Anatomie (Oudgrieks: ἀνά (aná), op,open, en τομή (tomé), snede) is de tak van biologie die de structuur en de organisatie van organismen behandelt. Men onderscheidt: zoötomie (dierlijke anatomie) en plantenanatomie.
De belangrijkste takken van anatomie omvatten vergelijkende anatomie en menselijke anatomie. Andreas Vesalius wordt beschouwd als de grondlegger van de moderne menselijke anatomie.
De dierlijke anatomie kan de studie van de structuur van verschillende dieren omvatten. In dit geval spreekt men van vergelijkende anatomie of dierlijke morfologie. Het kan ook tot slechts één dier worden beperkt, waarbij van speciale anatomie wordt gesproken.
Vanuit een utilitair standpunt is de studie van mensen de belangrijkste afdeling van speciale anatomie, en deze menselijke anatomie kan van verschillende standpunten worden benaderd. Dat van de biologie bestaat uit een nauwkeurige kennis van de vorm, de positie, de grootte en de verhouding van de diverse structuren van het gezonde menselijke lichaam, en aan deze studie wordt de term beschrijvende of topografische menselijke anatomie gegeven. Kennis op dit terrein kan onder andere toegepast worden in de geneeskunde.
Het menselijke lichaam is zo ingewikkeld dat slechts een klein aantal professionele menselijke anatomen, na jaren van geduldige observatie, volledige meesters van al zijn details is; de meesten van hen specialiseren zich op bepaalde delen, zoals de hersenen of ingewanden. De topografische anatomie moet door herhaalde ontleding en inspectie van dode menselijke organismen worden geleerd.
De pathologische anatomie (of de ziekte-anatomie) is de studie van zieke organen., terwijl secties van normale anatomie, die op diverse doeleinden worden de toegepast, speciale namen hebben zoals medische, chirurgische en gynaecologische anatomie. De vergelijking van de anatomie van verschillende rassen van mensen maakt deel uit van de wetenschap van fysische antropologie of antropologische anatomie.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten