17 november 1957, het politiekorps van Plainfield (Wisconsin) doet een inval in de verwaarloosde boerderij van Edward Gein. Deze wordt er van verdacht verantwoordelijk te zijn voor de verdwijning van Bernice Worden, de eigenaresse van een buurtsuper waar Gein waarschijnlijk ook verantwoordelijk is voor het plegen van een overval. Hij was immers de laatste klant daar gesignaleerd, en scheen ruim voor de overval al vaak genoeg rond te hangen. Bij de inval trof de politie een kamer aan die een bezoek van een orkaan gehad leek te hebben: vuilnis deed de vloer verdwijnen en rottend huisvuil zorgde voor een misselijkmakende stank. De lokale sherrif, Arthur Schley, liep de keuken in met een zaklantaarn bij gebrek aan licht en voelde iets langs zijn jas gaan. Toen hij omhoog keek zag hij waar ze naar op zoek waren: Bernice Worden.
Aan het plafond hing het onthoofde, opengesneden lichaam van de 55 jaar oude moeder van een van de politie agenten van het korps, Frank Worden. Bij het huisonderzoek kwam naar voren dat Bernice Worden niet de enigste was die aan Gein’s praktijken was blootgesteld: een vreemd uitziende schaal bleek een schedel te zijn, de lampenkappen waren vervaardigd uit menselijk leer. De inventaris bracht een heel meubilair gemaakt uit menselijke slachtoffers kwam naar voren: een stoelleuning gemaakt van menselijk huid, vrouwelijke geslachtsdelen bewaard in een schoenendoos, een riem gemaakt uit tepels, een menselijk hoofd, vier neuzen en een hart. Deze morbide handwerken maakte Edward Gein tot een wereldwijde beroemdheid, en inspireerde Robert Bloch tot het creëren van Norman Bates. Deze werd later verfilmd door Alfred Hitchcock en kreeg de titel ‘psycho’. Jaren later inspireerde Gein schrijver Thomas Harris voor het schrijven van een roman over de seriemoordenaar Buffalo Bill, die tevens een voorliefde voor vrouwenhuiden had.
Edward Theodore Gein kwam ter wereld als de zoon van Augusta en George Gein op 27 augustus 1906, te La Crosse in de Amerikaanse staat Wisconsin. Edward de 2e van twee jongens, en werd 7 jaar na zijn oudere broer Henry geboren. Augusta voedde haar zoons op volgens een strikt moraal, wat ondersteunt werd door een dagelijkse bijbelbespreking. Hierbij legde zij vooral de nadruk op vrouwen, en waarschuwde herhaaldelijk voor de onsterfelijkheid en losbandigheid van vrouwen. Waarschijnlijk was dit om haar kinderen zo kuis mogelijk te houden: om het eeuwig branden in de hel hierbij te linken was misschien niet zo slim. Augusta is herhaaldelijk beschreven als een dominante vrouw, die heilig geloofde in haar denkbeelden en meende dat er geen andere waarheid bestond dan de hare. Ook al zou dit betekenen dat de mening van haar echtgenoot en zoons de kop in gedrukt zou worden. Daar kwam ook nog bij dat George een werkloze alcoholist was, en herhaaldelijk door Augusta werd uitgemaakt voor een waardeloos stuk vuil, dit zelfs in het bijzijn van haar twee zoons. Ze meende dat hij nog minder waard was dan de eerste beste zwerfhond, en nam de opvoeding van haar twee zoons voor haar eigen rekening en duldde ook geen inspraak in de opvoeding van George’s kant. Daarnaast zorgde ze er tevens voor dat de financiële situatie van de familie op peil bleef. Augusta begon een kruidenier in La Crosse in het jaar dat Edward geboren werd, op deze manier had de familie in financieel opzicht niets te klagen. Ze spaarde tevens geld op om later te kunnen verhuizen naar het platteland, gezien het moraal van de stad haar niet aanstond en als ongeschikte omgeving werd beschouwd om haar twee zoons op te voeden. In 1914 verhuisde de familie Gein naar een boerderij te Plainfield in Wisconsin, met daar een riant aantal hectare grond. Hoewel Augusta haar zoons zo veel mogelijk in isolationisme probeerde te behouden, moest ze hen toch in contact met de buitenwereld laten komen gezien het feit dat de jongens naar school moesten. Als leerling deed Edward het redelijk, maar stak ver boven de rest uit met lezen. Zijn passie bestond vooral uit het lezen van avonturen boeken en diverse magazines om zo meer te weten te komen dan het wereldje waarin hij leefde, wat niet veel verder reikte dan de boerderij en de lokale school. Hoewel Edward zelf vaak pogingen ondernam om vrienden te maken is dit hem nooit gelukt: veelal omdat hij zeer verlegen was had hij hier moeite mee, en als het hem al lukte stak zijn moeder hier een stokje voor. Dit omdat ze niet wilde dat haar zoons vergiftigd werden met de morbide moraal van anderen, die duidelijk niet met de hare overeen kwamen. Veelal draaide het in huize Gein uit op geschreeuw, en Augusta wreef zo veel mogelijk in bij haar jongens dat ze maar matigjes presteerde en, dat als het zo doorging, ze zouden eindigen als hun vader. Gedurende hun pubertijd en adolescentie waren de twee broers nog steeds afgesloten van de buitenwereld, en hadden alleen elkaar en hun moeder als enig contact.
Edward keek op tegen zijn broer, en zag hem als een harde werker met een sterk karakter. Samen namen ze allerlei baantjes aan na de dood van hun vader in 1940 om henzelf en hun moeder te onderhouden. Door hun oude chefs zijn ze vaak beschreven als hard werkende, betrouwbare mensen. Meestal werkte ze als klusjesman, en Edward ging daarnaast veel babysitten. In dat laatste had hij vooral veel lol, aangezien hij hier veel meer mee kon identificeren als zijn leeftijdsgenoten. Edward was op dit moment door het isolationisme dankzij zijn moeder sociaal en emotioneel vertraagd. Zijn broer Henry maakte zich op een gegeven moment zorgen over Edward’s relatie met hun moeder, meerdere keren leverde Henry in Edward’s bijzijn hevige kritiek op hun moeder. Iets wat voor Edward ondenkbaar was aangezien hij erg tegen zijn moeder opkeek en van mening was dat zij de belichaming was van al het goede, waarschijnlijk waren deze incidenten de aanleiding voor de mysterieuze dood van Henry in 1944.
Op 16 mei lagen Edward en Henry hevig in de clinch vlak bij een klein, open vuur wat gevaarlijk dichtbij de boerderij brandde. Volgens de politie gingen beiden een anderen kant op, op zoek naar middelen om het vuur te doven. Tijdens hun gevecht tegen het vuur begon de avond reeds in te vallen, en Henry verdween uit Edward’s zicht. Nadat het vuur was gedoofd en er nog steeds geen teken van leven was van Henry werd Edward ‘bezorgd’ en lichtte de politie in. De politie reageerde hierop met de organisatie van een zoektocht, deze waren verbaasd toen Edward hem direct naar de vermeende vermiste Henry leed: hij lag dood onder de grond. Dan echter wel een stuk grond waar de brand niet had gewoed, en tevens had Henry blauwe plekken op zijn hoofd. Hoewel Henry onder vreemde omstandigheden was overleden, kon niemand geloven dat Edward ook maar iets met de moord te maken zou hebben, en zeker omdat het zijn eigen broer betrof. Vanaf dit moment woonde Edward samen met zijn moeder, maar toen deze op 29 december 1945 stierf na een aantal beroertes was hij helemaal alleen. Edward “verloor zijn enige vriend en ware liefde, en hij was alleen op de wereld.” (zie: bron 3) Edward bleef zelf op de boerderij wonen, en ging door met zijn werk. De gedeeltes van de boerderij waar zijn moeder vaak verbleef sloot hij af, en bewaarde ze in de staat zoals zij ze had achtergelaten. Hij leefde alleen in de keuken en een klein gedeelte van de woonkamer wat hij tevens als slaapkamer gebruikte. Hier zat hij uren met zijn neus in avonturen boeken en zogenaamde “death cult” magazines, daarnaast ontwikkelde hij een bizarre hobby die bestond uit nachtelijke bezoeken aan het dichtstbijzijnde kerkhof.
Al snel werd Edward een kluizenaar, een immense collectie tijdschriften over Nazi’s en menselijke anatomie zorgde voor uren leesplezier. Vanuit hier leerde hij waarschijnlijk alles over de menselijke anatomie, en het kwam zelfs zo ver dat hij vrouwelijke lijken op begon te graven op het kerkhof die pas begraven waren. Later vertelde hij de politie dat hij geen seksuele interactie met de dode vrouwen had gehad, aangezien ze te veel stonken. Wel had hij plezier bij het lospeuteren van de huid van de lijken, om deze vervolgens aan elkaar te naaien en te dragen. Zijn obsessie voor vrouwen begon te groeien: hij snapte niet hoe deze wezens zoveel macht over mannen kregen en konden behouden. Hij werd nieuwsgierig over hoe het zou zijn om borsten te hebben, en droomde er vaak over om een vrouw te zijn. In enkele jaren verzamelde hij een heel scala aan vrouwelijke lichaamsdelen, en bewaarde zelfs enkele hoofden. Zo liet hij eens aan een jongen zijn collectie zien, toen deze dit aan de politie meldde werd hem geadviseerd om wat aan zijn overmatige fantasie te doen. Toen twee jonge mannen later een bezoekje aan Edward brachten en tevens de collectie hoofden zagen, dachten ze in de eerste instantie dat het Halloween-kostuums betrof, ook hun werden niet serieus genomen. De medebewoners van Plainfield grapte al snel tegen Edward dat hij hoofden in zijn huis had, wanneer hij hiermee geconfronteerd werd lachte hij maar een beetje of zei dat hij ze wel degelijk in zijn huiskamer had. Men wist niet dat hij de waarheid sprak.
Vanaf eind jaren ’40 tot de jaren ’50 bemerkte de politie dat het aantal vermiste personen in snelle mate was toegenomen, in vergelijking tot de voorgaande jaren.
1 mei 1947 : de 8-jarige Georgia Weckler werd vermist toen zij niet van school was teruggekomen, een zoekactie leverde niets op en aan verdachten ontbrak het tevens. Wel waren er bandensporen van een Ford aangetroffen vlak bij de plaats van de verdwijning.
1953 : 15-jarige Evelyn Hartley verdween in La Crosse tijdens het babysitten, in het huis zelf trof de politie bloedsporen aan, en een voetafdruk van Evelyn. Het leek erop dat er een gevecht had plaatsgevonden, toen bij een zoektocht enkele met bloed bevlekte kledingstukken van Evelyn werden gevonden vlakbij een snelweg buiten La Crosse werd het ergste verwacht.
November 1952 : twee mannen stopte bij Plainfield om even wat te gaan drinken, de mannen zijn sindsdien niet meer gesignaleerd.
Winter van ’54 : een café eigenaresse, Mary Hogan, verdween vanuit haar eigen café. Er werden bloedsporen aangetroffen die naar de parkeerplaats leidde, en er werden kogelhulzen gevonden op de grond.
De politie kon niets met de bovenstaande zaken: er waren geen lichamen en het enige wat de zaken linkte was het feit dat de verdwijning in de buurt van Plainfield afspeelde. Na de ontdekking in zijn boerderij begon de politie de verdwijningen nog eens te bekijken. De eerste dag dat Edward verhoord werd zei hij niets en ontkende alle betrokkenheid bij de moorden, de dag daarop begon hij te vertellen hoe hij mevrouw Worden om het leven had gebracht. Hij had moeite met het herinneren van details aangezien hij, naar eigen zeggen, in een waas verkeerde. De eigenlijke moord, Worden werd door het hoofd geschoten met een .22 kaliber geweer, kon hij zich niet herinneren. Toen er gevraagd werd naar de menselijke resten in zijn huis, meende hij dat al deze kerkhof-souvernirs waren, en later bekende hij de moord op Mary Hogan. De overige 10 lijken die rond zijn huis werden gevonden waren volgens Edward allemaal van het kerkhof, toen de politie enkele kisten opende waren zij daadwerkelijk leeg of er ontbraken lichaamsdelen. De enige moorden waarvoor Edward vervolgd kon worden waren die van Bernice Worden en Mary Hogan, daar het aan forensische wetenschap nog ontbrak kon niet worden nagegaan of alle menselijke resten daadwerkelijk van het kerkhof afkomstig waren.
Na het ondergaan van enkele psychologische testen concludeerde men dat Edward Gein een schizofrenische sexueel gefrustreerde pscychopaat betrof. Men meende dat het innerlijke conflict tegenover vrouwen, zijn natuurlijke sexuele affectie tegenover datgene wat zijn moeder hem over vrouwen had bijgebracht, door zij kluizenaarsbestaan escaleerde en de moorden tot gevolg had.
Nadat hij ontoerekeningsvatbaar was verklaard, en daardoor niet voor eerstegraads moord kon worden aangeklaagd, werd Edward overgebracht naar een ziekenhuis voor geestelijk gestoorden. Zijn bezittingen werden geveild, zo werd onder meer zijn Ford voor $760 verkocht en de nieuwe eigenaar liet mensen voor een kwartje in de auto van de moordenaar zitten. Deze attractie was immers gebruikt voor het vervoeren van zijn slachtoffers naar zijn huis, en Edward was na zijn arrestatie reeds verheven tot een figuur die geen onbekend gezicht was in de media. Zo liet een bedrijf, wat zijn boerderij had opgekocht, mensen voor twee kwartjes een kijkje nemen op Edward’s landgoed.
De rechtzaak tegen Edward begon op 22 januari 1968, hier zou bepaald moeten worden of Edward Gein verantwoordelijk was voor de moord op Bernice Worden en of hij toerekeningsvatbaar was. Zeven getuigen, veelal laboranten en de agenten die de inval in zijn boerderij hadden gedaan, zorgde er onder meer voor dat Edward na een week schuldig werd bevonden aan eerstegraads moord. Edward ging in hoger beroep en werd vrijgesproken voor eerstegraads moord wegens ontoerekeningsvatbaarheid en werd een straf van een levenslang verblijf in een gekkenhuis opgelegd. Hier werd hij als een perfecte patiënt gezien, hij kon goed opschieten met de mede- patiënten en had nooit medicatie nodig om zijn ‘gekheid’ te onderdrukken. Verplegend personeel was er over eens dat je zou zeggen dat hij totaal gezond was.
Ted Bundy
4 januari 1974, Joni Lenz wordt door haar kamergenoten bebloed en in coma in haar bed aangetroffen, een staaf was van het bed verwijdert en in Lenz’ vagina geduwd. Zo snel mogelijk werd ze naar het ziekenhuis vervoerd, ze overleefde de aanval maar met ernstige hersenbeschadigingen. Ze was een van de weinigen die een aanval van een van de meest beroemde seriemoordenaars, Theodore Bundy, had overleefd. Ongeveer 36 vrouwen zijn het slachtoffer geworden van Bundy, het precieze aantal heeft hij met zich mee in het graf genomen.
Theodore Robert Bundy werd op 24 November 1946 geboren als de zoon van Eleanor Louise Cowell in een tehuis voor ongehuwde moeders, te Burlington in Vermont. Lloyd Marshall, de biologische vader, die een luchtmacht veteraan was en later een verkoper heeft zijn zoon nooit gekend gedurende zijn gehele leven. Vlak na Ted’s geboorte verhuisde zijn moeder en hij naar Philadelphia, hier trok Eleanor bij haar ouders in en Ted zou naar hen refereren als zijn vader en moeder om de schande van het hebben van een ongehuwde, alleenstaande moeder te ontsnappen. Op 4- jarige leeftijd verhuisde Ted en zijn biologische moeder Eleanor, waarvan hij dacht dat het zijn grote zus was, naar familieleden in Tacoma, Wisconsin. Hier werden hun namen wettelijk veranderd in Theodore Robert Nelson en Louise Cowell. Een jaar hierop huwde zijn moeder een legerkok met de naam Johnnie Culpepper Bundy, wiens naam Ted voor de rest van zijn leven zou overnemen. Samen kregen ze 4 kinderen waarop Ted vaak na school op moest passen. Hij accepteerde Johnnie nooit als zijn vader, hoewel deze hem zoveel mogelijk probeerde op te voeden als zijn eigen zoon en organiseerde zoveel mogelijk vader-zoon activiteiten voor hem en Ted zoals kamperen en dergelijke. Door zijn verlegen karakter werd Ted in de beginjaren op school veelal gepest, toch slaagde hij erin om een uitstekende cijferlijst te behalen wat hij vol hield tot en met universiteit. Oude klasgenootjes herinnerde zich dat hij later meer populair werd, en goed gekleed en uitzonderlijk goed gemanierd was. Een vriendinnetje had hij nooit, aangezien hij het veel te druk had met zijn interesse in politiek en skieen. In 1965 slaagde Ted en won een studiebeurs, hiermee vertrok hij naar de universiteit van Washington waar hij zich verdiepte in Chinese studies. Om zichzelf te onderhouden nam hij de eerste beste baan aan, maar bleef nooit lang bij dezelfde chef, het probleem lag bij het feit dat zijn chefs hem als onbetrouwbaar beschouwden. Echter, wat hij bij zijn werk verkeerd deed, deed hij op school weer uitmuntend: hij behield zijn hoog gemiddelde gedurende zijn gehele studie. In de lente van 1967 kreeg Ted Bundy een relatie met Stephanie Brooks, een knappe intelligente vrouw uit de hogere klasse van een rijke familie uit Californië. Ondanks hun vele verschillen hadden ze één ding gemeen: hun liefde voor skieen, het was dan ook op een van hun ski- reisjes dat ze elkaar beter leerde kennen en verliefd werden. Ted probeerde haar zoveel mogelijk te imponeren, al was daar een leugen hier en daar voornodig: iets waar Stephanie een hekel aan had. Na het slagen aan de universiteit van Washington in 1968 maakte Stephanie het uit. Het was echter dan ook een grote tegenslag voor Ted: ze meende dat hun toekomstige doelen niet overeenkwamen en dat het beter was de relatie te beëindigen. Daarboven op kwam nog dat Ted er in 1969 erachter kwam dat zijn grote zus eigenlijk zijn moeder was, en zijn ouders zijn opa en oma waren. Vanaf dat moment sloeg hij om: van een verlegen persoon naar een gedreven, dominant figuur. Hij besloot psychologie te studeren, en stak boven de andere studenten uit. Zijn professoren mochten hem zeer graag, vooral om dat hij zo gedreven en enthousiast met zijn studie was. In deze tijd ontmoette hij ook Meg Anders, hiermee zou hij 5 jaar lang een relatie hebben. Hoewel zij in hem de toekomstige vader van haar kind zag, lag dit bij Ted even anders. Ze had wel degelijk door dat hij buiten haar om nog met andere vrouwen afsprak, en hoewel zij niets liever wilde dan trouwen met hem maar hij dit af liet weten, bleef ze bij hem. Gedurende de jaren 1969 tot 1972 lijkt het erop dat Ted’s leven begint te verbeteren, hij begon met solliciteren voor diverse juridische opleidingen en begon actief te worden binnen politieke partijen. In 1973, tijdens een zakenreis van de Republikeinse partij van Washington naar Californië, ontmoette hij zijn oude vlam Stephanie waarmee hij een avond uit ging. Tijdens zijn zakenreizen sprak hij telkens af met Stephanie met wie hij opnieuw een relatie kreeg, dit buiten Meg’s weten om. In februari 1976 verbrak hij, na enkele weken een relatie gehad te hebben met Stephanie, elk contact met haar. Hij dumpte haar, zo als zij hem eens had gedumpt en zijn wraak was zoeter dan ooit. Sindsdien heeft Stephanie nooit meer wat van hem gehoord.
6 december 1973, een jong stel vinden de overblijfselen van een 15-jarig meisje in McKenny Park te Washington, Kthy Devine was voor het laatst door haar vrienden gezien op 25 november toen zij al liftend weg van huis probeerde te lopen. Devine was gewurgd, onderworpen aan sodomie, en tenslotte was haar keel doorgesneden. Al snel werd een onderzoek ingezet, maar men kwam niet ver wegens een gebrek aan bewijs. Een maand later werd Joni Lenz aangevallen, diezelfde maand werd Lynda Ann Healy het slachtoffer. Toen Healy niet op haar werk verscheen op 31 januari 1974, en later ook niet rond etenstijd thuis was alarmeerde vrienden en familie de politie. Toen de politie arriveerde bij haar woning, troffen ze een met bloed doorweekt matras aan met daarnaast een met bloed doorweekte nachtjapon. Echter was er geen Lynda Healy te bekennen.
Gedurende de daarop volgende zomer verdwenen steeds meer studentes, toen de politie studentes begon te interviewen werd duidelijk dat er een man actief rondzwierf met een gipsen arm of been. Veelal rommelde hij met zijn boeken, en vroeg passerende studentes om hulp. Andere ooggetuigen rapporteerden dat ze een vreemde man hadden gezien die tevens een gipsen omhulsel droeg en mensen om hulp vroeg aangezien hij autopech had. In die omgeving waar 2 meisjes waren verdwenen was er tevens diezelfde man gesignaleerd. In augustus 1974 werden de overblijfselen van 2 meisje gevonden die later werden geïdentificeerd als Janice Ott en Denise Naslund, beiden waren vermist geraakt op dezelfde dag, namelijk 14 juli. Ooggetuigen verklaarde later dat zij Janice Ott hadden zien picknicken toen zij benaderd werd door een jonge knappe man, wat ze konden horen was dat hij Ted heette en hulp nodig had bij het inladen van zijn boot in zijn auto aangezien hij een gebroken arm had. Ze stemde in, en vervolgens werd de 23-jarige Janice Ott niet meer levend gezien. Denise Naslund was ’s middags met haar vriend en vrienden in het park aanwezig, toen zij naar de toilet ging is ze vervolgens nooit meer teruggekomen. Ook zij werd aangesproken door een knappe jonge man, met een gebroken arm die hulp vroeg bij het inladen van zijn boot in zijn auto. Zij was niet de laatste die het slachtoffer zou worden.
Melissa Smith : 17 jaar, 9 dagen na haar verdwijning op 18 oktober 1974 gevonden, gewurgd, onderworpen aan sodomie en verkracht;
Laura Aime : 13 dagen later, op Halloween verdwenen, op Thanksgiving gevonden, zelfde letsel als haar voorgangster, en tevens geslagen in het gezicht en op het hoofd met een koevoet, op het lichaam na verder geen forensisch materiaal;
Door de overeenkomsten van de zaken in zowel de staat Washington als in de staat Oregon besloot men aan de hand van getuigenverklaringen een compositie tekening te maken.
Na het zien van de compositietekening waarschuwde Lynn Banks haar vriendin Meg Anders, en meende dat haar vriend, Ted Bundy, de moordenaar was. Hoewel ze ermee instemde dat hij er erg op leek, waarschuwde ze de politie niet aangezien ze hem niet in staat zag om zulke moorden op zijn geweten te hebben. Op aandringen van haar vriendin nam ze uiteindelijk in de herfst van 1974 contact op met de politie, hierbij was ze een van de vijf mensen die Ted Bundy’s naam hadden doorgegeven aan de politie als potentiele seriemoordenaar. Haar aangifte werd, tesamen met de vier anderen, opgeschreven en in het archief opgeborgen om er vervolgens niet meer naar om te kijken. De politie vond hem niet het type voor een seriemoordenaar gezien zijn goede reputatie en prestaties, ze gingen verder met het zoeken naar meer waarschijnlijkere verdachten.
Op 8 november 1974 kreeg de politie een doorslag in de zaak waarop ze gewacht hadden, een man had de 18-jarige Carol DaRonch aangesproken in een warenhuis te Utah. Hij meldde haar dat hij van de politie was en dat iemand geprobeerd had om wat uit haar auto te stelen. Hij verzocht haar om even met hem mee naar buiten te lopen om te kijken of al haar spullen nog in haar auto zaten, DaRonch dacht dat hij van de beveiliging was aangezien hij zo beheerst met de situatie omging. Toen ze bij haar auto aankwamen controleerde ze alles en zei dat alles er nog in zat, maar de man (die zichzelf voordeed als ene officier Roseland) was niet tevreden en vroeg of ze mee wilde komen naar het bureau. Hij wilde dat ze de verdachte identificeerde en een klacht in zou dienen, toen hij haar naar een Volkswagen leed werd ze achterdochtig en vroeg om identificatie van zijn kant. Hij liet haar vlugjes een gouden insigne zien en escorteerde haar de auto in. Toen hij echter de verkeerde kant op reed, eerder van het bureau af dan er naar toe, raakte ze in paniek. De man probeerde haar handboeien om te doen, ze begon hysterisch te gillen en hij vertelde haar stil te zijn onder bedreiging van een geweer. Vervolgens gooide hij haar de auto uit en pakte een koevoet en maakte aanstalten om haar ermee te slaan, daarop schopte zij de dader in zijn geslachtsdelen en rende de weg op. Al gillend trok zij de aandacht van een stel dat voorbij reed, snel sprong ze diens auto in en gilde dat een man haar wilde vermoorden. Ze brachten haar linea recta naar het politiebureau.
Al daar kwam ze erachter dat er helemaal geen officier Roseland werkte, en van haar jas werd een spoortje bloed gevonden. Deze was van de bloedgroep O, dezelfde als Ted Bundy zoals men later zou merken. Dezelfde avond werd Jean Graham benaderd door een man die hulp nodig had bij de indentificatie van een auto, aangezien Graham bezig was met de directie van een toneelstuk op Viewmont High School weigerde ze. Later probeerde hij het nog eens en weer weigerde ze hem. Ze vond het vreemd dat een vreemdeling zomaar de aula binnen was gestapt, en vroeg zich af wat hij werkelijk wilde. Debby Kent die diezelfde avond op de school aanwezig was zou haar broer ophalen van de bowling, maar ze arriveerde nooit. Een maand later kwam de melding binnen dat een man een volkswagen van de parkeerplaats van de school had zien rijden, en dan wel dezelfde avond van Debby Kent’s verdwijning. Op de parkeerplaats werden sleutels gevonden van handboeien, deze bleken later te passen in de handboeien van DaRonch.
De weken erna werden er in totaal 10 lijken gevonden van reeds vermiste vrouwen, de laatste 6 in Colorado. Allen waren ernstig mishandeld, vaak met behulp van een koevoet, en verkracht.
Op 16 augustus 1975 zag een politieagent, Bob Hayward, een volkswagen door de buurt rijden van Salt Lake county waar hij patrouilleerde. Aangezien hij zeer bekend was met de buurt, kwam hij tot de conclusie deze wagen nooit gezien te hebben, toen hij zijn lichten richtte op de wagen deed deze zijn lichten uit en scheurde er vandoor. Meteen zette Hayward de achtervolging in, en toen hij deze aanhield en om identificatie vroeg bleek hij te maken te hebben met ene Theodore Robert Bundy. Toen ze zijn auto onderzochten vonden ze een koevoet, een ski masker, touw, handboeien, en een ijshouweel. Hij werd meteen gearresteerd voor verdenking van inbraak. Al snel na de arrestatie werd duidelijk dat de handboeien gevonden in zijn auto van hetzelfde merk waren als waarmee DaRonch was vastgeklemd, daarnaast was de koevoet identiek aan die waarmee DaRonch bedreigd was eerder in november. Op 2 november 1975 werd DaRonch, tezamen met Jean Graham en een vriend van Debby Kent uitgenodigd voor een identificatie van de mogelijke dader, politie was niet verbaasd toen allen uit de 7 man Ted Bundy uitkozen als hun aanvaller. Hoewel Ted Buny continu had volgehouden dat hij onschuldig was, werd er na de uitslag van de identificatie meteen een grootscheeps onderzoek naar Bundy gelanceerd. Men besloot om zijn vriendin, Meg, als eerste te interviewen in de hoop dat die een goed beeld zou kunnen verschaffen. Op 16 september 1975 werd ze uitgenodigd voor een interview door Jerry Thompson, Dennis Couch en Ira Beal. Ze was duidelijk gespannen, maar wel degelijk bereid om de politie informatie te verschaffen waar ze dat kon. Ze verklaarde dat de avonden van de moorden ze hem geen alibi kon verschaffen, daarnaast sliep hij vaak overdag om er vervolgens ’s nachts op uit te gaan. Ook was hun manier van sex veranderd: hij dwong haar vaak tot bondage, en wanneer zij hier tegen protesteren werd hij furieus. Daarnaast gaf ze hen nog veel belangrijkere informatie: ze herinnerde dat hij naar Lake Sammamisch Park was gegaan in juli om te gaan waterskieen, een week later werden de dames Ott en Nalsund vermist. Na uren Meg verhoord te hebben besloot de politie Ted’s oude vlam, Stephanie op te zoeken. Zij kon hem immers toen hij nog verlegen was. Ze kwamen erachter dat de twee vrouwen niet van elkaars bestaan afwisten en de relaties elkaar overlapten. Tevens was Lynda Healy aan Bundy voorgesteld via een neef van hem, ook kwam een oude vriend van hem naar voren en meldde dat Bundy een panty had in de handschoenenkastje van zijn auto en daarnaast veel tijd in Taylor Mountains had doorgebracht: waar enkele slachtoffers waren gevonden. Benzine was er getankt in plaatsen waar vrouwen vermist of gevonden waren, dit dankzij het nagaan van zijn creditcards. Een vriend had hem gezien met een gispen arm hoewel er in het ziekenhuis niets te vinden was over ene Theodore Robert Bundy die zijn arm gebroken zou hebben. Hoewel het bewijs opstapelde bleef Bundy beweren onschuldig te zijn.
Op 23 februari 1976 begon de rechtzaak tegen Ted Bundy wegens de kidnapping van Carol DaRonch, de jury veroordeelde hem tot 15 jaar gevangenisstraf met de kans op vervroegde vrijlating. Op 30 juni ging Ted Bundy de gevangenis in, terwijl de politie doorging met het onderzoek tegen hem om hem ook wegens moord te kunnen veroordelen. De forensische wetenschap stond toen nog in de kinderschoenen, maar werd al steeds vaker toegepast bij grote zaken. Zo werd er in zijn auto een haar aangetroffen die door de FBI werd onderzocht, aangezien Bundy in meer dan 1 staat actief was geweest was de FBI erbij betrokken, en later van de slachtoffers Campbell en Smith bleken te zijn. Daarnaast waren de beschadigingen op Carn Campbell’s schedel (een van de dood aangetroffen vrouwen in Colorado) gemaakt door een bot voorwerp, wat overeenkwam met de gevonden koevoet in Bundy’s auto. De politie van Colorado diende op 22 oktober 1976 een klacht in tegen Ted Bundy wegens de moord op Caryn Campbell.
In april 1977 werd Bundy overgeplaatst naar de Garfield County gevangenis te Colorado in afwachting van het proces tegen hem wegens de moord op Campbell. Tijdens de voorbereiding van de rechtszaak werd Bundy ontevreden over zijn advocaat en ontsloeg hem, hij was van mening dat hij het veel beter kon en nam zijn eigen verdediging op zich. Hij kreeg toestemming om naar de rechtsbibliotheek te Aspen gaan, om zijn zaak gepland op 14 november 1977 voor te bereiden.
Op 7 juni, tijdens een van zijn bezoeken aan de bibliotheek sprong hij een raam uit en rende zo, ondanks dat hij zijn enkel had bezeerd, de vrijheid tegemoet. Aangezien hij totaal geen hand- of voetboeien droeg kon hij ongeremd zijn gang gaan, meteen werd de politie gealarmeerd en een zoekactie op touw gezet. Bundy viel echter niet op onder de mensen, en slaagde erin te leven van gestolen voedsel. De hele stad werd afgezet, en toen Bundy zijn kans schoon zag te stad te verlaten toen hij een auto met de sleutels er nog in zag staan werd hij gezien door 2 agenten die meteen de achtervolging in zette en hem weer in hechtenis namen. Sindsdien moest Bundy handboeien en voetboeien dragen tijdens zijn bezoekjes aan de bibliotheek.
Zeven maanden later ontsnapte Bundy weer, hij klom richting het plafond van waaruit hij naar een andere gedeelte van het gebouw kon gaan. Daar wachtte hij rustig tot al het personeel weg was, en liep rustig het gebouw uit. Pas 15 uur later werd ontdekt dat hij er niet meer was, tegen die tijd was Bundy allang onderweg naar Chicago. Half januari 1978 had Bundy het zonnige Florida bereikt, en huurde onder de naam Chris Hagen een appartementje in Tallahassee. Hij voelde zich goed thuis in de buurt van de Florida State Univeristy en liep vaak rond op diens campus, en sneakte af en toe een zaal binnen om een lezing te volgen. Indien hij niet op de campus rondzwierf, zat hij wel thuis naar zijn gestolen tv’tje te kijken. Alles wat hij in zijn huis had staan, tot het eten aan toe, was gestolen of betaald met gestolen credit cards.
Op een zaterdagavond, 14 januari werd Karen Chandler zwaar gewond aangetroffen in de gang van het studentenhuis door vriendinnen, de politie vond later 2 andere meisjes dood in hun bed. Beiden waren aangevallen tijdens hun slaap, gewurgd, verkracht en mishandeld met een blok hout. Bij een van de slachtoffers was de schedel zo beschadigd dat een stuk hersens bloot lag, geen van beiden toonde tekenen van een gevecht. Nog geen kilometer van het studentenhuis werd Debbie Ciccarelli wakker gemaakt door lawaai in het appartement naast de hare, toen ze haar buurvrouw opbelde en er niet werd opgenomen belde ze de politie. Toen ze het appartement van Cheryl Thompson binnen kwamen troffen ze haar zittend op het bed aan, haar gezicht was net begonnen met opzwellen van de mishandeling. Half naakt en geschokt, maar een geluk dat ze nog leefde.
Op 9 februari 1978 ontving de politie van Salt Lake City te Florida een telefoontje van bezorgde ouders, hun 12-jarige dochtertje, Kimberly Leach, werd vermist. Een vriendinnetje van haar, Priscilla Blakney had haar zien instappen bij een vreemde man, ze kon zich echter niet herinneren hoe de man of de auto eruit had gezien. Acht weken later werd Kim’s lichaam gevonden in een park, in Suwannee County te Florida. Een paar weken daarvoor was een meisje, de 14-jarige Leslie Parmenter, aangesproken door een vreemde man in een wit busje toen zij op haar oudere boer wachtte die haar op zou halen. Haar broer, die haar zou ophalen, pikte haar op tijd op met de auto toen ze met de man stond te praten. Aangezien hij het niet vertrouwde, noteerde hij het kenteken om deze vervolgens aan zijn vader te geven die bij de politie zat. Toen deze het nummer natrok bleek dat het nummerplaat afkomstig waren van ene Randall Regan, wiens nummerplaten enkele weken ervoor gestolen waren en hij had al reeds nieuwe aangevraagd. Het busje bleek tevens gestolen te zijn, en James Parmenter kreeg een idee wie het geweest kon zijn. Hij liet zijn dochter en zoon foto’s zien, waaronder een van Ted Bundy, beiden wezen hem aan als de man die Leslie had aangesproken.
In een nieuw gestolen auto, rijdt Bundy in de richting van Pensacola te Florida, dit keer slaagde hij er in een volkswagen te stelen. Ook dit keer werd Bundy opgemerkt door een patrouillerende agent die de auto nog nooit in de buurt had gezien, toen hij het kenteken natrok en er achterkwam dat deze gestolen was zette hij de achtervolging in. Tijdens de arrestatie probeerde Bundy 2 maal er vandoor te gaan, maar de agent slaagde erin hem te arresteren.
Na de arrestatie begon de politie met een grootscheeps onderzoek, Bundy stond oog in oog met 3 zaken en alledrie eerstegraads moord. Na bij alledrie de zaken veroordeeld te zijn tot de doodstraf bekende Bundy tenslotte de moord op 28 vrouwen. Ondanks deze bekentenis zijn velen van mening dat hij er meerdere op zijn naam heeft staan, zoals eerder gezegd heeft hij het exacte aantal met zich mee het graf in genomen. Theodore Robert Bundy werd op 24 januari 1989 geëxecuteerd op de elektrische stoel.
Seriemoordenaars:
Abnormaal normaal
De schrijver Steven Egger probeerde in zijn boek “the Killers among us” seriemoordenaars af te beelden als doorgeslagen sociopaten die zich schuldig maakte aan een steeds terugkerend patroon. Hierbij werkte hij een soort van ‘checklist’ af, wanneer een persoon hieraan voldeed kon deze gezien worden als een seriemoordenaar.
- een minimaal van 3 tot 4 slachtoffers met een ‘afkoel’ periode ertussen;
- de moordenaar kent de slachtoffers niet, worden willekeurig gekozen;
- de moordenaar lijkt een drang te hebben de slachtoffers op sadistische wijze te overheersen;
- het motief is meer psychologisch dan materialistisch;
- de manier van moorden kan een bedoeling onthullen;
- kwetsbare slachtoffers.
Deze manier van definiëren is uiterst onacceptabel, gezien het feit dat niet élke seriemoordenaars hetzelfde is en volgens een vast patroon werken: seriemoordenaars hebben immers ook een individuele en daarbij unieke manier van denken en redeneren. Zo is er inderdaad sprake van een seriemoordenaars wanneer er meerdere slachtoffers vallen, de naam verraad het immers al. Naar mijn mening is dat het enigste wat de seriemoordenaars met elkaar gemeen hebben: ze hebben zich schuldig gemaakt aan meerdere moorden. Zo meld de schrijver van het boek in punt 2 dat de slachtoffers willekeurig gekozen lijken te zijn, dit was inderdaad het geval met Richard “de nachtelijke insluiper” Ramirez. Meervoudig moordenaar Ted Bundy daarentegen had een reeds slachtoffers bestaande uit studentikoze jonge vrouwen met bruin lang haar, John Gacy’s galerie van slachtoffers bestond uit jonge mannen, wat daarbij meteen het laatste punt meer dan discutabel alleen maakt. Daarnaast zou de manier van moorden de bedoeling onthullen; bij een meerderheid van de seriemoordenaars is niet bepaald een verheven doel aangetroffen dan de moorden op zich zelf. Waarschijnlijk doelt de schrijver op meer occulte moorden, maar deze valt zeker niet onder het kopje “seriemoordenaars”, maar maakt hier juist een deel van uit. Als naar de statistieken wordt gekeken komen de meeste seriemoordenaars voor onder de jonge blanke mannen uit de onder- of middenklasse, veelal in hun 20- of 30ige jaren. Het blijkt ook dat een merendeel lichamelijk of mentale mishandeling heeft moeten doorstaan in hun jeugd, wat weer uitmondde in buitensporig gedrag. Albert DeSalvo (the Boston Strangler) werd als slaaf verkocht door zijn alcoholistische vader. Relatief lichte vergrijpen als brandstichting en het mishandelen van dieren is bij haast elke serie moordenaar aanwezig op het referentielijstje. Edmund Kemper speelde bijvoorbeeld executie spelletjes met de poppen van z’n zus, die hij vervolgens verminkte. Veel plaste op late leeftijd nog in bed, wat waarschijnlijk een resultaat zou zijn van het blootstellen aan een extreme hoeveelheid stress op een jonge leeftijd door mishandeling. Sommige hebben hersenletsel (ook dit komt veelal voort uit kindermishandeling), of zijn juist buitengewoon intelligent. Een grotendeel is zeer intelligent, wat eigenlijk al blijkt uit de geraffineerde wijze waarop de meeste seriemoordenaars te werk gaan. Uiteraard wordt deze opsommingen van symptomen vaak als excuses gezien en zullen de woorden “er zijn miljoenen kinderen met een slechte jeugd maar die gaan ook niet allemaal moorden” bij velen opdoemen, maar toch blijkt steeds maar weer dat dit veelal de dingen zijn die seriemoordenaars gemeen hebben.
Tevens zijn er ook bepaalde ‘symptomen’ die op later leeftijd bij seriemoordenaars opduiken: men heeft een fascinatie voor autoriteit. Veel seriemoordenaars deden zich ten tijde van de moorden ook voor als een autoriteit om hun slachtoffers’ vertrouwen te winnen, daarnaast oefende velen ook het beroep uit als politieagent. John Gacy, Ted Bundy en de Hillside Stranglers deden zich allen stuk voor stuk voor als een politieagent om het slachtoffer in de gewenste positie te krijgen: een van waaruit ontsnapping praktisch onmogelijk is. Het slachtoffer zelf bestond uit een bepaald stereotype, zo had Ted Bundy een voorkeur voor studenten met lang bruin haar en is ook nooit hiervan afgeweken.
Het is echter vreemd dat de term seriemoordenaar uit 1971 stamt, terwijl het begrip seriemoordenaars al zo lang bestaan als de mensheid zelf. De term zelf is tezamen met de ontwikkeling van criminologie, psycho- analyses en victimologie ontstaan: toen men besloot om in plaats van de moordenaars op te sluiten te gaan bestuderen.
Daarnaast zullen velen een beeld van een seriemoordenaar hebben die er niet om liegt: de meest onaantrekkelijke personen die sneaky door donkere steegjes wandelen worden veelal gemeden. Terwijl dát juist de meest ongevaarlijke personen zijn in tegenstelling tot de aardig buurman van 2 deuren verder. Seriemoordenaars zijn abnormaal normaal. Het zich zo sociaal en charmant voor te doen is hun grootste wapen, en hun grootste kwaliteit is hierdoor acteren. Zo had Edmund Kemper een eigen ‘aardigheids- routine’ ontwikkeld om vrouwelijke lifters in zijn auto te krijgen, Ted Bundy droeg gips om er zo zielig mogelijk uit te zien en daardoor eerder hulp te krijgen.
Het is een doel van ieder ouder om haar of zijn kind enige discipline bij te brengen, wanneer dit door gedraafd wordt dan komt er een tekort aan affectie. Het kind kan zich hierdoor moeilijk binden aan de ouders, en soms gebeurt dit totaal niet, wat later kan uitmonden in een gebrek aan het fundament om anderen te vertrouwen. Bij seriemoordenaars blijkt veelal dat zij zich opsloten in een geheel eigen wereldje, dit isolationisme (vaak uit zelfprotectie) mondde weer uit in een fantasierijk leven. Deze mensen worden door psychologen gedefinieerd als sociopaat. Er wordt geschat dat 4-6% van de vrouwen sociopaat is, en 10-13% van de mannen. Sociopaten hebben hun leven lang in isolationisme van de buitenwereld geleefd, en een rijk fantasieleven. Dit betekend echter niet dat zij sociaal totaal niet behendig zijn: ze gebruiken hun charmes, hun toneelstuk van de abnormaal normale, voor het krijgen van hun zin. Doordat sociopaten hun leven lang in henzelf zijn gekeerd, en niemand hebben kunnen vertrouwen worden hun het meest belangrijke persoon. Indien er een moeder aanwezig was, was zij vaak dominerend, afstandelijk, té seksueel actief of juist te onderdrukt. Vaders hadden grotendeels hun biezen reeds gepakt, maar wanneer deze aanwezig was en een rol speelde in de mishandeling was dit vaak sadistisch, overdreven disciplinaire, alcohol verslaving is dan ook zeker niet vreemd in deze gevallen. Hoe men het ook wendt of keert, de moeder speelt vaak de grootste rol: elke seriemoordenaar heeft stuk voor een stuk een onnatuurlijke relatie met de moeder. Zo wordt vaak om kinderen kuis te houden sex gelinkt met dood, verderf en zonde. De fanatiek gelovige moeder van Ed Gein leerde hem dat vrouwen vaten van zonden waren en ziekte veroorzaakte: Gein zou in de toekomst letterlijk vaten uit zijn vrouwelijke slachtoffers maken.
Sociale facetten zijn een groot deel van de productie van een seriemoordenaar, biologische echter ook.
Genetische angstgevoelens blijken bij seriemoordenaars aanzienlijk minder te zijn, hierdoor wordt het zoeken naar spanning vergroot. Uiteraard is niet elke ‘thrill seeker’ een potentiële seriemoordenaars, waar de ‘normale’ mens mee stopt, daar begint de seriemoordenaar. Het is al reeds bekend dat ‘thrill seekers’ een andere manier van denken er op na houden dan degene die niet zozeer op zoek zijn naar sensatie en spanning, het deel wat steeds grotere en hogere achtbanen in stapt verschilt qua hersengolven in die van de mensen die er niet aan moeten denken om een achtbaan in te stappen. Wat weerhoud bijvoorbeeld de een om een enge attractie in te gaan, terwijl degene naast hem of haar staat te springen om er in te gaan? Bij sociopaten is deze ‘thrill seeking’ impulsief. Een doorsnee ‘thrill seeker’ zal niet zo snel de berm in rijden om vervolgend de sensatie van een ongeluk te beleven. Mensen die bij een ongeluk gaan staan kijken zijn veelal ook ‘thrill seekers’, de honger naar sensatie drijft hun naar het bekijken van terreur. John Gacy bijvoorbeeld rende meteen naar buiten wanneer hij sirenes van een ambulance hoorde, om vervolgens te gaan kijken wat er aan de hand was. De universiteit van Kopenhagen onthulde in een onderzoek over geadopteerde sociopaten dat de kans 4 tot 5x groter was dat de ouders sociopaat waren dan de gemiddelde persoon.
Baby’s en kinderen hebben een langzame hersenactiviteit, maar dit neemt naarmate ze opgroeien toe: niet bij psychopaten. Dat verklaart ook dat 30-38% een abnormale hersenactiviteit vertoont. Uiteindelijk kan de activiteit op latere leeftijd nog groeien naarmate ze meer volwassen worden, dit verklaart tevens waarom er praktisch geen seriemoordenaars te vinden zijn in de leeftijdscategorie van 40 jaar en ouder, maar juist in de leeftijdsgroep die tussen de 20 en 30 ligt. Het opmerkelijke is dat bij psychopaten die wel degelijk een abnormale hersenactiviteit hebben, deze komt uit de tijdelijke lobes en het limbische systeem. Dit gedeelte van de hersens controleert het geheugen en emoties. Wanneer de ontwikkeling van dit gedeelte achterloopt en daar boven op nog eens kindermishandeling komt is een geestelijk ziek persoon snel gecreëerd. Het blijkt dat óf alleen een abnormale hersenactiviteit óf een slechte jeugd niet genoeg is voor het worden van een seriemoordenaar. Tot nu bestaat er nog geen succesvolle behandeling voor psychopaten, veelal word EST of medicijnen toegepast, het probleem is bij pscyhopaten en sociopaten dat ze voor niemand openstaan en daardoor ook niet van plan zijn te veranderen. Wat therapie praktisch onmogelijk lijkt.
Naast een hoog IQ hebben veel sociopaten en psychopaten een hoog EQ, Eugene Gauron evalueerde John Gacy voor de moorden begonnen: “Hij is een gladde prater en een obscuur persoon die zichzelf probeerde te wassen in onschuld.”, toch werd hij vrijgelaten.
Ted Bundy zorgde voor een goede naam bij zijn bewakers, toen ze wat minder op hem lette greep hij zijn kans en ontsnapte.
Twee psychiaters interviewde Ed Kemper en waren beiden er heilig van overtuigd dat hij geen bedreiging voor de maatschappij vormde, ook hij werd vrijgelaten. Tijdens de ondervragingen stond zijn auto buiten met in de kofferbak het hoofd van zijn laatste slachtoffer.
“Om Picasso te begrijpen zul je in de eerste plaats
naar zijn kunst moeten kijken.”
John Douglas
Seriemoorden: aangeboren of verworven?
Indien men de gemiddelde strafinrichting in Nederland binnenloopt zal men een enkeling tegenkomen wiens daden zonder enige reden tot uitvoering zijn gebracht, van dat gedeelte wordt ook wel eens gezegd dat het gewetenloze monsters zijn. Waarschijnlijk dát gedeelte waarvan men vind dat die mensen het grootste argument zijn voor de herinvoering van de doodstraf. Indien men verder kijkt zal er aan het licht komen dat een groot deel (zo niet: allemaal) van deze ‘gewetenloze’ delinquenten lijden aan Antisocial Personality Disorder (ADP), eerder in dit werkstuk sociopaten genoemd. Statistisch gezien is in 55% van alle criminaliteit sprake van ADP, zo heeft men in St. Louis (Missouri) 19000 mensen onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat onder 7,3% van de mannelijke bevolking ADP voorkomt. Onder vrouwen was dit een karige 1%. Wanneer met dit op Amerika projecteert kan men stellen dat 8,87 miljoen mannen, en 1,27 miljoen vrouwen in staat zijn tot buiten gewoon grof, fysiek geweld zonder directe aanleiding. Aangezien dit onderzoek in de VS is uitgevoerd is het moeilijk om dit vervolgens op Nederland te projecteren: daar dat zelfde land voor 76% van de seriemoordenaars verantwoordelijk is.* Indien er toch van uit gegaan wordt dat de VS wat dat betreft niet zoveel zal verschillen van de VS zal dit betekenen dat 1.124.200 mannen en 154.000 vrouwen in Nederland leiden in ADP. Uiteraard betekend het hebben van ADP niet meteen dat men een gewelddadige delinquent is, ik wil er nog even de nadruk op liggen dat we hier spreken over potentiële geweldplegers. Omstandigheden of bepaalde ingrijpende gebeurtenissen kunnen mensen met ADP brengen tot het plegen van geweld, uit het verleden blijkt dat de meeste seriemoordenaars ‘doordraaide’ op het moment dat ze hun baan of vriendin verloren. Sommige pessimisten, naar mijn mening mensen die aan ernstige paranoia lijden, schatten het aantal gewelddadige psychopaten onder mensen met ADP op 90%. Dit zou dus betekenen dat er 1.011.780 mannelijke en 138.600 vrouwelijke gewelddadige psychopaten in Nederland zouden moeten rondlopen. Het percentage 90% lijkt echter wel te kloppen als men het woordje ‘gewelddadig’ weglaat: een psychopaat hoeft niet gewelddadig te zijn. Onder psychopaten kan men ook de gewetenloze oplichter of bedrieger tegen komen: de mens zonder geweten, maar dat hoeft dan niet perse in relatie te staan met geweld. Het meest kenmerkende aan de psychopaat is immers het ontbreken van gevoelens van schuld of geweten. Naar schatting kan 20% van de zowel mannelijke als vrouwelijke gevangenen tot psychopaat worden gerekend.
De Canadees dr. Robert Hare heeft na veelvuldig onderzoek van psychopaten een soort van ‘checklist’ aangeschaft, hoewel elke zaak een op zichzelf is, zijn dit de zaken die steeds weer terug keren. Zo meende Hare dat “Psychopaten zijn sociale roofparasieten die andere mensen charmeren en manipuleren en zich meedogenloos een weg door het leven banen, een spoor van gebroken harten, verbrijzelden verwachtingen, en leeggehaalde portemonnees achterlatend. Zij zijn volstrekt gewetenloos, hebben geen greintje gevoel voor anderen, eigenen zich zelfzuchtig alles toe wat ze begeren en doen precies waar ze zelf zin in hebben, waarbij ze maatschappelijke normen en verwachtingen zonder ook maar de minste of geringste gevoelens van schuld of spijt met voeten treden.” De klassieke gedragspatronen van een psychopathische persoonlijkheid houden in:
- oppervlakkige charme/ gladde praatjes;
- gebrek aan gevoelens van schuld en loyaliteit;
- geen inlevingsvermogen;
- onvermogen tot het vormen en behouden van zinvolle relaties met anderen;
- onvermogen om uit ervaring of afstraffing te leren;
- voorkeur voor agressiviteit, vooral na het gebruik van alcohol;
- sterke neiging tot impulsief te reageren;
- gebrek aan beheersing
Psychopathische persoonlijkheden gaan verborgen achter een gezond masker: men praat samenhangend, is voorkomend en vriendelijk. Dit in tegenstelling tot andere geestesziektes zoals bij schizofrenie, paranoia, waarbij men contact met de realiteit verliest wat ook duidelijk in de dagelijks omgang te zien is. De psychopaat heeft geen hallucinaties, en is in staat rationeel na te denken alvorens keuzes te maken. Veelal ligt zijn of haar intelligentie (ver) boven het gemiddelde, en hoewel hij of zij weet dat de wet overtreden is heeft men geen spijt: het kan hem of haar simpelweg niet zoveel schelen. Aangezien het maar al te vaak nodig is om spijt te betonen voor een voorwaardelijke vrijstelling, leren psychopaten al gauw hiermee om te gaan. Vooral in de VS heerst een mentaliteit van bekering is een ticket naar de vrijheid: vaak genoeg ‘bekeerd’ een delinquent zich om zich vervolgens richting de uitgang van de gevangenispoort te praten.
Hoewel 90% van de mensen die aan APD lijden psychopaat is, is er wel degelijk een verschil tussen de ADP-delinquent en de psychopathische-delinquent. De gewelddaden waaraan een ADP- patiënt zich schuldig aan maakt is er een die ontsteekt uit woede, de bekende ‘rode waas’ treed op. Dit in tegenstelling tot de psychopaat wiens acties uiterst zorgvuldig voorbereid en uitgevoerd worden. Vanwege hun gevoelensarmoede kunnen zijn zeer kil en onbewogen overkomen: seksuele opwinding neemt de plaat in van liefde en frustratie wordt aangezien voor verdriet.
De agressieve ADP- geweldpleger kan tevens geen spijt inzien van zijn acties, maar niet in dezelfde graad als de psychopaat.
Gevangenissen worden veelal platgelopen door net beginnende psychologen die aan een hand van een boekje het bekeren van een misdadiger denken te kunnen bewerkstelligen. Vaak is dít hetgeen wat bij sommige psychologen ontbreekt: het inzien dat sommige mensen zo ver zijn wat betreft hun geestesziekte dat de huidige staat van psychologische hulp en medicijnen ontoereikend is. Met andere woorden: sommigen zijn niet te genezen, aangezien de psycholoog er ook maar veel te vaak vanuit gaat dat de delinquent wil genezen, terwijl deze maar een wil heeft: het bereiken van een voorwaardelijke vrijstelling wat tot een aantal lachwekkende situaties lijdt.
Zo leidde een onderzoek in een instelling aan de hand van een reeks vragenlijsten tot de conclusie dat een van de ondervraagde een warmvoelend individu was, dat eigenlijk een warme knuffel- therapie verdiende in plaats van een gevangenisstraf. Nu wilde het zo het geval zijn dat voor dit onderzoek geen enkele informatie over de delinquenten was vrijgegeven, aangezien de psychologen niet bevooroordeeld wilden beginnen aan het onderzoek. Het warme individu bleek een ADP- patiënt te zijn die al reeds enkele verkrachtingen en moorden op zijn geweten had staan.
Een andere gevangene was zo bekend geworden met het invullen van een vragenlijst, Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) dat hij over een complete vragenlijst inclusief scoretabellen beschikt. Hiervan heeft hij een lucratief eenmanszaakje van opgericht en instrueerde gevangen over hoe de vragenlijsten in te vullen om zo hun kans op een vervroegde vrijlating te vergroten. Een derde gevangene besloot zich voor te doen als depressief en angstig: hij slaagde er zelfs in een MMPI- profiel te produceren wat er op wees dat hij depressief was. Men schreef hem prompt valium voor wat hij doorverkocht aan medegevangenen.
Onverschilligheid is bij psychopaten en sociopaten (ADP- patiënten) het sleutelwoord wat de psychopaat eigenlijk psychopaat maakt is zijn kameleon-eigenschap en het meer consequente.
Al eerder werd kort van enkele seriemoordenaars de jeugd beschreven, veelal een van misere. Maar uiteraard komt niet iedere psychopaat uit een ontwricht gezin, er zijn genoeg psychopaten die uit een liefelijk gezin komen. In ieder geval heeft elke sociopaat en psychopaat het volgende gemeen: stuk voor stuk waren zij als kind al gewelddadig en asociaal. Tegen hun vijftiende zijn de volgende structurele verschijnselen van wangedrag voorgekomen:
- spijbelen;
- wangedrag, met verbanning of schorsing van school;
- weglopen van huis;
- liegen;
- drugs- en/of drankgebruik;
- diefstal;
- vandalisme;
- vechten.
Boven de leeftijd van achttien lieten alle socio- en psychopaten de volgende kenmerkende gedragspatronen zien:
- onvermogen om verantwoordelijk ouder te zijn;
- grillig arbeiderspatroon;
- onwettige activiteiten;
- prikkelbaarheid en agressiviteit;
- het niet nakomen van financiele verplichtingen;
- impulsiviteit;
- herhaaldelijk liegen;
- roekeloos gedrag als bestuurder.**
Vaak ziet men dat hoe lager de vaardigheid van het manipuleren, des te gewelddadiger de acties. Zoals men al bij de manieren van benadering van het slachtoffer had kunnen lezen: indien het verbale IQ tekort schiet en charmeren niet tot een van de opties behoort, is een verassings- aanval een betere optie, waar vaak geweld bij aan te pas moet komen om het slachtoffer te kunnen overmeesteren. Vaak wordt er ook maar meteen van uit gegaan dat sociopaten met een laag IQ dan ook meteen de meest gruwelijke misdaden op hun naam hebben staan: maar er bleek juist net dat seriemoordenaars over een hoog IQ beschikken, en het laatste wat ik wil is hun misdaden bagatelliseren. Naast het IQ, speelt het testosteronspiegel een grote rol, zowel sociopaten als psychopaten laten een afwijking zien als het gaat om hun testosteronspiegel. Zo kwam uit een onderzoek dat negen van de elf gevangenen met de laagste testosteron waarde hadden een misdaad gepleegd waar geen geweld bij aan te pas kwam. Dit in tegenstelling tot de tien van de elf gevangenen met de hoogste testosteronwaarde die wel degelijk een gewelddaad hadden begaan. Drie groepen gevangenen die gedurende een periode van zeven jaar werden geobserveerd en agressief en sociaal dominant bleken te zijn, hadden hogere testosteronspiegels dan gevangenen in een controlegroep.
Er is dus wel degelijke en verschil tussen sociopaten en psychopaten, daar waar de sociopaat zijn zelfbeheersing verliest en overgaat in een ondoordachte actie, begint de psychopaat rustig na te denken en zijn plan tot uitvoering te brengen. Tevens zijn psychopaten wel degelijk sociaal behendig: maar enkele en alleen om hun eigen vastgestelde doel te bereiken. Isolationisme komt tevens bij beide groepen voor, maar wanner het daadwerkelijk tot een emotionele uitbarsting komt blijf te psychopaat langer beheerst dan de sociopaat. Dit waarschijnlijk om dat de psychopaat al heeft overdacht wat hij van te voren zal gaan doen. Toch kunnen omringende factoren de zaak beïnvloeden: zo kan een meegaande houding van het slachtoffer de dader nog meer door laten draaien, terwijl bij anderen verzet het bloed onder de nagels vandaan haalt. Vergrijpen in het verleden geven al een indicatie aan het belangrijkste symptoom waar zowel de sociopaat als de psychopaat mee te kampen krijgt: onverschilligheid.
Daderprofilering:
Een kijkje binnen een verwarde doch rationele geest
Meerdere moorden worden veelal verdeeld in 3 categorieën: serie, massa en verspreidde moorden. Aangezien dit werkstuk over seriemoordenaars gaat, zal vanuit deze categorie de daderprofilering worden bekeken hoewel deze ook bij de oplossing van massa en verspreidde moorden worden toegepast. Seriemoordenaars kunnen kort en krachtig worden samengevat als een persoon die op zijn minst 3 moorden heeft gepleegd met een zogenaamde afkoelperiode ertussen. Massamoordenaars daarentegen vermoorden 4 of meer mensen op dezelfde locatie, in een incident en de moorden maken deel uit van een en dezelfde emotionele ervaring. Tot slot is de zogenaamde verspreidde moordenaar een persoon die moord op meer dan 2 diverse locaties zonder een afkoelperiode tussen de moorden door.
Naast manipulatie, dominantie en controle (de basismotieven voor vele criminele activiteiten) is een duidelijk motief een van seksuele aard, een seriemoordenaar pleegt de moord niet uit winstbejag maar voor emotionele genoegdoening. Hoewel Richard Ramirez bijvoorbeeld vaak roofmoorden pleegde, was de hoofdzaak de moord zelf waar hij duidelijk zijn plezier uit haalde. Hoe langer de seriemoordenaar actief is, des te groter wordt zijn of haar zelfvertrouwen. Vaak ontstaat zelfs een gevoel van superioriteit tegenover de autoriteiten en de slachtoffers, de bijbehorende media kan vaak ook voor een extra kick zorgen, maar is praktisch nooit het motief voor een moord. Zo kreeg David Berkcowitch, oftewel: the Son of Sam, er een kick van wanneer hij mensen op straat over “the Son of Sam” hoorde spreken. “Ze moesten eens weten dat hij 2 meter van hen afstond in levende lijve”, verklaarde hij. Door het moorden en het verkrijgen van de controle over iemands leven, krijgt de seriemoordenaar een gevoel van succes. Dit gevoel van succes kan versterkt worden door de eerdergenoemde media, en vaak wordt er een dagboek bijgehouden met soms zelfs hele plakboeken van nieuwsartikelen over de plaatsgevonden moorden. Daarnaast keert de moordenaar vaak terug naar de plaatst van het misdrijf, om het moment van succes te herleven. Het bewaren van zogenaamde trofeeën kan tevens voor een gevoel van herleving van het gebeuren zorgen, dit kan variëren van lichaamsdelen (zie: Hoofdstuk 1, paragraaf 2 – Edward Gein) tot sieraden van het slachtoffer. In sommige gevallen komt de seriemoordenaar erachter dat het moorden op ten duur toch niet voor de bevrediging zorgt die hij of zij had verwacht, in dit geval wordt de seriemoordenaar nalatig en riskeert de kans gepakt te worden. Helaas is dit bijna nooit het geval en houdt het moorden pas op indien de moordenaar plots gestopt wordt: hij of zij pleegt zelfmoord of wordt gearresteerd en zit vast voor een kleiner vergrijp. In het hoofdstuk hiervoor bleek al dat seriemoordenaars in het verleden vaak al te maken hebben gehad met justitie, voor kleinere vergrijpen en tevens moeite hebben elke relatie in stand te houden, variërende van vriend(inn)en tot werkrelaties met werkgevers of collega’s. Daarnaast zie je vaak dat seriemoordenaars zich óf langzaamaan omhoogwerken op de criminele ladder wat betreft de graad van het delict, óf door een bepaalde gebeurtenis doorslaan en hun hele leven al bekend staan als een ‘nette jongen’. Zo begint het vaak met stalken, gevolgd door diefstal, fetisj diefstal, verkrachting en uiteindelijk moord. Wanner de eerste ernstige vergrijpen zich voordoen zijn de meeste vroeg of mid-twintig.
Alle seriemoordenaars hebben een gelijksoortig patroon, zowel medisch als psychologisch. Deze bestaan onder andere uit tekens van licht tot zware hersenbeschadigingen als resultaat van verwondingen of andere fysieke trauma’s. Daarnaast is een heftige chemische onevenwichtigheid door chronische ondervoeding in het verleden vaak aanwezig, zo is bewezen dat een baby die in de eerste maanden van zijn leven ondervoed is een toekomstig kleptomaantje zal worden vanaf het moment dat hij of zij kan lopen. Waarschijnlijk verklaard dit ook het feit dat voor veel seriemoordenaars stelen een soort van tweede natuur is, The Son of Sam pleegde maar liefst 2000 diefstallen alvorens over te gaan op moorden. Daar hij in het verleden ernstig werd verwaarloosd, zal ondervoeding daar een geweest zijn. Tevens is het ontbreken van een eigen identiteit en zelfbewustzijn een symptoom, vaak door geestelijke mishandeling in het verleden. Fascinatie voor autoriteiten is tevens een veel voorkomend verschijnsel, bewondering voor de agent die hen in hechtenis zet komt meerdere malen voor.
Allereerst kijkt men in de daderprofilering naar de scheiding tussen de zogenaamde ‘handtekening’ en de ‘modus operandi’. Dit laatste houdt in dat wat een delinquent moet doen om een misdaad te plegen, het is een aangeleerd gedrag wat naarmate de delinquent vordert ook verfijnd en verbeterd. De handtekening daarentegen is niet cruciaal voor het volbrengen van de misdaad, het is die actie die de misdaad uniek maakt en een soort van kunstwerkje voor de delinquent. De ervaring bij series aan misdaden (of het nou moord, of pyromanie betreft) leert dat er twee soorten misdadigers zijn: de welgeplande en de impulsieve. Indien het een impulsieve betreft ziet men vaak dat, bij moorden bijvoorbeeld, de dader zijn daden uit probeert te wissen: dit door het slachtoffer te bedekken met kleding en dergelijke. Het alcoholgebruik neemt hierbij vaak toe uit zenuwen, en daarnaast komt het voor dat de dader het graf van het slachtoffer gaat bezoeken.
Daderprofilering is een product van de FBI, dit is ook niet zo gek wanneer blijkt dat de VS in verhouding de meeste seriemoordenaars voor haar rekening neemt (zie: bijlage 1). De speciale agenten Douglas, Ressler, Burgess en Hartman hebben de profilering in 5 gedeeltes opgesplitst, met een laatste 6e deel wat de arrestatie van de dader inhoud:
1. Verzamelen van informatie voor profilering
Dit houd het verzamelen van allerlei achtergrond informatie over de misdaad in, inclusief forensisch bewijs, foto’s van het plaats van het misdrijf, autopsie rapport en foto’s, getuigenverklaringen, zoveel mogelijk informatie over de achtergrond van het slachtoffer (zie ook: paragraaf 2) en politie rapporten. Degene die de profilering voor rekening neemt dient niet geïnformeerd te worden over eventuele verdachten aangezien dit voor vooroordelen kan zorgen.
2. Vaststellen van werkwijze
Hier word alle informatie op een rij gezet om vervolgens omgezet te worden in zinvolle vragen en patronen, en daarnaast het bekijken van de misdaad uit diverse invalshoeken. Wat voor soort moord is er bijvoorbeeld gepleegd (serie, massa of verspreidde)? Wat is het eerste motief van de moord (seksueel, financieel, persoonlijk of emotioneel)? Welk risico nam het slachtoffer en welk risico nam de moordenaar om dat slachtoffer te vermoorden? Wat was de volgorde van de handelingen en hoe lang duurde deze? Waar werd de misdaad gepleegd? Was het lichaam verplaatst, of juist niet?
3. Schatting van de misdaad
Gebaseerd op de eerder gedane bevindingen, probeert degene die profileert een reconstructie neer te zetten van zowel het slachtoffer of de dader. Was de moordenaar georganiseerd (wat erop wijst dat een moordenaar zijn slachtoffers zorgvuldig uitkiest op wie hij een fantasie kan uitwerken) of juist niet (wat kan wijzen op een impulsieve, mogelijk psychotische moordenaar)? Welke motivaties kunnen uit de wonden opgemaakt worden? In de profilering geld er bijvoorbeeld dat :
a. brute verwondingen in het gezicht wijst erop dat de moordenaar het slachtoffer kent;
b. moorden gepleegd met een voor de hand liggend wapen laat een veel grotere impulsiviteit zien waneer het slachtoffer om het leven is genomen met een meegebracht wapen en kan er eventueel op wijzen dat de moordenaar in de buurt woont;
c. moorden die vroeg in de morgen zijn gepleegd staan zelden in contact met drugs of alcoholgebruik
4. Misdaad profilering
In dit stadium probeert degene die profileert een beeld te schetsen van mogelijke daders, zoals geslacht, leeftijd (wat zeer moeilijk is omdat seriemoordenaars hun werkelijke leeftijd vaak anders is dan hun emotionele leeftijd), burgerlijke stand, waar of hoe hij of zij woont en een soort van cv. Daarnaast zijn karaktertrekken een van de belangrijkste onderdelen, evenals geloof en waarden, mogelijke reacties op politie, vroeger in aanraking met justitie geweest ja of nee. In dit stadium wordt het profiel vergeleken met de informatie voorhanden in stadium 2 om te kijken of profilering klopt.
5. Onderzoek
Een geschreven rapport wordt doorgegeven aan de recherche die vervolgens gaan kijken welke verdachte het beste in het profiel past, indien er dan alweer nieuwe informatie voorhanden is (bijvoorbeeld een nieuwe moord gepleegd) dient de profilering opnieuw worden gedaan vanaf stap 1.
6. Arrestatie
Aan de hand van de vorige stappen kan eventueel tot arrestatie over worden gegaan, het profiel kan helpen bij het verhoor van de verdachte en eventueel later tijdens de rechtszaak.
Hoewel profilering sterk afhangt van de inzicht van de psycholoog en zijn intrepretatie van de gang van zaken, is uit het verleden gebleken dat daderprofilering zeer handig kan zijn. Tevens komt het maar al te vaak angstaanjagend dicht in de buurt van de waarheid. Succesvolle zaken waar daderprofilering werd toegepast zijn bij die van Ted Bundy, Jeffrey Dahmer, John Wayne Gacy, Theodore Kaczynski (de Una- bommenlegger), Henry Lee Lucas en Edmund Kemper, en deze grote successen op zich is al een reden genoeg om profilering door te zetten en nog meer te laten groeien binnen de politiewereld.
Victimologie;
Slachtoffers als fundament voor psyche- analyse
Voordat autoriteiten over gaan tot de conclusie dat men te maken heeft met een seriemoordenaar, moet deze wel gebaseerd zijn op overeenkomsten tussen de slachtoffers. Verschijnselen die duiden op een en dezelfde hand; zoals een schilder bijvoorbeeld een vaste manier van schilderen heeft, heeft de moordenaar een aparte manier waarop hij zijn slachtoffers om het leven brengt. Bij het zoeken naar informatie voor dit werkstuk kwam ik erachter dat hiervoor al een heuse naam voor is bedacht “victimology”, deze vrij vertaald tot victimologie. In principe houd deze wetenschap zich bezig met het vergelijken van slachtoffers van seriemoordenaars om zo meer te weten te komen met wat voor geestestoestand men te maken heeft, dit spitst zich vooral toe op levensstijl, achtergrond (milieu e.d.), gezondheid en geestelijke gesteldheid. Dit laatste is misschien wel een van de meest cruciale delen uit de victimologie, aangezien veel seriemoordenaars een bepaald soort stereotype uitkiezen. Zo had Ted Bundy een voorkeur voor studentikoze brunettes, volgens psyche analisten is dit direct terug te voeren op de studentikoze rijke brunette die de verloving tussen hen verbrak en er vandoor ging met een ander. Ted Bundy vermoorde in zijn “uitbarstingen” zijn verloofde keer op keer, dit na een lange periode van opkroppen in geestelijke isolationisme zoals in het voorgaande hoofdstuk is behandeld. Uit dit voorbeeld blijkt wel dat door de slachtoffers te leren begrijpen men kan onderzoeken waarom juist dít persoon het slachtoffer werd, naast het feit dat deze op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats was. Daarnaast zegt de manier waarop de persoon zelf is aangevallen der mate veel dat eventuele toekomstige aanvallen voorspeld kunnen worden, helaas kan op het ‘wanneer’ meestal geen antwoord worden gegeven aangezien de tussentijd tussen de moorden een kwestie is van terugvallen in isolationisme om vervolgens weer uit te de fantasiewereld te barsten. Bij iedere moordenaar is dit uiteraard anders, maar zelfs de zogenaamde ‘cool down’ periodes (de periode tussen de moorden in) verschillen sterk. Zo kan bijvoorbeeld worden opgemaakt uit de wonden van slachtoffer in welke toestand de verwondingen zijn toegepast, of de dader uiterst zorgvuldig bezig was (wanneer er een duidelijk patroon in de verwondingen te zien zijn) of eerder een duidelijke actie in blinde woedde heeft ondernomen (wanneer de verwondingen bijvoorbeeld klakkeloos zijn aangebracht, een groter oppervlakte beslaan of dieper zijn dan normaliter), maar naast de moord zelf is ook de minuten voor de aanslag van groots belang.
De manier waarop het slachtoffer wordt benaderd laat meestal zien wat voor sociale vaardigheden de dader bezit, zijn fysieke kracht en de vaardigheid te manipuleren of te charmeren
De benaderingstechniek laat zich grofweg in twee manieren onderscheiden, de zogenaamde “zwendel”-tactiek, “verassings”-tactiek en tenslotte “aanval” tactiek. Bij de eerste tactiek laat de dader het slachtoffer geloven in een situatie te zitten die surrealistisch is, de intentie hierachter is het slachtoffer in een juiste positie of situatie te laten verzeilen. Daarnaast is hierdoor het slachtoffer minder achterdochtig, en minder waakzaam wat aanvallen makkelijker maakt. Een voorbeeld van dit soort gedrag is het aankloppen bij de deur van het slachtoffer en zich voordoen als een autoriteit (een agent) of een klusjesman om op deze manier het huis binnen te dringen. Tevens dient Ted Bundy hier weer als voorbeeld: hij liep met een gipsen omhulsel om zijn arm om te laten geloven dat hij een gebroken arm had en zo het verwerven van slachtoffers makkelijker te maken. Zo had hij immers in zijn studie psychologie geleerd dat mensen veel sneller te hulp schieten wanneer ze te maken krijgen met iemand met een fysieke zichtbare handicap.
De zogeheten verassings- tactiek houd in dat de dader wacht tot een slachtoffer zich aanwend: de dader wacht voor bepaalde omstandigheden die voor hem gunstig zijn, relatief gezien houden deze daders weinig rekening met de aanwezigheid van eventuele getuigen. Een voorbeeld hiervan is wanneer een dader zich verborgen opstelt op een stille parkeerplaats, wachtend op een kwetsbaar persoon dat richting zijn of haar auto loopt. Wanneer hij of zij bijvoorbeeld de autosleutels pakt, loopt de dader op diegene af om aan te vallen terwijl het slachtoffer niet eens in de gaten had van de dader’s aanwezigheid.
De “aanval”- tactiek is een van de moeilijkste om op een geval te projecteren gezien het feit dat de bovenstaande voorbeelden de manier van benadering beschreven en niet de daarop volgende aanval. Kort omschreven houdt deze in dat de dader het slachtoffer snel en buitensporig kracht gebruikt om het slachtoffer de baas te worden, en zo controle te krijgen over de algehele situatie. Het probleem hierbij is dat er veel kracht voor nodig is om deze te gebruiken, en dat deze tactiek eerder als een aanval zelf te beschrijven is. Daarbij meen ik dat deze te onderscheiden is als benaderings- tactiek daar waar er geen te bekennen is, dus zonder dat de dader het slachtoffer in een positie praat of wacht tot de tijd rijp is om tot de aanval over te gaan.
De manieren van benaderingen kunnen ons veel vertellen over de dader in de zin van sociale vaardigheden: iemand die met de ‘zwendel’-tactiek erin slaagt om een achterdochtig persoon over te halen tot iets getuigd van grootse sociale vaardigheden. In tegenstelling tot de dader die de laatste 2 tactieken gebruikt, hierbij gaat het vaak om dader’s wiens sociale vaardigheden en verbale kracht te wensen over laat.
Risico schatting houd in dat binnen de victimologie wordt gekeken naar de kans dat een bepaald persoon het slachtoffer wordt van een misdaad. Zo komt voor dat de dader veel moeite heeft moeten doorgaan om kennis te verwerven over het slachtoffer, aan de andere kan men er te maken mee krijgen dat het slachtoffer een van gelegenheid was. In dit laatste geval heeft het slachtoffer iets gedaan waardoor de kans vergroot werd dat hij of zij het slachtoffer werd van die bepaalde dader. Hierbij bedoel ik natuurlijk niet dat het slachtoffer zelf aansprakelijk is voor datgene wat hem of haar was overkomen, maar dat bepaalde factoren zoals situatie en levensstijl de kans tot het worden van een slachtoffer hebben vergroot. Dit kunnen factoren zijn zoals prostitutie, alleen dronken over straat lopen, druggebruik, ’s nachts alleen door een gebied lopen wat bekend staat om criminele activiteiten. Door het risico in te schatten wat het slachtoffer heeft genomen kan ook het risico wat de dader heeft moeten nemen in geschat worden: in hoeverre de dader het slachtoffer waard vond om risico’s voor te nemen.
In een perfecte situatie voor victimologie zou de volgende informatie over het slachtoffer voor handen zijn:
- Psychische karaktertrekken;
- Burgerlijke status;
- Persoonlijke levensstijl;
- Beroep;
- Opleiding;
- Medische geschiedenis;
- Of het persoon in aanraking met justitie is geweest;
- Laatst bekende activiteiten, eventueel opstellen van een tijdlijn;
- Persoonlijk dagboeken (indien voor handen)
- Uitgezet op een kaart hoe het slachtoffer op de plek van misdaad terecht is gekomen;
- Eventuele drugs- of alcohol verslaving (nu of in het verleden)
- Vrienden en vijanden
- Achtergrond (milieu)
- Welke beroepen reeds uitgeoefend
Uiteraard is de bovenstaande lijst geen lijst die afgevinkt dient te worden bij elke zaak, iedere zaak is er een op zich en dient ook een aparte benadering te hebben. Gemiddeld zijn dit de factoren die het meeste vertellen over de slachtoffers, en die dan ook het meeste toe worden gepast binnen de victimologie. Om een indicatie te geven waar men meestal op dient te letten bij het vast stellen van een profiel van de slachtoffer, en om een goed beeld te geven van de situatie zijn deze onderstaande vragen tevens van groot belang.
- Waarom is juist dít persoon aangevallen;
- Op welke manier is het slachtoffer aangevallen, of was het een gelegenheids-slachtoffer?
- Wat was de kans van dit slachtoffer om eruit gepikt te worden (risico schatting van het slachtoffer)?
- Welk risico nam de dader bij het begaan van deze misdaad (risico schatting van de dader)?
- Op welke manier is het slachtoffer benaderd en vastgehouden?
- Wat was de meest waarschijnlijke reactie van het slachtoffer?
De antwoorden op deze vragen zullen enige ideeën geven over het motief van de dader en waarschijnlijk zijn ‘handtekening’, datgene wat de dader uniek maakt in zijn handelen en wat hij telkens weer achterlaat. Zo was dit bij Richard “de nachtelijke insluiper” Ramirez een pentagram op zijn slachtoffers. Daarnaast kunnen hieruit factoren opgemaakt worden zoals waarschijnlijke sociale achtergrond, en tevens zijn kennis over de werkwijze van politie en forensische wetenschap. Ook kan hieruit zijn waarschijnlijke beroep worden opgemaakt, zijn psychische kenmerken en sociale vaardigheden. Waar het mogelijk is zal vanuit hier een voorlopige profielschets worden opgemaakt, veelal wordt deze manier van werken toegepast direct na het vast stellen van de mogelijkheid dat een seriemoordenaar aan het werk is. Dit kan zowel na het laatste slachtoffer als het begin van de carrière van de dader als seriemoordenaar zijn.
Uit het bovenstaande blijkt dat het slachtoffer een onmisbaar component is als het gaat om het bekijken van de seriemoordenaars’ geest. Risicofactoren zijn er zowel voor het slachtoffer als voor de dader, het is irrationeel om de lijst van risicofactoren af te lopen en vervolgens maar veilig thuis te blijven: hiermee zou men een superkleine kans om oog in oog te staan met een seriemoordenaar ontweken worden, maar men zou nog steeds niet beschermd zijn voor de daders die hun slachtoffers willekeurig uitkiezen. Hoewel victimologie nog niet zo lang in gebruik is, en vooral in de Verenigde Staten wordt toegepast, schetst het een zeer duidelijk beeld van waar zeker op gelet moet worden. Deze kunnen tevens worden toegepast worden bij andere misdrijven die in serie voorkomen, ook al staat deze psyche-technologie nog maar in de kinderschoenen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten