheek.
• De lening: De lening kan maximaal van de executiewaarde van je huis zijn. Over die lenig betaal je natuurlijk wel rente. Die rente kan je ook vast zetten over rentevaste periodes. Die periodes verschillen van 1 tot 20 jaar. Als je gaat verhuizen kan je de Variabele Tweede Hypotheek nemen. Dat is een tweede hypotheek die werkt als een rekening-courantkrediet. Dat houdt in dat je geld onbeperkt kan opnemen en aflossen binnen een afgesproken limiet zonder dat daar kosten aan verbonden zijn.
• De vermogensopbouw: Vermogensopbouw houdt in dat je op een bepaalde manier meer geld krijgt. Dat kan bijvoorbeeld door geld op een spaarrekening te zetten en daar iedere jaar een bepaalde hoeveelheid rente over krijgt.
Bij een hypotheek zit het iets anders. Jonge mensen hebben vaak een goede carrière voor zich liggen. Zij krijgen dan door de Cominance hypotheek de keus om de eerste vijf jaar het vermogen minder op te bouwen en dan daarna het restant van de hypotheek in 25 in plats van 30 jaar af te lossen. Op deze manier moeten ze in de eerste 5 jaar minder betalen maar in de laatste 25 jaar iets meer betalen aan de hypotheek maar zijn ze er ook eerder vanaf.
Om gekeerd kan het ook. Dat is dan dat je nu meer betaald en over een aantal jaar minder zodat je er eerder vanaf bent.
Bij de Combinance Hypotheek word niet alleen rekening gehouden met je inkomen maar ook met je vermogen. Daardoor kan je meer lenen. Je kan je vermogen ook opbouwen door te investeren in een beleggingsfonds. Dan loop je alleen wel het risico dat het ook minder wordt maar als je het goed doet en op een slimme manier aanpakt dan kan het bijna niet fout gaan.
• Risicoafdekking: Als je een huis koopt moet het huis natuurlijk ook verzekerd worden. Bij de Combinance Hypotheek worden je verschillende verzekeringen aangeboden.
Overlijdensrisico verzekeren voor extra zekerheid: Je kan jezelf of je nabestaanden verzekeren. Daardoor kan jij of kunnen je nabestaanden niet in financiële problemen komen als er iemand overlijd die voor een groot deel van het inkomen zorgde.
Arbeidsongeschiktheid: Arbeidsongeschiktheid wordt erg onderschat. Veel mensen denken dat hun niks zal gebeuren, Maar wat als er wel iets gebeurd? Daarom kan je je daar ook voor verzekeren. Zo kan je als je arbeidsongeschikt wordt gewoon alle maandlasten en andere lasten betalen en gewoon blijven wonen zoals je gewend bent.
ZekerWonenCombinatie: Als je eindelijk je droomhuis hebt gevonden wil je natuurlijk niet dat er wat mee gebeurd. Daarom kan je dat ook allemaal verzekeren. Dat kan met de ZekerWonenCominatie doen. Deze bestaat uit verschillende verzekeringen bij elkaar. Zoals inboedel, opstal en glas. Ook komt er een gratis ongevallenverzekering bij. Zo weer je zeker dat je zonder problemen van je huis kan genieten.
• Woonservices: Als je je huis hebt gevonden dan ben je er natuurlijk nog niet. Je moet ook nog de verhuizing regelen. En in het huis moet misschien nog veel verbouwd worden en de tuin moet misschien anders worden aangelegd en zo zijn er nog veel meer dingen die bij het kopen van een nieuw huis komen kijken. Combinance kan je dit en veel meer bieden. Een jaar lang, na dat de Hypotheek is afgesloten, kan een bemiddelaar je advies geven. Dat bespaart je veel tijd en geld. Zo is er een verhuisservice. Daarbij krijg je een laagsteprijsgarantie. Dat houdt in dat als je binnen 48 uur na dat je de offerte hebt gekregen een lagere offerte kan geven van een erkend verhuisbedrijf dat je dan de laagste offerte betaald. Dan gaat er ook nog eens 10% vanaf.
Ook is er een beveiligingsservice. Je krijgt dan gratis beveiligingsadvies en als je het laat aansluiten krijg je 10% korting op arbeid en materiaal, en 15% korting op de premie van de ZekerWonenCombinatie als en een beveiligingscertificaat wordt opgesteld.
Als en in je huis verbouwd moet worden is er de klus- en verbouwservice. Het maakt niet uit hoe groot of klein de klus is. Alles wordt tegen scherpe tarieven uitgevoerd door erkende klusbedrijven of aannemers die aangesloten zijn bij de NVOB. Alles zal snel worden uitgevoerd zodat je niet lang in de troep hoeft te zitten.
Als de tuin ernstig aan een opknapbeurt toe is kan je gebruik maken van de hoveniersservice. Al het werk wordt alleen verricht door hoveniers bedrijven die aangesloten zijn bij de Vereniging Van Hoveniers en Groenvoorzieners. (de VHG). Ze maken een tuinontwerp, willen het ontwerp aanleggen en ze onder houden alles goed, zowel periodiek als na lange tijd als er grote dingen gedaan moeten worden als je daar te slap voor bent of er professioneel voor moet zijn. Alles wat gedaan moet worden is natuurlijk wel met overleg met degene van wie de tuin is.
Conclusie
Het eerste deel van het werkstuk geeft informatie over de werking van een hypotheek. En er word verteld wat voor mogelijkheden de meeste hypotheek bedrijven bieden, zoals; rente, spaar mogelijkheden, beleggingsfondsen en financiële zekerheden. Er word ook een toekomstblik op hypotheken gegeven. En als je zelf een hypotheek neemt worden er een paar handige tips gegeven.
Ik vond het op zich best leuk om te doen, want ik wist niet dat het zo’n uitgebreid onderwerp was. Ik dacht dat het onderwerp wat we hadden uitgekozen moeilijk zou zijn, omdat je er misschien niet zoveel informatie over zou hebben. Dat viel uiteindelijk wel mee, want ik heb veel informatie gevonden waar ik niet van wist dat het ook bij een hypotheek hoorde.
De samenwerking ging goed. Iedereen had een hoofd onderwerp wat je moest bespreken en werkte het verder thuis uit. We stuurde het ook naar elkaar op om te helpen.
Soorten hypotheken.
Vaak worden hypotheken onderverdeeld in 4 soorten. Die 4 soorten ga ik in dit hoofdstuk bespreken. Carlijn heeft het er in haar hoofdstuk al een beetje over gehad, maar in dit hoofdstuk ga ik het verder uitwerken. Elke soort heeft zijn voor en nadelen en is ook voor een ander persoon handig. Als je zelf en hypotheek gaat nemen moet je zeker wat over de soorten weten.
Annuïteitenhypotheek
Bij deze hypotheek betaal je maandelijks een vast bedrag. Dit bedrag bestaat uit rente en de aflossing van je huis. In het begin betaal je veel rente en weinig aflossing. Aan het eind betaal je juist veel aflossing en weinig rente. Aan het einde van de looptijd van je hypotheek gaat het aflossen dus opeens heel snel. Maar waarom betaal je aan het begin zo weinig aflossing en zo veel rente? Als je aan het begin veel aflossing betaald en je betaald dan rente over het bedrag wat je nog moet aflossen worden je kosten toch kleiner? Toch is dat niet zo. Het is namelijk zo dat je geen belasting hoeft te betalen over dat deel van je inkomen dat je uitgeeft aan de rente van je huis. Dat geld krijg je dus gewoon terug van de belastingsdienst. Als je op het begin dus veel rente betaalt krijg je ook veel geld terug, en ben je toch goedkoper uit.
Deze hypotheekvorm werd vooral vroeger veel gebruikt.
Voordelen:
Zekerheid. Tijdens de looptijd van de hypotheek lost je de schuld langzaam af. Je kan dus niet achteraf met een schuld blijven zitten.
Nadelen:
Hoewel deze vorm vroeger zeer populair was is het in deze tijd een veel minder goede hypotheek. Je hebt minder belastingvoordeel dan bij veel andere hypotheekvormen. Daarom is deze hypotheek over de hele looptijd veel duurder.
Voor wie:
Voor mensen die nu een laag inkomen hebben, maar een grote kans hebben op een goede toekomst, zoals iemand aan het begin van zijn loopbaan. Op het begin profiteert hij/zij van lage kosten, en zodra de kosten hoger worden kan hij/zij ze makkelijk betalen.
Aflossingvrije hypotheek
Bij deze hypotheek hoef je pas af te lossen als je je huis verkoopt. Je betaalt wel rente, maar daar krijg je weer geld voor terug van de belasting.
Voordelen:
Doordat je niet aflost en ook geen kapitaal bouwt om af te lossen zijn de maandelijkse lasten veel lager dan wanneer je wel aflost.
Nadelen:
Het is een behoorlijk risico. Je hebt een hypotheek totdat je verhuist. Als je helemaal niet verhuist behoud je altijd je schulden.
Voor wie:
Voor mensen die een hypotheek nemen voor een gedeelte van hun huis, zoals bijvoorbeeld een aanbouw of verbouwing. Omdat je het geld van je hypotheek in het verbeteren van je huis stopt wordt je huis weer meer waard. Als je het verkoopt krijg je meer geld en je kan je hypotheek dan ook makkelijk aflossen.
Beleggingshypotheek
Bestaat uit 2 delen:
1: het lenigdeel (hypotheek)
2: een beleggingsverzekering.
Voor het eerste deel betaal je maandelijks rente. Voor het andere betaal je maandelijks een premie voor een verzekering. Ook de premie wordt opgesplitt in 2 delen.:
1e deel: zorgt ervoor dat er een uitkering komt als er een verzekerde persoon overlijd.
2e deel: zorgt ervoor dat de polis aan het einde van de looptijd een uitkering geeft waarmee de hele hypotheek kan worden afgelost.
Deze hypotheek dankt zijn naam aan het feit dat de premie wordt belegd in beleggingsfondsen.
Voordelen:
Vrijheid, flexibiliteit en je benut het rentevoordeel goed. Het is ook een van de voordeligste hypotheekvormen want je premie wordt aan je beleggingsprofiel en overlijdensrisico aangepast. Ook heb je naast de aflossing van je hypotheek kans op een extra kapitaal.
Nadelen:
Het is een risico. Je beleggingsopbrengst kan heel laag uitvallen. Ook ben je alleen belastingvrij als je binnen de vrijstelling valt.
Voor wie:
Mensen die een huis kopen van minimaal 200.000 en maximaal 1000.000. Het is niet voordelig voor mensen met een hoge hypotheeksom, want zei hebben meestal ook een hoog inkomen waarbij ze dan ook veel belasting moeten betalen.
Spaarhypotheek
Leningvorm waarbij een levensverzekering wordt gecombineerd met een hypothecaire geldlening. Je spaart via de levensverzekering voor de aflossing van je huis. Je betaald maandelijks een rente en een premie: een spaarpremie en een risicopremie.
Voordelen:
Je hebt zekerheid, want je hypotheek is afgelost voor het eind van de looptijd. Het opgebouwde kapitaal is belastingvrij (in tegenstelling tot de beleggingshypotheek)
Ook is de spaarpremie laag als de rente hoog is. Lage spaarpremie is voordeliger dan een lage rente, want die rente wordt afgetrokken van de belasting.
Nadelen:
Weinig vrijheid en je hebt geen mogelijkheden om van het opgebouwde kapitaal iets over te houden.
Voor wie:
Veel starters kiezen voor een spaarhypotheek. Toch kiezen vele veel liever voor de beleggingshypotheek, dat komt door de huidige hypotheekrente en de hoge rendementen op de aandelenbeurs.
Conclusie:
Er zijn vele verschillende soorten hypotheken. Elke hypotheek heeft zijn voor en nadelen en is geschikt voor een bepaald persoon. Dus wie je ook bent: er is altijd een geschikte hypotheek voor jou.
Wie helpen bij de verkoop van een huis?
Een Hypotheek wordt afgesloten bij de koop van een huis. Daarom wil ik het nu graag hebben over de koop en verkoop van een huis. De koop en verkoop van een huis is een belangrijke zaak. Er zijn heel veel verschillende huizen met verschillende groottes, prijzen en liggingen en ook heel veel mensen die op zoek zijn naar een huis. Die mensen moeten natuurlijk wel geholpen worden bij het maken van belangrijke keuzes en als die keuzes gemaakt zijn moet de koop nog gesloten worden.Er zijn dan natuurlijk mensen nodig die ervoor zorgen dat alles goed verloopt. Hieronder heb ik een aantal van deze mensen beschreven:
Makelaar
Heeft grote invloed op de koop en verkoop van een huis. Hij:
- Bepaald de vraagprijs van het huis. Het huis wordt getaxeerd en de makelaar kijkt in het register waarin alle huizen staan geregistreerd naar de verkoopprijzen van vergelijkbare huizen.
- plaatst een te koop bord
- zet advertenties met prijs en foto van het huis in verschillende kranten. Sommige makelaars hebben hun eigen krantjes die dan verspreid worden onder de bevolking.
- leidt mensen die in het huis geinteresseerd zijn rond
- stelt een voorlopig koopcontract op als koper en verkoper het eens zijn met de prijs
- regelt een afspraak bij de notaris, waar het uiteindelijke contract wordt opgesteld en ondertekend.
Ook kun je de makelaar een opdracht geven. Je kan hem bijvoorbeeld vragen om je voor een door jou gekozen periode op de hoogte te houden van nieuwe te koop staande huizen. Dit noem je een orientatie opdracht. Je betaald hier een vast bedrag voor. Het is wel zo dat de makelaar eerst een nieuwe woning aanbied aan een klant met een zoekopdracht. Een zoekopdracht gaat een stuk verder. Net zoals bij een orientatieopdracht wordt je voor een bepaalde periode op de hoogte gehouden van de nieuwste woningen op de markt die aan jou eisen voldoen. Maar wat bij een zoekopdracht extra is is dat je makelaar het hele aankoopproces voor je regelt. Ook heb je met een zoekopdracht voorrang op de mensen met een orientatieopdracht. Het is slim om een zoekopdracht te nemen als je een huis zoekt waar veel vraag naar is maar dat weinig aangeboden wordt. Zonder de hulp van de makelaar zal het je dan waarschijnlijk nooit lukken om dat huis in je bezit te krijgen. Bij een zoekopdracht betaal je de makelaar courtage, een vergoeding. Deze bedraagt meestal 1 a 2 procent van de aankoopprijs van je huis.
Je hebt aankopende en verkopende makelaars. Een aankopende makelaar begeleidt een koper door het hele aankoopproces. Hij houdt de koper op de hoogte van de nieuwste huizen, bezoekt die huizen samen met de koper, onderhandelt voor de koper en zorgt ervoor dat alle administratieve zaken worden afgehandeld. Een verkopende makelaar is juist in dienst van de verkoper. Hij zorgt ervoor dat het huis van de verkoper de aandacht trekt van mogelijke kopers. Dit kan door een te koop bord te plaatsen of door advertenties in krantjes te zetten. Ook begeleid hij mogelijke kopers door het huis en onderhandeld over de prijs met de koper.
Soms is een makelaar ook taxateur. Hij maakt dan een waardebepaling van het huis aan de hand van de grootte, de ligging en de staat waarin het huis verkeerd.
Makelaars zijn er niet alleen voor de koop en verkoop van huizen, maar ook voor de koop en verkoop van winkels, kantoren, bedrijfshallen, bedrijfsterreinen, garage boxen, grondgebied zoals landbouwgrond en kavels voor woningbouw. Ze houden zich dus bezig met de verkoop van allerlei soorten onroerend goed (gebouwen en landerijen).
Er zijn in Nederland verschillende verenigingen voor makelaars. Zo heb je de VBO (Vereniging Bemiddelend Onroerend goed), en NVM ( Nederlandse Vereniging Makelaars).
Bij de VBO en NVM hebben zich meer dan 3000 makelaars aangesloten, en zij zijn dan ook een van de grootste verenigingen in makelaardij en management van onroerende goederen.
Hypotheek adviseur
Het kiezen van een hypotheek is zeer ingewikkeld. Dat is heel vervelend, want het is ook een heel erg belangrijke beslissing. Er zijn heel erg veel hypotheken, en het is best lastig om daaruit dan de meest voordelige te kiezen. Omdat veel mensen die keuze niet alleen kunnen maken roepen ze de hulp in van een hypotheek adviseur. Je kan een hypotheek adviseur vinden bij de kantoren van grote hypotheek advies ketens en banken hebben vaak ook hypotheek adviseurs. Als je zo’n hypotheek adviseur hebt ingehuurd beslis je samen met hem wat de meest voordelige hypotheek voor je is.
Maar niet alle hypotheekadviseurs hebben verstand van wat ze doen. Iedereen kan zich een hypotheek adviseur noemen. Daarom kan een hypotheek adviseur of een hypotheek advies kantoor een soort schriftelijk bewijs behalen om te bewijzen dat hij kwaliteit heeft. Dit kan op 2 manieren:
- Behaal een keurmerk bij de SKHB (de stichting keurmerk hypotheek bemiddeling). Zij geven een keurmerk aan de hypotheek advies kantoren als die aan hun eisen voldoen. Banken hebben meestal niet zo’n keurmerk omdat er een bepaalde voorwaarde aan vast zit waar de bank niet aan kan voldoen.
- Behaal een certificaat als erkende hypotheek adviseur. Dit gaat dus niet per kantoor maar per hypotheek adviseur. Deze manier is eigenlijk betrouwbaarder dan de eerste, want bij een goed kantoor kunnen ook een aantal slechte hypotheek adviseurs werken.
Als een hypotheek adviseur zo’n schriftelijk bewijs heeft weet je dat hij goed is, en dat je samen met hem de beste keuze kan maken voor een voordelige hypotheek.
Notaris
Met een makelaar of een hypotheek adviseur krijgt iedere koper waarschijnlijk te maken, maar dat staat niet vast. Met een notaris is dat wel zo. Je kan geen koop afsluiten als er geen notaris bij betrokken is.
Als de koper en verkoper het eens zijn geworden over de prijs van het huis en er een voorlopig koopcontract is opgesteld is het tijd om naar de notaris te gaan. Hij stelt een transport akte op. Deze is gebaseerd op de afspraken die in het voorlopig koopcontract staan. In het koopconctract staat dat ........ (naam verkoper) zijn huis verkoopt aan .........(naam koper). Dan gaat hij na of de verkoper zijn huis wel mag verkopen, of het huis wel goed is beschreven en of er aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. Daarna schrijft de notaris de transactie in bij het kadaster. Dat is een openbaar register van onroerende goederen. Je inschrijven bij het kadaster is verplicht. In de wet staat dat iedereen moet kunnen zien wie de eigenaar van een bepaald huis is.
Maar het inschrijven bij het kadaster is niet gratis. Je betaald er via je notaris kadastraal recht voor. Als je je huis betaald met geleend geld stelt de notaris ook nog een hypotheek akte op. Hierin staat hoeveel geld er geleend is van wie, hoe het geld terug betaald gaat worden en tegen welke rente dat gebeurt. De hypotheek akte moet ook ingeschreven worden in het kadaster en er moet ook weer geld voor worden betaald.
Soms schrijft de notaris ook een samenlevingscontract of een testament langstlevende. Een samenlevingscontract is bedoelt voor stelletjes die gaan samenwonen en niet getrouwd zijn. Zij kunnen bij de notaris een testament opstellen waarin de eigendomsverhoudingen van het huis en de meubels zijn vastgelegd. Als ze dan uit elkaar gaan of er 1 sterft is het duidelijk van wie welke bezittingen zijn. Een testament langslevende houdt in dat de ene partner na overlijden van de ander alle bezittingen in handen krijgt. Hiermee voorkom je dat de kinderen hun erfenis meteen kunnen opeisen als de eerste partner sterft en daardoor ook dat de overgebleven partner geen extra lening hoeft af te sluiten om het huis te kunnen behouden.
Als je een huis overkoopt van een eerdere eigenaar (dus als je geen nieuwbouwhuis koopt) moet je ook nog overdrachtsbelasting betalen.
Als laatste moet de koper het contract tekenen waarna het huis in zijn bezit is. Voor dat er getekend wordt moet het geld voor het huis eerst overgemaakt worden.
De prijs die je betaald voor een notaris is redelijk hoog. Sinds 2001 bepaald de notaris zelf wat hij vraagt voor zijn diensten.
Net zoals voor makelaars is er voor notarissen ook een organisatie. Dat is de KNB, de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.
Conclusie
Bij het koopproces van een huis zijn veel mensen betrokken. Zij proberen je op alle mogelijke manieren te helpen met de koop of verkoop. Zonder hun zou het kopen of verkopen van een huis een stuk lastiger zijn.
Gebruikte bronnen:
www.dehypotheker.nl
www.hypotheekaanbieder.nl
Hoofdstuk 1: Wat is een Hypotheek?
Inleiding
Er zijn erg veel hypotheek bedrijven. Het zijn niet altijd bedrijven die alleen maar hypotheker zijn. Meestal is dat een onderdeel van een bedrijf. Neem bijvoorbeeld het bedrijf ‘Kompas’. Dat bedrijf regelt de pensioenen, verzekeringen en hypotheken. Dit is een voorbeeld van een bedrijf dat advies geeft aan de consument, maar ze hebben de hypotheken weer van andere bedrijven, zoals banken en verzekeringsmaatschappijen. Bij banken kan je in hun kantoren ook rechtstreeks hypotheken krijgen.
Door middel van drie paragrafen leg ik uit wat een hypotheek precies inhoudt:
• Hoe werkt een hypotheek?
• Welke mogelijkheden bieden de meeste hypotheken?
• Toekomstblik op hypotheken
• Hypotheek tips
Hoe werkt een hypotheek?
Een huis kan je meestal niet in één keer kopen, omdat het erg duur is. Hoe betaal je dat huis dan? Daarvoor heb je een hypotheek nodig. Als je een huis koopt betaal je alvast een deel van het bedrag. Het andere deel moet je ‘afbetalen’. Dat ‘afbetalen’, aflossen, doe je via een hypotheek. Dat is een lening. Elke maand betaal je hiervoor, meestal via je bankrekening, een bedrag. Dat doe je tot je de lening voor je huis helemaal hebt afbetaald. Elke maand betaal je ook de rente van de hypotheek.
Stel nou dat je het huis waar je in woont nog niet hebt afgelost, maar dan toch wil verhuizen. Je koopt het nieuwe huis (bij de notaris) altijd eerder dan dat je oude huis (ook bij de notaris) verkocht is, anders heb je het risico dat je een tijdje geen huis hebt. Tussen die periode zit het overbruggingskrediet. Op dat moment heb je namelijk twee huizen. De hypotheek van het oude huis moet in de hypotheek van het nieuwe huis worden toegevoegd. Als het oude huis dan verkocht is kan je meestal je oude hypotheek aflossen en beginnen met je nieuwe hypotheek.
Hoe los je een hypotheek af? Daar heb je verscheidene mogelijkheden in. Soms heb je in de hypotheek zelf de mogelijkheid om te beleggen. Of je hebt een spaarrekening die oploopt door de spaarpremie en rente. In het volgende hoofdstuk leg ik hier meer over uit.
Sommige hypotheken kijken ook naar het inkomensperspectief. Dat is de het inkomen dat je gaat verdienen in de toekomst. Als je een carrière loopbaan al achter de rug hebt, kan dat inkomensperspectief wel eens tegenvallen. Daarom bieden sommige hypotheken de mogelijkheid om eerst een groot bedrag te betalen per maand en daarna een minder groot bedrag, zodat je de meeste betaling dan al gehad hebt. Dat noemt men ook een naar voren geschoven vermogensopbouw. Dat hoeft niet per se. Je kan natuurlijk ook gewoon een vast bedrag per maand betalen, dat is een standaard vermogensopbouw. Of als je carrière loopbaan nog maar net begonnen is, kan je beter een uitgestelde vermogensopbouw gebruiken. Het is bij een hypotheek vanzelfsprekend altijd mogelijk om bij meer financiële ruimte, tijdelijk meer af te betalen dan noodzakelijk is of natuurlijk om een eenmalige storting te doen.
Wat bieden de meeste hypotheken voor mogelijkheden?
Omdat er zoveel concurrentie is tussen hypothekers bedrijven, willen ze zich van elkaar onderscheiden. De èèn heeft een extreem lage rente de ander heeft een speciale hypotheekvorm met een aparte naam. Ik heb de meeste mogelijkheden op een rijtje gezet waarmee de hypotheken zich onderscheiden:
• Rente: Voor een hypotheek moet je altijd rente betalen (in %). Rente is een bedrag dat je extra moet betalen in verband met de lening. Veel hypotheken proberen in de smaak te vallen door lage rentes te vragen.
• Sparen: Sparen voor de aflossing van de lening kan je ook op een spaarrekening die aan de hypotheek is gekoppeld. Zo’n hypotheekvorm heet Spaarhypotheek. Over dat spaargeld krijg je ook rente en het bedrag kan dan hoog oplopen. Om het aantrekkelijker te maken bieden ze vaak dezelfde rente aan die je bij de hypotheek krijgt, dat is dus voor een spaarrekening wel een hoge rente.
• Beleggen: Beleggen doe je meestal in beleggingsfondsen die je krijgt aangeboden van de bank. Door beleggen kan je ook een geldbedrag bij elkaar sparen. Het beleggingsfonds koopt aandelen van bedrijven op de Effectenbeurs, bijvoorbeeld een aandeel van Ahold. Dat aandeel kost ongeveer 6 euro. Het aandeel kan stijgen of dalen in procenten. Het beleggingsfonds koopt een heleboel verschillende aandelen om de risico’s te spreiden en meer kans op winst te hebben. In een beleggingsfonds blijf je meestal lang zitten, want dan ben je er zelf niet actief mee bezig.
Je kan het beleggen naast je hypotheek, waarmee je spaart voor de aflossing later, ook zelf doen. Stel je koopt 100 aandelen Ahold voor 6 Euro op het moment dat het minder goed gaat met Albert Heijn, maar je denkt zelf dat het aandeel kan stijgen. In de kranten kan je de koersen zien (zie het knipsel van de beurs van Amsterdam). Stel je ziet staan dat jouw aandeel nu 3% meer waard is, dus Ahold is naar 6,18 gestegen. Dat betekent dat je 18 euro winst kan maken als je de 100 aandelen verkoopt. Maar het ziet er volgens jou goed uit voor Ahold dus je wacht nog even. Later zie je dat het aandeel 15% is gestegen. Je neemt niet het risico het aandeel nog te houden, zodat je winst misschien kan dalen. Dus je verkoopt het en je maakt dan 0,90 x 100= 90 euro winst.
Beurs van Amsterdam:
Sommige mensen doen het als vak. Het schijnt dat zij op zijn van de stress op hun 35ste. Dat is op zich wel logisch, want het is een erg risico-vol vak. Daarom doen niet veel mensen dit zelf, maar laten ze dat doen door beleggingsfondsen.
• Financiële zekerheden:Als je van een ongeval of ziekte arbeidsongeschikt wordt dan wil je daar geen financiële gevolgen van ondervinden. Meestal is er bij een hypotheek een verzekering ingerekend. Om het extra aantrekkelijk te maken bieden ze ook nog aan om een deel van je premiebetaling te betalen als je arbeidsongeschikt bent. Hypotheken hebben twee vormen van levensverzekeringen. De meeste hypotheken bieden een levensverzekering aan voor als je dood gaat. Als je de lening van je hypotheek nog niet hebt afgelost, betaalt de levensverzekering dat. Daar staat wel tegenover dat je een premie betaalt (premie is een maandelijks vast bedrag).
De andere verzekering is dat je premie betaalt om je lening van je hypotheek na 30 jaar af te lossen. Dat is een hypotheekvorm die Levenhypotheek heet. Je kan kiezen uit twee verschillende vormen van het aflossen van een hypotheek.
1. Je betaalt een maandelijks vast bedrag aan aflossing van de hypotheek tot dat je je lening hebt afbetaald.Daarnaast betaal je een (steeds lager) bedrag aan rente over de overgebleven lening Je moet bijvoorbeeld 100.000 euro aflossen:
100.000
50.000
0
15 30(jaar)
Deze manier is gunstig voor de overheid. De mensen die voor deze manier kiezen hebben minder voordeel, omdat ze minder aftrek krijgen van de belasting. Je betaalt namelijk belasting over je inkomsten, die zijn hoger als je er minder rente van kan aftrekken.
2. Je betaalt je lening en rente door middel van een
beleggingsfonds of een Spaarhypotheek. Daarna los je je lening in één keer af. Je moet bijvoorbeeld 100.000 euro aflossen:
100.000
50.000
0
15 30(jaar)
Deze manier is niet gunstig voor de overheid. De mensen die voor deze aflossing kiezen zijn in het voordeel. Een voorbeeld: de rente is 6% over je lening. Dat is dus 6000 euro per jaar. Je moet bijvoorbeeld 42% inkomsten belasting betalen (je inkomsten belasting hangt af van hoeveel je verdient met je baan), 42% van 6000 euro is dus 2520 euro per jaar. En dit voordeel houd je de hele looptijd tot je aan het eind ineens aflost. Rente – belastingaftrek + spaarpremie of inleg beleggingsfonds = netto betaling aan hypotheek (wat je echt kwijt bent aan de hypotheek).Voorbeeld van spaarpremie: 1200 euro per jaar , terwijl bijvoorbeeld de inleg in een beleggingsfonds maar 1000 euro per jaar is. Het verschil komt omdat beleggingsfondsen meer winst opleveren. De berekening voor een Spaarhypotheek is: 6000 – 2520 +1200 = 4680 per jaar. De berekening voor een Beleggingshypotheek is: 6000 – 2520 +1000 = 4480 per jaar. (Deze berekening is niet exact genomen).
• Combinatie hypotheek vormen: De meest voorkomende is de combinatie van een spaarhypotheek en een aflossingsvrije hypotheek. Na 30 jaar los je dan een deel van je lening af en het andere deel blijft een lening.
• Nationale hypotheek garantie: Dat houdt in dat de persoon een kleine premie vooraf moet betalen. Daar krijgt diegene een lagere rente van de bank voor terug. De hypotheek heeft namelijk geen risico meer voor de bank, want de lening wordt nu sowiezo afgelost. Als het niet door die persoon zelf wordt gedaan wordt het door de Nationale Hypotheekgarantie betaald.
Toekomstblik op hypotheken
Economen voorspellen meestal of het een goed of slecht economisch jaar wordt. In 2003 zou het slecht gaan met de economie volgens de voorspelling van een belangrijke Amerikaanse econoom, Stiglitz. Dat is ook wel uitgekomen. Hoe zit het dan met het jaar 2004? Hier staat hoe het met de hypotheken gaat in de toekomst:
• De economie gaat in Nederland in 2004 nog niet goed, al verwachten economen dat het ergste achter de rug is. Het kabinet gaat veel bezuinigen, en dat kost banen. Ook bedrijven bezuinigen en wachten nog met investeren. Dat betekent dat veel mensen onzeker zijn over hun baan en dus nog wachten met het kopen van een nieuw huis. Als dat gebeurd worden er in 2004 minder nieuwe hypotheken genomen dan in een goed economisch jaar.
• In 2003 was de rente laag. Economen verwachten voor 2004 ook een lage rente. Veel mensen hebben daarom in 2003 hun hypotheek vernieuwd, waarbij ze soms ook van bank veranderden. Dat kan in 2004 weer gebeuren..
• Het aantal dagen dat je zou kunnen overleven als je gestopt bent met werken daalt. Dat betekent dat mensen te veel vaste lasten hebben of dat ze niet genoeg inkomen hebben. Dat heeft gevolgen voor de hypotheken. Het betalen van de hypotheekverplichtingen (rente en premie) kan nu wat stroever lopen en het aantal mensen die gaan verhuizen kan dalen.
• Mensen met ontslag of verlaagd inkomen hebben deflatie gevaar. Deflatiegevaar houdt in dat hun huis minder waard wordt. Als ze hun huis moeten verkopen, omdat ze de hypotheek niet meer kunnen betalen, lopen ze het risico dat de verkoop van het huis te weinig opbrengt om de hypotheek af te lossen, zodat ze nog een schuld houden. Als
• Als je een huis koopt dat eigenlijk te duur voor je is, waardoor je eigenlijk een te hoge hypotheek moet nemen, loop je extra risico dat je de hoge hypotheekkosten (rente en premie)op een gegeven moment niet meer kan betalen.
• In 2003 was de vraag naar een nieuw huis erg gedaald, de bordjes te koop stonden erg lang in de voortuin, maar in 2004 boekt het aantal mensen dat een huis koopt een vooruitgang met 4%.
• Het aanbod van nieuwbouw-koopwoningen blijft sterk achter bij de voorspellingen. De voorspellingen van de overheid zijn veel optimistischer. Minder aanbod is goed voor de prijzen.
• De huizenprijs blijft volgens de voorspelling licht stijgen. Dat betekent dat de hypotheken ook hoger zijn. En het betekent ook dat er geen groot deflatiegevaar is.
• De koopwoningen blijven wel betaalbaar in 2004, want de hypotheekrente blijft ontzettend laag.
• Gerrit Zalm, minister van financiën, wil het belasting voordeel van de hypotheekrenteaftrek bestrijden in 2004 en 2005.
• Een belastingvoordeel gaat in 2005 in. Mensen die hun hypotheek helemaal hebben afgelost, hebben het recht om het eigenwoningforfait niet te hoeven betalen. Eigenwoningforfait is ongeveer 0.8% van de waarde van je koopwoning.
Hypotheek tips
Hier zijn tips voor als je een hypotheek hebt of een hypotheek neemt:
• Als je minimaal de helft van je beschikbare inkomen besteed aan hypotheeklasten en het huis waar je in woont kan verkopen tegen een gunstige prijs, moet je dat zeker doen als je een andere mooie woning kan krijgen tegen een lagere prijs. Want je moet proberen maximaal 40% van je beschikbare inkomen aan hypotheeklasten te hebben. Dat scheelt zorgen in het jaar 2004.
• In Nederland is de hypotheekschuld sterk gegroeid de laatste jaren. Als je hypotheeklasten erg fors zijn vergeleken met je inkomen, kan je een korte rentevaste periode kiezen. Rentevaste periode houd in dat je een periode dezelfde rente hebt en dan na die periode een nieuwe rente voor de nieuwe periode geldt. Het handige van die rentevaste periode is dat je zeker weet wat voor rente je hebt gedurende die periode. Als je een persoon bent die zekerheid zoekt, is het handig in 2004 je rente vast te zetten voor 10 tot 15 jaar, want dan kan je precies uitrekenen wat je moet betalen en nu is dat voordeliger dan in andere jaren. Maar het is wel ruim 0,5% duurder om je rente voor zoveel jaren vast te zetten
• Als het je niet veel uitmaakt of je rente elk jaar een ander bedrag is, kan je beter je rente voor één jaar vastleggen. Dan ben je veel voordeliger uit, alleen heb je elk jaar een andere rente en dat kan soms tegenvallen als je opeens veel meer moet betalen. Daarom kiezen sommige mensen voor een lange rentevaste periode, dan weten ze zeker dat er geen tegenvallende rentes zijn.
• Het is niet handig om te leven op onzekere inkomsten
• Als je je vaste lasten wil verlagen, is het handig eerst de duurste lening terug te betalen.
• Periodiek bijsparen is ook erg handig, om tegenvallers op te kunnen vangen. Zodat je dan de hypotheek schuld wel kunt betalen.
• Je kunt beter een spaarrekening nemen, indien financieel mogelijk. Beleggen is soms te riskant, dat kan tot gevolg hebben dat je onregelmatige premies hebt, omdat je aan het eind van de looptijd wel de hypotheek lening moet betalen.
• Verder een goed financieel 2004 toegewenst
Iedereen staat wel eens voor hoge of verwachte uitgaven.
Er moet nieuwe vloerbedekking komen, de auto moet vervangen worden, noem maar op. Soms moet je geld lenen om een noodzakelijke aankoop te kunnen doen. Een paar dingen moet je daarbij in de gaten houden. Als geld wilt lenen, bereken dan precies welk maandelijks bedrag je voor aflossing kunt missen. Veel mensen begaan de fout meer te lenen dan ze kunnen afbetalen. Sommigen sluiten een verkeerd soort lening af met veel te hoge rente en andere ongunstige voorwaarden. Een lening kiezen in een secuur karwij. In dit werkstuk staan wij daarom stil bij de belangrijkste leenvormen met alle voor- en nadelen, en nog veel meer ander dingen.
Sparen
Wij Nederlanders zijn een spaarzaam volkje. Bij elkaar staat er bij de banken zo’n 80 Miljard Euro aan spaargeld op de rekeningen. We geven het dus niet allemaal uit, maar leggen we vaak ook wat opzij voor later. Als appeltje voor de dorst, of om iets duurs, b.v. een wasmachine of auto te kunnen kopen.
Geld kun je op verschillende manieren opzij leggen. Sparen via een spaarrekening bijvoorbeeld. De banken bieden je veel manieren om je spaardrift uit te leven. Geld zomaar ergens op een willekeurige rekening van een bank te zetten is sterk af te raden. Goed kans dat je dan word afgescheept met een veel te lage rente.
In dit werkstuk geef ik een overzicht van de verschillende manieren van sparen. Daarbij ga ik ook in de op de voor- en nadelen. Sommige spaarvormen en beleggingen kun je beter links laten liggen, omdat de opbrengst klein of onzeker is, of omdat de voorwaarden ongunstig zijn.
Lenen of sparen?
Wat is nu beter, lenen of sparen? Dat hangt er vanaf. Wanneer je spaargeld hebt, dat je zonder al te hoge kosten kunt opnemen, dan kun je het beste daarmee uw aankoop financieren. Maar als je geen, of te weinig spaargeld hebt, en je voor een keuze komt te staan om geld te lenen of nog een tijdje door te sparen, is het antwoord simpel. Wat het verstandigst is hangt af van de omstandigheden. Ben je b.v. dringend toe aan een nieuwe wasmachine, dan ligt een lening voor de hand. Je ‘’was’’ een tijdje de deur uit doen, zal meestal duurder uitpakken dan een lening. Dat geld ook voor andere aankopen waar je echt niet buiten kunt. Gaat het om een uitgaven, die nog een tijdje kan worden uitgesteld, dan kun je overwegen om nog ff door te sparen. Dat is de goedkoopste manier en je loopt er de minste risico’s mee.
Bron:
Bieb: -‘’Thuis in geldzaken’’
- over lenen, sparen, hypotheken en verzekeringen
Internet
Sparen en Lenen
* Sparen *
- Wat is sparen?
Sparen is een soort reservering voor meestal incidentele uitgaven. De meeste mensen verdelen hun inkomen in twee delen:
- Het bestedingsdeel (uitgaven)
- Het spaardeel (reservering)
Bij jongeren is het bestedingsdeel 70% en het spaardeel 20% van hun inkomen. Je kunt verschillende spaarmotieven hebben. Dat kan faan van een huis tot een auto.
Een spaarmotief is een rede van sparen
De meeste mensen sparen voor de rente
- Sparen voor Rente?
Bij sparen voor rente ga je het liefst naar een bank met hoge rente. Het is net lenen aan de bank voor rente en de bank gebruikt je spaargeld voor het lenen maar zij maken daar meer winst bij dan jijzelf. Om ervoor te zorgen dat je niet al te snel je geld weer opneemt stelt de bank een opnamelimiet op. Een opnamelimiet is het bedrag dat je maximaal op mag nemen van de bank. Als je over dat limiet heen gaat dan rekent de bank een soort boeterente dat bedrag wordt gerekend over het aan te veel opgenomen bedrag.
Je hebt ook een soort renterekening waarbij je spaarbedrag voor een bepaalde periode wordt vastgezet. Je krijgt dan een vast rente bedrag en die is meestal hoger dan een normale spaarrekening. Het verschil tussen de beide rekeningen is dat je bij een normale rekening het spaarbedrag kan opnemen en dat mag bij een depositorekening niet. Maar het voordeel van een depositorekening (dat is de rekening waarbij je je spaarbedrag moet vastzetten) is dat je spaarbedrag vast word gezet en het niet kan opnemen.
- Wat gebeurt er met het spaargeld op de bank?
Alle saldo’s van de spaarders worden opgeslagen in de computer van de bank. Dan gebruikt de bank het geld om er b.v. huizen of aandelen van te kopen. De bank w8 tot de waarde van de investering hoog is en dan verkoopt de bank de investering, zo maakt de bank winst. En als spaarder krijg je ook een beetje van die winst en dan is namelijk de rente. Dus het spaargeld word uiteindelijk gewoon verhandeld en zo wordt er winst mee gemaakt.
- Aandeelkoers rekeningen?
Als je zo’n rekening wilt openen dan noemen we dat beleggen. Je kunt in verschillende aandelen gaan beleggen b.v. DSM, Coca Cola, Ajax enz Zo zijn er beleggingsrekeningen zoals spaarbeleg of het OSF (Oranje Spaar Fonds)
Bij zo’n rekening word je spaargeld geïnvesteerd in aandelen die volgens hen de beste lijken. Maar een rede om niet zo’n rekening te openen is dat het nogal riskant is, want als de koers van de aandelen waarin je je spaargeld hebt laten investeren daalt, dan daalt ook je spaargeld.
- Premiespaarregeling?
Een Premiespaarregeling is bestemd voor werknemers bij een particulier bedrijf. De spaarder wil bij de bank sparen voor een vast spaarbedrag en de premie wordt door de spaarder zelf bepaald. Daarop zet de werkgever van de spaarder een belastingvrije premie van maximaal Fl750,- Per jaar. Maar dat bedrag ontvang je niet als je het bedrag zomaar opneemt, het moet echt een zeer belangrijke reden zijn, b.v een huis kopen, trouwen of een levensverzekering afsluiten. De rente is laag maar belastingvrij en wel opneembaar. Deze manier van sparen is zeer geliefd en zeer goed als je je geld niet meteen op wilt nemen.
- Wat is spaarloonregeling?
Een spaarloonregeling is een regeling die verplicht is voor iedereen die deze regeling in de arbeidsvoorwaarden van het bedrijf waar die werkt heeft staan. De wekgever houdt een bepaald deel van het brutoloon in en zet dit op een belastingvrije rekening. Als de rente op die rekening moet de werkgever een tarief van 15% over het spaarbedrag betalen. Over de opname gelden dezelfde regels als de premiespaarregeling en dat is dat de rente vrij opneembaar is, maar de rest van het spaarbedrag mag je alleen bij het kopen van een huis of als de weknemer ouder is dan 60 jaar, of als je voor meer dan 45% arbeidsongeschikt ben geraakt. En dan is er nog een regeling die men de winstdelingsspaarregeling noemt. De winstdelingsspaarregeling is bedoeld voor werknemers die vrijwillig hun winstuitkering of een deel hiervan vast willen zetten, als er geen winst is komt er geen geld op de rekening. Het is belastingvrije regeling waarmee je maximaal Fl750,-
Per jaar kan gaan sparen. En er mag net als de spaarloonregeling pas na 7 jaar het spaargeld worden opgenomen.
- Wat is obligatie?
Een obligatie is een lening aan de staat of een grote instelling. De lening heeft een bepaalde looptijd en de rente is ook vast. Het is een soort belegging waarbij je minder snel risico loopt. Bij beleggen in aandelen loop je namelijk risico dat de koers van de aandelen gaan dalen en dan daalt ook de waarde van het beleggingsaandeel.
Een obligatie kan je ook wel zien als een aandeel want het kan in de looptijd ook verhandeld worden. Alleen de rente kan worden gezien als inkomen en daar moet dan belasting over betaald worden. Hiervoor moet men naar de fiscus (De belastingsagent) om een rentevrijstelling aan te vragen.
Een rentevrijstelling is de rente die je bij belastbare rekeningen kunt aanvragen. Dan mag je FL1000,- Maximaal per jaar belastingvrij rente opnemen.
- Bijzondere spaarvormen
Bepaalde groepen consumenten krijgen als ze sparen een steuntje in de rug van de overheid, soms ook van de bank zelf. Zo zijn er speciale spaarregelingen voor de jeugd, maar ook voor de werknemers in bedrijven. We bespreken de belangrijkste van deze regeling hieronder.
- Jeugdsparen
De banken doen alle mogelijke moeite om jeugdige spaarders binnen te halen. Met cadeautjes zoals opbergmappen, speelgoeddieren en CD’s worden ze aangespoord een jeugdspaarrekening te openen. Er zijn rekeningen met en zonder premie. De rekeningen met premie pinnen de jonge spaarders behoorlijk vast, want hij moet vaak de hele looptijd wachten om die premie in de wacht te slepen. De rekeningen zonder premie hebben als nadeel dat ze een onaantrekkelijke rente aanbieden.
- Premiespaarregeling
Deze regeling is voor werknemers in een particulier bedrijf. Bedrijven mogen zelf bepalen of ze zo’n regeling invoeren. ‘Bedrijfssparen’ is zeer populair en gaat als volgt.
De deelnemer spaart bij een bank op een speciale spaarrekening een vast bedrag. Het gaat daarbij om een maandelijks zelf te bepalen bedrag. De werkgever draagt op het gespaarde bedrag een-belastingvrije-premie bij van maximaal FL.750,- per jaar. Hoe hoog de premie is in verhouding tot het spaardeel hangt af van de looptijd van de regeling (vier, zeven of tien jaar), en varieert van 50% tot 200%. Over de gespaarde bedragen wordt ook rente vergoed, al is die niet zo hoog. De rente is vrij opneembaar en in principe ook belastbaar. Het spaargeld kan gedurende looptijd worden opgenomen. Je verspeeld dan wel volledig de premie, behalve als u een huis koopt, de hypotheek aflost, aandelen koopt, een levensverzekering afsluit, trouwt of ontslag neemt. Het is met al een zeer aantrekkelijke spaarvorm, tenminste als u het geld niet meteen nodig heeft.
- Premiespaarregelingen voor rijksambtenaren
Dit is een ongeveer vergelijkbare regeling, maar dan voor ambtenaren. Het maximale bedrag dat je mag sparen en die je aan premie ontvangt, zijn een stuk lager dan bij bedrijfssparen. De premie is hier 25% van het gespaarde bedrag, dat maximaal FL.504,- per jaar mag zijn. De premie is dus niet meer dan FL.126,- per jaar. Ook hier moet het spaarbedrag vier jaar vaststaan, voordat je recht op premie krijgt. Over het spaargeld ontvang je rente. In enkele gevallen mag je het spaargeld eerder opnemen zonder de premie te verspellen, b.v. bij overlijden of voor de betaling van de premies van levensverzekering of spaarkascontacten. Het spaargeld gebruiken voor een aflossing op de hypotheek is niet toegestaan. Het is met al een minder riante regeling dan bedrijfssparen.
* Lenen *
- Wat is lenen?
B.v. Je vraagt voor geld dat je later terug geeft
Bij de bank geld lenen (alleen moet je hier rente voor betalen)
- Lenen bij de bank
Je leent geld bij de bank alleen bij grote bedragen.
Dit keer spaart de bank en jij bent de rekening en jij moet de rente betalen.
Maar dit keer is de rente hoger die de bank krijgt.
- Waarom lenen?
Je leent geld bij de bank omdat je het bedrag dat je nodig hebt niet in een keer bij elkaar kunt krijgen. Je kunt b.v. lenen om een auto, boot of huis te kopen, meestal word er geleend voor een huis.
- Aflossing
Het terugbetalen van een lening noemen we aflossing. Voor de aflossing moet je eerst kunnen weten hoeveel je per maand zou kunnen missen aan leengeld en de rente. Voor de zekerheid zal de uitlener (meestal de bank) eerst uitzoeken of je de aflossing echt terug kan betalen. Hiervoor zal worden gekeken naar de inkomsten en de gemiddelde maandelijkse uitgaven.
- Termijn en termijnbedrag
De termijn is de periode waarin je telkens een deel rente en aflossing moet betalen. Meestal gaat dat per maand. Het termijnbedrag is het bedrag van je eigen schuld (met rente) Dat je per maand aflost. B.v. Je spreekt af dat je de lening in drie jaar terugbetaald, dan betaal je FL.10 000,- + FL.2479,53 aan rente over de hele periode terug. Het totale bedrag van bijna FL.12 500,- word dan in 36 maanden verdeeld, zodat het termijnbedrag FL.346,65 bedraagt.
Wanneer je geld wil gaan lenen, moet je eerst een aantal dingen op een rijtje zetten:
- Is je salaris toereikend voor het aangaan van een lening?
- Hoe hoog zijn de vaste lasten en de andere uitgaven die je maandelijks hebt?
- Is daar nog wat op te bezuinigen?
- Looptijd
De tijdsduur dat men de aflossing zou moeten betalen noemen we de looptijd. De looptijd hangt af van het geleend bedrag en het geld dat men over heeft voor de aflossing. Er zal ook worden gekeken naar de reden van de lening. B.v. voor een tweede hands auto krijg je een kortere looptijd dan dat je het geld voor een duurdere villa wilt gaan lenen. Ook moet je eerst gaan kijken naar de levensduur van de reden van de lening. Dan kun je een goede afspraak maken met de uitlener over de looptijd en de rente.
- Rente
Het maakt niet uit welke lening ja dan ook maar afsluit, je moet altijd rente betalen. Rente is een vergoeding die iemand betaald om het geld te mogen lenen. Het is net als bij sparen. Ook daar speelt rente een belangrijke rol: Het verschil is alleen dat je bij sparen rente rijft, terwijl je bij lenen rente moet betalen. De rente word altijd weergegeven in een percentage. Stel je leent FL.10 000,- en de bank berekend daarvoor een percentage van 15% dan moet je aan het eind van het jaar FL.1500,- aan rente betalen.
- Wat voor een krediet?
Voor je naar een bank stapt voor een lening of iets op afbetaling koopt, kun je nagaan of de mogelijkheid bestaat bij je werkgever te lenen. Sommige bedrijven lenen geld uit aan personeelsleden. Vaak alleen als het gaat om de aankoop van een woning of van een auto, maar dat scheelt per bedrijf. De rente ligt meestal veel lager dan bij andere kredietvormen. Een andere mogelijkheid is om bij familie of een goede relatie een lening af te sluiten. Dat kan soms aantrekkelijk zijn. Nadeel is als er problemen met zo’n onderhandse lening komen, de goede verstandhouding flink op de proef gesteld kan worden. Doe deze mogelijkheid alleen als je zeker bent van je kredietwaardigheid. En zet de onderlinge afspraken over het bedrag van de lening, het percentage, de looptijd en aflossingstermijn duidelijk op papier.
Wat voor een krediet moet je nemen staat op blz 10
Daar staat een schema, voor als je wilt gaan lenen.
- Consumptief krediet?
Consumptief krediet is een particulieren lening. Dat houdt in dat het bedrag door particulieren word geleend voor aanschaf van duurzame dingen zoals b.v. auto of caravan.
- Productief krediet?
Productief krediet is een zakelijke lening. Dat houdt in dat het door een bedrijf of instelling word geleend door aanschaf van duurzame productiemiddelen zoals b.v fabricage, machines of bedrijfsauto’s
- Wat is BKR?
De BKR, of wel ‘stichting Bureau Kredietregistratie’ is een instelling waar alle leningen worden geregistreerd. De BKR ligt in Tiel. Je kunt daar leningen van heel Nederland zien. De registratie wordt door de banken en andere krediet instellingen gemaakt. De banken e.d doen ook wel eens navraag hierover. Niet alleen de lening word geregistreerd, ook het leenbedrag van de lener.
- De vormen van een consumptief krediet
Je hebt veel soorten vormen van consumptief krediet, de belangrijkste zijn:
- Persoonlijke lening
- Doorlopend krediet
- Leasen
- Koop op afbetaling, oftewel huurkoop
- Persoonlijke lening
Een persoonlijke lening houdt in dat je een bepaald bedrag leent met van te voren afgesproken rente. De rente blijft de hele looptijd van de lening gelijk. De Bank die de persoonlijke lening uitleent telt vooraf alle rente bij elkaar en rekent hierbij ook de eventuele schuld erbij. Bij dat bedrag wordt ook de aflossing geteld. Dat bedrag dat je per maand moet betalen. Het aflossingsbedrag blijft gelijk. Maar hoe langer je over het aflossen van het geleend bedrag wilt doen hoe meer rente je moet betalen. De aflossing blijft in verhouding met de looptijd gelijk maar de rente niet. Een persoonlijke lening is een voorbeeld van een consumptief krediet. Bij deze lening krijg je het totale leenbedrag meteen en kun je het vrij besteden. Hier zijn geen voorwaarden aan verbonden over het besteden van het geleend geld.
- Doorlopend krediet
Dit is de meest geliefde krediet. Hierbij kies je vooraf welk bedrag je maximaal wilt lenen. Dit noemen we kredietlimiet. Dat bedrag hoef je niet in een keer op te nemen. Als je alleen meteen een aankoop wilt doen en het bedrag in onder de kredietlimiet dan neem je gewoon het bedrag dan je nodig hebt op de bank berekent automatisch de rente alleen over dat bedrag. De betalingstermijnen zijn net als bij een persoonlijke lening maandelijkse aflossing met rente. Bij een doorlopend krediet is de rente variabel. Het kan altijd veranderen maar hierdoor veranderd niet het maandelijkse bedrag. De looptijd kan hierdoor wel veranderen: het kan langer korter worden. Hoelang de looptijd is, is afhankelijk van de hoogte van het termijn bedrag. De rentestand is nooit zeker te bepalen, dat hangt gewoon af van de bank of die de rente wil laten stijgen of niet. Je kunt het afgeloste bedrag wel weer opnemen maar het is aan te raden om dat juist niet te doen want anders blijf je heel lang met een schuld zitten. Je moet jezelf weten te beheerden om niet steeds het krediet limiet op te nemen.
- Leasen
Je kunt tegenwoordig ook producten leasen. Dat is in feite een huurovereenkomst met soms het recht het product op een bepaald moment te kopen. Leasen is vooral populair bij auto’s en audio- en videoapparatuur. Er zijn zelfs speciale winkels voor jongeren, waar je zo een walkman kan leasen. Als particulier kun je de koste die je maakt voor het leasen niet aftrekken van de belasting. Voor bedrijven kan leasen wel erg aantrekkelijk zijn, bijvoorbeeld omdat je met leasen het risico op onvoorziene kosten uitsluit, maar ook omdat je de BTW kunt terugvorderen. Dat laatste is weer niet mogelijk als particulier. Daarom is leasen voor particulieren een dure aangelegenheid. Ook hier geld: Wil je iets kopen en je hebt er niet direct geld voor, kies dan een persoonlijke lening of een doorlopend krediet bij de bank.
- Koop op afbetaling
Wat is koop op afbetaling?
Dat je iets koopt en de prijs niet ineens, maar in termijnen betaald. Je word eigenaar van het product en voldoet pas later aan je verplichting: de koopprijs betalen. Bij deze vorm van geld lenen doe je geen zaken met de bank, maar rechtstreeks met de leverancier.
- Huurkoop
Huurkoop is een bijzondere vorm van kopen op afbetaling. Je krijgt wel het genot van het product, maar word pas eigenaar nadat de laatste termijn is betaald. Ook met huurkoop maak je met de winkellier of leverancier een afspraak over de betaling. De verkoper ‘’regelt’’ de betaling. Vooral bij het kopen van een auto komt het veel voor.
- Rood staan
Je kunt je dure spullen ook kopen door rood te gaan staan op je bankrekening. Dat kan op twee manieren. De eerste manier is dat je een afspraak maakt met de bank over rood staan. Soms is dat aan te raden; daarover zo meteen. Een andere aanpak is dat je rood gaat staan zonder afspraak met de bank. Je kent het wel. Even een paar betaalcheques uitschrijven voor een veel hoger bedrag dan op de rekening staat. Op deze manier rood staan is een dure liefhebberij. Er zijn wel banken die wel 20% rente eraf trekken voor rood staan zonder afspraak. Bovendien is het ook riskant om zo geld te lenen. Je moet zeker weten dat je het saldo op korte termijn kunt aanvullen. Zo niet, dan stopt de bank met het uitgeven van contante en betaalkaarten. Maak je over rood staan een afspraak met de bank dan komen die zaken anders te liggen. De rente komt dan zelf in de buurt van een persoonlijke lening of een doorlopend krediet. Hoe kun je dit regelen? Neem contact op met uw bank. Zij sturen een formulier, dat je invult en terug stuurt. ze sturen dan na een tijdje een bericht of je wel of niet in de aanmelding komt voor zo’n regeling en hoeveel je maximaal rood mag staan Voordelen van rood staan op basis van een afspraak is dat het een gemakkelijke vorm is van geld lenen als je b.v heel veel rekeningen tegelijk moet betalen. Rood staan zonder afspraak heeft alleen maar nadelen. De rente is te hoog en bij regelmatig rood staan verlies je het recht op contanten en betaalkaarten.
- Goedkoop lenen
Rood staan zonder afspraak, huurkoop en koop op afbetaling zijn dure vormen van lenen. Hoe gemakkelijk het ook gaat, je kunt er aardig mee in de problemen mee komen. Deze vormen van geld lenen kun je dan ook beter niet doen. Ook als je naar een bank stapt voor een lening, moet je goed opletten. Uit onderzoek blijkt telkens weer dat krediet niet overal evenveel kost. Om erachter te komen welke de goedkoopste lening is in jouw situatie, ben je aangewezen op de informatiefolders van banken en spaarbanken. Beperk je niet tot de grote banken waarvan je het kantoor direct om de hoek hebt, maar informeer ook eens bij de kleinere banken.
Wanneer je dan gaat lenen, is het goed om vooraf eens te kijken naar het ‘effectieve’ rentepercentage (de werkelijke rente) Dat gevraagd wordt. Alle aanbieders van leningen moeten dat rentepercentage in hun folders en advertenties vermelden. Banken en andere geldschieters berekenen soms heel verschillende rentepercentages voor hetzelfde product. Een goede vergelijking kan dus wat koste besparen.
Samenvatting:
Sparen is een soort reservering voor meestal incidentele uitgaven. Je kunt verschillende spaarmotieven hebben. De meeste sparen voor rente. Als je spaargeld op de bank zet, dan wordt dat opgeslagen in de computer van de bank. De bank wacht tot de waarde van de investering hoog is en dan verkoopt de bank de investering, zo maakt de bank winst. Bij sparen horen ook de begrippen:
- Premiespaarregeling
- Spaarloonregeling
- Obligatie
- Verschillende soorten spaarvormen
Enz. Dit staat allemaal uitgebreid in ons werkstuk beschreven.
Lenen is vraag voor geld dat je later terug gaat geven. Je leent geld hoofdzakelijk bij de bank, maar je kunt geld ook bij familie of misschien wel je baas lenen. Het terug betalen van de lening noemen we aflossing. De aflossing gebeurt in termijnen. Termijn is de periode waarin je telkens een deel rente en aflossing moet betalen. Bij sparen krijg je juist meer rente, en dat is ook het grootste verschil. Als je naar een bank stapt voor een lening of iets op afbetaling koopt, kun je nagaan of de mogelijkheid bestaat om bij je werkgever geld te lenen. Consumptief en productief krediet zijn twee vormen van lenen. Consumptief is een particulieren lening, voor aanschaf van duurzame dingen b.v een auto of caravan. Productief is een zakelijke lening, hierbij word het bedrag door een bedrijf of instelling geleend, voor aanschaf van duurzame productiemiddelen zoals b.v fabricage of een bedrijfsauto.
De vormen van consumptief krediet zijn: - Persoonlijke lening
- Doorlopend krediet
- Leasen
- Koop op afbetaling, of wel huurkoop
Deze vormen staan uitgebreid in ons verslag verwerkt.
Rood staan is als je geld afschrijft dat je helemaal niet meer hebt, en dat is niet altijd toegestaan door de bank. Tenslotte heb ik ook beschreven wat je het beste kan doen als je gaat lenen in ‘goedkoop lenen’
Eigen mening + conclusie
Ik vind dat een mooi overzichtelijk werkstuk is geworden, ik heb ongeveer 6 tot 7 uur aan dit verslag gewerkt. Ik dacht in het begin dat het me nooit zou lukken maar toen ik eenmaal bezig was toen vond ik het wel gaan. Tijdens het typen heb ik veel geleerd, nu snap ik weer hoe het allemaal werk met dat sparen en lenen, ik kon me nog een beetje herinneren van wat ik ooit geleerd heb en met dat samen is het gelukt. Ik hoop dat u het een interessant verslag vond en geef het met een tevreden gevoel aan u.
1. Inleiding
Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat we het wel interessant vonden. Namelijk, het antwoord op de vraag: "Wat kan ik het beste met mijn geld doen?". Dit is ook de onderzoeksvraag. Moet je met je geld gaan sparen, of beleg je het? Maar hoe werken beide, wat zijn de risico's, wat zijn de voordelen en nadelen? En hoe doe je het? En als je weet of je wilt sparen of beleggen, hoe weet je dan waarin je moet beleggen, of met welke rekening je moet sparen? Daarover gaat ons werkstuk.
2. Sparen: wat is sparen?
Sparen is geld opzij leggen om d.m.v. rente meer geld te krijgen. Want als je spaart, ontvang je rente. Sparen doe je meestal door geld naar een spaarrekening over te schrijven of door zelf geld te storten. Je ontvangt dan steeds na een bepaalde periode (meestal een jaar) rente. Die rente is altijd een aantal procenten van het bedrag dat je op het moment dat de rente wordt uitgekeerd op je rekening hebt staan. Op dit moment is het normale rentepercentage bij een normale bankrekening ongeveer 0,5%, niet erg veel. En bij de meeste spaarrekeningen is dat ongeveer 3%, wat ook niet zo erg veel is.
Hier volgt een voorbeeld van sparen:
Stel, je spaart f50,- per maand, dus in een jaar 600 gulden. Laten we zeggen dat je spaarrekening 4% rente geeft. Dan heb je na een jaar 600 gulden + 4% daarvan = 624 gulden. In een jaar heb je dan dus 24 gulden verdient, zonder er iets voor te doen.
Als in dat jaar de inflatie b.v. 3% is, dan heb je per saldo nog maar 1 % rente van je 600 gulden (inflatie is de vermindering van de waarde van geld, naarmate de tijd verstrijkt, er bestaat trouwens ook deflatie).
3. Sparen: verschillende mogelijkheden en hoe het werkt
Je hebt eigenlijk drie soorten rekeningen:
1. Een normale rekening, privé rekening (eigenlijk geen spaarrekening), je krijgt dan ongeveer 0,5% rente en kan geld opnemen etc. wanneer je maar wilt. Je kan ook pinnen en chippen.
2. Een (simpele) spaarrekening, je krijgt ongeveer 3% rente en kan je geld ook opnemen wanneer je wilt. Je kan alleen niet pinnen of chippen. Als je geld wilt opnemen, zul je het eerst moeten overschrijven naar een andere rekening.
3. Een (echte) spaarrekening. Je ontvangt hier een hogere rente (b.v. Spaarbeleg, nu 4,2% rente).
Een "beleggingsspaarrekening". Hierbij spaar je meestal een vast bedrag per maand. De bank gaat dan dat geld voor je beleggen. Na aftrek van hun kosten is de uiteindelijke rente aanzienlijk hoger dan alle bovengenoemde spaarvormen (ongeveer tussen de 10 en 20% op dit moment).
Omdat alleen het vierde type sparen echt geld oplevert, is dat het type waar we het nu over zullen hebben. De andere drie zijn niet echt interessant om geld mee te verdienen.
Je kan meestal zelf bepalen hoe lang je wilt sparen. Meestal tussen de één en tien jaar, dit heet de looptijd. Als de looptijd van je rekening is afgelopen, kan je bepalen of je het geld wat op dat moment op je rekening staat (incl. rente) op je gewone rekening stort, of dat je weer een bepaalde periode gaat sparen. Het nadeel van sparen met zo'n rekening voor lange termijn is dat je tussentijds geen geld kan opnemen, tenzij je daarvoor betaalt (= boeterente). Als je dan voor een onverwachte grote uitgave staat, heb je een probleem. Je zal dan geld van je spaarrekening moeten halen (als je niet genoeg geld hebt), en daar zal je dan voor moeten betalen. Behalve natuurlijk, als de periode afgelopen is. Dan kan je met het geld doen wat je wilt.
De kosten van geld opnemen zijn ongeveer 1,5% van het bedrag (het ligt er natuurlijk aan welke spaarrekening je hebt).
Er is zijn ook nog andere verschillen tussen verschillende spaarrekeningen. Over de rente die je van alle spaarrekeningen ontvangt, moet je belasting betalen. Om toch het sparen aantrekkelijk te maken, heeft de overheid besloten dat je over de eerste 1000 gulden rente geen belasting hoeft te betalen. Kom je daarboven, dan moet je dus wel belasting betalen. Fiscale rentevrijstelling is een bedrag wat je onbelast krijgt elk jaar, je hoeft daar geen belasting over te betalen. Verder heb je spaarrekeningen waarbij de rente gedurende die periode steeds hetzelfde is, en rekeningen waarbij het percentage rente kan veranderen.
Er zijn dus verschillende manieren om te sparen, het is maar net wat je wilt, hoe je financiële toestand is, wat het beste bij je past. Hier hebben we twee rekeningen vergeleken, als voorbeeld:
Klimrenterekening:
eerste inleg minimaal f5.000,-
herinleg minimaal f2.500,-
looptijd van 5 of 10 jaar
rentepercentage gegarandeerd vast voor de gehele looptijd na geld opnemen klimt je rente over het resterende bedrag gewoon door.
Rente bij de termijn van 10 jaar 5,125%. In het eerste jaar 3%, in het tiende jaar is dat opgeklommen tot 9%
Kapitaalrekening:
gunstige spaartegoeden
minimale eerste inleg f25.000,-
Geen kosten bij opname bedrag tot en met f50.000,- per maand, wel een maand van tevoren reserveren, anders 1% opnamekosten.
2,75% rente bij spaartegoed onder f25.000,-
3,9% rente bij spaartegoed boven f25.000,-
Je ziet dus dat er verschillen zijn tussen de rekeningen en dat elke zijn voordelen en nadelen heeft.
4. Beleggen: wat is beleggen?
Beleggen is iets anders dan sparen, waarbij je je geld ergens stort en daarvoor later een hoger bedrag terugkrijgt. Als je kiest voor aandelen dan steek je je geld in activiteiten van bedrijven, die daarmee winst kunnen maken (of verlies) en daar deel je in mee, hierdoor kan je dus geld verdienen of verliezen.
Het risico wat je daarbij loopt is bij het ene bedrijf voorspelbaarder dan bij het andere. Als je kiest om in obligaties te beleggen, dan is de opbrengst misschien wat lager, maar met minder risico's.
De hoofdkenmerken van beleggen zijn: pieken en dalen in het rendement (rendement is de opbrengst of het verlies dat d.m.v. aandelen wordt verkregen). Maar op lange termijn blijkt dat beleggen toch veel meer oplevert dan b.v. sparen (zie ook hoofdstuk 5: Beleggen: de beurs). Je behaalt winst door de stijgende koersen, je ontvangt dividend en bovendien hoef je over de behaalde koerswinsten géén belasting te betalen.
5. Beleggen: beleggingsvormen
Eerst zullen we uitleggen wat alles inhoudt en betekent.
Aandelen
Een aandeel is een deelneming in het kapitaal van een bedrijf (een BV, NV of CV). De enige ondernemingsvorm waarvan aandelen op de beurs verhandeld worden is de NV. Er zijn verschillende soorten aandelen, hier kort en simpel beschreven: preferente aandelen: aandelen die bij winstuitdeling voorrang hebben op gewone aandelen.
Cumulatief preferente aandelen met of zonder winstdekking: dit zijn aandelen om de preferente aandelen aantrekkelijker te maken. Bij deze aandelen is het dividend cumulatief. Dat betekent dat als de resultaten slecht zijn, dat je het dividend nog te goed hebt in de volgende jaren.
Prioriteitsaandelen: dit zijn aandelen die in handen zijn van enkelen, die daarmee o.a. de naam van het bedrijf beheersen. Dit zijn meestal de oprichters of hun opvolgers, maar soms ook wel houders van veel aandelen in het bedrijf.
Niet-volgestorte aandelen: dit zijn aandelen waarop slechts een deel van het bedrag is gestort. Ze mogen niet op de officiële beurs worden verhandeld, wel op de parallel markt. Niet-volgestorte aandelen zijn bijna verdwenen.
Obligaties
Een obligatie is een verplichting, een schuldbekentenis, schuldbrief, van een lening vaan een staat, provincie, gemeente enz. Of van een vennootschap, tegen een vaste rente, soms volgens een lening af te lossen: een obligatie geeft in tegenstelling tot een aandeel een vaste rente.
Converteerbare obligaties Is een speciaal soort obligatie die voor de belegger is om veilig te beleggen. Daarnaast heeft de converteerbare obligatie de mogelijkheid om wanneer de koersen van een aandeel stijgen om daar van mee te profiteren.
Voorbeeld: je koopt converteerbare obligaties voor 5000 gulden, de lening kan verwisseld worden tegen 100 aandelen van dit bedrijf. 5000 Gulden gedeeld door 100 = f50,- prijs per aandeel = conversieprijs. Als dan de koers van het aandeel stijgt naar 60 gulden, dan is de werkelijke waarde van je obligatie gestegen naar 6000 gulden.
Opties
Dit is een spectaculair beleggingsinstrument. Het is bijna alleen geschikt voor de echte beroepshandelaars. De optie is afkomstig uit Amerika (1973). Er zijn meerdere soorten opties. B.v. Call-opties en Pat-opties.
Valuta's
Beleggen in geldsoorten van binnenland en buitenland. Deze manier heeft een groot risico en kans op hoge rendementen. De buitenlandse valuta heet ook wel de vreemde valuta. Een voorbeeld is natuurlijk de dollar. Als je dit gaat doen, handelen in vreemde valuta's, moet je goed weten hoe de economie in het land zelf is.
Beleggen in onroerend goed
Dit betekent dat je belegt in huizen, landgoederen enz.
Edele metalen
Handelen in metaalsoorten (goud, zilver etc.), waarbij je winst kunt maken als de prijzen van de door jou gekochte metalen stijgen.
Er zijn nog meer vormen van beleggen, maar dit zijn de belangrijkste.
6. Beleggen: dividend, rendement
Dividend is de beloning die u krijgt van het bedrijf waar u aandelen van heeft. De hoogte hiervan hangt af van de bedrijfsresultaten dus het kan sterk wisselen. Het is ook afhankelijk van de leiding, conjunctuur en van de structurele ontwikkelingen. Het dividend wordt meestal eens per jaar uitgekeerd, maar soms ook tussentijds.
Voorbeeld:
Bij een aandeel van ongeveer 100 gulden, krijgt je ongeveer 7 gulden dividend. En bij een aandeel van ongeveer 200 gulden, ongeveer 14 gulden dividend.
Rendement is ook zo'n beloning. Rendement is eigenlijk de opbrengst die men van een bepaald aandeel krijgt.
7. Beleggen: koersvorming
Het stijgen en dalen van een aandeel wordt veroorzaakt door de volgende dingen:
• De aard van het bedrijf
• De grootte van het aandelenkapitaal + het roulerende deel daarvan
• Dividend
• Het verleden
• Het heden
• De toekomst
• Standing
• De vraag
• Het aanbod
Bij sommige fondsen kan de kans op een fusie, of andere geruchten een rol spelen (b.v. succesvolle olieboring bij een oliemaatschappij). De bestuurders van een bedrijf staan soms versteld van de reacties van de beurs.
Voorbeeld: op 12 februari 1998 werd Ruud Gullit ontslagen als Speler-trainer bij de engelse Premier League Chelsea. Gelijk daarna daalden de aandelen enorm. Want Chelsea is een van de weinige clubs op de beurs (inmiddels is Ajax trouwens ook op de beurs).
8. Beleggen: de beurs
De beurs is de ontmoetingsplaats tussen kopers en verkopers van aandelen, obligaties en nog een aantal dingen. Er wordt uitsluitend gehandeld in effecten op grond van opdrachten. Als er meer vraag is dan aanbod, dan kunnen kopers en verkopers alleen tot elkaar komen tegen hogere koersen, en omgekeerd. De prijs van een aandeel wordt hoger als er veel vraag naar is, en lager als er weinig vraag naar is. Er is op de beurs altijd sprake van een golfbeweging, periodes waarin er veel gekocht word en periodes waarin er weinig gekocht word. Maar normaal gesproken hersteld de beurs zich altijd weer. De beurs maakt een langzaam omhoog-golvende beweging: het tweede dal is minder diep dan het eerste, de tweede piek is hoger dan de eerste, het derde dal is weer minder diep dan het tweede en de derde piek is weer hoger dan de tweede, enz.
9. Beleggen: risico's en winst/verlies
Natuurlijk zijn er ook risico's. Een voorbeeld:
Stel, je koopt 500 aandelen van f50,- (totaal dus f25.000,-). Na één jaar kan het zo zijn dat de koers is gestegen naar 54 gulden. Je hebt dan 500 maal 4 = 2000 gulden winst. Maar als je nu pech had dan was de koers gezakt naar 46 gulden en had je 2000 gulden verlies gehad!
Er zijn dus wel degelijk risico's en het hoeft helemaal niet zo te zijn dat een bepaald aandeel op de lange termijn ALTIJD stijgt.
Neem bijvoorbeeld Fokker, dat is failliet gegaan, de aandelen zijn dus ook naarmate het slechter ging met Fokker, steeds verder gekelderd.
Maar het kan ook anders, neem b.v. Microsoft.
Dit computerbedrijf is eind jaren 70 opgericht en is nu, 20 jaar later het grootste computerbedrijf ter wereld, en de directeur (Bill Gates) is de rijkste man ter wereld! Als je dus aandelen in Microsoft zou hebben gehad vanaf eind jaren 70 (als je er aandelen van kon kopen, want dat weten we niet, het is maar een voorbeeld), dan zouden die dus enorm zijn gestegen. Met HONDERDEN procenten zelfs!
Maar beide voorbeelden zijn natuurlijk uitzonderingen, heel extreem en zeldzaam. Maar toch is het risico er altijd, hoewel het meestal minder dramatisch (of geweldig) is. Het is dan ook verstandig om niet al je geld in aandelen van één bedrijf te steken. Door je geld te verspreiden over aandelen van verschillende bedrijven, kan je verlies nooit zo groot zijn. De sleutel tot succes is natuurlijk het volgende:
koop een aandeel als de koers zo laag mogelijk is
verkoop een aandeel als de koers zo hoog mogelijk is
zorg dat je d.m.v. de media op de hoogte blijft van de wereldeconomie
Een goed voorbeeld van dat laatste is de dreigende oorlog met Irak. De Amerikanen hadden gezegd dat ze niet zouden aanvallen voor de Olympische Spelen in Nagano afgelopen waren. Nu zijn de Olympische Spelen afgelopen, en zou je denken dat ze elk moment kunnen aanvallen. Zodra ze aanvallen zullen alle koersen op de hele wereld ook gaan dalen. Maar door het nieuws te volgen weet je dan dus dat je moet zorgen dat je je aandelen verkoopt als de O.S. afgelopen zijn. Maar toch ben je nooit ergens zeker van. Dat blijkt nu al in dit voorbeeld. De V.S. heeft de aanval uitgesteld, en misschien komt er wel helemaal geen.
10. Beleggen: collectieve belegging
Een collectieve belegging is een deelneming in een beleggingsinstelling. De beheerders van zo'n beleggingsinstelling proberen zoveel mogelijk kapitaal aan te trekken wat ze dan beleggen voor degenen die kapitaal beschikbaar stellen. Natuurlijk tegen een vergoeding. Als er veel kapitaal is in zo'n instelling, kan er gezorgd worden voor meer spreiding in de belegging. Dus het geld verspreiden over aandelen van meerdere bedrijven.
Het nadeel van een beleggingsfonds is dat de winst altijd kleiner is dan de winst die je individueel zou kunnen maken.
Natuurlijk zijn er ook voordelen:
Het beleggingswerk laat je over aan vakmensen, de fondsbeheerders. Dan hoef je je dus zelf niet te verdiepen in de economie, politiek en beurzen van het binnen- en buitenland.
Door hun omvang kunnen beleggingsfondsen zorgen voor een veel bredere spreiding van risico's. Dan heb je dus meer zekerheid.
Conclusie
Als je geld over hebt, dan is op dit moment beleggen in aandelen het beste wat je kan doen, omdat het goed gaat met de economie. Als je nog onervaren bent en het wat veiliger wil spelen, doe dan aan een collectieve belegging. Als je er al wat meer verstand van hebt, dan kun je meer winst maken door individueel te gaan beleggen.
Je moet echter, zelfs als je aan een collectieve belegging doet, goed de koersen etc. in de gaten houden. Denk je dan dat je dat niet kan, of wil je gewoon het risico niet nemen, neem dan een spaarrekening op lange termijn. Denk je echter je geld regelmatig nodig te hebben, zorg er dan voor dat je een spaarrekening neemt waarbij het mogelijk is om tussentijds geld op te nemen. Wij zijn zelf van mening dat je het beste kan gaan beleggen.
Nawoord;
We hebben dit werkstuk samen gemaakt over sparen en beleggen
We zijn bij diverse banken langs gegaan zoals:
De Rabobank,
De ING bank,
De SNS bank,
De ABN-AMRO
We hebben bij deze banken informatie opgehaald om ons werkstuk te maken
We zijn er veel mee bezig geweest
We hebben ook op de site’s van de banken gekeken voor informatie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten