dinsdag 27 mei 2008
Werkstuk Economie: Beleggen & de euro
Inhoudsopgave
* voorwoord blz.
* de opdracht blz.
* de kleine belegger, algemene informatie blz.
* aandelen & obligaties blz.
* beginnen met beleggen blz.
* opties blz.
* de kleine belegger (opdracht) blz.
* korte uitleg Akzo nobel blz.
* korte uitleg Heineken blz.
* tabel aandeelkoersen + lijndiagrammen blz.
* jaarrendement blz.
* indexcijfers + staafdiagrammen blz.
* krantenknipsels AEX + AEX index blz.
* krantenknipsels beleggen/Akzo nobel/Heineken blz.
* index informatie bronnen beleggen blz.
* gezamenlijke Europese munt blz.
* mijn mening/ervaring vóór invoering blz.
* mijn mening/ervaring na invoering blz.
* wat is de euro blz
* waarom is de euro ingevoerd blz.
* hoe ziet de euro eruit blz.
* geschiedenis blz.
* de portemonnee blz.
* euro & beleggen blz.
* voordelen & nadelen blz.
* tijdbalk blz.
* enquête blz.
* intervieuws blz.
* uitgewerkte krantenartikelen blz.
* index informatie bronnen euro blz.
* nawoord/conclusie blz.
* overige krantenartikelen blz.
Voor economie moeten wij een eindwerkstuk maken. Dit jaar hebben wij een twee deelswerkstuk opgekregen met een verplicht onderwerp. Het eerste gedeelte gaat over beleggen, waarbij ik fictief ga beleggen en informatie geef over deze mogelijkheid van je geld gebruiken. Het tweede deel gaat over, hoe kan het ook anders, de euro. Hierbij geef ik algemene informatie over de euro. Ook worden meningen besproken en heb ik een aantal krantenartikelen uitgewerkt.
Ik heb enigszins wel met plezier aan dit werkstuk gewerkt. Werkstukken maken vind ik altijd wel leuk, omdat je dan veel gespecialiseerder bezig bent. Maar het onderwerp euro ben ik nu echt zat. Ik was het al zat, vanwege al die overvloedige informatie, en dan ook nog een werkstuk daarover!!! Maar ik heb het zo uitgebreid mogelijk geprobeerd uit te leggen, en informatieve onderwerpen aan bod laten komen. Ik heb alles alleen gedaan, op wat uitleg van de docent na dan, dus verder hoef ik geen bedankjes uit te spreken.
De bedoeling van dit werkstuk is om mijn punt op te halen, ik sta weliswaar een voldoende, maar het kan altijd beter.
Maar het aller belangrijkste doel van dit werkstuk is uiteindelijk meer duidelijkheid te krijgen over de onderwerpen, en dat is ook zeker gelukt. Want nu weet ik pas wat beleggen in houdt. Ik had er wel al eens van gehoord, en wist in grote lijnen ook wel wat het was. Maar wat al die benamingen enzo in hielden wist ik echt niet. Dat weet ik nu dus wel, en ik heb ook gezien hoe erg de koers kan schommelen. Van de euro wist ik al genoeg, dus daar ben ik door dit werkstuk niet veel wijzer op geworden. Alleen over de geschiedenis van het geld wist ik weinig. Ik heb ook behoorlijk veel artikelen over de euro kunnen vinden. Dat komt omdat de euro veel in de aandacht van de media heeft gestaan. Dat ik iedere dag de krant bij moest houden was het probleem niet, want die lees ik toch regelmatig. Maar als je er echt goed op gaat letten, dan zie je pas dat er bijna iedere dag wel iets over de euro in de krant staat.
Veel plezier met het lezen van mijn werkstuk!!
De kleine belegger (algemene informatie)
Beleggen is voor de meeste mensen niet meer dan een begrip. De meeste denken dat beleggen alleen voor de hoge zaken mensen is, maar niets is minder waar. Beleggen kan iedereen. Toch is er veel onduidelijkheid over beleggen. Wanneer kun je nu het beste kopen en verkopen, welke risico’s loop je, welke aandelen kun je het beste nemen, en hoe werkt het. Om mensen daarbij te helpen zijn er beleggingsfondsen opgezet.
Als het slecht gaat met de economie dan zullen de aandelen van het desbetreffende bedrijf ook dalen.
Beleggen durft niet iedereen, de meeste zijn bang hun geld te verliezen, want beleggen blijft uiteindelijk een kwestie van gokken. Maar het wordt de belegger nu zo makkelijk gemaakt, dat het risico vrijwel nihil is, omdat er voor jou wordt belegd door mensen die er verstand van hebben. Sommige mensen durven het dan alsnog niet aan, en houden het bij een spaarrekening. Dat is een veiligere optie, maar als je snel je geld wilt zien groeien, zul je risico’s moeten nemen. De rente die je bij een normale spaarrekening krijgt is ongeveer 3%, bij een beleggerrekening kan dat al tussen de 10% en 12 % liggen. Dat is dus een groot verschil.
Dat er risico’s aan beleggen zitten is voor de meeste mensen wel duidelijk. Het is ook verstandig als je pas gaat beleggen, als je zeker weet dat je het geld de komende 3 jaar niet nodig zult hebben. Omdat je van te voren niet weet met hoeveel geld je zult eindigen. De beurs beleefd goede tijden en slechte tijden. De laatste tijd is er regelmatig in het nieuws gesproken over het dalen van de aandelenkoersen als gevolg van bijvoorbeeld de 11 september ramp. De aanslag op het World Trade Centre, een belangrijk centrum van de Amerikaanse economie, heeft grote gevolgen gehad. Dat is duidelijk merkbaar op de beurzen in de hele wereld. Vooral de vliegtuigmaatschappijen hebben enorm geleden. De mensen zijn bang geworden om in het vliegtuig te stappen, waardoor de omzet van een vliegtuigmaatschappij daalt. Zo is bijvoorbeeld de Belgische vliegtuigmaatschappij Sabena failliet gegaan.
Ook KPN heeft het de laatste tijd moeilijk gehad. Er zijn 4800 mensen gedwongen ontslagen, omdat er voor het bedrijf een faillissement dreigde. Het aantal ontslagen is inmiddels nog maar 2800. Dit alles heeft gevolgen voor de aandelen in KPN, die nu bijna niets meer waard zijn.
Zo zijn er in het verleden ook extreme voorbeelden van goede en slechte situaties. Neem bijvoorbeeld Fokker, dat bedrijf is failliet gegaan, de aandelen zijn nu dus ook niks meer waard. Maar het kan ook extreem goed gaan, neem bijvoorbeeld Microsoft. Dit computerbedrijf is eind jaren 70 opgericht en is nu, ruim 30 jaar later het grootste computerbedrijf ter wereld, en de directeur (Bill Gates) is de rijkste man ter wereld. Hij dreigde zelfs in een monopoly positie terecht te komen. Omdat alleen zijn programma’s werkten op bepaalde anderen programma’s. Maar dat heeft de Amerikaanse regering kunnen voorkomen, door hem te verplichten delen af te staan. Als je dus aandelen in Microsoft zou hebben gehad, dan zouden die dus enorm zijn gestegen. Zelfs met meer dan 100%.
Wat zijn aandelen en obligaties?
Een aandeel is een stukje van een onderneming die je kunt kopen. Als iemand een aandeel koopt, dan gaat dat geld naar dat bedrijf, dus dan ben jij indirect een klein beetje eigenaar van dat bedrijf. De hoogte van het bedrag van het aandeel wordt de koers genoemd. Hoe meer vraag er naar een aandeel is, hoe hoger de koers zal zijn.
Als je een aandeel koopt dan krijg je een soort van beloning, zo’n beloning heet dividend. De hoogte van dat dividend is afhankelijk van hoeveel winst een bedrijf maakt. Dat houdt dus in dat jij ook een beetje meeprofiteert van de winst, en je hoeft géén belasting te betalen over de behaalde koerswinst. maar je hebt ook kans op eventueel verlies, dan daalt de vraag naar het aandeel, en dan zakt de koers. En als de koers minder is dan de prijs waarmee jij het aandeel kocht, en jij gaat je aandeel op dat moment verkopen, dan maak je dus verlies, dit heet koersverlies.
als je geen mede-eigenaar wilt worden van een bedrijf, maar wel geld wilt investeren, da kun je met een zogenaamde obligatie werken. Dan heb je dus als het ware een lening. Het risico dat zo iemand loopt, is dat het bedrijf in financiële moeilijkheden komt waardoor dat bedrijf zijn verplichtingen niet meer na kan komen. Bij een obligatie weet je van tevoren hoe lang de lening loopt en hoeveel rente je krijgt. Hierdoor ben je minder afhankelijk van de stijgingen en dalingen van de koersen.
Het komt ook voor dat bedrijven zelf of overheidsinstellingen obligaties uitgeven (staatslening).
Het lijkt een beetje op als sparen. De persoon met een obligatie krijgt een vaste rente. Het enige verschil is dat obligaties, net als aandelen, worden verhandeld op de beurs. En dat betekent dat je koerswinst kunt maken. Dus als de rente van een obligatie daalt, blijf je toch dezelfde rente houden als waarvoor je hem hebt gekocht. En dus kun je jou obligatie duurder verkopen.
Hoe begin je met beleggen?
Je kan niet zomaar zelf even op de beurs gaan beleggen. Om te voorkomen dat de beurs een grote chaos wordt, gelden er regels. Alle aankopen en verkopen zullen dus via de bank geregeld moeten worden. De bank stuurt het dan door naar de beurs. Voor het bemiddelen ontvangt de bank een vergoeding.
Voor de kleine, dus beginnende beleggers, heb je allereerst een beleggerrekening, oftewel een effectenrekening, nodig. Maar voordat je begint met het openen van zo’n rekening, is het verstandig om je eerst goed te laten informeren. Dan kun je bepaalden van welk bedrijf je aandelen wilt, en hoeveel je er wilt. Als het overeenkomt met je saldo, dan ben je in een korte tijd eigenaar van de aandelen.
Het is heel makkelijk, want ze beheerders van het beleggingsfonds houden alle economische ontwikkelingen voor jou bij, en ze weten precies wat invloed heeft op jou aandelen. Ze kunnen je ook adviseren hoe je het beste je geld kunt spreiden over de aandelen, zodat je minder risico loopt. Met andere woorden, zet niet al je geld op één aandeel.
Er zijn verschillende soorten beleggingsfondsen, en je eigen bijdrage verschilt dus ook per fonds. Als je lekker in je luie stoel via je telefoon wilt beleggen, dan neem je een beleggingsfonds met een uitgebreide service. Wil je zelf nauw betrokken zijn bij alle ontwikkelingen, dan neem je een fonds waarbij je zelf veel betrokken wordt.
Zelf kun je op elk moment van de dag de koers bijhouden. Je kunt het in de krant lezen, in de rubriek economie. Andere mogelijkheden zijn: mobiele telefoons (op aanvraag), internet, teletekst, RTL 5 Z-nieuws (speciale nieuwsuitzendingen m.b.t. de financiën).
Wat zijn opties?
Je kunt ook in opties gaan beleggen. Opties geeft een belegger het recht om tot een bepaalde datum, voor een bepaalde prijs, een bepaalde hoeveelheid aandelen te kopen of te verkopen. Er bestaan twee soorten opties, de zogenaamde callopties en putopties. Je kunt met opties handelen zonder dat je van plan bent om die aandelen echt te kopen of verkopen. Opties worden net als aandelen op de beurs verhandeld, de zogenaamde optiebeurs. De prijs van opties verschillen dus net zoals de prijs van aandelen, hoe meer vraag, hoe hoger de prijs.
De calloptie.
Stel dat je denkt dat een bepaald aandeel in waarde zal gaan stijgen, maar je wilt ze voor de zekerheid nog niet kopen. Dan kun je een calloptie kopen op dat aandeel. Een calloptie die je het recht geeft, om tot een bepaalde datum, een aantal van die aandelen te kopen voor de prijs die je er vandaag voor zou betalen. Je kunt dan dus in tot die desbetreffende datum een aantal van die aandelen kopen, voor de prijs zoals ze waren op de dag dat jij de calloptie nam. Je hebt dan als je ze direct weer verkoopt meteen een winst. Je kunt altijd als je een calloptie hebt, besluiten om het niet te kopen, namelijk als de koers helemaal niet gestegen is. Je hebt dan alleen de kosten van die calloptie zelf, namelijk de optiepremie. Maar die kosten zijn lang niet zo groot, dan het verlies dat je anders had gemaakt. Met een calloptie is je risico dus beperkt.
De putoptie.
De putoptie is precies het tegenovergestelde van een calloptie. Bij een putoptie heb je het recht om je aandelen tegen een bepaald bedrag, tot een bepaalde periode te verkopen. Je kunt een putoptie gebruiken om je aandelen tegen een mogelijke koers daling te beschermen. Als je aandelen inderdaad minder waard worden, dan kun je ze tegen die hogere koers verkopen, maar stijgt de waarde dan heb je dus voor niks die optiepremie betaald.
Je kunt het eigenlijk vergelijken met het kopen van een huis. Stel je hebt een mooi huis gezien dat je graag wilt kopen. Je weet alleen nog niet of je het geld op tijd kunt krijgen.
Je kunt dan naar de eigenaar gaan van dat huis, en vragen of je een optie op het huis kan nemen. Je spreekt dan bijvoorbeeld af dat je het huis kan kopen voor EUR 450.000. Je hebt 2 weken bedenktijd, als je niet reageert na de 2 weken, dan vervalt de optie en kan de eigenaar het huis aan iemand anders verkopen. Alleen zal de prijs van een huis niet zo snel en zoveel stijgen, maar als je geen optie neemt, heb je kans dat je later pech hebt, net als op de beurs.
Index bronnen:
www.belegger.nl
www.cvbbank.nl
www.wanadoo.nl
folders CVB-bank:
· overeenkomsten en voorwaarden CVB effectenlijn
· CVB effectenlijn, eenvoudig zelf beleggen
· Sparen en beleggen
· Reglement CVB beleggersgiro, en voorwaarden
De kleine belegger
In het eerste gedeelte van het werkstuk ga ik fictief beleggen. Dat houdt in dat ik denkbeeldig aandelen ga kopen, en de wijzigingen ga bijhouden. Ik heb op maandag 19 november 2001, voor € 100.000,= aan aandelen gekocht. Om het geld verspreid te houden heb ik voor € 50.000,= aandelen in Akzo nobel gekocht, en voor € 50.000,= aandelen in Heineken.
Dus ik ben nu, fictief gezien, in het bezit van 973 aandelen in Akzo nobel (€ 50.000 / € 51,35= 973,7098344693≈ 973), en van 1189 aandelen in Heineken (€ 50.000 / € 42,03= 1189,6264572924≈ 1189). Het bedrag waardoor ik heb gedeeld, is de slotkoers van die dag.
Een korte uitleg over Akzo nobel
Akzo nobel is een internationaal bedrijf dat onderzoek doet in de chemie/biologie. Het bedrijf heeft al verschillende namen van bekende medicijnen op zijn naam staan. Zoals het middel ter voorkoming van mond en klauw zeer. De laatste jaren is het bedrijf sterk uitgebreid, en het bedrijf heeft niet vaak in de negatieve publiciteit gestaan. Zelf ben ik op een van hun dochterbedrijven geweest, Intervet in boxmeer. Dat is vroeger opgestart door de eigenaar van Hendriks veevoeders. Intervet houdt zich voornamelijk bezig met het onderzoeken en ontwikkelen van medicijnen voor dieren. Intervet staat ook bekend om de goede zorg voor de proefdieren. Wereldwijd houdt Akzo nobel zich verder nog bezig met voornamelijk medicijnen onderzoek, en ontwikkelen. Niet alleen voor dieren, maar ook voor mensen. Er zijn grote verwachtingen van het bedrijf, omdat het internationaal een van de grootste bedrijven op dat gebied is. Dat is ook de belangrijkste reden waarom ik voor aandelen in Akzo nobel heb gekozen.
Een korte uitleg over Heineken
Bierbrouwerij Heineken is een van de succesvolste ondernemingen die Nederland de afgelopen periode gekend heeft. De brouwerij is altijd al een familie bedrijf geweest, maar sinds Freddy de eigenaar is, heeft de brouwerij gouden tijden gekend. De eigenaar, Freddy Heineken (die onlangs is overleden), was een van de machtigste en rijkste personen van Nederland. Hij bezat ongeveer 9,5 miljard gulden. De laatste maanden werd Freddy meer dan een keer getroffen door een hersenbloeding, maar uiteindelijk is hij gestorven aan een lichte longontsteking. Hij is op 3 januari 2002 gestorven in zijn huis in Noordwijk (Amsterdam 04-11-1923 / Noordwijk 03-01-1-2002). Nu hij dood is neemt zijn dochter Charlene de Carvalo het bedrijf over. Eigenlijk zou dat pas gebeuren in april nadat Freddy Heineken na 61 jaar zou vertrekken bij de brouwerij. Dat hij een van de machtigste personen was heeft het verleden maar al te goed bewezen. Rond 1948 waren er aandelen verkrijgbaar van Heineken. In 1952 ging het ineens bergafwaarts door de concurrentie van Amstel bier. In 1954 groeide het bedrijf weer beetje bij beetje op, door zijn succesvolle reclamecampagnes. Maar rond 1968 was de echte doorbraak. Het logo van Heineken veranderde, het kreeg een hele nieuwe look. Zo als hij zelf in die tijd zei, “groen staat chique, krachtig en betrouwbaar.”
Op woensdag 9 november 1983 is Freddy Heineken samen met zijn chauffeur ontvoerd. De ontvoering duurde 3 weken, waarbij een losgeld van 35 miljoen werd geëist. Naderhand is er nog 27 miljoen terug gevonden. Dit had toen een onzeker effect op de beurs.
Maar omdat Heineken steeds meer groeit, en een succesvolle onderneming is, heb ik ook voor aandelen in Heineken gekozen.
TABEL VERLOOP AANDEELKOERSEN.
AKZO NOBEL HEINEKEN
Slotkoers van 19-11 51,35 42,03
Slotkoers van 20-11 50,60 41,11
Slotkoers van 21-11 51,75 42,66
Slotkoers van 22-11 51,35 43,18
Slotkoers van 23-11 51,50 42,10
Slotkoers van 26-11 50,50 41,74
Slotkoers van 27-11 50,95 41,25
Slotkoers van 28-11 50,15 40,75
Slotkoers van 29-11 49,62 41,20
Slotkoers van 30-11 50,35 41,50
Slotkoers van 03-12 50,25 42,58
INDEXEN
AKZO NOBEL
19-11 100
20-11 98,5
21-11 100,8
22-11 100
23-11 100,3
26-11 98,3
27-11 99,2
28-11 97,7
29-11 96,6
30-11 98,1
03-12 97,9
HEINEKEN
19-11 100
20-11 97,8
21-11 101,5
22-11 102,7
23-11 100,2
26-11 99,3
27-11 98,1
28-11 97
29-11 98
30-11 98,7
03-12 101,3
BEREKENING EVENTUELE WINST/VERLIES
Akzo nobel
1e koers= 51,35 laatste koers= 50,25
50,25 – 51,35= -1,10 x (50.000 : 51,35= 973,7098345≈ ) 973= 1.70,30 (verlies)
Heineken
1e koers= 42,03 laatste koers= 42,58
42,58 – 42,03= 0,55 x (50.000 : 42,03= 1189,626457≈ ) 1189= 653,95 (winst)
è totaal winst/verlies:
1.070,30 (verlies) – 653,95 (winst)= € 1.724,25 verlies
JAARRENDEMENT
(Formule= 1,0R x/y 26 – 1)
Akzo nobel
(Index laatste dag - basis) 97,9 – 100= -2,1
Heineken
101,3 – 100= 1,3
è -2,1 + 1,3= -0,8 : 2= -0,4
Mijn mening en ervaring over de euro vóór de invoering.
Toen het idee over de euro kwam, interesseerde mij het niet zo veel. Totdat de definitieve beslissing viel. Maar het leek toen nog allemaal ver weg. Het zou nog een aantal jaar duren, dus daar maakte ik mij geen zorgen over. Maar nu is het al eind december 2001, en het is nog maar een paar dagen, voordat de euro komt. Je kunt merken dat het nu al stressen is bij de bedrijven en banken e.d., maar ook bij de mensen zelf. De euro komt steeds meer ter sprake. En iedereen probeert nog zijn kleingeld uit te geven. Dus zijn er nu al lange wachtrijen aan kassa’s, en hoe moet dat dan gaan als de euro er eenmaal is? Ook de media besteed er de volle aandacht aan. Er ontstaan nu al misverstanden vanwege de dubbelprijzen. Ik denk dat de invoering van de euro niet geheel vlekkeloos zal verlopen. Of beter gezegd, ik verwacht zelfs een complete chaos. Ik denk dat heel veel apparatuur niet zal werken, of niet goed. En dat er veel fraude wordt gepleegd bij automaten, zoals stuivers op elkaar plakken. Want dat geeft een gewicht, dat hetzelfde is als een muntje van de euro. Het is een beetje experimenteren welke munten daarbij werken. Er zullen ook nog vel discussies ontstaan aan de kassa’s. Want de klant vind dat hij te weinig terug krijgt, de winkelier vind van niet. Het moet nagerekend worden, de klant snapt het niet, en wordt boos of geïrriteerd. De rij aan de kassa wordt steeds groter, andere klanten raken geïrriteerd omdat het zo lang duurt. Winkelier raakt geïrriteerd omdat de klanten lastig zijn. En ga zo maar door. In het einde van dit jaar was het hele moeilijk om aan buitenlands geld te komen. Zo ben ik de 21e naar Londen gegaan, maar zonder Engels geld. Want ik kwam er te laat achter dat je dat 3 weken van te voren moest aan vragen. Dus moest ik maar pinnen in het buitenland, maar die extra kosten worden niet vergoed. Als de euro komt dan hoef je wel niet meer zo vaak te wisselen als je naar het buitenland gaat, tenzij je naar een land gaat waar ze geen euro hebben. En de prijzen worden vergelijkbaar. Maar de prijzen zullen ook worden verhoogd, en dan ook nog naar boven worden afgerond. In december en januari kun je ook geen bankzaken regelen, daar hebben wij een brief van gekregen. Omdat ze bang zijn dat het dan te druk wordt. Dus als je iets belangrijks moet doen, kun je pas in februari terecht. Alleen spoedgevallen worden behandeld. En als je nu in winkels komt, zie je steeds vaker affiches hangen dat ze extra personeel (oproepkrachten) nodig hebben. Dat dus om lange wachtrijen zoveel mogelijk te voorkomen. De reclame over de euro van de overheid is te verspreid. Eerst krijg je het een te horen en dan het ander. Vaak is de informatie ook onoverzichtelijk en onnuttig. Op ten duur gaat dat vervelen, en dan lees je die reclames niet meer. Ze hadden in een keer een pakket informatie over de euro moeten verstrekken. In veel kerstpakketten en voor veel kerstcadeau’s werden euro zakjes gebruikt. En wat ook al helemaal rot is, is dat bedrijven en winkels zelf mogen bepalen of ze euro’s aannemen of guldens. Want dan weet je niet meer waar je aan toe bent. Ik hoop dat als de euro een gigantische flop wordt, dat de euro terug ingevoerd wordt. Maar we kunnen er toch niks aan doen, de regering beslist.
Mijn mening en ervaring over de euro na de invoering.
Eigenlijk viel het allemaal best wel mee. Ik persoonlijk heb nauwelijks iets gemerkt. Ja, de kleinigheden wel, maar niet echt grote problemen. Maar Nederland was dan ook het land waar de invoering het soepelste is verlopen. Maar aangezien ik vrij vaak in Duitsland kom, heb ik zeker verschil gemerkt. Want in Duitsland deden erg veel automaten het niet, veel winkels hielden zich niet aan de regel van dubbel prijzen, en je kon ook merken dat er nogal stuntelig mee om werd gegaan. Hopelijk gaat Nederland binnenkort het voorbeeld van Finland volgen, en worden de 1 en 2 eurocenten afgeschaft. Die zijn echt heel irritant. Je portemonnee staat bol ervan, en dan zijn ook de briefjes nog niet eens van gelijk formaat. Maar wat wel leuk is, is om de buitenlandse euro’s te zien. Het is toch nieuwsgierigheid. Er stonden wel vaak lange wachtrijen aan de kassa’s, omdat het toch veel tellen is. er zou ook een wisselgeld tekort dreigen, maar dat viel uiteindelijk toch wel mee. Alleen het omreken is echt verschrikkelijk. Je hebt vaak helemaal niet door dat een euro meer dan twee keer zoveel waard is. het is echt opletten, en vooral als je geen rekenwonder bent. Wat ook te merken is, is dat de bankzaken trager verlopen als normaal, omdat er in het begin veel aandacht aan de euro werd besteed. Ook als je in de eerste dagen van januari wou pinnen, had je kans dat de automaten een beetje raar deden. Dan werd bijvoorbeeld je saldo in nog in guldens aangegeven, maar je kreeg euro’s. en het is ook nog een keer geweest dat je niet kleiner dan 50 euro kon pinnen. Want toen er nog guldens waren, kon je bij de kleinere banken niet kleiner dan 50 gulden pinnen (meestal), maar 50 euro is toch wel wat meer. En het is elders ook gebeurd dat als je 100 gulden storten, dat er dan 100 euro bijgeschreven werd, of juist andersom. Maar al met al is het soepel gegaan, op de kleine “schoonheidsfoutjes” na. Dus dat betekend dat de voorbereidingen goed waren.
De gezamenlijke Europese munt
Alle Europeanen hebben er inmiddels al kennis mee gemaakt, de euro. Een nieuwe munt voor 12 landen van europa. Eén betaalmiddel, in alle landen. In het volgende deel van het werkstuk ga ik de euro behandelen. De euro is zo’n belangrijk onderwerp, want iedere inwoner van een van die 12 landen moet er mee betalen. En dat is een hele omschakeling. Want de euro is van ons allemaal. Zo heeft de euro zijn positieve en negatieve kanten, waar ik ook uitgebreid op in zal gaan. Ik heb vanaf de datum dat het werkstuk is opgegeven het nieuws gevolgd, en ben ik op zoek gegaan naar informatie. Tot en met ongeveer 6 februari, want dan is de invoering van de euro waarschijnlijk niet zo actueel meer. Omdat dan de eventuele problemen en complicaties al opgelost zullen zijn.
In dit 2e deel van het werkstuk bevind zich informatie over de euro zelf. Dan zijn er nog krantenknipsels, en informatie folders e.d. Ik zal ongeveer 10 knipsels uitvoerig bespreken, en de rest zit er gewoon als extra bij, om te kunnen zien hoeveel de euro in de aandacht van de media is geweest. Bij de knipsels kun je negatief herkennen aan de rode kleur, en positief aan de blauwe kleur. En er zal een overzicht van de positieve en negatieve kanten van de euro inzitten. Mijn eigen mening, ervaring en conclusie over de euro. Een euro tijdbalk, met alle belangrijke gebeurtenissen. Een enquête van leeftijdsgenoten. En tot slot een samenvatting van 3 interviews met mensen van verschillende leeftijdscategorie.
Index informatie bronnen:
· Dagblad de Limburger
· De Gelderlander
· Brabants dagblad
· Spits
· Maas en Niers bode/ Grens en Maas
· Huis aan huis reclames
· Informatie foldertje Free Record Shop, station Nijmegen
· Informatie folder Edah Boxmeer
· Informatie folders CVB bank
· Informatie folders Rabobank
· Gratis informatie materiaal (besteld bij www.euro.nl)
· Diverse reclame sites (zoals msn, lycos, wanadoo enzo.)
· Tv gidsen
· Enkele tijdschriften
· RTL nieuws bulletins
· Stencils economie 3e leerjaar
· Informatie boekjes van het nationaal forum voor de introductie van de euro
· Internet zoekprogramma’s (zoals ilse.nl, msnzoeken.nl)
· Internet dossier volkskrant (www.volkskrant.nl)
· Internet dossier Trouw (www.trouw.nl)
· Internet dossier Telegraaf (www.telegraaf.nl)
· www.euro.nl
· www.scholieren.nl
· www.dnb.nl (de Nederlandse bank)
· www.microsoft.com/windows/euro.asp
· www.groenlinks.nl
· www.nrc.nl (NRC handelsblad)
· www.eurodusnie.nl (website van felle tegenstanders van de euro)
· www.ecb.int
· www.europa.eu.int
· www.eurofijndistributie.nl
· www.duisenberg.nl
Wat is de €uro?
De euro is een Europese munt waarmee je in 12 verschillende landen kunt betalen, zonder te wisselen. Het zijn 12 landen die meedoen aan de EMU (Economische en Monetaire Unie). De deelnemende landen van de euro zijn:
Duitsland, Ierland, Nederland, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg, Oostenrijk, Finland, België, Italië, Portugal, Spanje (het bekende DING FLOF BIBS, om de landen te onthouden). Griekenland is er later bij gekomen, want zij voldeed eerst niet aan de 4 criteria. Van de 15 lidstaten van de Europese Unie doen er drie (nog) niet mee aan de euro. Dat zijn Groot-Brittannië, Zweden en Denemarken. Ook Noorwegen en Zwiterland (geen lid van de unie, behoren wel tot europa) behouden hun eigen munteenheid. Te onthouden met de beginletters van het ezelsbruggetje: Zien De Euro Niet Zitten.
In het Verdrag van Maastricht zijn de convergentiecriteria vastgesteld, waaraan een land moet voldoen voordat het de euro mag invoeren. Dat zijn:
1. Een lage inflatie. Dit betekent dat de gemiddelde prijsstijging van de dagelijkse producten niet hoger mag zijn dan anderhalf procent boven het gemiddelde van de drie EU-landen met de laagste inflatie.
2. Een lage rente. De rente mag niet hoger zijn dan twee procent boven de rente van de drie EU-landen met de laagste inflatie.
3. Goede overheidsfinanciën. Het begrotingstekort moet lager zijn dan drie procent van het nationale inkomen tenzij:
*het tekort voortdurend aan het dalen is en inmiddels de grens van drie procent dicht heeft benaderd.
*er sprake is van een overschrijding van die criteria, die uitzonderlijk en van korte duur is, terwijl het tekort wel dichtbij de grens van drie procent blijft.
Ook moet de overheidsschuld lager zijn dan zestig procent van het nationale inkomen, of deze schuld moet redelijk snel weer richting de zestig procent gaan.
4. Een stabiele wisselkoers. Volgens het verdrag moet de wisselkoers twee jaar lang stabiel blijven. En moet binnen de regels van het wisselkoersstelsel van het Europees Monetair Stelsel (EMS) zijn gebleven.
Naast al deze vier dingen moet een land op tijd zijn Centrale-Bankwetgeving hebben aangepast.
De euro heeft een gelijke waarde, en is dezelfde munt. Met de komst van de euro zijn de grenzen van de Europese landen weer iets verder weg. De euro is het bewijs van het streven naar en grote natie (zoals de Verenigde Naties). Sinds 1 januari 1999 bestaat de girale euro. Twaalf van de vijftien lidstaten van de Europese Unie hebben op 1 januari 2002 afscheid genomen van hun eigen munt, en zijn over gegaan op de euro. Dat is niet zomaar besloten, daar is eerst een jarenlang proces aan vooraf gegaan. De overige drie lidstaten (Zweden, Denemarken en Groot-Brittanie) nemen, om hun eigen redenen, niet deel aan het euro project. Maar misschien sluiten zij zich in de toekomst alsnog aan, als de euro een succes blijkt te zijn.
De landen die niet meedoen, maar wel een van de lidstaten zijn hebben wel besloten deel te nemen aan het Nieuwe Europese Wisselkoersmechanisme, het zogeheten EMS-II.
Het EMS-II gaat gelden voor de landen die nog niet deelnemen aan de eenheidsmunt, maar dat op termijn niet uitsluiten. Om deel te nemen is in de toekomst een stabiele koers ten opzichte van de euro nodig. In het EMS-II worden daarover afspraken gemaakt.
De gulden wordt op ten duur afgeschaft. Het is niet zo dat je van de éné dag op de andere dag je niets meer kunt doen met je gulden. Je kan nog tot 28 februari 2002 met je gulden betalen, maar daarna niet meer. De wisselkoers van de euro tegenover de Nederlandse gulden is: 1 euro = f 2,20371. Net als de Nederlandse guldens, de Engelse ponden en de Amerikaanse dollars heeft de euro een eigen herkenningsteken. Dit is een C met twee dwarse streepjes, oftewel, de Griekse letter epsilon met een extra horizontaal streepje.
Elk deelnemend land krijgt 7 bankbiljetten van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro en munten van 1 en 2 euro en 1, 2, 5, 10, 20 en 50 euro cent. De bankbiljetten zien er overal hetzelfde uit. De euro munten hebben steeds een nationale zijde met een nationaal kenmerk, de andere zijde is in alle landen hetzelfde. Je kan dus ook een ‘buitenlandse’ euro krijgen, daar kan je ook in Nederland mee betalen. Het gaat nu om de waarde van de euro munt op zich. Uit welk land hij afkomstig is, is niet van belang. Als je in Frankrijk op vakantie bent en 1 euro moet betalen, mag dit best met 50 Belgische eurocenten, en 50 Oostenrijkse eurocenten. Zo behoudt ieder land toch nog een stukje individuele cultuur aan de munt.
De euro is sinds 1 januari 1999 de officiële munt in elf landen die meedoen met de EMU. Maar er kan dan nog niet chartaal mee betaald worden. Het zou gemakkelijker zijn als de euro gelijk was ingevoerd met de girale vorm. Maar banken, het bedrijfsleven en de overheid hebben langer de tijd nodig om hun administratie en computerprogramma’s om te schakelen. Ook de bevolking moet de tijd krijgen om te wennen aan de nieuwe munt. De productie euro munten en biljetten kost immers ook veel tijd. Op 1 januari 1999 waren er nog te weinig euro munten en biljetten om in omloop te brengen, daar was dus te weinig tijd voor geweest.
Waarom is de euro ingevoerd?
Met één munt op zak kan er straks in alle 12 eurolanden worden betaald. Makkelijk voor de toerist, maar vooral ook voor het bedrijfsleven. De belangrijkste reden voor de invoering van een Europese munt is dat er een einde moet komen aan de schommelende wisselkoersen. Dat is namelijk een probleem voor de internationale handel. Bedrijven kunnen zich verzekeren tegen koersrisico’s, maar dat kost geld. Omdat dat geld kost moeten dus ook de prijzen van producten hoger worden. Met de invoering van de euro zijn er geen wisselkoersen meer, en dus hoeven bedrijven zich niet meer te verzekeren. Dus zullen de prijzen daardoor niet ineens gaan stijgen.
Voor de handel is het goed als hun geldsoort belangrijk is op de wereldmarkt. Als een munt veel gebruikt wordt, is het een belangrijke munt. Net zoals de Amerikaanse Dollar, en de Japanse Yen. Als dus veel mensen gebruik gaan maken van de euro is dat positief voor de Europese economie.
Nederland heeft zich ook aangesloten bij de euro, omdat Nederland er baat bij heeft. Zo heeft Nederland baat bij alles wat met de internationale handel te maken heeft. Voor een land als Nederland biedt de euro grote voordelen. Van wat wij met elkaar maken (Bruto Nationaal Product) gaat 60 % naar het buitenland. Daarvan wordt ruim 70 % uitgevoerd naar lidstaten van de Europese Unie. Wij zijn dus heel sterk afhankelijk van het buitenland voor onze welvaart.
En voor bedrijven wordt het aantrekkelijker om in Europa te vestigen, vanwege de stabiele koersen. En daarvan profiteert iedere inwoner van Nederland. Uit een onderzoek blijkt dat 78% van de bevolking de euro aanvaardbaar vind. In het bedrijfsleven vond 94% de euro aanvaardbaar. Dus kan gezegd worden dat de “gewone” Nederlander er over het algemeen wel mee eens is dat de euro komt. En het bedrijfsleven dus helemaal wel.
De euro is dus voornamelijk voor de bedrijven het voordeligst. Want die hebben het meeste last van de wisselende koersen. Zo had bijvoorbeeld de Noord-Europese auto-industrie, in 1992, er veel last van. Door de waardevermindering van de Italiaanse munt werden bepaalde merken auto’s goedkoper ten opzichte van andere.
Voor de invoering is er bij de bedrijven van te voren een hele voorbereiding aan vooraf gegaan. De meeste bedrijven hebben vooraf een stappenplan ontwikkelt. In dit stappenplan staat wanneer ze wat moeten doen. De bedrijven kunnen ook een soort eurotest doen, die ze kunnen bestellen, daarbij zijn de volgende vragen van belang:
Ø Importeren en exporteren wij in verschillende valuta?
Ø Maken wij regelmatig gebruik van Europese banktransacties?
Ø Zijn onze afnemers voornamelijk eindgebruikers?
Ø Maken wij veel gebruik van de prijsverschillen binnen de Europese Unie?
Ø Kunnen onze IT-systemen bedragen met meer dan 2 decimalen verwerken?
Bij de antwoorden komt een bepaalde score uit, als die score berekend is, komt er de volgende uitslag uit:
Score 0: Uiterlijk vanaf 1-1-2002 beïnvloedt de euro uw bedrijfsproces. Zorg ervoor dat uw organisatie vanaf deze datum klaar is voor de girale en chartale euro.
1-9: Tussen 1-1-1999 en 1-1-2002 zullen er zich steeds meer veranderingen in uw bedrijfsproces voordoen door de komst van de euro. Dit brengt vele aanpassingen met zich mee. Tref tijdig uw voorbereidingen!
10-18: Al vanaf 1-1-1999 zal de komst van de euro belangrijke veranderingen voor uw bedrijfsproces hebben. Zorg ervoor dat u klaar bent met uw voorbereidingen en aanpassingen op 1-1-1999.
Voor de gewone burgers heeft het ook voordelen. Als ze op vakantie gaan, in een van de landen, hoeven ze geen rekening te houden met geld wisselen. En ze hoeven hun gedachtes in het buitenland niet meer om te zetten, want het is hetzelfde. Men hoeft niet meer om te rekenen, en niet meer te wisselen. Ze kunnen nu ook de prijzen vergelijken met andere landen, en daardoor zullen de prijzen niet snel gaan stijgen, en dus bevorderd dat uiteindelijk de koopkracht.
De invoering van de euro brengt op korte termijn extra kosten met zich mee, maar op lange termijn zal de euro waarschijnlijk meer voordelen bieden voor onze economie. Vooral de invoering van de euro op zich zal het meest gaan kosten. Het veranderen van geld automaten, parkeermeters en andere apparaten, kassasystemen enz. Dat zijn allemaal eenmalige kosten. Volgens een onderzoek van de Nederlandse bank worden de kosten van het bedrijfsleven geschat op ongeveer 5 miljard gulden. Deze kosten worden uiteindelijk wel aan de consument doorberekent. Maar een goede investering zal lonen op ten duur. En de overheid heeft het volle vertrouwen in de euro. Overigens wil Nederland de periode dat met zowel de euro als de gulden kan worden betaald zo kort mogelijk houden, waarschijnlijk maar een maand. Dat is overzichtelijker voor de consument en het bedrijfsleven. Als het aan de detailhandel ligt, dan duurt de overgangstijd nog veel korter. Om te voorkomen dat winkeliers een maand lang twee kassa’s er op na houden (voor guldens en euro’s) wil de detailhandel de euro binnen 1 dag invoeren. Maar dat is praktisch gezien onhaalbaar.
Maar de vraag blijft alleen of alle Euro-landen wel toe zijn aan een gezamenlijke munt?
Vooral op economisch gebied gezien dan. Maar als er nooit verandering komt, zul men het nooit te weten komen. Maar de toekomst zal ons het bewijzen.
Hoe ziet de euro eruit?
De euro bankbiljetten hebben geen nationale kenmerken maar zijn ontworpen door de oostenrijker Robert Kalina. Het thema van zijn ontwerp is ‘Tijdperken en stijlen van Europa.’ De biljetten bevatten drie onderwerpen: vensters, poorten en bruggen. Zij stellen geen bestaande monumenten voor. De vensters en poorten staan symbool voor gastvrijheid, en samenwerking van Europa. De brug staat symbool voor een verlagende drempel van de samenwerking, dat dat soepeler moet gaan verlopen. En om verschillen in bijv. cultuur een geheel te laten worden. Het schijnt zelfs zo te zijn dat bruggen uit verschillende tijdperken afkomstig is. De twaalf sterren van de Europese Unie verwijzen naar de dynamiek en harmonie van Europa. Er staat ook nog een kaart van Europa afgebeeld. En het © - teken geeft aan dat het auteursrecht is beschermd. Verder staat er op de biljetten de afkorting van de Europese Centrale Bank in de vijf varianten – BCE, ECB, EZB, EKT, EKP – die in de elf officiële talen van de Europese Gemeenschap worden gebruikt, de handtekening van Willem F. Duisenberg, President van de Europese Centrale Bank, en de naam van de munteenheid geschreven zowel in het Latijnse als het Griekse alfabet.
Wat ook nieuw is, is dat de biljetten verschillend van grootte zijn. Hoe hoger de waarde, hoe groter het biljet. Veel mensen vinden de euro biljetten op Monopoly geld lijken, en het zo aanvoelen. En sommige zijn ook van mening, dat de euro munten op speelmuntjes van Lego lijken.
De biljetten zijn ook makkelijk te herkennen voor blinden en slechtzienden. Het papier is gemaakt van katoenvezels, en voelbare verschillen van dikte en de folie. Dus er is met iedereen rekening gehouden.
Afmeting en kleuren van de biljetten:
Waarde Kleur Lengte (mm) Breedte (mm)
€ 5 grijs 120 62
€ 10 rood 127 67
€ 20 blauw 133 72
€ 50 oranje 140 77
€ 100 groen 147 82
€ 200 geel 153 82
€ 500 paars 160 82
De Belg Luc Luycx ontwierp de Europese zijde van de munt. Op de Europese zijde van de muntstukken is een kaart van de Europese Unie afgebeeld tegen een achtergrond van dwarslijnen waaraan de sterren van de Europese vlag zijn bevestigd. De munten van 1, 2 en 5 cent leggen de nadruk op de plaats van Europa in de wereld, terwijl de munten van 10, 20 en 50 cent de Unie voorstellen als een verzameling naties. Op de muntstukken van 1 en 2 euro wordt Europa zonder grenzen voorgesteld. De definitieve ontwerpen werden in juni 1997 goedgekeurd tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad te Amsterdam.
De nationale zijde van de munt verschilt van land. Er komen dus van elke euromunt 11 soorten, die in het gehele euro gebied geldig zijn. Bruna Ninaber van Eyben ontwierp de nationale zijde van de Nederlandse euro munt, waar Koningin Beatrix op staat. Hij heeft enkele jaren geleden ook het portret van de koningin ontworpen dat nu op de gulden staat. Op de rand van de 2 euro munt komt in Nederland net als nu op de gulden, de rijksdaalder en de 5 euro munt de tekst ‘God zij met ons’.
Afmeting, kleur, gewicht, rand en het materiaal van de munten.
Waarde Kleur Doorsnee (mm) Dikte
(mm) Gewicht
(gr) Rand
€ 0,01 roodachtig 16,25 1,36 2,3 glad, gemaakt van staal en een laagje koper
€ 0,02 roodachtig 18,75 1,36 3,0 glad met groef, gemaakt van staal en een laagje koper
€ 0,05 roodachtig 21,75 1,36 3,9 glad, gemaakt van staal en een laagje koper
€ 0,10 geelachtig 19,75 1,51 4,1 grove kartels, een menging van 89% koper, 5% aluminium, 5% zink en 1% tin
€ 0,20 geelachtig 22,25 1,63 5,7 glad met inkepingen, een menging van 89% koper, 5% aluminium, 5% zink en 1% tin
€ 0,50 geelachtig 24,25 1,69 7,0 grove kartels, een menging van 89% koper, 5% aluminium, 5% zink en 1% tin
€ 1,00 grijs/gele rand 23,25 2,125 7,5 onderbroken kartels
€ 2,00 geel/grijze rand 25,75 1,95 8,5 fijne kartel
Alleen de munten van 1 en 2 euro bevatten nikkel.
Er zijn ook een aantal echtheidskenmerken. Voor alle biljetten is dat; het watermerk. Als de bankbiljetten tegen het licht worden gehouden, wordt een watermerk zichtbaar. Het watermerk heeft lichtere tinten en donkerde tinten dan het papier. Het watermerk bestaat uit een afbeelding, en de waarde van het biljet in cijfers. Er bevind zich ook een zogenaamde veiligheidsdraad in het biljet. In het licht wordt de draad aan de linkerzijde zichtbaar. Het is een donkere, verticale draad.
De biljetten van 5, 10 en 20 euro hebben ook individuele kenmerken. Als het biljet schuin gehouden wordt, dan bevind zich rechts aan de voorzijde in een glanzende ,,hologrambaan”, het eurosymbool en de waarde van het biljet. In de biljetten bevind zich ook een iriserende baan. Dat is een glanzende, regenboogachtige baan op de achterkant.
De kleur ervan veranderd als men het biljet in het licht heen en weer beweegt.
De biljetten van 50, 100, 200 en 500 euro hebben ook specifieke kenmerken. Ze hebben een zegelvormig folie met hologram. Dat wordt zichtbaar als men het biljet schuin gehouden wordt, en dan aan de rechterkant aan de voorzijde kijkt. De biljetten bevatten ook nog optisch variabele inkt. Als het biljet in het licht heen en weer bewogen wordt, dan is te zien dat aan de achterzijde, rechtsonder de kleur van de cijfers verandert van paars naar olijfgroen/bruin.
In Nederland zijn er nu 380 miljoen bankbiljetten in omloop.Die moeten allemaal worden vervangen. Er zijn 3 miljard euromunten nodig. In totaal moeten er meer dan 60 miljard munten en 9 miljard bankbiljetten vervangen worden in heel Europa. Het slaan van munten en drukken van biljetten duurt ongeveer 3 jaar. De meeste landen zijn begonnen met slaan of drukken,aan het eind van 1998 of aan het begin van 1999. In 2001 waren ze ongeveer helemaal klaar met het drukken en slaan in de voorbereiding.
De drukkerijen die nu de nationale bankbiljetten produceren, doen ook de productie van de euro. In Nederland is dat Johan Enschede in Haarlem. De productie van de nationale munten gebeurt door de munthuizen in de EU-landen. Daar zullen ze ook de euromunten produceren. In Nederland wordt dat De Nederlandse Munt in Utrecht geslagen. Ze worden vanaf 1999 door de Nederlandse Bank opgeslagen in Lelystad. De eurobankbiljetten worden opgeslagen in kluizen van de Nederlands Bank in Amsterdam.
GESCHIEDENIS VAN DE GULDEN
Keizer Karel V, ook wel de vader van de Nederlandse gulden genoemd. Hij wilde in 1544 meer dan nog een munt erbij. De gulden moest het betaalmiddel worden van een nieuw Europees rijk, het zou hem wel lukken, zoals het voorbeeld van Keizer Karel de Grote.
Als Karel V wil maar een ding, namelijk één rijk, één vorst, één godsdienst. Maar uiteindelijk valt het rijk in twee delen uiteen. De keizerskroon van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie gaat naar zijn broer Ferdinand, Spanje en de Nederlandse gewesten naar zijn zoon Philips.
Philips II krijgt in zijn erfenis van zijn vader ook de gulden. Die toen een regionale munt was, zoals er al zoveel andere waren in die tijd. Een nieuwe gezamenlijke munt, de euro, zou bijna vijf eeuwen op zich laten wachten. Maar dat was wel het doel.
Karel V voerde in 1521 een nieuw muntstelsel in. Hij komt met een gouden Karolus-gulden. Later volgt de zilveren gulden. Dat gebeurt nadat de keizer zijn macht definitief had gekregen over alle Nederlandse gewesten.
In Nederland gaat het politiek mis door de opstand tegen Philips. De mensen vonden dat ze op een te ,,Spaanse” behandeld werden. Maar toch blijft de gulden nog bestaan. Tot in het einde van de 17e eeuw zijn in Nederland, en de toen toebehorende landen, guldens in omloop, waaronder een zilveren statengulden met de afbeelding van de Nederlandse Maagd.
De keuze van Karel V voor de gulden als betaalmiddel is niet vreemd. In Italië was in 1252 ook al één munteenheid. De eerste munten met een lelie erop en de aanduiding Florentine (of te wel Florijn). Daarvan komt de gulden aan zijn afkorting f. of fl. Alleen in de Zuid-Europese streken, heet de gulden nu nog Florijn. En daar begon het echte ontstaan van de nu nog bekende Nederlandse gulden.
De eerste gouden gulden werd geslagen door hertog Jan III van Brabant in 1325, al snel gevolgd door de Hollandse graaf Albrecht van Beieren.
Pas na de stiching van het Koninkrijk der Nederlanden, na de Franse tijd, wordt de gulden weer actueel. In 1816 komen er guldens met de eerste Oranjevorst erop. Deze Willem I-guldens vormen een begin van een sterke nationale munt, onder toezicht van "de hoeder van de gulden", De Nederlandse Bank.
Door de gulden is Nederland in de 17e eeuw een machtig en welvarend land geworden. De gouden eeuw dankt zijn welvaart aan de komst van de gulden.
In het begin van de vorige eeuw verloor de guldenmunt zijn (metaal)waarde. Die zakte onder de vastgestelde waarde, dus de waarde die erop stond. Papiergeld (bankbiljetten) werd als wettig betaalmiddel gebruikt. Pas in 1936 kwam de regering tot inkeer. Onze handelspositie was door de gulden ineens zo aangetast dat er maatregelen moesten komen. De gulden werd goedkoper en onze producten dus ook. Te laat want 'de crisis' had de samenleving al enorme schade aangericht. Sindsdien is de waarde van de gulden alleen maar omlaag gegaan. Tot in 1983, toen werd de gulden werd gekoppeld aan de Duitse mark, en daarmee was de gulden weer (samen met de Duitse mark) een van de sterkste munten van de wereld.
Nu de gulden verdwenen is, betekent dat het definitieve einde van een typisch Europese munt, die net de leeftijd van 750 jaar heeft gehaald. Alleen door ons koloniale verleden blijft de naam bestaan op de Nederlandse Antillen en in Suriname, als de geschiedenis van de gulden.
GESCHIEDENIS VAN DE EUROPESE UNIE
Robert Schuman was de persoon die, op 9 mei 1950, met het idee kwam van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Het plan is doorgezet en het werd ondertekend met het Verdrag van Parijs in april 1951. Schuman had zich daarbij laten leiden door een idee van Jean Monnet, het idee was om Europa op te bouwen zoals een metselaar een huis bouwt: steen voor steen. Zes landen deden mee: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. De EGKS krijgt een zogenaamde Parlementaire Vergadering, die in september 1952 voor het eerst in Straatsburg bijeenkomt.
De zes landen ondertekenen, op 25 maart 1957, de Verdragen van Rome, waaruit de EEG (Europese Economische Gemeenschap) ontstaat. Het Europees Parlement telt dan 142 leden.
In januari 1973 sluiten Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk zich ook aan. Het aantal Europese parlementsleden stijgt tot 198.
In januari 1981 komt er als 10de land Griekenland bij. Daarmee wordt het Europees Parlement uitgebreid tot 434 leden. In januari 1986 komen Spanje en Portugal er ook bij. Het Europees Parlement is hiermee uitgebreid tot 518 leden.
In 1986 wordt er een nieuwe Europese akte opgesteld. De nieuwe akte moet een verbetering van de werkwijze van instellingen zijn, en er wordt op wetgevingsgebied een samenwerking geregeld. In dit nieuwe verdrag wordt ook afgesproken dat de landen uiterlijk op 31 december 1992 een vrije markt tot stand zullen brengen.
In november 1990 is de 1ste bijeenkomst in Rome met de twaalf nationale parlementen.
In december 1991 is de bijeenkomst van de Europese Raad in Maastricht. Tijdens die bijeenkomst wordt er besloten de Europese Unie op te richten.
In februari 1992 wordt het verdrag voor de Europese Unie in Maastricht ondertekend. En in november 1993 wordt de Europese Unie in werking gesteld.
Op 1 januari 1995 treden Oostenrijk, Finland en Zweden ook toe tot de EU. Het Parlement telt nu inmiddels 626 leden.
En dan schrijven we op 1 januari 2002 weer een stukje geschiedenis, de komst van de euro.
Voor het eerst een betaalmiddel in eigen handen.
De portemonnee, hoe zit het daar mee?
Iedereen denkt dat met de komst van de euro zijn of haar koopkracht zal dalen. Dat gebeurd ook, maar zeker niet in zulke erge maten als door de sommige wordt verwacht.
Doordat de euro bedragen worden afgerond op mooie helen getallen (winkelier doet dat uiteraard in zijn voordeel), zullen de prijzen lichtelijk stijgen. Maar de er zullen zeker looncompensaties komen. Dan heeft de burger maar tijdelijk last van de prijsverhogingen.
Op 1 januari 1999 toen de euro de officiële munt van de EMU landen werd heeft men ook gekeken hoeveel de euro precies waard is. Vergleken met de Nederlandse gulden is de euro 2,20371 gulden waard. Dit getal is heel precies bepaald omdat je anders problemen krijgt. Want als je bijvoorbeeld 10 keer f 2,20 doet heb je een bedrag van f 22,00 terwijl 10 euro officieel f 22,04 is. Dit maakt niet zo veel uit, maar als je bedragen krijgt zoals een miljoen euro wordt het anders. 1.000.000 keer f 2,20 is f 2.200.000,00. Als je dit officieel doet moet het 1.000.000 keer f 2.20371 zijn. Dan is de uitkomst ineens bijna f 4000,- hoger. Vandaar dat ze dus hebben besloten dat de waarde van de euro heel precies moet worden vastgelegd.
De waarde van de gezamenlijke munt is gekoppeld aan de waarde van de ecu, de European Currency Unit die alleen op papier bestaat. De waarde van de ecu is de optelsom van de waarde van twaalf Europese munten. Ook het Engelse pond, de Deense kroon en de Griekse drachme telden mee, hoewel die munten niet meedoen aan de euro. Een daling van het bijvoorbeeld Britse pond zou ook de ecu minder waard maken. Als gevolg daarvan zou ook de euro bij de start weer minder waard zijn.
De waarde van de euro:
Nederland NLG 1 euro = 2,20371 Nederlandse gulden
België BEF 1 euro = 40,3399 Belgische frank
Duitsland DEM 1 euro = 1,95583 Duitse mark
Finland FIM 1 euro = 5,94573 Finse mark
Frankrijk FRF 1 euro = 6,55957 Franse frank
Ierland IEP 1 euro = 0,787564 Ierse pond
Italië ITL 1 euro = 1936,27 Italiaanse lire
Luxemburg LUF 1 euro = 40,3399 Luxemburgse frank
Oostenrijk ATS 1 euro = 13,7603 Oostenrijkse schilling
Portugal PTE 1 euro = 200,482 Portugese escudo
Spanje ESP 1 euro = 166,386 Spaanse peseta
In principe blijft de geldcirculatie hetzelfde, ook na de euro. Want de Nederlandse Bank moet er voor zorgen dat het aantal biljetten dat in omloop is hetzelfde blijft. Anders hebben de mensen geen aanzien voor het geld meer. De oude biljetten worden vernietigd, en er wordt een gelijk aantal nieuwe biljetten aangemaakt. Dit gebeurd nu dus ook met de euro. Alleen zal dat veel meer tijd kosten, omdat het niet gelijkmatig verloopt. Maar ze hebben er wel al lang de tijd voor gehad.
De euro en beleggen
Het eerste deel van het werkstuk gaat over beleggen. Maar hoe zit het nu met de komst van de euro in combinatie met beleggen?
Omdat de beurzen in de elf eurolanden per 1 januari 1999 zijn overgegaan op de euro, is het beleggen makkelijker geworden, en ook om buiten Nederland te beleggen. Ook zal de concurrentie van de beurzen in europa stijgen, en dat kan verschillende invloeden hebben.
En de beurzen die niet tot die landen behoren hebben activiteiten deels in eigen valuta, en deels in de euro. Sommige mensen zijn bang voor een complete fusie tussen de beurzen, maar dat zal zeker niet gebeuren. Beurzen blijven concurreren, maar toch is er een hechte samenwerking op gebied wat mogelijk is.
Voordelen van de euro
De belangrijkste voordelen en nadelen zijn al genoemd, maar hier nog eens samengevoegd, om het overzichtelijker te maken.
· wisselkoersrisico verdwijnt.
· Lage infaltie
· Sterke wereldmunt (in wereldhandel)
· Betere vergelijking prijzen
· Nieuws voor verzamelaars
· Uiteindelijk meer werkgelegenheid
· Stijgende welvaart
· Goede samenwerking/eenwording (“samen sta je strek”)
· Een grote markt
· Arm/rijk beeld verdwijnt
Nadelen van de euro
Hier nog even alle nadelen van de euro op een rijtje:
· veel investering
· wennen
· gevoel van vaderlandsliefde bedreigd
· daling koopkracht
Enquête
Vragen van de enquête (leeftijd categorie van ong. 15 t/m 20):
Voor mijn werkstuk over de euro heb ik een kleine enquête opgesteld. Dat zijn een aantal meningvragen, waar u multipel choice antwoorden op kunt geven. Ik wil u vragen of u het eerlijk in wilt vullen, en het dan naar mij terug wilt sturen. Als u geen antwoord op de vraag weet, vul dan neutraal in (oftewel geen mening). Zodat ik een gelijk percentage van antwoorden krijg. Verder kunt u op het laatst een kleine opmerking kwijt over het onderwerp, maar maak dat niet te lang. Liefst niet meer dan 100 woorden. De antwoorden kunt u weergeven door achter de vraag het cijfer van het desbetreffende antwoord te zetten.
Bij voorbaat hartelijk dank voor uw medewerking.
DE GEZAMENLIJJKE EUROPESE MUNT
1. Wat voor gevolgen heeft de euro voor u persoonlijk als burger?
00. het is gunstig voor mij
01. het is ongunstig voor mij
100. ik heb geen idee of het gunstig is als burger zijnde
2. Denkt u dat de euro de eenheid in Europa bevorderd?
02. ja, ik denk dat het de eenheid bevorderd
03. nee, ik denk niet dat het de eenheid bevorderd
100. ik weet niet of het de eenheid bevorderd
3. Denkt u dat de euro meer voordelen biedt dan nadelen?
04. ja, ik denk dat de euro meer voordelen biedt dan nadelen
05. nee, ik denk niet dat de euro meer voordelen biedt dan nadelen
100. ik weet niet of de euro meer voordelen biedt dan nadelen
4. Welke afbeelding had u het liefst gezien op de euro?
06. de Nederlandse leeuw
07. het koninklijk huis
08. een teken van een natuurreservaat hier in Nederland
09. Erasmus
10. een traditioneel teken (bijv. klomp, kaas, molen, tulp)
11. Martinitoren
12. alle landen een zelfde Europese teken
13. ik vind het teken van Beatrix zo goed
100. geen mening
5. Denkt u dat de euro een sterke munt wordt in strijdt met de Dollar en de Yen?
14. ja, ik denk dat de euro een sterke munt zal worden in strijdt met de
Dollar en de Yen
15. nee, ik denk niet dat de euro een sterke munt zal worden in strijdt met
de Dollar en de Yen
100. ik heb geen idee
6. Denkt u dat door de komst van de euro Europa een evenbeeld gaat worden van Amerika? Zo ja, heeft u daar problemen mee?
16. ja, ik denk dat Europa door de komst van de euro een evenbeeld wordt
van Amerika, en daar heb ik WEL problemen mee
17. ja, ik denk dat Europa door de komst van de Euro een evenbeeld wordt
van Amerika, en daar heb ik GEEN problemen mee
18. nee, ik denk niet dat Europa een evenbeeld wordt van Amerika
100. geen mening
7. Vind u dat de 1 euro centen en de 2 euro centen moeten worden afgeschaft?
19. ja, ik vind dat beide euro centen moeten worden afgeschaft
20. ik vind dat ALLÉÉN de 1 euro cent moet worden afgeschaft
21. nee, ik vind dat beide euro centen moeten blijven
100. geen mening
8. Vind u dat er met de komst van de euro een stukje cultuur van elk deelnemend land als individu verloren is gegaan?
22. ja, ik vind dat er een stukje cultuur verloren is gegaan
23. nee, ik vind niet dat er een stukje cultuur verloren is gegaan
24. ik vind de economie belangrijker dan de cultuur
100. geen mening
9. Vind u dat als de economie niet stabiel blijft, of dat als de euro alsnog een
gigantische flop blijkt te worden, de gulden terug ingevoerd moet worden?
25. ja, ik vind dat de gulden in zo’n situatie heringevoerd moet worden
26 nee, ik vind niet dat de gulden in zo’n situatie terug ingevoerd moet
worden
100. geen mening
10. Hebt u vertrouwen in de nieuwe Europese munt?
27. ja, ik heb vertrouwen in de euro
28. nee, ik heb geen vertrouwen in de euro
100. geen mening
11.Vind u dat de invoering van de euro in ons land goed is verlopen, en dat u voldoende geïnformeerd bent?
29. ja, ik vind de invoering goed verlopen, ik ben voldoende geïnformeerd
30. ja, ik vind de invoering goed verlopen, maar ik ben niet voldoende
geïnformeerd
31. nee, ik vind de invoering niet goed verlopen, en ik ben niet voldoende
geïnformeerd
32. nee, ik vind de invoering niet goed verlopen, maar ik ben wel
voldoende geïnformeerd
100. geen mening
UITSLAG
Wat voor gevolgen heeft de euro voor u persoonlijk als burger?
Daar antwoorden 40% dat ze het niet wisten, 50% vind het wel gunstig, en 10% vind het niet gunstig.
Denkt u dat de euro de eenheid in Europa bevorderd?
70% vind dat wel, 10% vind dat niet en 20% heeft daar geen mening over.
Denkt u dat de euro meer voordelen biedt dan nadelen?
Daar antwoorden 70% dat ze dat wel vinden, en de overige 30% vind van niet.
Welke afbeelding had u het liefst gezien op de euro?
30% had het liefst de Nederlandse leeuw gezien, 20% had liever een traditioneel teken gehad, en nog een 20% vind de afbeelding van Beatrix wel goed, 10% had liever een teken van een natuurreservaat gehad, 10% wou dat alle landen allebei de zijdes gelijk hadden, en de laatste 10% heeft hier geen mening over.
Denkt u dat de euro een sterke munt wordt in strijdt met de Dollar en de Yen?
Bij deze vraag denkt de helft dat de euro wel een sterke munt wordt, 30% denkt dat van niet, en 20% weet het niet.
Denkt u dat door de komst van de euro Europa een evenbeeld gaat worden van Amerika? Zo ja, heeft u daar problemen mee?
20% vind dat van wel, en heeft daar enigszins wel problemen mee, 20% vind ook van wel, maar heeft daar geen problemen mee, 30% vind dat van niet, en 30% weet dat niet.
Vind u dat de 1 euro centen en de 2 euro centen moeten worden afgeschaft?
Hier antwoorden 40% dat beide munten mogen verdwijnen, een gelijk aantal, dus 40%, vind dat alleen de 1 eurocent weg moet, en 20% heeft er geen bezwaar tegen als beide munten blijven.
Vind u dat er met de komst van de euro een stukje cultuur van elk deelnemend land als individu verloren is gegaan?
De helft vind dat er wel een stukje cultuur verloren is gegaan, 10% vind dat dat wel meevalt, nog een groep van 10% vind dat de economie belangrijker is, en 30% heeft daar geen mening over.
Vind u dat als de economie niet stabiel blijft, of dat als de euro alsnog een
gigantische flop blijkt te worden, de gulden terug ingevoerd moet worden?
Een groep van 30% vind dat de gulden dan terug moet komen, 60% vind dat dat niet kan, en 10% heeft daar geen mening over.
Hebt u vertrouwen in de nieuwe Europese munt?
De helft heeft vertrouwen in de nieuwe munt, 10% heeft juist géén vertrouwen in de munt, en 40% weet dat nog niet.
Vind u dat de invoering van de euro in ons land goed is verlopen, en dat u voldoende geïnformeerd bent?
80% vind dat de invoering goed is verlopen, en dat ze goed zijn geïnformeerd, 10% vind de invoering wel goed verlopen, maar dat ze niet goed zijn geïnformeerd. En 10% heeft daar geen mening over.
DE CONCLUSIE
Wat we uit deze enquête kunnen concluderen is, dat de meeste mensen wel positief zijn over de euro en alles er rond om heen. Er zijn wel een aantal kleinigheden wat aangepast had kunnen worden. Een enkeling was niet zo enthousiast over de euro. Wat ook opvalt is dat de meeste het, als het ware, over zich heen laten komen, het verhaal er rond om heen interesseert hen weinig. Waarschijnlijk omdat ze er zelf niet direct mee te maken hebben, want wat maakt het voor hun uit of we nu een evenbeeld van Amerika vormen, en of de euro een sterke munt wordt ten opzichte van de dollar en de yen.
Euro tijdbalk
· 1957
De EEG (Europese Economische Gemeenschap) wordt opgericht.
· 1964
Besluit tot oprichting comité van Centralebankpresidenten van de lidstaten, als motor van een Europese monetaire politiek
· 1972
De EG-landen vormen muntslang, een mechanisme waarin onderlinge wisselkoersen hooguit 2,25 procent mogen fluctueren.
· 1979
Het Europese Monetaire Stelsel (EMS) wordt opgericht.
· 1991
Akkoord over Verdrag van Maastricht, dat de oprichting van de Economische en Monetaire Unie (EMU) uiterlijk in 1999 voorschrijft. De Europese munt komt in zicht en krijgt de voorlopige naam ecu mee.
· 1995
De nieuwe munt krijgt een naam: de euro. Dit wordt op de eurotop van 15 en 16 december in Madrid afgesproken.
· 1996
De Oostenrijker Robert Kalina ontwerpt de nieuwe bankbiljetten. Op de biljetten staan, niet bestaande, bruggen en gebouwen. Er komen briefjes van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro.
· 1997
Verdrag van Amsterdam met daarin afspraken over stabiliteits- en groeipact. De Europese kant van de munten (1, 2, 5, 10, 20, 50, 100 en 200 eurocent) wordt gepresenteerd.
· 1998
Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje 'slagen' voor hun EMU-examen. Griekenland zit in de wachtkamer. Groot-Brittannië, Denemarken en Zweden doen niet mee.
· 1999
De onderlinge wisselkoersen van de valuta van de elf deelnemende worden vastgelegd. Een euro is f 2,20371 waard. De euro wordt giraal ingevoerd. De Europese Centrale Bank (ECB), nationale banken en 'gewone' banken gebruiken alleen nog de euro in het onderlinge geldverkeer. De effectenbeurzen stappen over op de euro.
· 2000
Griekenland mag per 1 januari 2001 toetreden tot de EMU.
· 2001
De logistieke voorbereiding voor de introductie van de euro is in volle gang. Eind augustus presenteert ECB-voorzitter Duisenberg de nieuwe biljetten.
· 2002
Op 1 januari wordt de euro ook in het gewone betalingsverkeer ingevoerd.
GEDETAIlLEERDE TIJDBALK, VAN EIND 2001 EN VERDER
· 1 juli 2001: Alle artikelen in winkelen worden dubbel geprijsd. Dit houdt dus in dat de prijs in guldens en euro’s wordt vermeldt
· 1 september 2001: In verschillende winkels zijn collectebussen geplaatst. Dit is gedaan door de Nationale eurocollecte / coins for care. Het is bedoeld voor het inzamelen van vooral buitenlandse geld en muntstukken die door de invoering van de euro overbodig worden. De opbrengst gaat naar meer dan 100 erkende goede doelen in heel Nederland.
· 15 oktober 2001: Ook bij alle banken in Nederland worden collectebussen geplaatst door de Nationale eurocollecte / coins for care. Het doel van dit is precies hetzelfde als met de collectebussen die ruim een maand eerder geplaatst zijn in een groot aantal winkels.
· 1 december 2001: banken en winkels (die met contant geld te maken hebben) worden bevoorraad met euro munten en –bankbiljetten. Deze actie heeft de naam frontloading gekregen.
· 14 december 2001: Gratis 'Eurokit' voor iedereen van 6 jaar en ouder. Het setje met alle 8 euromunten is Fl.8,55 (€ 3,88) waard.
· 14 december 2001: De europakketten, zakjes euromunten ter waarde van Fl.25, zijn overal te koop. Winkeliers mogen ook zo'n zakje euromunten als wisselgeld teruggeven. Uiteraard pas na toestemming van de klant.
· 27 december 2001: Alle banken in Nederland zijn extra lang geopend. De reden hiervoor, is dat er een gigantische drukte wordt verwacht omdat de euro een paar dagen later wordt ingevoerd.
· 1 januari 2002: €-day, de eurobiljetten komen in omloop. Alle pinautomaten geven alleen euro's af. De euro en gulden zijn beide wettig betaalmiddel. Wisselgeld wordt alleen in euro's gegeven. Alle overboekingen moeten in euro's.
· 24 – 26 januari 2002: de Nationale eurocollecte / coins for care gaat een gigantisch grote huis-aan-huis collecte houden langs zo’n 6.000.000 huishoudens in Nederland. De bedoeling is ook weer zoveel mogelijk Nederlandse guldens en andere buitenlandse muntstukken en bankbiljetten ophalen. Wederom gaat dit naar meer dan 100 goede Nederlandse doelen.
· 28 januari 2002:Betalen in guldens kan niet meer, dat is niet langer een wettig betaalmiddel. Nederland is het eerste land van alle landen die meedoen aan de euro, die definitief hun eigen munt afschaffen, en helemaal overgaan op de euro.
· 9 februari 2002: Ierland stapt helemaal over op de euro.
· 17 februari 2002:Ook Frankrijk volgt.
· 28 februari 2002: In het hele eurogebied geldt de euro als enig wettig betaalmiddel.
· 31 maart 2002: Laatste dag voor het gratis omwisselen van munten bij de eigen bank. En tevens laatste dag voor het gratis omwisselen voor buitenlandse bankbiljetten bij eigen bank.
· 31 december 2002: Laatste dag voor het storten van guldens bij de eigen bank (tegen betaling).
· 31 december 2006: Laatste dag voor het gratis omwisselen van munten bij De Nederlandse Bank.
· 31 december 2031: Laatste dag voor het gratis omwisselen van bankbiljetten bij De Nederlandse Bank.
Intervieuws
1. wat voor een gevolgen heeft de euro voor u persoonlijk als burger zijnde, en waarom vind u dat?
2. denkt u dat de euro de eenheid in europa bevorderd?
3. denkt u dat de euro meer voordelen biedt dan nadelen, zo ja, wat vind u dan het belangrijkste voordeel?
4. wat voor een afbeelding had u het liefst gezien op de nationale zijde van de munt als u uit het volgende mocht kiezen, en waarom?
· De Nederlandse leeuw
· Het koninklijk huis
· Teken van een natuurreservaat
· Erasmus
· Traditioneel teken
· Martinitoren
· Portret Beatrix
· Alles landen hadden hetzelfde teken moeten hebben
5. denkt u dat de euro een veel gebruikte munt zal worden op de wereldmarkt?
6. vind u dat de invoering in ons land goed is verlopen, bent u voldoende geïnformeerd, en welke reclamespot vond u informatief /leuk?
Interview met ……………….. à 16 jaar
Zij vind de euro wel lastig omdat je nu zoveel moet omrekenen. En daar is ze niet bepaald goed in, aldus haarzelf. Ze vind wel dat het nu veel makkelijker is om in het buitenland te betalen, want ze is half Duitser, en heeft dus veel familie in Duitsland. Dus hoeft ze niet te wisselen, maar wat eerst wel zo was, is dat ze altijd wel marken in huis hadden. Maar ze vind het nu wel makkelijk dat de prijzen vergelijkbaar zijn.
Ze denkt wel dat de euro de eenheid van europa bevorderd, want volgens haar interesseer je jezelf nu (on)bewust meer voor andere landen. Als je bijvoorbeeld een buitenlands muntje in je portemonnee hebt, en je kijkt naar de afbeelding vraag je jezelf toch automatisch af wat dat voor een betekenis heeft. Alleen hoopt ze niet dat Europa de USA achterna gaat. Zodat we ook een president krijgen, en dezelfde taal moeten gaan spreken. Maar ze ziet zelf ook in dat dat niet zo’n vaart zal hebben.
Ze denkt dat de euro op lange termijn wel meer voordeel zal bieden. De prijzen zijn nu wel hoger, maar volgens haar zal dat langzamerhand wel afnemen, omdat het nu beter vergelijkbaar is. het belangrijkste voordeel vind ze het betaalgemak in het buitenland, en de vergelijkbaarheid van de waarde vind ze net zo belangrijk.
Ze had het liefst de Nederlandse leeuw op de nationale zijde van de munt gezien. Dat vind ze omdat ze het een “grappig” teken vind, en omdat het toch de sportiviteit dan de Nederlandse bevolking symboliseert. Ze is niet tevreden met de afbeelding van Beatrix, omdat zij, volgens haar, maar een “raar ouderwets en bekakt” persoon is. en wat nu als Willem-alexander koning wordt? Dan klopt het niet meer, dus ze vind het maar een soort van tijdelijke afbeelding.
Ze denkt dat de euro wel een veel gebruikte munt zal worden op de wereldmarkt, omdat Europa nu, wat de handel betreft, samen werkt. En daardoor zal de munt ook geliefd worden bij de buitenstaanders.
Ze vind de invoering in Nederland wel goed verlopen, beter dan in Duitsland. Ze vind dat ze voldoende is geïnformeerd, en ze is er toch al redelijk snel aan gewend geraakt, al leek het in het begin alsof ze nooit zou wennen, maar het vele kleingeld was ze wel al van het Duitse geld gewend. Ze kon niet echt een leuk reclame spotje noemen, omdat ze volgens haar allemaal net zo “saai en vervelend” waren.
Interview met …………… à 29 jaar
Ze vind dat de euro vooral positief is voor haar. Het enigste nadeel vind ze de prijsverhogingen, en dat al helemaal omdat ze nu sinds een maand een extra kostganger erbij hebben, hun zoontje. Maar daarentegen heeft ze wel een kleine looncompensatie gekregen. Volgens haar zullen die prijsstijgingen wel weer verdwijnen op ten duur. Ze vind het positief omdat het nu veel gemakkelijker betalen is in het buitenland, aangezien ze ieder jaar wel op vakantie gaan, en ze vind het “grappige en leuke” muntjes.
Ze denkt dat de euro de eenheid van Europa op financieel gebied zal bevorderen, maar verder denkt ze dat wij als burger niet veel van die eenheid zullen merken. Omdat de meeste burgers niet zomaar hun vaderlandsliefde aan de kant kunnen zetten. Misschien hebben sommige mensen wel een gegronde of ongegronde hekel aan een bepaald land, maar dat land zou dan samen met hun vaderland één land worden.
Ze denkt dat de euro meer voordelen zal bieden dan nadelen. Het belangrijkste voordeel vind ze dat je nu niet meer hoeft te wisselen, en dat je nu niet meer met die omwisselkoersen zit.
Het liefst had ze de Nederlandse leeuw gezien op de nationale zijde van de euro. Want ze vind het een “grappig beestje”. Het ziet er volgens haar vrolijk uit, en niet zo deftig als het portret van Beatrix.
Ze denkt wel dat de euro een veelgebruikte munt zal worden op de wereldmarkt, maar het zal haar persoonlijk weinig interesseren. Ze zegt:”als het voor ons maar geen nadelen oplevert, zal het mij niet uitmaken of de munt veel wordt gebruikt op de wereldmarkt of niet.”
Ze vind dat ze voldoende is geïnformeerd, zelfs een beetje teveel, want ze vond dat het ging vervelen. Ze vond de invoering bijzonder goed verlopen, ze had eigenlijk een chaos verwacht. Het leukste reclamespotje vond ze de bekendmaking van het ezelsbruggetje ding flof bibs. Ze vond het een grappig ezelsbruggetje, wat echt aansloeg, het was makkelijk te onthouden, en omdat de reclame op zo’n eenvoudige manier werd gepresenteerd was het juist zo leuk. “toen ik het spotje voor het eert zag was ik eigenlijk druk bezig, maar op dat moment stond ik aandachtig naar de tv te kijken” aldus haarzelf.
Interview met ………….. à 77 jaar.
Zij vind de euro maar een lastig en onbegrijpelijk iets. Ze raakt steeds in de war, omdat de munten er heel anders uitzien. En ze weet nu ook niet meer wat nu duur is, en wat nu niet. Aangezien ze familie in Duitsland heeft wonen, en daar dus ook vaak komt, vind ze het we makkelijk dat ze dezelfde munt kan gebruiken. Want eerst moest ze altijd de marken gaan zoeken die ze nog in huis had. En ze is nogal een sloddervos, dus die raakte vaak kwijt, omdat ze altijd apart werden bewaard.
Ze weet niet of de euro de eenheid in Europa zal bevorderen. Ze zegt: “voor de stropdasmensen zal dat wel, maar mij zal het echt niet interesseren.”
Ze denkt dat de euro meer nadelen biedt dan voordelen, want voor haar, en anderen oudere mensen, is het een heel moeilijke omschakeling. Voor haar had die euro niet gehoeven, en dat de grenzen open zijn vind ze ook niet zo geweldig. Ze vind dat het vroeger prima ging, ook al koste dat meer tijd dan nu.
Ze vind het Beatrix teken zo goed. Ze is traditioneel gebonden, en ze vind de euro zo nog wel iets weg hebben van de euro, zodat je niet helemaal afscheid hoeft te nemen. Maar ze heeft niet zo veel met het koningshuis, dus als op de gulden een ander teken had gestaan, dan wou ze dat dat teken ook op de euro kwam.
Ze weet niet wat een wereldmarkt precies is. Maar ze zegt:”het zal wel een goede munt zijn voor de stropdasmensen.”
Ze vind de invoering op zich wel rustig verlopen. Ze vind dat ze overspoeld is met reclame, maar dat was allemaal veel te onduidelijk voor haar. Ze begreep niet wat er met die reclames werd bedoeld, en daarom kan ze ook niet een bepaald reclame spotje noemen.
DE KRANTEN ARTIKELEN:
1. Bijnamen euro
Mensen die bang zijn dat door de komst van de euro een stukje cultuur verloren gaat, hoeven nu niks meer te vrezen, want er komt gewoon een nieuw stukje cultuur bij. Ook de eeuwen oude spreuken, zoals “hij heeft geen rode cent”, worden gewoon vervangen door de nieuwe euro namen. Ook de bijnamen van onze oude munt, zoals “piek, heitje” worden vervangen door nieuwe euro bijnamen.
Hopelijk ben je wat van mijn werkstuk opgestoken! Zoals je ziet is beleggen nu ook vrij eenvoudig voor de starters, en heeft de euro verschillende kanten, zowel positief gezien als negatief. Dit werkstuk staat ook symbolisch voor het einde van mijn economie lessen, op mijn centraal examen na dan.
Ik heb veel geleerd van het onderwerp beleggen na aanleiding van dit werkstuk. En ik heb er ook enigszins met plezier aan gewerkt.
Hierna vind je nog de overige krantenartikelen over de euro als extra. Omdat het er zoveel waren, heb ik ze als allerlaatste aan dit werkstuk toegevoegd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten