Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

dinsdag 27 mei 2008

Werkstuk Maatschappijleer: Islam



Inleiding:

Dit werkstuk gaat over de emancipatie van moslimse vrouwen in Nederland. Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik erg geïnteresseerd ben in de moslimse cultuur. Ook ben ik geïnteresseerd in de emancipatie van de vrouw. Deze twee interesses heb ik gekoppeld in dit werkstuk, vandaar: de emancipatie van moslimse vrouwen in Nederland. Dit probeer ik te onderzoeken met behulp van de volgende hoofdvraag:
In hoeverre zijn moslimse vrouwen in Nederland geëmancipeerd?

Met behulp van de analysevragen heb ik de 8 hoofdstukken gevormd, dit verliep goed, omdat de vragen over het algemeen redelijk te beantwoorden waren. Soms moest ik het een en ander opzoeken om alles weer helder te krijgen, maar ik vond dat het goed ging. Ik vond de analysevragen een fijne steun, want ik denk dat ik zonder deze vragen geen houvast zou hebben gehad bij het maken van dit werkstuk. Nu heb ik het gevoel dat er een bepaalde, duidelijke structuur inzit die goed loopt, dat is fijn.

Ter ondersteuning van de inhoud van dit werkstuk heb ik twee interviews gehouden, een met Dhr. Rabbae, Tweede-Kamerlid voor Groen Links en de ander met Zahra, een meisje uit het debatteam van het Elzendaalcollege. Door deze interviews heb ik een duidelijk beeld gekregen van de situatie en heb ik echt de sfeer kunnen proeven. Dat heeft zeker geholpen bij de totstandkoming van dit werkstuk.

Doordat ik veel gelezen heb over dit onderwerp en ook meerdere gesprekken heb gevoerd, zijn veel vooroordelen en stereotyperingen die ik eerst wel had, nu niet meer aan de orde. Ik hoop dat ik de lezer van dit werkstuk ook die verruiming aan kan bieden.

Hoofdstuk 1: Het probleem.

Over welk probleem (conflict) wordt in dit hoofdstuk gesproken?
Het probleem dat ik in dit hoofdstuk aan de kaak wil stellen is het volgende: In hoeverre zijn islamitische vrouwen geëmancipeerd en in hoeverre hebben zij die mogelijkheid in Nederland. Het probleem is dat er veel verschillende islamitische culturen zijn die allemaal hun eigen tradities en normen en waarden hebben. Deze zijn wel gebaseerd op de islam, maar in deze culturen is de Koran uitgelegd door mannen; waardoor er een subjectieve uitleg van de Koran ontstaat, met als gevolg dat verscheidene islamitische culturen de vrouw, volgens onze westerse ideeën, discrimineert

Wie zijn bij het probleem (conflict) betrokken?
Bij dit probleem zijn verschillende partijen betrokken: de islamitische vrouwen zelf natuurlijk, maar ook hun familie en dan met name hun echtgenoten. Hoe vrij zijn de vrouwen opgevoed en hoe worden zij behandeld door hun mannen. Hoe is zijn opvoeding geweest en hoe interpreteert hij de verhalen en teksten uit de Koran? Maar ook de cultuur waarvan deze vrouwen deel uitmaken speelt een grote rol; In hoeverre laat deze cultuur toe dat vrouwen de verhalen en teksten uit de Koran zelf interpreteren? Ook de Nederlandse samenleving speelt een grote rol, want door de invloeden van deze samenleving, komen de islamitische vrouwen in aanraking met andere normen en waarden over de rechten en de positie van de vrouw.

Welke pressiegroepen houden zich met het conflict bezig en tot wat voor soort pressiegroepen kun je ze rekenen?
Bij dit conflict spelen voor zo ver ik kan beoordelen pressiegroepen in de vorm van belangengroepen en actiegroepen geen rol, sociale bewegingen kunnen echter wel een rol spelen. Een voorbeeld hiervan is SMT (Samenwerkingsverband Marokkanen en Tunesiërs), deze organisatie organiseert o.a discussies tussen Marokkaanse jongens en meisjes over de positie van de vrouw.

Wat is de probleemstelling?
De probleemstelling die ik ga onderzoeken wil ik formuleren als de volgende: in hoeverre hebben islamitische vrouwen in Nederland de mogelijkheid om zich te emanciperen.

Wat is mijn motivatie voor deze stelling?
Met deze stelling wil ik duidelijk proberen te maken, dat islamitische vrouwen in principe in Nederland meer kansen hebben om zich te emanciperen. Dit in verband met de in mindere mate aanwezige sociale controle dan in hun eigen thuisland, met hun eigen cultuur. Hier hebben ze alle mogelijkheid om geschreven bronnen over hun geloof te raadplegen, daar waar dat in hun thuisland voor sommige vrouwen verboden is. Ook denk ik dat de Nederlandse samenleving geëmancipeerder is dan de samenlevingen waar de meeste van de in Nederland woonachtige islamitische vrouwen vandaan komen.

Wat verwacht ik aan te kunnen tonen, met deze benadering?
Door deze benadering verwacht ik aan te kunnen tonen dat in de verschillende islamitische culturen de Koran door mannen is geïnterpreteerd en dat die verschillende culturen op die interpretatie zijn gebaseerd. Dus dat als de islamitische vrouwen van die culturen de kans zouden krijgen om zich in hun eigen geloof te verdiepen door de Koran te lezen en te interpreteren zoals zij de teksten willen interpreteren, kunnen zij emanciperen. De Koran is namelijk helemaal niet discriminerend tegenover vrouwen, volgens de Koran zijn de man en vrouw namelijk gelijkwaardig. Maar in verschillende culturen word dit weerlegd met andere teksten uit de Koran, zodat in hun cultuur de vrouw toch ondergeschikt is aan de man. Deze ondergeschiktheid wordt dan uitgelegd als islamitisch, terwijl de Koran anders zegt. Zo zie je maar dat je de Koran net kunt interpreteren zoals je zelf wilt en dat als islamitische vrouwen de kans zouden krijgen om de Koran zelf te interpreteren, dat ze dan geëmancipeerd door het leven kunnen gaan, zonder hun geloof in de steek te laten.

Welke specifieke informatie moet ik geven om dit probleem nader te verduidelijken?
Als eerst wil iets vertellen wat van essentieel belang is om het verschil tussen de islam en de verschillende islamitische culturen uit te leggen. Niet alles wat moslims doen in de wereld, ook al gebeurt dat in de naam van de islam, is toe te schrijven aan de islam zoals die feitelijk in de Koran beschreven staat. De islam is een expansieve godsdienst: in de werelddelen waarheen zij zich heeft verbreid, worden de lokale gewoonten geïntegreerd, waardoor een grote culturele verscheidenheid is ontstaan. Vele moslims weren weinig van de leerstellingen van de islam en zijn uitsluitend vertrouwt met lokale versies. Hierdoor kunnen bepaalde gebruiken worden voorgesteld als islamitisch, terwijl zij dit niet zijn.

Om dit probleem verder te verduidelijken, wil ik een aantal voorbeelden geven van situaties waarin de cultuur de teksten en verhalen uit de Koran anders worden uitlegt dan wat er letterlijk staat:

· De Koran zegt dat niemand geoorloofd is iets te doen zonder daarvan honderd procent overtuigd te zijn. Dit betekent dat je nooit iemand tegen haar zin in kunt uithuwelijken.
· Man en vrouw moeten zich beide onthouden van seksueel contact voor het huwelijk; maagdelijkheid in niet alleen een eis die voor meisjes geldt!
· In de Koran staat: dien uw ouders goed. Maar er staat ook: Als zij van jou iets vragen wat in strijd is met jouw overtuiging of met een gebod dat God je heeft gegeven, gehoorzaam hen dan niet.
· In de Koran staat nergens dat je je zoon anders moet behandelen dan je dochter. Toch mogen jongens in de praktijk veel meer dan meisjes. Omdat je je ouders wilt gehoorzamen, leg je je daarbij neer.
· Voordat de islam werd geopenbaard, had de vrouw veel minder rechten dan daarna. Traditie en cultuur spelen vaak een grotere rol als het om de positie van de vrouw gaat.
· Niet alleen voor de vrouw bestaan kledingvoorschriften, die bestaan ook voor de man. Voor het vers over de hoofddoek staat een vers waarin mannen worden aangesproken: mannen bedek u, mannen sla uw ogen neer, val geen vrouwen lastig. Eerst worden de mannen aangesproken, daarna volgen die van de vrouw pas. Maar ook de vrouw hoeft niet perse een hoofddoek te dragen; de hoofddoek is bedoeld om de wereld voor de vrouw te verbreden. Als het dragen van een hoofddoek zou betekenen dat je bijvoorbeeld je baan moet opgeven dan is het gerechtvaardigd om hem niet te dragen.

Welke begrippen moet ik nader definiëren?
Om dit probleem verder zonder problemen uit te kunnen werken, is het misschien handig als ik een paar belangrijke begrippen nader definieer.

Cultuur: de totale leefwijze van een groep zoals die tot uiting komt in de waarden (=datgene wat mensen nastrevenswaardig en waardevol vinden) en normen (=specifieke gedragsregels die voorkomen uit waarden), de gewoontes, regels, tradities, rituelen, symbolen en de kunst. Elke etnische bevolkingsgroep heeft zijn eigen cultuur.

Koran: het boek waarin alle openbaringen van Mohammed zijn opgetekend; de bijbel van de islamieten.

Emancipatie: streven naar gelijkgerechtigheid, zelfstandigheid, eerlijker maatschappelijke verhoudingen.
Toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet

Islam: de godsdienst, zoals door Mohammed is geleerd.

Pressiegroep: groeperingen die geen politiek partij of publiekrechtelijk orgaan zijn en die op basis van gemeenschappelijke belangen en/of uitgangspunten politieke invloed trachten uit te oefenen.
Referentiekader: het geheel van kennis, ervaringen en verwachtingen, dat men heeft.

Sociale controle: een belangrijk aspect van elke cultuur waarin het gedrag van leden van de groep wordt gewaardeerd of afgekeurd.

Dominante cultuur: de cultuur met de meeste invloed op de samenleving.

Subcultuur: cultuur die verwant is aan de dominante cultuur, maar deze heeft over bepaalde onderwerpen een ander mening.

Etnocentrisme: Mensen uit een andere cultuur worden als minderwaardig aan mensen uit de eigen cultuur beschouwd.

Hoofdstuk 2: Belangen en standpunten van betrokkenen.

Welke belangen of idealen hebben de betrokken bij het probleem (conflict)?
De idealen die de islamitische vrouwen hebben, lijken mij duidelijk: zij willen emanciperen; zij willen dat erkent wordt dat ze gelijk zijn aan de man en dat ze dus gelijke rechten hebben. Dit leggen deze islamitische vrouwen uit aan de hand van de Koran, zodat ze trouw kunnen blijven aan hun geloof dat is namelijk een ander belangrijk ideaal.
De idealen van de familie en met name de echtgenoot zullen waarschijnlijk anders zijn. Hun idealen zijn nauw verwant met hun cultuur, zij willen dat de vrouw leeft volgens hun tradities en dus volgens hun cultuur. Zij vinden de emanciperende ideeën tegen het geloof ingaan, omdat zij de teksten en verhalen in de Koran anders uitleggen.
De culturen waar de vrouwen vandaan komen zullen hun emanciperende gedachtes ook niet goedkeuren. De cultuur houdt streng vast aan hun normen en waarden en aan hun tradities en dergelijke. Hun idealen zijn het behouden van de cultuur.
De Nederlandse samenleving heeft als idealen dat iedereen gelijkwaardig wordt behandeld, zoals in de grondwet staat. Voor de Nederlandse samenleving is het ook van belang dat de islamitische vrouwen in Nederland emanciperen, zodat zij ook kunnen gaan werken; er is namelijk een arbeiderstekort. Dit is natuurlijk niet het enigste en belangrijkste belang van de Nederlandse samenleving. Er is nog een ander belangrijk belang van de Nederlandse samenleving, de tweede generatie allochtone jongeren heeft er zelfs een mooi woord voor bedacht: Intercreatie, het vormen van een eigen identiteit binnen de context van twee of meer culturen. Deze intercreatie kan niet plaatsvinden als de islamitische vrouwen, en hun familie, niet emancipeert. (uit “toen de vrouw van onze profeet afwaste, stopte hij sokken’, door Malou van Hintum, uit onze wereld april 1996) Afgezien hiervan speelt de Nederlandse samenleving nog een andere belangrijke rol in de emancipatie van islamitische vrouwen. De Nederlandse samenleving dwingt ze namelijk na te denken over de islam. Deze vrouwen krijgen constant vragen, door die vragen beginnen ze hun eigen moslimidentiteit te onderzoeken.

Vallen de belangen of idealen met elkaar samen of zijn ze met elkaar in strijd?
Deze verschillende idealen en belangen zijn met elkaar in strijd. De islamitische vrouwen willen hun geloof ontdekken en zelf interpreteren. Hun familie en met name hun echtgenoot vinden dat ze zich aan hun eigen cultuur moeten houden en niet zo liberaal moeten doen. Ze zijn bang dat als de vrouwen emanciperen dat ze hun cultuur dan niet meer respecteren en dat er dan nietes meer van overblijft. Ook de cultuur waar de vrouwen deel van uitmaken zijn het niet eens met hun idealen, de cultuur is bang dat er niets meer overblijft van de eeuwenoude tradities en gewoonten, als de vrouwen de kans krijgen om te emanciperen. De Nederlandse samenleving steunt de islamitische vrouwen in hun strijd voor emancipatie, want zoals in de Nederlandse grondwet staat zijn alle inwoners van Nederland gelijkwaardig en hebben ze dezelfde rechten en plichten, ongeacht geslacht.

Welke concrete eisen worden gesteld en door wie?
De eis van de islamitische vrouwen is zelfstandigheid, onafhankelijkheid en gelijkwaardigheid. Zij willen de mogelijkheid om te emanciperen. De eis die de familie en de echtgenoten, maar ook de cultuur stelt is dat de vrouwen trouw blijven aan de familie, de echtgenoot, de cultuur en de godsdienst.
Welke waarden en normen worden in het conflict gehanteerd en door wie?
In dit conflict worden verschillende normen en waarden gehanteerd, door zowel de islamitische vrouwen als hun familie en cultuur, ook de Nederlandse samenleving hanteert verschillende normen en waarden. Voor de islamitische vrouwen gelden deze normen en waarden:
· gelijkwaardigheid
· vrijheid van meningsuiting
· vrijheid van ontwikkeling
· trouw blijven aan het geloof
· trouw blijven aan de cultuur, voor zover mogelijk
De familie en de echtgenoot, maar ook de cultuur, hanteren de laatste twee waarden en normen, maar zij zijn daar strenger in.
De Nederlandse samenleving hanteert de eerste drie normen en waarden van de islamitische vrouwen.

Welke ideeën hebben de verschillende pressiegroepen?
De sociale bewegingen die een rol spelen in dit conflict hebben als doel de discussie over de positie van de vrouw in de islam te bespreken. Hun ideeën hierbij zijn dat ze een belangrijke rol kunnen spelen bij de emancipatie van de islamitische vrouw in Nederland. Door onder andere discussies te organiseren tussen jongeren en ouderen over de positie van de vrouw. Ook hebben deze Nederlandse bewegingen het ideaal om de Nederlandse grondwet te dienen, waarin een aantal rechten worden beschreven die ook van toepassing zijn op de islamitische vrouwen. (hierover meer in hoofdstuk 4)

Zijn er betrokkenen die vinden dat er sprake is van maatschappelijke ongelijkheid?
De Nederlandse samenleving en de islamitische vrouwen vinden dat er sprake is van maatschappelijke ongelijkheid. De positie van de islamitische vrouw is ongelijk aan die van de man, dit komt door de cultuur waar zij deel van uitmaken, door deze cultuur hebben ze niet de mogelijkheid om zich te emanciperen en zo iets te doen aan de maatschappelijke ongelijkheid.

Hoofdstuk 3: Achtergronden van betrokkenen.

In hoeverre zijn de normen en waarden van de betrokkenen te verklaren vanuit hun referentiekader?
De eerste drie normen en waarden van de islamitische vrouwen (gelijkwaardigheid, vrijheid van meninguiting en vrijheid van ontwikkeling) zijn niet te verklaren vanuit hun referentiekader, ze zijn niet aangeleerd tijdens hun socialisatieproces, maar deze normen en waarden hebben zich pas hier gevormd. De laatste twee normen en waarden ( trouw blijven aan het geloof en trouw blijven aan de cultuur voor zover mogelijk) zijn echter wel te verklaren vanuit het referentiekader van deze vrouwen. In hun jeugd hebben ze geleerd respect te hebben voor hun geloof en hun cultuur en hier trouw aan te blijven.
De normen en waarden van de familie, de echtgenoot en de cultuur ( trouw blijven aan het geloof en trouw blijven aan de cultuur) zijn ook te verklaren vanuit hun referentiekader; het geheel van kennis, ervaringen en verwachtingen. Dit referentiekader ligt diep verankerd in de geschiedenis van de cultuur, waar de ouders deel van uitmaken.
De normen en waarden van de Nederlandse samenleving zijn ook te verklaren vanuit hun referentiekader. In de Nederlandse samenleving zijn deze normen en waarden diep geworteld en helemaal ingeburgerd, in Nederland weten we niet beter.

Welke sociale rollen vervullen de betrokkenen?
De islamitische vrouwen vervullen tot nu toe nog niet, of heel weinig een sociale rol. Hun cultuur verbiedt hun dat vaak, sommige werken of studeren, maar verder zijn hun vrijheden erg beperkt. De enige sociale rollen die voor hen zijn weggelegd is het zorgen voor de kinderen en naar de markt gaan.
De familie en de cultuur waarvan de vrouwen deel uitmaken vervullen ook niet echt een sociale rol; ze controleren het doen en laten van de vrouw en zorgen dat zij het goed doet, volgens de waarden en normen van de cultuur.
De sociale rol van de Nederlandse samenleving is hier geen kwestie.

In hoeverre hangen de waarden en normen van de betrokkenen samen met hun sociale rollen?
De waarden en normen van de islamitische vrouwen zijn nauw verwant met hun sociale rollen. De islamitische vrouwen laten in de eerste drie normen en waarden duidelijk merken dat ze meer sociale rollen willen vervullen, dus hier hangen de normen en waarde samen met hun sociale normen. De laatste twee waarden en normen hangen ook samen met hun sociale rollen, omdat de islamitische vrouwen trouw willen zijn aan hun geloof en cultuur, aanvaarden ze de weinige sociale rollen die voor hen zijn weggelegd.
De normen en waarden van de familie, echtgenoot en cultuur hangen ook samen met hun sociale rol. Zij controleren de islamitische vrouwen met betrekking op de waarden en normen van hun cultuur.

In hoeverre heeft de maatschappelijke positie (c.q status) van de betrokkenen invloed op hun waarden en normen?
Hoe hoger de islamitische vrouw kan opklimmen op de maatschappelijke ladder, hoe sterker haar mening over gelijkwaardigheid zal worden, dit komt omdat ze dan in aanraking komt met de Nederlandse normen en waarden ten aanzien van de positie van de vrouw. Op deze manier heeft de maatschappelijke positie veel invloed op de waarden en normen.
Ook de hoogte van de maatschappelijke positie van de familie en dan met name van de echtgenoot speelt een grote rol. Als de echtgenoot een goede opleiding heeft gehad en een hoge functie bekleedt, is de kans groter dat hij in aanraking komt met geëmancipeerde ideeën en deze dan ook tolereert van zijn vrouw. Door zijn hoge functie komt de vrouw dan ook in aanraking met deze ideeën, waardoor zij zichzelf ook kan oriënteren en verdiepen in de positie van de vrouw in de Nederlandse samenleving, waardoor zijzelf misschien ook wel gaat emanciperen.
De cultuur van de islamitische vrouwen kan geen maatschappelijke positie hebben en ook de Nederlandse samenleving (op zich) heeft geen maatschappelijke functie, dus van invloed van een eventuele maatschappelijke functie met betrekking op de normen en waarden kan hier geen sprake zijn.

In hoeverre is de cultuur van de betrokkene van invloed op hun waarden en normen?
De cultuur van alle betrokkenen is de bepalende factor van hun waarden en normen. De islamitische vrouwen vormen echter een uitzondering, naast de waarden en normen die gevormd zijn volgens de waarden en normen van hun cultuur hebben ze ook waarden en normen gevormd naar aanleiding van de waarden en normen hier in Nederland. Dat zijn de waarden en normen die streven naar emancipatie.

In hoeverre is er in dit conflict sprake van sociale controle?
In dit conflict is er zeker sprake van sociale controle, de islamitische vrouwen worden constant door hun familie en echtgenoot gecontroleerd, maar daar houd het niet mee op. Zij worden ook nog gecontroleerd door de andere islamitische families in hun stad of dorp. Door deze sociale controle is het voor deze vrouwen niet mogelijk om ‘stiekem’ zich te oriënteren.

In hoeverre behoren de betrokkenen tot een dominante cultuur of tot een subcultuur?
In Nederland behoren de islamitische vrouwen en hun familie tot een subcultuur, maar in hun eigen land behoren ze tot de dominante cultuur. De Nederlandse samenleving behoort tot de dominante cultuur in Nederland.

Wat zijn de eventuele verschillen tussen de dominante cultuur en de subcultuur?
Het grootste verschil tussen de dominante cultuur en de subcultuur is waarschijnlijk de godsdienst en de daarbij horende waarden en normen, zoals die gevormd zijn in de cultuur.

Heeft het probleem (conflict) te maken met het botsen van culturen?
Het probleem heeft niet echt te maken met het botsen van culturen, maar wel met de aanwezigheid van twee verschillende culturen in één samenleving. Doordat de islamitische vrouwen in Nederland leven, komen ze in aanraking met andere normen en waarden ten aanzien van de positie van de vrouw. Daardoor gaan ze nadenken over hun positie in hun cultuur en komen ze hiertegen in opstand. Doordat ze in Nederland de kans krijgen om de Koran te bestuderen komen ze erachter dat ze volgens hun geloof wel gelijkwaardig zijn aan de man, maar dat hun cultuur vind van niet. Dit heeft dus niets te maken met het botsen van twee culturen, maar met een vergelijking maken tussen twee culturen, omdat de Nederlandse samenleving nou eenmaal een multiculturele samenleving is.

In hoeverre is er sprake van etnocentrisme, vooroordelen en stereotyperend denken?
In dit conflict is er helemaal geen sprake van etnocentrisme, er is ook helemaal geen verband met etnocentrisme en het conflict waar dit werkstuk over gaat. Ook vooroordelen en stereotyperend denken spelen helemaal geen rol in het wel of niet emanciperen van islamitische vrouwen in Nederland. Misschien dat onwetendheid van de familie en de echtgenoot ten opzichte van emancipatie wel een rol speelt, maar daar gaat het nu niet om.

Hebben de massamedia aanwijsbare invloed gehad op de normen en waarden van de betrokkenen of andersom?
Ik denk dat de massamedia geen invloed hebben op de normen en waarden van de islamitische vrouwen en hun familie en echtgenoot. Deze normen en waarden liggen over het algemeen nauw verwant met hun cultuur, dus daar heeft de massamedia geen hand in gehad. Ook de normen en waarden van de Nederlandse samenleving hebben geen invloed van de massamedia genoten. Deze liggen ook diep geworteld en staan zelfs in de grondwet.

Hoofdstuk 4: De geschreven normen in de samenleving.

Welke concrete mensenrechten zijn bij het probleem (conflict) betrokken? Tot welke categorie behoren die rechten?
In de Universele Verklaring van de rechten van de mens (1948) staan de volgende rechten van de mens die, naar mijn mening, betrekking hebben op dit conflict:
· Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politiek of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status. (artikel 2.1)
· Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan.
· (artikel 16.1)
· Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten. (artikel 16.2)
· Een ieder heeft het recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. (artikel 19)

Is er in de Nederlandse wet, internationale verdragen of in andere geschreven bronnen iets geregeld over het probleem (conflict)? Zo ja, hoe luiden die regelingen?
Door de NAVO is een verdrag opgesteld ten gunste van de emancipatie van de vrouw: Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen. Dit verdrag zit als bijlage bij dit verslag, net zoals de Universele Verklaring van de rechten van de mens. Maar natuurlijk ook de Universele Verklaring van de rechten van de mens, is een geschreven bron waarin het een en ander staat over dit probleem. (zie vorige alinea) Ook in de Nederlandse grondwet staan artikelen over dit probleem, deze luiden als volgt:
· Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandelt. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan. (artikel 1)
· Iedereen heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. (artikel 6.1)
· Iedereen heeft, behoudens bij of krachtens wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam. (artikel 11)
· Ook een kopie van hoofdstuk 1 van de Nederlandse grondwet is als bijlage bijgevoegd.
· Een ander geschreven bron met betrekking op het probleem is het islamitisch rechtstelsel, er is echter geen sprake van één monolithisch islamitisch rechtstelsel, maar er bestaan verschillende versies naast elkaar. De verschillen in het rechtstelsel komen voort uit uiteenlopende interpretaties van de wijze waarop islamitische voorschriften moeten worden toegepast. Aangezien er veel verschillende rechtstelsels zijn heb ik geen voorbeeld van hoe die regelingen luiden.

Worden in deze regelingen de mensenrechten gerespecteerd?
In de Universele Verklaring van de rechten van de mens, het Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen en de Nederlandse worden de mensenrechten gerespecteerd. Maar in het islamitische rechtstelsel worden de mensenrechten niet of niet altijd gerespecteerd.

Al deze artikelen heb ik als bijlage opgenomen in mijn werkstuk, aangezien van essentieel belang zijn.

Hoofdstuk 5: De besluitvorming

In welke fase van het besluitvormingsproces is het probleem (conflict) op dit moment?
Het probleem zit momenteel in de fase van (h)erkenning en bevind zich bij de eerste barrière. De politiek weet dat er problemen zijn door diversen impulsen vanuit de samenleving, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van enkele tientallen islamitische vrouwenorganisaties hier in Nederland (bijv. LIVON Landelijke Islamitische Vrouwenorganisatie Nederland en NISBO Nederlandse Islamitische Bond voor Ouderen). Men neemt waar dat er problemen zijn bij de emancipatie van islamitische vrouwen in Nederland ten opzichte van de emancipatie van de andere (en dan met name de Nederlandse) vrouwen. Van echte wensen en eisen van de islamitische vrouwen is geen sprake, maar het is wel echt duidelijk dat er sprake is van een probleem en dat daar een oplossing voor gezocht moet worden.

Wie moet er in deze fase van het besluitvormingsproces benaderd worden?
De gene die in deze fase van het besluitvormingsproces benaderd moeten worden zijn waarschijnlijk de politici met een bepaalde achtergrond. Ik doel dan op politici die in hun verleden veel met islamieten te maken hebben gehad en de cultuur en godsdienst ook kennen of islamitische politici. Dit is heel erg belangrijk bij de behandeling van dit probleem binnen de politiek. Anders is de kans op grote denkfouten erg groot en wordt er geen effectieve oplossing gevonden. Dit probleem dient een specifieke benadering te krijgen, anders dan word het heel erg moeilijk om een oplossing te vinden. Kortom wil je bepaalde personen benaderen ten behoeven van dit probleem dan moet je denken aan specialisten die weten wat de problemen zijn en de visies van beide groepen ook begrijpen. Maar is dat eigenlijk niet bij ieder probleem zo?

Welke actiemiddelen worden door de betrokkenen groepen gebruikt om voor hun standpunt over de beslechting van het probleem (conflict) op te komen?
De verschillende groepen gebruiken nog geen actiemiddelen om voor hun standpunt uit te komen. Dat is op dit moment nog helemaal niet aan de orde. Dit probleem is nog helemaal in de fase van erkenning van het probleem en het bespreekbaar maken van het probleem. Pas als er sprake is van besluitvorming in de laatste fase dan is het voor de betrokkene pas nodig om actiemiddelen in te zetten.

Zijn de actiemiddelen die door de betrokken groepen worden gebruikt om voor hun standpunt over de beslechting van het probleem (conflict) op te komen? , Voor zover jij dat kunt beoordelen wel of niet in strijd met de wet?
Aangezien de betrokkenen geen actiemiddelen inzetten kun je ook niet spreken van strafbaar gedrag.

Kun je deze actiemiddelen rekenen tot burgerlijke ongehoorzaamheid?
Dat is nu niet ter sprake.

Vindt jijzelf de gehanteerde actiemiddelen juist?
Aangezien er geen actiemiddelen gehanteerd zijn kan ik daar ook niet over oordelen. Wel denk ik dat er best meer impulsen van buitenstaanders zouden mogen komen om de vrouwen hulp te bieden door bijvoorbeeld ervaringen uit te delen of door gewoon solidair te zijn. Maar ik weet eigenlijk niet of dat wel een actiemiddel is.

Vind jij burgerlijke ongehoorzaamheid als eventueel actiemiddel in deze kwestie te verdedigen?
Ik denk dat burgerlijke ongehoorzaamheid hier niet ter sprake hoeft te komen. De kwestie kan ook opgelost worden zonder het inzetten van een actiemiddel als burgerlijke ongehoorzaamheid. Daarbij denk ik ook niet dat het nuttig en nodig zou zijn. Dit probleem kan het beste opgelost worden door veel te praten en het onderwerp en eventuele veranderingen bespreekbaar te maken, maar mee over mijn mening over een oplossing in hoofdstuk 7.
Vind jij ondemocratische actie in dit geval te verdedigen?
Ik denk dat er nu juist sprake is van ondemocratische actie. Omdat de vrouwen niet gelijk als de mannen behandeld worden. Ik vind ondemocratische actie niet te verdedigen, omdat ik het helemaal niet eens ben met ondemocratische handelingen. Je leeft hier in Nederland in een democratie en dat moet je dan ook respecteren!

Welke actiemiddelen zou jijzelf verkiezen? Waarom?
Ik denk dat het gebruik van actiemiddelen zoals een demonstratie of een handtekeningenactie helemaal niet nodig zijn. Dit probleem vraagt een hele andere aanpak en is het gebruik van actiemiddelen helemaal niet relevant.

Wie kunnen of moeten er in het probleem (conflict) beslissen?
De beslissing ligt bij de islamitische samenleving ( en dan met name de ouders en de echtgenoten), hier in Nederland, deze moet de emancipatie van vrouwen leren te accepteren en uiteindelijk ook daarin mee kunnen gaan. Dat is namelijk ook het grootste probleem in dit conflict. Verder ligt er natuurlijk ook een beslissing bij de islamitische vrouwen zelf, zij moeten doorzetten en proberen tot een oplossing e komen. Hier is vooral sprake van een gezamenlijke oplossing van beide partijen, maar meer over een oplossing in hoofdstuk 7.

Waarop is de macht van degenen die moet of kan beslissen gebaseerd?
De macht van de islamitische samenleving en dan met name de ouders en echtgenoten is gebaseerd op hun gezamenlijke geloof en cultuur. Ze baseren zich op hun interpretatie van de Koran. De macht van de islamitische vrouwen in ook gebaseerd op hun geloof en hun interpretatie van de Koran. Want als je de Koran leest, dan kun je de teksten natuurlijk op veel manieren uitleggen. De islamitische vrouwen kunnen zich ook nog beroepen op internationale verdragen zoals de Universele verklaring van de Rechten van de mens en op de Nederlandse grondwet, zoals in hoofdstuk 4 genoemd.

Betreft het een democratische vorm van macht of niet?
De macht van de islamitische samenleving is niet helemaal democratisch, als je te maken hebt met conservatieven dan kan het nog wel eens zo zijn dat de vrouw helemaal niets te zeggen heeft en dat er buiten haar wil om wordt gehandeld. Maar gelukkig wordt men steeds moderner en heeft de vrouw steeds meer te zeggen.
De macht van de islamitische vrouwen is zeker wel een democratische vorm van macht. Zij baseren zich juist op hun democratische rechten zoals gelijkheid.

Staat de macht of de positie van de machthebber zelf ter discussie?
De positie van de machthebbers staat ter discussie, maar op een andere manier dan hier bedoeld is. De macht moet anders verdeeld worden, mannen en vrouwen moeten gelijke macht krijgen, dat betekent dat de man minder macht krijgt, zijn positie staat dan dus ter discussie. De vrouw strijdt juist voor meer macht, als zij die krijgt dan veranderd haar positie ook ingrijpend. De posities van de machthebbers veranderen als er wat aan het conflict gedaan word en dan staat de positie van de machthebber ter discussie.

Kunnen alle betrokkenen bij het probleem (conflict) macht uitoefenen?
Jazeker, alle betrokkenen kunnen macht uitoefenen, alleen is de macht op verschillende aspecten gebaseerd en zijn de mogelijkheden verschillend, zoals ik hierboven ook al heb vermeld.

Wordt de macht volgens jou op een goede manier gebruikt? Waarom wel/niet?
De macht van de ouders en echtgenoten word niet op een goede manier gebruikt, er is zelfs sprake van misbruik van de macht en het respect dat beide hebben. De macht van de islamitische vrouwen word wel goed gebruikt, zij baseren zich op hun grondrechten en op de teksten van hun geloof (wat ook het geloof van de ouders en de echtgenoten is). Deze macht is gegrond en benadeeld niemand.

Heeft de gemeentelijke, provinciale of landelijke overheid met het probleem (conflict) te maken?
Nee, de gemeentelijke, provinciale of landelijke overheid hebben niet met dit probleem te maken.

Welke factoren uit de omgeving van het politieke systeem beïnvloeden de mogelijkheden om oplossingen voor het probleem (conflict) te vinden?
Er is voor de politiek geen rol weggelegd bij de oplossing van dit probleem, dit probleem kan het beste een oplossing zoeken in de eigen groep en zal het ook daarbinnen op moeten lossen. Er zijn dus geen factoren uit de omgeving van het politieke systemen die de mogelijkheden om een oplossing voor het probleem te vinden beïnvloeden.

Welke politieke partijen houden zich daadwerkelijk met het probleem bezig en op welke wijze?
Volgens dhr. Rabbae van Groen Links wordt er op politiek niet gesproken over de emancipatie van islamitische vrouwen, er wordt wel gesproken over de emancipatie van de etnische minderheden, hier in Nederland aanwezig. Daar is de islamitische vrouw natuurlijk ook onderdeel van, maar ze is geen ‘begrip’ zoals wij het hier behandelen. De politiek houdt zich dus wel bezig met het probleem, maar niet op de manier die wij beschrijven. Men erkent het probleem en kijkt wat de mogelijkheden zijn om haar steentje bij te dragen aan een positieve ontwikkeling, door bijvoorbeeld het oprichten van een voorschool, voor allochtonen kinderen (meer hierover in het interview met dhr. Rabbae) waardoor ze later niet in aanraking komen met dit probleem. Groen Links is een van de partijen die zich met dit probleem bezig houden, maar uit het verhaal van dhr. Rabbae heb ik begrepen dat er binnen alle politieke partijen over nagedacht wordt.

Hoe zullen de politieke partijen zich waarschijnlijk tegenover het probleem (conflict) opstellen gezien hun uitgangspunten?
VVD en D’66: Zij gaan beide uit van het liberalisme, het belangrijkste uitgangspunt van deze visie is; vrijheid en onafhankelijkheid van staat, deze vrijheid betekent vooral individuele vrijheid, vooral ten opzichte van de staat. Als je van dit uitgangspunt uitgaat, dan kun je verwachten dat de VVD en het D’66 positief staat ten opzichte van de emancipatie van islamitische vrouwen. De VVD zal niet voor staatsbemoeienis zijn, ook dit heeft te maken met de individuele vrijheid.

PvdA: Deze partij gaat uit van de sociaal-democratische visie, een belangrijk idee binnen deze visie is het idee over een rol van de overheid bij het bevorderen van gelijkwaardigheid. Bij het probleem is er te maken van ongelijkwaardigheid, dus kun je van de PvdA verwachten dat ze voor overheidsbemoeienis binnen dit probleem zijn, om er zo voor te kunnen zorgen dat er uiteindelijk sprake is van gelijkwaardigheid.

CDA: Deze partij gaat uit van het christelijk geloof. Naastenliefde, solidariteit en de verantwoordelijke samenleving zijn belangrijke criteria. Van deze partij kun je verschillende dingen verwachten. Omdat binnen het christelijke geloof ook niet per definitie voor emancipatie wordt gestreefd.

Groen Links: Deze partij gaat van oorsprong uit van de ecologische visie, het probleem heeft geen verbinding met ecologie, toch heeft Groen Links een uitgesproken visie omtrent dit probleem. Dit heeft echter niets te maken met hun uitgangspunten, maar meer met hun visie op de maatschappij. (meer hierover in het interview met Dhr. Rabbae)

In hoeverre is het mogelijk om bepaalde standpunten over het probleem (conflict) links of rechts te noemen?
Bij dit probleem is er geen sprake van een politiek probleem, dit is een cultureel probleem, vandaar dat het onmogelijk is om standpunten links of rechts te noemen. Betere benaderingen zouden conservatief en modern zijn. Dan kun je de standpunten van de ene partij (de ouders en echtgenoten) conservatief kunnen noemen en de standpunten van de islamitische vrouwen modern. Maar van rechts of linkse standpunten is bij de probleem geen sprake.

Hoofdstuk 6: De oplossingen

Zijn er voorstellen om bepaalde normen, wettelijke regelingen in Nederland of in internationale verdragen die betrekking hebben op het probleem, te veranderen? Zo ja van wie en hoe?
Er zijn verschillende voorstellen om veranderingen aan te brengen ten bate van het probleem.
Zo heeft de Marokkaanse regering een tijdje geleden een wetsvoorstel ingediend om de positie van de vrouw in Marokko te versterken in Marokko zelf. Dit voorstel is er echter niet door gekomen omdat er hevig protest was vanuit de conservatieve groeperingen en de regering uiteindelijk te bang was om haar zin door te zetten.

Maar er zijn niet alleen in Marokko positieve impulsen in de goede richting. Ook de Nederlandse minister van Justitie voert gesprekken met de Marokkaanse minister van justitie over het probleem van Marokkaanse vrouwen die in Nederland scheiden van hun man voor de Nederlandse wet, maar die niet volgens de Marokkaanse wet gescheiden zijn en dus geen kant op kunnen.

In internationale verdragen en in de Nederlandse grondwet hoeft echter niets veranderd te worden aangezien in deze grondrechten al staat dat de huidige situatie verwerpelijk en niet volgens de regels is. Want volgens beide regelingen is de vrouw gelijk aan de man en moet zo ook zo behandeld en benaderd worden.

Ook zijn er, natuurlijk wil ik bijna zeggen, impulsen vanuit de islamitische vrouwenbewegingen om de emancipatie van deze vrouwen bespreekbaar te maken om zo te huidige normen aan te passen en bij te stellen aan de tijd waarin we nu leven, namelijk 2001!

Wordt er bij de voorgestelde oplossingen wel/geen rekening gehouden met de mensenrechten?
Er wordt niet alleen rekening gehouden met de mensenrechten, men beroept zich er zelfs op om de verwerpelijkheid van de huidige situatie te beargumenteren. Zoals bijvoorbeeld: artikel 2.1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de mens; Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, politiek of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status, en bijvoorbeeld artikel 1 van de Nederlandse grondwet; allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandelt. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan.

Is de menselijke gelijkwaardigheid in het geding?
Dit is juist het probleem, er wordt op dit moment geen rekening gehouden met de menselijke gelijkwaardigheid; vrouwen worden achtergesteld en ondergewaardeerd ten opzichte van mannen.

Getuigt de door de groepen voorgestane oplossing van vooroordelen en stereotype denken?
Nee, de aangedragen oplossingen getuigen niet van vooroordelen en stereotype denken. Het probleem echter wel. Dat is juist gebaseerd op vooroordelen en stereotype denken. Vrouwen worden namelijk ondergeschikt aan de man gesteld op basis van vooroordelen, bijv. vrouwen zijn het zwakke geslacht, ‘hun enige recht is het aanrecht’. Dit probleem is echter niet uitsluitend gebaseerd op vooroordelen en stereotype denken, er is natuurlijk ook een hele belangrijke invloed van de godsdienst en de cultuur.

Is er in de oplossingen sprake van discriminatie en andere vormen van achterstelling?
Nee, bij de oplossingen is hier juist geen sprake van, maar het probleem is juist wel weer gebaseerd op discriminatie en andere vormen van achterstelling.

Hoofdstuk 7: Mijn eigen oplossing

Mijn oplossing:
Volgens mij is het heel moeilijk om voor dit probleem een gepaste oplossing te vinden. Je hebt te maken met een cultuur en met een godsdienst waarin, tot nu toe, de vrouw achtergesteld wordt. Je kunt de mensen niet zomaar ineens gaan vertellen: Jullie doen het allemaal fout, je moet het zus en zo doen. Zo werkt het natuurlijk niet, je hebt te maken met conservatieven gedachten en deze mensen moet je beetje bij beetje uitleggen dat het ook anders kan, en dat je de positie van de vrouw ook anders uit kunt leggen, zonder je geloof op te geven. Want de islam is helemaal niet tegen de emancipatie van de vrouw. Er staan genoeg teksten in de Koran die aangeven dat de vrouw helemaal niet minder is dan de man. De profeet van de islam, Mohammed, heeft zelf een aantal vrouwen gehad die erg geëmancipeerd waren, een vrouw was een handelaar en een andere vrouw was een hoge militair. Als je deze teksten leest, dan kom je tot de conclusie dat Mohammed erg geëmancipeerd was. Dus zouden al zijn volgelingen dat ook moeten zijn. Jammer genoeg is het niet zo makkelijk. Islamieten zijn niet alleen islamiet, maar ook bijvoorbeeld, Turk, Marokkaan, of Tunesiër. Zij leven volgens hun cultuur, deze cultuur is gebaseerd op de islam, maar deze culturen hebben de tekst van de Koran op hun eigen manier geïnterpreteerd, deze interpretatie is een interpretatie van mannen en daar ligt het probleem. Om dit probleem op te lossen is onderwijs van essentieel belang. Zo krijgen deze mensen een algemenere visie op de wereld dan hun cultuur hun aanleert. Als ze onderwijs genoten hebben dan kunnen ze de waarden en normen van hun cultuur toetsen aan bijvoorbeeld de waarden en normen van de Nederlandse cultuur. Zo kunnen ze tot inzichten komen die de emancipatie van vrouwen bevorderd. Door het genoten onderwijs hebben ze een bepaalde bagage, waardoor ze op een verlichte en ‘geleerde’ manier de teksten zelf kunnen lezen en interpreteren, met als gevolg dat ze hopelijk tot nieuwe inzichten komen om op die manier de emancipatie van vrouwen wel goedkeuren en stimuleren.

Welke oplossing zou jij gelet op de mensenrechten het meest rechtvaardig vinden?
Volgens de mensenrechten is deze situatie verwerpelijk, als men de mensenrechten zou respecteren dan zou deze hele situatie niet ter sprake zijn. Daarom denk ik dat het belangrijk is om de mensenrechten te respecteren en daarvan uit te gaan. Toch denk ik dat de mensenrechten geen aanwezige rol hoeve te spelen binnen een oplossing. Men moet er wel van op de hoogte gebracht worden, en men moet ze respecteren, maar de kern van het probleem ligt niet bij de schending van de mensenrechten maar bij de cultuur die bepaalde normen en waarden voorschrijft. Daarom denk ik dat de beste oplossing gelet op de mensenrechten een gelijkwaardige beschouwing van de man en vrouw zou zijn. Uitgaande van een gelijkwaardige positie zoals in de rechten van de mens verklaard wordt, kan men verder gaan met een oplossing zoeken voor het probleem.

Welke waarden en normen hanteer jij zelf bij de oplossing van het probleem (conflict)?
Voor mij staan de waarden gelijkwaardigheid, onafhankelijkheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van ontwikkeling centraal. Ik ben zo opgevoed, dus ik weet niet beter. Mijn vader en moeder hebben mij heel duidelijk geleerd dat de man niet beter is dan de vrouw en dat het huishouden niet alleen voor de vrouw is. Bij ons geld zeker niet: ‘het enigste recht van de vrouw is het aanrecht’ ook mijn vader en mijn broertje doen hun dingen in huis, mijn vader haalt de boodschappen en kookt regelmatig. Dus mijn waarden en normen zijn erg gericht vanuit mijn referentiekader, in mijn jeugd heb ik geleerd dat vrouwen gelijkwaardig en onafhankelijk moeten worden beschouwd ten opzichte van de man. Bij de oplossing van dit probleem moet je zeker rekening houden met deze waarden en normen, daar is het hele probleem op gebaseerd en op grond van deze waarden en normen kun je tot een oplossing komen, door ze te respecteren en na te leven. Zo kunnen ook de islamitische vrouwen in Nederland een beroep doen op deze waarden en normen, zodat ook zij zich kunnen emanciperen.

Vind jij dat er sprake is van maatschappelijk ongelijkheid?
Ja, er is zeker sprake van maatschappelijke ongelijkheid, doordat het grootste deel van de in Nederland aanwezige moslims in een van de laagste maatschappelijke klasse zitten, namelijk de arbeidersklasse. Omdat ze in deze klasse zitten hebben ze minder toegang tot bijvoorbeeld onderwijs (en dan met name mbo, hbo en WO) omdat ze daar het geld en de behoefte niet naar hebben. Als de in Nederland aanwezige moslims een hogere opleidingsgraad hadden, dan hadden ze ook betere banen, waardoor ze het wel belangrijk zouden vinden om onderwijs te volgen. Doordat er sprake is van maatschappelijke ongelijkheid, is de positie van de vrouw ook anders, kijk maar naar Nederland in de tijd dat nog bijna iedereen arbeider was (ongeveer een eeuw geleden), toen werd er ook nog niet over de vrouw gedacht zoals men dat nu doet.

Op welke wijze en aan wie kun jij je eigen oplossing van het probleem het best naar voren brengen?
Ik denk dat het niet werkt als ik mijn oplossing naar voren breng, dit probleem moet van binnenuit opgelost worden. Men moet zelf tot het inzicht komen dat er een probleem is en dat het opgelost moet worden. Daar moet ik me als buitenstaander niet mee bemoeien. Gelukkig heeft de politiek dit probleem ook al gesignaleerd en denkt men er ook al over na. De politiek kan helpen door onderwijs te stimuleren en veel meer kunnen ‘wij’ buitenstaanders niet meer doen. De mensen moeten zelf tot inzichten komen en daarna pas kan er geholpen worden, bijvoorbeeld door middel van solidariteit en het uitwisselen van ervaringen door verschillende vrouwenbewegingen.

Tot welke politieke partij kun je je het best wenden om steun te krijgen voor jou standpunt in deze kwestie?
Groen Links, ik denk dat ik me tot deze partij zou wenden omdat ik met Dhr. Rabbae heb gesproken en omdat ik er van ben overtuigd dat Groen Links een hele heldere en ook goede visie heeft op dit probleem. Met Dhr. Rabbae hebben ze een echt geleerde op dit gebied in huis, omdat hij heel erg veel met mijn ‘doelgroep’ heeft gewerkt als directeur van achtereenvolgens; Regionaal Centrum Buitenlanders te Dordrecht, Regionaal Centrum Buitenlanders West-Brabant te Breda en Stichting Nederlands Centrum Buitenlanders te Utrecht.

Hoofdstuk 8: Het toetsen van de probleemstelling

In hoeverre zijn moslimse vrouwen in Nederland geëmancipeerd?
Je kunt deze probleemstelling vanuit twee verschillende punten beantwoorden, vanuit de Nederlandse cultuur en onze waarden en normen, maar natuurlijk ook vanuit de islamitische cultuur en hun waarden en normen.

Bekijk je het vanuit de islamitische cultuur dan is er sprake van emancipatie, de vrouwen worden mondiger en willen meer bereiken, dit komt doordat ze met de Nederlandse cultuur in aanraking zijn gekomen, vandaar dat de islamitische samenleving in Nederland vind dat deze vrouwen wel geëmancipeerd zijn. De islamieten vinden dat de vrouwen zijn geëmancipeerd omdat ze zich onder andere westers kleden, naar school willen en omdat ze willen werken.

Bekijk je het vanuit de Nederlandse cultuur dan zijn de islamitische vrouwen niet geëmancipeerd. Wij stellen andere eisen aan emancipatie en vinden daarom dat deze vrouwen nog niet geëmancipeerd zijn. Ze worden nog steeds niet gelijkwaardig geacht aan hun man en ze kunnen nog steeds niet onafhankelijk zijn, mede door bepaalde islamitische wetten. Wij toetsen de emancipatie van deze vrouwen vooral aan de UVRM en onze eigen grondwet en de rechten die daarin worden vermeldt.
Beide partijen hebben een beetje gelijk, de vrouwen zijn al meer geëmancipeerd dan toen ze hiernaartoe kwamen, maar ze hebben nog een achterstand op de Nederlandse vrouwen.

Maar gelukkig zijn er al vorderingen en gaat het de goede kant op. Er zijn al islamitische vrouwenbewegingen en binnen de islamitische cultuur wordt de emancipatie van de vrouwen al steeds meer geaccepteerd, zoals in mijn beide interviews is gebleken. Kortom, het gaat de goede kant!

De probleemstelling die ik bij dit werkstuk heb gehanteerd is dus: In hoeverre zijn moslimse vrouwen in Nederland geëmancipeerd? Deze probleemstelling leende zich perfect voor de beantwoording van de vragen van de analysevragen. De analysevragen waren erg duidelijk en sloten erg goed aan op de geleerde stof in 5 en 6 VWO. Ondanks de dat een aantal analysevragen van hoofdstuk 5 niet aansloten op mijn probleemstelling heb ik heel goed kunnen werken met het vragenschema.

Interview:

Het is donderdagochtend, gauw nog even naar school om de laatste wijzigingen in de interviewvragen door te nemen en dan snel naar het station, op de trein naar Den Haag. Tweeëneenhalf uur later kom ik aan in Den Haag, ik heb alle tijd want ik heb ruim de tijd genomen, je kunt natuurlijk niet te laat aankomen door een treinvertraging. Na een korte zoektocht kom ik aan bij het gebouw van de Tweede Kamer, ik meld me bij de balie en even later wordt ik opgehaald door Natalie Jas, een van de secretaresses van Groen Links, we hadden elkaar al aan de telefoon gesproken om deze afspraak te maken. Dhr Rabbae is nog in een vergadering dus ik mag naar een debat gaan kijken over het anonieme donorschap van spermadonoren. Na een kwartiertje haalt Natalie me op en mag ik plaats nemen in de werkkamer van Dhr. Rabbae, overal liggen documenten en stapels met papier! Na een half uurtje komt hij eindelijk binnen lopen en verontschuldigd zich dat hij te laat is, hij was me gewoon vergeten! Ik laat mijn werkstuk zien en vertel wat mijn bedoeling is en dan kan het vragenvuur beginnen::

Vraag 1:
Wordt er op politiek niveau gesproken over dit probleem? Zo ja op welk niveau en wat is de algemene mening?

Er wordt op 3 verschillende manieren over dit probleem gesproken.

1. In de politiek wordt geen verschil gemaakt tussen moslimse vrouwen en vrouwen uit andere etnische minderheden. Als er gesproken wordt over de emancipatie van etnische minderheden op zich, dan wordt er wel gesproken over de emancipatie van islamitische vrouwen als onderdeel van een etnische minderheid. De titel ‘islamitische vrouw’ wordt in de politiek niet gehanteerd, de titel ‘etnische vrouw’ wordt echter wel gebruikt. Hierover wordt wel op verschillende wijze en over verschillende aspecten gesproken. Bijvoorbeeld; vrouwen vragen om een gepaste benadering van hun groep in bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Ze vragen om een bepaalde benadering van hun specifieke cultureel, juridische maar ook seksueel situatie. Er wordt op verschillende wijze en door verschillende mensen over verschillende aspecten over gesprokene, kortom, het leeft dus wel in de politiek!!

2. Er is een groot probleem omtrent scheidingen binnen een islamitische en in dit geval Marokkaans gezin. De scheiding volgens de Nederlandse wetgeving wordt niet erkent in Marokko. Men leeft dan in een dubbele situatie; de echtscheiding wordt niet erkent door de Marokkaanse wet, dit geeft problemen. De minister van justitie is bezig met het zoeken van een oplossing voor dit probleem met de minister van justitie van Marokko. De bedoeling is dat beide landen elkaars rechten accepteren en dat scheiding in het vervolg zonder problemen kunnen worden voltrokken.

3. Het derde probleem is het gebrek aan informatie aan vrouwen over voorbehoedsmiddelen en abortus; dit leidt tot ongelukken. Niet de jeugd maar de ouderen hebben vooral last van dit probleem, omdat ze er nooit over zijn ingelicht, de jongeren leren deze zaken nu inmiddels gewoon op school.

Deze volgende elementen spelen een grote rol bij de problematiek omtrent de emancipatie van islamtische vrouwen, hier in Nederland:

· Woningbouw! In de Marokkaanse woningen zijn de keuken en de kamer van elkaar gescheiden, de keuken is voor de vrouw en de kamer voor de mannen. Deze scheiding is van essentieel belang als er bijvoorbeeld bezoek is. In de ‘standaard’ Nederlandse woningen is de keuken een open ruimte. Het is van essentieel belang om ook rekening te houden met de wensen van de Marokkanen hier in Nederland.
· Onderwijsachterstanden! Het invoeren van een voorschool voor allochtonen kinderen vergroot hun kans in het verdere onderwijs en overbrugt een eventuele taalachterstand. Op deze voorschool maken ze kennis met de Nederlandse gewoonten en cultuur. Vanaf 2½ tot 3 jaar kunnen de kinderen op deze voorschool beginne. De belangrijkste doelen en vaardigheden die er bereikt en aangeleerd worden zijn: spelen, puzzelen, tekenen en kennis maken met de computer! Ook een (eerste) aanraking met de Nederlandse taal zorg voor een bepaalde bagage. Voorlichting voor de ouders is van belang, dit kan vooral op de consultatiebureaus gedaan worden ter bekendmaking van de aanwezigheid van een voorschool. Hier kan worden uitgelegd dar het van essentieel belang is voor de kansvergroting van de eigen kinderen!

· Laatste punt: Als allochtonen vrouwen binnen 3 jaar na aankomst scheiden dan heeft de vrouw geen verblijfvergunning en dan moet ze weg. Dit is sinds kort terug gebracht naar 1 jaar, maar het was beter geweest als er gelijke rechten voor de man en vrouw geweest waren. Bijvoorbeeld dat ze dezelfde status zouden hebben, maar 1 jaar beter dan geen compromis!

Dit is het standpunt van Groen Links en ook van hem!! Dit is zijn mening hij is het er helemaal mee! eens….
(bij dit antwoord zitten ook de vragen 2 en 3 inbegrepen, deze luiden achtereenvolgens: Heeft Groen Links een standpunt over dit onderwerp, zo ja wat is dat standpunt? Of is dat nog niet aan de orde en waarom dan niet?
Wat is uw mening over dit onderwerp als kamerlid van Groen Links?)

Vraag 4:
Bent u praktiserend moslim? Zo ja, wat is uw mening over dit onderwerp als moslim?

1. Vrouw en man zijn aan elkaar gelijk, je moet geen onderscheid maken.

2. De vrouw is de motor van het gezien, het is uiterst verwerpelijk dat die wordt uitgeschakeld.. Ze moet niet alleen thuis blijven, ze moet weten wat het postkantoor e.d is ze moet bijv zelf een rekening kunnen openen. In verschillende Marokkaanse gezinnen is het namelijk zo dat de vrouw nauwelijks naar buiten gaat en dat wanneer ze naar buiten gaat dat is voor de boodschappen of om naar de markt te gaan. Het is slecht voor het gezin wanneer de vader denkt dat hij denkt dat hij het gezin kan runnen. Ook is het slecht voor de kinderen als de moeder slecht ontwikkeld is. Zo snapt de moeder niet wat haar kinderen bezig houdt en kan ze niet met hen meepraten.
Gelukkig zien mannen beetje bij beetje in dat het erg belangrijk is dat de vrouw zich ontwikkeld.

3. Vroeger werden meisjes vanaf ongeveer 12 jaar thuisgehouden en soms ook nog naar Marokko terug gestuurd om te trouwen. De vader bedacht dit zodat ze niet zou verwesteren en verkeerd terecht zou komen. Hij dacht dat dat het beste voor zijn dochter zou zijn. Als een vader zijn dochter naar Marokko stuurde dan was dat vaak met de intentie om haar daar met een neef te laten trouwen, zodat ze goed terecht zou komen. Omdat zo’n huwelijk vaak verkeerd afloopt, doordat de partners elkaar een paar weken voor hun huwelijk voor het eerst zien, krijgt het meisje een slechte naam, omdat ze gescheiden is. Dat was helemaal niet de bedoeling van de vader, Dhr Rabbae heeft met veel vaders gesproken en hij is blij dat dit verschijnsel aan het verdwijnen is en dat de vaders inzien dat een goede opleiding heel belangrijk is voor hun dochters. Hij is blij dat er veel meisjes op school zitten, zodat ze later een goede baan hebben en voor zichzelf kunnen zorgen zodat wanneer een eventueel huwelijk misgaat (want hij is van mening dat dat natuurlijk altijd kan) dan kan ze tenminste nog voor zichzelf zorgen.

4. Gelijke kansen in onderwijs en werk en een gelijke verdeling binnen het huishouden is erg belangrijk. Uitschakeling van de vrouw door slecht of geen onderwijs en een verbod op werk is slecht voor het gezin.

5. Dhr Rabbae is tegen uithuwelijken, omdat hij denkt dat de vader de toekomst van de dochter verknalt doordat hij een huwelijkspartner voor haar kiest, volgens hem kan dat nooit goed gaan omdat je niet kunt trouwen met iemand waar je niet verliefd op bent en waar je niet van houdt als van een partner. Een goede opleiding, diploma en goed werk zijn veel belangrijker, zodat de vrouw uiteindelijk voor zichzelf kan zorgen en de vader zich niet voor zijn dochter hoeft te schamen maar dat hij juist trots op haar is. Doordat er veel huwelijken zijn misgelopen hebben veel vaders geleerd dat het geen goed idee is om hun dochters naar Marokko te sturen om met een neef te trouwen maar dat hun dochters veel beter af zijn met een diploma dan met een gedwongen huwelijk.

Marokkaanse families gaan steeds meer lijken op Nederlandse families, er is dus sprake van integratie!

Vraag 5:
Wat is volgens u het voornaamste knelpunt in de probleemstelling?
Het voornaamste knelpunt binnen deze probleemstelling is onderwijs. Daar had Dhr. Rabbae de volgende redenen voor:
· Jammer genoeg speelt de geschooldheid van de ouders, en dan met name de vaders een grote rol, hoe geschoolder zij zijn, hoe meer ruimte de dochters krijgen. Gelukkig zijn er uitzonderingen: moeders en vaders die nog nooit een school van binnen hebben gezien, die toch perse willen dat hun kinderen naar school gaan. Hij vindt dat heel knap! Tegenwoordig zijn er heel veel arbeidersdochters op de universiteit, terwijl de ouders nog nooit een school van binnen hebben gezien. Men ziet in dat de weg van het onderwijs de beste weg is.
· Doordat de meisjes naar school gaan willen ze ook uit, oudesr hebben daar vaak problemen mee. Het knelpunt hier is dat de meisejes in aanraking komen met de Nederladse cultuur en dat ze dezelfde dingen willen doen als hun nederlandse vriendinnen. Gelukkig is daar in sommige steden al een oplossing voor gevonden; de meisjes organiseren een eigendisco-middag zodat ze op tijd thuis zijn.

Elke nadeel heb een voordeel, volgens Cruiff, en hij is het daar helemaal mee eens, want doordat de dochters kort zijn gehouden steken ze meer in hun opleiding waardoor ze uiteindelijk vrijer zijn dan wanneer ze geen opleiding hadden gehad, omdat ze een baan en een eigen inkomen hebben. Dat hadden ze niet bereikt als ze niet naar school waren geweest.
Gelukkig vindt er steeds mee overleg plaats tussen ouders en kinderen, waardoor de verhoudingen steeds beter zijn. Dhr. Rabbae had een mooie uitleg over hoe die verhoudingen lopen:
“ De verhouding met je kinderen loopt langs een touw, trek je te hard dan gaat het touw kapot, dat betekent geen contact meer met je kinderen, voor een vader is dat het ergste wat er is, en hij zit met de gebakken peren. Hij kan dus beter iets trekken en loslaten en vooral zoeken naar evenwicht, zo blijft de relatie met je kinderen goed, het is geven en nemen!”
Ook speelt de omgeving een grote rol als bron voor problemen; er wordt gevochten en er vinden andere vervelende dingen plaats die de ouder wantrouwiger maakt ten opzichte van uitgaan. Als het niet veilig is laat je je kinderen niet graag gaan.

Vroeger sprak hij alleen met de vaders nu is de hele familie aanwezig bij een discussie over deze kwestie; jammer genoeg gebeurd dat nog niet overal maar wel steeds meer.

Af en toe heeft hij nog steeds gesprekken met mensen uit de islamitische samenleving, vandaar dat hij erg betrokken is bij deze probleemstelling.

Vroeger hoorde hij vaak tijdens discussies dat de islamitische ouders goed waren Nederlandse samenleving slecht. Omdat wij een slappe politie hadden; bijv. een jongen steelt wat gaat naar het politie bureau en krijgt daar koffie, dat snappen ze niet en vinden ze niet goed.
Ook de school is slecht niemand deugde.

Hij is echter van mening dat je het niet moet hebben over Nederlanders, maar heb het over je eigen problemen. Geen zoon of dochter of zelfs vrouw loopt zomaar weg! Het komt niet door de Nederlandse samenleving maar door onderlinge problemen, pas als iemand wegloopt komt de Nederlandse samenleving in het oog, in de vorm van bijvoorbeeld blijf-van-mijn-lijfhuizen, je moet het niet hebben over bijzaken, maar over de echte problemen, het ligt aan jezelf dat je familie uiteenvalt, daar kan de Nederlandse samenleving niets aan doen. Toch snappen vaders de Nederlandse samenleving niet, want er gebeuren voor hen rare dingen, bijvoorbeeld: een zoon is crimineel geweest, hij heeft in de gevangenis gezeten, en komt eruit, zijn vader houdt hem goed in de greep en laat hem zijn diploma halen, de jongen gaat solliciteren, maar wordt hij niet aangenomen omdat hij een strafblad heeft. Voor de vader is dat niet te begrijpen, hij weet niet wat hij dan nog moet doen. De vader snapt het niet omdat hij het de beste weg vindt om zijn zoon weer terug de criminaliteit op te krijgen, door hem geen baan te geven. Dit is een van de problemen waarover Dhr. Rabbae tijdens zijn vorige baan (als directeur van de stichting nederlans cnetrum buitenlanders) veel over gesproken heeft.

Vraag 6:
Denkt u dat er voor de politiek een rol is weggelegd in het proces van emancipatie van islamitsche vrouwen? Zo ja, hoe ziet u dat dan en zou er een rol voor u zijn weggelegd in dit probleem (bijvoorbeeld met betrekking tot onderwijs)

De politiek kan een rol spelen binnen deze probleemstelling, maar eigenlijk is het een zaak van de groep zelf, de politiek kan een rol spelen op de volgende punten:
· Politiek heeft verantwoordelijkheid ter bevordering van goed onderwijs, voor kinderen maar ook voor de vrouwen! Zij hebben nooit onderwijs gehad.
· Juridische belemmeringen! Zie vraag 1verblijfsvergunningen. De politiek kan hier een rol spelen door bijvoorbeeld contact te leggen met bijvoorbeeld de Marokkaanse regering omtrent de erkenning van elkaars scheidingen, zoals bij vraag 1 is vermeldt.
· Bevorderen van voorlichting, bijvoorbeeld door het opzetten van speciale voorlichtingscampagnes over bijvoorbeeld onderwijs of over voorbehoedsmiddelen.

Maar eigenlijk is het een zaak van de groep zelf, zij moeten met elkaar in discussie over de steun voor de emancipatie van de vrouwen. Er vindt dan natuurlijk een strijd plaats binnen de eigen groep, maar zo kan er een discussie ontstaan waardoor het probleem bespreekbaar wordt.

Ingrijpen door de overheid kan juist averechts werken en betuttelend overkomen. Ook als anderen er zich mee gaan bemoeien dan is de kans groot dat het averechts gaat werken. Je kan wel hulp bieden en ervaringen uitwisselen en solidair zijn, maar ze moeten het eigenlijk zelf doen.

De politiek kan er dus vrij weinig aan doen.

Vraag 7:
Wat is uw mening over eventuele impulsen vanuit de Nederlandse samenlevign (bijvoorbeeld een Nederlandse vrouwenbeweging). Zijn deze impulsen nuttig?

Impulsen zoals ondersteuning, helpen en solidariteit, zijn goed en ook nuttig. Maar men moet niet willen dat de islamitische vrouwen feministisch gaan worden en zich afzetten tegen de man, want dat willen ze niet.

Wel kun je men ervan overtuigen dat het een goede zaak is dat vrouwen verder gaan dan de keuken.
Soms zijn de mannen toegankelijk soms niet, maar het gaat toch steeds beter.

Steun van Nederlandse vrouwen is goed, maar ze moeten niet zeggen hoe het moet, ivm culturele verschillen. Ze kunnen helpen; een ondersteuning zijn en ervaringen uitwisselen, maar ze moeten de islamitische vrouwen niet gaan vertellen hoe ze het moeten doen, want dat werkt alleen maar averechts.

Vraag 8:
Zijn er concrete moslimregels die emancipatie van vrouwen tegen gaan? In hoeverre hebben we te maken met culturele of sociaal-economische factoren?

Toen de Islam is kwam hadden de vrouwen minder rechten dan daarna, dochters werden na hun geboorte begraven, ze waren een schande. Na de komst van de Islam kregen ze meer rechten, maar ze werden nog steeds niet gelijk behandeld.
Sindsdien hebben de mannen het voor het zegen gehad. Er is nooit echt over nagedacht. Maar er komen wel veranderingen, in Tunesië is de polygamie verboden bijv. veel portesten..

Een half jaar geleden werd er in Marokko een voorstel gepresenteerd om de positie van de vrouw te versterken. Er waren twee demonstraties van voor- en tegenstanders. Door deze demonstratie (van de tegenstanders) verlamde de regering, ze durven niet meer. Mensen die voor vooruitgang zijn, zijn meestal niet de meerderheid, de islam wordt gedomineerd door conservatieven krachten. Er zijn weinig mensen die verlicht denken en te werk gaan. Daardoor is verandering en modernisering van de islam moeilijk.

De theorie en de praktijk spreken elkaar tegen, de profeet Mohammed word als voorbeeld genoemd, terwijl hij heel vrouwvriendelijk was hij werkte bij een vrouw en is later met haar getrouwd. Zijn andere vrouw Aisha ging op militaire expedities, voor zijn tijd was hij dus heel erg geëmancipeerd. Zijn vrouwen hadden ook veel invloed o hem.

De conservatieven krachten kijken hier niet naar en dat is jammer, want in de Koran, het heilige boek waarvan men uitgaat, schrijft anders voor.

Een goed voorbeeld hiervan is een verhaal over foute imam, die Dhr. Rabbae vertelde:
De vraag was of een vrouw mag werken, volgens de imama mag een vrouw niet werken, want zo komt ze in aanraking met mannen en is de weg naar de prostitutie niet ver meer en dus mag ze niet werken. Dit werd op de Marokaanse radio in Nederland verteld, veel Marokkanen hoorde dit. Hierdoor mogen meisjes niet meer werken van hun vader. Het is erg te betreuren dat een imam zoiets zegt, de Marrokanen hebben veel respect voor hem en luisteren ook naar hem.
De imam zegt dit hij terwijl er in Marokko veel vrouwen werkzaam zijn in ziekenhuizen en onderwijs. Als hij de koran goed kende dan wist hij dat de eerste vrouw van Mohammed zakenvrouw was! Daarom is het erg tegenstrijdig dat hij dat zegt.

Dit probleem heeft dus vooral te maken met de interpretatie!! ( zie hoofdstuk 1)

De Islam is een paar eeuwen gelden ontstaan, toen was het een verbetering van de positie van de vrouw. Dat was toen, een van de belangrijkste doelstellingen van de Islam is: inspannen om vooruitgegaan. Doordenken en nadenken anno 2001 moet de Islam dus ook vooruitgaan. Dhr Rabbae is van mening dat de vrouw in een andere positie terecht moet komen. Na zoveel eeuwen opnieuw moet de positie van de vrouw worden bezien met het idee dat er geen verschil meer is tussen man en vrouw.

De heersers in verschillende islamitische landen beroepen zich ook op de islam, zij hebben dan dus ook de knuppel in de handen. Zij heersen namens de islam. En hebben zo ontzettend veel macht.

Vraag 9:
Is er naar uw mening een groot verschil tussen orthodoxe en moderne moslims, of hebben deze beide groepen toch een zelfde uitgesproken mening over de emancipatie van vrouwen, en wat is die mening dan?

De orthodoxe en moderne visie verschillen tov van de positie van islamitische vrouwen.
Je moet niet tornen aan de tekst, zeggen de conservatieven, de modernen interpreteren het gewoon anders het lezen de tekst met een verlichte bril op!
Vroeger was de komst van de Islam een verbetering voor de positie van de vrouw, nu is het een zaak die aan heroverweging toe is, maar zolang de conservatieven krachten in de meerderheid zijn is het moeilijk.

Vraag 10:
Wat is volgens u een goede oplossing of in ieder geval een stap in de goede richting?

De beste oplossing is een verbetering van het aanbod van onderwijs. Daar ligt de kern. Als er goed onderwijs wordt genoten, dan komt men verder, als men verder komt dan hebben de kinderen nog betere kansen, zo kan men op de maatschappelijke ladder klimmen. Als men onderwijs heeft gehad, dan kan men de Koran met een geleerde achtergrond zelf lezen, waardoor men er anders tegenaan kan kijken en een eigen mening kan vormen.
Kortom, ONDERWIJS, ONDERWIJS, ONDERWIJS!!!!

Interview met Zahra

Weer in de trein, nu naar Den Bosch, over een uurtje beginnen de regionale debatvoorrondes, gelukkig hebben we tijd genoeg om een interview te doen, ook al zitten we met ons hoofd al helemaal in Den Bosch, bij de komende spannende debatten.

Hoe is jouw situatie thuis? Is dat doorsnee islamitisch of is het anders? Orthodox/westers? (werk/taakverdeling e.d?)
Zahra is een nakomertje, haar oudere broers en zussen zijn het huis uit, haar vader en moeder hebben allebei geen werk. Haar moeder is huisvrouw, maar volgens Zahra niet het ‘prototype’, thuis is zij de baas en haar vader heeft weinig te zeggen. Zahra is islamitische opgevoedt naar haar eigen zeggen, maar ze vind wel dat ze vrij is opgevoed vergeleken met andere moslimmeisjes. Haar ouders laten hun kinderen vrij. Ze mochten studeren en op kamers en ze mochten trouwen met wie ze willen, zo is een van haar zussen met een Turk getrouwed en zo is een van haar broers met een Nederlandse getrouwd. Daar hadden haar ouders geen bezwaar tegen.

Hoe wordt er over het algemeen over vrouwen gedacht, volgens jou, binnen de islamitische samenleving hier in Nederland? Vergelijk met Marokko, grote verschillen of juist overeenkomsten?
Hier in Nederland zijn de vrouwen zelfstandiger dan in Marokko. Ze hebben te maken met veel vooroordelen, als je je een beetje westers kleed dan vind men je al snel een hoer. Toch zijn vrouwen hier veel vrijer dan in Marokko en dat is een groot verschil!

Zijn er volgens jou grote verschillen tussen hier en Marokko, met betrekking tot de positie van vrouwen (normen en waarden)? Waarom wel/niet?
Vrouwen zijn hier veel vrijer en leven meer op een westerse manier, ze leven echt in een westerse samenleving! Veel mensen in Marokko beschouwen ze dan ook als Europeanen. Dit komt door je uiterlijk, maar ook door je denkwijze, je wordt toch heel erg beïnvloed door de Nederlandse waarden en normen.

Hoe zie jij je toekomst? (met betrekking tot je positie als vrouw in de samenleving)
Zahra denkt dat het moeilijk gaat worden voor haar omdat ze toch erg vernederlands is, ze heeft nu al te maken met vooroordelen, omdat ze zich toch ‘Nederlands’ gedraagt. Toch zit ze nu op de havo en hoopt ze later een goede baan te krijgen.

Hoe wordt er over het algemeen gedacht over vrouwenemancipatie (bijvoorbeeld werk en scholing) binnen de islamitische samenleving hier in Nederland? Verschilt dat erg met Marokko, zo ja, in welk opzicht?
In Marokko wordt in de lagere sociale klasse niet zo veel over gedacht, het wordt daar ook niet echt gestimuleerd. In Nederland is het wel geaccepteerd, maar men vind een geëmancipeerde Marokkaanse vrouw eerder een westerse vrouw dan een Marokkaanse. Daardoor wordt je niet echt meer geaccepteerd als Marokkaanse, en als je in Marokko bent keurt men het vaak af en vind men je ‘verwesterd’ in plaats van geëmancipeerd.

Wat is/zijn volgens jou (de) beperkende factor(en) bij dit probleem? Waar ligt het volgens jou aan?
Mensen in Marokko zijn best bekrompen volgens Zahra op het gebied van vrouwenemancipatie, ze zijn nog erg conservatief en in Nederland zijn die mannen vaak met die gedachte opgegroeid. Maar gelukkig begint er steeds meer acceptatie te komen van de 2e en 3e generatie Marokkanen.
Volgens Zahra ligt het probleem dus in de cultuur en de geldende normen en waarden.
Is er volgens jou sprake van stereotypering en vooroordelen vanuit de Nederlandse samenleving ten opzichte van de positie van de islamitische vrouwen? Zo ja, in welk opzicht? Kun je er voorbeelden van geven?
In Nederland heeft men volgens Zahra het volgende stereotype beeld van een Marokkaans meisje: Dit meisje is zedelijk, doet veel in het huishouden, bidt veel en houdt zich helemaal aan de regels, en wordt op haar 20e uitgehuwelijkt en is natuurlijk heel streng gelovig. Als je ze laat zien dat jij anders bent, dan denken ze dat je een uitzondering bent. Natuurlijk is het helemaal niet zo erg en zijn Marokkaanse meisjes helemaal niet zo als de stereotiep doet denken.

Nawoord:

Ik vond het echt erg interessant om dit werkstuk te maken. Ik ben er tijdens het maken van dit werkstuk achter gekomen dat veel van mijn denkbeelden over moslims, helemaal verkeerd waren. Ik dacht bijvoorbeeld dat de islam een vrouwonvriendelijke godsdienst was, maar dat is helemaal niet zo, veel islamitische culturen zijn echter wel vrouwonvriendelijk. Ook heb ik helderheid gekregen omtrent het wel of niet dragen van een hoofddoek.
Naar mijn mening is de islam een heel interessante godsdienst en ik vind het heel fijn dat ik door dit werkstuk de mogelijkheid heb gekregen om me daar een keer in te verdiepen.

Ik heb veel bewondering voor de islamitische vrouwen waarvan ik interviews heb gelezen, die hebben geprobeerd om te emanciperen en zijn daarin geslaagd, ook heb ik veel bewondering voor Carolien Marouf; zij in Nederlandse en is met een Egyptische man getrouwd. Ondanks haar feministische denkbeelden heeft zij zich tot de islam bekeerd en ik vind dat zij deze twee overtuigingen heel erg goed combineert.

Ook door mijn interviews met Dhr Rabbae en Zahra, heb ik veel geleerd, ik ben heel blij en trots dat ik de kans heb gehad om met een Tweede-Kamerlid over mijn probleemstelling te praten. Daardoor ben ik tot nieuwe inzichten gekomen en heb ik de problematiek aan de hand van duidelijke voorbeelden goed begrepen. De moraal van dit verhaal: Ik heb er wat van geleerd, ik hoop dat jij dat ook doet!

Literatuurlijst:

· Volkskrant magazine nummer 37, 13-5-2000, artikel: Een Hollandse islam, door Bas Mesters en Henk Müller.
· Artikel: Moslim èn feministe, door Ria Lavrijsen. Uit HN.
· Artikel: Toen de vrouw van onze profeet afwast, stopte hij sokken, door Malou van Hintum. Uit onzeWereld.
· Studie: Vrouwen, islam en ontwikkelingssamenwerking. (IIAV)
· NRC Handelsblad: Profiel Islam. December 1998.

Geen opmerkingen: