Sponsor of prijs nodig? Zelf sponsor worden?
Arkefly: Aruba

maandag 24 maart 2008

Profielwerkstuk Muziek Protestliederen

Inleiding

Protesten: je hebt ze in alle soorten en maten. Je kunt met spandoeken bij een regering gebouw gaan staan. Je kunt ook de snelwegen versperren door met een groep mensen met hun auto’s op de weg gaan staan. Je kunt ook met een stel aanhangers door de straten van je stad gaan lopen totdat je er bij neervalt. Maar wat je ook kan doen is een lied erover schrijven. Een protestsong. Het kan over alle onderwerpen gaan.

Onze hoofdvraag is: Wat zijn de beweegredenen van mensen om protestliederen te schrijven?

Met de volgende deelvragen:

• Wanneer zijn protestliederen ontstaan?
• Welke Landen hebben met welke problemen te maken?
• Hoe hebben mensen dat in de muziek onder woorden gebracht?
• Waarom en hoe schrijft Bob Dylan protestliederen?
• Waarom en hoe schrijft Sting protestliederen?
• Waarom en hoe schrijft Boudewijn de Groot protestliederen?
• Welke artiesten maken nog meer protestliederen, en waarom/hoe?

1. Wanneer zijn protestliederen ontstaan?

Bij protestliederen denkt men vaak aan de protestzangers van de jaren zestig. Maar protestliederen zijn al eeuwenoud. Protestliederen, ook wel maatschappij kritische muziek genoemd, werden al gebruikt in de 17e eeuw. Zwarte slaven zongen toen in religieuze liederen over hun verloren vrijheid. Deze liederen hadden vaak een dubbele betekenis. De blanken vonden de liederen maar onzin, totdat ze de dubbele betekenissen ontdekten. Een voorbeeld van een dergelijk lied met een dubbele betekenis is: ‘Wade in the water’. In dit lied worden slaven er aan herinnerd dat als ze willen ontsnappen, ze door beken en rivieren moeten vluchten, zodat honden hen niet kunnen opsporen. Het lied ‘Joshua fit the battle of Jerico’ roept zelfs op tot een opstand van de slaven.

Ook nu nog gebruiken zwarte artiesten muziek om zich te verzetten tegen voornamelijk discriminatie. Dit kun je terugzien in genres als rap, hiphop en reggae.

Andere vorm van protestliederen zijn de vakbondsliederen. Toen het in het begin van de 20e eeuw slecht ging met de Amerikaanse economie werd de ‘Industrial Workers of The World’ opgericht. Dit was een vakbond voor arbeiders die bij stakingen allerlei zangers protestliederen lieten zingen. Al die protestliederen zijn verzameld in ‘The Little Red Songbook’. In de jaren dertig sloten professionele protestzangers, zoals Woody Guthrie, zich aan bij de vakbond. Deze professionals maakten bij het maken van protestsongs gebruik van bekende melodieën. Dit kwam de verspreiding van de protestliederen ten goede.

In de jaren zestig werden er vooral protestliederen gemaakt over foute dingen in de samenleving. Zoals de ongelijkheid tussen blanken en zwarten, en de Vietnamoorlog. De jeugd kwam hiertegen in verzet. Peter Seeger en Bob Dylan maakten in die tijd folk-rock/folk-pop muziek. Dit waren liedjes met populaire melodieën en kritische teksten. Het lied ‘Blowin’ in the wind’ van Bob Dylan is hier een goed voorbeeld van.

Tegen het einde van de jaren zeventig ontstond er punkmuziek. Deze protestmuziek vertegenwoordigde de teleurgestelde arbeidersgeneratie die na de economische crisis van de jaren zeventig weinig terug zag van de beloofde welvaart uit de jaren zestig. De punkmuziek was heel anders dan de andere protestliederen. De muziek was hard, scherp, en bevatte veel kreten en geschreeuw. De liedjes uitten ook meer frustraties en gevoelens dan een mening over een specifiek onderwerp. Een voorbeeld van deze politieke punkrock is ‘I fought the law’ van de Dead Kennedy’s.

2. Welke Landen hebben met welke problemen te maken?

2.1. Hongersnood
Vooral in Afrika, Ethiopië en Eritrea, en Kenia komt hongersnood voor. In Afrika zijn veel burgeroorlogen. Er wonen nog steeds verschillende volken met elkaar in één land. Ze zijn het niet met elkaar eens en dan komt er een burgeroorlog. Er wordt heel veel gevochten, en er gaan ook heel veel mensen dood. Een gevolg van deze oorlogen is dat er hongersnood ontstaat. Alles wordt kapot gemaakt door de mensen. Maar ook groeit de Afrikaanse bevolking heel erg snel en er is niet genoeg eten voor iedereen. Als de oogst dan ook nog eens een keer mislukt, is er nog minder voedsel. Het gevolg hiervan is dat er in één maand vaak duizenden mensen doodgaan van de honger. In Soedan is er op dit moment ook hongersnood. Er heerst daar een burgeroorlog. Tijdens deze burgeroorlog heeft de regering woongebieden gebombardeerd, gevolg daarvan is dat de vruchtbare grond die er was zo verbrandde dat er nog maar weinig op verbouwd kan worden. Je raadt natuurlijk al dat er nu dus niet genoeg voedsel is voor de hele bevolking.
De rebellen vechten nog steeds en houden voedseltransporten tegen. Voor hulpverleners is het te gevaarlijk om daar naar toe te gaan. Er word geschat dat er 300.000 mensen zullen sterven aan ondervoeding en ziektes als gevolg van deze oorlog. De rebellen laten de vrouwen omkomen van de honger. Ze ontvoeren kinderen en maken kindsoldaten van ze. Deze kinderen, vaak nog erg jong, worden gedwongen mee te doen in de oorlog. Zij krijgen wapens en moeten vaak gevangenen bewaken. Als een gevangene probeert te ontsnappen moeten ze schieten. Als ze dat niet doen worden ze zelf vermoord. Als deze kinderen het overleven zijn zij getraumatiseerd voor het leven.

Begin april van dit jaar zijn er opnieuw beelden uit Afrika. Beelden van stervende kinderen, de eerste slachtoffers van een nieuwe hongersnood in Ethiopië en Eritrea. Een hongersnood waarvan meer dan 8 miljoen mensen het slachtoffer dreigen te worden. Met mogelijk nog ergere gevolgen dan de hongerramp van 1993. Hulp zal niet lukken want dat komt door het ontbreken van geschikte vervoersinfrastructuur zeer moeilijk zal worden en dat de kans bestaat dat het aangevoerde voedsel, zoals dit gebeurde bij de vorige hongersnood, in de havens zal wegrotten. Na tien maanden wapenstilstand, barst de oorlog tussen beide landen opnieuw los. Op dit moment is het de grootste oorlog ter wereld. Aan weerszijden worden tussen de 500.000 en een miljoen soldaten onder de wapens geroepen. De eerste paar dagen telt men al meer dan 10.000 doden. Zoals bij ons in de Eerste Wereldoorlog vallen de Ethiopische soldaten massaal aan. Ze komen in golven aangelopen, worden weggemaaid en opnieuw aangevuld. Zoiets is te doen als je met 50 miljoen Ethiopiër tegenover 3.5 miljoen mensen uit Eritrea staat en een bevolkingsaangroei hebt van 3% (2.500.000 mensen) per jaar. Je moet niet op een mannetje zien. Ook aan wapens ontbreekt het niet, zelfs niet aan zware artillerie, waarmee elk dorp, elk stadje dat men verovert met de grond wordt gelijkgemaakt. De soldaten vechten krijgshaftig en de bevolking reageert enthousiast. Maar er ontstaat wel een hongersnood.

Ruim 3 miljoen mensen in Kenia hebben niet genoeg te eten, dit komt omdat de oogst door de aanhoudende droogte uiterst triest is. Als de regen in oktober en november uitblijft, dreigt een ernstige hongersnood. President Kibaki heeft de noodtoestand al afgekondigd en de internationale gemeenschap opgeroepen om voedselhulp te verstrekken. Zijn regering gaat niet vrijuit. Een groot schandaal over de voedselreserves komt aan het licht. Tweederde van de voedselreserves werd illegaal verkocht.

2.2. Kinderarbeid
Over de hele wereld verspreid zijn er maar liefst 250 miljoen kinderen onder de 14 jaar die gedwongen worden om te werken. Die niet naar school gaan maar die iedere dag weer vaak zwaar, smerig en gevaarlijk werk moeten doen. Per dag komen er ongeveer 80.000 werkende kinderen bij.
Kinderarbeid komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Want behalve dat meisjes vaak worden gedwongen te werken in de huishouding en in de prostitutie moeten ze thuis ook nog allerlei klussen doen.

In Azië, in het bijzonder in India komt kinderarbeid het meest voor. Maar ook in Afrika en Zuid-Amerika is sprake van veel kinderarbeid. Maar het is niet alleen een verschijnsel in de Derde Wereld. Ook in Europa en de Verenigde Staten bestaat het.

Kinderarbeid komt voornamelijk voor in de landbouw (Afrika en Zuid-Amerika) en in de industrie (Azië). Vooral in India, Bangladesh en Pakistan werken veel kinderen in de tapijtindustrie. Kinderen werken ook in de mijnbouw. Zo is in Peru 20 procent van de arbeiders in de goudmijnen tussen de 11 en 18 jaar. En dat terwijl de minimumleeftijd voor werken in de mijnbouw 18 jaar is.

Ook een vorm van kinderarbeid is het leger. Tijdens de oorlog tussen Irak en Iran in de jaren tachtig dwong Iran kinderen om door mijnenvelden te lopen. Zo konden de mijnen worden opgespoord. Dat hierbij duizenden kinderen werden verminkt of gedood was voor de machthebbers in Iran niet belangrijk.

In Nederland is kinderarbeid officieel verboden. Wel zijn er enkele uitzonderingen. In 1874 nam de Tweede Kamer de eerste wet op het gebied van kinderarbeid aan.

2.3. Vrouwenemancipatie
Er zijn twee termen die erg op elkaar lijken, maar toch niet helemaal hetzelfde zijn, namelijk; vrouwenemancipatie en feminisme.
Emancipatie betekent dat groepen mensen dezelfde rechten krijgen als andere groepen mensen. Zo zijn er verschillende emancipatiebewegingen geweest: van slaven, van zwarte mensen, van arbeiders en van vrouwen. Emancipatie van vrouwen betekent dat de vrouwen dezelfde rechten als mannen krijgen. Bijvoorbeeld dat de vrouwen ook stemrecht hebben net als de mannen en gelijke beloning voor gelijk werk.

Aletta Jacobs een van de belangrijkste feministen die veel voor vrouwen heeft gedaan. Aletta Jacobs werd op 9 februari 1854 in Sappermeer geboren. Ze groeide op in een liberaaljoods gezin. Ze wist al heel vroeg wat ze later wilde worden: arts, net als haar vader. Maar vrouwen konden in die tijd nog niet aan de universiteit studeren. Ze liet het er niet bij zitten en schreef een brief aan Thorbecke, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Thorbecke schreef vanaf zijn sterfbed een beschikking en Aletta kon in Groningen gaan studeren. Ze was daarmee de eerste vrouw in Nederland die aan de universiteit studeerde.
Door alle bestaande vooroordelen was het studeren voor haar niet eenvoudig. In 1879 studeerde ze af en een jaar later promoveerde ze. Na haar studie startte ze een praktijk in Amsterdam.
Vrouwen namen volgens Aletta Jacobs een achtergestelde plaats in de maatschappij in. Een van de oorzaken hiervan lag volgens haar in het huwelijk. Ze heeft zich sterk afgezet tegen de burgerlijke opvattingen over het huwelijk, de arbeidsdeling tussen mannen en vrouwen, en het moederschap als enige bestemming voor de vrouw.
De maatschappelijke achterstelling van vrouwen zou volgens Aletta Jacobs pas verdwijnen als vrouwen de kans kregen om economisch onafhankelijk te zijn. Maar dat was voor vrouwen in de 19e eeuw vrijwel onbereikbaar. Het vrouwenkiesrecht zou hier volgens Aletta Jacobs verandering in moeten brengen. Aletta Jacobs is dan ook bekend geworden als een van de belangrijkste voorvechters van het vrouwenkiesrecht.
Ze hield lezingen, schreef artikelen en organiseerde demonstraties.
Het kiesrecht voor vrouwen kwam er uiteindelijk in Nederland in 1919.
Maar ook als arts heeft ze veel gedaan om een einde te maken aan de maatschappelijke achterstelling van vrouwen. Zo weerlegde Aletta Jacobs in ‘De vrouw, haar bouw en haar inwendige organen’ de argumenten die de medische wetenschap aandroeg om te bewijzen dat vrouwen niet buitenshuis konden werken. Ook zorgde ze er door middel van voorlichting en hulp op het gebied van geboorteregeling voor dat vrouwen tijd vrij kregen om buitenshuis te werken. De prostitutie bestreed ze om te voorkomen dat vrouwen die geen werk konden vinden daarin terecht zouden komen. Ten slotte zette ze zich in om de arbeidsomstandigheden voor vrouwen, die het wel was gelukt aan het werk te komen, te verbeteren. Aletta Jacobs was dus niet alleen Nederlands eerste vrouwelijke arts, ze was ook Nederlands eerste feministische arts.
Naast haar activiteiten in Nederland zetten ze zich ook ergens anders in de wereld in voor vrouwenkiesrecht en de emancipatie van de vrouw. Aletta Jacobs overleed in 1929.
Ook een bekende feministische actiegroep was de Dolle Mina’s. De Dolle Mina’s wilden een eind maken aan de achterstellingen de onderdrukking van vrouwen. De vrouw moest niet langer de gehoorzame huisvrouw zijn, maar opkomen voor haar eigen rechten. Ze moest gelijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt en in het onderwijs.’ Ze streefden dus naar gelijkheid en verandering van de verhoudingen tussen man en vrouw. Dit lieten ze merken door pamfletten uit te delen aan bruiden met teksten als:
- Wie wast de luiers
- Wie stofzuigt
- Wie maakt de bedden op
- Wie lapt de ramen
- Wie maakt de wc schoon
- Wie strijkt
- Wie doet de boodschappen
- Wie haalt het haardotje uit de gootsteen?

De Dolle Mina wilde afschaffing van de vrouwenslavernij. Ze verbrandde een korset, wat symbool stond voor de onderdrukking en de gehoorzaamheid van de vrouw.
De Dolle Mina’s realiseerde zich dat ze als feministische actiegroep snel gezien zouden worden als lesbiennes of manwijven dus besloten zij dit vooroordeel te weerleggen door zich juist erg sexy te kleden.

2.4. Milieuproblemen
Er zijn verschillende soorten milieuproblemen. Sommigen tasten de ozonlaag aan. Dus milieuproblemen zijn problemen die de hele wereld aan gaat.

- Luchtvervuiling: uitstoot van giftige stoffen door industrie, verwarming, uitlaatgassen in het verkeer.

- Watervervuiling: lozen van afvalwater, dumpen van giftig afval in zee, lekgeslagen olietanken, zure regen

- Bodemvervuiling: afvalstortplaatsen, mestoverschotten, pesticiden, zure regen

- Afvalberg: grote afvalproductie, onvoldoende receycling

- Erosie: verstoring van natuurlijke plantengroei, kappen van bossen, te grote begrazing

- Geluidshinder: toenemend verkeer zowel op het land als in de lucht

- Broeikaseffect: door te grote CO2 uitstoot

2.5. Discriminatie
Discriminatie is het maken van onderscheid op onterechte gronden, met als gevolg dat een groep mensen daar last van heeft. Discriminatie betekent mensen verschillend waarderen en behandelen op basis van kenmerken die helemaal niet belangrijk zijn, zoals ras, huidskleur, geloof. Maar wat maakt het nou uit dat mensen zwart zijn, een bril dragen of een geloof hebben? Discrimineren bestaat uit vooroordelen. Er zitten veel Marokkanen in de gevangenis dus dan zal die ene Marokkaan ook wel slecht zijn. Elk land heeft wel met discriminatie te maken. Nederland omdat het een multiculturele samenleving is, maar in Amerika omdat daar veel negers wonen.

2.6. Armoede
In veel landen is er veel armoede. Onder andere in: Afrika (Kongo), Iran, Irak enz. Hoe dat komt is heel duidelijk. Ze hebben geen belastingdienst en sociale fondsen zoals wij dat in Nederland kennen. Als je ziek bent in die landen krijg je gewoon geld. Als je te oud bent om te werken krijg je geen AOW (Algemene Ouderdom Wet). Geen uitkeren en teruggaven van de belasting. Als je arm bent, ben je vaak machteloos
Tegenwoordig worden de oorzaken van armoede steeds vaker gezocht in de economische, sociale, politieke en psychologische omstandigheden van een land en de mensen die er leven. Dit is een bredere benadering die meer aansluit bij wat armoede in de praktijk betekent voor iemand.

3. Hoe hebben mensen deze problemen in de muziek onder woorden gebracht?

In dit hoofdstuk behandelen we dezelfde problemen als in hoofdstuk 2.

3.1. Hongersnood
Michael Jackson heeft in 1985 een single opgenomen met andere artiesten: ‘We are the World’. Dit deed hij voor de hongersnood in Afrika om zo geld op te halen. Hieronder is de tekst afgebeeld.

There comes a time, when we need a certain call
when the World must come together as one
There are people dying
and it's time to lend a hand to life
the greatest gift of al
We cant go on pretending day by day
that someone, somewhere will soon make a change
we are all a part of God's great big family
and the truth, you know love is al we need
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me
Send them your heart,
so they know that someone cares
and their lives will be stronger and free
As god has shown us by turning stone to bread
so we all must lend a helping hand
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me
When you’re down and out, there seems no hope at all
but if you believe, there’s no way we can fall
well let us realise, that a change can only come
when we stand together as one
We are the World, we are the children
we are the ones to make a brighter day
so let's starts giving
there's a choice were making
were saving our own lives
it's true we make a better day just you and me

3.2. Kinderarbeid
Bij een protestlied wordt bijna altijd gereageerd op een politieke gebeurtenis, politieke beslissing of op de regering in het algemeen. Het lied is gericht aan het volk en bestuurders, iedereen dus. In dit geval aan de bestuurders van een land die kinderarbeid goed achten. Met liederen over kinderarbeid willen de artiesten indruk maken op de bestuurders van het land. En mensen aan het nadenken zetten dat ze zich voor die kinderen in willen zetten.

3.3. Vrouwenemancipatie
Khaled schreef het lied Aïsha. Het gaat over de vrouwenrechten, en in dit geval over die van Aisha. De tekst en de vertaling ervan zijn hieronder afgedrukt.

Comme si je n'existais pas
Elle est passée à côté de moi
Sans un regard, reine de Saba
J'ai dit : Aïsha, prends, tout est pour toi
Voici les perles, les bijoux
Aussi l'or autour de ton cou
Les fruits bien mûrs au goût de miel
Ma vie, Aïsha, si tu m'aimes
J'irai où ton souffle nous mène
Dans les pays d'ivoire et d'ébène
J'effacerai tes larmes, tes peines
Rien n'est trop beau pour une si belle
Aïsha, Aïsha, écoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Aïsha, Aïsha, regarde-moi
Aïsha, Aïsha, réponds-moi
Je dirai les mots, les poèmes
Je jouerai les musiques du ciel
Je prendrai les rayons du soleil
Pour éclairer tes yeux de reine
Aïsha, Aïsha, écoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Elle a dit : Garde tous tes trésors
Moi, je vaux mieux que tout ça
Des barreaux sont des barreaux, même en or
Je veux les même droits que toi
Du respect pour chaque jour
Moi, je ne veux que de l'amour
Comme si je n'existais pas
Elle est passée à côté de moi
Sans un regard, reine de Saba
J'ai dit : Aïsha, prends, tout est pour toi
Aïsha, Aïsha, ecoute-moi
Aïsha, Aïsha, t'en vas pas
Aïsha, Aïsha, regarde-moi
Aïsha, Aïsha, réponds-moi

3.4. Milieuproblemen
In deze paragraaf zal het gaan over de natuurramp in Azië. Artiesten voor Azië hebben een lied geschreven dat ons oproept om geld te geven. De artiesten vinden dat we dat te weinig doen. Het is een vorm van protest. Ze protesteren tegen ons dat we te weinig doen aan de milieuproblemen van een ander land. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Ik wil niet zeggen dat ik alle goede doelen steun
En ook niet dat ik alle arme mensen ondersteun
Ik wil niet beweren dat ikzelf nou zo heilig ben.
Ik kan niet zeggen dat ik alle vrezen van het leven vrees
‘k Zal niet beweren dat ik op elke barricade sta
Maar dat betekent niet
Dat ik mijn ogen sluit voor onrecht en verdriet
Dat de wereld het maar uitzoekt zonder mij
Dat ik niet opensta. Ik draag graag mijn steentje bij
Maar dat betekent niet
Dat ik niet door heb wat je voor ellende ziet
Ik weet ook ik kan soms iets
En als je dat kan doen
Waarom zou je dat dan niet
Voor een ander doen?
(rap)
De tsunami, de haven vol verbevingen, zwaar bedolven, gehavend of gewonden
Doden door nabestaanden gevonden, of niet eens het is onbegonnen
Alles loopt in het honderdduizend gesnoerde monden, ten onder door het gedonder
Het is zonde
Je doet niets tegen het geweld
Maar ieder mensenleven telt
Dus wordt een held en stort wat geld
Op giro vijf vijf vijf
Ook al is het maar een beetje.
We doen het voor de mensheid en dat weet je.
Het gaat om grote bakken geld die nodig zijn
Maar als je maar een beetje geeft dan is dat ook okay
Het gaat om besef
Besef van waarde van elk leven.
Daar help je de medemensen mee.
Maar dat betekent niet
Dat ik mijn ogen sluit voor onrecht en verdriet
Dat de wereld het maar uitzoekt zonder mij
Dat ik niet opensta. Ik draag graag mijn steentje bij
Maar dat betekent niet
Dat ik niet door heb wat je voor ellende ziet
Ik weet ook ik kan soms iets
En als je dat kan doen
Waarom zou je dat dan niet
Voor een ander doen?

3.5. Discriminatie
Raymzter is zelf half Nederlands, half Marokkaans. Hij is het zat dat de Nederlandse samenleving zo negatief over Marokkanen denken. Daarom heeft hij het lied ‘k*t-marokkanen’ geschreven om mensen op andere gedachten te brengen. Hieronder is de tekst afgebeeld.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Dit is het enige wat ik heb, stop mijn hart er in.
Dus ik meen het als ik rap en dat is dat ding.
Waardoor ik win als Abdel Krim in 1921, overgave is voor de zwakkeling.
Ook al is het jaren geleden de geschiedenis herhaalt zich is al een paar keer gebleken.
Veel van jullie gasten hier zo waren tevreden totdat je de Raymzter zag feesten met Marokkanen in Ede.
Maar je was weer te voorbarig geweest, we vierden feest omdat ik toen net was jarig geweest.
Het is nu tijd om wat aandacht te besteden aan actuele problemen mathematisch beschreven.
Over wat er onder Marokkanen hier leeft.
Onterecht worden we gehaat en gevreesd.
De krant speelt er op in en met name tv maar dat jij er aan mee deed verbaast me nog steeds.
Ik ben aardig op dreef en als ik eenmaal begin ouwe moet niemand me stoppen want ik kan me niet meer inhouden.
Wat ik zeg klinkt misschien eenvoudig maar ze kijken me aan alsof ik vloog in de Twin Towers.
We kwamen hier als gastarbeiders.
On the downlow wat goede hasjverspreiders.
Ik weet nog hoe ze me noemden vroeger, ik was wat kleiner; kut-marokkaan, dat is wat ze zeiden.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Lijkt erop dat we weer verder kunnen, dj Mass laat de track verder drummen.
Grondleggers van de wis- en sterrenkunde, wie zegt dat Marokkanen niet werken kunnen.
Vooroordelen ik hoor ze velen. Ik wil er wat van zeggen door wat met woorden te spelen.
Raymzter is een poëet die behoorlijk kan spreken.
Net als Mohammed de profeet, dit behoor je te weten.
Je hoorde me zeker, Ik ben door aan breken.
Niet dat ik verwacht dat je weet wie ik ben.
Shit ik ben een mens! .
God weet wie ik ben.
En ik ben net zo Marokkaans als dat ik Nederlands ben.
Ook al eet je bloemkool je weet we doen zo. Sellen je wat hash maar het is eigenlijk schoenzool.
Doe die dingen totdat ik wat poen zie.
Woorden vallen zwaarder dan die van El Moumni.
Maar jullie halen alleen de negatieve zinnen eruit bang als je een keer op wat diepere dingen stuit.
Want dan blijkt het beeld van de stereotype niet juist en zie je het liefst dat ik verhuis.
En dat is tragisch ook al spreek ik geen Arabisch, het ritme doet het werk voor me shit is magisch.
En je hoort het werkt goed schijn als de ster die je bent op dit culturele erfgoed.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
We hebben ze niks gedaan en toch nog willen ze ons haten.
Ze willen ons zwart maken als ze over ons praten.
Tijd dat dit verandert heb je dat niet in de gaten.
Shit als dit kan mijn dag bederven als ik langs een vrouw loop en ik zie haar d\'r tas verbergen.
Maar mijn vader had het vast nog erger, hij was een Berber; een gast uit de bergen.
Maar ik ben hier geboren dat kan je vast aan me horen.
Je kijkt me vies aan van achter en eerlijk van voren.
Mijn eerlijke woorden doen zeer aan je oren.
Met zo'n mentaliteit gaat de wereld verloren.
Dus zal ik doorgaan of zal ik kappen ermee.
Ik bedoel met elke boot komen er wel een paar ratten mee.
Wil je wat kennis neem dat dan maar mee.
Best wel dapper van Ray want ik zag echt geen een persoon proberen Marokkanen wat beter te profileren.
Liever zie je ze ons arresteren.
Dus ik kwam om jullie dames en heren te leren niet iedereen over één kam te scheren.

3.6. Armoede
Frank Boeijen schreef het lied de woede van Armoede. Het gaat er over wat je allemaal hoort en ziet in armoede. De tekst is eigenlijk vanzelfsprekend. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Je zag het in de ogen
In de blik van de bedelaars
In de zweren van de kreupelen
De woede van de armoede
In de schreeuw van de moeder
In de schaamte van de vader
In het verzet van de zoon
De woede van de armoede
In het gejank van de honden
In de modder van de straten
Op de vuilnisbelt
Aan de rand van de stad
De woede van de armoede
In het rottende vlees in de zon
In de ogen van de bange ratten
In de onvruchtbaarheid an het land
De woede van de armoede
De woede van de armoede
Doe je ogen dicht
De woede van de armoede
is geen gezicht
De woede van de armoede
Wat kun je doen
De woede van de armoede
In de uitputting van de grijsaards
In de uitbuiting van de arbeiders
In de luiheid van de rijken
De woede van de armoede
In het onrecht van de derde wereld
In de angst van de toerist
In het schuldgevoel van de getuige
De woede van de armoede
In de machteloosheid van de helpende hand
In de uitzichtloosheid van de toekomst
In de last van het verleden
De woede van de armoede
In het verzet van de vrijheidstrijder
In de wreedheid van de dictator
In naam van god
De woede van de armoede

4. Waarom schrijft Bob Dylan protestliederen?

Dylan wordt geboren als Robert Allen Zimmerman in Duluth, Minnesota. Het gezin vestigde zich in Duluth. Zijn moeder kwam uit een vooraanstaande joodse familie uit Hibbing. Haar grootouders waren Litouwse joden, die in 1902 emigreerden.
Het gezin Zimmerman verhuisde toen Robert vijf jaar oud was naar Hibbing, een mijnstadje, honderd kilometer ten noordwesten van Duluth en 160 kilometer van de Canadese grens gelegen. Hier heeft hij zijn jeugd doorgebracht. Hij luisterde vaak op de radio naar blues en country muziek.
Bob stelde zijn eerste bandje samen op de middelbare school, The Golden Chords. Toen koos Bob Dylan voor de artiesten naam Elston Gunn, en onder deze naam speelde hij enkele concerten mee als pianist van Bobby Vee. De school vond hij vervelend en soms deprimerend.
In september 1959 ging hij een universitaire studie in Minneapolis doen. Hij koos literatuur uit, met muziek als hoofdvak.
Hier introduceerde hij zich als Bob Dylan. Veel mensen zeggen dat deze naam een eerbetoon was aan de Welshmen Dylan Thomas. Dylan heeft dit ontkend en zei dat hij zich vernoemd had naar een oom die Dillion heette (die heeft echter nooit bestaan!). Hij vertelde: ‘Ik heb het een en ander van Thomas gelezen, maar dat is toch weer anders dan wat ik doe.’
Begin 1961 gaf hij zijn studie op en vertrok naar New York om zijn aan het ziekbed gekluisterde idool, Woody Guthrie te bezoeken en voor hem te spelen. Hij trad voor weinig geld op in kleine gelegenheden, altijd met gitaar en een mondharmonica die als een kleerhanger om zijn nek hing. Al snel kende hij er muzikanten en andere artiesten. Hij trok van het ene naar het andere logeeradres en hij luisterde er naar hem onbekende muziekplaten. Op vrijdag 29 september 1961 verscheen er in de New York Times een lovende kritiek van criticus Robert Shelton, mét een foto van Dylan, een knipsel dat hij dol van trots aan iedereen liet zien. Dit artikel leidde er ook toe dat hij een contract bij Columbia Records kon tekenen. Hier kwam Dylan terecht onder de hoede van John Hammond, een zeer bekende jager van muziektalent.
In die periode waren zijn stem, zijn beheersing van muziek en het schrijven van liedjes nogal ruw ontwikkelt. Zijn energieke, eigenzinnige optreden, zoals zijn eerste Columbia-album, Bob Dylan (1962), bestond uit traditionele folk, blues en gospel, die hij met een paar eigen composities afwisselde. In dat jaar nam hij voor Broadside – een folkmuziek-magazine dat zo nu en dan ook platen uitbracht – enkele liedjes op onder het pseudoniem Blind Boy Grunt.
Tegen de tijd van zijn tweede LP, The Freewheeling' Bob Dylan (1963) begon hij als zanger en liedjeschrijver naam te maken. De nadruk kwam te liggen op protestsongs, aanvankelijk in de stijl van Guthrie, maar na verloop van tijd begon hij zijn eigen stijl te ontwikkelen.. Een kenmerkend liedje uit die tijd is ‘Blowin' in the Wind’, waarvan de melodie deels is overgenomen van het bestaande slavenlied ‘No More Auction Block’, met een tekst die vraagtekens zet achter de sociale en politieke status quo.
Achteraf gezien klinken sommige van zijn teksten nogal onbeholpen (How many times must the cannonballs fly before they are forever banned — Hoe vaak nog moeten de kanonskogels door het luchtruim vliegen voordat ze voor altijd zijn uitgebannen), maar vergeleken met de populaire muziek van de jaren vijftig zijn ze een ware verademing.
‘Blowin' in the Wind’, werd overigens door vele anderen opgenomen en voor Peter, Paul en Mary was het een internationale hit. Dat zorgde voor een trend: vele andere artiesten namen voortaan liedjes van Dylan op in hun repertoire.
Ondanks zijn succes was de stem van Dylan lang niet voor iedereen aantrekkelijk. Veel van zijn materiaal bereikte het publiek dan ook door de vertolking van anderen. Joan Baez, een vriendin en bij tijd en wijle minnares, nam met liefde veel van zijn materiaal op, evenals The Byrds, Sonny en Cher, The Hollies, Manfred Mann en Herman's Hermits. Er verschenen zoveel covers midden jaren zestig, dat CBS hem begon te promoten met de slagzin: "Niemand zingt Dylan als Dylan". Wie ook maar iets van hem zong, het werd onmiddellijk herkend als van hem afkomstig. Dylan was beroemd vanwege zijn literaire en melodieuze liedjes. Maar ook omdat hij wist wat cool en was, en wat niet.
Tegen 1963 was Dylan een prominente vertegenwoordiger van de burgerrechtenbeweging. Hij zong op bijeenkomsten zoals de Mars op Washington waar Martin Luther King Jr zijn historische toespraak 'I have a dream' hield. In het volgende album The Times They Are A-Changin' komt een cynische Dylan aan het woord. De sober klinkende plaat, verteld onder andere over de moord op Medgar Evers, een voorvechter van de burgerrechtenbeweging. Ook vertelt de palat over de crisis van de mijnwerkers (‘Ballad of Hollis Brown’, ‘North Country Blues’). Maar ook staat er een liefdesliedje op: ‘Boots of Spanish Leather’. ‘The Lonesome Death of Hattie Caroll’, een hoogtepunt van het album, beschrijft weer de moord op een dienstmeisje door een jonge aristocraat. De ballade laat er geen twijfel over bestaan dat de moordenaar blank is en het slachtoffer zwart.
Op het einde van dat jaar voelde Dylan zich gemanipuleerd en in zijn vrijheid beperkt door de folk/protestbeweging. Tijdens de uitreiking van de Tom Paine Award die hem – vlak na de moord op John F. Kennedy – door de Emergency Civil Liberties Committee werd toegekend, verscheen een dronken Dylan. In een onsamenhangend dankwoord vroeg hij zich af wat nu eigenlijk de rol was van het comité. Daarna maakte hij wat grappen kalende mensen, waar de toeschouwers nog om konden lachen. Het lachen stopte echter snel toen Bob Dylan zei dat hij zichzelf wel een beetje herkende in Lee Harvey Oswald, de vermoedelijke moordenaar van John F. Kennedy.
De boodschap was niettemin duidelijk, zowel van de kant van Dylan als van degene die hem uitjouwden: Dylan en de burgerrechtenbeweging was bezig uit elkaar te gaan.
Het volgende album van Bob Dylan is Another Side Of Bob Dylan (1964). ‘Spanish Harlem Incident’ en ‘To Ramona’ zijn aandoenlijke liefdesliedjes. Maar ‘Ballad in Plain D’ en ‘I Don't Believe You’ zijn rouwzangen om kapotgelopen liefdes; waarschijnlijk sloegen deze liedjes op de lange vriendschap met Suze Rotolo. Muzikaal was Dylan zeker veranderd. Another Side is het eerste album waarop Dylan piano speelt (hoewel slechts op een nummer, ‘Black Crow Blues’). De maatvoering en de bas door zijn linkerhand kondigt al de terugkeer aan naar de rockmuziek het jaar daarop.
Misschien van meer belang voor de latere ontwikkeling waren twee andere nummers. ‘Chimes Of Freedom’ was de eerste van een nieuw soort Dylan-song. Hij vertelt nog steeds of misstanden in de samenleving, maar meer op een metaforische manier.
‘My Back Pages’, in dezelfde stijl maar persoonlijker, bevat een vernietigende aanval op het zwart-wit denken, de eenvoud en de bloedige ernst van zijn eigen eerdere werk. Bij wijze van excuus, of zelfs verdediging, zingt Dylan: "I was so much older then/I'm younger than that now". Toen was ik zoveel ouder, nu ben ik toch veel jonger. Maar weinigen hebben de overgang in zijn werk van 1963 tot 1965 beter verbeeld.
Dylans artistieke ontwikkeling verliep in deze periode zo heftig, dat critici en fans steeds een paar passen achterliepen. Bringing It All Back Home, dat in maart 1965 verscheen, is een volgende stilistische hink-stapsprong. De eerste kant van de elpee lijkt zeker onder invloed door de artistieke strapatsen van The Beatles tot stand te zijn gekomen. The Beatles waren artistiek beïnvloed waren door Dylans muziek en teksten (Lennon verklaarde dit later ook in interviews) en verder de rock en roll uit Dylans eigen jeugd. De LP bevat Dylans eerste originele up-tempo rock songs.
De muziek is nu volop elektrisch en voor het eerst met sessie-muzikanten. Bob Dylan wilde dit al langer, maar kon dit niet betalen. Het rap-achtige nummer Subterranean Homesick Blues is te horen in het begin van de documentaire Don't Look Back. Deze documentaire omvat een verslag van Dylans tournee door Europa in 1965. De film werd in de jaren zestig elk jaar opnieuw vertoond in bepaalde Nederlandse bioscopen (van Dylan werd in die jaren nooit iets op de tv vertoond). Enkele verzen zitten in het geheugen van een hele generatie:
Johnny's in the basement/ Mixin'up the medicine/ I'm on the pavement/ Thinkin' 'bout the government/
net zo goed als:
Ah get born, keep warm/ Short pants, romance, learn dance/ Get dressed, get blessed/ Try to be a success/ Please her, please him, buy gifts/ Don't steal, don't lift/ Twenty years of schoolin'/ And they put you on the day shift
In de zomer van dat jaar stookt Dylan het vuur rond zijn muzikale ontwikkeling hoog op, door tijdens het Newport Folk Festival op te treden met een band. Deze bestaat hoofdzakelijk uit leden van de Paul Butterfield Blues Band (Dylan trad al eerder twee keer op in Newport, in 1963 en 1964). Er bestaan twee uiteenlopende verslagen van de reactie van het publiek op dat pophistorische vermaarde optreden van Dylan in 1965. Een feit is dat Dylan een heksenketel van toejuichingen én gescheld over zich heen krijgt toen hij het podium al na drie liedjes verliet. Het ene verhaal wil dat de scheldpartijen afkomstig waren van buiten zinnen geraakte folk-fans; die voelde zich volkomen vervreemd van een Bob Dylan met een elektrische gitaar! Het andere verhaal luidt dat de fans gewoon genoeg hadden van de slechte geluidskwaliteit, en het korte optreden niet konden waarderen. Wat het ongenoegen van het publiek ook veroorzaakte, Dylan keerde spoedig terug naar het podium en zong twee veel beter ontvangen akoestische nummers.
Maar het belang van deze gebeurtenis in Newport vestigde zich in het bewustzijn van de nieuwe rusteloze generatie. Bedachtzame akoestische muziek leek niet langer te bevredigen, zelfs niet traditiebewuste zangers als Dylan. De tijden waren veranderd, en in deze ongecontroleerde toestand leek slechts met elektrische power de juiste expressieve snaar geraakt te worden.


5. Waarom en hoe schrijft Sting protestliederen?

5.1. Biografie van Sting
Gordon Matthew Sumner, beter bekend onder zijn artiestennaam Sting, geboren op 2 oktober 1951, in Newcastle, is een Britse musicus. De bijnaam Sting kreeg hij in het begin van zijn carrière, toen hij bassist was bij een jazzbandje. In die tijd droeg hij vaak een zwart met geel gestreepte trui, die zijn medemuzikanten deed denken aan een bij. Sindsdien gebruikt hij zijn werkelijke naam alleen nog bij officiële gelegenheden. Hij werd voor het eerst wereldwijd bekend als de voormalige bassist en zanger van The Police. Nog voordat The Police in 1984 officieel uit elkaar gaat, op hun hoogtepunt, begint Sting met het werken aan zijn eerste soloalbum. Hierbij neemt hij jazz muzikanten aan als begeleidingsband, onder andere: Branford Marsalis, Kenny Kirkland en Omar Hakim. Sting verwisselt zijn basgitaar voor een gitaar. De overstap naar meer jazz georiënteerde muziek is niet helemaal verrassend, aangezien Sting in zijn jongere jaren met jazz en progressieve rockbands heeft gespeeld. Het resultaat is meer volwassen en afwisselend dan zijn opnames met The Police. In 1986 komt The Police nog eenmaal bij elkaar voor een reünie, waaruit een nieuw opgenomen versie van ‘Don't stand so close to me’ ontstaat. Hierna brengt Sting het ambitieuze album Nothing like the Sun uit in 1987, wederom met hulp van Branford Marsalis. Het album wordt goed ontvangen en kort na het verschijnen ervan gaat Sting zich inzetten voor Amnesty International. Ook zet hij zich in voor natuurbehoud en sticht hiervoor de Rainforest Foundation om aandacht te vragen voor het Braziliaanse regenwoud. De albums die volgen zijn ook succesvol, maar niet zo succesvol als zijn eerste twee soloalbums. Als soloartiest is het Sting gelukt om de grenzen van de popmuziek op te zoeken. Hij versmolt invloeden van jazz, klassieke muziek en wereldmuziek in zijn eigen nummers. Zijn teksten zijn literair en bevatten betekenisvolle boodschappen. Dit benadrukt hij zelf ook regelmatig in de pers. Zijn muziek wordt door velen gezien als literaire, intelligente rock. Zijn critici vinden zijn werk vaak pretentieus. Sting is nog steeds actief als artiest en heeft een trouwe schare volgelingen.

5.2. Protestliederen van Sting
De Britse zanger Sting schreef het nummer ‘They Dance Alone’ over het zwijgzame protest van moeders in Chili wier kinderen tijdens Pinochets regime 'verdwenen'. Sting zingt een lied over de slechte situatie in Chili. In de clip zie je twee vrouwen dansen met een doek. Zij dansen de Cueca, een nationale dans in Chili. Normaal gesproken wordt deze dans in paren gedanst (man/vrouw), maar hier dansen twee vrouwen zonder mannen. Zij dansen met een doek. Sting zingt dat hij zich afvraagt waarom deze vrouwen alleen dansen en waarom ze zo droevig kijken. Waarom die soldaten daar zijn met hun gezichten als steen. Ze dansen alleen omdat ze geen zonen, vaders en mannen meer hebben omdat die vermist of gedood zijn. Daarna komen er foto’s van slachtoffers. Sting zingt dan over dat de vrouwen niet mochten protesteren tegen de dictatuur van Pinochet. Dat deze dans de enige vorm van protest was die toegestaan was. Anders zouden ze binnenkort ook vermist worden. Dan begint Sting te zingen dat het op een dag beter zal worden, dat ze dan vrij zullen zijn. Hij richt zich tot Pinochet: Je hebt een bittere oogst gezaaid. Het is alleen het geld dat je ondersteund, maar op een dag zal dat op zijn. Dan is er geen geld meer voor de marteldood en voor de kanonnen. Dan kan je denken aan je eigen moeder die danst met haar onzichtbare zoon.
Dan komen de mannen weer bij de vrouwen en er komt meer kleur in de clip en de muziek wordt vrolijker. Sting heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het wereldwijd onder de aandacht brengen van de situatie in het land in voorgaande decennia.

Ook schreef Sting liederen over oorlog. Een daarvan is ‘The War’. Hieronder is de tekst ervan afgebeeld.

You've got the mouth of a she wolf
Inside the mask of an innocent lamb
You say your heart is all compassion
But there's just a flat line on your cardiogram

Yet you always made a profit baby
If it was a famine or a feast

Yes, I'm the soul of indiscretion,
I was cursed with x-ray vision,
I could see right through all the lies you told,
When you smiled for the television

And you can see the coming battle
And you pray the drums will never cease
And you may win this war that's coming
But would you tolerate the peace?

Investing in munitions
And those little cotton flags
Invest in wooden caskets
In guns and body bags, guns and body bags

Your daddy was a businessman
It always made good sense
You know the war can make you rich my friend
In dollars, pounds and cents

In the temple that was Mammon's
You were ordained the parish priest
Yes you may win this coming battle
But could you tolerate the peace?

Invest in deadly weapons
And those little cotton flags
Invest in wooden caskets
In guns and body bags
You're investing in oppression
Investing in corruption
Invest in every tyranny
And the whole world's destruction

I imagine there's a future
When all the earthly wars are over
You may find yourself just standing there
On the white cliffs of Dover

You may ask, what does it profit a man
To gain the whole world and suffer the loss of his soul?
Is that your body you see on the rocks below
As the tide begins to roll?

And you invested in this prison
From which you never got released
And you may have won this war we're fighting
But would you tolerate the peace?

There's a war on our democracy
A war on our dissent
There's a war inside religion
And what Jesus might have meant

There's a war on Mother Nature
There's a war upon the seas
There's a war upon the forests
On the birds and the bees

There's a war on education
There's a war on information
There's a war between the sexes
And every nation

There's a war on our compassion
There's a war on understanding
There's a war on love and life itself
And it's war that they're demanding

Make it easy on yourself
And don't do nothing
Hij spreekt hier de aanvoerders van de oorlog aan. De tekst is vanzelfsprekend. Sting zegt hier van alles om mensen van de oorlog een soort schuldgevoel aan te praten. Het maakt zeker indruk op de mensen en het zet mensen aan het denken.

Sting zet zich voor veel dingen in. Ook voor Amnesty international. Vereniging voor mensenrechten. Ook heeft Sting vele politiek protest gedaan.

6. Waarom schrijft Boudewijn de Groot protestliederen?

Boudewijn de Groot werd op 20 mei 1944 geboren in een Japans interneringskamp te Batavia, op Java in Nederlands-Indië. Zijn moeder overleed daar in juni 1945 en een jaar later vertrok de rest van het gezin naar Nederland. In Haarlem kwam Boudewijn te wonen bij zijn tante. Zijn broer en zus werden ergens anders ondergebracht, omdat zijn vader naar Indië terug moest om zijn pensioen vol te maken. In 1951 werd het gezin weer herenigd en verhuisde in '52 naar Heemstede, nadat zijn vader hertrouwde.
In dezelfde straat als waar zij zich vestigden, woonde ook een jongetje met de naam Lennaert Nijgh, een vriendje van het stiefbroertje van Boudewijn. Lennaert en Boudewijn zagen elkaar in die jaren dus wel regelmatig, maar trokken niet met elkaar op. Dat gebeurde pas veel later, in het najaar van 1961. Boudewijn speelde al gitaar en begeleidde zichzelf bij het zingen van liedjes van Jaap Fischer en Jacques Brel. Op het Haarlemse Coornhert Lyceum was zijn succes daarmee verzekerd en via een groepje jongens en meisjes kwam hij weer in contact met Lennaert, die weliswaar op een andere school zat, maar optrok met de Coornhertse vriendenkring.
Na zijn eindexamen in 1962 schreef Boudewijn zich in voor de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam. Ook Lennaert toonde interesse voor de cinema en samen besloten ze een 8-mm-filmpje te maken met de al genoemde vriendenkring. In dit filmpje zingt Boudewijn twee zelfgeschreven liedjes, 'Pubertair' (later 'De kater' genoemd) en 'Bij het raam', dat die titel kreeg omdat het onder een raam werd gezongen en Boudewijn de tekst titelloos had geschreven. Het 'kunstwerk' werd in het voorjaar en de zomer van 1962 opgenomen en achteraf van dialogen, geluidseffecten en muziek voorzien, wat voor een 8-mm-filmpje bijzonder genoemd mag worden. De officiële première vond plaats op 29 dec. 1962. Tijdens een latere vertoning in huiselijke kring, begin '64, was de eveneens aanwezige toenmalige nieuwslezer Ed Lautenslager meer onder de indruk van het muzikale en schrijverstalent van het duo dan van het filmpje. Hij raadde hen aan wat liedjes te schrijven, die hij dan via een relatie bij de platenmaatschappij Phonogram zou aanbieden. Enkele maanden later, op 14 mei 1964, nam Boudewijn de nummers 'Élégie prenatale', 'Strand', 'Sexuele voorlichting' en 'Referein voor...' op, zichzelf begeleidend op de Spaanse gitaar. De plaatjes verkochten slecht, maar maakten wel iets los. Tijdens Boudewijns eerste tv-optreden, in het talentenjachtprogramma "Nieuwe oogst", maakte vooral de publieksjury zich behoorlijk druk over de schandalige tekst van 'Élégie prenatale'. De vakjury herkende het talent van het duo wel en beloonde Boudewijn met de eerste plaats. Het tv-optreden zorgde wel voor Boudewijns eerste uitnodiging voor een zaaloptreden: in een kerk (De Kolenkit) voor een hervormde jeugdbeweging in Amsterdam-West tegen een honorarium van ƒ 25,00 incl. reiskosten. Het was een regenachtige avond, maar ontegenzeglijk het begin van een stralende carrière. Wim Ibo vroeg hem voor zijn "Cabaretkroniek", wat aangeeft dat Boudewijn aanvankelijk werd gezien als cabaretier, en Cobi Schreijers 'Waagtaveerne' in Haarlem werd zo'n beetje de muzikale thuishaven van Boudewijn en Lennaert. De laatste zou hier zijn eeuwig onbereikbare liefde ontmoeten voor wie hij kort daarna de LP “Voor de overlevenden" schreef. Gebrek aan hits, hoofd van een gezin, afgewezen als cameraman bij de televisie, buitengewoon dienstplichtig op grond van het feit dat hij enig kostwinner was: redenen genoeg om te zorgen dat er zo snel mogelijk brood op de plank kwam. Dat brood ging Boudewijn verdienen als magazijnbediende bij de Amsterdamse ‘Bijenkorf’, tussen oktober '64 en de zomer van '66.
Als 'tussendoortje' was hij nog een jaar lang te horen als discjockey bij de piratenzender Veronica, waar hij onder de naam Marcel Oversteege o.a. een jazzprogramma presenteerde. De eerste drie financiële mislukkingen brachten de platenmaatschappij ertoe Boudewijn en Lennaert min of meer te dwingen op de commerciële tour te gaan. Producer Tony Vos, die onvoorwaardelijk geloofde in het talent van de twee artiesten, stelde voor een vertaling te maken van een Engelse versie van het Aznavour-nummer 'Un enfant de seize ans', door Noel Harrison tot Engelse hit gemaakt onder de titel 'A young girl of sixteen'. Het arrangement van zijn uitvoering werd noot voor noot overgenomen voor 'Een meisje van zestien'. En met succes, zij het wat Boudewijn betrof niet van harte. Hij en Lennaert waren nog te zeer bezig met chansons, folk en 'artistiek zijn'. Electrische gitaren, basgitaar en drums waren voor de beatmuziek en dat was heel wat anders. Maar het meisje nestelde zich vanaf oktober '65 voor 13 weken in de hitparade, het grote publiek ontdekte Boudewijn de Groot en daarmee tevens Lennaert Nijgh en met hen werd de scheidslijn tussen 'cultureel verantwoorde muziek' en 'muziek voor het grote publiek' opgeheven.
De volgende hit was: 'Welterusten, meneer de president' en toen brak het moment aan waarop Boudewijn zich fulltime kon wijden aan muziek schrijven, platen maken en optreden. De eerste LP, waarop beide nummers te vinden zijn, verkocht boven verwachting. Op de plaat staan enkele vertalingen van songs van Donovan en Bob Dylan; Lennaert voegde hier nog een paar andere protestliedjes aan toe en het zou gedurende een aantal jaren de nodige moeite kosten eer Boudewijn het door hem zo verfoeide etiket van 'protestzanger' kwijt was. Daar stond tegenover dat hij in diezelfde periode wist uit te groeien tot meest populaire zanger van Nederland dat resulteerde in een eerste plaats op de hitparade in het voorjaar van 1967 met het carnavaleske 'Het Land van Maas en Waal'. De op het werk van Jeroen Bosch geïnspireerde tekst van Lennaert werd door Boudewijn van muziek voorzien met de aanvankelijke bedoeling het lied de sfeer mee te geven van Bob Dylans 'Rainy day women #12 & 35'. Arrangeur Bert Paige zocht het iets meer in de Europese traditie en maakte er een carnavalshit van. De LP "Voor de overlevenden" (1966; gouden en platina plaat, Edison) werd algemeen gezien als Boudewijns eerste echt volwassen product. Een album vol klassiekers met thema's als verloren en onbereikbare liefdes, voorbijgaande vriendschappen en voorbije jeugd.
Vooral de onbereikbaarheid van die ene grote liefde, het verdriet en onbegrip daarover en tevens het besef dat zoiets bij alle grote kunstenaars tot meesterwerken heeft geleid, maakten de teksten van Nijgh op deze plaat tot literaire juweeltjes die door niemand in de Nederlandstalige popmuziek zijn geëvenaard. De LP was ook de eerste met uitsluitend arrangementen van Bert Paige, die zich op de volgende plaat zou manifesteren als de allerbeste en meest veelzijdige in zijn vak.
Onder invloed van het opkomende hippiedom en min of meer 'uitgedaagd' door het verschijnen van de revolutionaire LP "Sergeant Pepper's Lonely Hearts Club Band" besloten De Groot en Nijgh vol overgave in te springen op het verschijnsel psychedelische popmuziek. De LP "Picknick" (1967; gouden en platina plaat, Edison) was het resultaat. Hetzelfde team van de twee eerste albums, producer Tony Vos, arrangeur Bert Paige en technicus Albert Kos stond het tweetal terzijde, het budget was ruim genoeg en er heerste een sfeer van 'alles kan'. Dat bleek vooral uit de arrangementen van Paige, die alle remmen losgooide en de teksten vol kleurige kristallen, bonte bloemen, jassen met bellen, opnieuw Jeroen Bosch, zon, honing, zang en dans voorzag van duizelingwekkende arrangementen. Het duet met Elly Nieman, 'Meester Prikkebeen', leverde Boudewijn een nieuwe toptien-notering op en het undergroundblad "Hitweek" riep de LP uit tot eerste echte Nederpopalbum. Met Lennaert ging Boudewijn nu ook nummers voor anderen schrijven, onder meer voor Liesbeth List. Het jaar daarop werd de samenwerking tussen Nijgh en De Groot verbroken vanwege een project dat Boudewijn opzette met zijn studiegenoot van de filmacademie Lucien Duzee. Samen schreven ze de tekst van een soort luisterspel getiteld 'Heksensabbath'. Het epos vormde het grootste deel van het album "Nacht en ontij", waarop verder nog het lied 'Babylon' staat, evenals een kort muzikaal intermezzo. 'Babylon' werd door Lennaert als liedtekst aangeleverd, maar Boudewijn veranderde er zoveel aan dat hij op het label als tekstdichter vermeld staat. Het muzikale intermezzo ontstond spontaan in de studio, waar op dat moment een nieuw fenomeen stond te pronken: de mellotron, een klavierinstrument dat bestond uit een groot aantal korte audiotapes die door middel van een pianoklavier geactiveerd konden worden en aldus de toon van een muziekinstrument lieten horen, bijv. Strijkers, blaasinstrumenten, gitaar, bas, etc. Op die manier kon je dus een melodie en ook de begeleiding spelen. Een voorloper van de sampler als het ware.
Als gimmick werd bij het album een gratis singletje gevoegd met daarop 'Aeneas nu' en 'Wie kan me nog vertellen', beide met tekst van Boudewijn, hoewel voor het eerste nummer hetzelfde geldt als voor 'Babylon': Lennaert schreef de oorspronkelijke tekst, maar Boudewijns veranderingen waren zo rigoureus, dat hij als tekstdichter vermeld staat. 'Heksensabbath' staat bol van de symboliek, occulte scènes, heksen, duivels, magiërs, kobolden (door Boudewijn op de plaat hardnekkig en abusievelijk kobolten genoemd) en satanaanbidders. Er werd flink met mythische en mystieke namen gegooid en Nederland liep er dan ook niet warm voor. De verkoop stak schril af bij die van de vorige platen, hoewel er tot op de dag van vandaag een zeer trouwe groep fans is die de plaat koestert. De plaat sloeg niet aan, de samenwerking met Lennaert lag stil, de optredens in het land zorgden vaak voor enorme frustraties omdat het publiek dacht de plaatuitvoeringen van Boudewijns repertoire te horen te krijgen, maar moest het doen met een simpele gitaarbegeleiding. Dat viel tussen het beatgeweld van die tijd meestal niet in goede aarde en zorgde voor ontevreden reacties. Een en ander was er de oorzaak van dat Boudewijn besloot het Nederlandstalige repertoire te laten voor wat het was en zich te richten op Engelstalige beatmuziek. Een korte afscheidstournee met als begeleidingsgroep de band Names and Faces voerde hem in 1969 door Nederland en Vlaanderen. In de studio werd gewerkt aan een Engelstalige single, 'In your life', met een studioband die de naam The Tower kreeg. Hierin speelde o.a. mee Eelco Gelling, in die tijd gitarist bij Cuby and the Blizzards. Dezelfde groep had hem ook al begeleid op 'Heksensabbath'. Het singeltje had zowaar enig succes, haalde voor korte tijd de hitparade, maar mondde niet uit in een succesvolle Engelstalige carrière. Een tweede single met The Tower flopte, evenals twee pogingen met een andere studiogroep (Session), waarin Ekseptiontoetsenist Rick van der Linden te horen is. Niettemin besloot Boudewijn met een aantal muzikanten naar Dwingeloo te verhuizen met als doel een band op te richten en Engelstalig repertoire te schrijven. Het liep op niets uit en na een barre winter op het Drentse platteland keerde De Groot in 1970 terug naar de Randstad. Het geld was op, maar platenmaatschappij Phonogram wilde hem graag hebben als producer, waarschijnlijk met in het achterhoofd dat nieuw Nederlandstalig repertoire niet lang op zich zou laten wachten. De Groot vestigde zich in Amsterdam, belde zijn oude makker Lennaert en stelde voor de draad op te pakken. Nijgh stemde in en in 1973 verscheen de LP "Hoe sterk is de eenzame fietser". Deze keer werden er ook teksten geleverd door Ruud Engelander. Van zijn hand verscheen o.a. het nummer 'Jimmy', genoemd naar Boudewijns jongste zoon, die in '72 werd geboren. Het nummer haalde glansrijk de hitparade, de LP was al even succesvol, kreeg een Edison en werd beloond met goud en platina. Als producer was De Groot verantwoordelijk voor de comeback van Rob de Nijs, voor wie hij samen met Lennaert hits schreef als 'Jan Klaassen de trompetter' en 'Zuster Ursula'. Het nummer 'Malle Babbe', dat groot werd gemaakt door Rob, werd door Nijgh en De Groot geschreven voor Adèle Bloemendaal.
De Groot produceerde ook platen met The Blue Diamonds, Frank Kraayeveld van The Bintangs, Oscar Benton, Willeke Alberti en Henny Vrienten, die zich op dat moment als artiest nog achtereenvolgens Ruby Carmichael en Paul Santos noemde en in het Engels zong. In 1975 volgde een ontmoeting met een andere medeleerling van de filmacademie, Renee Daalder, en ook deze keer was het resultaat een LP: "Waar ik woon en wie ik ben". De teksten werden voor een groot deel geschreven in een appartement in het hartje van Parijs; de nummers werden uiteindelijk opgenomen in de splinternieuwe studio van Ely van Tijn in Duivendrecht, met muzikanten als Ernst Jansz, Willem Ennes en Hans Hollestelle. De plaat werd ingezongen en gemixt in The Village Recorder in Los Angeles, waarmee een jongensdroom werkelijkheid werd: Boudewijn woonde een maand in Hollywood.

Samen met het latere album "Maalstroom" is "Waar ik woon en wie ik ben" de meest persoonlijke lp uit het oeuvre van Boudewijn. Op deze plaat rekent de zanger keihard af met zijn verleden en geeft een openhartige kijk op het wie, wat en waar van 'een succesvolle zanger in Nederland'. In een interview stelde hij dat Lennaert (en geen enkele andere tekstdichter, wat dat betreft) niet de juiste man was om dit soort persoonlijke teksten te schrijven. Dat kan alleen degene over wie het gaat, Boudewijn zelf.
In 1976, na een tweede kort verblijf in Amerika, maakte Boudewijn de Groot een tournee door Nederland en Vlaanderen samen met de voor die gelegenheid geformeerde Jeroen-Boschband, waarin opnieuw de namen opdoken van Ernst Jansz en Henny Vrienten. Het publiek vulde de zalen tot de laatste stoel. In 1977 vertrok De Groot opnieuw naar Hollywood, nu voor langere tijd, waar hij in de loop van zijn verblijf aan een workshop arrangeren begon bij Dick Grove's School of Music. Na een jaar keerde hij terug naar Nederland. In 1979 volgde een tour door Nederland en Vlaanderen met een band die voornamelijk uit Belgische muzikanten bestond. Alleen Henny Vrienten was overgebleven van de vorige begeleidingsgroep. Het jaar daarop dook het gezelschap de studio in voor het opnemen van de LP "Van een afstand". Op deze plaat vinden we ook het nummer 'Een tip van de sluier', de titelsong van een film van Frans Bromet, met wie Boudewijn op de filmacademie in dezelfde klas had gezeten. In de zomer van datzelfde jaar, 1980, besloot Boudewijn voor de derde keer naar Hollywood te gaan, deze keer om zijn arrangeercursus af te ronden en aan te vullen met een workshop filmmuziek. Tussendoor vloog hij nog eenmaal over voor een tour met muzikanten die hem al jaren in de studio hadden begeleid. Van de tour werd een LP gemaakt die onder de titel "Concert" in 1982 werd uitgebracht. In 1983 kwam De Groot voorgoed terug naar Nederland. In een poging zijn marktgebied uit te breiden besloot hij een Duitstalige LP ("Bo", 1983) uit te brengen met overigens opmerkelijk goede vertalingen van bekende en minder bekende stukken uit zijn repertoire. Het project stierf, mede door erbarmelijke promotie, een stille dood. Het jaar daarop bracht Boudewijn alle ellende van een verbroken relatie, financiële problemen en artistieke verwarring samen in een repertoire van negen zeer somber klinkende nummers. Een verzameling liedjes waarvoor hij zelf ook de teksten schreef. Aangevuld met het melancholische 'Vlucht in de werkelijkheid', de enige tekst van Lennaert in dit kleine oeuvre, vormde een en ander het repertoire voor de LP "Maalstroom". Te veel alles zelf willen doen was er de oorzaak van dat de plaat niet uit de verf kwam, hoewel het basismateriaal op zijn minst boeiend is. 'De liedjes vind ik nog altijd prachtig en ze verdienden dan ook een waardiger behandeling,' volgens Boudewijn zelf. Uiteraard waren de verkopen navenant. Het publiek kon niet door de somberheid heen luisteren, waarbij kwam dat de arrangementen op zijn zachtst gezegd niet boeiend genoeg waren. Wellicht was het mislukken van "Maalstroom" er mede de oorzaak van dat De Groot in 1984 besloot het tijdelijk voor gezien te houden. De volgende periode van muzikale stilte vulde hij met het vertalen van thrillers en detectives voor uitgeverij Luitingh, ondermeer een aantal boeken van Stephen King. Daarnaast stelde hij voor de IKON een tv-serie samen over subculturen in de Nederlandse popmuziek, en produceerde hij de muziek voor een aantal films van Pim de la Parra, alweer een medeleerling van de filmacademie ("How to survive a broken heart" met muziek van zoon Marcel, "De nacht van de wilde ezels" en "Lost in Amsterdam"). Daarnaast schreef hij de muziek voor twee films van de cineast Paul Ruven. Incidenteel hield hij zich ook nog bezig met het produceren van platen van Bram Vermeulen, Rowwen Hèze en The Shooting Party. Zijn samenwerking met Pim de la Parra zorgde ervoor dat hij in 1990 de hoofdrol kreeg in diens minimal movie "Let the music dance".De muzikale stilte werd pas echt verbroken door de musical "Tsjechov", waarin hij de titelrol speelde. De première vond plaats in 1991 in de Amsterdamse Stadsschouwburg en de musical werd zeer enthousiast ontvangen. De naam Boudewijn de Groot was voor het grote publiek weer verbonden met het theater. Het acteren in "Tsjechov" beviel hem en de producenten zo goed, dat hij in 1995 werd gevraagd de rol van Otto Frank te spelen in "Het dagboek van Anne Frank" van Mies Bouhuys.

Hierna bleek de tijd rijp voor het oppikken van de muzikale draad. Van 1996 tot 1998 tourde hij met een groep van zeven uitgelezen muzikanten, onder wie zijn ouwe maatje Ernst Jansz, door Nederland en Vlaanderen met het programma "Een nieuwe herfst". De titel was die van de cd die in het voorjaar van dat jaar uitkwam, een plaat met arrangementen van en geproduceerd door Jakob Klaasse. Klank en kleur van de cd deden denken aan de jaren van Bert Paige en het publiek liet zich dan ook niet onbetuigd en sloot Boudewijn opnieuw uitbundig in zijn armen. Het werd de zoveelste gouden plaat voor de artiest. Maar het allerbelangrijkste was wel de bijdrage van Lennaert, die na zoveel jaar van stilte opeens met een aantal wondermooie teksten kwam. Het duo was het nog niet verleerd, al kwamen de teksten wat trager en moeizamer tot stand dan ooit het geval was geweest. De tour liep ruim twee seizoenen voor uitverkochte zalen en een uitbundig publiek, dat ook nu weer alle generaties omvat.
Na een aantal 'normale' Edisons kreeg Boudewijn in 1998 het beeldje uitgereikt voor zijn totale oeuvre. Het jaar daarop volgde een al even belangrijke onderscheiding: ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, welke benoeming hij mocht delen met Lennaert. Op 19 februari 2000 vond de première plaats van de tweede serie voorstellingen van "Tsjechov", met een nieuwe cast maar met Boudewijn opnieuw in de titelrol.

Twee jaar later volgde wederom een tour, getiteld "Andere tijden", met grotendeels dezelfde band als bij de tour van '96. Opnieuw uitverkochte zalen en een laaiend enthousiast publiek.
Dezelfde taferelen speelden zich af in het jubileumjaar van Boudewijn de Groot, 2004, het jaar waarin hij twee feiten te vieren had: 40 jaar muziek maken (14 mei) en zijn 60e verjaardag (20 mei). De korte tour "Eeuwige jeugd" van begin maart tot en met 14 mei van dat jaar, is in 2005 in reprise gegaan (eind februari tot eind juni).
In oktober 2003 startten de opnamen voor een nieuwe serie van de populaire Belgische politieserie "Flikken", die tot oktober 2004 zouden duren. Boudewijn speelt hierin de rol van profiler. De uitzendingen beginnen op de Vlaamse televisie in september 2004 en beslaan 13 weken. Op 28 november 2002 overleed Lennaert Nijgh na een kort ziekbed, weliswaar plotseling, maar voor Boudewijn en Lennaerts naaste omgeving niet geheel onverwacht. Lennaert was al een aantal jaren zwak, had in '98 met dezelfde problemen in het ziekenhuis gelegen en ging de maanden voor zijn overlijden zienderogen achteruit. Een onvervangbaar verlies, waar alleen maar tegenover staat dat Lennaert een kostbare schat aan ongeëvenaarde teksten heeft nagelaten, die in lyriek, zeggingskracht en vernieuwende waarde niet snel overtroffen zullen worden. Ze zijn van doorslaggevend belang geweest voor de volwassenwording van de Nederlandstalige teksten in de popmuziek.
Hoewel Boudewijn veertig jaar lang een duo heeft gevormd met Lennaert en diens teksten al die jaren is blijven zingen en daarmee gedurende zijn hele carrière een hommage aan Lennaert heeft gegeven, is hij van plan eind 2005 die hommage te comprimeren en gestalte te geven in een Lennaert Nijgh-marathon. Het is de bedoeling alle nummers die hij en zijn vriend hebben geschreven en die Boudewijn zelf door de jaren heen heeft gezongen op één avond in een totaalprogramma dat enige uren zal duren ten gehore te brengen. Het zal een eerbetoon worden ter nagedachtenis van degene die voor een groot deel verantwoordelijk is geweest voor de ongelooflijk succesvolle carrière van Boudewijn de Groot. Dat laatste blijkt eens temeer uit het feit dat de Groot al een aantal jaren de hoogst en meest genoteerde Nederlandstalige artiest is in de 'Radio 2 Top 2000'.

7. Welke artiesten maken nog meer protestliederen?

7.1. Lange Frans en Baas B.
Lange Frans en Baas B. hebben twee protestliederen gezongen. Waarvan een Zinloos is. Het gaat over de criminaliteit die er in Nederland gebeurd. De vraag in hun song is: Hoeveel slachtoffers moeten er nog vallen voordat er eindelijk wat aan gedaan word. Hieronder is de tekst afgebeeld.

Daniel van Cotthem bracht z'n chick naar het station
en hoe de fuck kon hij nou weten dat zijn einde daar begon.
Hij kreeg een klap voor zijn kop,
maar keek niet om hield zijn mond,
tot die de volgende ochtend,
met hersenletsel opstond .
Zijn pa vond dat het tijd werd voor het ziekenhuis,
ik freakte als een gek toen ik het zag op de buis.
Die ene klap dat was de fatale,
hij zou het einde van de dag niet meer halen.
Joes Kloppenburg hij ging uit in onze hoofdstad,
Amsterdam vrijdagavond dat belooft wat.
Is wat hij dacht maar die nacht bracht wat anders mee,
zag een gevecht aan het einde van een lange steeg,
was niet het type dat zweeg,
waardoor hij zo veranderde in het type dat de klappen kreeg.
Kwam in het nauw en werd getrapt en zegt ie wat ie wou,
het allerlaatste wat ie schreeuwde dat was kappen nou.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,
Meindert Tjoelkert probeert een fiets van de gracht te redden,
om maar eens ff iets te zegge,
en of het nodig was de daders vonden van wel,
ze pakte daarna nog een biertje en zijn grafsteen spel
omdat ik de moed had der wat van te zegge,
waar zijn we veilig,
kan iemand mij dit uitleggen.
En waarom zien we al die woede,
ik kwam alleen maar op voor het goede.
Rene Steegmans deed zijn dagelijkse boodschappen,
hij kon niet weten dat ze hem zoude doodtrappen.
die twee drollen op een brommer tot de orde,
waardoor hij zelf nu het slachtoffer zou worde.
Vroeg om respect, ging gestrekt en werd afgebekt
en met een helm werd er vet op hem ingemept.
Dat is niet correct is wat men zegt
en dat is zeker waar,
waar zijn die mensen,
van men stond erbij en keek ernaar.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,
We doen het hier in jullie naam, jullie naam.
De lijst is lang godallemachtig,
met erwin duinmeijer sinds augustus '83.
En de trend van het moment is nog killer en kouder,
en de angst en de haat zijn vertrouwder.
Ligt het aan onszelf,
ligt het aan het lot.
Kijken we naar boven,
richten we tot god.
Weer een stille tocht,
weer iemand kapot,
en schieten op de deur van de disco is geen sport.
Nou ik heb meer gemeen met de slachtoffers dan de daders,
dus deze is voor hun moeders en vaders,
hun broeders en zusters die niet meer kunnen rusten,
en hopelijk maken we iemand bewuster.
Verkeerde tijd en een verkeerde plek
is dat de juiste situatie voor de juiste gek.
Nou check jezelf en verdedig je grenzen,
want aan het eind van de dag zijn we allemaal mensen.
Hoeveel moeten der nog komen,
Hoeveel moeten der nog gaan,
Wie waren deze helden,
We doen het hier in jullie naam,

Ook hebben Lange Frans en Baas B. ‘het land van…’ geschreven. Het gaat in dit lied over Nederland. Dat Nederland een multiculturele samenleving is. En alle problemen van Nederland word beschreven. De tekst is vanzelfsprekend.

Kom uit het land van Pim Fortuin en Volkert van de G.
Het land van Theo van Gogh en Mohammed B.
Kom uit het land van kroketten, frikadellen
Die je tot aan de Spaanse kust kan bestellen
Kom uit het land waar Air Max. Nooit uit de mode raken.
Waar ze je kraken op het moment dat je het groot gaat maken
Kom uit het land van rood-wit-blauw en de gouden leeuw
Plunderen de wereld noemen ze de gouden eeuw
Kom uit het land van wietplantages en fietsvierdaagse
Het land waar je een junkie om een fiets kan vragen
Het land dat kampioen werd in ‘ 88
Het land van haring happen, dijken en grachten
Kom uit het land van, het land van Lange Fransie
Dit is het land waar ik thuis kom na vakantie
Kom uit het land waar ik 1982 geboren ben
Waar ik me guldens aan de euro verloren ben
Het land dat meedoet aan de oorlog in Irak
Want ome Bush heeft Balkenende in zijn zak
Het land van gierig zijn
Een rondje geven is te duur
De vette hap van de Febo trek je uit de muur
Het land van rellen tussen Ajax en Feyenoord
Maar wanneer Oranje speelt iedereen erbij hoort.
Het land van Johan Cruijf en Abe Lenstra
Het legioen laat de leeuw niet in zijn hemd staan
Het land waar we elke dag hopen op wat beter weer
Die Piet Paulusma vertrouw ik voor geen meter meer
Het land dat vrij is sinds ‘45
Het land waar ik blijf, vind het er heerlijk
Eerlijk

Ik kom uit het land waar je doorheen rijd in 3 uurtjes
Met een ander dialect elke 10 minuutjes
Kom uit het land waar op papier plek voor iedereen is
En XTC export nummer 1 is
Kom uit het land waar Andre Hazes
Over 100 jaar in elk café nog steeds de baas is
Kom uit het land waar Peter, Gert-Jan, Raymond en Jutten
Frans, Bart en Ali de game runnen
Kom uit het land waar hiphop een kind van 30 is
En je mag zelf weer gaan vullen hoe vet dat is
Het land waar als je rijk wordt je zoveel inlevert
Dat je bij jezelf denkt hoeveel zin heeft het?
Het land waar prostitutie en blowen mag
Het land van sinterklaas en koninginnedag
Dit is het land waar ik verloren heb, bedrogen ben
Kom uit het land waar ik geboren en getogen ben
Kom uit het land met de meeste culturen per vierkante meter
Waar men bang is om bij de buren te gaan eten
En integratie is een schitterend woord
Maar shit is f*cking bitter wanneer niemand het hoort
Ik deel mijn land met Turken en Marokkanen,
Antilianen, Molukkers en Surinamers
Het land waar we samen veels te veel opkroppen
En wereldwijd gerepresent zijn door Harry Potter
Het land waar apartheid, internationaal
Het meest bekende woord uit de Nederlandse taal
Kom uit het land wat tikt als een tijdbom
Het land dat eet om zes uur en ook nog eens op tijd komt
Dit is het land waar ik zal overwinnen aan het einde
Totdat je deze meezingt aan de Arena lijnen
En tot die tijd zal ik schijnen ik heb mijn hart verpand
Dit is voor Nederland, Baas B, Lange Frans

7.2. Marco Borsato en Ali b
Marco en Ali B hebben ‘wat zou je doen’ geschreven. Het gaat over wat je zult doen als de oorlog uitbreekt. En wat wij als Nederland kunnen doen voor de mensen die in een ander land in oorlog leven. Ze roepen mensen op om wat te doen en ze laten zien dat ze er niet mee eens zijn wat er nu tegen oorlogen gebeurt. Het is geschreven voor de stichting War Child.

Als er nooit meer een morgen zou zijn
En de zon viel in slaap met de maan
Heb je enig idee wat het met je zou doen
Als je nog maar een dag zou bestaan
Voor sommige kinderen zal er nooit meer een morgen zijn
Hoe zou je het vinden als je dagen vol zorgen zijn
Je bent zo jong en klein, het doet enorm pijn
Het hartje van een kind is zo breekbaar als porselein
Dus neem nou de tijd om dit even te horen
Want als wij niks doen dan is hun leven verloren
Iedereen heeft recht op een eerlijk leven
En ze kunnen nog zoveel op deze wereld beleven
Kom we geven ze een kans en bieden ze hulp
Hou je koppie omhoog en kruip niet in je schulp
Steek de handen in elkaar, want dan staan we sterk
Nee, we kijken niet, we gaan aan het werk
Wat zou je doen 4x
Wat zou ik doen als ik woonde in Bagdad?
Zou ik smeken bij degene die de macht had?
Eh yo hoe erg zou het zijn op de Balkan?
De meeste mensen die snappen er geen bal van
Kongo, Kosovo en Pakistan
Siërra Leone, Soedan en Afghanistan
Eritrea en natuurlijk Georgië
Het is oorlog van hier tot aan Bosnië
Zou je hart zich weer vullen met vuur.
Van de eeuwige schaamte die vrijt.
Kijk je niet meer benauwd naar de klok op de muur.
Kom je los uit de greep van de tijd.
We verbannen de dromen naar morgen en laatst
Maar doet het je stiekem geen pijn.
Tot je dan pas gaat doen wat je altijd al wou.
Als er nooit, meer een morgen zou zijn.
Je schrikt jezelf rot als je ziet wat gebeurt
Een klein kind van 8 jaar loopt rond met een mitrailleur
Dit is niet correct het hoort te spelen met speelgoed
Of voetballen misschien zijn ze wel heel goed
Hoeveel moet zon kind nog lijden
Iedereen wil toch wel zon kind bevrijden
Ze zijn heel druk mensen horen niet te stressen
De Meisjes doen hun best en worden leraressen rappers of zangeressen
Ik hoop dat het lukt dan geef ik 2 vingers hou ze hoog in de lucht
Van links naar rechts hou ze hoog in de lucht
Want een glimlach van een kind is toch een gros van geluk
Wat zou je doen. Als er nooit meer een morgen zou zijn 4x
Wat zou je doen dan?
2 vingers in de lucht kom op, kom op.
Wat zou je doen.
War Child!

7.3. Michael Jackson
Michael Jackson heeft ‘Earth song’ geschreven. Het gaat over alles wat er op de wereld speelt. Oorlog, dieren en kinderen. Hij stelt ons de vraag wat hebben wij met de wereld gedaan? Hoe kunnen wij zoveel schade aan richten aan de wereld? Hieronder is de tekst afgebeeld.

What about sunrise, what about rain
What about all the things, that you said we were to gain...
What about killing fields, is there a time

What about all the things, that you said was yours and mine...
Did you ever stop to notice, all the blood we've shed before
Did you ever stop to notice, the crying Earth the weeping shores?

Aaaaaaaah, aaaaaaaah

What have we done to the World, look what we've done
What about all the peace, that youpledge your only son...
What about flowering fields, is there a time
What about all the dreams, that you said was yours and mine...
Did you ever stop to notice, all the children dead from war
Did you ever stop to notice, the crying Earth the weeping shores?

Aaaaaaaah, aaaaaaaah

I used to dream, I used to glance beyond the stars
Now I don't know where we are, although I know we've drifted far

Aaaaaaaah, aaaaaaaah, aaaaaaaah, aaaaaaaah

Hey, what about yesterday (what about us)
What about the seas (what about us)
The heavens are falling down (what about us)
I can't even breathe (what about us)
What about the bleeding Earth (what about us)
Can't we feel its wounds (what about us)

What about nature's worth (ooo, ooo)
It's our planer's womb (what about us)
What about animals (what about it)
We've turned kindoms to dust (what about us)
What about elephants (what about us)
Have we lost their trust (what about us)

What about crying whales (what about us)
We're ravaging the seas (what about us)
What about forest trails (ooo, ooo)
Burnt despite our pleas (what about us)

What about the holy land (what about it)
Torn apart by creed (what about us)

What about the common man (what about us)
Can't we set him free (what about us)
What about children dying (what about us)
Can't you hear them cry (what about us)

Where did we go wrong (ooo, ooo)
Someone tell me why (what about us)
What about the babies (what about it)
What about the days (what about us)
What about all their joy (what about us)
What about the man (what about us)
What about the crying man (what about us)
What about Abraham (what about us)
What about death again (ooo. ooo)


Conclusie

Wat zijn de beweegredenen van mensen om protestliederen te gaan schrijven?

De voornaamste beweegredenen zijn dat de artiesten niet met sommige dingen eens zijn. Dingen die in de wereld gebeuren. Dat kunnen verschillende onderwerpen zijn die we hebben behandeld. Het zijn voornamelijk onderwerpen die een probleem of een bedreiging voor het land vormen. Soms de bedreiging tot dood. Denk aan hongersnood of armoede. Denk aan de milieuproblemen en de uitlaatgassen van het milieu waar mensen ziek van worden en vervolgens overlijden. Artiesten vinden dat erg of ze hebben het in hun naaste omgeving meegemaakt. Artiesten zoeken dan een uitlaatklep en die vinden ze in de muziek. Ze verwerken hun emotie erin. Ze protesteren tegen de ziekte. Ze zijn boos dat het juist die mensen moeten overkomen.
Maar de mensen (artiesten) kunnen ook een oproep doen aan de mensen om wat te gaan doen. Bijvoorbeeld geld geven als er een ramp is gebeurt. Dat zijn dus ook vormen van protesten.

Bronnenlijst

Plas Jan van de, Nederpop met hart en ziel, 2003, Hilversum
Sting, Broken Music a memoir, 2004, Simon & Schuster Uk

www.boudewijndegroot.nl
www.lyrics.nl
www.songteksten.net
www.pienternet.be/archief/nieuwsbrief/december2003.html
www.wikipedia.nl

Werkstuk Geschiedenis Ethiopië: 1869 - 2007

HET STRATEGISCH BELANG VAN ETHIOPIË

Een geschiedenis van de internationale betrekkingen om Ethiopie: 1869-2007



Inleiding

Als ik dacht aan Ethiopie, dacht ik aan een zandbak. Een woestijn, vol armoedige, hongerlijdende Afrikanen. Ethiopie was vooral een `Ver van mijn bed show' en het nieuws rondom dit land kon ik niet in perspectief plaatsen. Grensoorlog met Eritrea? Militair ingrijpen in het stateloze Somalie? Ik begreep er niets van.

Maar toen ik Martin Meredith's bestseller The State of Africa aan het lezen was, werd mijn interesse in Ethiopie gewekt. Ik kwam erachter dat Ethiopie een van de weinige landen is geweest die níet gekoloniseerd is. Ik wist al dat het Ethiopische leger als eerste Afrikaanse leger in 1896 een Europees leger wist te verslaan, namelijk het Italiaanse. De geschiedenis van Ethiopie was uniek en week veel af van die van het merendeel van andere Afrikaanse staten, welke gekenmerkt wordt door kolonisatie aan het einde van de 19e eeuw, dekolonisatie rond 1960 en veelal armoede sindsdien. Het verbaasde mij dat een land, dat tegenwoordig gemakkelijk past in het clichebeeld van de arme, corrupte en door oorlog getekende Afrikaanse staat, een zo'n afwijkende geschiedenis heeft gekend. Hoe zit dat?



Dit literatuuronderzoek is het resultaat van die nieuwsgierigheid. Het is een uiteenzetting van de geschiedenis van Ethiopie van 1869 tot nu, waarbij de nadruk ligt op de geschiedenis van de internationale betrekkingen: ofwel, de invloeden van buitenaf. Het onderzoek werd een interessante zoektocht naar antwoorden, gevoed door de laatste ontwikkelingen in de Hoorn van Afrika. Ethiopie is in december 2006 Somalie binnengevallen om de Islamitische Rechtbanken te verjagen en op het moment van schrijven woeden er hevige gevechten in Mogadishu tussen Somalische opstandelingen en Ethiopische soldaten. Ondertussen heeft Oeganda de eerste zestienhonderd soldaten naar Mogadishu gestuurd, om bij te dragen aan wat een troepenmacht van de Afrikaanse Unie van achtduizend man moet worden. Zij krijgen de ondankbare taak vrede en veiligheid te brengen, eerst in Mogadishu, en vervolgens in heel Somalie. De VS speelt ook een belangrijke rol. In januari voerden zij luchtbombardementen uit op Mogadishu, in de hoop de Islamitische Rechtbanken te verjagen. En de Amerikanen steunen de legers van Museveni van Oeganda en Zenawi van Ethiopie, omdat ze na de desastreus verlopen VN-operatie Restore Hope liever geen Amerikaanse soldaten meer zien sterven in Somalie. Maar wat ging hieraan vooraf?

In dit essay wordt de geschiedenis opgedeeld in vijf delen, waarbij de nadruk ligt op hoofdstuk 3 (1950-1974) en hoofdstuk 4 (1974-1991). In hoofdstuk 1 (1869-1916) vertel ik hoe de kolonisatie van Afrika en het graven van het Suezkanaal van invloed waren op de geschiedenis van Ethiopie. Ethiopie werd niet alleen gevrijwaard van kolonisatie, de Ethiopiers koloniseerden zelf: het grondgebied verdubbelde in deze jaren. Door het Suezkanaal veranderde de Hoorn van Afrika van een oninteressant woestijngebied, in een strategisch belangrijke regio. En in de regio was, en is Ethiopie de grootmacht. Hoofdstuk 2 vertelt vooral over de verloren oorlog met Italie in 1936, en de daaropvolgende vijfjarige bezetting. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Ethiopie bevrijd door Engeland, dat daarna nog jarenlang een stevige vinger in de pap hield. In 1916 komt overigens Ras Tafari aan de macht, die zich in 1930 tot keizer Haile Selassie liet kronen. Het vooral in Jamaica beleden en met Bob Marley geassocieerde, Rastafari-geloof zien Haile Selassie nog steeds als hun profeet. Maar dat terzijde.

Hoofdstuk 3 vertelt over het hoe en waarom achter het bondgenootschap met de VS, die een enorme hoeveelheid geld pompte in het leger van Ethiopie. Na de militaire coup van de Derg, onder leiding van Mengistu en de val van keizer Selassie, kwam aan dit bondgenootschap een abrupt einde. Hoofdstuk 4 beschrijft de rampzalige periode onder de dictator Mengistu, waarin ook de hongersnood van 1984-1985 viel. De beelden van deze hongersnood gingen de hele wereld over, mede dankzij het grootschalige Live Aid benefietconcert (`We are the world', `Do they know it's Christmas?'). De ondergang van de Sovjet-Unie leidde ook de ondergang van Mengistu in. Sinds 1991 is de EPRDF in Zenawi aan de macht. In hoofdstuk 5 worden de ontwikkelingen sindsdien beschreven tot aan het de huidige tijd.



Hiermee is dit essay, door enthousiasme iets groter dan gepland uitgevallen, een prima manier om kennis te maken met de geschiedenis van Ethiopie en een beter begrip te krijgen voor wat daar nu aan nieuws vandaan komt. Onthoudt daarbij wel dat dit een geschiedenis is, niet de geschiedenis. Over veel kwesties woedt nog hevige discussie. Zoals wat de enorme internationale hulpactie van `84/'85 voor de machtspositie van Mengistu betekende, en of Ethiopie onder Zenawi democratisch aan het worden is of niet.



H1. 1869-1916

1.1 Suezkanaal en Scramble for Africa

Door de opening van het Suezkanaal in Egypte in 1869 werd de Rode Zee verbonden met de Middellandse Zee en ontstond een nieuwe belangrijke handelsroute. Zo veranderde de Hoorn van Afrika (Ethiopie, Eritrea, Somalie, Djibouti, Sudan) van een geopolitiek oninteressant woestijngebied in een belangrijke strategische zone. Binnen een korte periode verkregen verschillende Europese machten hier een basis. De Fransen in Djibouti, de Italianen in Abbas, terwijl de Engelsen al goed vertegenwoordig waren in de regio.

In dezelfde periode voltrok zich een ander belangrijk proces, namelijk de `scramble for Africa'. Ruwweg tussen 1880 en 1910 werd `de buit' door Europese koloniale grootmachten veroverd en verdeeld. Omdat er op dit continent weinig goed georganiseerde staten waren, maar vooral veel kleine volken die door Europa weinig serieus werden genomen, konden Europese politici op de Conferentie van Berlijn (1884-1885) met potlood, liniaal en een kaart van Afrika bepalen welke stukken land van wie zouden zijn: de Fransen, Engelsen, Belgen, Spanjaarden, Portugezen, Duitsers en Italianen kregen allemaal een stuk van de taart. De grenzen van veel staten zoals die nu bekend zijn, werden op deze conferentie bepaald. Ethiopie daarentegen, vormde hierop een uitzondering.



1.2 Menelik II

Het christelijke rijk raakte in de achttiende eeuw in verval, het had te kampen met de opmars van de Islam in de regio en leek zich met de toenemende interesse van Europese koloniale machten in het gebied in een benarde positie te bevinden. Maar toen Menelik II, ironisch genoeg met steun van de Italianen, in 1889 aan de macht kwam in het keizerrijk, keerde het tij. Menelik ontwikkelde Ethiopie tot een moderne staat en stond niet toe te kijken hoe Europese machten zich stukken toeeigende, maar deelde in het festijn: door de expansieve politiek van de keizer verdubbelde het grondgebied van de staat. Hiermee was Ethiopie een van de tien grootste staten in Afrika geworden, bijna net zo groot als Zuid-Afrika.

In de tussentijd had Italie haar basis in Abbas uitgebreid tot een volwaardige kolonie: Eritrea, die Ethiopie afsneed van de kust. De Italianen hadden ook hun zinnen gezet op het onafhankelijke buurland, en begonnen in 1896 overhaast aan een oorlog waarbij de Italianen compleet in de pan werden gehakt. Op 1 maart van dat jaar stierven zesduizend (van de 18.000) soldaten die aan Italiaanse zijde vochten. Er waren bovendien vijftienhonderd gewonden en achttienhonderd gevangen. Na deze Slag van Adowa werd Ethiopie door het Westen serieus genomen. Door uiterst behendig diplomatiek spel van de kant van Menelik wist hij zowel de ambitieuze Fransen als de behoudende Engelsen te vriend te houden. Doorslaggevend voor de toekomst van Ethiopie was het grensverdrag van 1897, waarin de Engelsen het koninkrijk als soevereine staat erkenden. Dit betekende ook dat het overgrote deel van de provincie Ogaden, bevolkt door Somalische volkeren, nu internationaal erkend werd als Ethiopisch grondgebied. Menelik wist alle internationale machten buiten de deur te houden in een regio die verder compleet gekoloniseerd werd en kon zich concentreren op het versterken van de staat.



1.3 Successieproblemen

Menelik had vanaf 1904 echter steeds meer last van de gevolgen van syfilis en kreeg in 1909 een infarct dat hem verlamd en sprakeloos achterliet. Wat volgde waren enkele instabiele jaren waarin verschillende politici en troonopvolgers een weinig effectief beleid voerden. Zo bracht prins Lij Iyasu Ethiopie bijna in oorlog met de Geallieerde troepen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog, door zich te scharen aan de kant van de Islamitische staten en de Centrale machten. Iyasu hoopte dat als de Geallieerden (waartoe ook Italie behoorde in WO1) verloren, Ethiopie aanspraak zou kunnen maken op de Italiaanse kolonie Eritrea. Internationaal leidde dit tot problemen en nationaal zorgde zijn bekering tot de Islam in het overwegend christelijke land tot wantrouwen en protesten. In 1916 werd Iyasu afgezet en benoemde de nieuwe keizerin Zawditu Melinek Tafari Makonnen aan tot `ras'.



H2. 1916-1950

2.1 Ras Tafari wordt keizer Haile Selassie

Ras Tafari Makonnen, waarnaar de door de Jamaicaanse reggaeheld Bob Marley beroemd geworden religieuze groep Rastafari's zichzelf vernoemden, had in eerste instantie een vrij zwakke positie binnen de regering. Hij zou in 1930 keizer worden onder de naam Haile Selassie. In de tussenliggende periode wist Tafari geleidelijk zijn macht uit te breiden en de economie en staat te versterken en moderniseren. Tegelijkertijd had hij te maken met interne weerstand van de politieke elite doordat hij steeds meer macht naar zich toetrok. Tevens was hij weinig succesvol in het verwerven van een economisch zo belangrijke havenplaats en speelde het machtspolitieke spel niet erg handig met de Italianen in Eritrea en Italiaans Somaliland, de Fransen in Djibouti en de Engelsen in Brits Somaliland, Sudan en Kenia. Tafari had wat dat betreft nog wat kunnen leren van zijn voorganger Menelik: hij was in de binnenlandse politiek beter thuis dan in de buitenlandse betrekkingen.



2.2 Italiaanse bezetting

Deze onhandigheid in het machtspolitieke spel leidde ertoe dat toen de Italiaanse fascist Mussolini Ethiopie aanviel, Selassie alleen stond. Mussolini hoopte met de bezetting van Ethiopie een begin te maken met de herrijzenis van een nieuw Romeins Rijk en wilde de blamage van 1896 recht zetten. Haile Selassie had nog gehoopt op ingrijpen van de Volkerenbond, maar dit was tevergeefs en stond zo kansloos tegenover de Italiaanse troepenmacht. Mussolini ging ook niet halfslachtig te werk: voor zijn verovering maakte hij gebruik van een half mijoen troepen, luchtbombardementen en gifgas. Van 1936 tot 1941 werden de Ethiopiers dus toch nog voor een korte periode gekoloniseerd door een Europese macht. De kolonisatie duurde slechts vijf jaar omdat er een actieve verzetsbeweging tegen de Italiaanse bezetting streed en omdat Mussolini in 1940 de fatale keuze maakte zich in de Tweede Wereldoorlog te scharen achter Adolf Hitler en zo in een kansloze oorlog met de Geallieerden raakte. In 1941 volgde al gauw de bevrijding van Ethiopie na de invasie door Engelse troepenmachten vanuit Kenia en Sudan.



2.3 Onafhankelijkheid onder Engelse invloed

Haile Selassie werd opnieuw keizer. Hoewel Engeland Ethiopie onafhankelijkheid had geschonken, behielden de Engelsen tot ergernis van Selassie een stevige vinger in de Ethiopische pap. Een verdrag uit 1942 bepaalde dat Engeland supervisie hield over de financien, dat het mocht bepalen wat er met de Italiaanse oorlogsgevangen zou gebeuren, veel belangrijke overheidsposten zouden bezetten, de Britse luchtmacht exclusieve toegang had tot het luchtrijk boven Ethiopie en dat Ethiopie niet het recht had een oorlog te verklaren. Een tweede verdrag, uit 1944, voorzag in een iets minder dominante rol van Engeland.

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog ontstond discussie over de toekomst van de aan Brits Somaliland grenzende provincie Ogaden en het ten Noorden van Ethiopie en aan de kust gelegen Eritrea. De provincie Ogaden werd uiteindelijk in 1954 tegen de zin van de Britten in weer Ethiopisch grondgebied. Dit zou een bron van problemen blijven vormen, omdat een groot deel van de bevolking zichzelf niet als Ethiopier maar als Somalier zag.

Omdat Italie werd gedwongen na de verloren Tweede Wereldoorlog al haar kolonien af te staan, was ook de toekomst van Eritrea onduidelijk. De vraag was of Eritrea een onafhankelijke staat zou worden of een federatie zou vormen met en onder leiding van buurland Ethiopie. In 1950 werd door de Verenigde Naties gekozen voor de vorm van een unie, een soort gulden middenweg tussen onafhankelijkheid en federatie die niemand echt gelukkig maakte. Selassie zag het als eerste stap naar de inlijving van een nieuwe provincie, terwijl een deel van de Eritrese bevolking, gesteund onder andere door de Italianen, bleef pleiten voor onafhankelijkheid. Het begin van de unie luidde ook het einde van de invloed van de Engelsen in, die in 1950 hun troepenmacht uit het land terugtrokken. Door de constante druk van buiten om Ethiopie te bezetten dan wel te overheersen en doordat de keizer ook binnenlands zijn dominantie moest bevechten, kwam Selassie tot de conclusie dat een sterk leger essentieel zou zijn voor de soevereiniteit van zijn land en zijn eigen positie als leider daarbinnen. Maar hoe kon de keizer zo'n leger opbouwen in een arm en economisch onderontwikkeld land als Ethiopie? Selassie klopte daarvoor aan bij de Amerikanen.



H3. 1950-1974

3.1 Dekolonisatie en Koude Oorlog

De machtsverhoudingen in de internationale gemeenschap waren na de Tweede Wereldoorlog danig veranderd. De koloniale grootmachten uit Europa zakten ineen. Verzwakt door de oorlog en geconfronteerd met steeds krachtiger en beter georganiseerde onafhankelijkheidsbewegingen kwam er over de hele wereld een dekolonisatiegolf op gang. Belangrijk hierbij waren de Afrikaanse veteranen die in Engelse en Franse legers hadden gevochten en nu terugkeerden naar hun thuisland. Ze hadden ervaring opgedaan, waren wijzer geworden, hadden gezien dat de blanken onderling vochten en niet onoverwinnelijk waren. Juist deze veteranen speelden een vooraanstaande rol binnen de onafhankelijkheidsbewegingen. In Afrika begon die dekolonisatiegolf in 1957 met de Engelse kolonie Goudkust, vanaf toen Ghana geheten. In de daaropvolgende elf jaar kregen of bevochten in totaal dertig Afrikaanse staten hun onafhankelijkheid. Zo ook de buurlanden van Ethiopie.

In 1960 ontving Somalie, opgebouwd uit Brits en voormalig Italiaans Somaliland, haar onafhankelijkheid. Het nieuwe Somalie had de grote maar kansloze ambitie om alle `oorspronkelijk' Somalische gebieden te heroveren en toe te voegen aan de nieuwe Somalische staat. Internationale afspraken stonden dit niet toe en bovendien was Somalie een armoedig land met een zwak leger. Maar het grootnationalisme was een droom waar alle verscheidene clans zich in konden vinden en zorgde in ieder geval in de eerste jaren voor nationale eenheid. Dit was niet het enige conflict waarmee de Ethiopiers in deze jaren te kampen zouden krijgen. In 1962 besloot Haile Selassie Eritrea in te lijven en ontketende daarmee een onafhankelijkheidsoorlog die tot in de jaren negentig zou voortduren.

Naast de dekolonisatiegolf was ook de Koude Oorlog van grote invloed op de ontwikkeling van Ethiopie. De twee overgebleven supermachten op aarde, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten, poogden hun invloedssfeer over de hele wereld te vergroten en door de dekolonisatiegolf was er een hele wereld aan jonge staten te ´winnen'. Om een idee te geven van de schaal waarop de Verenigde Staten dit doel najaagden: tussen 1950 en 1970 zouden de Amerikanen vijfentachtig landen militaire hulp hebben gegeven en dit zou tussen 1946 en 1973 een kostenpost van in totaal 62 miljard dollar zijn geweest. Een van de gevolgen van de Koude Oorlog voor deze jonge staten was dat sommige lokale conflicten oplaaiden, eindeloos konden voortduren. Ook werd er met veel geavanceerdere wapens gevochten dan anders het geval was geweest: olie op het vuur. In Angola en Mozambique werd er door rivaliserende rebellengroeperingen om de macht gevochten en als de ene partij zich voor militaire steun wendde tot de communisten, dan kon de tegenpartij bij de Amerikanen terecht. Het grensconflict tussen Somalie en Ethiopie werd ook op deze wijze verergerd.



3.2 Nasser's coup in Egypte

In een poging minder afhankelijk te worden van de bemoeizuchtige Engelsen, zocht Haile Selassie al in de jaren veertig contact met de Amerikanen. Het eerste formele verzoek tot Amerikaanse hulp werd in 1950 gedaan. Maar ondanks dat Washington content was met de steun aan de VN-operatie in Korea door Ethiopie, werd door de VS tegen steun aan het Oost-Afrikaanse land besloten. Ontwikkelingen in de regio deden de VS later van gedachten veranderen. In 1952 vond er een militaire coup in Egypte plaats, onder leiding van Abdel Nasser. Door de coup laaide een enorm nationalisme op: voor het eerst in 25 eeuwen werd Egypte geregeerd door Egyptenaren. Nasser dwong Britse terugtrekking uit Sudan af en kwam in 1954 met hen overeen dat de 80.000 Britse troepen binnen twee jaar de strategisch uiterst belangrijke legerbasis rond het Suezkanaal zouden verlaten. De Amerikanen waren ongelukkig met Nasser omdat hij een neutralistische politiek nastreefde, onbereid zich aan te sluiten bij de Russen of de Amerikanen. De Amerikanen interpreteerden dit als een feitelijke aansluiting bij het Sovjetblok. Bovendien maakte de unie tussen Ethiopie en Eritrea de eerstgenoemde tot een strategisch nog interessanter bondgenoot, want nu had het land een kustlijn langs de geopolitiek zo belangrijke Rode Zee. Reden genoeg om in te gaan op de avances van Haile Selassie.

Nasser's neutralistische politiek kreeg vorm in de Organisatie van Niet-gebonden Landen (Non-Aligned Movement, bestaat nog steeds) die zijn oorsprong kent in een conferentie in Bandung, Indonesie in 1955 en werd daadwerkelijk opgericht in 1961. Naast Egypte, speelden ook India, Indonesie, Joegoslavie en Ghana een belangrijke rol in deze organisatie, die tot doel had onafhankelijke landen buiten de machtspolitiek van de Koude Oorlog te houden en zich niet te laten domineren door buitenlandse machten, door steun te zoeken bij elkaar. De organisatie wekte echter steeds meer de indruk een Sovjet-Unie-gezind gezelschap te zijn en het idee van niet-gebondenheid was dan ook vaag. Het leek vooral een organisatie die vocht tegen kolonialisme, imperialisme, neo-kolonialisme en wat al niet meer deze zwakke staten aan negatieve ervaringen hadden in het wereldpolitieke systeem waarin zij door een gebrek aan macht vaak het onderspit moesten delven.



3.3 Amerikaans bondgenootschap

In 1953 werd het Mutual Defense Assistant Agreement getekend. De Amerikanen hielpen de Ethiopiers met de opbouw van een krachtige legermacht, terwijl de Ethiopiers de VS toestonden een militaire basis op te bouwen in Asmara (tegenwoordig de hoofdstad van onafhankelijk Eritrea). Maar de invloed van de VS ging verder dan alleen militaire steun. Er was steun bij het opzetten van een nationale luchtvaartmaatschappij, bij het bouwen aan infrastructuur en veel Ethiopische studenten mochten komen studeren aan Amerikaanse universiteiten. Maar de grote financiele injecties waren enkel voor de ontwikkeling van het leger. Met de Amerikaanse steun militariseerde de Ethiopische politiek. De macht van het leger werd almaar groter en voor interne problemen en conflicten werden geen politieke maar militaire oplossingen gezocht. Anders gezegd: Selassie steunde voor het behoud van zijn interne machtspositie meer en meer op zijn militaire macht en dus op de steun die hij van de VS ontving, in plaats van op de steun van -kortweg- de bevolking. Hiermee groef hij zijn eigen graf.

Vreemd genoeg werd ook Ethiopie onder Selassie lid van de Organisatie van Niet-gebonden Landen. De keizer zag zijn intieme band met de VS niet botsen met het idee van niet-gebondenheid. In dit licht is het overigens interessant te vermelden dat Ethiopie nog nadat het verdrag met de VS uit 1953 was getekend, contact zocht met en financiele steun kreeg van de Sovjet-Unie. Wat Selassies beweegredenen waren, behalve het verwerven van extra inkomsten, bleef onderwerp van speculatie. Mogelijk dat hij door te flirten met het communisme de Amerikanen kon chanteren meer geld in Ethiopie te steken. Het kan ook gezien worden als een poging minder afhankelijk te worden van de Amerikaanse steun, waarbij aangetekend moet worden dat Selassie misschien niet voor honderd procent marionet van de Amerikanen was, maar dat de economische en militaire banden met de VS en het Westen zeer overheersend waren in deze periode. De invloed van de VS bleek bijvoorbeeld uit het stemmingsgedrag van Ethiopie bij de VN tijdens internationale veiligheidscrises, zoals de Suezcrisis, de Hongaarse opstand, de Congocrisis en de Zesdaagse Oorlog: geen enkele keer stemden de Ethiopiers direct tegen de Amerikanen. In sommige gevallen onthield de Ethiopische regering zich van een stem, maar de VS werd nooit daadwerkelijk dwarsgezeten.

Naast de strategische ligging in een belangrijke regio was er een andere reden waarom Ethiopie een interessante bondgenoot voor de VS was: Haile Selassies centrale rol bij de oprichting en besturing van de OAE (Organisatie voor Afrikaanse Eenheid, de voorloper van de Afrikaanse Unie) in 1963. Selassie speelde voordat de dekolonisatiegolf plaats vond een minimale rol in de Afrikaanse politiek, voor zover je daarvan kon spreken in een periode waarin het grootste gedeelte van het continent bezet werd. Maar vanaf het moment dat de jonge staten, met onervaren regeringen en jonge regeringsleiders als paddestoelen uit de grond schoten, zag de ervaren politicus Selassie een centrale rol voor zichzelf weggelegd in de OAE, die haar hoofdkantoor bovendien vestigde in Addis Abeba. Hij kreeg een centrale rol als bemiddelaar bij Afrikaanse conflicten en stak veel tijd in dit werk. Een revolutionair met pan-Afrikanistische ideeen was hij echter niet: Selassie was een conservatief die als bemiddelaar het doel nastreefde situaties te stabiliseren. Zo stuurde hij in 1967 een troepenmacht naar het Oosten van Congo om de kleptocraat Mobutu te steunen bij het onderdrukken van socialistische opstandelingen. De VS steunde Selassie in zijn Afrikaanse ambities graag en konden via de keizer indirect invloed uitoefenen op de Afrikaanse politiek.

In 1973, het jaar voor de militaire coup die een einde zou maken aan het bewind van Selassie, was het Ethiopische leger dankzij de Amerikaanse steun te land, ter zee en in de lucht uitgegroeid tot het best getrainde en best bewapende leger van Sub-Sahara Afrika. In een periode van twintig jaar was de samenwerking stapsgewijs uitgebouwd. Het aantal in Amerika getrainde militairen was flink gegroeid en daar hadden ze niet alleen hun militaire opleiding ontvangen maar waren ze ook in contact gekomen met moderne ideeen over politiek en economie die botsten met de harde realiteit in Ethiopie. Maar in ditzelfde jaar merkten de Ethiopiers ook voor het eerst dat de militaire steun van de VS niet ongelimiteerd was, toen de VS meldde dat een nieuwe financiele injectie van 500 miljoen dollar slechts voor de helft zou plaatsvinden.



3.4 Eritrea en Ogaden

De situatie met betrekking tot Eritrea bezorgde Selassie de nodige problemen. Al in 1961 werden er door de Islamitische onafhankelijkheidsbeweging ELF (Eritrean Liberation Front) aanslagen tegen de Ethiopische overheid in Eritrea gepleegd. Zij werden gesteund door Irak en Syrie die hun strijd tegen een bondgenoot van de VS, en dus Israel, waardeerden. Dat Ethiopie eind jaren zestig juist Israel vroeg om commando's te trainen in het bestrijden van guerilla's, leidde ertoe dat Syrie de steun aan de ELF vergrootte. Maar de Ethiopiers echter, beschouwden hun land als een christelijk eiland te midden van een islamitische oceaan, en Israel was in dat opzicht natuurlijk ook in de Rode Zee-regio een vreemde eend in de bijt: even angstig voor het opkomende pan-Arabisme. Israel zag het aan de Rode Zee gelegen Eritrea liever in handen van bondgenoot Ethiopie, dan in handen van een pro-Arabische regering.

Vanaf 1962, toen de unie met Eritrea werd opgeheven en het gebied als provincie toegevoegd werd aan het rijk van Selassie, werd het verzet groter. De onafhankelijkheidsbeweging in Eritrea was in deze periode nog niet in staat om het ultieme doel, onafhankelijkheid, te bereiken, maar het kostte de Ethiopische overheid in ieder geval veel energie de opstandelingen eronder te houden. Vooralsnog was het Ethiopische leger te sterk en het Eritrese verzet te verdeeld wat betreft religie, ideologie en regio.

De Ogaden-kwestie leek in bepaalde opzichten op de situatie rond Eritrea: ook de Somalische ambities waren, meer nog dan die van de Eritrese onafhankelijkheidsbeweging, weinig kansrijk. Maar ook deze strijd kostte Selassies regering veel energie. Vanaf de Somalische eenwording in 1960 deed Ethiopie van alles om het Ethiopisch nationalisme in de provincie Ogaden aan te wakkeren en de provincie meer te betrekken bij de besluitvorming. Maar dat kon de problemen niet voorkomen. In de loop van 1963 ontstonden problemen toen de door Somalie gesteunde rebellen in gewelddadig protest kwamen tegen een nieuwe belasting. Het Ethiopische leger reageerde niet direct alert en was geschokt toen Somalie steun kreeg van de Sovjet-Unie en een leger van twintigduizend man klaarmaakte voor een rechtstreekse oorlog. De Ethiopiers besloten in januari 1964 met een door Amerika bewapend leger preventief de Somalische troepen aan de grens aan te vallen. Hoewel de Somaliers het goed deden tegen de overmacht van Ethiopie, zag de regering uit Mogadishu zich, nadat was gebleken dat verdere steun van de Sovjet-Unie of andere Afrikaanse staten uitbleef, genoodzaakt in maart een staakt-het-vuren te ondertekenen. Ook hier hadden de Russen en de Amerikanen een oorlog uitgevochten, zij het wederom indirect.



3.5 Groeiende ontevredenheid

Sociaal-economisch ging het met Ethiopie weinig voortvarend in de dertig jaar na de Italiaanse bezetting. De economie groeide wel, maar op een bijzonder laag niveau. Het bleef een van de armste landen op aarde. De industrialisering stelde weinig voor en bedroeg in de jaren zestig maar zeven procent van het bruto nationaal product. Tachtig procent van de bevolking hield zich bezig met landbouw en exportproducten bestonden voor negentig procent uit landbouw (waarvan zestig procent koffie). Er bestond een feodaal systeem, waarbij de grootgrondbezitters het goed voor elkaar hadden, maar de grote arme bevolkingslaag arm, zwak en ontevreden was. De overheid was weinig effectief in het veranderen van deze situatie, mede omdat de grootgrondbezitters veel meer invloed uit konden oefenen op het overheidsbeleid dan de kleine boeren. Periodes van droogtes op het toch al weinig vruchtbare land leidden tot hongersnoden in 1965-66 en 1973-75. De eerstgenoemde hongersnood had enkele tienduizenden doden tot gevolg, terwijl de hongersnood van 1973 in de in het Noordoosten gelegen provincie Wollo minstens 40.000 doden en in de probleemprovincie Ogaden minstens 55.000 doden tot gevolg had. Overigens waren deze hongersnoden niks nieuws voor Ethiopie. Bronnen uit de negende eeuw verwijzen al naar hongersnoden en sindsdien zijn er vele geregistreerd. Meestal meerdere in elke eeuw.

De houding van de regering droeg niet bij aan een oplossing, maar verergerde juist de humanitaire ramp. Opstanden van lokale clans tegen de nationale overheid vonden zowel in de jaren zestig als zeventig met een zekere regelmaat plaats. De militaire strategie van het staatsleger was er dan onder andere op gericht de bevolking te grazen te nemen door hun vee te doden, waterbronnen te vergiftigen en de regio te isoleren van voedselaanvoer. Met name in het geval van de hongersnood in begin jaren zeventig, was deze onmenselijke manier van oorlogvoeren essentieel bij het doen ontstaan van hongersnoden. De regering in Addis Abeba probeerde deze humanitaire rampen dan ook vooral te negeren en buiten de publiciteit te houden. Ze stonden uiterst zwak toen het schandaal van de hongersnood in 1974 toch de (internationale) media haalde, iets waarbij de studentenwereld een centrale rol speelde. De Poolse correspondent en historicus Ryszard KapuÅ›ciÅ„ski sprak met een anonieme dienaar van de troon: “But here, my friend, there was a new development. Our rebellious students sent their delegates north, and they came back with photographs and terrible stories about how the nation is dying - and all this they passed along to the correspondents on the sly. So a scandal broke out. You could no longer say that there was no hunger.” Het was het perfecte moment voor een coup, realiseerde ook de groep jonge officieren rond Mengistu Haile Mariam. In 1960 was een militaire couppoging mislukt, deze zou wel slagen.

De academische wereld was ook kritisch over de overheid en er ontstond een Ethiopische Studentenbeweging (ESB) die een anti-Amerikaanse tendens in de maatschappij vertegenwoordigde en het `Amerikaans imperialisme' hekelde. De ESB ontstond als elitaire beweging, die zich geleidelijk transformeerde tot volksbeweging. Een beweging bovendien die flirtte met marxistische ideeen. Er werd gevochten voor een vrije pers, vakbonden en tegen sociaal onrecht. Omdat de regering niet in gesprek ging met de ESB, maar hen probeerde te onderdrukken, werd de ESB steeds radicaler. Toch werd ook de ESB verrast door de coup van 1974, evenals de keizer zelf. KapuÅ›ciÅ„ski opnieuw in gesprek met dezelfde anonieme dienaar van de troon: “Nobody, but nobody, my friend, had any foreboding that the end was drawing near. Or rather, one did sense something, something haunting, but so vague, so indistinct, that it was not like a presentiment of the extraordinary.”



3.6 Militaire coup

De coup werd voorgegaan door muiterij in het leger en stakingen in verschillende beroepsgroepen. Halverwege januari kwamen de eerste soldaten, van de in het Zuiden geposte Vierde Divisie, in opstand tegen de belabberde werkomstandigheden: een tekort aan water en voedsel en verlate salarisuitbetalingen. Daarbij waren de soldaten ontevreden over de manier waarop ze door hun officieren werden behandeld. Niet veel later kwam ook de Tweede Divisie, in de veiligheidsstrategisch gezien cruciale provincie Eritrea, in opstand. En zij waren de eersten die met behulp van het veroverde radiostation een regimeverandering eisten. Voor een regering die zijn macht vooral haalde uit een krachtig leger betekende dit een enorme verzwakking van de machtspositie. Overigens moet gezegd dat de soldaten in dit stadium nog wel loyaal bleven aan de troon.

Maar minstens zo belangrijk waren de stakingen van de leraren op 18 februari en, op dezelfde dag, de taxichauffeurs. De eersten kwamen in opstand tegen een nieuwe onderwijswet die weinig goeds zou betekenen voor de armen en de tweede staking was het gevolg van de oliecrisis van 1973. De taxichauffeurs wilden vanwege de verhoogde brandstofprijzen een hogere ritprijs vragen. Voor de Ethiopische Studentenbeweging waren de stakingen en muiterij vanaf februari het uitgesproken moment om met hun radicale ideeen de straat op te gaan. Ze eisten een einde aan de monarchie, landhervormingen, de opheffing van de Orthodoxe kerk, vrijheid van meningsuiting en andere mensenrechten. Niet omdat de opstand zo goed georganiseerd was, maar eerder vanwege de massaliteit ervan, trad op 28 februari het kabinet af en werd een nieuw en verjongd kabinet gevormd. Hiermee kwamen de toestanden echter niet tot een einde, integendeel. De politie sloot zich deels aan bij de stakers, de nationale vakbond organiseerde een staking in maart voor hoger minimumloon en betere werkomstandigheden en in april gingen zo'n 100.000 moslims en sympathiserende christenen in de hoofdstad de straat op voor religieuze vrijheid en de scheiding van kerk en staat.

In de loop van maart al beloofde Haile Selassie dat de staat democratiserende hervormingen zou doorvoeren en dat er onderzoek naar corruptie onder ambtenaren plaats zou vinden. Bovendien werd een commissie ingesteld die in gesprek zou moeten gaan met de opstandige soldaten. Eind april werd met goedkeuring van de nieuwe premier Endalkatchew Makonnen en de keizer, een aantal ministers uit het oude kabinet en topambtenaren in de gevangenis gezet, hopende daarmee de opstandelingen in het gareel te krijgen. De ongeregeldheden waren echter van zo'n formaat dat het nieuwe kabinet geen moment de tijd had om nieuw beleid in werking te laten treden en uit te laten voeren. Tegelijkertijd waren er in deze periode nog weinig mensen die riepen om een zo'n extreme revolutie als die later dat jaar zou volgen. Hervormingen en corruptiebestrijding met zo min mogelijk bloedverspilling was waar de meeste mensen de straat voor op gingen. Een groep jonge officieren, waaronder ook Mengistu, zag mogelijkheden voor een meer verregaande revolutie.

Eind juni organiseerde zij zich in de Provisorische Militaire Bestuurlijke Raad, in het Amhaars kortweg `de Derg'. Gedurende hun vergaderingen werd de organisatie opgezet, stelden ze hun doelen op en ontpopte Mengistu Haile Mariam, die de leiding in de vergaderingen nam, zich als de meest welbespraakte officier van allen. Juist omdat ze de mislukte couppoging van 1960 nog in hun hoofd hadden en niet net als die officieren terecht wilden komen, organiseerden ze zich goed en zetten ze een goed uitgewerkt plan in elkaar. De Derg verklaarde loyaal te zijn aan de keizer, maar maakte een einde aan de complete fundering waarop de monarchie gebouwd was. Iedereen die met het oude regime verbonden was, moest plaats maken. Op 22 juli werd premier Endalkatchew vervangen door Mikail Imru, die geen vrijheid kreeg een eigen beleid te ontwikkelen, maar simpelweg het beleid van de Derg moest uitvoeren.

Voordat de Derg ook de keizer kon afserveren, moest de monarchie eerst besmeurd worden. In de loop van augustus werden leugens en halve waarheden gedrukt en door het land verspreid, waarmee de keizer en zijn gevolg werden neergezet als zelfverrijkende egoïsten die niks gaven om het welvaren van de bevolking. Terwijl Selassie zichzelf juist altijd portretteerde als de zorghebbende vader van zijn volk. 's Avonds op 11 september 1974 werden twee documentaires uitgezonden die dit beeld van zelfverrijking versterkten. De laatste was een documentaire van de BBC over de hongersnood, versneden met beelden van de luxueuze levensstijl van de aristocratie. Op 12 september zette de Derg Haile Selassie af, die vervolgens werd afgevoerd door het leger. Selassie zei bij zijn afzetting: “Als de revolutie goed is voor het volk, dan ben ik voor de revolutie.” Op 27 augustus 1975 stierf hij in gevangenschap.



3.7 Einde aan ruim een halve eeuw Haile Selassie

Zo kwam een einde aan ruim een halve eeuw leiderschap van Haile Selassie. Hij liet een armoedig land achter met een zeer geavanceerde legermacht. Het staatsleger dat als repressief apparaat diende en waarvan Selassie steeds afhankelijker werd voor het behoud van zijn macht, was als een waakhond die uiteindelijk z'n eigen baas doodbeet. Het leger was te machtig geworden en greep in 1974 haar kans.

Het was Selassie niet gelukt de interne problemen het hoofd te bieden. De economische groei was te beperkt, de ongelijkheid en armoede groot en het perspectief op verbetering klein. De hongersnoden waren hiervan natuurlijk het summum en vormden een belangrijk symbool voor het wanbeleid van de regering. De muiterij en de stakingen waren het gevolg van onvrede en deze volksopstand was een essentiele voorwaarde voor het slagen van de militaire coup die volgde.

Internationale omstandigheden hielpen niet. Selassie stak veel tijd in zijn rol van bemiddelaar bij de OAE, daar waar de interne problemen misschien meer zorg hadden verdiend en hij had bovendien te kampen met conflicten en oorlogen die voortkwamen uit de turbulente geschiedenis van het continent. Eritrea en de provincie Ogaden waren een constante bron van problemen en vergrootten het belang van een sterk leger en dus de macht van de militairen. Dankzij de steun van de VS kon dit machtige leger ook ontwikkeld worden, maar de steun van de VS was evengoed een bron van problemen. De onafhankelijkheidsbeweging in Eritrea werd gesteund door de pan-Arabistische landen als Irak en Syrie, mede omdat ze graag een bondgenoot van de VS een strategisch cruciale kustprovincie zagen verliezen. Somalie kreeg steun van de Sovjet-Unie om gelijksoortige redenen, Ethiopie raakte ondanks haar lidmaatschap van de Organisatie van Niet-gebonden Landen verwikkeld in de Koude Oorlog. Bovendien leidde de Amerikaanse invloed tot het nodige anti-Amerikanisme onder de Ethiopische bevolking en kwamen Ethiopische studenten en soldaten door hun opleiding in de VS in contact met vrijheidsideeen, die botsten met de harde realiteit van Ethiopie waar Selassie een ondemocratische regering leidde.

Toch hadden de problemen in de eerste helft van 1974 niet per definitie tot de val van Selassie hoeven leiden. Het overgrote deel van het volk zou tevreden zijn gesteld met een kabinetswisseling, hervormingen en meer persoonlijke vrijheden. Selassie reageerde echter onvoldoende alert op de ontwikkelingen en gaf de Derg de ruimte de coup te plannen en systematisch uit te voeren. Bovendien was de regering te zeer afhankelijk van het leger, om een organisatie met dergelijke voornemens tegen te houden. Dat Selassie in de loop van de jaren zeventig langzaamaan seniel werd hielp natuurlijk ook niet.

De VS had Selassie langer in het zadel kunnen houden als ze hem meer financiele steun hadden gegeven voor ontwikkelingsprojecten, zodat het volk meer tevreden was geweest en het land meer tot ontwikkeling was gekomen. Mogelijk dat dan de volksopstand er nooit van was gekomen en dus ook de militaire coup en de daarop volgende revolutie niet. Maar voor de veiligheidsstrategie van de VS was de val van Selassie en het daaropvolgende einde van het bondgenootschap geen groot probleem. Door de ontwikkeling op het gebied van satellieten werd het belang van de legerbasis met radiozenders veel minder belangrijk en met de meer pro-Amerikaanse houding van de nieuwe Egyptische president Anwar Sadat kreeg de VS een nuttiger bondgenoot in de Rode Zeeregio dan Ethiopie ooit zou kunnen zijn.



H4. 1974-1991

4.1 Socialistische staat wordt dictatuur

De veranderingen na de coup die Ethiopie het socialisme moesten brengen, volgden elkaar snel op. Banken, verzekeringsmaatschappijen, grote bedrijven en alle landbouwgrond: het werd allemaal binnen een jaar genationaliseerd. De Derg zond studenten en docenten naar het platteland om de boodschap van het nieuwe regime aan de plattelandsbewoners te verkondigen. De monarchie werd afgeschaft en in 1976 verkondigde Mengistu op radio en tv dat het Marxisme-Leninisme vanaf dan de officiele ideologie van Ethiopie zou zijn.

Overigens werden per direct op 12 september 1974 de grondwet geschorst, het parlement ontbonden en werden alle stakingen en demonstraties verboden. De oude machthebbers zagen hun welvaart in het gevaar komen en de overwegend linkse idealisten waren teleurgesteld. In alle delen van het land ontstond zo binnen de kortste tijd weerstand tegen de rigoureuze plannen van de nieuwe regering. Grootgrondbezitters, conservatieven, royalisten, de studentenbeweging, de vakbonden, de docenten en natuurlijk ook de opstandelingen in Ogaden en Eritrea. De problemen werden groter en aanslagen werden gepleegd op hoge officieren van de Derg en op Mengistu zelf (maar zonder succes). De Derg sloeg hard terug en op 3 februari 1977 vond een vergadering plaats van de Derg waar een discussie bestond tussen de duiven en de haviken. Mengistu behoorde tot de laatste groep. Hij pleitte voor een keiharde aanpak van de opstandelingen. Plotseling echter verliet Mengistu de vergadering, zeven officieren achterlatend die hij als zijn tegenstanders beschouwde. Zijn bodyguards bestormden de vergaderzaal vervolgens, namen de zeven mee naar de kelders van het gebouw. Daar sloot Mengistu zich bij hen aan om deze dissidenten te vermoorden. Zo verkreeg Mengistu absolute controle over zijn regering en zo begon de periode van de Rode Terreur.



4.2 Het einde van het bondgenootschap met de VS

Vanaf juni 1974, toen de Derg ontstond, volgde de VS de ontwikkelingen in Ethiopie nauwlettend. Wat zou er gebeuren als er een burgeroorlog uitbrak? Welke factie zou de VS met nieuwe wapenleveranties moeten ondersteunen en welke factie zou indien aan de macht, een pro- dan wel anti-Amerikaanse houding aannemen? En omdat de Derg ook intern verdeeld was, was het maar de vraag of ze in staat zouden zijn een eventuele aanval vanuit het, door de Sovjet-Unie gesteunde, Somalie te kunnen weerstaan. Ten slotte vroeg men zich in Washington ook af of de steun aan de nieuwe en impopulaire Endalkatchew-regering later tot een anti-Amerikaanse houding van een nieuwe regering zou kunnen leiden.

De VS besloot al in juni, voordat de coup plaats had gevonden, een afwachtende houding aan te nemen. Zo werd bijvoorbeeld de vertrekkende ambassadeur nog niet vervangen, en werd er besloten voorlopig wapens niet meer te financieren, maar nu geld te vragen voor de overdracht van Amerikaanse wapens aan Ethiopie. De Derg en de Ethiopische regering interpreteerden dit als het onnodig uitoefenen van druk door de VS of zelfs als een straf. De vraag waar de wapens vandaan te halen, hing natuurlijk ook samen met het buitenlandbeleid en de eventuele omslag naar het socialisme. Anders gezegd, als Ethiopie een communistisch land werd en wapens zou kopen bij de Russen, kon het verdere bondgenootschap met de Amerikanen ook wel vergeten worden. Al deze kwesties hingen met elkaar samen, en in de jaren die volgde zette de nieuwe regering steeds meer koers richting een bondgenootschap met de Sovjet-Unie. De VS was bovendien niet blij met een executieronde onder dissidenten binnen de Derg op 23 november 1974 en de Derg raakte tevens geïrriteerd om de herhaalde roep om goede zorg voor de gevangengenomen keizer Haile Selassie.

In de loop van 1975 begon de VS haar militaire adviseurs terug te trekken. De Derg nationaliseerde zonder compensatie alle Amerikaanse bezettingen en werd steeds uitgesprokener in het veroordelen van het `Amerikaans imperialisme'. Tegelijkertijd stegen de wapenverkopen aan Ethiopie in 1976 en de meest waarschijnlijke verklaring daarvoor is dat de Derg door alle interne opstanden en de toenemende problemen in Eritrea en Ogaden simpelweg veel wapens nodig had. Alleen al om technische redenen (het hele leger werkte al met Amerikaanse wapens, die bovendien dus ook vroegen om Amerikaanse vervangende onderdelen) lag het voor de hand hiervoor bij de VS aan te kloppen, die hiertegenover een uiterst pragmatisch-economische houding aannamen.

Dit stelde Mengistu natuurlijk wel voor bepaalde dilemma's. Zijn anti-Amerikaanse houding en serieuze flirt met het socialisme gingen slecht samen met een afhankelijkheid van Amerikaanse militaire leveringen. Op de executieronde van 3 februari 1977 die Mengistu de totale macht gaf, volgde de enthousiaste steun van de Sovjet-Unie en Cuba voor Mengistu, die in de maand daarna direct tanks naar Ethiopie stuurden. Op 23 april verbande Ethiopie de laatste adviseurs van de VS uit het land, sloot alle Amerikaanse legerfaciliteiten en andere Amerikaanse aanwezigheid in het land. President Jimmy Carter reageerde door alle nog geplande wapenleveranties te annuleren. Mengistu zegde hierop eenzijdig het verdrag van 1953 op, waarna in juli het Amerikaanse congres alle militaire steun beeindigde. Aan het bondgenootschap was een definitief einde gekomen.



4.3 Rode Terreur

“Mengistu's heerschappij, van 1977 tot 1991, was extreem repressief en bloedig. De rode terreur in de tweede helft van de jaren zeventig was openlijk en wreed. Ter afschrikking lagen de lijken dagenlang te rotten in de straten van de hoofdstad Addis Abeba. Martelkamers waren sadistische slachthuizen.

“De in 1937 geboren Mengistu was keihard en koppig. Bij een interview in 1985 viel mij zijn ijskoude blik op. Zijn ogen meden ieder contact en leken kogels af te vuren. Het gesprek werd een monoloog. Kritische vragen negeerde hij. Nooit toonde hij spijt over de terreur. Ieder verband tussen zijn landbouwpolitiek en de grote hongersnoden tijdens zijn bewind wees hij van de hand,” aldus de in Nairobi, Kenia, gevestigde correspondent voor het NRC Handelsblad Koert Lindijer.

Met alle duiven uit de weggeruimd, kon de havik Mengistu met harde hand te werk gaan. De oppositie uit linkse hoek van de studentenbeweging en academische wereld werd binnen enkele maanden uitgemoord. Duizenden doden in Addis Abeba waren het gevolg. In de verre uithoeken van het land werd de machtspositie van Mengistu zwakker. In Eritrea kwam het Ethiopische leger steeds meer in de verdrukking en aartsvijand Somalie startte in 1977 een grootschalige aanval om alsnog Ogaden te bezetten. De Somalische troepen waren succesvol en het enige wat een volledige overwinning in de weg stond was het ingrijpen van Russische en Cubaanse troepen. Met deze steun was Ethiopie in staat het leger van Somalie te verpulveren en kon zich daarna in het geheel richten op Eritrea. Mengistu werd arroganter door zijn succes het rijk bijeen te houden en ontpopte zich als een ware dictator. De revolutie die een einde moest maken aan de macht van een absolutistische keizer, bracht een veel ergere dictator aan de macht.

Terwijl de periode van Rode Terreur zich voortzette, zakte de economie als een plumpudding in elkaar. De arme boeren waren nog slechter af. Hoewel de nationalisatie van de landbouwgrond een einde maakte aan het feodale systeem en dus de uitbuiting van de kleine boeren door de grootgrondbezitters, zouden ze nu uitgebuit worden door de regering zelf. Om stedelingen en soldaten van voldoende voedsel te voorzien werd de boeren dramatisch lage voedselprijzen opgelegd, waardoor het voor hen vrijwel onmogelijk werd om hun hoofd boven water te houden. Bovendien kostten de oorlogen tegen Eritrea, Somalie en interne dissidenten veel geld en aandacht, die beter besteed was geweest aan ontwikkeling van de economie en sociale voorzieningen.

Andere plattelandshervormingen met een socialistisch tintje brachten ook vooral schade aan, terwijl de militaire tactiek van de verschroeide aarde tegen rebellerende groeperingen, onder andere in de Noord-Oostelijke provincie de Tigray, de rest deed. Onderzoeker Alex de Waal betoogde zelfs dat de politiek een bewuste strategie had van het uithongeren van de bevolking en de op de bevolking gerichte oorlogsvoering de voornaamste oorzaak was voor de humanitaire ramp die zich voltrekken zou. Tenminste waren de weersomstandigheden nog goed geweest, maar toen ook de regen in 1983 uitbleef waren alle voorwaarden aanwezig voor een humanitaire ramp van bijbelse proporties.



4.4 Live Aid

Hoewel de omstandigheden in de loop van 1983 snel verslechterden en het nieuws van de naderende hongersnood al naar de internationale pers was gelekt, werd de regering pas in de loop van 1984 op de hoogte gesteld van de ernst van de situatie. Mengistu was echter veel te druk met het organiseren van een groots en kostbaar feest om de tiende verjaardag van de revolutie te vieren. Hij bleek niet bereid budget vrij te maken om zijn lijdende bevolking te hulp te schieten. 1984 moest in het teken komen te staan van de grote successen sinds de revolutie, niet van een hongersnood op een nog grotere schaal dan die onder de vorige keizer. De nieuwe Ethiopische regering besloot zich, ironisch genoeg, net zoals de door henzelf gehekelde voorgangers te gedragen: negeren en buiten de publiciteit houden, werd het motto. Zonder succes. Niet alleen was de hongersnood ongekend groot, ook de publiciteit die eraan gegeven werd was enorm, met als hoogtepunt het door Bob Geldof georganiseerde daglange concert Live Aid. Inclusief de door Bono, George Michael, Duran Duran, Phil Collins en vele andere Britse topartiesten ingezongen song `Do they know it's Christmas?' Harry Belafonte zong met ondermeer Lionel Richie en Quincy Jones het door Michael Jackson geschreven lied `We are the world.' Live Aid was op tv te zien in 108 landen en haalde ruim honderd miljoen dollar op.

Ook gedurende 1984 bleef regen uit, maar pas na de festiviteiten in september was Mengistu bereid de hongersnood enige aandacht te geven. Maar toen was het al te laat. Bovendien was het niet gemakkelijk hulp te bieden, de regering zelf had weinig geld, de Amerikanen waren het land uitgejaagd en stonden dus niet vooraan om hulp te bieden en de Sovjet-Unie was er niet toe in staat. Pas toen de pers werd toegelaten tot de getroffen gebieden, kwam de internationale hulpactie op gang, waardoor halverwege 1985 het dieptepunt van de crisis voorbij was.

Ook ditmaal speelde een documentaire van de BBC een doorslaggevende rol bij het creeren van bewustzijn in het Westen. Hoewel humanitaire hulpacties niet altijd effectief zijn en in sommige gevallen de ramp zelfs verergeren, werd de humanitaire hulp van Band Aid beoordeeld als overwegend effectief en levensreddend. Statistieken over het aantal getroffenen en gestorven, altijd een heikele kwestie, spreken van ruim zes miljoen getroffen Ethiopiers. Er zouden tot misschien wel ruim een miljoen doden zijn gevallen. Niemand weet precies hoeveel.

Sommige critici stelden later dat de internationale hulporganisaties veel te laat in actie waren gekomen. Al zeven maanden voor de documentaire van BBC's Michael Buerk in oktober de wereld over ging, had het hoofd van de Ethiopische overheidsinstantie de Relief and Rehabilitation Commission, Dawit Wolde-Giorgis, bij de internationale hulporganisaties aan de bel getrokken. Iets dat hem in Ethiopie problemen bezorgde. Maar de hulporganisaties namen dit verzoek om hulp weinig serieus. Een verklaring hiervoor zou zijn dat er in deze door het Westen gedomineerde wereld veel wantrouwen bestond ten opzichte van de communistische dictatuur van Mengistu, er was angst dat de hulp zou worden misbruikt of in verkeerde handen zou vallen.

Mengistu had dan ook weinig goeds voor met de noodlijdende bevolking. De regio's die nu te kampen hadden met hongersnood waren veelal ook de regio's waar de meeste opstand was geweest tegen de regering. Mengistu's plan om aan de hongersnood een einde te maken was om de bevolking uit de getroffen gebieden over te vliegen naar meer vruchtbare delen in het Zuid-Oosten van het land. De belangrijkste reden was van militair-strategische aard, om zo de lokale bevolking die steun gaf aan de rebellen grotendeels te doen verdwijnen. Gebieden die bezet werden door rebellen werden afgesloten van voedselhulp. Terwijl hulpinstanties de bevolking in leven probeerden te houden, was Mengistu bezig een oorlog te winnen. Uiteindelijk zouden te midden van alle armoede en honger het Ethiopische leger met ondersteuning van Russische vliegtuigen en valse beloftes circa 600.000 personen overgevlogen hebben naar een gebied waar ze niks te zoeken hadden.



4.5 Ondergang van een dictator

Vlak na de hongersnood startte Ethiopie direct een nieuw en succesvol offensief in Eritrea. Binnenlands werd er gewerkt een nieuwe grondwet die bedoeld was om het verdeelde land te verenigen. Nadat eenentachtig procent in een referendum de grondwet had goedgekeurd, zij het onder `toezicht' van bewapende regeringssoldaten, werd in september 1987 de Democratische Volksrepubliek van Ethiopie opgericht. De president: Mengistu Haile Mariam. In feite veranderde er weinig.

Enkele maanden later al barstte de oorlog met Eritrea weer los en ditmaal waren de Eritreers succesvol. De Ethiopische soldaten waren teleurgesteld, want hen was verteld dat aan de oorlog met Eritrea spoedig een einde zo komen. De Eritreers zouden zich graag willen aansluiten bij de volksrepubliek. Gedemotiveerd werden ze in de pan gehakt. In april 1988 was het Noorden van Eritrea bevrijd. Mengistu klopte voor extra hulp aan bij de Sovjet-Unie, maar werd in Moskou door Gorbatsjov geadviseerd een politieke oplossing met Eritrea te zoeken. Vervolgens besloot de Ethiopische dictator af te reizen naar China, maar ook daar kreeg hij een lading kritiek over zich heen. Aan het eind van 1988 en ruim een jaar nadat Mengistu zich had laten beedigen als de president van de nieuwe volksrepubliek, was Ethiopie's militaire en politieke situatie achteruit gegaan. En de economie bood ook geen soelaas: landbouwproductiviteit was sinds de revolutie van 1974 jaarlijks met viertiende procent gedaald, terwijl handel en industrie waren gestagneerd. Ten slotte was de internationale schuld in vijftien jaar tijd vertienvoudigd tot ruim 530 miljoen dollar.

In de loop van de jaren tachtig kwam ook het einde van de Koude Oorlog in zicht. In 1985 kwam Michail Gorbatsjov aan de macht in de Sovjet-Unie en probeerde met zijn politiek van hervormingen en openheid het eens zo machtige rijk te behouden voor de ondergang. Maar het was tevergeefs. De Sovjet-Unie zat economisch aan de grond en was veel te druk met de eigen problemen om hun bondgenoten, zoals Ethiopie, te blijven helpen. Na de val van de Berlijnse muur in 1989 was het in feite gedaan met de Russische grootmacht en per 1 januari 1992 werd de Sovjet-Unie officieel opgeheven. Het communistisch experiment, dat driekwart eeuw had geduurd, was mislukt. Deze ontwikkeling had grote gevolgen voor de wereldpolitiek. Voor de VS was het indammen van het communisme over de wereld voor vijftig jaar lang een belangrijk uitgangspunt geweest voor hun buitenlandbeleid. Maar nu aan de communistische dreiging een einde leek te zijn gekomen, moesten de relaties met veel staten heroverwogen worden. Bovendien waren er in alle delen van de wereld regeringen die hun machtspositie konden behouden dankzij de steun uit Moskou. Ook daaraan kwam nu een einde.

De hoop was dat het einde van de Koude Oorlog ook het einde zou betekenen van vele burgeroorlogen en dictaturen over de wereld. Geleidelijk zou over de wereld het ideaal van mensenrechtenrespecterende democratie met een vrije markteconomie zich verspreiden, te beginnen in Oost-Europa. De praktijk liet zien dat een oorlog tussen democratieen een zeldzaamheid was. Nu de laatste ideologische oorlog was beslecht, was het einde van de geschiedenis in zicht.

Alle omstandigheden wezen erop dat het regime van Mengistu z'n langste tijd had gehad. Ondanks wat laatste stuiptrekkingen ging het bergafwaarts met Mengistu. Elke veldslag werd verloren en zijn internationale positie verzwakte nog verder toen de VS besloot te gaan praten met de Eritrese Bevrijdingsfront. Het Eritrese Bevrijdingsfront (EPLF, Ethiopian People's Liberation Front) werkte bovendien hand in hand met het Ethiopian People's Revolutionary Democratic Front (EPRDF). Toen Mengistu met de EPLF en EPRDF wilde praten over een oplossing, stelden zij als voorwaarde dat Mengistu zelf eerst op zou stappen. Op 21 mei 1991 vluchtte Mengistu naar Zimbabwe, waar president en collega-dictator Robert Mugabe hem een onderkomen bood. Op 3 juni bezette de EPRDF, onder leiding van Meles Zenawi het grootste gedeelte van Ethiopie behalve Eritrea, waar de EPLF de macht had. Hiermee kwam na zo'n dertig jaar oorlogvoering een einde aan de oorlog tussen Ethiopie en Eritrea. In 1993 vond in Eritrea een referendum plaats over de toekomst van het kleine staatje aan de Rode Zee, maar dat was een formaliteit: negentig procent van de bevolking stemde voor onafhankelijkheid.

Zo had het einde van de Koude Oorlog in ieder geval tot de ondergang van de dictator in Ethiopie geleid en daarmee de oorlog met Eritrea tot een einde gebracht. In ieder geval voorlopig. Ook in Somalie betekende het einde van de Koude Oorlog het einde van het regime van Siad Barre, die zonder militaire steun van de Russen of ontwikkelingshulp uit het Westen kwam te staan en in januari 1991 zijn land ontvluchtte. Dit betekende het einde van de Somalische staat: nadat de verschillende clans gezamenlijk de nationale regering te gronde hadden gericht, richtten ze zich op elkaar. Met als dieptepunten een hongersnood en de door de Amerikanen gedomineerde en compleet mislukte VN-operatie Restore Hope.

Voor Ethiopie, waar een politiek van decentralisatie op basis van etniciteit werd doorgevoerd, bleef de Oosterbuur zo een bron van problemen, hoewel het land niet meer in staat zou zijn een werkelijke bedreiging te vormen voor het Ethiopische leger. Groepen uit de islamiserende Ogaden pleegden regelmatig aanslagen in de hoofdstad van Ethiopie: Addis Abeba. Het is een terugkerend fenomeen in de geschiedenis van de landen in de Hoorn van Afrika: het verergeren van elkanders crises. Sudan en Somalie steunden opstandelingen in Ethiopie, terwijl Ethiopie ondersteuning gaf aan groepen die de regerende partijen in Somalie en Sudan bevochten. Dit is niet alleen rampzalig voor het bewerkstelligen van enige stabiliteit, het bewapent ook rebellengroepen die allemaal hun eigen plannen voor de toekomst hebben en die hun wapens niet zomaar inleveren zodra de steun stopt.

De revolutie van 1974 en de zeventien jaar onder Mengistu's leiding die daarop volgden hadden Ethiopie alleen maar dieper in de problemen gebracht, zoveel mag duidelijk zijn. Het regime van Mengistu had de mond vol van socialistische gelijkheidsidealen, maar was in de praktijk niets meer dan een militaire dictatuur. De manier waarop er met andersdenkenden om werd gegaan, namelijk het systematisch opzoeken en uitmoorden ervan, deed denken aan de militaire junta die tegelijkertijd in Argentinie aan de macht was. Marxistisch beleid werd wel doorgevoerd, zoals de nationalisatie van grote delen van de industrie, het opzetten van grootschalige gemeenschappelijke boerenbedrijven en de volksverhuizingen, maar maakten - al was het maar omdat het overhaast en zonder doordacht plan werd doorgevoerd - vooral de economie kapot. De hongersnood van '84-'85 was een absoluut dieptepunt, met misschien wel meer dan een miljoen doden tot gevolg - circa tien keer zoveel als de hongersnood die er mede toe had geleid dat Selassie afgezet werd. Doordat de Sovjet-Unie uiteenviel, verloor Mengistu zijn belangrijkste bondgenoot en moest daarom uiteindelijk het land ontvluchtten.

Nog altijd bevindt Mengistu zich in Zimbabwe, terwijl hij in 2006 door een Ethiopische regering in absentia werd veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf voor genocide.



H5. 1991-2007

5.1 Ethiopie na de Koude Oorlog

Mengistu werd opgevolgd door een interim regering onder leiding van Meles Zenawi, die ook op het moment van schrijven nog het land leidde. Zenawi was de logische opvolger van Mengistu, omdat hij leiding had gegeven aan de EPRDF in de jaren voor de overwinning. Hij werd geconfronteerd met een land in erbarmelijke staat, dat bovendien zonder Eritrea en dus zonder de economisch en militair-strategische zo belangrijke zeehavens van die kustprovincie verder moest. Zenawi kwam zelf uit de Noordelijke provincie Tigray, waar al tijdenlang een door de EPLF gesteunde rebellengroep tegen de regering van Mengistu had gestreden, de TPLF (Tigray People's Liberation Front). De EPRDF waar hij nu leiding aan gaf was echter een overkoepelende organisatie van een hele reeks opstandige lokale groeperingen.

Binnenlands was de belangrijkste ontwikkeling een beleid van decentralisatie en een herindeling van het land op etnische gronden. Ethiopie werd een soort federatie van etnische regio's. Daarmee verslapte de greep van de nationale regering op die regio's nog niet, omdat de regering Zenawi er wel voor zorgde dat in die regio's loyale partijen aan de macht kwamen.

Er waren redenen voor gematigd optimisme over de toekomst van Ethiopie. De interim regering organiseerde in 1995 de eerste vrije verkiezingen in de gehele geschiedenis van het land met deelname van meerdere partijen en zette zo een eerste stap richting democratisering. Daarmee werd Zenawi overigens - niet verrassend - tot premier benoemd. Verder besloot Ethiopie over te stappen op een vrije markteconomie, waarna de economie vanaf 1993 flink groeide. Ten slotte waren de ontwikkelingen internationaal ook voorspoedig. Sudan en Somalie waren verwikkeld in hun eigen burgeroorlogen en vormden daarmee misschien nog geen stabiele buurlanden, maar ook geen bedreiging meer voor de soevereiniteit van Ethiopie. Eritrea en Ethiopie, wiens regeringsleiders voor 1991 hand in hand tegen de dictatuur van Mengistu in Ethiopie hadden gevochten, ontwikkelden een vriendschappelijke relatie.

Het grensconflict dat tussen de buurlanden uitbrak in 1998 kwam dan ook voor velen als een verrassing. Eritrea was gaandeweg een steeds onafhankelijker koers gaan varen en had bijvoorbeeld in 1997 de Ethiopische munteenheid afgeschaft en een eigen munt laten slaan. Ethiopie raakte geïrriteerd over de eigenwijze houding van de Eritrese regering - ze zouden naast hun schoenen zijn gaan lopen door de voorspoedige periode die het jonge staatje doormaakte. Roel van der Veen, lange tijd werkzaam bij het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken en schrijver van een boek over de moderne geschiedenis van Afrika, betoogde dat Eritrea inderdaad een erg grote mond had gekregen. De regering onder leiding van Isaias Afewerki kwam zowel met buurland Sudan, als met het aan de overkant van de Rode Zee gelegen Jemen, bijna in oorlog. Van der Veen suggereerde dat Eritrea met de oorlog van 1998 mogelijk hoopte te bereiken dat Ethiopie uiteen zou vallen en daarmee een einde zou komen aan hun dominantie in de regio. Het gevolg was echter juist het tegenovergestelde: de verdeelde Ethiopische bevolking ging als een man achter Zenawi staan. Wat volgde was een grootschalige oorlog tussen twee van Afrika's grootste landlegers die toebehoorden tot twee van Afrika's armste landen. Voornamelijk om financiele redenen werd uiteindelijk in 2000 een einde gemaakt aan de oorlog. Een VN-legermacht (UNMEE) zou een gedemilitariseerde zone tussen de twee landen bezetten. In 2005 bepaalde een schadevergoedingscommissie van het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag dat Eritrea in 1998 onrechtmatig Ethiopie was binnengevallen. Ook stelde de commissie vast dat beide landen zich schuldig hebben gemaakt aan plundering, verkrachting en vernieling.

Ook bij de verkiezingen in 2000 en 2005 haalde de EPRDF van Zenawi ruime overwinningen, maar geheel eerlijk en open verliepen die verkiezingen niet. De verkiezingen van 2005 werden gezien als de meeste open ooit, maar dat zou dan nog altijd niet betekenen dat ze werkelijk democratisch verliepen. De uitslagen van 2005 leidden tot opstanden waarbij minstens 36 personen doodgeschoten werden door de politie. Het bleef onduidelijk in hoeverre de toestanden het gevolg waren van een oppositie die zich niet neer kon leggen bij een tegenvallende uitslag, of van een regeringspartij die de verkiezingen op ondemocratische wijze probeerde te beïnvloeden.

Het laatste grote nieuws uit Ethiopie had betrekking op de inval van Ethiopische troepen in december in Somalie, waar sinds 1991 een burgeroorlog heerste. In grote delen van Somalie hadden de Islamitische Rechtbanken de macht gegrepen en de sjaria, wetgeving gebaseerd op de islam, ingevoerd. Het overwegend christelijke Ethiopie verjaagde de Islamisten, gesteund door de VS, en hielp de in 2004 tot interim president gekozen Abdullahi Yusuf weer in het zadel. In januari deed de VS ook een directer duit in het zakje, door in het kader van de Oorlog tegen Terrorisme vanuit hun legerbasis in Djibouti luchtbombardementen op de Islamisten uit te voeren. De Amerikanen zien verbanden tussen Al-Qaeda en de Somalische Islamisten. Het is de bedoeling dat de Ethiopische troepen vervangen worden door een troepenmacht van de Afrikaanse Unie, gefinancierd door de VN. Museveni, de ondemocratische president van Oeganda en bondgenoot van de VS heeft al zestienhonderd troepen richting Somalie gestuurd. Maar van de geplande achtduizend troepen, zijn er pas vierduizend toegezegd en alleen de zestienhonderd Oegandezen zijn pas gearriveerd. Het is zeer de vraag of de operatie een succes wordt en dat zo een belangrijke stap gezet kan worden naar een stabiel Somalie, met een pro-Ethiopische en pro-Westerse regering aan de macht. Op het moment van schrijven domineert nieuws over hevige gevechten in de hoofdstad van Somalie, Mogadishu, de voorpagina's.



5.2 Status quo

De status quo in Ethiopie is dus bepaald niet probleemloos. De relatie met Eritrea staat vanwege het grensconflict nog steeds op gespannen voet, terwijl een stabiele handelsrelatie met het buurland de economie van Ethiopie juist veel goed zou doen. Het in stand houden van een leger kost veel geld, dat anders in de ontwikkeling van het land gestoken zou kunnen worden. Hetzelfde geldt voor het ingrijpen in Somalie. Meles Zenawi zou echter op de oorlog met de Oosterburen hebben aangestuurd om nationalistische gevoelens onder de eigen bevolking aan te wakkeren. En zo blijven de buurlanden in de Hoorn van Afrika zich met elkaar bemoeien. Eritrea steunt opstandelingen in Ethiopie en Somalie. Ethiopische rebellengroepen krijgen alle ruimte om vanuit Eritrea, Sudan en Somalie aanvallen voor te bereiden. Nu er in Ogaden, de Ethiopische provincie met veel oorspronkelijk Somalische volkeren, gezocht wordt naar gas en olie, worden de belangen groter en de situatie verder onder druk gezet.

Er bestaan gematigd positieve geluiden over de democratisering van Ethiopie, maar het is zeer de vraag of Zenawi een democratiseringsproces doorzet. Zeker als dat betekent dat hij zijn macht verliest. Wat dat betreft is er nog een lange weg te gaan. De economie groeit, dankzij de succesvolle bloemen- en koffie-industrieen, maar niet voldoende om de snel groeiende bevolking van 75 miljoen te kunnen voeden. Tenminste lijkt het er op dat Zenawi het beste voor heeft met de bevolking en een succesvol armoedebestrijdingprogramma heeft opgezet, iets wat voor 1991 bepaald niet vanzelfsprekend was. Daarom blijven Westerse regeringen hem ook steeds meer hulp geven. Maar omdat zo'n tachtig procent van de bevolking bij vrije verkiezingen op de oppositie zou stemmen, wordt de pers dwarsgezeten en worden veel dissidenten zonder een eerlijk proces in de gevangenis gezet. Betekenen dergelijke smetjes op Zenawi's blazoen dat de steun aan het armoedebestrijdingprogramma gestopt wordt, of is alles beter dan het armoeiige Ethiopie aan zijn eigen lot over te laten? Het is mogelijk dat het ook zou schelen als de Europese Unie en de VS hun tariefmuren voor agrarische producten zouden beslechten.

Ethiopie is inmiddels weer een belangrijke bondgenoot van de VS. Het blijft een regionale grootmacht, met een groot leger en het - op Nigeria na - grootste bevolkingsaantal van Afrika, die belangrijk kan zijn in de Amerikaanse Oorlog tegen het Terrorisme. Maar de macht van de VS is kleiner geworden, niet alleen in Ethiopie, ook in de rest van Afrika. Steeds meer partijen hebben interesse in Afrika's grondstoffen: Brazilie, Rusland (weer), de EU (nog steeds), India, maar vooral China. Het is onderwerp van discussie wat dit zal betekenen voor de toekomst voor Ethiopie en heel Afrika.



Conclusie

Ethiopie heeft ondanks een vrijwel compleet gebrek aan grondstoffen, een cruciale rol gespeeld in de geschiedenis van de Hoorn van Afrika. Het is door de eeuwen heen altijd de best georganiseerde en meest machtige staat in de regio geweest. Het ontwikkelde in de tweede helft van de twintigste eeuw een van de meest geavanceerde legers van het continent. Dat beeld van een militaire grootmacht contrasteert hevig met de welvaart van de bevolking. Hongersnoden zijn een eeuwenoud fenomeen en als de regen uitblijft lijdt de boerenbevolking daar direct onder. Halverwege de jaren tachtig werd het beeld van Ethiopie als broodarm land definitief gevestigd, nadat circa een miljoen mensen dood waren gegaan van de honger.

Dat Ethiopie ondanks de armoedige bevolking en de zwakke economie een groot leger heeft kunnen opbouwen, heeft ten eerste alles te maken met de strategische ligging van de regionale grootmacht en de rol die het daardoor heeft kunnen spelen in de geschiedenis van de internationale betrekkingen. Al sinds de tweede helft van de negentiende eeuw is Ethiopie het onderwerp van buitenlandse interesse. In eerste instantie hadden verschillende Europese koloniale machten plannen om het land te bezetten. Maar vanaf het moment dat bleek dat zoiets geen haalbare kaart was, stonden ze allemaal te springen om een bondgenootschap aan te gaan met het machtige land. Na de Tweede Wereldoorlog en de vijfjarige bezetting door Italie, waren het voornamelijk de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie die in het kader van de Koude Oorlog wedijverden om een intieme relatie met Ethiopie. Ethiopie kon haar leger financieren dankzij de hulp van buitenaf, die twintig jaar uit de VS kwam en daarna een jaar of vijftien uit Moskou.

Een tweede reden die ertoe leidde dat Ethiopie een groot leger opbouwde, waren de grote problemen die het had met de buurlanden. Het was voor Ethiopie om economische en militair-strategische redenen van cruciaal belang dat Eritrea na de inlijving in 1950 onderdeel bleef van het Ethiopisch rijk. Wat volgde was een vrijheidsoorlog die bijna dertig jaar duurde, de langstdurende oorlog op het continent. Een soortgelijk probleem bestond rond de Ogaden. Vanaf de eenwording van Somalie in 1960 was deze provincie een constante bron van problemen die met zekere regelmaat tot een oorlog leidde. Ook een ander buurland, Soedan, was bepaald niet het toonbeeld van stabiliteit. En Ethiopie zag zich genoodzaakt zich militair te versterken om zich te kunnen verdedigen tegen deze externe gevaren.

Het leidde er uiteindelijk toe dat de overheid militariseerde en de bevolking in opstand kwam. Een militaire coup in 1974 was het gevolg, waarna een periode zich inzette waarin de bevolking nog meer te lijden had onder het destructieve beleid en de terreur van de regering.

Een grote legermacht was dus voor de verdere ontwikkeling van Ethiopie geen zegen. De overheid hield zich meer bezig met oorlogvoeren dan met de ontwikkeling van economie, landbouw en onderwijs. En veel van de internationale steun die het land ontving, ontlokte ook veel tegenkrachten onder de eigen bevolking en in de regio. Ethiopie kon zich in de jaren zestig verdedigen tegen Somalie dankzij de steun van de VS, maar Ethiopie had die steun zo hard nodig omdat Somalie in haar oorlog met deze bondgenoot van de VS gesteund werd door de Sovjet-Unie. In Eritrea werden de moslimopstandelingen gesteund door Irak en Syrie in hun strijd omdat Ethiopie een bondgenoot was van de VS en dus Israel. Als Selassie het volk meer tevreden had kunnen houden dan had het nooit tot de militaire dictatuur van Mengistu hoeven komen. De VS had allicht meer oog kunnen hebben voor het belang hiervan en Selassie kunnen helpen of dwingen effectiever de armoede te bevechten. Onder Mengistu's leiding werd het land nog verder naar de verdommenis geholpen.

Het einde van de Koude Oorlog leek Ethiopie goed te doen, maar inmiddels lijken alle oude problemen terug. De regio is een chaos, met de buurlanden Soedan, Eritrea en Somalie is de relatie belabberd, de economie groeit langzaam terwijl de bevolking juist onstuimig groeit en het democratiseringsproces hapert.

Wat de toekomst voor Ethiopie brengt, hangt voor een groot deel samen met wat de toekomst voor Soedan, Eritrea en Somalie zal brengen. Het hangt af van de mate waarin Zenawi in staat blijkt te zijn een effectief beleid gericht op armoedebestrijding, ontwikkeling van onderwijs, gezondheidszorg en bedrijvigheid uit te voeren, zonder zich te verliezen in het onderdrukken van dissidenten of afhankelijk te blijven van hulp van buitenaf. Belangrijk zijn ook economische ontwikkelingen, zoals de tariefmuren voor agrarische producten in het Westen en de opkomst van nieuwe afzetmarkten in Azie en Zuid-Amerika. De uitdagingen waar Ethiopie voor staat zijn groot, maar niets is onmogelijk.



Literatuurlijst

Boeken

Baffour Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, Military Assistance and the Quest for Security, 1953-1993 (Lanham 1994)

Angelo Del Boca, The Ethiopian War, 1935-1941 (Chicago 1969)

Francis Fukuyama, Het einde van de geschiedenis en de laatste mens (Amsterdam 2004)

Graham Hancock, Lords of Poverty, the power, pretige, and corruption of the international aid business (New York 1989)

Ryszard Kapuscinski, The Emperor, Downfall of an autocrat (New York 1983)

Ryszard Kapuscinski, The Shadow of the Sun, My African Life (Londen 2001)

Harold G. Marcus, A History of Ethiopia (Los Angeles 1994)

Michael Maren, The Road to Hell, The ravaging effects of foreign aid and international charity (New York 1997)

Martin Meredith, The State of Africa, A history of fifty years of independence (Jeppestown 2006)

Alula Pankhurst, Resettlement and famine in Ethiopia, The villagers' experience (Manchester 1992)

David H. Shinn, Thomas P. Ofcansky, Historical Dictionary of Ethiopia (Oxford 2004)

Roel van der Veen, Afrika. Van de Koude Oorlog naar de 21e eeuw (Amsterdam 2004)

Alex de Waal, Evil Days, 30 years of war and famine in Ethiopia (New York 1991)

Alex de Waal, Famine Crimes, Politics & The disaster relief industry in Africa (Londen 1997)

H. L. Wesseling, Verdeel en Heers, de deling van Afrika 1880-1914 (Amsterdam 2005)

Bahru Zewde, A History of Modern Ethiopia 1855-1991 (Addis Ababa 2001)



Artikelen

`A taste of democracy; Ethiopia', The Economist, 21 mei 2005

`World Briefing Africa: Ethiopia: Opposition Quits Vote Fraud Inquiry', New York Times, 8 juli 2005

`Commissie: Eritrea begon met grensoorlog', NRC Handelsblad, 22 december 2005

`Meedogenloze Mengistu maakt nog altijd bang; Ethiopische rechtbank wijst morgen vonnis na een omstreden monsterproces van ruim elf jaar', NRC Handelsblad, 22 mei 2006

`EU moet met Afrika praten; Europa zelf de oorzaak van het bootvluchtelingenprobleem', Reformatorisch Dagblad, 9 december 2006

`Across Africa, A Sense That U.S. Power Isn't So Super', New York Times, 24 december 2006

´This time it's revenge; Somalia', The Economist, 13 januari 2007

`'Impopulaire Meles Zenawi zocht vijand'; Voor de invasie van buurland Somalie had premier Ethiopie ook binnenlandse motieven', NRC Handelsblad, 30 januari 2007

`On a dilemma in the Horn; Ethiopia', The Economist, 24 februari 2007

`America's friend; Uganda', The Economist, 17 maart 2007

`Lichamen door Mogadishu gesleept; Hevige gevechten in hoofdstad Somalie', NRC Handelsblad, 22 maart 2007



Noten























27







Roel van der Veen, Afrika. Van de Koude Oorlog naar de 21e eeuw (Amsterdam 2004), 53

H. L. Wesseling, Verdeel en Heers, De deling van Afrika 1880-1914 (Amsterdam 2005), 19

Van der Veen, Afrika, 54

Ibidem, 11-12

Wesseling, Verdeel en Heers, 300

Harold G. Marcus, A History of Ethiopia (Los Angeles 1994), 103

David H. Shinn, Thomas P. Ofcansky, Historical Dictionary of Ethiopia (Oxford 2004), 338

Marcus, A History of Ethiopia, 127

Bahru Zewde, A History of Modern Ethiopia 1855-1991 (Addis Ababa 2001), 151

Angelo Del Boca, The Ethiopian War, 1935-1941 (Chicago 1969), 37

Martin Meredith, The State of Africa, A history of fifty years of independence (Jeppestown 2006), 5

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 173

Ibidem, 179

Ibidem, 183

Baffour Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, Military Assistance and the Quest for Security, 1953-1993 (Lanham 1994), xiv

Ryszard Kapuściński, The Shadow of the Sun, My African Life (Londen 2001), 26-27

Van der Veen, Afrika, 11-12

Ibidem, 54

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 13

Van der Veen, Afrika, 59

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 183

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 15

Meredith, The State of Africa, 36-38

Ibidem, 40

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 18

Van der Veen, Afrika, 55

http://en.wikipedia.org/wiki/Non-alignment, bezocht: 7 maart 2007

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 18

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 189

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 19

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 116-117

Ibidem, 124

Ibidem, 108-113

Ibidem, 74

Ibidem, 140

Marcus, A History of Ethiopia, 175

Ibidem, 178

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 103

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 219-220

Marcus, A History of Ethiopia, 174

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 200

Ibidem, 196

Ibidem, 191

Ibidem, 195-196

Alex de Waal, Evil Days, 30 years of war and famine in Ethiopia (New York 1991), 6

Alula Pankhurst, Resettlement and famine in Ethiopia, The villagers' experience (Manchester 1992), 25

Alex de Waal, Evil Days, 11

Ryszard Kapuściński, The Emperor, Downfall of an autocrat (New York 1983), 112

Marcus, A History of Ethiopia, 180

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 189

Ibidem, 220-226

Kapuściński, The Emperor, 108

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 229-230

Marcus, A History of Ethiopia, 183

Ibidem, 184

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 231

Ibidem, 232

Marcus, A History of Ethiopia, 185

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 234

Marcus, A History of Ethiopia, 187

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 235

Marcus, A History of Ethiopia, 188

Kapuściński, The Emperor, 163

Marcus, A History of Ethiopia, 181

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 189

Meredith, The State of Africa, 244

Zewde, A History of Modern Ethiopia, 236

Meredith, The State of Africa, 245

Ibidem, 246

Agyeman-Duah, The United States and Ethiopia, 135-136

Ibidem, 138

Ibidem, 144

Ibidem, 146

`Meedogenloze Mengistu maakt nog altijd bang; Ethiopische rechtbank wijst morgen vonnis na een omstreden monsterproces van ruim elf jaar', NRC Handelsblad, 22 mei 2006

Meredith, The State of Africa, 248

Ibidem, 332

Marcus, A History of Ethiopia, 202

Alex de Waal, Famine Crimes, Politics & The disaster relief industry in Africa (Londen 1997), 121

Meredith, The State of Africa, 334

Marcus, A History of Ethiopia, 205-206

Meredith, The State of Africa, 341

Marcus, A History of Ethiopia, 207-208

Graham Hancock, Lords of Poverty, the power, pretige, and corruption of the international aid business (New York 1989), 15

Alex de Waal, Evil Days, 173-175

Graham Hancock, Lords of Poverty, 119

Ibidem, 32

Meredith, The State of Africa, 337

Meredith, The State of Africa, 341-343

Marcus, A History of Ethiopia, 211

Ibidem, 213

Francis Fukuyama, Het einde van de geschiedenis en de laatste mens (Amsterdam 2004), 301-308

Marcus, A History of Ethiopia, 217

Van der Veen, Afrika, 133

Ibidem, 175

Ibidem, 135

Michael Maren, The Road to Hell, The ravaging effects of foreign aid and international charity (New York 1997), 133-134

Van der Veen, Afrika, 135-136

Ibidem, 136-137

Ibidem, 213-216

`Commissie: Eritrea begon met grensoorlog', NRC Handelsblad, 22 december 2005

`A taste of democracy; Ethiopia', The Economist, 21 mei 2005

`World Briefing Africa: Ethiopia: Opposition Quits Vote Fraud Inquiry', New York Times, 8 juli 2005

´This time it's revenge; Somalia', The Economist, 13 januari 2007

`America's friend; Uganda', The Economist, 17 maart 2007

`Lichamen door Mogadishu gesleept; Hevige gevechten in hoofdstad Somalie', NRC Handelsblad, 22 maart 2007

`'Impopulaire Meles Zenawi zocht vijand'; Voor de invasie van buurland Somalie had premier Ethiopie ook binnenlandse motieven', NRC Handelsblad, 30 januari 2007

`On a dilemma in the Horn; Ethiopia', The Economist, 24 februari 2007

`EU moet met Afrika praten; Europa zelf de oorzaak van het bootvluchtelingenprobleem', Reformatorisch Dagblad, 9 december 2006

`Across Africa, A Sense That U.S. Power Isn't So Super', New York Times, 24 december 2006



















-->